rende oogsion cn dc plant is ccn sieraad, ook voor den siertuin. Wie ccn bakje heeft kan zo nu zelf nog wel zaaien en anders zijn cr wel. een paar plantjes in oen kistje in de kamer te kweeken. Met de boonensoorlen behoeft men nog niet veel haast te maken, maar toch kan men ze wel reeds op beschutte plaatsen uitzaaien of ook in com bakje voorkiemen, om ze over een dag of 14 buiten uit tc planten. Ook boon en kunnen geteisterd worden door de madi> van ccn vlieg, waarom het aanbeveling verdient, ook hier geen ver- eche most te gebruiken. Dc boonon moe ten zeer ondiep gezaaid worden, vooral vroeg in 't voorjaar, hoogstens 2 a 2i le.M. cn goed toegedekt met zeer losse aarde. V. II. Vragen op 't gebied van land- en tuin- bouw aan do Redactie van „De I.eidsche Courant." HET ACHTSTE KIND. "Wij waren gekomen aan de cer.slc bui zen van het dorp. Sylvin wees ons er een, dat nog nieuw was cn cr net uitzag, met een uiterlijk van welgesteldheid, dat do oogen plcizic- rig aandeed, liet was een van dc kleinste dorpswinkcltjes, waarin men kramerijen, koekjes, eetwaren en zoowal van alles vindt, tot papier en boeken toe. Achter een lessenaar zal een goed oudjo te breien en vóór de deur een oude man, die in zoete rust zijn pijpje rookte in dc frissclie buitenlucht. Bekijk die beide oudjes eens, zei Sylvin; op de wereld zijn er geen geluk kiger dan zij, en zij hebben dat geluk te danken aan een zeggen, dien men. helaas, in onze dagen als een ramp begint te be schouwen. Zij hebben to veel kinderen gehad. Ik zal u hun geschiedenis verha len. Het is twintig jaar geleden toen cr bier, op deze plaats van liet dorp, die toen nog zoo goed als onbewoond was, in oen scha mele hut, open voor sneeuw en wind, een kind geborm. werd. Het was bet achtste van het huisgezin cn men had moeite ge noog om do zeven anderen in 't leven te bondon. Dit gezin, hoewel goed gezien bij dc dorpsbewoners, had alle soorten van te genspoeden gehad en verkeerde toen in het grootste gebrek. Geen vuur in deri baard, geen brood in de kast. Vader was ziek, moedor half dood, dc kinderen, die geen eten hadden gehad, zaten bibberend cn verkleumd op oen weinig stroo. dicht tegen elkaar, om zich ccn bccljo te ver- .warmen. Een geluk voor de armen is liet dat er nog armen zijn, want die helpen elkander zoo dikwijls uit ware menschlicvendheid. Een arme buurvrouw was er gekomen. Zij bad den pasgeborene, die bijna geen teeken van leven gaf, in wat lappen ge wikkeld en was toen naar den pastoor gc- loopen, om het kind te doopen. De pas toor -draalde niet. Mijnheer pastoor, zei de vader, hier is een ongelukkige kleine, die heel slecht te pas is gekomen. Hoe zullen wij hem hoetcn? "Wij zullen hem den naam van Dicu- •domió (Godsgeschenk) geven, antwoordde de pastoor, want hei is God. die hem u schenkt, zeer to pas, om u te troosten en to helpen. Nooit komt ccn kind in een ge zin, zonder datgene meo tc brengen, waarvan het eten kan. Dat zult giJ ter stond zien, mijn vriend, en gij zult hel daarna alle dagen zien. Terwijl de pastoor nog sprak, kwam zijn dienstmeid in de hut met 'n grooto ^nand, waaruit zij linnen cn eetwaren to voorschijn bracht. Toen ging zij even «Ie deur uit en kwam terug met brand hout. O, mijnheer pasloor, 'riep de goede, gelukkige man uit in blijdschap, hoe kunnen wij u genoeg bedanken! Bedank God, ik ben in het dorp op den bedel geweest, en God laat niet toe, dat men bavlen ontmoet, die zoo versteend ?.»jn, dal zij een arm buisgezin met acht kinderen niet helpen wil. Do pastoorsmeid maakt een goed vuur tje. De kleine wordt beter aangekleed en dan gedoopt; daarna legt men hem bij moeder, die weent cn bidt, cn de pastoor gaat weg, doch vergeet zijn maulel meo te nemen. Hierna gaat de buurvrouw de andere kamer binnen, do banden vol brood, vleesch en fruit, en zegt aan dc zeven kleinen: Kijkt eens wat je klein broertje Dieudonné voor jullie meebracht, nu gauw aan 't eten! Dieudonné begon in aanzien te komen in het gezin. Gedurende eenigon lijd wist men niet goed, of bij in leven zou blijven, of niet. Dij was zwak om cr medelijden mee tc hebben, maar des te meer trok hij de be langstelling van dc huisgcnoolen en van den omtrek. Iedereen vroeg naar hem en wilde welen, boe het met zijn moeder giug Zijn vader en zijne moeder hadden volop werk, cn gaven en giften ontbraken niet. Het medelijden maakte, dat men aan hen do voorkeur gaf hoven bekwamer werklieden. Zij hadden 8 kinderen, zeidc men. Deze bedenking werkte altijd in hun voordcel. Zij van hun kant zorgden, dat do algemccne goedgezindheid kon blijven voortbestaan. Zij waren werkzaam, eer zaam, gocdo christenen, te getrouwer in hel bidden om hun dagelijksch brood als er minder overbleef Van den vorigen dag. Zij werden niet rijk, maar zij hadden ge noeg, en dikwijls kwam er een buiten kansje, waardoor zij voor een oogenblik overvloed bezaten. 't Is Dieudonné, die ons dat mede brengt, zeiden zij; de pastoor heeft hem ccn goeden naam gegeven. Een van de grooic weldaden, die Dieu donné zijn ouders bewees, nog voordat hij spreken kou, was, dal ziju oudste broer een goede plaats bekwam. Een voortreffe lijke vrouw uil den omtrek wenschtc Gods bijzondcren bijstand voor haar eigen zoon, en nu besloot zij op haar kosten voor de opvoeding van ccn kleinen, jon gen uit een talrijk en arm huisgezin tc zorgen. Arme huisgezinnen met talrijke kinde ren waren cr vele. Er w^ren er met vijf, zes, zeven kinderen; maar bij Dieudonné waren cr acht, en de armoede was cr even groot als liet aantal kinderen. Het oudste broertje van Dieudonné werd uit gekozen. Hij kostte nu niets meer aan zijn ouders; hij leerde een ambacht, en de tijd zou eenmaal komen, dat hij meehel pen zou in het onderhoud van het huisge zin, zooals de brave zoon dan ook deed. In al dien tijd, dat do opvoeding duur de, verloor het gezin er niets bij, want dc afwezige word altijd meegeteld. Dieu donné bleef altijd de achtste. Na eenigen tijd drong de sneeuw en de wind niet meer binnen in het armoedige huisje, waarin God acht kinderen binnengeleid had. Intusschen maakte Dieudonné er geen haast mee om sterk te worden. Zijn vader was bang, dat hij hem verliezen zou. Als hij sterft, zal hij een kleine omrol zijn, zei de pastoor, die u altijd bescher men zal. Wij hebben behoefte aan be scherming uit den hemel. Maar wees niet bang, hij zal niet sterven. Hij weegt nog geen vijftien pond, zei de vader. Als li ij zwaarder was, zei pastoor dan zou zijn zusje moeite hebben hem te dragen.' Nooit ral hij kunnen frpilton of een goede stalknecht kunnen worden, hernam dc vader. klaar, gaf dc pastoor ten antwoord, is er dan maar alleen brood voor boeren arbeiders? Wij zullen hem wel wat anders lecren. T.aat de goede Voorzienigheid maar zorgen; ik. geloof, dat God het niet slecht voor heeft met Dieudonné. Dieudonné begon aardig te praten. Hij was sroolijk, aanvallig, beminnelijk; hij leerde alles, wat hij wilde. Toen bij zes jaar oud was, moesten zijn oudere zusjes hem alles voorlezen. Al de kinderen van bel huisgezin ont wikkelden zich goed, hielden veel van el kander en beminden hun ouders. Dieu donné, boven allen uitverkoren, scheen hen ook het meeste lief to hebben. De armoede had hen vriendelijk gemaakt; zij legden zich toe op vele nuttige bezighe den cn wonnen op eerzame wijze don kost. Dieudonné evenals de anderen. Hij was misdienaar. Des Zondagsavonds las hij voor het vergaderd huisgezin uit do Levens der Heiligen. Onder de leiding van den pas foor, die hem meer en meer lief kreeg, ontwikkelden zijn geest en verstand zich snel. Vader, moeder, broers en zusters deden weldra niets meer zonder hem (e hooren, cn zij bevonden zich cr goed bij. Allengs kon men zich ruimer bewegen. Maar het duurde lang, voordat zijn va der en zijn moeder den schal goed kenden, dien God hun gegeven had. Naar gelang zij ouder werden, verlieten hen hun kinderen. Deze had een goede betrekking gekregen, anderen waren ge trouwd, de ccn was soldaat, de andere matroos, en zoo bleef Dieudonné alleen over om hen to troosten. Hij is bel, die hier dat winkeltje opgezet heeft en cle verdiensten zijn groot genoeg, om lo voor zien in hun eenvoudig onderhoud Ieder een kan bij Dieudonné zijn inkoopc-n doen. Dieudonné, zei mij eens zijn vader, is%dc steun cn dc vreugde van ons leven! Zonder hem waren wij gestorven van ar moede en verdriet. 'Wie zou gezegd heb ben, toen dat zwakke en nietige kind op de wereld kwam, dat wij ons op hem zouden kunnen verlaten? Op. zekeren dag was de pastoor weer 'daar. Het Avas kort vóór zijn dood. '"';i kwam gaarne bij de goede menschcn, die al zijn achting gewonnen hadden. Ja, mijn vriend, zei hij tot den ouden man in zijn eenvoudige taal, ongekun steld als het evangelie. God regelt alles met liefde voor ons cn ziet verder dan wij. Hij kent co toekomst en regelt alles daarnaar. Een jongeling ging eens op reis en vond hel onaangenaam dat zijn vader hem een zwaren reiszak had meegegeven. Mijn zoon, zei do vader, vanavond zult gij weten, waarom ik dit zoo doe. De jonge ling vertrok; togen 't vallen van den avond kwam hij in een onbewoonde streek. Uitgeput van vermoeienis en honger maakte hij den zak open, dien zijn vader hem had meegegeven. Hij vond er zijn brood in en zegende de liefdevolle voor zienigheid van zijn vader. RIF! FAF! door Pierre I'E r m i l e. Het is kermis in de kleine stad N.... 'n Vroolijk zonnetje legt warme linten over de roode daken der huizen, over liet klokkentorentje van 't raadhuis, terwijl het de kerktoren doet lijken op een gou den pijl in'de azuren-lucht omhoog ge schoten. Hel kerkplein, omringd door afgeschil ferde platanen, staat vol kramen, waar langs tie menschen loopen. Maar dc ven sters zijn wanhopig, want hun mooie speelgoed en hun lekkere zoetigheden ver liezen allo aantrekkelijkheid door een overweldigend nieuwtje, dat ach! en och! doet zuchten. De vrouwen laten de armen slap neerhangen; de mannen zetten zich in postuur en do zenuwachtige kinderen vragen steeds maar door: Wat is er toch te doen? Wat er te doen. is? Om dat to welen is het voldoende zich even tusschen de menschengroepen to be wegen; men spreekt slechts over het ge beurde. Dus 't is zeker? Heel zeker. Want, zie je, er gaan zooveel praat jes rond! Maar, enfin, ik heb don slag ge boord.... O! een vrecselijke oorvijg; een kwartier later zag men nog den afdruk van de vier vingers en van den duim op bet hoofd van den wethouder. Is deze niet opgesprongen? Neen, liij had liet to benauwd; denk eens, op 't einde van 't diner, hij riskeerde een congestie; hij heeft alleen maar zijn portefeuille te voorschijn ge haald en er 'n kaartje uitgenomen, 't Was cr toevallig een van zijn schoonmoeder, natuurlijk is dat een vergissing geweest, want men kan toch niet veronderstellen, dat zij dit zaakje voor hem zou willeu op knappen. En gaan zo nu heusch vechten? Van avond. Waar? In het circus, om een oploop van nieuwsgierigen te vermijden. Met den dogen? Keen, daar hoeft men niet aan te donken. Ze wegen samen 225 kilo en hebben nooit, hun heelc leven niet, geen van beiden, ooit ccn schermdegen in de handen gehad. 't Is me toch wat zoo tusschen twee vrienden, die van morgen nog samen de brandweer hebben geïnspecteerd. Als de zaak nu maar niet in der minne geschikt wordt. Ja, dat zou jammer wezen. Hel le ven is zoo lang hier.en dat zal en kele dagen wal afwisseling geven. 's Avonds zag men twee ongelukkigen, twee slachtoffers van hun eergevoel, ge flankeerd door twee getuigen ieder van zijn kant, liet circus binnenstappen. Beiden hadden ze een doos met pisto len meegebracht. Is 't toch niet stom. dacht de wet houder, zijn huid tc wagen, omdat men ccn glaasje te voel gedronken heeft? Is 'l toch niet idioot, zuchtte de bur gervader. Ilij liceft stommerik tegen me gezegd, maar enfin, dat is geen reden, om me kapot te laten schieten!.... En m'n vrouw, die daar met mijn meisjes zit te wachten in café de la Paix.ik zie me al op den grond liggen, met een kogel in m'n huik.... Natuurlijk zal hij op mij aanleggen!.... idioot! idioot; Zij zetten zich in positie, om op com mando met ccn kogel hun eer tc herstel len. Do substituut, een kleine driftkop uit Parijs, wilde, dat zo tegenover elkaar zouden gaan staan, maar de oude bode,' die verstandiger was, deed hem op zijn meening terugkomen. Mijn hemel, riep hij onder dc be raadslagingen uit, de mikpunten zijn toch breed genoeg. Als ik ïiu maar zeker was, dat hij mij zal sparen; üc ben cr heclemaal niet opgesteld een weduwe te maken.... Klaar licerer.?! Ja. Het is oerslom, herhaalde dc burge meester bij zich zelf. Eén Idioot! zuchtte de wethouder. Twee! En dat tusschen vrienden! Drie!! Kon schot weerklonk; t\yre kogels zon BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 392. Het is nu do tijd voor het ma ken van een zomermantel; derhalve hier dit aardige, zeer elegante model, waarvoor men als stof ccn beige ripj kan gebrui ken. Do rug van den mantel is geheel recht; in edzijden daarentegen zijn brcc- do godcis gezet, vanboven met ccn afgc- knotto punt eindigend cn met liet voor- pan deen diepe stolpplooi vormend. Boven in dc godets, evenwijdig met den naad, zijn do spleten der zakkc ge plaatst. Do mouwen hebben een raan- chottc; do kraag is gegarneerd met donker bcigo geverfd bont. Voor de voering kan een gebloemd beige satijn dienen. Hoed in bijpassend vilt of stroo. No. 393. Eenvoudige twccdcclige japon, waarvoor wollen popclino in dc tint bleu aangewend kan worden. Do rok is rondom gcpliscerd met platte, over elkaar vallen de plooitjes; hij is bevestigd op een lijfje van dtinne goedkoope stof. Het bovenstuk- der blouse is cp een strak aansluitende beupband gezet, in elke laatste twee zak jes zijn aangebracht. Over dc borst is een lango split geknipt welke wordt afgedekt door een strookje niet knoopsluiting: dc knoopjes bol, met stof (c overtrokken. Do sluiting loopt- ovor liet slaande boordje door. De mouwen zijn verrijkt met ceti groote musketiers manchette dio van onder eindigt op een smal polsbandje. Dit laatste cn de strookrui der zakjes zijn be zet met knoopjes. Kousen rose. Schoenen iwart. No. 39-1. Originccle japon van gcblocm- dc crêpe. On het voorpand van het lijfje zijn ter weerszijden telkens tweo diepe platte plooien gelegd welke tot op dc taille vastgezet ziju. Van bier nf echter hangen ze vrij cn vormen de vrije plooien zooals der doel afgeschoten, hadden bijna twee getuigen de eeuwigheid in geholpen. i Maar iedereen bleef staan, een beetje! onthutst. Dat men elkaar de band reike na: een dergelijkeu slag, riep vaderlijk de oude; bode uit. En de twee tegenstanders, die slechts op dit teckcn wachtten, vielen elkander in de armen. I Ach MatHiieu wat zijn wij lech bc- lachelijk geweest. p Idioot, mijn waaide. En te zoggen, dat wij elkaar hadden kunnen vermoor-, den! En dat voor een stommiteit! Kom, laten wij hier stilletjes weggaan, ik vind 't liier misselijk. Na hun vertrek uit liet circus viel dc grooic stilte van den nacht on van do eenzaamheid. De maan kwam langzaam op, gleed naar binnen door de openingen van 't linnen, vestigde liaar schijnsel op 't goud van de candelabres, op de paillet ten van dc costumes, op de loopen van do l/istolen, die de getuigen in hun ontroe-. ring daar hadden achtergelaten. Opeens daalden,* zonder geluid, twee fantastische wezéns in tie arena neer. Bij 't zwakke maanlicht kon men flauwtjes iels onderscheiden dat geleek op grijnzen de apenkoppen. En jawel, twee langslaar- tige apenv zetten zich met groot en ernst neer op de verhooging van liet trapezium en voor hun gedachtenlooze hersens ging nog eens voorbij de handeling, die daar juist had plaats gehad en die ze van hun kooi hadden gevolgd. Die twee grooto snaken ontdeden zich van hun kleurrijke optuiging en openden de tweede kist met pistolen; maar, wei nig op de hoogte der kleine listen van do' menschelijke lafheid, plaatsten zij zich dapper op drie pas Aan elkaar, maakten de meest leclijkc grimassen die bun apen-' verbeelding kon ingeven. Dan een gil, tweo gillen, drie gillen!., pif!.... paf!., een akelige roode schijn en onze beido artisten, doorzeefd als twee schuimspanen kronkelden zich als vertrapte wormen, brullend over t met blood bespat te zand.' De eer was gered!.... De circus-directeur schrok geweldig,, (oen li ij, liet circus betredend, daar do twee doode apen vond liggen. Wat is cr gebeurd?.... Wat is dat nu weer!.duizend francs verlies!. En bemerkend dc pistolen die altijd nog lichtten in de donkerte: All, nu begrijp ik het.... Ik zal duizend vijfhonderd francs schadevergoe ding vragen! En 't merkwaardigste Avas, dat dit hom werd toegestaan. OP HUN TROUWBOEKSKEK. door Th. v. T i c li e 1 e n. Dat heb ik nooit aan iemand vr.r itwr- tcld. Een jongen uit liun buurt Avas mij ko men halen. „Dio man lag ziek te bed, sinds tien dagen", wist hij te zeggen. „Niet. doodelijk, neen, maart't kon nog'- Avat duren, en hij zou geerno biecht, n m morgen Ons Heer tlruis krijgen." En toen hij zijn Biecht gesproken had en ik van bij zijn bed opstond, liAvam do aftouw binnen, nam do petroleumlamp van de tafel, en lichtte mij voor naar het vertrek daarnaast. Kinderkopkens zag ik bij den schijn vui de lamp, vijf, zes, zeven, acht, tien. Dij, een tafel, in den hoek, naast de stoof. Overal. Hoeveel juist, dat kon ik niet ge leld krijgen, in den halven donkere. Ze kwamen allemaal rond mij staan, moesten een handje geven, hunnen naam zeggen, en staken hun bandjes door el kaar uit. Vriendelijk bezag ik de vrouw: „En zijn dat allemaal kinderen a*qu u?" vroeg ik. PATRONEN NAAR fêAAT fl 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar fi 0.75. Papieren patronen op maat ge maakt, kunnen onder toezending van liet bedrag besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 79, Den Ilaag. De maten op te geven volgens ondorstaando teekening. die op onzo teekening te zien zijn. Het aehetrpaud is glad. De halsopening wordt gegarneerd met een vond, halfliggend kraagje, waaruit vanvoren een strik tc zien komt. Voor het kraagje cn de man chetten een effen bijpassende stof te ge bruiken. No. 395. Moderne japon \'oor dagelijks gebruik; zo zal zich uitstekend Iccnen voor kantoor cn huis. Als stuf neme men een effen travers in oud-paarse tint. Lijfje cn rolc zijn ieder apart op den ceintuur gezet. Dc taillclijn ligt hier van voren en koio centimeters onder cn is recht, iu tegenstelling met het achterpand waar zc trapsgewijs verspringt, zoodat elke trede samenvalt met het begin ecnor stolpplooi: deze stolpplooien zetten zich regelmatig A-oort ook over het voorpand van den rok. De mouwen verwijden iels naar onder, waar /ij tenslotte op ccn polsbandje eindi gen. Het kraagje is gelijk aan dat van no. 393 met dit verschil dat het iets ruimer genomen is. Kousen licht beige cn schoe nen beige of donker bruin. No. 39G. Een keurig ensemble van ja pon met bijpassende mantel. Benoodigde stoffen: geruit blauw kasha cn effen wit crêpe ue chine. Dc geruite stof is voor den mantel, den rok en dc garnccring der blouse. De rok heeft 4 diepe stolpplooien in het voorpand; van achter is hij recht. De blouse heeft lange-nauwe mouwen, een sluiting over dc borst met klein kraagje beiden van de geruite stof. De mantel is recht met ccn diep stolp plooi midden in den rugnaad: hij heeft, geen zakken en is gevoerd met witte crêpe do chine die op revers en 1 raag naar kuilen komt. Hoed van blauw vilt. k .sen re--ij cn schoenen zwart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10