k41ender DER week
,_JL
:ek
ONZE PRIJSREBUS
cJmê (check)-K !u
7
ZONDAG. 20 Dec. Vierde Zondag
v. d. Advent. Al is: Rorate coeli. Geen
Gloria. 2e gebed ter eere van Maria; 3e
voor Kerk of Paus. Credo. Prefatie v. cL
Allerheiligste Drieëenheid. Kleur: Paars
Dauwt Hemelen van boven en dal de
wolken den Rechtvaardige (Christus) af
zenden (Introitus). Kom Heer en wacht
niet langer; ontbindt den zondenlast van
uw volk. (Communio).
MAANDAG. 21 Dec. Feestdag v. d.
H. Thomas, Apostel. Mis: Mi hi
autem. Gloria. 2e gebed v. d. dag (v. d.
vorigen Zondag). Credo. Prefatie y. d.
Apostelen Kleur: Rood
De H. Thomas is de Apostel, die op liet
woord zijner mede-apostelen niet wilde
gelooven aan de verschijning van den ver
rezen Christus. Acht dagen later beleed
hij voor den wederom verschenen Zalig
maker zijn geloof met de woorden: „Mijn
Heer en Mijn God". Na een leven van pro-
diking van Christus' II. Evangelie is de
Apostel mol pijlen doiulgcsclinlon.
DINSDAG. 22 Dec. M i s v. d. II. II u n g or
Bisschop en belijder: Statuit. (Zie
in het Eigen der feesten van het Bisdom
Haarlem). Gloria. 2e gebod v. d. dag. (v. d.
vorigen Zondag); 3e ter eere van Maria.
Gewone Prefatie. Kleur: W i t.
Met kracht verdedigde de H. Hunger do
onverbreekbaarheid van het huwelijk te
genover zijn weldoener Koning Bodewijk
den Duilscber, die zijn vrouw in een
klooster had opgesloten en een zooge
naamd huwelijk sloot met een andere.
"Wij zien den H. Hunger dan ook dik
wijls afgebeeld met een ring in de hand.
WOENSDAG. 23 Doe. Mis v. d. vori
gen Zondag: Rorate coeli. Geen Glo
ria. 2e gebed tor eere van Maria; 3c voor
Kerk of Paus. Na het Graduale wordt het
Alleluja met volgend vers niet gebeden.
Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur:
Paars
DONDERDAG. 24 Dec. Vigiliedag
van Kerstmis. Geboden Vasten en
Onthoudingsdag. Mis: Hodie. Geen Glo
ria, geen Credo. Gewone Prefatie, Kleur:
Paars
Vandaag zult gij weten, dat de Heer
komt en morgen zult gij Zijne Glorie aan
schouwen. Morgen zal do ongerechtigheid
der aarde worden uitgedelgd en zal de Za
ligmaker der wereld over ons heerschen.
(Kerk. Get.).
VRIJDAG. 25 Dec. Kerstmi
Hoogfeest van Christus'
Geboorte. Geboden te vieren als Zon
dag. De Nachtmis: Dominus.; De Dage
raadsmis: Lux fulgebit; 2e gebed v. d. H.
Anastasia; De Dagmis: Puer. In alle drie
H.H. Missen Gloria en Credo. In de dag
mis het laatste Evangelie als op Drieko
ningen. Kleur: W i t.
N.B. Vandaag en morgen Prefatie van
Kerstmis en men lette ook op de verande
ring in het gebed: Communicantes.
Op dit Hoogfeest laat de H. Kerk hare
priesters drie H.H. Missen opdragen
viering van Christus' geboorte in don stal
van Bethlehem (Nachtmis); in de harten
der mensclien door de goddelijke genade
(Dageraadsmis); en van de geboorte van
alle eeuwigheid van God don Zoon uit den
Vader (Dagmis).
Heden is ons de Zaligmaker geboren,
die Christus de Heer is, in de stad van
David. (Ev. v. d. Nachtmis). Laten wij op
deze aarde ons verheugen met de heme
lingen (Offertorium). Maar ook zien wij
met de oogen des geloofs in dat machtelooze
Kind den Almachtigen en Allerheiligston
God; aanbidden wij Het met de Engelen:
„Eere zij God 'in den Hooge". Aanbidden
wij dat Kind in ons hart en vragen wij,
dat wij met het nieuwe Licht van het
menschgeworden Woord (de genade) mo
gen worden verlicht: dat het nieuwe. Licht
moge uitstralen in onze werken (Gebed uit
de Dageraadsmis). Want dan alleen is
ons Kerstfeest vruchtbaar, als het een fsx-
andering en bekeerinc van leven te weeg-
brengt. Immers de genade van God onzen
Zaligmaker is allen menschen verschenen,
om te leeren, dat wij aan de goddeloos
heid en de begeerlijkheid dor wereld moe
ten, verzaken en zedig, rechtvaardig en
godvruchtig moeten leven in deze wereld.
(Epistel v. d. Nachtmis).
ZATERDAG. 26 Deo. Feestdag v. d.
H. Stephanus, diaken. Dag
van devotie. Mis: Sederunt. 2e gebed
v. h. Octaaf van Kerstmis (uit de 3e Mis).
Kleur: R o od.
ALB. M. KOK.
Lisse. Pr.
Daarmee kwam een einde aan de opge
wektheid der jongelieden. Ieder dacht
aan degenen, die hij achterliet; ouders,
zusters, broeders, vrienden! Naar gelang
zij vorderden op den weg scheen het hun
toe, dat iets van hun hart achterbleef, en
dat ze de dierbare wezens, van wie zij af
scheid hadden genomen, niet zouden we
derzien.
Pierre, wees en opgenomen door vader
Briot, richtte al zijn gedachten op de klei
ne hoeve, waar hij was groot gebracht,
waar hij had bemind en waar hij misschien
nimmermeer zou terugkeeren. Want het
regiment leek hem een geheimzinnige en
vreeselijk verontrustende zaak.
Zich evenwel de woorden van den boer
herinnerend, de belofte van Denise en de
geruststellende verzekering van Marie, voel
de hij allengs de zenuwachtige opgewon
denheid -Van het vertrek wijken voor een
betrekkelijke kalmte.
Na een uur loopen kwamen de mili
ciens aan in de hoofdplaats van het kan
ton, waar een vijftigtal jongelieden reeds
vóór hen waren gearriveerd. Nog dienzelf
den avond, geleid door een sergeant, wer
den de toekomstige krijgers ineen wagon
Sestopt en naar Vernon gezonden, om bij
en equipagetrein te worden ingelijfd.
Een jaar was vervlogen. Pierre en De-
Bise hadden niet opgehouden elkander
Brieven te zenden met de zoetste, plechtlg-
»te verzekeringen van wederzijdsche liefde
on tronw. -Volkomen gerust dan ook wacht
te de soldaat met kalm vertrouwen de toe
komst af.
Plotseling barstte een donderslag los
aan ziju azuren hemel. Het escadron waar
van hij deel uitmaakte, was aangewezen,
om zich bij het expeditie-korps voor Ma
dagascar te voegen.
Maar Pierre was Diet meer de blonde
en linksche milicien van vroege'r. Hij was
nu een schrander en gedisciplineerd sol
daat. Hij schikte zich dus al spoedig in
deze overigens zeer natuurlijke gebeurte
nis van zijn militaire leven
En dan, er was nog iets: Pierre zou tot
brigadier worden bevorderd, en ondanks
alles ontkiemde een korreltje eerzucht in
zijn brein. Men verzekerde, dat de cam
pagne een harde zou zijn; kon hij er niet
uit terugkeeren met de. officier-epaulet
ten.. met het kruis misschien!
„Een brief van Madagascar!'' riep qp
zekeren morgen de brievenbode op het erf
vóór de boerderij van vader Briot.
„Geef gauw hier," zei de boer, toesnel
lend,in acht maanden heeft Pierre
ons niet meer geschreven" ging hij. zenuw
achtig de enveloppe openscheurend, voort.
Nauwelijks had hij de eerste regels gele-
'Zen, of hij verbleek te.
„Wat is er?'' vroegen zijn beide doch
ters verschrikt.
„Er is", zei de hoer somber, „dat tenge
volge van een wonde aan Pierre's linker
arm. deze afgezet is moeten worden!"
,,0'', zuchtte Denise,zoo wit als een
doek, terwijl haar zuster, niet minder
bleek, tegen den muur moest leunen, om
niet te vallen.
„Arme jongen!" hernam de hoer, zich
op een stoel latende neervallen, met zijn
gelaat in zijn handen.
Rechtop, roerloos stond Denise daar.
zonder een woord te spreken, zonder een
traan te storten. Haar gedachte had haar
verplaatst naar een verre, verre streek..
Zij zag haar verloofde terug, niet meer als
vroeger, fier en knap, maar gebogen door
de ziekte met holle wangen, van koorts,
valsch schitterende oogen en den ledigen
mouw van zijn dolman bengelend tegen
hem aan.... En toen. toen was het haar,
alsof er iets brak in haar en dat een ijs
koude wind strpek over haar hart.'
Van dat oogenblik af kwam een zonder
linge verandering in de houding van De
nise. Slechts zelden sprak ze van Pierre, en
als zij het deed dan moest zij er nog toe
gebracht worden door haar vader of haar
zuster, die niet ophielden zich in den
geest met den afwezjge bezig te houden.
Dat kwam. wijl, ondanks haar. een akelig
visioen haar voortdurend vervolgde. Steeds
zag zij aan haar zijde een eenarmigen sol
daat, gebruind en verweerd door de tropi
sche zon. en dat visioen pijnigde haar in
haar ijdelheid: want eenige jonge meisjes
van het dorp hadden haar reeds den hij-
naam van „eenarm" gegeven, haar hij
voorbaat bespottend. En de afwezigheid
van Pierre hielp mede, om Denise hare
liefde voor hem van dag tot dag te voelen
afnemen. In plaats van, als vroeger, de
beleefdheden der jonge mannen, die Tiaar
het hof maakten, af te wijzen, scheen ze
die thans veeleer aan to moedigen, tot
groote verbazing van haar vader, die van
dat vreemd gedrag niets begreep. Eens,
toen Marie er bij haar zuster op aandrong,
zich eindelijk te verklaren, antwoordde
Denise haar onomwonden, dal zij nooit
een verminkte trouwen zou. Dit hoorendë
slaakte Marie een kreet van'ontsteltenis.
„Wat kan ik eraan doen., ik kan liet
niet helpen", hernam Denise koel. „Mijn
besluit is al genomen, ik ga me verloven
met Emile Ghavret
„Zal je dat doen?" riep Marie uit, haar
zuster omarmend, en haar strak in het
gezicht starend. „neen, niet waar, dat
zal je niet?.. Dat heb je alleen uit de
grap gezegdJe wilt me voor het
lapje houden!"
„Volstrekt niet, 't is volkomen ernst'',
antwoordde ijskoud het jonge meisje. „Ze
ker, ging zij. zich uit de omarming los
makend, voort, „zeker, ik gevoel voel vriend
schap voor Pierre, maar ik kan er niet
in toestemmen zijn vrouw te worden....
Ik heb het hem trouwens gisteren geschre
ven."
„Arme Pierre'', zuchtte de blonde Ma
lie, diep-meewarig, „hij zal er zeker van
sterven."
„Waarom trouw je hem zelf niet?" vroeg
Denise gekscherend en zij ging heen, Ma
rie in haar gezicht uitlachend.
Denzelfden avond nog zond Marie aan
haar vriend een langen brief vol van tee-
dere en hartelijke troostwoorden.
Het huwelijk van Denise en Emile Cha-
vret stond thans vast. Vader Briot had
zich vergeefs moeite gegeven, zijn dochter
tot edeler gedachten en gevoelens terug te
brengen. Denise had niet willen luisteren,
alle betoog liet haar onverschillig. In de
volgende maand zou het huwelijk worden
voltrokken, terstond na Paschen. Behalve
Briot en zijn jongste dochter dacht nie
mand meer aan Pierre, wiens lang zwij
gen deed .vermoeden, dat hij in den veld
tocht was omgekomen.
Men verheelde zich derhalve de uiterste
verbazing in de familie Briot, toon zij op
zekeren morgen een militair het plein za
gen opkomen. Hem ziende, deinsde Denise
terug met een kreet, die blijkbaar de angst
haar ontperste! Marie stond als vastgena
geld, hare handen tegen haar hart druk
kend, en een glimlach van geluk speelde
om haar lippen.
Ten zeerste verlegen wist vader Briot
niet, welke houding aan te nemen in te
genwoordigheid van Pierre, die «laar stond
als een beeld, gewikkeld in zijn grooten
donkeren mantel, welke hem geheel om
hulde.
„Dus is het gedaan, je bemint me niet
meer?" zei Pierre eindelijk met langzame
stem, op Denise zijn helderen blik rich
tend.
En daar het Jonge meisje het hoofd
boog zonder te antwoorden, ging hij op
bitteren toon voort:
„Ja, tk begrijp het een verminkt echtge
noot, dat is al te gek. Het doet er niets toe,
Daar in de a.s. Kerstdagen onze lezeressen en lezi-i un. wel vrijen tijd in den huiselijken kring kunuen be
schikken, bieden wij hen dezen keer een wat moeilijker rebus, aan, waaraan echter ook 2 prijzen verbonden zijn,
n.l. een bloemenvaas en een plateel aschbak, die onder de goede oplossers zullen worden verloot. De oplossingeu
van dezen rebus moeten vóór Donderdag na Kerstmis des middags 12 uur op ons Bureau zijn.
of hij zijn arm heeft verloren in den dienst
voor het vaderland, hij is er niet te minder
bespottelijk om! Welnu, Denise, je woord
geef ik je terug."
Zich vervolgens tot Marie richtend, op
een toon, waaruit groote teederheid sprak,
ging hij voort.
„Ik dank je wel, lieve kleine vriendin,
die getracht hebt me door je hartelijke
brieven te troosten. Wees er zeker van,
dat ik je nimmer vergeten zal!"
„Wat wil je daarmee zeggen?" vroeg
het jonge meisje levendig, met een bewe
ging, als wilde zij den soldaat in de armen
snellen.
„Dat ik ga vertrokken, dat ik deze streek
ga verlaten, waar ik liefde achterliet en
slechts onverschilligheid en verraad we
dervond!''
„Komaan", onderbrak de oude boer, „we
moeten hier geen. dwaasheden zeggen. De
nise is een zottin, die het geluk niet ziet.
waar het zich bevindt; te erger voor haar!
Maar daarom moet je zoo niet aanstonds
allen moed opgeven," je' zult er niet te
minder om, evenals vroeger, je plaats aan
onze tafel vindenEn dan", ging hij
voort zonder goed te weten wat hij zei,
„niets bewijst, dat je niet een ander meisje
zult vindon, dat met je trouwen wil
„Gij vergeet,'' antwoordde Pierre, „dat
men niet met een éénarmige trouwt."
„Hoe weet je dat?" VToeg Marie met
hooge kleur en hijgend.
„Inderdaad!" hernam de soldaat met
een stem, waarin hij tevergeefs poogde zijn
ontroering te verbergen, „geloof je dat er
een meisje kan beslaan, genoeg vrij van
vooroordeelen, om er in toe te stemmen de
vrouw te worden van een verminkte?.
„Ja, dat geloof ik", zei het meisje vast
besloten, terwijl Denise zich afwendde,
haar vroege ren verloofde niet meer dur
vende aanzien.
„Ben jij het bijgeval Marie?" vroeg Tier-
re glimlachend.
„Ja Pierre, als je wilt."
„Omhels mij dan'', riep do jonge man
zijn mantel nu van zich wegwerpend en
nu daar slaande rechtop, met krijgshaftig
uiterlijk de beide arme uitgestrekt, de ga
lons van wachtmeester op Ie mouw en de
militaire medaille op de borst!....
Marie lag reeds in zijn armen, terwijl
vader Briot een traan wegwischte en De
nise onthutst en verlegen zich langzaam
verwijderde.
„Maar zeg reis", vroeg de oude boer, de
handen van zijn toekomstigen schoonzoon
drukkend, „zeg 'reis, hoe zit dat, dat je
een arm verloren hebbende, er toch nog
twee bezit?"
„O, dal ls heel eenvoudig1', antwoordde
de wachtmeester glimlachend. „Wegens 'n
kogelwonde in mijn linkerarm was er
sprake van amputatie. Ik beschouwde die
operatie reeds als zoo zeker, dat ik, nog
een brief willende meegeven met den toen
vertrekkenden koerier, u do droeve tijding
meldde. Maar ik had het geluk, de wreode
verminking, die mij dreigde, te ontgaan..
En waarlijk, ik gevoel er mij dubbel ge
lukkig over", ging hij voort. Mam zacht
naar zich toe trekkend en een kus druk
kend op de blonde haren, die over haaT
rein voorhoofd golfden.
MOEDERKEN.
Het was zoo doodsch en stil in huis,
sinds Moeder begraven was. Even stil als
toen de vier dragers do gele, doodkist
van de twee stoelen hadden opgepakt, be
hoedzaam op de draagbaar gezet, en er het
zwarte baarkleed over hadden ui:range-
schud, dat zij het hoorde openvallen.
Heel die bende jongens, die anders zulk
gedruisch konden maken, spraken schier
geen woord 's morgens aan de koffietafel,
beten gretig door hun boterham en keken
tersluiks naar Vader en naar haar. En als
ze dan allemaal de deur uit waren, nnar
de school, dan tik-takte de klok zoo eigen
aardig en doodsch.
Alleen het kleine meisje in de wieg wist
niet dat Moeder naar 't kerkhof was. Want
als het ding wakker werd, lag het te stam
pen en te spartelen in zijn deksel, stak zijn
dikke polsjes naar haar uit, en kraaide van
pleizier.
De Pastoor -was op 'non voornoen bin
nen gekomen, toen Vader naar zijn werk
was. Zo was juist 't huis aan t schoon
maken en klopte den veger op den rand
van 't sleenpad uit. „0, Mijnheer Pastoor,
alles staat nog overhoop.
De Pastoor was gaan zitten, net als hij
deed toen hij Moeder onder haar ziekte
bezocht, en aan 't praten. Over Moedor,
„die toch zoo'n braaf mensch was, een ech
te heilige, die nooit aan" haar zelve go-
dacht heeft, maar altijd aan anderen, aan
Vader en do kinderen. Daarom moet die nu
zeker al in den Hemel zijn."
Ze kreeg de krop in haar keel, en twee
dikke tranen liepen over haar blozende
kaken.
„En, Rosa", zei do Pastoor, „het is een
geluk van Ons Heer dal Vader u nog heeft.
Gij zult nu moederken moeten zijn over al
uw broerkens, en over 't zusterken daar in
de wieg. 't Zal altijd niet gemakkelijk val
len, kindlief!.... Go zult u zelve moeten
vergeten, nooit aan .u zelve denken, altijd
aan de andoren. Ons Heer zal u sterk ma
ken. Als gij eiken Zondag blijft te Commu
nie gaan, dan zal liet wel gaan. En hier of
in den Ilemel zuil gij er voor beloond wor
den, Rosa."
's Zondags daarop, in de Vroegmis
meende zij waarlijk dal de Kapleaan voor
haar alleen preekteDat een Ghristen-
menscli zijn eigen moet offeren voor ande
ren; dat Jesus heel zijn leven lang niet an
ders gedaan heeft; en wie dat doet, heele-
maal gelijk Jezus wordt. In de kerk
was niets aan 't draaien geweest, do preek
stoel stond daar vast tegen den pilaar;
maar de andere mensclien had zij niet
meer gezien.
En na de Mis spoedde zij zich naar huis
en haalde Borlen onderweg in, heelcmaal
alleen op dien wee. Zij likte hem op zijn
arm. II ii verschoot danig en werd rood als
een knol vuurs.
Z'j was bh-ek en haar kaken bibberden.
„Berten", zei ze, mag ik u eens wat vra
gen?..... Niet moor aan mij denken! Ik
mag Vader niet alleen laloi sukkelen. Met
dien nest jongens! En dat klein zusterken
Dat mag ik niet. Ik blijf hij hem."
Hij wist niet wat hij zeide: „En zult
gij dan nooit?....
„Als 't God belieft, nooit!" „Maar als
uw broers groot zullen zijn, die zullen wel
van huis heen?" „Dat mogen ze. Ik
niet Ik moet hun moederken zijn."
En ze was hun moederken, jaren lang.
De huren bleven haar altijd „Roosje" hoe
ten, als toen ze nog klein was. Haar broer-
kens durfden dal nooit. Die zeiden altijd
„Rosa", en als zij van haar spraken „ons
Rosa", juist zooals andere kinderen „ons
Moeder" zeiden.
Den slag had zij er van weg om al die
wakkere bengels in toom te houden. Met
haar oogen kon zij hen dwingen maar ook
kijken tot in 't diepst van liun zie!.
Want als ze groot werden, do een achter
den ander, en hun knevel uitkwam, dan
nam zij hen onderhanden, alleen. Meestal
's Zondags. Dan was er oen knoopje los of
zat er een bandje scheef. En terwij! zij dat
langzaam vaatdeed, of recht trok, k< i k zij
den jongen in zijn oogen. vriendelijk, moe
derlijk, en praatte heel zacht en slil. En
dan deden die kereltjes hun hartjes open,
aan moed erken.
Als Vader ze doende zag, zei hij door
gaans niets, maar lachte al srhuddekop-
pend als iemand die hoed gelukkig is, en
keek naar 't portret van zijn vrouw, daar
tusselicn de twee vensiers.
Ze had dezen avond nog veel te naaien
gn bleef zitten bij dc lamp. Alleen haar oud
sfe broer, die anders zoo haastig om naar
bi*d te gaan, is nog opgebleven. Ais de an
dere weggingen, heeft hij een versche pijp
opgestoken, en stoof opgekoterd, iets in
de lade van de kast gezocht, weer komen
zitten, en dan naar de klok staan zien, als
of er iets aan de wijzers haperde.
Daar moest iets bij hem haperen. En ten
langen laatste kwam het er uit: „Of Rosa
er aan Vader wil van spreken?.... Hij
denkt op trouwen.Zo weet wel met wie.
En of ze er niets tegen heeft dat hij van
huis weggaat, want zij heeft zooveel voor
allemaal gedaan, en aan haar eigen nio{
gedacht."
Eu toen hij met een blij gemoed was
gaan slapen, kon zij niet meer. Haar naai
werk liet zij op haar knie hangen, viel met
haar hoofd op de tafel, op haar twee nr-
men, on begon te snikken, te snikken, dat'
heel haar lijf schokte.
En toen meende zij del iemand zijn
hand op haar schouders lei. Maar zo zag
niemand, schoof haar stoel tegen den muur
onder een groot kruisbeeld, kniel- op den
vloer met haar ellebogen op de bie/on stoel
mat en keek met haar roode oogen naar het
kruis.
En dan lachte zij heel blij en stil, wiint
in do schaduw dacht het haar, dat Jezus
op liet kruis tegen haar lachte heel blij
en stil. En een groot geluk kwam over haar
WAT ELKE MAAND TE U. GEEFT.
(2e helft December).
Nu do winter de werkzaamheden builen
vrijwel heeft doen edidigen, richten wc on-*
ze aandacht meer Tiaar b'nnen. Ilot d 0 r-
sc hen heeft geregeld plan's. Laten wo
ons steeds overtuiigeil, dat do gevaar ij-1
ko deelen dor machine beschermd zij ut
Neem tijdens het werk do bescherm ng
niel weg. De in werper moet veilig slaan;
inglijden door strui-kelen moet niot kun-»
non plaatsvinden. Losse kleeding en wij
de mouwopen ngen v. jn rieede oen bron
van gevaar. Een diigheidsbri! kan van
veel nul zijn. Omtrent voorzorgsmnutre
gelen wil T> gaarne i nichten hel Teil ig
lo 'I -I'll.- urn Ie Amsterdam. Weert gd
wel. dal de Wet op het Arixridsoonirael IJ
verplicht, de lokalen, werktuigen en ge
reedschappen. waarin of waarmee uw ar-
hr der zijn werk .verricht, zóó te ondwhoiH
den, dat hij redelijkerwijze tegen gevaar
is beschermd? Vaak nog is na'atigheid de
oorzaak van eon ongeval. Zie uw kiddco
na, of ze miss* hien zijn versleten; ver-*
nieuw een zwakke sport; voorz:© het on-»
dereindo der ladders, om uitglijden (o
voorkomen, van een omwikkeling uit een
ouden zak vervaardigd! Zoo kunt go on
heil voorkomen. Hot varkens most en
vraagt ook he'a nested mg. Op do Proefzui-
v el boerderij te Hoorn nam men daarbij
proeven met vischmeel. Onder meer was de
ervaring, dat 'n extra gift van 250 gram
(!4 pond) vischmeel per dag en por dier,
naast <-en hoofdvoeder van gorslemeol,
maismeol on wed, zeer len goede kwam aan
de dagelijk.solic gevrch Is vermeerdering.
Hot vischmeel had bovendien cem gunst it
gen invloed op de verhouding lueschen
vleosch en vet; de kwaliteit der ilaclif-
pro-luiten werd in geen onkel opzicht nhn
deolig beïnvloed. Vijfmaal 2 varkens wmm
den met vix-hmeel gevoerd in een hoe-»
veo'heid tol 300 gram (3 ons) per dag lot
de slacht. Ook nu kon men geen nadeeli-«
gen invloed op het spek conetaloeren. Het
gebruikte vischmeel d t dient opge
merkt w;t: echter sloeds vetarm. Do
pro ven worden voortgezet. In den
t n n: Deze winter is er in elk geval niet
een zonder sneeuw, 't is de beste bedekking,
behalve voor het wintergroen, voor ouzo
ovcrlj'ijver p'anlen. Maar sehnd ze nu
en dan af van de zwaar beladen takken
uwer con-fee:en, die anders gevaar loo
pen te broken, waardoor dp plant ontsierd,
wordt.
Berg uw gereedschap op, dat go
vooreerst niet noodig hebt. Reinig het
eerst, laat repareer n wat reparatie behoeft;
vet het dan flink in! 't Is dan in oorjaar
w.innëetr het werk hervat wc» I, direct
tot uw dienst, en ge krijgt or g» n onge
lukken mee. Gio'ers moeten van binnen!
genienied worden; roestige plokken wrij<
ven we goed af met petroleum. Kies teij
bewaring een luchtige drogo plaat
Is het weer geschikt, dan kunnen wc or.zd