Js^SsxBB
.Bi
KALENDER DER WEEK
11
jj.D. Als niet a"^«s M," Woria,
terfl m deze week Prefatie.
'p'fn^ïeVe^Mis B-JJJ;
minus. 2e 8ebe(* Credo. Prefatie v. d.
Maagd en' Martelare Kleur* Groen
illerbeiUgste Drlc?°?<Kérkelüli Jaar iloet
Het einde van bet Kerlteiu»
ons denken «ut e'van de wereld, wier
onderseng'. ®ePaar^ gooal
van onze e.gen ba Imgschap OP^
(Introïtus). ««org tt Rerij aan C.od:
gaat) en. genezen van teaev (d|0
(Postcommumo), te <««0 Wan[ dan
bliift in eeuwigheid. „„„lpel te
zuben wij met vertrouwen a el hc»l,l,on
„moet kunnen zien (Ev.t»
aan de.erfenis der n
gSafsspr-ss
„worden. CCommunio). f l
maamDAG 23 Nov. Mis v. o. n.
MAAI'UWj co T)ic t Domi-
^n2eIgeWSv.'"d. H. Felicita., Martela-
t» Kleur: Rood: mcdehelner v. d.
r^r'L^fpinksierem^n^re^eindeK
2?c", j°orVeizer Traianus verbannen naar
5S£?ÏÏ'"--;
pPniMQnAG 24 Nov. Mis v. d "Ff. J oa JJ-
tedV'd* a Chr^so^nus^MaSaar.
- olieton in de IRe eeuw.
uunFNSDAfi 2S Vm. Mts v. d. 11 ba
Maa-d en Martelares. Loque-
Men'Me" dRe°ndr,n.harina met
waarmee zri don keizer verweet zun woe
bet Cbristondom.
pniqnEPnAP. 2«Nnv. Mis v. dLR
111 n« Tncti 2e eebed v. a II
ester. Abt Os Jnstt. a r fle en
Pelrus van MeTanH-.". reent
kot geopende eraf van e
-I, misvormde lijk ziende, ze.de lm K
Vn wat bii reweust ,.ii
w.""--
mt^Mii»'%lves7eVBtTnlc «Pb
eenzaamheid en st-<* h„
dpr Rilvpptrnnon, wmr eerste
wee-t I" Biina negentig jaren oud stierf
\!pHOAR '7 Nov Mis V. d TT. A 1-
rTein. Bissebnn en Beliider^ Paeerd"-
trs (Ti* in bet TYestevren der Beib n
^^"T^Kienr: m
;,;'rirci„8vol-de?Zl Z
SrSEwsssw
Vv-iownr, wordt bewaard.
7ATERDAP 28 Nov Vieibedag van
Zdr^ 4e voor den Fans. Klenr:
f,Rrs: alb. m. kok.
„u" Pr
Lisse.
de
KL
ken, was hij toch goed van alles op de
hoogte, wat zijn plaats in de uitgaande
mold glans en beteekenis zou kunnen
Spetten.
Vooral blonk hij uit op het gebied van
Heeding. Hierin was hij de wanhoop voor
hen, die hem wilden nadoen. Steeds cor-
lect, keurig gekleed en in het bezit van
6f,n onbegrensde costuumkast, beschouwde
mpn hem als den bestgekleeden man van
few-York n dus van Amerika. Er was
teen enkele kleermaker in Gotham, die er
^iet trotsch op zou zijn geweest om Bell-
'tambors' kleeren te hebben mogen maken,
d zou hij er ook peen cent voor hebben
tekregen. Zonals hij ze droeg, zouden ze
onbetaalbare reclame zijn geweest.
Vooral zijn pantalons waren zijn speciale
liefhebberij. Alleen de allervolmaakste snit
kon in zijn oogen genade vinden. Hij hield
oen aparton bediende -op na, die steeds
was zijn pantalons keurig te persen,
«i zijn vrienden zeiden, dat hij zeker niet
o ataat was langer dan drie uur denzelf-
B pan talon te dragen, zonder dien te ver-
Won voor een anderen.
Toen plotseling verdween Bellchambers.
eerste drie dagen waren zijn vrienden
dot bijzonder ongerust daarover, en
barna werden de gewone wiizen van
Hrsoek te baat genomen. Doch alles
**a vergeefsch Hij had absoluut geen spoor
Reelaten. Toen trachtte men do redpn
«ervoor te zoeken, doch ook die was
*t te vinden. fP
Hij had geen schulden, geen vijanden;
er was geen vrouw in het spel. Zijn crediet
op de bank bedroeg maar een paar
duizend dollar. Het was geheel ondenk-^
baar bij hem te gelooven aan eenige"
vreemde neiging; hij was integendeel van
een zeer kalm en evenwichtig tempera
ment Elk middel, dat hem had kunnen
terugbrengen werd gebruikt, maar het
was vruchteloos. Het was een van die
de laatste jaren veelvuldig voorkomende
gevallen, waarin menschen spoorloos ver
dwenen of schenen uit te gaan als een
kaarsvlam, zonder zelfs een spoor van
rook na te laten.
In de maand Mei pineen twee van Bell-
chamh"rs' oudste vrienden, Tom Evres en
Nancejot Gilliam, een reisje door Europa
maken. Op hun zwerftoehten door Zwitser
land hoorden ze toevallig op zekeren dag
spreken over een klooster in de Zwitsersebe
Alren, dat nu eens iets anders was op de
eentonige lange lijst derreisgenoegens.
Voor den donrsneetoerï^t was dat klooster
bijna niet te bereiken, daar het op een bij
na loodrechte hellin^ van den berg was
cbouwd. Men vertelde dnt nog nooit een
Engelschnnn een voet binnen zijn muren
had gezet. Evres en Gi'liam vonden dat dit
een voldoende reden was om te trachten
binnen te dringen in dat heiligdom.
Met de hulp van een gids kostte bet hun
nog twee dagen voor zij erin slaagden hef
Klooster van St. Gondrau te bereiken over
de met sneeuw bedekte hoogten. Ze werden
gasfvrii ontvangen door de broeders wier
plicht het was den zeldzamen reizigers een
tehuis aan te hieden. Zii dronb»n kostelijk
likeur en vonden die zeldzaam krachtig en
opwekkend. Ze luisterden naar de klok van
buitengewone schoonheid en hoorden, dat
zij tot eeri van de weinigen behoorden, die
dit hoege gevaarlijke punt hadden bezocht.
Op den middag van hun aankomst ston
den ze 's middags tegen drie uur met den
goeden broeder Christopher in de groofe,
koude kloostergang om de monniken te zien
voorbijgaan op hun weg naar de eetzaal
Langzaam kwamen ze aan, met gebogen
hoofden, en met hun voeten in sandalen,
die geluidloos de ruwe koude stccnen be
traden. Toen de optocht langzaam voorhij-
trok, greep Eyres plotseling Gilliam bij
zijn arm.
Kijk eens naar den monnik, die rechts
van dien blcokcn man loopt, aan dezen
kant, met zijn hand aan zijn gordel, ik
verwed er wat ouder, dat dat Johnfty
Bellchambers is!
Gilliam keek ook en herkende den ver
loren modespiegel.
Wat duivel, zm hij verwonderd, kan
onzen Bell er toe hebben gebracht hier
heen te paan? Tommv, het is bijna onmo
gelijk, dat hij het is! Np" nooit heb ik iets
er van gpmerkt, dat Bell een verlangen
naar het klooster had
Fn toch is bet absoluut zeker, dat
bet Bell is, was Eyres, z^ker antwoord.
Maar denk je turh pens even in: Johnny
IMlchambTrs, rijkskanselier dar modepop-
m en het puik der theepartijtjes, hier
boven in de kou, boete doen l in een
snuifkleurige kamerjapon 1 Waarachtig,
mijn hersens zijn niet in staat dat te bevat
ten! T.atpn we er d^n ouden leekebroeder
maar eens naar vraean.
De broeders waren nu allen in de eet
zaal gekomen en een van de twee toeristen
wendde zich toen tot den vriendelijl en
bropder Christopher om inHphtin"pn T7ii
hegreen nipt wien ze bedoelden, Bellcham
bers? O, maar, als de broeders in bef
klooster binnentraden, verloren zij hun
wereldsebe nemen •Wensehen de heeren
misschien een ven de broeders te spreken?
Als ze in de eetzaal wilden korrn-n, konden
ze daar deneeen, dien ze bedoelden, aan-
vijzen en d^n zon d" p^inr hef wel toestaan
dat zij een kort onderhoud met hem had
den
Evres en Gilliam "ingen de eetzaal h;n-
nen en we-^en aan Broeder Christopher
den man, die ze hadden gezien .Ta. het was
niemand anders d^n .Tohnnv B^lVhembers
Ze konden zi;n gezicht heel duidelijk zien,
nu bij tusschen de anderen zi;n soep at uit
een proven bruinen bak
De prior gaf toeqfoTrm'ng voor bef on
derbond en de twee vrienden wachtten in
pen klein ontvan^kamertie op den voorma-
lieen dandv. Toen h?i binnenkwam, zacht
jes loonend ou zon sandalen keken Eyres
en Gilliams beidpn hem 'n oroofe verwon
dering aan. Het was wel Johnm' Boileham-
bers. maar hef was een andere blik, dan ze
van hem gewoon waren, waarmee hij hen
aankeek. On ziin elidceschorpn gezicht
was uitdrukking van onuitsprekelijke
vrede e- volmaakt geluk. Zijn houding was
kaarsrecht, zijn oogrn plansden met een
stil en sereen licht. Hij zag er in ziin ab
soluut veranderd costuum toch even keu
rig uit» als vroeger in New Yorkl TT ij
scheen nu 6lechts één kleedinestuk Ie dra
gen: een lang gewaad van grof bruin laken
om het middel met een koord bijeengehou
den, dat in lange, rechte plooien bijna op
zijn voeten neerviel. Hij schudde de han
den van zijn bezoekers op do oude hartelij
ke manier en scheen zich nu onk weer vol
komen op zijn gemak te voelen. Als er
daar in die kamer van eenigo bevangen
heid sprake mocht zijn, dan ging dio zeker
Diet van Johnny Bellchambprs .uit! Er
waren geen stoelen in die kamer on dus
moest het gesprek staande worden gevoerd.
Prettig om je weer eens te zien, oude
kerel, zei Eyres, een beetje onzeker, Ik
had allerminst verwacht je hi'pr te vinden.
En dan nog niet eens zoo'n gek ideo van je.
Want 't is natuurlijk allemaal maar schim
en onecht gedoe in de uitgaande wereld
Het moet wel een soort van opluchting zijn
om den moed te hebben, dat aJ'.^s van je af
te schudden en je toevlucht to nem°n tot
contemplatie en.... en.... bidden
en zingen en al die andere dincon.
Kom, Tommy, was Bellchambers'
opgewekt antwoord. Zwijg jij daar nu over
Wees maar niet bang. dat ik mezelf niet
meer zal zijn hoor. Hier heet ik broeder
Ambrosius, snap je? Tk heb tien minuten
gekregen om met jullie te praten. Dat is
zeker een nieuw soort vest dat je daar
aan hebt, hé Gilliam? Dragen ze die din
gen nu on 't ooeenhlik in New-York?
Wel verduiveld, hij is nog net precies
Geïllustreerde nieuwsberichten in „De Leidsche Courant"
Bericht, voorkomende in „De Leidsche
Courant'' van Vrijdag 13 Nov. jl.:
De O.W.-er en de slagersjongen.
D. vertelt in het „Hbld": Het gebeurde
te Apeldoorn in dezen zomer. Een kost-
Lare auto kwam geruisfchloos de Hoofd
straat inrijden. Aan het stuurrad zat een
dikke heer, die op eon gegeven moment
een welgevormde dikke bleeke hand, ver
lucht met zware ringen, buiten den wagen
stak en met korte elegante op-en-neer-
bewegingen eventueele volgelingen tot
minder snelheid aanmaande. Een slagers
jongen op de fiets passeert de auto, grijpt
de blanke hand en schudt die even krach
tig met zijn rooden vetten knuist. Wat de
heer in den luxe-wagen toen riep, is niet
voor papier en inkt geschikt. Het slagertje
keek halflachend om en vervolgde zijn
weg met het schoone lied: ,Jk heb een
neef in Canada!"....
Wij herinnoren er nog eens aaa, d.il w^
inzendingen van berichten als boven
staande, uit ons blad, onver*
schillig uit welke rubriek
genomen, gaarne van onao losers te*:
gemoet zien. Wordt oen aldus toegezonden
bericht door ons in het Zaterdag«aunimef
geïllustreerd, dan stellen wij voor den in«<
zender eon premie A f 1.bofwkikbaar,
i
Zich niet bewust van wat gebeuren gaat..
Een ongewen8chte vervettingskuur!
dezelfde oude Johnny, zei Gilliam dank
baar. Maar hemel toe, man, waarom ben
jt dan toch deze gekke dingen gaart doen?
Vooruit, man, trek dien mantel nou
uit en ga met ons mee terug. Eyres smeek
te er bijna om. Als je oude vrienden ver
langen 0*1 je terug te zien. Dit is immers
heelemaal niet in je lijn, Bell! Stuur je
ontslag in of vraag dispensatie of doe,
wat je ervoor moet doen om uit deze ijs
fabriek te worden verlost. Je zult nog kou
vatten bier Bell, een longontsteking op-
ldopen.... en.... God man! je hebt niet
eens sokken aan!
Jolt any Bellchambers keek glimlachend
r.aar zijn voeten in sandalen.
Och jullie brave kerels, zei hij zoo
zacht mogelijk, jullie kunt dit toch niet
begrijpen. Het is allemachtig vriendelijk
van jullie om me terug te wilien hebben
maar dat oude leven zal mij nooit meer
terug zien. Ilier heb ik het doel van al mijn
verlangen bereikt. Ik voel mij absoluut ge
lukkig en tevreden. En tot het eind van
mijn dagen zal ik hier blijven Zie je dit
kleed, dat ik draag? En 6treelend gingen
zijn handen over het recht neerhangend ge
waad heen.... Nu heb ik eindelijk oens
iets gevonden, dat niet zoo zakkig zit bij
de kniren. Ik heb het bereikt.
Op dat oogenblik klonk de groote kope
ren klok dreunend door het klooster heen.
Het moet wel een oproep voor gebed zijn
geweest, die onmiddellijk moest worden
gehoorzaamd, want Broeder Ambrosius
boog zijn hoofd, draaide zich om en verliet
de kamer zo idor een woord te spreken.
Het wuiven van zijn hand toen hij door de
Eteenen gang liep, scheen het vaarwel aan
ziin oude vrienden te zijn. Zij verlieten hot
klooster zender hem meer te zien.
En dit is het verhaal, dat Tommy Eyres
en Lancelot Gilliam meebrachten van bun
laatste reis naar Europa.
GROOTE DJ!AN.
Hen oogenblik waarop alle jongens dien
m ddag zoo verlangend hadden gewacht
het ui!gaan dor school was aan ebro
ken en in wilden loop stormden ze de
school uit Er was dan ook iets h jzonders
gaande. Een heel gewichl ge gebeurtrbia.
De oorlog was verk'aard aan ten ander
nnbjge'e'cn school.
Z ohier do reden waarom het zoover ge
komen was: den vorigen aag hadden de
scho'en tegen e kaar gesneeuwbald en b'j
die gelegenheid had een jongen, inplaate
van een sneeuwbal een stren gebru k\ en
daarmee een jongen, van do tegenpartij
aan 't hoofd verwond
Dat was een gemeene st-eek, we'ko ge
straft d ende te worden. Een ultimatum
wis* gevolgd, maar de tegenpartij ortkendo
alle schuld En zoo was he' helaas
tot een oorlogsverklaring gekomen.
En nu, na 't uitgaan der be de scho'en,
zou het tot een vechten komen De jongens
wapenden zich met stokken, knuppels,
stoenen enz. A'leen een aanvoerder had
den zij nog noodig.
..Jongens", zoo r ep men van a:'e kanten
„daar komt Flores Verheijden voor in aan
merking. Hij kan het bes e vechten."
En allen verdrongen z'ch om Flores, die
maar we nig had te zeeeen om aanvoerder
te z jn. H j was cogenblikkelijk de held,
van hem had men groote dingen te ver
wachten. Flores nad zelfvertrouwen ge
noeg om deze'fde gedachte te hebben Hij
zou do jongens eens laten zen, hoe hij
vechten kon.
De oorlogzuchtige stemming bereikte in-
fvssehen haar hoogtcpuut. A'lo jon~cns
der hoogste klassen schaarden z'ch in ge
lid en gozamen'ijk trok men door verschil
lende stralen onder het z neen van aller
lei oorlogzuchtige liederen, in de richting
de" vijandelijke school.
Flores, die voorop liep, gevoelde al het
gewicht van zijn aanvoerderschap: hij was
een graaf Flores V ge! jk.
Plotse' ng vertraagde de troep zijn gang.
Men werd de vijand gewaar en do moed
zakte merkbaar.
De v jand h eek achter uit niet meer dan
tweo jongens te hes'aan. Alle andero wa
ren reeds naar bu:s.
..Daar is groote Daan b:j", zei Dirk
M jndert, die den steen in 't gezicht had
gekregen.
„Ik ken hem niet", antwoordde Flores.
„Nu'', ze D'rk, „hij is de aanvoerder
van den vijand. Je moet met hem oppas
sen. H:j kan zwemmen en duiken als een
haai, klimmen als een kat en vech'en als
een neger. Alle jongens zijn bang voor
hem."
„Maar ik toch n'et", gaf Flores ten ant
woord. „Je zult eens z:en hoe bang hij is."
Flores zag nu in het midden der straat
twee jongens naderen, een grooten, of lie
ver een langen en een kle neren jongen.
De lange jongen keek met een onve schil
lig gezicht naar den troep. Toen Flores
ophie'd glimlachte hij en vroeg:
„Wat spelen jull'e?"
Flores echter zette een streng gez'cht en
zei bits: „Wij spelen niet. Het is ernst.
Julhe z jn gevlucht, maar we zullen jullie
morgen we! krijgen."
„Ik weet niet wat we er aan hebben",
zei de lange, ,maar a's jullie vech en
wilt
„Jull'e z:jn groote lafaards*, viel Flores
Jn. Nu trad de kleine jongen naar vo.en
en boet Flo^s toe:
„Jij hebt een grooten mond."
„Houdt jij je er maar builen", ze: Flo
res dre:gend, ,a,nders loop het niet goed
met je af."
De jongen haalde als antwoord een grif-
feitje uit zijn zak en lag bet los op zijn
linkerhand.
„Durf dat gr f feit je eens uit mijn hand
te slaan", zei hij
F ores aarzelde n et en sloeg het uit zijn
hand. Doch h:j had meteen een geduchte
«lag ;n 't gelaat gekregen.
„Je begint onverwacht", zei Florea.
,,Dv is gemeen."
„Pas op", waarschuwde Dirk Mijndcrt.
„Je vecht met „Groote Daan."
„Ik zal tot drie telen," zei de tegen-
part j, „en dan vallen we aan."
Alle jongens waren in spanning en keken
zwijgend toe.
Er gebeurde iets ovcrwachts. Voot F'o-
res het good w st lag h-j op den grond en
werd h:j onbarmhartig afgeranseld. De
k'e:ne jongen was hom geheel de baas H:j
vc loor «chandel'jk Toen hij opstond had
h j om genade moeten sraeeken en hij zat
vo' hu Ion. En dat was geschied ten ann-
schouwo van alle jongens der «chooll Zij
lachten hem hardop uit en voor groote
Daan (want dnt was de kle'ne jongen) was
men een en al bewonder ng. Flores barst
te :n /enuwacht g gesn:k uit. Nog nooit
was hij zoo vernederd.
's Avonds kreeg li j geen eten thuis, om
dat' h j gevochten had, maar toen hij in
zijn bed'e lag zweerde hij z:ch op Groote
Daan te zul en wreken, op welke manier
dan ook.
Verscheidene dageu verliepen, hoewel
het nog vo'op w'nter bleef. Flo-es had
groote Daan niet meer op z jn weg on moet
mêar zijn w;ok bleef nog even groot.
Een paar nachten had 't hard gevroren
en toen de school u"tg:ng liepen de jon
gens natuurlijk hard naar de grachten om
het ijs s'uk te loopen.
Do iongens die het beste durfde „ijsjo
loopen" waren bekend en ook d:e :n 't ge
heel niet op 't ijs durfden. Dezen waren
slechts meegeraan om te zien of er ook
een door zou zakkdn.
Een troop jongens, waaronder ook onze
Flores, probeerde gezamen'ijk het ijs s'uk
to loopen. Het ijs kraakte en boog tot het
tenslotte In schollen en stukken afknapte.
„Nog eens met elkaar erover", schreeuw
de F'orcs in dolen overmoed.
Maar niemand antwoordde hem. Allen
zwegen. Het was tc gevaarlijk.
„Jull'e durven niet", riep Flores.
„Je durft ze'f ook n et," rep er een.
„Dat zul je zien. Daar ga ik dun!"
F ores nam een aanloop, sprong, maar
tranle on"oluk:gerwijzo naast een schol,
verloor rijn evenwicht en ging kopje on
der.
Een gil, oen geroep van jongens en het
koude water d ong hem in neus en mond,
het verstomde zijn hulpgeroep en deed
hem hot bewustzijn verliezen.
Tren Flores weer tot bowas'z'jn 'kwam,
lag h!j thu s in bed. Zijn moeder was bij
hem en vroeg hoe h j zich gevoeldo.
„Een beetje misselijk cn pijn in m'n
hoofd."
„Maar stil blijven liggen," ze' Moe. „Je
zu't dan weer gauw b"ter zijn."
Flores had verwacht dat zijn moeder erg
hoos zou zijn. Maar z'j sprak geen woord
over 't geval. Doch in d^n namiddag, toen
h j uit het bed mocht van den dokter, zeide
zijn moeder:
„De jongen die je zoo moed-g gered
hee't, zal ik zoo binnen la'en. Je mag hem
dan wel eens goed bedanken."
Flores was nieuwsgierig w e die jongen
zou zijn. En heel veel jongens kwamen 'n
z'jn gedachten. H:j noemde de namen op
van de jongens. Maar z:jn Moeder s^hud-
do steeds het hoofd Daar werd gebeld.
„Je zu!t het nu spoedig weten", zei zijn
moeder.
Een oogenblik later werd de deur ge
opend en -groote Daan trad binnen. Nu
was Florea spoedig geheel zijn wrok ver-
ONZE PRIJSREBUS.
Onze prijsrebussen mogen zich In een
steeds grooter wordende belangstelling ver*
heugen. Het aantal inzendingen der laatste
twee rebussen bedroeg 264, wnnrmodo dus
het vorige aantal aanmerkelijk overschro*
den werd.
Jammer echter, dat wij ook dezen keef
weer eenige inzendingen van de loting on»
de prijzen moesten uitsluiten, om onna uw*
keurigheden bij het oplossen.
De goede oplossingen waren:
A. Kinderen en dronken mer^ehe* leg
gen de waarheid.
B. De kruik gaaf te water rnotang tot
ie harst.
De voornaamste fouten troffen wij aan
in rebus B. waar meerderen hadden opge
lost: do kruik gaat zoolang te
ter tot le barst en anderen/
de kruik gaat te water zoo
lang tot le brpekt: d^» de ge
barsten schilderij werd niet het woord
breekt, doch hot woord barst weergega*
ven.
De prijs voor rebus A een luxe dno«
zeep verkreeg bij lnMng IT d«
Gmaf. Lage BHndiik 4 te Leiden, dj.» voor
rebus B eveneens een luxe d^s zeen
Gnth. Slingerland, Hooge Rnn-"*- F 50 te
Zn^forwnudo
Beidpn kunnen hun pri's -n>sten asn
ons Bureau Ranenhnrg 10. D'^sdagmid*
dn<r a.s. tusschen 3.80—4.30 uur
7no men toezending der wensrhl
gelieven do winnaars ons dit cvn te be
richten.
ge'en. Dnnn. ziin rrrontslo v'innd had hem
g^red. fp-wijl zoovelen rjner v-'on den Ie*
eenwonrd:g waren geweest! TT'bedankte
Baan heel vr'endel'ik en zerd« -"rlaneend
te z'jn om met b"m roede vrinrv'r»n fp wor
den voorlenn En dat is gpVnu-d. FIore«
en Daan slo^n vriewl<"^mn c" dnnT was
Floras wat MM orr TT'i hoe'1- nok n'e(
meer hane 'e we-'cn voor nn','"•', 'engens,
want dan kon hij op Daan re' "**'"1
P Anecdoten.
gfc^. A3
Een slaapmutsje.
Goed geslapen, meneer Jansen, zegt
mevrouw 's morgens togen haar ecnvoudi-
gen gast uil den Achterhoek.
Jaowel, mevromy Maar die warme
kruik in lied, dat was dunkt me niets.
Niet warm genoeg meneer Jansen?
Wel en ik heb zoo gezegd...
Npp, mevrouw. Warm was alevul.
Maar daar was niet in Of het was veula
to slap.
Een tegenvaller.
Hoe oud achat je mijn aanstaande?
Dertig jaar.
Weet je dan niet, dat men or bij de
dames altijd tien jaar afrekent?
O, dat heb ik al gedaan
Het ge7ag.
Dokter (na het eerste on"de»-zonk tot do
vrouw van Willemse wier echtenoot door
een motor is aangereden): Tk vrees, juf
frouw, dnt uw man ernstig gewond is, en
hef er niet levend nf zal liree"en.
Willemse (zwakjes): Neen.'ik ben noi|
niet doodt
Z'n vrouw: Houd je mond, Dirk, do
dokter weet het heter dan jij.
Verschil Jn klassen.
Do vreemdeling, die plaats had geno
men in rlen rn'mmelenden omn'hue, wel
ke hot eenige middel van vervoer vormde
tusschen de twee plaatsen, was verwon
derd, toen de conducteur vroeg of hij een
biljet eerste, tweede of derde klas ver
langde. Doch het geheim werd hem ont
raadseld, toen de bus na een kwartiertje rij
den tegen een tamelijk steile helling op
moest, en de conducteur riep:
„Passagiers eerste klasse blijven zitten,'
tweede kl. uitstappen en meeloopen: der
de klasse uitstappen cn helpen duwen."
Zoo men 't neemt.
Vader (tot zijn zoon, den student): „Maar
Frits, kunt ge dat hicrdriDkcn niet laten
terwijl gij studeert?"
Zoon: „Integendeel, vader, ik kan lmt
studeeren niet laten, terwijl ik bier drink."
Een goed echtgenoot
A.: 't Is toch allesbehalve moei van je,.'
dat je eiken avond naar de sociëteit gaat
en je vrouw alleen thuis laat zitten."
B.: „Beste vriend, mijn vrouw is nooii
alleen; ik heb haar een mooi hondje ge-,
kocht."