Vrouwen ligt aan de handelaren doch eenvoudig aan de te groote voorraad. De beurB te Utrecht heeft getoond de groote belangen voor den kweekers en handelaars, en wat kan het dan niet zijn in een centrum als Boskoop. Spr. bracht ook nog een woord van hulde »nn Burgemeester Colijn, die met hart en pal medewerkt, aan de belangen van Bos koop, en sprak tenslotte den wensch uit, dat de beurs geen onzer beurs moge tiia- ken, dat de beurs aller beurs moge spekken en dat Boskoon er door mag groeien en bloeien, en de beurs van den gemeente ontvanger er ook wel bij mag varen. (Ap plaus). Tenslotte werd ook nog het woord ge boerd door den heer C. van Veen, voorz. der Yfreeniging Boom- en plantenbeurs. Deze reide dat in hun vereeniging, welke reeds jn»cr dan 40 jaren bestaat", meermalen po gingen waren aangewend om op de vast gestelde bijeenkomsten den handel in boo- jnen en planten te bevorderen, doch deze hebben steeds gefaald. De oorzaak lag wel in de vijandige houding welke er vaak w«s tusschen kweeker en handelaar, wat men in de organisatie ten volle bemerkte, de oorzaak was echter ook voor een groot deel gelegen in het feit dat men op de beursavonden 2e of 3e kwaliteit verkocht. Spr. deed een beroep op de kweekers om toch vooral met Ie kwaliteit op do beurs te komen en hij was er van overtuigd, dat dan de beurs van groot, belang zou zijn, op de eerste plaats voor kweeker en hande laar, maar ook in het belang van geheel Boskoop. De voorz., de heer Blaauw, dankte de verschillende Rprokers voor hun waardee- rende woorden en verklaarde hierbij de beurs voor geopend. In het gebouw hadden reeds verschillen de kweekers post gevat bij hun stand van diverse monsters boomen en planten en Werd ook reeds aardig zaken gedaan. Na afloop was in hotel Klaassen een ge meenschappelijk diner, waaraan ongeveer 80 personen deelnamen. ALPHEN AAN DEN RIJN. Winkelstand. De heer C. v. Vliet beeft in het perceel Emmalaan 8 een tleeschhouwerij en spekslagerij geopend, waaraan hij verhonden heeft een handel ln fijne vleeschwaren. De winkel ziet er keurig uit en werd voor het slneersbe- dröf geheel naar do eiscben des ti.ids in gelicht. De aanwezige vleeschwaren ko- mro ons bovendien zoo verlokkelijk voor, dat velen, dunkt ons,, zich zullen laten verleiden er een proefje van te gaan ne men. UIT NIEUWKOOP EN NOORDEN. XIII. Sociale Gemeente-politiek. Een nieuw, zij het nauw verwant on- lerwerp, in vergelijking tot onze laatste /ttijdragen, .snijden wij ditmaal aan. Wanneer het tegen den tijd. van de Raadsverkiezingen loopt, is Let opvallend zooveel liefhebbers zich opdoen. De redenen, v elke hiertoe leiden, zul len vaak verschillen. Bij den een zal liet voortkomen uit een streven om in aanzien te komen, bij den ander uit een besef van eigenwaarde, bij den derde zal het de lief- do zijn voor het beginsel, de drang om zich voor zijn gemeente te geven en haar welzijn te bevorderen. Wij willen aannemen, dat de animo voor het baantje in onze gemeente steeds voortsproot uit de derde van bovenge noemde mogelijk lieden en werkelijk immer heeft voorgezeten zichzelf voor het alge meen gemeentel)'-lang te geven, zonder eenige bijbedoeling. Ik vlei mij niemand te kwetsen met evenwel de stelling te poneeren, dat een juist inzicht om:rent de- verantwoordelijk heid en een goed begrip omtrent de strek king inzake bovenvermeld onderwerp bij gekozenen zoowel als bij de kiezers maar al te vaak ontbreekt. En waar di Katholieke partij in onze gemeente, als vormend de meerderheid, een eer heeft op te houden, lijkt het mij goed in het algemeen een en ander hier omtrent te belichten van Katholiek stand punt en voorzoover dienstig dit toe te pas sen op plaatselijke toestanden. Wij hopen daar tevens mede te berei ken, dat worde ingezien, van hoe groot helang het is don beste uit de besten naar de raadzaal af te vaardigen en welke groote verantwoordelijkheid deze afge vaardigden dragen. Ten eerste stollen wij de vraag: wat moet worden verstaan onder sociale ge meente-politiek. Dat het woord sociaal niet de beleeke- Pis heeft van socialistisch, behoeft wel niet meer verklaard. Beknopt weergegeven is sociale gemeente-politiek: de taak der Plaatselijke overheid op maatschappelijk terrein, meer uitvoerig en scherp omlijnd verstaan wij onder socialo gemeente-poli tiek: al die bemoeiingen van de gemeen telijke overheid, welke de strekking heb ben, om, binnen de grenzen der haar, krachtens haar wezen toekomende be voegdheid, zoodanige voorwaarden in het leven te roepen en zoodanige toestanden te scheppen als vereischt en het meest ge- scaikt zijn, opdat ieder persoon en ieder gezin op zichzelf in staat zullen zijn bun eigen zelfstandig belang te behartigen en tot hoogeren stoffelijken en geestelijken vvelstand te geraken. De menschelijke samenleving bestaat tiit het gezin, een groep gezinnen bijeen tijj de gemeento, en een groep gemeenten hijeen uit den staat. Alle deze gemeen schappen moeien zelfbestuur bezitten on hehouden, voorzoover het belangen betreft, jvelke uitsluitend de gemeenschap in westie raken, doch niet tevens van groo- en invloed zÜri D1 ruimeren kring. Zoo is bijvoorbeeld de opvoeding van o kinderen de taak der ouders opvoe- ia daarom een gezinsbelang en valt ®®Cer het zelfbestuur van het gezin. Als ki OU(^ors '^e verwaarloozen en Meren den slechten weg opgaan, wordt Mrvan de gemeente en de staat mede de tipe, hetzij dat zij in aanraking komen met de politie, met de armenverzormng, hetzij dat zij een ergernis en slecht voor beeld voor anderen vormen enz. De op voeding kan daarom onmogelijk geheel en uitsluitend aan het zelfbestuur van het gezin worden overgelaten. De zorg voor een woning behoort even eens tot het zelfbestuur van het gezin. Een goede huisvesting is in verband met de zedelijkheid, gezondheid en stoffelijke welvaart voor de gemeente en den staat eveneens van groot belang en daarom be hoort de oplossing van het woningvraag stuk niet uitsluitend aan het zelfbestuur van het gezin. En uit den aard der zaak heeft ook ieder gezin op zichzelf weder belang bij bet welzijn zijner mede-gezinnen. De taak der gemeentelijke overheid is naar twee zijden begrensd, naar beneden door de sfeer van het beperkt gezinsbe lang, naar boven door de welbekende be paling van art. 150 der Gemeentewet, dat zegt: „De plaatselijke verordeningen, waaronder alle voorschriften en beschik kingen van den Raad en van Burgemees ter en Wethouders worden verstaan, tre den niet in hetgeen van algemeen Rijks- of Provjnciaal belang is." Onder het Rijks- of provinciaal belang heeft de prac- tijk leeren verstaan al datgene, wat door uitdrukkelijko wettelijke regeling van hoo- ger gezag gemaakt is. Welke is nu de taak, die aan de ge meentelijke overheid binnen deze beide grenzen ten deel valt? Het antwoord is met een paar woorden aan te duiden, n.l. de zorg voor het algemeen welzijn. Onder algemeen welzijn moet nu weder niet begrepen worden de zorg voor ieder persoon afzonderlijk. Neen. aan ieder af zonderlijk persoon, aan ieder gezin is en blijft de zorg voor het eigeD persoonlijk welzijn toevertrouwd. Maar die personen en gezinnen hebben zich krachtens hunne natuur aaneengesloten tot een gemeente, teneinde op die wijze tot de behartiging hunner eigen belangen beter in staat lo zijn. Hiervoor is allereerst vereischt een toestand van veiligheid en rechtszeker heid, aangeduid met den algemeenen naam van rechtsbescherming. Deze rechts bescherming komt tot uitdrukking* in de politieverordening, welker handhaving tot de taak van de politie behoort. Nu behoort ook deze overheidszorg zeer zeker tot de sociale taak van de gemeente lijke overheid, doch in onze dagen vat men die taak in meer engen zin op en pleegt men daarbij een tweede soort van bemoeiingen op het oog te hebben, aan geduid als volgt: het scheppen van een «zoodanigen toestand en voorwaarden als voor hoogere geestelijke en stoffelijke ont wikkeling vereischt zijn. Voor het vreed zaam naast elkaar leven van de burgers is het eerste gedeelte (politiezorg) nood zakelijk, doch voor een geregelde en har monische ontwikkeling van het maat schappelijk gemeente-leven is het tweede eveneens en niet minder noodzakelijk. En hier gaan wij nader op in. Voorop dient de vraag gesteld: welke beginselen heeft de Katholiek bij het be- oordeelen van vraagstukken, de sociale po litiek der gemeente rakende, voor oogen te houden. Op dit punt vooral heerscht vooral op het platteland en in onze dorpen ontzet tende verwarring. Bij de verkiezingen vooral komt dit vaak tot zoo droevige uiting. Daarom is dit onderwerp vooral van zoo ongemeen groot belang voor de eenheid van de partij, voor de eer van ons zoo kostbaar Roomsch Katholiek be ginsel, voor de doorvoering van die begin selen in bet practise!) en maatschappe lijk leven. Hoort men niet vaak voor so cialist en socialistisch uitkramen wat 'zui ver katholiek is, anderzijds voor conser vatief en muf, wat niets minder is dan voorzichtige, verstandige -politiek. Dit al les kan en moet voorkomen worden en een ieder is verplicht daaraan zijn beste krachten.te geven. Dezerzijds zullen wij trachten in een vervolgartikel het Roomsch beginsel nader te ontvouwen. Criticus. UIT DE LANDBOUWWERELD. Pantser-rogge en Petkuserrogge. In Zweden wordt van de totale rogge- oppervlakte 90 pet. ingenomen door de Panlserrogge; alle andere roggesoorten zijn er nagenoeg door verdrongen. Hoe zou het hier gaan; zou de algemeen inge voerde Petküser voor de Pantserrogge, in letterlijken zin, het veld moeten ruimen? Tot heden is dit niet het geval; ten onzent zijn de verwachtingen ten aanzien van de Pantserroge niet zoo hoog gespannen. De Rijkslandbouwconsulent Ir. H. J. Witte- veen heeft beide rassen bestudeerd en vergeleken. Hij meent daarbij de volgende Pantserrogge niet zoo hoog gespannen. De Pantserrogge althans de originecle, is minder tegen onze winters bestand; 2. De Pantserrogge ontwikkelt zich in het vroege voorjaar langzamer dan de Petkü ser, de kleur van het gewas is donkerder. 3. De Pantserrogge heeft iets korter stroo dan de Petkiiser, maar het gewicht valt mee, hel stroo is wat steviger. 4. De aar van de P.-rogge is wat langer, de schake ling wat wijder. 5. De P.-rogge schijnt wat langer kafnaalden te bezitten, terwijl de korrels waf vaster in de aar zitten dan bij de Petküser. (Dit verschijnsel schijnt het eene jaar sterker voor den dag te komen dan het andere). De hoer W. gaat vervol gens na, wat uit bovenstaande valt af Ie leiden, indien de vermeende verschillen werkelijk blijken te bestaan. Het komt hem dan voor: dat P.-rogge meer gevoelig is voor het tijdstip van zaaien, en men bij betrekkelijk laat zaaien niet zulk een goede kans heeft op een goedo, normale ontwikkeling van het gewas als bij de Pet küser. De late ontwikkeling In 't voorjaar geeft het onkruid meer gelegenheid om op te schieten; de P.-rogge zal men derhalve op een onkruidvrij-land dienen te verbou wen: óf op rijen te zaaien, en dan door middel van schoffelen het land schoon Ingezonden Medeiieeiing. en Meisjes 1 Er is geen deugde lijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan 80-60-90 ct. PUROL moeten houden. P.-rogge zal misschien een zwaarder stikstof bemesting verdra gen. Het gedorschte product ziet er op het oog lang niet zoo mooi uit als bij het Petküserzaad. De P.-rogge schijnt gevoe liger voor minder goed oogstweer. Samen vattend, oordeelt de schrijver: „Hoewel de kans mij niet groot toeschijnt dat de Pantserrogge het van de Petküser zal kunnen winnen, is een eindoordeel nog niet uit te spreken. Vergeleken met Petkü- serrogge heeft de Pantser goede, maar ook minder goede eigenschappen. Het zal moeten blijken oï door gepaste cultuur maatregelen van de goede eischappen een juist gebruik valt te maken, en tevens of daardoor de bezwaren, aan de minder goede eigenschappen verbonden, niet ten deele kunnen worden teruggebracht. Onderzoek van kalkmeststoffen. In de jongste Verslagen der Proefsta tions vinden we als gewoonlijk opgege ven: het aantal monsters, dat van iedere meststof word, onderzocht op een door den leverancier gegarandeerd gehalte. En voorts: hoeveel monsters aan die garan tie niet voldeden. Wat ons ditmaal opviel, was dit: dat het aantal monsters, niet aan de garantie voldoende, zeer belangrijk is bij de kalkmeststoffen: bij kalkmergel na melijk 15 van de 63; bij ongebluschte kalk 10 van de 29; bij gebluschte kalk 8 van de 9. Dat is dus respectievelijk 40, 33 en circa 90 procent. En juist van deze mest stoffen werden maar weinig monsters on derzocht, resp. 103, 42 en 46. Dat is dus niet in den haak. Al meermalen wezen we er op, dat kalk en mergel, wil men zeker zijn van het resultaat, eveneens onder zocht denen te worden. Gebeurt dit niet. dan kan men zeer teleurgesteld worden en groote schade lijden. Evengoed als men Chilisalpeter en zw. ammoniak, Thomas- meel en superfosfaat, op gehalte laat on derzoeken, behoort men dit met kalk en mergel te doen; ja, nog meer blijkt dat bij deze noodig te zijn, want bij de eerstge noemde meststoffen zijn het maar een paar of slechts enkele procenten, die een te min gehalte toonden, "bij de laatste wel een derde deel of meer, bij gebluschte kalk zelfs 9 van de 10 monsters. Laten de landbouwers, of liever den besturen hun ner vereenigingen, hieraan denkenl Ook bij kalizout 40 pet. mag hot onderzoek niet achterwege blijven: 10 pGt. van het aan tal had een tekort gehalte. En waar am moniak super wordt gebruikt, dient men eveneens monsters te nemen: van de 205 monsters beantwoorden 27 niet aan de te stellen eiscben, dat was dus 23 pet. of bijna één vierde. Onderzoek op „kalktoestand". Dit onderzoek, van zoo groot gewicht gebleken, is in sommige deelen van het land zeer toegenomen: alleen uit Gelder land zijn in do laatste maanden minstens een paar duizend grondmonsters naar Wageningen opgezonden om op „kalktoe stand" te worden onderzocht. Men voelt, dat hierbij leiding moet worden gegeven, uitgaande van de organisaties. En niet enkel leiding, men wil verder gaan. De drie groote centrale landbouworganisaties: hot Kon. Ned. Land bon w-Comité, de R.K. Ned. Boeren- en Tuindersbond en de Ghr. Boeren- en Tuindersbond hebben het voor nemen opgevat om zelf een „kalkdienst" landbouwers, of liever de besturen hun- poos in 6tudie. Dit verheugt ons, want als deze hoogst belangrijke zaak aldus wordt aangepakt, zal dit het onderzoek van grondmonsters zeker sterk bevorderen en algemeen maken, 't Gaf eenige schrik, toen onlangs bekend werd, dat het on derzoek van grondmonsters te Wagenin gen en Groningen wellicht zou worden stopgezet. Onmiddellijk hebben toen ge noemde Organisaties zich tot den Minister gewend met het verzoek om den „Kalk dienst" althans zoo lang te willen besten digen, tot haar plannen geheel gereed zul len zijn. Een „Kalkdienst", ingesteld door den landbouw zelfl 't Is een feit, dat waard is met gulden letteren te worden aangeteekend. Korte Wenken en Mededeelingen. „Geen meststoffen meer noodig, alleen electriciteit!" zoo wilde men den boeren wijsmaken. De electriciteit moest door een toestel (electro-cultivator) worden opge vangen en door den grond verbreid. Prof. Aberson te Wageningen heeft er een proef mee genomen; alles volgen's het voor schrift. Het resultaat was: nihil oftewel nul. Men onthoude dat goed! Iets over voederbieten: TToe minder beschadigd de bieten in den kuil komen, des te langer duren zij. Daarom make men ze niet al te schoon: er is dan minder gevaar "voor be schadiging, fn een beetje aarde deert niet, integendeel, het houdt den broei tegen. Op verschillende provinciale proefvelden in de laatste jaren, waar bietenrassen werden vergeleken, stonden als regel de Barres van' Sludstrup en de Groenkraag .Taapjes ver hoven de gele Eckondorfer. De beteekenis van stalmest wordt weer meer ingezien, namelijk voor de instand houding van de vruchtbaarheid van den bodem. Algemeen wordt de opvatting, dat bij een intensief gebruik van kunstmest het in vele gevallen noodzakelijk zal zijn om nu en dan stalmest uit te strooien, ten einde een rationeele cultuur mogelijk te doen blijven. Op de zand- en veen- („dal")-gronden heeft het herhaald ge bruik van kunstmeststoffen onder bepaal de omstandigheden ziekte-verschijnselen in den bodem te voorschijn geroepen, en een vermindering van den oogst tenge volge gehad. Hoe lager het humusgebalte was, des te eerder vertoonden zich in den regel die verschijnselen. In de IJsel- etrcek en Lijmers beeft men herik met goed gevolg bestreden met ijzervitriool. Besproeiing met een oplossing van 20 pot. gaf onvoldoende resultaten. Toen do sterk te werd opgevoerd tot 22 en zelfs 25 pet., was de uitkomst voldoende. De granen ondervonden niet de geringste schade. Knoeierijen. Vóór ons ligt het jongste Verslag der Rijkslandbouwprocfstations voor Controle onderzoek. Jammer, dat zoo'n verslag niot in handen kan komen van de massa der landbouwers, want er ia veel uit te leeren. De prijs f 0.63 franco p. p. behoeft voor de meesten geen bezwaar te zijn. (De uitgevers zijn Gobr. J. en H. van Langen- huysen te Den Haag.) Er wordt natuurlijk op gerekend, dat de inhoud verder wordt gebracht, inzonderheid door de pers. Maar dat kan toch slechts een enkele greep uf een zeer beknopt overzicht zijn. Deze verslagen leeren opnieuw dat, on danks het geregeld onderzoek door de Proefstations, nu al jaren lang, en on danks den dienst ter opsporing van ver- valschingen, de laatste de wereld van den handel nog niet uit zijn. Er zijn dus nog altijd slachtoffers te maken; boeren te vinden, die zich laten bedotten, bij wie kwakzalvers een gewillig oor vinden. De reëele handel moet zich hieraan wel erge ren, want het zijn de knoeierijen, die el- ken handel, ten onrechte, verdacht maken. De knoeier en bedrieger weet wel, waar hij wezen moet. Hij bezoekt bij voorkeur de niet aangesloten menschen; de boeren, die achteraf wonen; do kleine luidjes, die niet veel aankoopen; (de grooten heeft hij natuurlijk liever, maar die laten zich niet zoo licht vangen); de onkundigen en ach terlijken, die van geen gehalte of garantie, van geen onderzoek aan de Proefstations afweten. Zij aanvaarden, wat hun gebo den wordt; letten alleen op den prijs. Hoe zeer zulke menschen te pas kunnen komen, leert ons weer bovenaangehaald Verslag. Een paar voorbeelden. Verschillende mon sters Chili-salpeter een duro stikstof- mest bevatten vreemde bestanddeelen; twee monsters waren afvalproducten van de Chilisalpeter-bereiding en hadden in plaats van 15i stikstof niet meer dan 11 in een ander monster vond men maar ruim 7 en voorts heel wat steen- zout. Soms werd er ook overmatig veel van bet vergiftige perchloraat in gevon den. Van wel tien procent der monsters 20 kalizout was het gehalte niet vol doende. Van kalkmergel, waarbij het zoo zeer op fijnheid aankomt liet dit gehalte bij meerdere monsters te wenschen over. De Opsporingsdienst ontdekte onder meer: dat z.g. „ontledingsbactoriën", in den handel gebracht tegen 3.per K.G. dat is dus 300.per 100 K.G. niets anders was dan normaal beendermeel; dat monsters „bactoriënmest" en „groei kracht", (wat al mooie namén om onnoo- zelen te lokkenl) verkocht tegen een prijs van 4.per 2è K.G. d.i. dus 160 per 100 K.G., grootendeels bestonden uit k;r». toenzaadmeel; dat in een monster Chili salpeter vrij wat Kalizout In plaats van stikstof aanwezig was; dat een paar mon sters Thomasslakkenmeel niet aan de ga rantie beantwoordden. En zoo voort. B—r. Lfli D. EN TUINBOUW Kaasinvoer in Duitschland. Afzonderlijk vor pakte kaas valt onder de belasting. De Ned. Kamer van Koophandel voor Duitschland te Frankfurt a. M. deelt ons het volgende mede: Naar aanleiding van het laatste pers bericht dor N. K. v. K. v. D. inzake invoer rechten op Nodorlandschc kaas in Duitsch land, is haar van ver-chillomlo zijden ge vraagd om ook nog te trachten te berei ken, dat het Rijksministerie van Financiën er in zon toestemmen, dat ook kaas. welke weinig verpakt is (bijv. los in papier ge wikkeld) bij een gewicht van minder dan 2,5 Kg. niet wordt beschouwd als afzon derlijk verpakte kaas en zou worden belast met het lage tarief van RM 20, volgens het „Verlraestarif". De Rijksminister van Einaneiën heeft op een desbetreffende vraag der Kamer als volgt geantwoord: „Een afzonderlijke verpakking ln den zin der tariefbenaling voor kaas (tarief- no. 135 en rubriek „kaas" in de naam lijst dor goederen van het douanetarief) is ook dan als bestaand Ie boselrouwen wan neer de afzonderlijke kans met dun pa pier is omhuld, zoodat ten go voice van deze verpakkineswijze de afzonderlijke kaas met haar panieren omhulsel uit do gemeen schappelijke grootere omsluiting (bijv. van een kist) wordt genomen. Ik zou het daar entegen niet als een afzonderlijke verpak king. in den zin nis uiteengezet, beschou wen. wanneer onder en tusschen of over de afzonderlijke - doch overigens niet met panier omwikkelde, dus naakte" kazen los papier is geleed on de tusschen ruimten niet papier zijn opgevuld, zoodot l< ïice.ynl-e \an deze voroakkinr'swijze de afzonderlijke kazen znnd*r papier omhul sel uit de gemeenschappelijke grootere om sluiting kunnen worden genomen. De behandeling door de douane zal tel kens van de omstandigheden van pik ge-, vel afzonderüik afhangen: de henordeeline. of een afzonderlijke verpakking, in den zin van het douane-tarief, ic nnn ,n nemen. li»f hij de douanekantoren, in geval van betwis ting van hel besluit, hij hef bevoegde „T/ui- desfinaiv/nut" en in de laatste instantie bij hef nn'lixfinanzhnf' in Münehen. Op d«-ze wijze kan kan* dus. lëiv. in kis ten, rondom met los panier worden belegd en zoodoende bewaard blijven voor event schade, welke zou kunnen ontstaan door de kazen los naast elkander fe leggen, terwiil dan toch niet hej hooge invoerrecht wordt geheven, mits slecht»-- de kaas zelf niot met papier is omwikkeld Wetenswaardig, CHINA. Over dit geweldige en merkwaardige rijk schrijft V. in „De Nederlander" o.in.: China komt n'et tot rust. Eerst hebben do groote mogendheden rondgelpopen, zoo als indertijd Polen verdeeld is eu later Afrika, en nu zijn de Gouverneurs der Chineescho provinciën bezig hun eigen land onder elkander te verdoelen, zooals in dertijd de Generaals van Alexander don Grooten doden met diens Rijk Zoolang China absoluut geregeerd werd, is het land één gebleven. De absolute vorst hield, mot ijzeren hand, alles bijeen, maar nau welijks was dat krachtige centrale gezag verdwenen, of het Rijk viel uiteen, zooals ook Rusland uiteengevallen was en Oos tenrijk. Gelijke oorzaken, haddon gelijke gevolgen. De Republiek bracht een chaos omdat de Chineezen in het geheel niet voor een republiek rijp waren en het is niet to verwachten, dat die verwarring spoedig zal verdwijnen. Sedert lang wordt er gesproken van een ontwaken en opleven van China, en geheel ongegrond zijn die verhalen niet. Van ernstige pogingen tot hervorming heeft het in de laatste jaren niet ontbroken. Vooral de overwinning door do Japan ners op de Russen behaald, nadat zij do Westersche beschaving hadden overgeno men, hoeft de Chineezen tot nndenken ge bracht. Zij hebben begrepen, dat die be schaving toch wel ict« goeds heeft, wat met voordeel kan worden aanvaard. ITet is dus zeer goed mogelijk, dat zij, evenals do Japanner, do Westersche beschaving, zoo niet en bloc, dan toch grootendeels over nemen, en daarmee even groote uitkom- sfen bereiken. Aon gevoel van eigenwaarde ontbreekt hel den Chineezen niet. In 1867 weigerden zij aan de Parijsrho tentoonstelling deel l.o nemen, omdat zij meenden daarvan niets te kunnen leeren. De Chineezen zijn mis schien het hoogmoedigste volk ter wereld. Zij nieenen in alles verreweg boven do vreemdelingen te staan en noemen dezen, eenvoudig barbaren. Slechts do meerder heid der Europeesche wapenen hebben zij moeten erkennen. Daar de Chineezen vroe ger altijd omringd zijn geweest door vol ken, dio lager stonden dan zij, is hnnno zei overschatting te begrijpen. Do Chinee zen weten ook, dal hun land alleen groo- ler is dan heel Europa en sterker bevolkt. Tal van uitvindingen ook, zijn 't eerst door China gedaan en de Chineesche bescha ving is niet alleen oud, maar ook schitte rend. Eenige grond voor nationale trots is 'T «lus we), m inr de overdrijving op «lat punt is allereerst oen gevaar voor China zelf. De democratie hoeft zich ook in China doen gelden. Eerst kwam zij vooral uit Noord-Amerika overwaaien. Dr. Sun-Yaf- Sen, die lang in Amerika had gewoond, meende do Chineezen met Amerilcaanscho denkbeelden te kunnen gelukkig maken, en nu doet het Russische Bolsjewisme «laar op-gold. Aziatische volken evenwel zijn gev oonlijk uiterst aristocratisch vnn aard. Zij 'Hebben een behoefte aan oen krachtig gezig en dat verdraagt zich slecht mol do ide ëu van gclijkhoid on volkssouvcroini- toif. Aziatische volken zijn ook gewoon lijk zeer godsdienstig. Do godsdienst is bij hen dikwijls een sterker hand dan de va derlandsliefde en hoe kan men dan v-r- wachten, dat. het godsdionstlooze Bolsje wisme ook in Azië veel opgang zul ma- In n. De haat der Chineezen togen «le vreem delingen is zeer groot. Niet alleen omdat zij zo minderwaardig achten, maar ook omdat de vreemdelingen zich ook dikwijls aan grooto wreedheden schuldig maken en Clona zoor oneerlijk hebben behandeld. Tijdens den zoogeiiaamden opiumoorlog hebben de Engclsehe en Fransche troc- l>ei zich in China schandelijk gedragen. De Russen hebben zich n«>k dikwijls aan groote wreedheden tegenover «1e Chineezen .schuldig gemaakt en hèele «lellen van China, zonder eenig recht, in beslag ge nomen. Zoo de vreemdelingen in China ge haat zijn, kan men zeggen, dat zij het ei* naar hebben gemaakt. Nog bij de* laatste expeditie van Europeesche contingenten, onder leiding van Yon Wnldersee, tol be vrijding der vreemde gezanten in Peking, zijn er vele buitensporigheden begaan eu vroeg of laat zal dat leed worclen gewro ken. Bij al «'ion haat tegen vreemdelingen is hot merkwaardig, dat de Chineezen zeil geen bezwaar hebben oin vreemde landen fo bezoeken. Niet alleen in ons Indië en in Noord-Amerika zijn zij bij tlenduizen- dt ii gevestigd, maar ook in tal van andere landen kan men zo vinden, terwijl vele gegoede ChineesclTo jongelui in Duitsch land en elders studeeren. Doe zal nu het einde zijn? Ook aan do opleving in Japan zijn burgeroorlogen voorafgegaan. Toen die haddon uitgewoed is Japan stiel naar boven gekomen, en het is host mogelijk, dat liet nu. ook zoo gaan zal. De Chineezen zullen tenslotte wel gaan hegrijpen, dat zij hun ideaal van: „Cl.ina voor do Chineezen", nooit zullen bereiken, als zij voortgaan elkander to verscheuren. Weet een enkel krachtig man, met vaste hand het gezag te grij per en de ontwikkeling in nieuwe banen te leiden, dan kan do uitkomst verras send zijn. Nu nog ontbreekt aan vele Chi- nce/.en het gevoel van tot hetzelfde va derland te behoozen. Noord en Zuid-Chi- neezen vooral beseffen «lat weinig. Do Chi neezen beschouwen soms ook elkander als vreemdelingen, maar vroeger was hei in Frankrijk ook zoo. Het denkbeeld v.in o.-ri gemeenschappelijk vaderland ontwaakte daar eerst in de dagen van Jeanne d'Aro en het zijn haar verdiensten geweest en baar kracht, dat zij aan dat nieuwe denk beeld vorm en leiding wist to geven. Wij moeten du- de mogelijkheid aannemen, dat een één en onverdeeld China of dat «lo voroonigde Staten van China met elknu- der te samen gaan streven naar éénzelfde doel en dan zullen de Japanners, de Rus sen. de Engelsehen, de Fransehen en al len. dio zich ten koste van China hebben verrijkt, zich niet in hun bezit kunnen handhaven. X

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5