ONS IDüBUD. niet geschieden bij regenachtig weer, wanneer de dieren doornat zijn gerecrenrl. De dikke haarvacht is dan nat en vuil, en het gevaar is dan groot dat huidaandoe ningen ontstaan, die het dier lang blijven kwellen. Vrtór de beesten worden ongesteld is het zaak de hoeven eens na te zien, inzonderheid thans, nu het mond- en klauwzeer weer hecrseht. Men stuit of voorkomt hierdoor .ontstekinesprocessen. In den stal missen de dieren alle beweging znodah er van een regelmatige afslijting der hoeven als bij den weidegang geen sprake is, en er zoo licht een wanverhou ding ontstaat tussehen afslijting en groei, waardoor tegen het voorjaar de stand van het dier voor goed bedorven kan zijn. Tiet onderzoek der hoeven late men derhalve vooral niet na. Tn het najaar, en zoo lang het in den winter „open weer" is, worden er heel wat hulpmeststoffen uit gestrooid: niet het minst voorzeker Tho- masslakkenmeel. De Directeur -van het Proefstation te Maastricht,'waar men de aangekochte meststoffen kan laten onder zoeken, waarschuwt in een circulaire te gen minderwaardig Thomasmecl, dat in den handel is TTot gehalte van phosphor- zuur is bij Slakkenmeel zeer varieerend: men vond in monsters, genomen uit één partij, gehalten uileenloopende van 7 tot 13 en meer dan 18 procent! En het ge halte aan fijnmeel, waarvan de werking van het phosphorzuur in hooge mate af hankelijk is, varieerde van 74 tot 84 pro cent. Of het dus ook zaak is het Thomas- meel dat men koopt te bemonsteren, en zorgvuldig, zoo goed mogelijk over de ge- beele partij te- bemonsteren. en aan het Proefstation te doen onderzoeken! "Wie dit niet doet, weet niet waf hij krijgt. In den tuin: Het oogsten ging tot nu nog voort, maar loopt thans ten einde J)e opgebonden andijvie brenrt men als het meer gaat vriezen, naar binnen op een droe-p, vorstvriie plaats, waar men de struiken ophangt na ze te hebben ontdaan van de vuitp en rottende bWl^n Geregeld wekelijks ziet men ze na om het rottende blad weg te nemen: aldus bewaard, kan deze groenten wel duren tot Februari. Wortelen, koolrapen, bieten schorse- noeren, rammenas en knollen kan men be waren in schuur of kelder, in het zand, een laagje wit zand tussehen twee lagen wortelgewassen. Door afdekking jjipI stroo moet men in de schuur de vSrst buiten sluiten. Ook buiten kan men ze inkuilen als het water niet te hoog in den grond zit: men dekke den kuil af tegen indrin- ppndp vorst met loof. en zore-e, dat het regenwater kan nfloopen, door b.v, op de bladeren een luik te loggen Uien en sialoffon beware men op een dro^e plaats: vorstvrij behoeft ze niet een te zijn, maar droog is een vereischte. Prei en struik- selderij kan men huiten opkuilen: met loof bedekken, dat men echter verwijdert als het niet vriest. Knolselderij wordt in wit zand gekuild, met de kleinste helft in 't zand, het overige ongedekt. Yan het loof wordt een weinig behouden, gewoonlijk het binnenste hartje. Dit in tegenstelling van de andere wortel- en knolgewassen, waarbij het loof geheel wordt verwijderd. Daar zijn dit jaar nog al noten geoogst. Wie geen noteboom heeft, koopt nu van deze gezonde vruchten. Dr. Munoz beveelt het gebruik zeer aan, vooral bij bloedar moede, bleekzucht, vermagering, klierach tigheid, enz., bij welke ongesteldheden hij goede resultaten er van zag.feWic een paar malen daags acht groote noten gebruikt, zal spoedig, na enkele dagen, de goede uit werking er van zien in een frisschere kleur van gelaat en de lippen. Van nature vol bloedige menschen mogen de noten niet degelijks gebruiken. Vaste planten ko men in verschillende burgertuintjes voor, omdat ze in den winter buiten kunnen blijven. Toch kan men enkele niet geheel onverzorgd laten. De pioenroos b.v. die in 't voorjaar al vroeg bloeit, geve men een weinig bedekking; de Rhododendron beeft voor de vorst geen bepaalde dekking noo- dig, maar eenige' beschutting tegen den scherpen noordoosten wind is wel ge- wenscht, b.v. door een rietmat, terwijl een laag lbof om de wortels ook aan te beve len is. Een bedekking van het Welriekend Viooltje is ook dienstig, wanneer dit bloempje in Augustus verplant is Bij deze verzorging kan men reeds in Maart of April van de heerlijk riekende bloem pjes genieten. TWEE OF DRIE? CUit den tijd der Kloostervervolging in Frankrijk). Het was een mooi geelachtig Christus corpus van ivoor; gebruind door den tijd en de vereering van onze moeders. een Christus met een zachten blik en die zijn armen wijd uitspreidde als om alle on gelukkigen te omvatten. Van af zijn kruis van eikenhout had het de geschiedenis der laatste drie eeuwen meegemaakt. Voor dat crucifix hadden de novicen den vorigen dag nog op het punt van vprtrek hun geloften afgelegd: en de monniken schreidden aan zijn voet hun smart uit over de komende verbanning. Op Goeden Vrüdag kwam de heele be volking der streek dat kruisbeeld vereeren, geknielde rrouwen hogen zich over het rood fluwepVn kn^snn. waarop het lag tentoongesteld en lieten door hun kleine kinderen de voeten nf de doorboorde zijde kussen, en al de ouderprr, zij die reeds zijn heengegaan bedden voordat zij de kerk verlieten, gebeden: Sta ons bij. 0" die wist te stervenl Hoe was dat kruisbeeld ontsnapt aan den dollen waanzin van den diefstal en aan de hebzueht van de Iikwidateur? Mysteriel. Bii sornmiTe ineenstortingen vin^t men somtijds heel broze voorwerpen die onge schonden blijven. Dat was hier het geval. Den vorigen nacht was de Iikwidateur vertrokken, met opgepropten uitpuilende zakken, terwijl hij drie wagens vol beelden, gebeeldhouwde banken, kerkornamenten, biechtstoelen enz. had meegenomen. Het kruisbeeld ingepakt in kranten was achter een kachel blijven staan, ver geten. Het werd gevonden door den herbergier van het dorp.... de herbergier, dio voot een kleinigheid de kapel had gekocht, en die de papieren wegvegende om er z'n ton nen in te kunnen plaatsen met zijn veger het kruisbeeld aanraakte dat midden in het koor kwam te liggen, 't Was 'n mooi geelachtig Christus corpus van ivoor, ge bruind door den tijd en de vereering on zer moeders.... de Christus met den zachten blik en die zelf op den grond, in de stof Ziine armen uitspreidde tot alle onge- lukkigen. Het eerste wat de kroeghouder had ge daan was het kruisbeeld verbergen in een leege ton. Maar hij krpeg gewetenswroeging: de vrees van ontdekt f,e worden, en den vol genden dag zeide hij tegen den Iikwidateur: Zeg eensik heb een Onzen Lie ven Heer gevonden. Zoo, zei de ander. De herb^rier stootte hem familiair aan met den elleboog. Je zult het mij wel cadeau doen hé? Laat het mij eens zien?.. Tk heb het gevonden, daar.tegen den mmit. De fiscus neemt het kruisbeeld, voelt hoe zwaar het is, gaat met den nagel door de rpeties. beschouwt aandachtig de voeten, de hmden, de aansluiting van de armen aan do schouders, krabt met zürt pennemes over brt ivoor aan den achterkant. Ik hoh de kanel gekocht met- een b'liet van duizend 1 merkt de herbergier ongerust op. Zeg, hoklaag jij ie nor! Ze is wel vijf eu zeventig duizend waard!.... Och! Ja zeker.viif en zeventig duizend en dat tq nn" laag geschat! Dat noórut niet weg, dat een biljet van dm'zend francs toch ook geen kleinig held Is!.... De Iikwidateur overlegt bij zich zelf. Dan opeens. Houd het maar. maar dan moet je mij een Me li fors hraudewün eeven.... .Ta, dit kan ik wot doenl Hu dan., accoord! Fn hii stuurt dou dorooting weg, wel we- toud, dat or) het oon-ouhlik alle antionairs huu w'ut-otq vot hrtVbon mot vromo d'uoon dat dp étalages van de groote Jond- sehe maoazimen volgepropt staan met rolipksoh-riinondat men de fauteuils dor rooVkampv van die en die afgevaardig de hel-loedt m^t do r^aokfi^qto Travnifolq. dat bij Jole al Madonnabeelden stonden in elk van zijn kamers en dat wel beschouwd, kruisbeelden zelfs een als dit, niet veel meer waard zijn vanwege de groote hoe veelheid die men had gestolen. En toch was dit een mooi geelachtig Christus-corpus van ivoor, gebruind door den tijd en de vereering onzer moederseen Christus met een zachten blik en die zijn armen uit spreidde voor alle ongelukkigen. De kroeghouder kwam terug zijn pijp rookend, terwijl hij het kruisbeeld als een jachtgeweer over zijn schouders droeg. Zoo stapte hij zijn herberg binnen. Goeden avond samen!.... De zaal was vol wegens den regen die niet had opgehouden te stroomen den hee- len langen dag. De meester speelde kaart met de boeren; andere stonden te dispu teeren; 'n tiental nieuwsgierigen omring den het biljart, vol bewondering voor de geleerde caramboles van den opzichter der wegen. Het kruisbeeld baarde opzien. Wat heb je daan bij je? riep de mees ter uit, terwijl hij ging staan met de kaar ten in de hand. Kijk een.ouwetje. f En op het groen laken van het biljart legde de herbergier het kruisbeeld neer. Allen kwamen naderbij; eenigen maar toch slechts énkelen met oogen vol haat; anderen uit nieuwsgierigheid; bijna allen uit menschelijk opzicht, eigenlijk ver- driette het hen, maar ze durfden niet pro testeeren uit vrees te worden uitgemaakt voor „stommerikken'' of voor „vuile pa pen". Waar heb je dat vandaan gehaald?. Uit mijn nieuwen wijnkelder.... Misschien om er je gebed voor te ver richten?. Ohl hé, hé!.... hé, hé!.... Ja zie je, ik zou werkelijk eens niéuws gierig zijn dat eens te zien. Door den dik ken rook, die het vertrek vulde, schaterde grof gelach, dat lafheid moest bedekken. De meester echter bleef bii ziin idee: Laat eens hooren.Zeg nu eens je gebed op!.Vooruit!.Wie kent hef? Niemand?.... Kyrie eleison!.... Goede hemel!.... Dominus vobiscum!. Niemand? Vele herinnerden het zich nog heel goed. Zelfs eenieen moesten dion avond nog bidden met hun vrouwen bij de wieg van hun kindertjes.... Maar het „Onze Va der" opzeggpn voor dat heele gezelschap zou hen te veel doen blozen want het „Onze Vader'''denk' eensl. Maar zeg u wat je er mee gaat doen? hield de meester aan. Raad eens? Je gaat het verkoopen? Neen, dat schijnt niets meer op te brengen?. -Wat dan?. Ik heb een ideekijk eens, naar deze ballen. En bij nam drïe biljartballen hand. Zijn ze niet vreeselijk Ze rollen als kiezelsteen. Ja werkelijk, dat zou geen 0Tfu luxe zijn! Welnu, ik veronderstel dat |j dat stuk ivoor er zeker twee van kan laten.... misschien wel drie., zullen eens meten Een van de gasten geeft hem het h beeld terug en hij probeert de drie i te doen houden tussehen de schond, den lendendoek. Maar de weg-opzichter protest^ Drie hallen uit dat kruisbpeld) die kunnen er niet uitHoogste^ en nog! Ik wed van drie! Ach jij wed van drie? "Weina beste jongen, dan wil ik met je om een liter fijnen witten wijn of 03 rondje absinth Aangenomen!.... Gedurende dien tijd ging het kmi van hand tot hand, werd gewogen, voelde hoe zwaar het was en een 1 glimlach speelde op het gelaat 1 onderwijzer. De wegwerker, die van 1 verhoogïng droomde was voor de wéironziehter. Maar de waard geen duimbreed. En ik wed van drie! Ontdaan keken de boeren in itlfe het Christus-cornus, waarop men 1» trok met het biljartkrijt. Want het was een pronte en mooli tus, geelachtig, gebruind door de en de vereering der mopdpr.s tus mpt heel zachte oo^nn. met arnw open voor alle ongelukkigen Eft zii herinneren zich mis^hitj in hun innerlijke ontroering uithui! ger jaren een Goeden VrndagavonJ ook zii. met de oudjes en d<» grnntin vol liefde hun lippen hadden gedn de voeten van dien Christus. PTFRRE TTRlfl HET VREDESWEED De wonderen volgen elkaar zoop in een groote stad, dat het lezend j en Johnny Bellchambers' vrienden heelemaal niet meer verbaasd orer toen hij een jaar geleden zoo nlotspfit dween uit de maatschappij en opi« verklaarbare wijze. Dit mysterie Is 1 gelost, maar de oplossing is zoo 11 lijk en zoo moeilnk in te denken du brein van den alledaiagschen mens alleen een paar van de uitvprkorpm geregeld mpt Bellchambei-R i" eontss men, bet zullen kunnpn bei-riinen. Johnny Bellchambers hehooriM echten besloten kring van de ..élite', def nu juist een buitengewein p»erl Hik vertoon van weelde on BESCBRIJV'NG DER PLAAT. No. 301. Houdt uw kleed:ng eenvou- «Dg: daarmee bcre:kt ge doorgaans het meest Let eens op hoe o'mnel en toch ohigne bovenstaand model is: men kan het maken in zwarte cêne maroca-in. Hrt rugpand is recht, terwijl van voren de lengtp in tweeën gedeeld is door een ge- brijen 'ait'pnaad Tn de be'de zijnaden van den rok worden lange puntvornrge stuk ken gezet waardoor de op de 'eekenug aangegeven groote ploo' ontstaat Onder de armen, aan weerskanten van den z'j- naad, brengt men een gauieerng aan van twee in oud goud geborduurde strooken dio in de heifpen tot een ruitvorm ver werkt zijn eu eindigen waar de groote ploo? begint De kleine ronde halsopening wordt voorzien van een kraagje, dat men eveneens garneert met een strook der oud goud broderie. B:j deze rok kan men goud- ge^ kousen dra "en met zwarte sch oenen van peau de suède Paeroon f 1 35. No 302 Een chique manteltje voor mesjes van 8-«-12 jaar. Men neme voor de stof muisgrijze velours de ladne. Het model wordt naar onderen wat wijder ge knipt, zoodat er een eenigszins klokkende vorm ontstaat. De heide zakken vormen stronken die tot den zoom ziin dooTee'mk- ken en daar gegarneerd met opnossum bont. De mouwen hebben naar onder een kVine verw\id;ng: dp kraag is siaal-model met een strook ie bont van achteren. Do ehrt'ng heeft plaats on een Wie. s'orover- trokken knoop. Behalve met een laarie ■wa Urine, voert-men de mantel mot rose, on jphloemde voerziide. Een hoed in een felle kleur vTt zal goed staan bij deze mantel. Patroon f 1. No 303. Een fraa.ie wintermantel van gpeofplcerde velours de laine „bleu" de tint die naast paars het meest in de mode is. Vanaf de hennen naar den zoom. z:in in de he:de zijden groote stronken. die naar beneden Vee-der worden, ingezet, zoodat er een eenvoudige Vokvorm ont staat: de Wvenste gedee^en dezer stronken rijn gegarneerd met een bijpassende pis- eementerie en vormen tevens den ingang der zakken wier boven 1; in eenigszins naar achteren helt. Dezelfde passementerie komt voor aan het ondereinde der mou wen Wven de bontgarneerdng De<ze laats'e bestaat evenals de kraag uit bever o'f de iimmitnlie hfpTvan, zich noemen Te beve- Tofto. Bii dezen mantel-past een hoed van vilt in dezelfde tint bleu. Patroon f185. No. 304. Zeer elegant, deze robe van bruine kasha. Zij bestaat uit twee déelcn die in de taille aan elkaar gevoegd zijn, zoodanig echter, dat de zoom van de blouse eenige centimeters los over den rok valt. Deze laatste heeft geen andere noe menswaard ighcid dan de stolpplooien dio op regelmatige afstanden rondom aange bracht zijn. De blouse heeft twee sluitin gen één bij de halsopening op de linker borst en de tweede rechts onde-aan: zij zijn met een gouden tres omboord en voor zien van gouden knoopjes. De hnlsopen:ng is ovaal. De mouwen zijn recht en van onderen met de goudtres gegarneerd. Een bruine vilthoed zal het best met dit costuum samengaan. Be'ge tot bruine kou sen en zwarte of donkerbruine schoenen. Patroon f 1.35. No. 305. Een eenvoud5ge maar zeer fraaie avondrobe van o'djfgroen crêpe de etrne. Hét is oen rechte vorm d:e, wat be treft het rokgedeoHe, gegarneerd is met vier gedrapeerde volants: van voren, van achteren eu in de zijden. Deze volants ontspringen aan rechthoekige, gefronsde stukken,- welke ingevoegd worden en langs de kanten netjes afgewerkt. Dezelfde frons- garneering zien we ook op de schouders; het voorpand van het l'jfje wordt h:er een:gszins aan „opgehangen" waardoor enkele schuine plooien ontstaan. De mou wen moeten zeer nauw aansluitend z:jn. Men kieze gri js-rose kousen en bijpassend groene fluweelen of satijnen schoenen bij deze robe. Patroon fl.50. DE WINTERMANTEL. De modellen der winter-mantels zijn niet erg verschillend van die. welke wij in den nazomer zagen dragen. De meeste zijn klokkend, hebben een streng-gladden rug, docb een meer bewerkt voorpand en met knoopen en bont versierde zij-banen. Zij hebben heel dikwijls een ceintuur, doch Mina nooit rondom, maar slechts gedeel telijk, het zij van voren of van achteren. Deze ceintuurs zijn meestal van de stof van den mantel zelf. De zijwaartse!)e slui ting wordt ook aan den wintermantel toe gepast, daar deze wijze van sluiten haar practische zijde heeft met het oog op de rechte lijn en door de voorbanen gedeelte lijk over elkaar vallen, ook de warmte be vorderd wordt. Op deze mantels prefereert men bontgarneering. Wordt de mantel van voren gesloten, dan geschiedt dit op de hoogte der taille. Soms bevindt zich nog een knoop-sluiting aan den kraag, zoodat deze hoog gesloten kan worden. Bij deze mantels, draagt men sjaals van wollen of zijden weefsels, ook dikwijls van een samenstelling van beiden. Raglan- mouwen staan weer op het program, doch evengoed ziet men veel gewone mouwen met een wijder-wordend ondergedeelte. Bontkragen en -manchetten worden al tijd, als zeer chique garneering gewaar deerd. Er is geen seizoen geweest waarin zooveel bont gedragen werd! Op ieder bo- venkleedingstuk kan men bont aanbrengen altijd zorgende dat de tezamen gedragen klcedingstukken dezelfde bontgarneering hebben. Tweed-mantels, de heerlijk wol len stoffen zijn bijzonder «gewild, vooral met een garneering van bont in de kleur van vos, eekhoorn of marter. Be zeer comfortabele soorten li ebben een -geheele bontvoering van een der genoemde soor ten, wat den meestal een imitatie is en afkomstig blijkt van het konijn. Er wordt veel werk gemaakt van het verven van konijnenvellen en de resulta- ten zijn van dien aard, dat ILans voor ieders beurs de nieuwste bontsoorten be reikbaar zijn, daar in elke gewenschte kleur geverfd wordt.- ANNIE M. M. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 ceni porto, aan het Comptoir des Patrons. Molenstraat 48 B, Den Haag De maten op te geven volgens nevenstaande teekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 12