Kwaadspreken. Til vertrouwen gezegd, zei de vrouw van den begrafenisondernemer, „mijnheer Jansoit heeft tie rekening van de begrafe nis van zijn vrouw van verleden jaar nog niet betaald! -- Wat '11 schandaal! riep de vriendin, uit. Hij moest zich schamen om dc men- tchen zoo tc laten merken hoe weinig hij nan zijn vrouw denkt! Ja, en zijn broer Hendrik heeft ver leden week daags na de hegratcnis van rijn vrouw, direct betaald. Nel iets voor hem! Precies of hij blij nis, dal ie van haar af was! Slim. Tn een coupé is een dame flauw ge vallen. Groote drukte en ontsteltenis bij dc andere reizigers. Een van hen steekt zijn hoofd om een hoek van een andere coupé en vraagt: fs cr hier ook iemand die cognac of rum bij zich heeft? Een reiziger haalt uit zijn koffer een klein fleschje en stelt liet den vrager ter band. Deze zet hel aan zijn mond, drinkt bet leeg en zegt opgelucht: Dank u wel. Ik was door die «mikte hcelcmaal van streek! 'n Vulpenhouder. Die vriend van jou is nel '11 vulpen houder. Hoczoo? Hij komt altijd bier, om zich te laten vullen! Naar waarheid! Tisten was van kleinen Irogscheper op cene dorpsparochie meestcr-suikerbakker géworden te Brussel. Tisten zag dat er in de andere winkels van dat slaeli op groote plakkaten tc lezen stond: ..English Spoken" of „sprechen Dcutsch" en den zin daarvan vernomen hebbende, Tisten cn viel niet slinks en in gouden letters deed hij op zijn glasrame zetten: „Hier spreekt men alle soorten van talen" Een liefhebber van talen, die dat las ging binnen voor de leute en begoste in ver schillende vreemde talen te vragen achter ren stuk taarte. Tisten, die maar juiste 't Vlaanisch van zijn streke verstond, salu- mde beleefd eiken keer dal menhcere zijnen mond opendei. Wat is er van menheero's beliefte, vroeg Tisten eiken keer. Wat dat cr van' mijn beliefte is, zei menhcere. 't is da 'k zou willen weten, wie dat er hier alle soorten van Vreemde talen spreek; lijk of er al buiten voor uwen winkel te lezen staat? Ewel monhecre, zei Tisten, de vreem de heeren die hier komen lijk gij en een onder. Gevonden! Meester gaf in de klas het probleem op oen zin te maken, waar de woorden ..ben zine", „carbid" cn „acetyleen" in voor-, kwamen. Het was een moeilijk geval met al die vreemde woorden en de leerlingen brach ten er niet veel van terecht. Maar pientere Mo zes kende geen moei lijkheid. Verrukt stak hij zijn vinger op cu op het goedkeurend gekuik va» meester declameerde hij: Mn faader sei van dc week tot nifj Als je soms oonio Ben komt tc zien luister dan eens wat ie voor de kar bied, "maar as ic 'm tc leen vraagt zeggie „barst!" Vinnig. Wat zou hot je waard ziju om zulk haar te hebben als ik? ?t Zelfde wat jij ervoor hebt betaald. Gemakkelijke oplossing. Vrouw: Hóe zal ik nu dezen spijUf in den muur krijgen zonder op 111*11 vin. gors Ie slaan? Haar man: Hoit den hamer mei tivc* handen .vast! CORRESPONDENTIE. J a'11 B li r e y, L e i d e u. Flink 7Mn. Jan! Da zoo door en ik verzeker je, dai je binnen een paai* jaar eèn bundeltje gedichtje.-, en rijmpjes In-bl, waarvan je la- i.-r nog veel ploizier zult hebben. Dit vers je is lang niet hot minste en de hulp van ji moeder is zeker welkom gewoesl. Van 'I In-odora's hand verwachl ik ook deze vi-i-k een mooi slokje, dal zooals altijd, hij Man-baat een plaatsje vinden zal. Dag Jan! Groot Moeder van me en. begin al vast Tn antwoord op de vele vragen, «lie mij 1 11 heinde PI1 ver bereiken, wil ik even zeggen* dal de raadselwedstrijd beginnen zal, vAndaagf yogrlipn dagen- Alsdan zullen 1 'lijn XT-efjes cn Nichtjes van binnen en I uilen de sftid de raadsels en opgaven vin ei 11 aan welker oplossing mooie prijzen vi i huilden zijn Rn dan hoop ik. alle be kende gezichten weerom te zien en de vi-le Neefjiv. en Nichtjes, die nog niet aan een Ulrijd deelnamen, l.el dus op en.... Jullie O VR AGEN3US. Ho W i 11 ze er hu, 0111 ..hij is de zondebok". M at heeft een hè', mi mei zonde le maken? Antwoord Ik geef loc. dal een hok 1 1 veel mol zouden te maken hoeft. En li.eli i> de uitdrukking zeer mooi en zeer ji.M zelfs. Kijk eens! Wier. noemen wij en zondebokDie van alles de schuld krijgt, ,1e b.ohl nu eenmaal van die men- M-lieii, die van alles belicht worden wat helijk is; zij hebben hel gedaan.... als h u'lelijks gedaan is. Hoe men aan de iridrukkiug komt? Ze al zeer oud en i van Israi-lieli.silien oorsprong. Op den eruoton verzoendag bracht de lToogejuies- tei- bij de Joden der Oudheid twee bokken i,;,;ie Jon Tabernakel. De eene werd go- !,.e|ii en als zoenoffer „geofferd": do an dere hok werd ln-laden me! de zouden van Kièt volk en daarna dè woestijn inge- i.-Müd. De Iweede was dus in eigenlijken zin ch- zondebok. Boerijp je de uitdrukking nu? Vraag 07. Waar kond hel Woord „bloei'geld" vandaan? De - afkomst van Mmdworsl i> mij duidelijker. Vut woord. Dal geloof ik graig. Om d. Ik-teekenis van bloedworst te verklaren, heli-li*:' je niet hel Nieuwe Testament open 1 >laan en dat moet je hij „bloedgeld wel. 11j, jo oorsprong van «lil woord wil op diepen Malllii-us beschrijft hel verraad mui Judas in het 27ste Hoofdstuk als vei 3: ..Toen heefl Judas, die TI cm fp./ei. goddelijken Zaligmaker verraden 1, -d. ziende, dal Hij veroordeeld was. he- n.iiw gehad en heefl hij de dertig zilver- l'ie.'i'i» den Opperprieslers en den Ouder- iui'.-ei. wedorgelu-aeht", en verder vers 6: E11 de Opperpriesters de zilveren penningen nemende, zeiden: „het is niet geoorloofd, dit geld in de offerkist te leg gen. üewijl het een prijs dos bloods lie; geld van Judas was con prijs des bloods, was dus bloedgeld. De volgende week ga ik door met het beantwoorden der vragen. Wie wat te MUL-. heeft, vrnge! O o m W i m. DE AVONTUREN VAN MIES EN MAX door Oom Wint. A v 0 n t u u r~ V Kom Mo s. wij gaan! Hoed Mn.v! Reide wandelen op straat en slaan de lichting in van het Plant-men. Daar ziet Mies wat! Ik zie wal! Wat zie je Mies? - Een open raam. Daar ga ik eens zien. Als ik miauw zeg, kom je ook. Goed Mies! Mies springt op 't kozijn cn ziel naar binnen. Kleine Frans zit in hel kindorslöeltje. Hij is alleen en kraait van pleizier. Het 1 i-rdje met pap staat klaar. Franske moet I og even wachten. Moeder komt zoo. Mies houdt ook van pap. - Miauw, miauw! Ik kom Mies, ik kom! Max Avipt ook op- do vensterbank en b. ide springen de kamer binnen. De pap i zoo op. Frans heeft er schik van en wil Mies grijpen. Hij is lieeloniaal niet bang 3'nu komt moedor! Hoef! Max en Mies liegen liet raam II dc straat op en vluchten naar het Plantsoen on doen, alsof niets gebeurd is. Moeder is hoos en maakt een nieuw bord ie voor '1 kindje klaar, cn sluit bat laam in hol vervolg dicht. als d«- pap nop te heet is, 0111 Franske le voeren. Spaar de Vogels! „Spaar de vogels!" dit zou ik jullie wil- jen toeroepen zóó hard en zóó vaak, tof je ooren je luiten. En wel om nu-er dan één 'reden. Niet alleen dat hol kleine, lieve dieren zijn. en ons leven verinooien door •uun vroolijk gezang; hun lieflijk gefluit, hun lustig gekwinkeleer in hoornen en .struiken en hagen, er i- meer waarom zo onze bescherming dubbel en dwars ver dienen. En wel, omdat zo duizenden en duizenden schadelijke inseclen wegpikken, ■die anders veel schade zouden aanrichten •aan hel jonge groen der booinen of aan do to ere planten, die de lui mum mei zooveel zorg pool en verzorgt. Zonder bladeren toch kan lmom, noch struik. noch plant leven. Zonder bladeren •geen bloemen; zonder bloemen, geen 'vnielileu. Nu dan. als wij dal goed bctrrijnon. be seffen we tevens' van hoe onberekenh ia«- groot nul de vogels zijn. die van *s mor gens vroeg tot avonds laat af en aan vliegen ter verdelging dier schadelijke in- .sec te 11. Ter verduidelijlcing'zal ik jullie eens voorrekenen hot nul dal ééno zwaluw doen kan. dan hebben we ineleen oen maalstaf van hel nut dal de andere vogels in meerdere of mindere mate voor ons 'nebben. teder onzer weel. dal de zwaluw zonder rieden haast rondvlieg!, nu eens hoog in -do lucht, dan schorend langs hel water vlak. zoo gaat het door den gam dien he ven dag. Dal doen ze om de inset-ten, die in de lucht rondvliegen Ic vangen, le don- den en op te elen. Geleerde menselu-n heb ben berekend, dal ééno zwaluw per zomer dag zeker nicl minder dan negenhonderd 'van die kleine, doch zeer schadelijke in secten vangt en verslindt. Er leven geen dieren die zreh zoo snel vermenigvuldigen als de insecten. Van één enkel paar insecten kan van 't voorjaar tót het najaar een familie 'komen van niet minder danpas op, 1111 komt het gotalleljodan 06(1.070.189.000.000.000 nakomelingen. Gij Lunl nu zelf nagaan, .wat gebeuren zou, als de inseclen geen vijanden hadden zoo als de zwaluw en de vogels over het algo- -UiOen zijn. Als de vogels er nid waren, zou den de insecten alles vernielen wat nu hel ibosoh en het veld en den tuin lot sieraad ■strekt. 'Gelukkig worden de zwaluwen en ook dc meeste vogels door de wet beschermd en ■toch verheugen zij zich allen niet in de vriendschap (Ter monschcn, zooals ze dal eerdienen. Zeker er zijn ook wel een paar vogels, die een zaadje weghalen of een kersje ste len. maar wat zou dat? Dat beetje kwaad weegt niet op tegen het voordeel, dat ze «tan den anderen kant doen, zoadat ook do spreeuw en de inusch onze bescherming •verdienen, en wij ook deze vogels niet nio- •gen uitvangen, vangen of dooden. Ja, bij de wet is dat verboden. En wat do ■wet verbiedt, mag niemand overtreden of al is dit ook een land hij verdien! siraf en geduchte straf ook. Hoor. dan zal ik eens een paar ar!, van die wel van 23 Mei 1880 noemen: Art. 1 Het is verboden in 'I wild U-vonde zoogdieren of vogels nuttig voor land bouw of houtteelt, te vangen, te dooden. (e ■vervoeren, te koop aan le bieden, te ver knopen. af le leveren of Ier verkoop of tor aflcving in voorraad (0 hehlxen. Arl. 2 Hol is verboden: le. de eieren uil le halen, te vermelen, te vervoeren, te koop aan le bieden, te •verknopen, af le leveren of ten verkoop of ter nflevi: in voorraad té lubben. 2o. de nesten le verstoren of vernieïon Zo<» zijn er nog zeven art. waarin slual. 'dat hij of zij, die betrapt wordt eu zich 'neefl >ehuldig gemaakt aan 't geen in de oorsle twee arl. gezegd is. behoei kan wor- irleu lót twintig gulden of lol zooveel dagen Dit is geen kleinigheid hé. En de wet gever heeft goed gedaan, zulke zware straf fen op ie leggen vooral in verband iiu-1 !|.et groote nut dat de vogels doen en <lc '.groote schade die uit de overtreding voort vloeit voor den landbouw en de veeteelt. Te. ieder geval is hef een s. bande voor .het Nederlandsehe volk, dat er een wet is ■moeten gemaakt worden, om paal en perk :tc stellen aan het dooden van vogels en bef uithalen van de eitjes en hel verstoren «van de nesion, die inet zooveel zorg wor den gebouwd. En gij mijn Neefjes, die mij leest, wat dunkt U van een jongen, die het wagen zou •toch nou een nest uit te halen en de vogels •ging verjagen van huis en hof of erger rog. die ze dooden zou? AVat verdiende zoo'n jongen? Van miio Nichtjes spreek ik 1 i.-l. die zijn braver en zullen zi' li wel ■tweekeer bedenken, eer ze zich zouden schuldig maken aan zoo'n ernstig ver grijp l«n de wel. ei. (1 vogel> in be scherming neemt. Stel 11 voor een nestje mei vijf jonge, ■bijna 11 1 ikte vogeltjes! Zij zijn haast le /wak, om de vleugeltjes ml te '-laan. Zij kunnen nog niet over den rand van liet esl loopen. laai slaan te vluchten zoo gevaar mocht dreigen. Zij kunnen nog uiels. dan gapen, bewust als ze zijn, dal moeder dadelijk uit het v -ld terugkomt, mol een vel ruspje, of '11 heerlijk wormpje' of een ander lekkernijtje Nu dan!.... Daar nadert de vaIsche kater van den buurman Hij heeft iets gehoord en sluipt nader om zich le vergewisseu.a waar*lat (.gepiep vandaan komt. Hij ziet toe en luis tert scherp en daar opeens. daar on(- dekl hij een nest op den lak van den boom en hoort hij weer duidelijk dalzelfde ge piep, dat straks zijn oor ook trof. Ha! nu 'is hij zeker van zijn zaak. Hij klontert al naar hoven. Zijn scherpe klauwen slaat lii.i iu de ruwe schors van den perj?boom en Weldra L l-.ij hij het nest, waaruit de ge opende hekjes steken, die moeder wach ten me! elen. Eén hap en de schreiende kindertjes zijn weg en.hel nesl is leeg en slaat daar-eenzaam en verlaten 011 geen Memmetjes van blij verlangen treffen moe der meer. die met een vaar! neerstrijkt bo ven 11 -1 nest. „Waar zijn mijn kindertjes! schreit de moeder in bitter led eu krij send werpt zij zich iu de lucht en zoekt en ze.-k! Icvm gcef- naar haar Mm dingen. Niels !e 7. "ii! Alleen de kaler springt lik la-ba a rdertd van den boom eij gaat elders speuren of geen ander nestje mei heerlijke, 'lekkere beetjes te vinden zijn. W al dunkt 1 V \Va| z- 'Mi go (P n l.-o- 1 ijken kater doen. zoo hij binnen uw he reik kwam? Gij zo mil hem mores loeren en een geducht pak slang geven, misschien in uw dr-fl hem slaan, dat ie zijn laatste vogeltje geroofd had. Wie weel? Maar. wal die ondeugende kater deed. ras zijn aard. zijn natuur, llij liet zich 'cidon door zijn dierhik instinct, dal heui zegt. dal een vogeltje lekker i> en daarom YMigl hij hel vogeltje en eet liet op eu. vindt het lekker, zóó lekker, lat lu-1 naar meer smaakt en de kater drijft tot telkens weer ftcelfde, -.suoode daad. Maar als een jon eren «Jat doel, dan slaan de zaken anders! De mens/ii lieel't ver- -Innd. en weet wal hij mag en niet De oneen leert in school en hoort in huis tel kens en telkens weer spfpken van het nut der vogels. Hoe "zij onontbeerlijk zijn voor land- on tuinbouw, dat hoort hij en leert l ij. En (och?. doel die vlegel., alsof hij r.icls geleerd heeft qn niets gehoord van wal hij mag en uiel mag enzonder "modelijden le toonen, mei. liet. angst ge- se lrn-i der moeder, neemt hij hel nest weg cn liaalf de jongen uit én puk! de eitjes mee, en bekommert zich niet of er wel vo gels genoeg zijn om de ruosen en ii:.-veten 'e verdelgen, die hij honderdduizendtallen hel jonge groen eu het -saunige hla-1 .af knagen lot dén .stengel toe. K'nk! die daad i- dubbel slecht Gok de vogelt ies liebhen eiin kindertjes lief als de moeder ons en ook hun hartje breekt van angst 011 leed. over hoi verlies dier kleinen, die geroofd worden uit liet warme nesl. Deukt hier wel aan mijn Neefjes, cii ik wed, dat ge voorlaan de vogels mei rust uil lalcn. genietend van huil heerlijk ge zang en gespelemei met hun joueen, die dadelijk met de ouden zullen uitvliegen om buil, en zoo den nieusch ook weer te hulp .komen in den strijd logen die vraatzuch tige insecten. En dan zuil ge ook begrijpen hel mooie versje van den dichter Heije, als hij „In Mei" zijn dichterhart uitstort, zooals 'volgt T11 Mëi. Dan loeren alle vogeltjes Een ei! En waar ze zitten broeden. Daar zullen wij üiel stoeien. In Mei, Dan kruipt een heel klein vogeltje Door 't ei! Wie zou 'I willen doen? Het heeft geen eens nog voeren. Tn Mei. Dan lepreu ehe vogeltjes Een ei En wie die beestjes liiiid'ren, Dat zijn wel bonze kind'ren. „Spaar de vogel-s!'* en luister naai de schreiende stem van d" .u-me moeder. die haar kind vergeefs haa'ming zoekt. Oom W m. Wat cin paar «HEid-n soms kan overkomen. Jacob en Wim waren aan 't tooneel. Daar zou een stuk opgevoerd worden, ge titeld „kevie Baars". Om het heler in te Siudeeren, ging de clul» naar Den Haag. i'imlai hei daar gespeeld werd. Nu moet men weten dat het juist den l>ten October was, en dus de winterdiensl begon. Nu moest dc club 's avonds weer naar Leiden met den trein terug. Acht waren er om elf uur weggegaan, maar twee hieven tot het stuk uit was, om reden dal zij in dat Stuk de hoofdrollen moesten spelen. Toen gingen zij naar den trein. Was het nu nog Zomerdienst geweest, dan waren zij vroeg genoeg, maar nu zagen zij juist den laatsten trein voor hun neus vertrekken. Wat nu te "doen? Zij hadden samen nog dertien '■cut op zak: zich laten rijden ging dus niet. De moed zonk hun in de schoenen. Reeds zóó vermoeid en dan hij twaalven nog naar Leiden moeten loopcn. Maar hel moest tpeli. Zij dan op slap. Half één waren zij naai) hel Haagsdie Buseh. |J,.| was bar u-eer, regenen, waaien en zóó donker dat ze temet uiels onderscheiden konden. \u wisten ze ook niel best den weg. Maar gin gen np goed geluk maar door het boselisEn luhbeu een luilf uur zoowpl gcloopen, loon xn zagen dal /ij verdwaald waren. Zij waren ten einde raad. Zoo hebben ze nog even doorgeloopen. toen zij een zwak lichl- ontdekte. Zij gingen er op aan,, zagen door een kier van do luiken, dat er een uniformpet en een geweer aan den muur hing. Nu wilden zij naar den weg vragen en klopten daarvoor op' de liiken. Zi.j hoorden den man uit hel bed springen, za gen dat hij zijn pet en geweer greep. Toen slorjnde Wim het boscli tn. Nu moest Ja cob hem wel na loopên om hem niel kwijl le raken. Of nu Jacob al riep. jo blijf nu staan. Wim rende maar door. Toen schoot die bosch- of veldwachter, zoodal zij nog harder liepen. Na nog een uur rondgeloo* pen le hebben, kwamen ze weer hij Den Haag uit. Daar vroegen zij een agent den weg naar Leiden. Hel was zoowat twee uur loen zo weer Haar Leiden togen. Maar wat wil hel geval. Jtic agent komt pok le welen, dat er om half één in Den Haag is iiiiii hroken. Xn zegt die agenl dat {vee kerels den weg hebben gevraagd naar Leiden Die hosoliwachter had ook getele foneerd dat er twee verdachte kerels a m zijn raam geklopt hadden eu toen op h n loop waren gegaan. Dadelijk gingen twee marechaussees te paard den weg on naar l.eiedn. Onder Wassenaar haalden zij onze reizigers in. Legden hun hand op ieder zijn schouder en zeiden, jullie zijl onze ge vangenen-, - mee naar Den Haag. De iong-sle begon ie bidden en le sm-e- ken. dat zij hem los zouden lalcn. en dat i;ii niets gedaan had Maar Jacob zei. „we zijn naar een tpoaeeluitvoering geweest, te laat voor den trein'gekomen, en moes ten dus loopcn naar Leiden, dair wij geen geld genoeg hadden, om ons le laten rij den. en mee naar Den Haag le looiu-11 doe ik in geen geval wij zijn doodmoe. We ziju die en die, wil jo ops mee naar de Leidsehe politic nomen, heel goed Maar laat ons dan a.'u. b. hij 11 op hol naard zitlen. Maar dal mochten wc natuurlijk' niet. Zij sprem- gen van hun paarden en nu moesten wij •nz®zakken eens omkeeren, gelukkie dit :;i! nog oen programma in hun zak hadden en geen inbrokci/workli'igen in hun bezat hadden mochten zii doorloopen naar Lej- dcn. Het was onderhand vier uur gewor den. Toen zii in 1 oiden kwamen was liet vijf uur. Mo ar Wint was nog niet in huis. Als Itij wel-eens laai Ihuis kwam, ken hij zijn hand door het hek stoken, om de knip ei af Ie doen. want het was een Magers- winkel. Juist ziel dat een agent dat hii daar mee bezig is die patuurli'k niet deukt dit hol de eigenaar zelf is. mikt den vermeen den inbreker heel en. zegt: mee naar hel bureau! Vreeseli.ik schrikt Wim en dacht is het nu nog niel genoeg geweest. Van schrik kou' hii niets zegen. Tol do agent hem op straat had en zag (laf hii zich voiw gist had. De agenl verontschuldigde zich. Drie dagen is hij ziek geweest van wat hii beleefd had. Jacob is er beier af gekoiucu, alleen mag hii nooil meer naar een uitvoe ring in Den Haag. Agatha Kieft, Leiden. De betocverde Prins. In China leefden eens een. koning en oen koningin, die alles hadden wat ze be geerden. Ze hadden paleizen opi in le wonen, bosschen om in te jagen, vijvers 0111 op te zeilen, als ze iets noodig hadden, wis een wen'; voldoende en werd hel door bedienden gebracht. En toch waren ze niet gelukkig. Want ze hadden peen kinderen. Als ze dan voor een der ramen van hun paleis zaten, en ze zagen oen vrouw met kinderen loopen. dan werden ze bedroefd en sprak de koning tot ziju vrouw: „Wil hebben wij aan al onze paleizen, bosschen cn vijvers, zoo wij geen kinderen hebben 0111 óns op te volgen?" Eens liet de koning al de geleerden en tooveuaars uit hel land hij zicli roepen maar niemand kon hem raad geven. Toen kwam er een vreemde tooveniar en die zei feiou don koning: „Ik heb in de sterren gelezen dat hier een prinsps5e geboren zal worden' „Wat", zei de koning, wordt hier een prinsesje geboren? Hier h ie vast geld en indien het waar is, zal ik je vorstelijk hcloonen.* De toovenaar bedenkt" (h-n koning en vertrok. Bij de deur draaide l-.ij zich plot seling om en zei: „Ik hel» iio-r iets vergeten te zeggen. Het prinsesje zal zeer loei ijk zijn. en ze zal een hult hehl -n. De koninp werd woedend, omdat hij dit zei, en gaf het hevel hem eerst HM stokslagen te ge ven en hem dan weg te jagen. Eenige maanden later zat de koning voor het raam «van zijn vertrek toen een bediende lir-m zei: „Ik heb u groot nieuws tc- melden. Er is een prinsesje geboren maar ze is heel leelijk." „Wat", zei de ko ning, „is ze leelijk? Laat ze dan gauw ver drinken. Ik wil ze niet zien en heel de we reld mag ze niet zien. Voor de zon onder gaat moet ze gedood zijn." De bediende ging naar de koning?» om hel bevel over te brengen. Maar dezen keer wou de ko ningin niel gehooi/imen. Ze ging den ren op en in een klein v^ri-elcje hoog bo. u-n iu den toren, klopte ze san, ging naar lu'nnen en vroeg Zanii. de goud weefster loor haar kind te zorgen. Ze verleide de geschiedcuis en zei, toch vooral goed op li lellen dat ze niel te dicht bij een open raam of (leur kwam. Hierna, vertrok ze Toen de priii.>e- reeds .groot geworden was slond ze 's avonds eens aan hel raam en vroeg aan Zami: „Mag ik nu eens builen kijken hesle Zami. mag ik eens kij ken naar den lijver m.'-t de zwanen, dm zoo mooi zwemmen, naar de. blocim-ii planten die zoo heerlijk rieken en zulke mooie kleuren hebben?" „Neen", zei Zami, „ik heb je moeder beloofd goed op je (e passen. Na lang smeeken geeft Zami eindelijk toe. De prin ses schuift hot raam open eu kijk) naar huiten hoe. mooi zegt Plotseling, juist loen ze hol raam dicht wou doen, vloog or oen nacht vlindertje naar himi'-n, Zami wil het dooden, doel» de prinses houdt haar tegen, vangt het vlindertje cn streelt hel ovor de vleugels! Maar wat ziet zé? In plaats van het vlin dertje staal er een mooie prins. Verschrikt loopt Zami een pas achteruit. I)e# Prii bedankt de prinses en zegt: ..Eindelijk is dan de botoovering geweken, wat ik aan 11 1 danken heb. Honderd jaren lang- li.ih ik rondgevlogen van paters lot paleis, want alleen een prinses kan mij verlossen. II, heb hel tooverslokje van de licks hij 111 ij, en tli.uiN heb ik reeds gelegenheid deze Ie gebruiken". Toen nam hij liet slokje raakte den. van de prinses even aan en inplaals een prinses niel eeil bifll slond daar prinses hui" en slank: Lachend slmide prins cn de prinses naast elkaar. ..I.ateii wij naar ln-neden gaan", sprak zij. Zij nam don prins bi.j rle hand en uing niet hein naar beneden. Bij den vorsi nau- gekoinen zei do prinses: „Vader, ik kan hief mei een' prins, die ik uit een betonve» r:ng verlost heb Hij heefl mij uit dank* baarheid den huil weggemaakt. „Wie ben jij en waar woonde jij?" vnn^ de vorst. „Hebt u", zoo zegl de uruis, .ear; ge* boord van een kasteel, dat hier in de .na bijheid gestaan heeft? Voor ruim hond ml jaar is dit door brand verwoi-.l. Al imii familie is toen onder dc- puinjiooia-u dolven, alleen ik werd door toeval géVcl Toeil dil plaats had. was -k ngeveer jaar oud. Ik liep radeloos lie' bosch n, loen ik plotseling kwam te -laan voor .!■- hul van eeujeelijk wijf. En dit wi f ua> een licks. Toen ze mü zag zei „Ju hanl de eenig overgeblevene van hl geslacht. Tk heb ie vaders kasteel aan vier kanl n in brand zes token. Je familie is gnd.ood. i>i alleen beni hliiven leven. Je zal echter 1v- looverd worden". Ze raakte nu- aan e.n 'k was in een nachtvlinder veranderd 'CO jaren hel» ik rondgefladderd-en tlnn> hui ik verlost. Tk verzoek u nu, mii 160 suhlr ten mee te eeven. om de schatten, d»e en- der de ruine bedolven ziin, on te graven, omdat ik ni-^t a's non arm n prins met ren i-.jjke prinses wil Irouwen." De konhi.g gaf de 100 soldaten mee den volgenden dag ging men on weg ''ij de ruine aangekomen waren de ondën aardsehe gewelven spoedig bloo'^elegd en wérden de schallen in onbeschadigden le-f stand aangetroffen. Van de schatten de nrins een prachtig kasteel houwen Tom de köPiug dood was. volgde de nrins h op en leefde nóg lang en gelukkig met zijn gemalin. Piel Huiberf. In de Mei. lu de Mei Zijn alle kinderen"even blij. Loopen zij in 't groene grasje, Plukken bloemen iu de wei I11 de lieve maand van Mei. In de Mei Gevoel ik mij 0 zoo blij. Gaan wij samen hand aan baud, Lachend door liet bloemeuland. Stoeien vroolijk in de wei. In de lieve maand van Mei. Tn de Mei Gevoelt een ieder zich zoo vrij, Maakt zich van zijn zorgen los. Gaat dan dwalen door liet bosch. Als een koning o, zoo blij. I11 de lieve maand van Mei. In (le Mei Hoe geurig is dan de hei. Hot bijtje overal honing ziel. De vogel zingt zijn lievelingslied. Alles is weer even blij. I11 de lieve maand van Mei. In de Mei Gaan wij naar Maria vrij; Leggen aan Maria's voet. Bloemen met een Wees Gegroet. Zingen een liedje nog daarbij I11 de lieve maand van Mei. T11 de Mei Schijnt het zonnetje dubbel blij. Alles wat mijn oog aanschouwt Hebt Gij, o God, zoo schoon gebouwd Gij kleurt dr bloempjes in do wei, Iu <le lieve maand van Mei. Jan Röhrey. Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 14