pi <ïe aanwezigen en men hoort overal
fluisteren:
Do sub-diakens! Die zich plat ter aar-
9e neerwerpen!
Wees nu zeer aandachtig, want werke
lijk do plechtigheden ziju 't waardt Ner
gens ter wereld zult gij iets vinden, dat
'do mensch 7,00 groot maakt en hem zoo
dicht brengt bij God.
De aanstaando diakenen hebben zich
geschaard rondom den bisschop; allen dra
gen zij de witte albe; do hoogepricslor gaat
hen toespreken, met woorden zoo roerend
als er ooit gesproken werden:
Tot nu toe, zegt hij hun, zijl go vrij
geweest, hactenus liberi cstis; maar thans
is het oogcublik daar, dat ge een voorne
men moet maken van het hoogste gewicht:
nog is het tijd, daar go nog vrij zi.il, denkt
11a!.... want daarna zal het u niet meer
'geoorloofd zijn terug te komenMaar,
als niettegenstaande aJ wat gij weet, niet
tegenstaande al wat toch u wacht in.de
.wereld, gij in uw moedig voornemen wilt
volharden, doel dan de beslissende stap cn
treedt nader:
„Huc aceedile!"
En als in 'n droom waar alle gebeurte
nissen vlug in elkaar ingrijpen is de
.schrede nauwelijks gezet of do aanslaande
diakenen cn priesters voegen zich bij hun
jongere broeders; daar staan ze rechtop,
liet hccle priesterkoor vullend, gereed om
alles op te offeren aan God. Die alleen
meester wil zijn ip sommige harten. Dan
verheft zich de slem van den bisschop, ge
biedend:
„l'rocmnbant omnesl"
„Buig u allen plat ter aarde neer."
Eu allen strekken zich languit op den
grond. Men zou zeggen dat het rijk ge
tooide lijken zijn die daar op 't plaveisel
van 't koor zijn neergelegd.
En het zijn gestorvenen in werkelijk
heid: zo zijn. dood voor de wereld! dood
.voor hen zelf.
„Abneget semetipsuml"
Boven hen ruischt do zang der litanicn
en men roept voor lion do hulp in van
hunno voorvaderen in het geloof; van hen
dio in de vroegere eeuwen den goeden
strijd hebben gestreden en wier heiligheid
schoon en smetteloos bleef voor de oogen
yan allen.
H. Paulus, bid voor hen!
H. Johannes, hid voor hen!
H. Franciscus, bid voor li en!
H. Vincentius van Paulo, bid voor
hgn!
Silo Heiligen Gods.... enz. Tmz.
Welk een schouwspel het doek van een
'grootcn schilder waardig!.... Als achter
grond kon hij penseelen do aanwezigen,
dio zich zonder menscbclijk opzicht aan
hun emoties overgeven; wereldscho men-
schcn, tot wio niets van al dat verlreven
doordringt: zusters on moeders die in
stilto wcenen om een broeder of een zoon
dio het ouderhuis verliet, maar die men
niet moet betreuren, want men weet aan
-Wien men hem toevertrouwde.
„Seis cui credidi."
En boven dat geheel spreidt hot crucifix
van Saint-Sulpice zijn armen wijd open
en 't lijkt wel of hot do woorden herhaalt
twintig ecuwon geleden lot de Apostelen
gesproken:
„Euntes docete" Gaat en onderwijst.
Na nog ccnigo oogcnbükken en allen
zullen de kerk verlaten. Parijs is wakker
geworden; het is slechts met groolc moeite
dat do suissen een weg kunnen banen
door do groot© menigte heen. Maar nu
slaan do nieuw-gewijdon do oogen op en
kijken de menigte aan zooals men iemand
aanziet met wien men te doen gaat krij
gen.
Mogen zij, de nieu w-gewijd en, een heer
lijk werk verrichten en boven de intriges
cn do ijdellieden der wereld.... boven
den strijd in eigen binnensteboven
den strijd legen de vijanden van buiten.,
somtijds ook boven dien van do besto
vrienden, hoog houden de banier van het
geloof.
Mogen zij ongevoelig voor eer en aan
zien, ongevoelig voor geld, het verlangen
hebben te werken in die wijken, waar de
ziel van het volk weerloos cn zonder ver
dediging in de armen valt van 't socialisme
VERHAAL VAN EEN REIS NAAR
AMERIKA.
(Vervolg).
De zee wordt aldoor woester en al noe
men de zeelui het een briesje, ik noem het
wel een „ietsje", 's Avonds zoeken de
meesten vroeg hun hut op, doch worden
er Woensdagmorgen al vroeg uitgelokt
door do sirene's cn do stoomfluit; er is
mist. Zoo'n onnoemelijke vlakte en slechts
een zeer beperkt uitzicht. Enkele minuten
laat de stoomfluit zijn dof gebrom hooren.
Het bepaalt zich echter tot een paar uren;
een regenbuitje maakt het helderder. In-
tusschen zijn onze horloges al drio maal
achtergezet gezet; n.l. 52, 40 en 34 minu
ten. De barometer blijft ongeveer con
stant, zoodat de hoop op een paar dagen
goed weer wel kan verwezenlijkt worden.
De touwen van de reddingsbooten die los-
geschommeld waren, worden alleen nog
eerst eens stevig vastgesnoerd, wat veron
derstellen doet, dat do kapitein nog niet
zoo bijster gerust is. Wij ontvangen nog
een radio-telegram aan boord, dat ons
echter niet geheel duidelijk is. Op die ma
nier gaan wij niet vroeg naar do kooi.
Vroeg in den morgen bemerk ik trager
VOorfgang en drukte aan het dek. Ik hoor
van ijsbergen spreken, doch na tafel eerst
ontrolt zich het panorama van schittering
aan ons oog. Een eiland met marmeren
kasteelen is te zien, komen dc jongens ons
vertellen in de eetzaal. De zee is kalmei
en in Noordelijke richting passeeren wij
een naar berekening zeker 40 mijlen lange
ijsberg, die in do morgen-schittering een
majestueus beeld te aanschouwen geeft.
Losse stukken, die gelijken op do witte
motorjachten, dio 's zomers onzo kager-
meren stoffeeren, drijven ver weg en
dicht hij ons been. Geen kijker is onge
bruikt, doch wij zijn intusschen heel wat
lager gaan varen; beweerd wordt 30 mij
len, wat wij straks op hot hord kunnen
zien. De barometer gaat snel naar goed
weer, doch de temperatuur daalt zooda
nig, dat de central© verwarming in het
schip in dienst gesteld wordt. Een werke
lijk niet te vergeten schouwspel. Wij
krijgen nog een marconi-lelegram, dat ons
echter ook onbegrijpelijk voorkomt, en
wat wij als 't kan zullen beantwoorden als
wij aan land zijn. Gisteravond is de Zee
land van de Red Star gepasseerd, die, ge
lijk vertrokken, Engeland nog heeft aan
gedaan. De „Minnedosa" van do G. P.
R. moet, zegt men, boven de ijsbergen va
ren en kon er last van krijgen. Deze is
ons 90 mijlen voor. Er wordt ook gespro
ken dat" do St. Laurcnszee nog niet geheel
open zal zijn, doch de Noorderwind kan
het ijs gr uitdrijven. Wij hopen het want,
hoe mooi ook, gevaarloos lijkt liet mij niet
toe.
De Woensdag geeft weinig verandering
ten goede. Het weer wordt woest, de zee
hoog, de stemming meer gedrukt. Het
schip schommelt geweldig, liooge zeeën
komen over liet schip, en menigeen, dio
zich buiten waagt, bekomt een nat pak.
De voorzijde van liet dek wordt dicht ge
maakt met zeilen. I11 den morgen wekt ons
de stoomfluit, dig oni de enkele minuten
weer haar dof gebrom laat hooren. Spoe
dig zijn heel wat -passagiers aan het dek,
om tc zien, dat er juist niets to zien is, er
is n.l. mist. De boot vaart langzamer, al
is liet geen dikke mist en deze na een ruim
uur afregent. De afstand is daardoor 17
zeemijlen minder dan den vorigen dag en
geregistreerd op 343, wat beteekent later
land te zien. Do tijd is ook maar 23 minu
ten teruggezet. De tafels zijn iets beter be
zet, en beel wat zeezieken verschijnen
weer geregeld. Zelf heb ik nog niet ont
broken, en heb ik nog altijd opgevolgd liet
Hollandsch verbod in de treinen: „verbo
den te spuwen" ofschoon clit hier in geen
enkele taal verboden wordt en ook niet
opgevolgd zou worden. Allen 7-ijn voor den
dokter geweest, en de vereisclite 14 vacci
natiebiljetten zijn in mijn bezit, 's Avonds
wordt in de Lounge door den oud-burge
meester van Marken oen voordracht gege
ven over de geschiedenis van Marken. Ik
heb de gewoonte getrouw er notitie's van
zitten maken, cn de voordrager heeft aan
de hand van kaarten en platen wel veel
wetenswaardigs ook voor Hollanders en
Vlamingen verteld. Zijn 10-jarig verblijf
daar stelde hem daartoe wel 111 staat. Er
een verslag van te geven kan mij echter
niet bekoren waarom ik met bloot hot feit
te vermelden volsta. De middagberichten
toonen aan dat er behalve buiten de rich
ting gevaren is, ook slecllts 313 zeemijlen
zijn gehaald, terwijl het gemiddelde in
den beginne nogal overschreden, 350 mijl
is. Gisteravond moeten reeds berichten in
gekomen zijn dat de ijsbergen in aantocht
zijn, dio wij .hedenmorgen gezien hebben.
Na tafel komen in den middag ijsschot-
sen in zicht, die heel dicht hij het scliip
drijven doch ongevaarlijk zijn. De meer
gevaarlijke bergen vertoonen zich alleen
maar aan den horizon. Op liet A-dek is
het mooi zonnig en koud, waaraan het ijs-
eiland, dat eenige kilometers lang is en
met sneeuw bedekt, niet vreemd is. Een
ander.- attractie vraagt weer aandacht
daar. Een klein soort walviscb volgt de
boot, en geeft, doer het water snuivend
dat hoog opspuit, haar richting aan en
een aantal vliegvisschen vertoonen .zich
angstig aan de oppervlakte. Hel wordt
werkelijk interessant, al zitten wij 5 gra
den lage:- in de vaart, wat haast zekerheid
geeft dat wij niet voor Vrijdag Cape Race
zullen passeeren en het eiland New-Found
land to zien krijgen. Do laatste loodjes
zullen' hier ook liet zwaarst gaan wegen,
want de boot blijft langzamer loopen. Het
gevaar schijnt echter geweken, want de
brug; die geregeld met 7 officieren op den
uitkijk bemand was, is weer gewoon. Aan
tafel zijn vanmiddag, inpfaats van 6 a 7
personen, er weer 13 van ons veertienen
verschonen, waartoe do kalm© zeo zeker
wc-1 het hare heeft bijgedragen. In den
namiddag komen er, die, om dezen inte
ressanten dag niet te vervelend te doen af-
loopen, hem met een zangavond willen
'doen sluiten* Het weer is heel goed, de
meeste passagiers zijn weer op de been cn
na het diner zal 't plaats vinden. De lei
der, Baron van Heekeren van Keil neemt
het voorzitterschap op zich, een Rotter
dammer verzorgt met een Beverwijksche
familie liet programma, een derde, een
Zuid-Hollander, zorgt voor de organisa
tie. I11 den heer Diemont wordt oen uitste
kende pianist gc-vonden. Een medewerker
.van het stadsorkest le Praag zal een
vioolsolo geven. De Lounge blijkt voor de
opkomst to klein, waarom onze 2c klas
eetzaal disponibel gesteld wordt (groole
ongeveer 20 x 12 M.). Een Groninger zal
voordragen. Wat zal zoo een in enkele
oogenhlikken in elkaar gezette avond ge
ven? Een heel beknopt verslag: Bas-Solo,
Trio-Zonnelied, Solo-Sopraan, door een
Haagsche 17-jarigo jongedame, voordrach
ten van Guido Gezollo, Beers en enkele
Groninger dichtwerken. Gezamenlijk zin
gen „Vlaamsche Leeuw", „Hollandscho
Vlag" cn „Aan de blanke top der duinen"
Een echtpaar zingt „de brief van Moeder"
de man blijft steken, de vrouw redt de si
tuatie schitterend; een vrijgezel neemt het
woord, en spreekt den wensch uit zoo'n
wederhelft te krijgen, die den man op het
juiste oogenblik er uit redt. Een Fransch-
man zingt in zijn taal liet lied van de on
bekende soldaat. Een Frangai.se neemt 't
woord om in haar taal te vertellen, dat zij
er niets van heeft verstaan, maar het
kunstgenot, haar door dc Hollanders ge
geven, op hoogen prijs stelt en dankbaar
aanvaardt. De Brabagonne wordt ingezet.
Een trio-Zuid-Hollandsch© jonge dames
zingt het Bim-Bam en eenige andere lie
deren, met reuzen succes. Het „Wien
Neerktnds Bloed" klinkt door de zaal. Bo
vengenoemde baron bedankt, vooral dc or
ganisators, die met namen genoemd wor
den. Het besluit is „God Save the King5',
Hollanders hossen zingend door de zaal.
Er is hier een regel; de lichten gaan uit,
de zaal moet verlaten worden, ieder naar
de hut getogen, do nachtwacht loopt pa
trouille, het kleine dorpje ligt in ruste.
Vanmorgen (Vrijdag) is de barometer
teruggeloopen, belangrijk. Do stoomfluit
Iaat zij'11 dof dreunend geluid hooren. to
tig, doch niet erg. Verwacht wordt
niet org hard geloopen is. De wind is O05.
lelijk. Dc Hollanders konden vaninor®
hun landingskaarten gaan halen. Aan 14,
fel ontbreken zeer weinigen. 1
Wij hebben vandaag liet gemiddeld
mot 3 knoopen overschreden cn voi
353 mijlen. To 4 uur in dc namiddag
men wij in het ijs. Groole schotsen \,u
den door dc boot gekloofd, die langzaai,
en voorzichtig voorlschuift. Stukken va-
honderden vierkante meters worden door!
gevaren. Zeer interessant, en verzeker,
wordt: gevaarloos, al passeeren wij schol
sen, wier dikte nan ijs zeker twee r
is, en die Jicht groen in hel water tc
zijn. Er wordtheel voorzichtig gevuv,
dc officieren zijn druk in de weer. Mai
mooi! Maar schoon! Even benauw
wordt liet. als even tegen den avond
een uur of negen weer mist komt opzette
Angstig dreunt het dof gebrom van
stoomfluit de lengte in. Dat duurt den
heelen nacht, ofschoon men ook daar
wel doorslaapt. Als men wakker word',
voelt men slechts een heel licht© deininj
van het zacht voortglijdende schip. Da*
weer een stoot, dio liet schip doet kraken
en je dooreenschudt, waardoor men weet
dat er weer ijs-contact verkregen is. Bj,
het krieken van den dag hen ik aan liei
dek. Een stoot, de bel uit de patrijspoort,
waar men niets dan ijs bespeurt, heeftmjj
daartoe gebracht. Goed er in gepakt, loop
ik een half 'uur aan liet dek. waar h«
schoonspoelen met dc brandslangen word;
verricht door liet personeel zooals altijd,
doch nu met handschoenen aan. Wij schui
ven door een ijsveld een half uur lanu
Een met grondijs, een met sneeuw Bedekt
Ka germ eer, ook hier en daar een groo
wak, met 10.000 vermenigvuldigd, ontrol
zich voer ons gezicht. Wat schoon, \j
machtig, overweldigend schoon! ïïet
1 Mei, de maand van M a r i a. Het onl
Stellend machtig aanzien, het schilleren!
maagdelijk wit, brengt mij in een heel bij
zondere Meimaand-stemming.
'I Is zes uur, devoot ligt stil, wij
in liet ijs. Wij zijn do St. Laurens zee
den n'acht binnengekomen (gisteren
seerden wij Cape Race/. Do zeevogels
men weer 0111 het schip vliegen. Ook diij.
ven vuile schotsen voorbij, waaruit opge
maakt wordt dat een ander schip in de
nabijheid is, want het ijs en dc sneem
halen vuil en ook verf van het vaarlui!
Mogelijk de „Montcalm" van de C. P.
die hooger gevaren heeft dan wij en in
ijs gezeten heeft. Deze is gisteren door
brekers uit haar positie gered. Even loof
ik naar den marconist lieen, die net
notities aan den kapitein of bevelvofL
den officier laat afgeven. De boot wrinfl
zicli weer los, vaart hooger envi
weer vooruit. I11 werkelijkheid: een
van ijs. Nogmaals: Wat mooi! Een medi
passagier vertelt reeds zeven maal
oceaan te zijn overgevaren, doch nog nu
ijs gezien le hebben. Zulk een praebti;
reis mogen wij genieten! Wij zijn dan
een der eerste, die in liet voorjaar 1
route nemen. Échter zal de aankomst dar
door op z'n minst 2 of 3 dagen later*!»
BESCHRIJVING DER PLAAT.
No. 399. Wandcljaponnen met een
©enigszins sportief karakter komen dage
lijks meer in 'do mode. Het genre getuigt
.van ongekende eenvoud zooals ook onzo
teekening duidelijk illustreert. Een licht
beige kasha nog altijd een zeer mo
dieuze stof is hier het meest aanbeve
lenswaardig weefsel. Lijfje cn rok zijn
'door tussclienvoeging van een ceintuur
band aan elkaar verbonden. Het lijfje
beeft over het midden een strook met
knoopBluiting van welke echter slechts de
'drio bovenste knoopen daadwerkelijk ge
opend of gosloten moeten kunnen worden.
Het zal aardig zijn do knoopjes van rood
galalilh to nemen. Zooals do teekening
laat zien loopen de mouwen tot over de
schouders door. Do rok wordt met een ze
kere ruimte geknipt zonder gebruik te
maken van godets. Men drage een rooden
vilten hoed, beige kousen en donker
bruin© kousen bij deze japon.
No. 400. Nog een andere japon, speciaal
geschikt voor de wandeling: men kan effen
popelino in de nieuwe, mosgroene tint als
stof aanwenden. De japon is een deux
pièccs, bestaande uit een lijfje cn een
aparte rok: deze laatste, rondom gcplis-
see.rd, wordt aan een onderlijfje van
.wasebzijde of andere goedkoopere en
'dunne stof bevestigd. Dc blouse heeft een
ondergezet front-, waarop een kraagje, met
lang gestrikt lint, van dezelfdo stof. Om
do heupen wordt een lakleeren ceintuur
van bijpassende kleur gedragen; even
lager bevinden zich in dc zijden twee zak
jes met halfronde kleppen. Het bcneden-
cindo der mouwen loopt wat wijder uit:
bet is geplisseerd cn op een smal polsband
je samcngcfronsd. Behalve een bijpassend
groene, kan bij dezo japon ook een oranje
rood© hoed gedragen wovck rose kousen
en bruine schoenen.
1 No. 401. We zijn zoo langzamerhand in
den tijd der dunne, flottc zomerjapounen
geraakt: do eerste modellen worden al
sporadisch gedragen. Onze teekening geeft
een charmant voorbeeld van liet. in de
mode zijnde genre en demonstreert tege
lijkertijd de „vogue" der gespikkelde stof
fen. Witte toile de soie, met meerdere tin
ten rose bedrukt-, is een aardige stof voor
'deze japon. Het is een recht model, het
welk vanuit de taille verrijkt is met een
,wijdo overrok; het onderste gedeelte dezer
•laatste bestaat uit een brcede strook van
effen witte toile de soie, welke stof even
eens gebruikt wordt voor het kraagje, do
atrooken in de mouwen en langs de gedra
peerde doek op de borst cn ten slotte voor
ie polsbandjes. Do ceintuur is van wit lak-
PATRONEN NAAR MAAT
fl 1.00 per stuk.
Kindermaten tot 12 jaar fl 0.75,
Papieren patronen op maat
maakt, kunnen onder toezeudiq
van het bedrag besteld worden.1
Paper Pattern Sendee, Parkstras
79, Den Iïaag.
De maten op te geven v
onderstaande teekening.
leer met roode gesp. Hoed in- rose stroo,
kousen rose en schoenen wit of zwart lak.
No. 402. Do mode heeft meegebracht,
dat ook do kinderjurkjes steeds korter
werden. In velo gevallen kan men zelfs van
ernstige overdrijving spreken. Als tegen
wicht echter heeft men nu uitgevonden de
al te korte rokjes van een broekje van de
zelfde stof vergezeld te doen gaan. Vooral
in het practische Amerika maakt dit idee
opgang. De broekjes zijn alt ij d
iets langer dan de rok.
Bovenstaand modelletje kan van licht
blauwe frotté gemaakt worden. Het rok-
gedecltc wordt dicht onder dc armen met
plooien tegen het lijfje gezet, zoodat van
onder een flinke ruimte ontstaat. Rondom
den hals en ^.ver de borst wordt een gar
neering van roodo tressen aangebracht:
dezo laatste worden eveneens gebezigd
voor de polsbandjes en de kniebanden der
broek.
No. 403. Een charmante japon van heel
licht beige crêpe dc chine. Het lijfje, van
voren en achter recht en glad, heeft geen
andere garneering dan een kraagje met
strik, beiden van lila crêpe de eliine, waar
van ook de aangezette ondereinden met
gestrikte polsbandjes der mouwen. De
laillo heeft een vaste ceintuur welke van
achter in een strik eindigt. Hieronder van
daan, komen, beginnend met een rij frons-
jes, twee strooken welke los ter weers
zijden op het voorpand van den rok han
gen: vanonder zijn ze gegarneerd met een
breede band van de lila stof. Kousen rose
en schoenen beige.
HET VERWAARLOOSDE KIND.
Wie iets van de ellende weet, die
heerscht in de krotten en stegen eener
groote stad, waar de armoede en ver-
waarloozing van het gezin om hulp
schreden, kan beier de ontreddering be
grijpen waarin een kinderziel, uit zulk
een gezin gegroeid, verkeert.
Maar men weet meestal niet. hadt nooit
gedacht dat het zóó erg kon zijn.
Wij kennen slechts het kind uit een
goed milieu, geleid en geholpen door
trouw© moederhanden, verzorgd en be
waakt door allen, die het lief liehhen.
Maar het kind, geboren.in ellende en ar
moede, wiens ouders onwaardig zijn het
op te voeden, dat kind toch kennen wij
le weinig. Het kind, dat telkens weer een
regen van scheldwoorden boven zijn
schuldeloos hoofd voelt nedervallen, het
kind, dat niets dan snauwen en grauwen
krijgt, nooit een vriendelijk woord of een
liefkoozing, wordt niet zelden een hoefje.
En, is het een wonder, als zulk een
hulpeloos zieltje, dat geen steunpunt vindt
en slechts ruwheid en hardheid aan
schouwt, in al die slechtheid en ellende
ten onder gaat?
Wij oordeelen dikwijls zoo spoedig en
beslist. Wij kunnen onze afkeer soms zoo
duidelijk toonen aan arme, verwaarloosde
kinderen die op straat tegen ons aanloo-
pen of ruwe grappen uithalen, elkaar uit
schelden en ons tot mikpunt hunner ge
sprekken maken.
Goed is het niet wat ze doen en wc zou
den het in onze kinderen, die een zoo ge
heel andere opvoeding genoten hebben,
streng moeten straffen. Op dit oogenblik
helpen onze verontwaardigde en heftig-
booze woorden niet. Het kind is in ruw
heid en verwildering groot gebracht. De
ouders razen en vloeken, van zelf spre
kend dat het kind het kwade er niet van
inziet.
Gelukkig wordt er tegenwoordig
voor het kind gedaan en zorgt do Ma:
schappij voor den lichamelijken nood fl
zulke kinderen. Ook op geestelijk gd|*
wordt de behulpzame hand gereikt. Ik
is immers de „eeuw van het kind"?
lulckig dat er wat licht op komt dagtï
voor die arme bleeke, vroeg-wijze nici-4
en knapen. Gelukkig, dat hun gelccr'
wordt dat ze door goed le leven gelukb
ger zijn, dan ze ooit kunnen word®
wanneer ze doorgaan met vechten. kei
groote mensclicn lastig maken, vloek®
en stelen. Zelf hebben ze de ellende in t>
huizen gezien. Ze wenden zicli daar gaaf
n© vanaf, liet ouderhuis trekt hen
Wal hen imponeert is de harmonie en
orde in beschaafde gezinnen en niet
minst den wólverzorgden discb en
heerlijke geuren die uit de scholels opt
gen. Wie in de gelegenheid is. zulk
kind naar lichaam en ziel te redden,
hij het doe! Zooveler levensmislukking
begonnen met een harde, droevige j°l£
Wat wij kunnen doen 0111 zulk oen kii^j
zieltje onbesmet to laten, moeten wij
Het is een moei en dankbaar werk.
ERIG*