wal, dan troostte hij zich met de gedachte dat een mensch paardspijncn kan door- daan en dat hij altoos een ijzeren lichaamsgestel had. Terwijl buiten de herfstwind loeide en de regen op do vensterruiten kletterde, lag .Tan nu eens droom end-wakend, dan weer huilend-schreeuwend op do legorsponde. Zijn verre nicht had van de ziekte van neefje iets vernomen en kwam op bezoek. Dag Jan, hoe gaat hel? Wal scheelt den ouden jongen? zei nicht Agnes. Slecht. Heel slecht, gromde Jan, die zich trok en wrong en Agnes den rug toe keerde. Kopschuddend schouwde do nicht over het bed, door do kamer, legdo haar natten omslagdoek op een stoel en schoof oen ouden zetel dichter hij hel bed. En na heel wat zuchten, sprak zij: Een weder, te slecht om er een hond door te jagen. Oef. Roerloos bleef Jan liggen en uitte geen woord. En wpder schudde Agnes hol hoofd en peinsde op de woorden, die zij zou in fluisteren. Na een tijdje klonk hel: Een echt hondenweer! Ook ditmaal kreeg zij geen antwoord. Na een tijdje vroeg zij: Zeg, Jan, uw ziekte vernomen heb bende, heb ik mij onmiddellijk na hier ge spoed om te zien cn (c weten of je niets noodig hebt. Ik heb niks ofte niets noodig, brom de Jan. En wederom schudde Agues een tijdje het hoofd, eer zij verder op medelij'!enden toon voortging: Jan het doet mij leed u zoo hier alleen tc laten liggen. -Laat mij gerust. Ik hen liefst alleen, brulde de zieke. Ik heb geen oppas noodig. Zo krij gen mo nog niet mede, hitste hij, en met een kreeg hij weder krampen, draaide cn keerde hij zich weder om, schreeuwde en schimpte, dat het daverde door het kleine vertrek. Ilallo, Jan, gij moei niet zoo vloekon cn tempeesten, vermaande Agnes. Zwijg, zwijg, Iaat mij met gerust, potverdorie!! lawaaide de lijder. Denk aan ziclezaliglicid. Jan! Met zoo'n woorden verschijnt men niet voor den oppersten rechterstoel. Ja, maar ik sterf zoo snel nigl. Ik wil nog leven, bloosde Jan, en wederom krimpto zijn lijf van pijn. Schreeuw zoo hard niet, sterven moeten wij allemaal. En 't is gauwer ge daan met oen mensch als men meent. De sterkste eiken worden soms met een blik semslag geveld, waarschuwde Agues. Schei nu maar uil. Ik weet wat ik heb, heftigde Jan. Schat het maar niet te gering. Je bent geen jongmensch meer. Op jo leeftijd zou je alle dagen op je nakenden dood moeten denken. Lig hier niet te zagen of te zijscho- lelcn, ik heb hel varken geslacht cn mij wellicht wat overeten. 'I Zijn maar kram pen cn die zullen ook wel overgaan. IIa«l ik het niet gedacht? Maar ik durfde hel zelf eerst niet zeggen. Om 't even, 'l zal wel beteren. Ik al van liet mijne. Weet je dan niet, dat overdaad ia spijzen en dranken doodzonde is? Och zwijg. Als het je smaakt cn lust. Ik zou hel jou maar eens moeten opdis- schen, je zoudt er in happen als een gul zige snoek in een Pieterig visclijo. Geen gekheid. Ik ben in allés zeer matig. Nu Jan, wees nu eens redelijk. Luister. Wijl ik dacht, dat je weer over daad gepleegd had, heb ik een fleschje Haarlemsche olie medegebracht. Dal is.. Dal is goed voor paarden. Ik ben toch geen.... Dij kleine druppeltjes genomen, ne men do menschen haar steeds met den besten uitslag. Meteen zocht Agnes naar een glas wa ter en liet er cenigc druppeltjes van liet hruinroodc vocht in vallen. Zie zoo, drink dal uit, neef Jan, dat zal je goed doen. Jan werd woedend. Het woord neef gonsde in zijn ooren en li ij grijnsde als een verbolgen kater legen het gekleurde water. Hel en duivel, hemel en aarde, laat mij gerust. Weg met uw vuiligheid moet je. Je bent locli iemand, jo moe-st je oogen uit je kop schamen zoo Ie grijnzen, tc li uilen en te sakkeren. Je deed veel be ter aan je eind te donken. Potverhier-en-daar, laat me gerust. Ik heb onkel rust noodig. Pre-kon kan ik best missen. En als ik die noodig hel), dan laat ik den pastoor komen. Dcgrepcn! vemijnigde nu Jan, die zich even opricht te cn Agnes aankeek met oogen. die een wilden slier zouden doen druipstaarten. Den pastoor zend ik u lieden nog, Jan, want ik zou niet willen, dal je zoo Zeur niet langer en laat mij rusten. Och Jan, weesl nu eens kalmpjes. Laat u goed doen. Door 't akelige weer ben ik tot hier gekomen om je hulp te bieden. Ik heb je niet geroepen. En maak maar dat je weg komt, dan zal ik gauw opgeknapt zijn. Wat ,.'t Manneke van Genk" geeft daar zit pit in. 't Zou er -ook wel eens onder kun nen zijn. Neen, er hoven op! huilde Jan, die zich omwentelde en gehaarde te slapen. Agnes sprak geen woord meer. Zij luisterde strak naar het diepe ademhalen van haar bloedverwant, onder het preve len van cenigc schietgebedjes. Werkelijk, hij leek nu opeens den slaap dor recht vaardigen uit te roezen. Als nu de adem wal minder luid werd, begon zij zich op eens ongerust le maken. Zou hij soms aan 't sterven zijn? En nu richtte zij zich uit den leunstoel even op om haar neef van dichtbij gade tc slaan. Haar verbeelding werd geprikkeld en zij meende, dal hij he laas stervende was. Jan.Jan.fluisterde zij zacht. Doch de zieke gebaarde niets le hoo ien. En Agnes hernam: Jan, daar is een tijd van komen en gaan. Thans moest gij wat meer op een goeden dood denken. Het leven Is zoo koii cn de eeuwigheid zoo lang. J.aal mij gerust, zei de verbolgen Jan. Nog geef ik de pijp aan Marton niet. Jo hebt al con Imogen leeftijd bereikt. En :t levonslampje is soms gauwer uit- gepift, dan men denkt en wil. Een man zooals gij zou meer op zijn zieleznliglieid, zijn testament moeten denken. Mijn testament zal gauw gemaakt zijn, knorde Jan. Laat mij nu gerust, ik wil slapen. En weder rekte hij zich en keerde hij Agnes den rug toe. Altijd zijn wc beste vrienden geweest. Laat dat maar zoo. Ik hoor u al af komen, viel Jan haar woedend in de rede. Och neen, denk niet, dat ik voor mij persoonlijk kwam spreken. Ik beoog enkel uw goed en welzijn. En dat is? Gij kunt nooit weten, wal u kan over komen. Daarom breng uw zaken in orde. Ik zal den pastoor halen en een paar ge tuigen. Waarom? Om uw testament le maken. Doe inet uw goederen een goed werk. Gij kunt uw have cn goed aan de kerk of aan een liefdadige instelling ver maken. Enkel had ik, je cenig familielid, dal mooi stukje land nabij het kerkhof willen hebben. Ho, ik hoor jo. Verder niets? Och, ik vind, dat als jij uw huisje met wat toe behoort aan liefdadige doeleinden cvr.akt, jij reeds een pracht- stoel in dc.o hemel verzekert. Uw nichtje, je eenign rfgeaaam, die liet steeds zoo goed mol jo meent, mag toch ook wel een aandenken, hebben. Daarbij zou dit haar kleine inkomsten m •neerderen. En wat nog? gifle Jan. die met vlammende oogen z:n nicht doorpeilde. In de veronderstelling, dat jij den pastoor, de kerk en de gemeente uw goe deren vermaakt, houd ik me aanbevolen voor je kippen cn je huisraad, je.... Nog wat? gromeldc Jan. -Je hebt ook nog aan den anderen kant van het dorp een lapje goed weiland. Als ik dit kreeg, dan was ik overgeluk kig. Schei uit met je gezeur. Ik ben nog niet dood, ik overleef je nog. Best mogelijk. En ik wensch u nog vele jaren. In ieder geval dcedt gij goed uw boeltje in orde te brengen. Het moet toch een keer gebeuren. Dan ben je ge rust. En aks je aan mij denkt, dan zal ik je ook niet vergelen. Ik herhaal je, ik leef nog. En laai mij nu gerust. Och kom, regel je zaken nu voor een keer. En met je geld, wat ga je daar mede doen? Oef, kun je dat ook al gebruiken? Daar kan de pastoor of een ander mensch ook ;il niet veel mede doen. nietwaar? Wil je alles hebben? snauwde Jan hu Agnes toe. Och, wat ben jo goed. Jan! zuchtte Agnes, die strak voor zich uitkeek en de vlammende kijkers van haar neef vermeed noch do woede vermoedde, die in zijn keel kropte. Ik zal mijn eigen niet vergelen, maar ook de goede werken niet. Wij spraken daar zoooven van je geld. Dit zou je ook in uw testament moeien vermelden. Jan kucht tc een paar maal en rekte zich geweldig. Neef, heb jc geld in huis of op een spaarkas? Je bent erg nieuwsgierig. Regel nu alles voor goed, dan hen jc genist. Je wilt me levend '1 vel aftrekken. Maar neef toch..,. Zwijg, laai me gerust. Ik leef lan ger dan gij! Heftige woede deed Jan's gelaal kers rood kleuren. De maat leek vol. Maak dat jc weg komt, schreeuwde hij. Bedaar, Jan. Ik 'meen hel zoo goed met je en jc zaken. Jc zoudt gaarne aan 'l grabbelen zijn. Nog niet, hoor! De deur uit! Ik ga, Jan. Ik zal den pastoor en twee getuigen gaan halen, opdat.... Wat zou je? Recht op vloog Jan in zijn bed, zijn haren rezen te berge, als die van een kwaden hond, gereed om zijn prooi le be springen. Hij deed een bovenmensclielijke poging on sprong in vliegende vaart uit zijn bed. beschrijving; der plaat. ■No. 381. Kinderjurkje van effen* wollen slof ia oen gedekte paarse tint. Van voren valt het lijfje los over liet rokje cn zet zich naar achter met een band voort, v, elke midden op den rug een strik draag!Ter- zelfde plaats ontspringen hier enkele pli- see's in het midden van het rokje. Het kraagje is rond en eindigt van voren inet een strikje als op no. 382. Een klein spliljc met 3 knoopjes als sluiting op do korst. Dc mouwen hebben van onder een smal polsbandje. Patroon f 0.(17. Nu. 382. Elegant? japon van een lichte rips in een mooie bois dc rose tint. Over «1e borst een ondergezet frontsluk met platte plooi !jes cn knoopsluiting: do strik" onder het kraagje is zwart, met bois dc rose gevoerd lint. liet rokje heeft van voren drie groepen plisscc: dc tusschen lig gende doelen hebben een verbreeding naar beneden. De ceintuur is van gelakt leer in bijpassende of iets donkerder kleur. Kou- '»rn licht, rose en schoenen beige met rood. da troon f 1.33. No. 383. Meisjesjurkje van beige lianen. Men lettc op het zeer korte Jijhe waar de ici; geplooid tegen aangezet is, odat een aardige, bewegelijke blokvorm ontslaat. De garncering bestaat uit strooken groene rips langs den zoom van liet rokje. Even eens zijn de polsbandjes groen en dc om boording der halsopening welke zich voort zet langs ecu klein splitjc op do linker borst, dab gesloten wordt met een strik. Patroon f 0.67. No. 381. Een soepele zwarte marocain of crêpe dc chine zal deze japon tot iets fraais kunnen maken. Uit het lijfje wordt c-cn groot, ovaal stuk weggesneden en men drage daaronder een front van witte of licht paarse crêpe de chine. Het uitgesne den gedeelte wordt door een zig zag biesje van soutaclis (in de kleur van het witte of paarse front) omgeven. Dc rok heeft in het voorpand twee ingezette godets op dc leekoning duidelijk zichtbaar cn van bo ven met een inspringende punt eindi gend. In dc hoeken een soulaclio garnce ring. Dc mouwen hebben van onder een aangczclto wijde strook met geschulpte zoom. Kousen rose cn schoenen zwart. Pa troon f 1.35. nog niet gebobd. Er is tegenwoordig in heel wat gezinnen een klein oorlogje. De dochter of-en dc vrouw des huizes wil hour haar laten knip pen; de vader of de man is er tegen: dit is dc gewone gang van zaken. Het resul taat is echter, dat toch reeds dc helft der vrouwelijke menschhcid haar voormalige pronk bij den kapper heeft gelaten: cn' volgens dc grondbeginselen der reken kunde volgt daaruit dat de andere helft nog in het bezit is van dc volle haar dp or moeder na'uur toegemeten hoeveelheid haar. Dit brengt voor deze categorie celitcr moeilijkheden mee in dezen zin, dat ze bijna geen hoeden meer kan vindon die haar groot genoeg zijn omdat dc industrie in 't algemeen dc maten der pagekopjes aanhoudt. Dc grootc catestrophe is door gaans de wrong achter aan het hoofd: ze is heel gewoon niet in den hoed te krijgen. Daarom, is men steeds zoekende naar een andere wijze van liaar-opmakcn voor de genen die niet gebobd zijn. Een dezer nieuwe vormen vindt men, op onze plaat waarop tevens duidelijk 1c zien is hoe men Ie werk moet gaan om hel. beoogde resul taat tc verkrijgen. Men merke op, dat het haar boven de ooren toch nog bijgeknipt moet worden. onze correspondentie. Naar dc waarde van Uw brief, wordt Uw beschaving gepeild. Eén brief kan Uw opkomst of Uw ondergang worden. Als wij eon brief ontvangen van een ons onbekend persoon, bcoordeelen wij dien persoon naar zijn brief. De keus zijner woorden, dc manier waarop hij zich weet uit tc drukken en liet hand-schrift zelf zul len voor- of tegen hem pleiten. Iemand die aanspraak wil maken op be schaving, dient een brief tc kunnen schrijven. Dit is in dezen moder nen tijd beslist ecu vercischte. Men mag dan al of niet geletterd zijn cn een grootc woordenvloed of een beperkt getal woorden tot zijn beschikking, hebben, een brief moet duidelijk en zonder taal- of stijl-foutcn geschreven zijn. Op de eersto plaats dien" men dc goede vormen in acht tc iipmcn. Iïefc ligt voor do hand dat men beter tc vormelijk zijn lean, dan tc kort te schieten. Papier en couvert moeten bij elkaar pas sen en van dezelfde kleur zin. Ook mogen wij geen half vel papier verzenden, dit geldt voor zeer onbeleefd. Ook al worden niet alle kanten vol-geschrcvcn, de helft er af scheuren behoort niet. Aan hoogcr ge plaatste of oudere personen behoort men niet op gekleurd papier te schrijven. Een heer dient altijd wit of grijs papier tc ge bruiken en niet met .gekleurde inkt tc schrijven. Zakelijke brieven worden meest op een enkel vel geschreven of getypt. Een brief wordt met den openkant naar beven, vierdubbel gevouwen in dc enve loppe gestoken. Op dc eerste bladzijde, bovenaan rechts vermelde men zijn adres, eole datum en jaartal. Gecopïëerdc brie ven, dragen onder den datum, naam cn titel van den geadresseerde en plaats naam. Voor rouw gebruike men papier met rand, die voorv.warcn rouw breed cn voor llalven rouw smaller is. Voor dames pre fereert men tegenwoordig dikwijls grijs liu- r.cnpapier met zartcn rouwrand. Ook be- kooren daar bijkomende correspondentic- lleniclsclie deugd! huilde- de vluch tende Agnes, die oen glas langs de ooren voelde yoorbijscheren. Er uit, of ik sla je een ongeluk! brulde Jan. Jezus-Mavia-Jozef!tierde do langbeenendo Agues, die met hoog op- waaiero.a le vokken door dè achterdeur langs den boomgaard wegijldo. Jan zette baar even achterna, riep en schreeuwde: 1 eeiijk w:ii, smerige heks! Een gek, een waanzinnige, kreet do vooruifbeenendc nicht. Hulp! een gek, een gek! Zoolang hij haar zag heenspocden, ging hij voort met zijn verwenscliingen, ver- nialedijdingen en vervloekingen. Als zij geheel uit het gezicht was, werd hij eerst bewust, dat hij huilen zijn wo ning in zijn hemd stond, terwijl de regen op hem in dikke druppels neerviel. Nu begon hij le rillen en le huiveren: hij haastte zich naar binnen en kroop ijs- kond weder tusschen de lakens. de list van den pastoor. (Uil liet Fransch). Kom! mijnbeer pastoor, een man als n, ontwikkeld..'., geleerd.... cn alles daarbij, u zoudt niet welen, hoc men een «top uil het homgat van een vat liaalt! Ik heken het eerlijk, meester Cormi, ik weet het niet. Maar dat kan toch niet? 't Is toch heelc- inaal niet geleerd. Kijk, ik neem oen klop per, geen hamer, want die slaat te hard en dan kunnen de duigen barsten of splij ten. Wel degelijk., iedereen weet, dat.. Dus, ik neem de klopper en sla rondom do slop, zoowat drie of vier duim af.flinke slagen., hoor maar, klop, klop, klop.... Nu ziet u hoe de stop al een beetje naar hoven komt nu sla ik oen beetje dichter rond het bomgat, maar niet zoo hard, pan! pan! pan!. Kijk de slop komt al weer een beetje meer omhoog: 'l is een waar pleizier, ais iiij voor de helft er uit is, geef hem nog .één Hinken korten slag paf!.en nu kan u hem gemakkelijk wegnemen, als een vergeel-mc-niolje in het» plantsoen." Ik twijfel or hard aan of u ook zoo gelukkig is hij het vat, dat ik thuis heb gekregen. Precies als hij de andere. Sta jo er voor in? Wel warempel. Welnu dan, lot vanavond, om 8 uur. maar zeg er niets van aan uw huren cn aan de overige wijnhouwers van den omtrek. Begrepen! Goeden avond, mijnheer pastoor. Goeden avond, moester Gornu. patronen naar maat. Papieren patronen op maat ge maakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het be paalde bedrag pluslöcentporto.aan liet Comptóir. des Patrons, Moleh- straat 4S B, Den Haag. Dc maten op tc geven volgens onderstaande loc ker, in kaarten bij, die gebruikt, worden voor korte briefjes voor particuliere correspon dentie. Wanneer men een - condolatic-bricf .schrijft, mogen wij geen andere onderwer pen in den brief aanroeren. Bij ccn felici tatie-brief mag dit wel, als wij maar zor gen, aan liet einde van den brief, nog eens op de gebeurtenis, waarmede men geluk wenscht, terug to komen. Voor personen waarmede men zelden correspondentie voert en die ons slechts weinig bekend zijn begint met zijn brief met den aanhef: Geachte, Zeer geachte, of Hooggeachte. Schrijft men aan een lieer die ons ge heel niet bekend is dan ze.tlc men Wel- Edelgeboren Heer. Indien de geadresseer de recht heeft op een titel spreke men hem daarmede aan. Bijvoorbeeld bij een dokter met: Weledel Zeergeleerde Heer; een advocaat met WclEdclgestrrngc Heer (een officer eveneens hiermede). Indien men zelf een titel heeft, gebruike men die nimmer bij dc onderteekening van een brief. Briefkaarten gericht aan oudere of lioo- ger geplaatste personen geldt voor een on beleefdheid. Voor hen bediene men zich van ecu briefpapier met enveloppe. Een sollicitatiebrief vooral kan niet lot voordcel strekken, wanneer niet aan do voorgeschreven vormen is voldaan. Zooals ik hij den aanvang van dit artikeltje reeds zei: „Eén brief kaa Uwe opkomst of..- ondergang worden." Dit laatste behoeft gc echter niet-al te serieus op le vatten! .WIJSNEUS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10