Js^SsxBB .Bi KALENDER DER WEEK 11 jj.D. Als niet a"^«s M," Woria, terfl m deze week Prefatie. 'p'fn^ïeVe^Mis B-JJJ; minus. 2e 8ebe(* Credo. Prefatie v. d. Maagd en' Martelare Kleur* Groen illerbeiUgste Drlc?°?<Kérkelüli Jaar iloet Het einde van bet Kerlteiu» ons denken «ut e'van de wereld, wier onderseng'. ®ePaar^ gooal van onze e.gen ba Imgschap OP^ (Introïtus). ««org tt Rerij aan C.od: gaat) en. genezen van teaev (d|0 (Postcommumo), te <««0 Wan[ dan bliift in eeuwigheid. „„„lpel te zuben wij met vertrouwen a el hc»l,l,on „moet kunnen zien (Ev.t» aan de.erfenis der n gSafsspr-ss „worden. CCommunio). f l maamDAG 23 Nov. Mis v. o. n. MAAI'UWj co T)ic t Domi- ^n2eIgeWSv.'"d. H. Felicita., Martela- t» Kleur: Rood: mcdehelner v. d. r^r'L^fpinksierem^n^re^eindeK 2?c", j°orVeizer Traianus verbannen naar 5S£?ÏÏ'"--; pPniMQnAG 24 Nov. Mis v. d "Ff. J oa JJ- tedV'd* a Chr^so^nus^MaSaar. - olieton in de IRe eeuw. uunFNSDAfi 2S Vm. Mts v. d. 11 ba Maa-d en Martelares. Loque- Men'Me" dRe°ndr,n.harina met waarmee zri don keizer verweet zun woe bet Cbristondom. pniqnEPnAP. 2«Nnv. Mis v. dLR 111 n« Tncti 2e eebed v. a II ester. Abt Os Jnstt. a r fle en Pelrus van MeTanH-.". reent kot geopende eraf van e -I, misvormde lijk ziende, ze.de lm K Vn wat bii reweust ,.ii w.""-- mt^Mii»'%lves7eVBtTnlc «Pb eenzaamheid en st-<* h„ dpr Rilvpptrnnon, wmr eerste wee-t I" Biina negentig jaren oud stierf \!pHOAR '7 Nov Mis V. d TT. A 1- rTein. Bissebnn en Beliider^ Paeerd"- trs (Ti* in bet TYestevren der Beib n ^^"T^Kienr: m ;,;'rirci„8vol-de?Zl Z SrSEwsssw Vv-iownr, wordt bewaard. 7ATERDAP 28 Nov Vieibedag van Zdr^ 4e voor den Fans. Klenr: f,Rrs: alb. m. kok. „u" Pr Lisse. de KL ken, was hij toch goed van alles op de hoogte, wat zijn plaats in de uitgaande mold glans en beteekenis zou kunnen Spetten. Vooral blonk hij uit op het gebied van Heeding. Hierin was hij de wanhoop voor hen, die hem wilden nadoen. Steeds cor- lect, keurig gekleed en in het bezit van 6f,n onbegrensde costuumkast, beschouwde mpn hem als den bestgekleeden man van few-York n dus van Amerika. Er was teen enkele kleermaker in Gotham, die er ^iet trotsch op zou zijn geweest om Bell- 'tambors' kleeren te hebben mogen maken, d zou hij er ook peen cent voor hebben tekregen. Zonals hij ze droeg, zouden ze onbetaalbare reclame zijn geweest. Vooral zijn pantalons waren zijn speciale liefhebberij. Alleen de allervolmaakste snit kon in zijn oogen genade vinden. Hij hield oen aparton bediende -op na, die steeds was zijn pantalons keurig te persen, «i zijn vrienden zeiden, dat hij zeker niet o ataat was langer dan drie uur denzelf- B pan talon te dragen, zonder dien te ver- Won voor een anderen. Toen plotseling verdween Bellchambers. eerste drie dagen waren zijn vrienden dot bijzonder ongerust daarover, en barna werden de gewone wiizen van Hrsoek te baat genomen. Doch alles **a vergeefsch Hij had absoluut geen spoor Reelaten. Toen trachtte men do redpn «ervoor te zoeken, doch ook die was *t te vinden. fP Hij had geen schulden, geen vijanden; er was geen vrouw in het spel. Zijn crediet op de bank bedroeg maar een paar duizend dollar. Het was geheel ondenk-^ baar bij hem te gelooven aan eenige" vreemde neiging; hij was integendeel van een zeer kalm en evenwichtig tempera ment Elk middel, dat hem had kunnen terugbrengen werd gebruikt, maar het was vruchteloos. Het was een van die de laatste jaren veelvuldig voorkomende gevallen, waarin menschen spoorloos ver dwenen of schenen uit te gaan als een kaarsvlam, zonder zelfs een spoor van rook na te laten. In de maand Mei pineen twee van Bell- chamh"rs' oudste vrienden, Tom Evres en Nancejot Gilliam, een reisje door Europa maken. Op hun zwerftoehten door Zwitser land hoorden ze toevallig op zekeren dag spreken over een klooster in de Zwitsersebe Alren, dat nu eens iets anders was op de eentonige lange lijst derreisgenoegens. Voor den donrsneetoerï^t was dat klooster bijna niet te bereiken, daar het op een bij na loodrechte hellin^ van den berg was cbouwd. Men vertelde dnt nog nooit een Engelschnnn een voet binnen zijn muren had gezet. Evres en Gi'liam vonden dat dit een voldoende reden was om te trachten binnen te dringen in dat heiligdom. Met de hulp van een gids kostte bet hun nog twee dagen voor zij erin slaagden hef Klooster van St. Gondrau te bereiken over de met sneeuw bedekte hoogten. Ze werden gasfvrii ontvangen door de broeders wier plicht het was den zeldzamen reizigers een tehuis aan te hieden. Zii dronb»n kostelijk likeur en vonden die zeldzaam krachtig en opwekkend. Ze luisterden naar de klok van buitengewone schoonheid en hoorden, dat zij tot eeri van de weinigen behoorden, die dit hoege gevaarlijke punt hadden bezocht. Op den middag van hun aankomst ston den ze 's middags tegen drie uur met den goeden broeder Christopher in de groofe, koude kloostergang om de monniken te zien voorbijgaan op hun weg naar de eetzaal Langzaam kwamen ze aan, met gebogen hoofden, en met hun voeten in sandalen, die geluidloos de ruwe koude stccnen be traden. Toen de optocht langzaam voorhij- trok, greep Eyres plotseling Gilliam bij zijn arm. Kijk eens naar den monnik, die rechts van dien blcokcn man loopt, aan dezen kant, met zijn hand aan zijn gordel, ik verwed er wat ouder, dat dat Johnfty Bellchambers is! Gilliam keek ook en herkende den ver loren modespiegel. Wat duivel, zm hij verwonderd, kan onzen Bell er toe hebben gebracht hier heen te paan? Tommv, het is bijna onmo gelijk, dat hij het is! Np" nooit heb ik iets er van gpmerkt, dat Bell een verlangen naar het klooster had Fn toch is bet absoluut zeker, dat bet Bell is, was Eyres, z^ker antwoord. Maar denk je turh pens even in: Johnny IMlchambTrs, rijkskanselier dar modepop- m en het puik der theepartijtjes, hier boven in de kou, boete doen l in een snuifkleurige kamerjapon 1 Waarachtig, mijn hersens zijn niet in staat dat te bevat ten! T.atpn we er d^n ouden leekebroeder maar eens naar vraean. De broeders waren nu allen in de eet zaal gekomen en een van de twee toeristen wendde zich toen tot den vriendelijl en bropder Christopher om inHphtin"pn T7ii hegreen nipt wien ze bedoelden, Bellcham bers? O, maar, als de broeders in bef klooster binnentraden, verloren zij hun wereldsebe nemen •Wensehen de heeren misschien een ven de broeders te spreken? Als ze in de eetzaal wilden korrn-n, konden ze daar deneeen, dien ze bedoelden, aan- vijzen en d^n zon d" p^inr hef wel toestaan dat zij een kort onderhoud met hem had den Evres en Gilliam "ingen de eetzaal h;n- nen en we-^en aan Broeder Christopher den man, die ze hadden gezien .Ta. het was niemand anders d^n .Tohnnv B^lVhembers Ze konden zi;n gezicht heel duidelijk zien, nu bij tusschen de anderen zi;n soep at uit een proven bruinen bak De prior gaf toeqfoTrm'ng voor bef on derbond en de twee vrienden wachtten in pen klein ontvan^kamertie op den voorma- lieen dandv. Toen h?i binnenkwam, zacht jes loonend ou zon sandalen keken Eyres en Gilliams beidpn hem 'n oroofe verwon dering aan. Het was wel Johnm' Boileham- bers. maar hef was een andere blik, dan ze van hem gewoon waren, waarmee hij hen aankeek. On ziin elidceschorpn gezicht was uitdrukking van onuitsprekelijke vrede e- volmaakt geluk. Zijn houding was kaarsrecht, zijn oogrn plansden met een stil en sereen licht. Hij zag er in ziin ab soluut veranderd costuum toch even keu rig uit» als vroeger in New Yorkl TT ij scheen nu 6lechts één kleedinestuk Ie dra gen: een lang gewaad van grof bruin laken om het middel met een koord bijeengehou den, dat in lange, rechte plooien bijna op zijn voeten neerviel. Hij schudde de han den van zijn bezoekers op do oude hartelij ke manier en scheen zich nu onk weer vol komen op zijn gemak te voelen. Als er daar in die kamer van eenigo bevangen heid sprake mocht zijn, dan ging dio zeker Diet van Johnny Bellchambprs .uit! Er waren geen stoelen in die kamer on dus moest het gesprek staande worden gevoerd. Prettig om je weer eens te zien, oude kerel, zei Eyres, een beetje onzeker, Ik had allerminst verwacht je hi'pr te vinden. En dan nog niet eens zoo'n gek ideo van je. Want 't is natuurlijk allemaal maar schim en onecht gedoe in de uitgaande wereld Het moet wel een soort van opluchting zijn om den moed te hebben, dat aJ'.^s van je af te schudden en je toevlucht to nem°n tot contemplatie en.... en.... bidden en zingen en al die andere dincon. Kom, Tommy, was Bellchambers' opgewekt antwoord. Zwijg jij daar nu over Wees maar niet bang. dat ik mezelf niet meer zal zijn hoor. Hier heet ik broeder Ambrosius, snap je? Tk heb tien minuten gekregen om met jullie te praten. Dat is zeker een nieuw soort vest dat je daar aan hebt, hé Gilliam? Dragen ze die din gen nu on 't ooeenhlik in New-York? Wel verduiveld, hij is nog net precies Geïllustreerde nieuwsberichten in „De Leidsche Courant" Bericht, voorkomende in „De Leidsche Courant'' van Vrijdag 13 Nov. jl.: De O.W.-er en de slagersjongen. D. vertelt in het „Hbld": Het gebeurde te Apeldoorn in dezen zomer. Een kost- Lare auto kwam geruisfchloos de Hoofd straat inrijden. Aan het stuurrad zat een dikke heer, die op eon gegeven moment een welgevormde dikke bleeke hand, ver lucht met zware ringen, buiten den wagen stak en met korte elegante op-en-neer- bewegingen eventueele volgelingen tot minder snelheid aanmaande. Een slagers jongen op de fiets passeert de auto, grijpt de blanke hand en schudt die even krach tig met zijn rooden vetten knuist. Wat de heer in den luxe-wagen toen riep, is niet voor papier en inkt geschikt. Het slagertje keek halflachend om en vervolgde zijn weg met het schoone lied: ,Jk heb een neef in Canada!".... Wij herinnoren er nog eens aaa, d.il w^ inzendingen van berichten als boven staande, uit ons blad, onver* schillig uit welke rubriek genomen, gaarne van onao losers te*: gemoet zien. Wordt oen aldus toegezonden bericht door ons in het Zaterdag«aunimef geïllustreerd, dan stellen wij voor den in«< zender eon premie A f 1.bofwkikbaar, i Zich niet bewust van wat gebeuren gaat.. Een ongewen8chte vervettingskuur! dezelfde oude Johnny, zei Gilliam dank baar. Maar hemel toe, man, waarom ben jt dan toch deze gekke dingen gaart doen? Vooruit, man, trek dien mantel nou uit en ga met ons mee terug. Eyres smeek te er bijna om. Als je oude vrienden ver langen 0*1 je terug te zien. Dit is immers heelemaal niet in je lijn, Bell! Stuur je ontslag in of vraag dispensatie of doe, wat je ervoor moet doen om uit deze ijs fabriek te worden verlost. Je zult nog kou vatten bier Bell, een longontsteking op- ldopen.... en.... God man! je hebt niet eens sokken aan! Jolt any Bellchambers keek glimlachend r.aar zijn voeten in sandalen. Och jullie brave kerels, zei hij zoo zacht mogelijk, jullie kunt dit toch niet begrijpen. Het is allemachtig vriendelijk van jullie om me terug te wilien hebben maar dat oude leven zal mij nooit meer terug zien. Ilier heb ik het doel van al mijn verlangen bereikt. Ik voel mij absoluut ge lukkig en tevreden. En tot het eind van mijn dagen zal ik hier blijven Zie je dit kleed, dat ik draag? En 6treelend gingen zijn handen over het recht neerhangend ge waad heen.... Nu heb ik eindelijk oens iets gevonden, dat niet zoo zakkig zit bij de kniren. Ik heb het bereikt. Op dat oogenblik klonk de groote kope ren klok dreunend door het klooster heen. Het moet wel een oproep voor gebed zijn geweest, die onmiddellijk moest worden gehoorzaamd, want Broeder Ambrosius boog zijn hoofd, draaide zich om en verliet de kamer zo idor een woord te spreken. Het wuiven van zijn hand toen hij door de Eteenen gang liep, scheen het vaarwel aan ziin oude vrienden te zijn. Zij verlieten hot klooster zender hem meer te zien. En dit is het verhaal, dat Tommy Eyres en Lancelot Gilliam meebrachten van bun laatste reis naar Europa. GROOTE DJ!AN. Hen oogenblik waarop alle jongens dien m ddag zoo verlangend hadden gewacht het ui!gaan dor school was aan ebro ken en in wilden loop stormden ze de school uit Er was dan ook iets h jzonders gaande. Een heel gewichl ge gebeurtrbia. De oorlog was verk'aard aan ten ander nnbjge'e'cn school. Z ohier do reden waarom het zoover ge komen was: den vorigen aag hadden de scho'en tegen e kaar gesneeuwbald en b'j die gelegenheid had een jongen, inplaate van een sneeuwbal een stren gebru k\ en daarmee een jongen, van do tegenpartij aan 't hoofd verwond Dat was een gemeene st-eek, we'ko ge straft d ende te worden. Een ultimatum wis* gevolgd, maar de tegenpartij ortkendo alle schuld En zoo was he' helaas tot een oorlogsverklaring gekomen. En nu, na 't uitgaan der be de scho'en, zou het tot een vechten komen De jongens wapenden zich met stokken, knuppels, stoenen enz. A'leen een aanvoerder had den zij nog noodig. ..Jongens", zoo r ep men van a:'e kanten „daar komt Flores Verheijden voor in aan merking. Hij kan het bes e vechten." En allen verdrongen z'ch om Flores, die maar we nig had te zeeeen om aanvoerder te z jn. H j was cogenblikkelijk de held, van hem had men groote dingen te ver wachten. Flores nad zelfvertrouwen ge noeg om deze'fde gedachte te hebben Hij zou do jongens eens laten zen, hoe hij vechten kon. De oorlogzuchtige stemming bereikte in- fvssehen haar hoogtcpuut. A'lo jon~cns der hoogste klassen schaarden z'ch in ge lid en gozamen'ijk trok men door verschil lende stralen onder het z neen van aller lei oorlogzuchtige liederen, in de richting de" vijandelijke school. Flores, die voorop liep, gevoelde al het gewicht van zijn aanvoerderschap: hij was een graaf Flores V ge! jk. Plotse' ng vertraagde de troep zijn gang. Men werd de vijand gewaar en do moed zakte merkbaar. De v jand h eek achter uit niet meer dan tweo jongens te hes'aan. Alle andero wa ren reeds naar bu:s. ..Daar is groote Daan b:j", zei Dirk M jndert, die den steen in 't gezicht had gekregen. „Ik ken hem niet", antwoordde Flores. „Nu'', ze D'rk, „hij is de aanvoerder van den vijand. Je moet met hem oppas sen. H:j kan zwemmen en duiken als een haai, klimmen als een kat en vech'en als een neger. Alle jongens zijn bang voor hem." „Maar ik toch n'et", gaf Flores ten ant woord. „Je zult eens z:en hoe bang hij is." Flores zag nu in het midden der straat twee jongens naderen, een grooten, of lie ver een langen en een kle neren jongen. De lange jongen keek met een onve schil lig gezicht naar den troep. Toen Flores ophie'd glimlachte hij en vroeg: „Wat spelen jull'e?" Flores echter zette een streng gez'cht en zei bits: „Wij spelen niet. Het is ernst. Julhe z jn gevlucht, maar we zullen jullie morgen we! krijgen." „Ik weet niet wat we er aan hebben", zei de lange, ,maar a's jullie vech en wilt „Jull'e z:jn groote lafaards*, viel Flores Jn. Nu trad de kleine jongen naar vo.en en boet Flo^s toe: „Jij hebt een grooten mond." „Houdt jij je er maar builen", ze: Flo res dre:gend, ,a,nders loop het niet goed met je af." De jongen haalde als antwoord een grif- feitje uit zijn zak en lag bet los op zijn linkerhand. „Durf dat gr f feit je eens uit mijn hand te slaan", zei hij F ores aarzelde n et en sloeg het uit zijn hand. Doch h:j had meteen een geduchte «lag ;n 't gelaat gekregen. „Je begint onverwacht", zei Florea. ,,Dv is gemeen." „Pas op", waarschuwde Dirk Mijndcrt. „Je vecht met „Groote Daan." „Ik zal tot drie telen," zei de tegen- part j, „en dan vallen we aan." Alle jongens waren in spanning en keken zwijgend toe. Er gebeurde iets ovcrwachts. Voot F'o- res het good w st lag h-j op den grond en werd h:j onbarmhartig afgeranseld. De k'e:ne jongen was hom geheel de baas H:j vc loor «chandel'jk Toen hij opstond had h j om genade moeten sraeeken en hij zat vo' hu Ion. En dat was geschied ten ann- schouwo van alle jongens der «chooll Zij lachten hem hardop uit en voor groote Daan (want dnt was de kle'ne jongen) was men een en al bewonder ng. Flores barst te :n /enuwacht g gesn:k uit. Nog nooit was hij zoo vernederd. 's Avonds kreeg li j geen eten thuis, om dat' h j gevochten had, maar toen hij in zijn bed'e lag zweerde hij z:ch op Groote Daan te zul en wreken, op welke manier dan ook. Verscheidene dageu verliepen, hoewel het nog vo'op w'nter bleef. Flo-es had groote Daan niet meer op z jn weg on moet mêar zijn w;ok bleef nog even groot. Een paar nachten had 't hard gevroren en toen de school u"tg:ng liepen de jon gens natuurlijk hard naar de grachten om het ijs s'uk te loopen. Do iongens die het beste durfde „ijsjo loopen" waren bekend en ook d:e :n 't ge heel niet op 't ijs durfden. Dezen waren slechts meegeraan om te zien of er ook een door zou zakkdn. Een troop jongens, waaronder ook onze Flores, probeerde gezamen'ijk het ijs s'uk to loopen. Het ijs kraakte en boog tot het tenslotte In schollen en stukken afknapte. „Nog eens met elkaar erover", schreeuw de F'orcs in dolen overmoed. Maar niemand antwoordde hem. Allen zwegen. Het was tc gevaarlijk. „Jull'e durven niet", riep Flores. „Je durft ze'f ook n et," rep er een. „Dat zul je zien. Daar ga ik dun!" F ores nam een aanloop, sprong, maar tranle on"oluk:gerwijzo naast een schol, verloor rijn evenwicht en ging kopje on der. Een gil, oen geroep van jongens en het koude water d ong hem in neus en mond, het verstomde zijn hulpgeroep en deed hem hot bewustzijn verliezen. Tren Flores weer tot bowas'z'jn 'kwam, lag h!j thu s in bed. Zijn moeder was bij hem en vroeg hoe h j zich gevoeldo. „Een beetje misselijk cn pijn in m'n hoofd." „Maar stil blijven liggen," ze' Moe. „Je zu't dan weer gauw b"ter zijn." Flores had verwacht dat zijn moeder erg hoos zou zijn. Maar z'j sprak geen woord over 't geval. Doch in d^n namiddag, toen h j uit het bed mocht van den dokter, zeide zijn moeder: „De jongen die je zoo moed-g gered hee't, zal ik zoo binnen la'en. Je mag hem dan wel eens goed bedanken." Flores was nieuwsgierig w e die jongen zou zijn. En heel veel jongens kwamen 'n z'jn gedachten. H:j noemde de namen op van de jongens. Maar z:jn Moeder s^hud- do steeds het hoofd Daar werd gebeld. „Je zu!t het nu spoedig weten", zei zijn moeder. Een oogenblik later werd de deur ge opend en -groote Daan trad binnen. Nu was Florea spoedig geheel zijn wrok ver- ONZE PRIJSREBUS. Onze prijsrebussen mogen zich In een steeds grooter wordende belangstelling ver* heugen. Het aantal inzendingen der laatste twee rebussen bedroeg 264, wnnrmodo dus het vorige aantal aanmerkelijk overschro* den werd. Jammer echter, dat wij ook dezen keef weer eenige inzendingen van de loting on» de prijzen moesten uitsluiten, om onna uw* keurigheden bij het oplossen. De goede oplossingen waren: A. Kinderen en dronken mer^ehe* leg gen de waarheid. B. De kruik gaaf te water rnotang tot ie harst. De voornaamste fouten troffen wij aan in rebus B. waar meerderen hadden opge lost: do kruik gaat zoolang te ter tot le barst en anderen/ de kruik gaat te water zoo lang tot le brpekt: d^» de ge barsten schilderij werd niet het woord breekt, doch hot woord barst weergega* ven. De prijs voor rebus A een luxe dno« zeep verkreeg bij lnMng IT d« Gmaf. Lage BHndiik 4 te Leiden, dj.» voor rebus B eveneens een luxe d^s zeen Gnth. Slingerland, Hooge Rnn-"*- F 50 te Zn^forwnudo Beidpn kunnen hun pri's -n>sten asn ons Bureau Ranenhnrg 10. D'^sdagmid* dn<r a.s. tusschen 3.80—4.30 uur 7no men toezending der wensrhl gelieven do winnaars ons dit cvn te be richten. ge'en. Dnnn. ziin rrrontslo v'innd had hem g^red. fp-wijl zoovelen rjner v-'on den Ie* eenwonrd:g waren geweest! TT'bedankte Baan heel vr'endel'ik en zerd« -"rlaneend te z'jn om met b"m roede vrinrv'r»n fp wor den voorlenn En dat is gpVnu-d. FIore« en Daan slo^n vriewl<"^mn c" dnnT was Floras wat MM orr TT'i hoe'1- nok n'e( meer hane 'e we-'cn voor nn','"•', 'engens, want dan kon hij op Daan re' "**'"1 P Anecdoten. gfc^. A3 Een slaapmutsje. Goed geslapen, meneer Jansen, zegt mevrouw 's morgens togen haar ecnvoudi- gen gast uil den Achterhoek. Jaowel, mevromy Maar die warme kruik in lied, dat was dunkt me niets. Niet warm genoeg meneer Jansen? Wel en ik heb zoo gezegd... Npp, mevrouw. Warm was alevul. Maar daar was niet in Of het was veula to slap. Een tegenvaller. Hoe oud achat je mijn aanstaande? Dertig jaar. Weet je dan niet, dat men or bij de dames altijd tien jaar afrekent? O, dat heb ik al gedaan Het ge7ag. Dokter (na het eerste on"de»-zonk tot do vrouw van Willemse wier echtenoot door een motor is aangereden): Tk vrees, juf frouw, dnt uw man ernstig gewond is, en hef er niet levend nf zal liree"en. Willemse (zwakjes): Neen.'ik ben noi| niet doodt Z'n vrouw: Houd je mond, Dirk, do dokter weet het heter dan jij. Verschil Jn klassen. Do vreemdeling, die plaats had geno men in rlen rn'mmelenden omn'hue, wel ke hot eenige middel van vervoer vormde tusschen de twee plaatsen, was verwon derd, toen de conducteur vroeg of hij een biljet eerste, tweede of derde klas ver langde. Doch het geheim werd hem ont raadseld, toen de bus na een kwartiertje rij den tegen een tamelijk steile helling op moest, en de conducteur riep: „Passagiers eerste klasse blijven zitten,' tweede kl. uitstappen en meeloopen: der de klasse uitstappen cn helpen duwen." Zoo men 't neemt. Vader (tot zijn zoon, den student): „Maar Frits, kunt ge dat hicrdriDkcn niet laten terwijl gij studeert?" Zoon: „Integendeel, vader, ik kan lmt studeeren niet laten, terwijl ik bier drink." Een goed echtgenoot A.: 't Is toch allesbehalve moei van je,.' dat je eiken avond naar de sociëteit gaat en je vrouw alleen thuis laat zitten." B.: „Beste vriend, mijn vrouw is nooii alleen; ik heb haar een mooi hondje ge-, kocht."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 13