„BE CI VM DEN HERB
lach). Als do hoeren Colijn en Nolens bij
een zijn, dan kan de eerste tot den twee
den zeggen: du hast, Diamante und Perle,
moin Liebchen was willst du noch mehr?
(Gelach).
Er is een spreekwoord dat zegt: het is
goed riemen snijden van een andermans
leer.
De heer B r a a t: Dat kennen ze hier
goed. (Gelach).
De heer L i n g b e e k erkent dat er meer
Katholieken zijn dan Lingbeekianen. Hij
betreurt dit sterker dan de heer Heems
kerk. (Gelach). Er zijn nog meer Protes
tanten, dan waarmode de heer Heemskerk
tekening houdt. Door het separatisme
wordt dit aantal zooveel kleiner dat de
1 Katholieken de grootste moot worden. Op
die wijze is de macht der Roomschen ver-
■terkt door de Protestanten.
Spr. kan dit ministerie niet steunen en
bij schaart zich dus bij H. M.'s meest
loyale oppositie.
De heer Marchant (V.D.) acht de
torpiing van dit kabinet niet volgens het
parlementaire stelsel geschied, omdat de
meerderheid der kiezers zich van den heer
Colijn heeft afgewend. De Troonrede is
Taag en geeft geen houvast voor de plan-
pen der Regeering.
De houding der Regeering tegenover de
Ambtenaren behoeft niemand te verbazen.
Spr. ontkent, dat zijn aanval, onlangs op
den Minister gedaan, een persoonlijk ka
rakter had. Alleen een politiek karakter
bad spr.'s aanval en niets anders. Men
beeft getracht spr.'s kritiek te denaturee-
ren en daaraan deed de Minister mede.
Het moest den schijn hebben dat spr. den
grooten leider smaad heeft aangedaan. Hot
onderscheidingsvermogen tusschen pri
maire personen en politieke personen is
Terloren gegaan. Als de heer Colijn per-
eoonlijk een belofte doet, weet iedor dat
hij die zal nakomen. Het ging hier ora
ambtelijke beloften, waarvoor do Regee
ring verantwoordelijk is, en het zou niet
meer mogelijk zijn critiek te oefenen op
een politiek persoon, als daarin altijd een
persoonlijke aanval wordt gezien. Spr.
boopt, dat de Minister niet zal volharden
met niet op spr.'s woorden in te gaan.
Minister Colijn: En toch zal dat zóó
Pijn, als gij uw houding niet wijzigt.
De heer Marchant (V.D.) zal alleen
tevreden zijn als de Minister verklaart, dat
bij niet andera kon handelen in 's lands
belang. De Regeering probeert zooveel
mogelijk van de moeilijkheden af te ko
men; reeds het feit dat ambtenaren moe
ten procedeeren tegen de Regeering is een
aanklacht tegen die Regeering. Het is en
blijft daartegen protesteeren.
Vervolgens critiseert spr. de belasting-
politiek. De belastingdruk is te zwaar en
de gemiddelde druk op de gezinnen is te
hoog. Door de indirecte belastingen is die
druk aanmerkelijk verzwaard en, nu er
lucht komt, ontlast men de rijkeren.
Uitvoerig behandelt spr. de vraag der
aflossing van crisisschulden, die hij zoo
spoedig mogelijk wil tot stand brengen,
terwijl minister Colijn daartegen is. blij
de veraeaigfngsDeiastmg li;
Spr. breekt zijn rede af.
t De vergadering wordt verdaagd tot he
den éép uur.
UIT BE PERS
DE NIEUWE KAMERLEDEN.
Het Vaderland schrijft een be-
Bchouwing over „De Novilii", de nieuwe
Kamerleden:
De nieuwe leden zijn 26 in getal, meer
dan Vi van do Tweede Kamer is dus bij
de laatste verkiezingen vernieuwd, een
feit, waardoor de bewering van Mr. S. v.
Houten geheel te niet gedaan wordt, dat
de Evenredige Vertegenwoordiging, mits
gaders de verhoogde vergoeding en bet
pensioen ons zou geven 100 députés ina-
moviblcs, die met een „beati possidentes"
zaten en zouden blijven zitten. Nooit toch
ls onder het districtenstelsel eepe zoo
groote verwisseling van de leden voorgeko
men.
Komt de tweede vraag: Is de Kam^r
door de laatste verkiezing er in gehalte al
dan niet op vooruit gegaan? Men heeft het
tegenwoordig toch steeds zoo druk over
het gehalte van de Tweede Kamer, dat
men er niet af kan zich deze vraag te
stellen. "Waarbij echter direct het bij velen
heerschend misverstand moet afgesneden
worden, dat men den eisch zou mogen stel
len, dat de Tweede Kamer uit enkel first
men zou moeten bestaan. In de eerste
plaats zou zij dan geene afspiegeling meer
zijn van het Nederlandsche volk, maar met
eene Kamer van enkel coryphaëen zou ab
soluut niet te regeeren wezen, want dan
zou niemand leiding willen aanvaarden.
En zonder een man, die in elke fractie de
primus is, als het kan de primus inter
zooveel mogelijk pares, zouden de beslis
singen van de Tweede Kamer zoozeer van
het toeval afhangen, dat óf niemand meer
de verantwoordelijkheid voor de regee
ring zou willen of kunnen dragen, óf dat
van de ministerieele verantwoordelijk
heid zuivere caricatuur werd gemaakt.
Maar zij, die het altijd zoo over het ge
halte van oriüe volksvertegenwoordiging
hebben, en vooral zij, die dat gehalte alleen
op peil zouden achten, wanneer zij zeiven
deel uitmaakten van de volksvertegen
woordiging, kunnen gerust zijn; do verkie
zingen van Juli 1.1. hebben ons heel wat
Kamerleden bezorgd, van wie niemand
kan zeggen, dat eene plaats in het Parle
ment hun niet zou toekomen. De Roomsch-
Katholieken kregen er Ruys de Beeren-
brouck en Aalberse bij, twee oud-ministers
en dan nog Prof. Veraart en Dr. Moller,
rector van de R.K. leergangen in Tilburg.
De anti-revolutionairen werden versterkt
met de drie oud-ministers Heemskerk, v.
Dijk en Bijleveld, De Christelijk-Histori-
schen met den oud-minister De Visser. De
"S.D.A.P. kreeg er bij Mr. G. v. d. Berg"h,
hot bekende Amsterdamsche Raadslid, de
oud-leden van de Eerste Kamer, den in
genieur Cramer, den leider van het N.V.V
Stenhuis, en den bekenden predikant A.
van der Heide; do Vrijzinnig-democraten
kregen de aanwinst van den oud-wethou
der van Rotterdam Mr. S. J. van Aalten
en van Mr. Joekes, van 1911 tot 1918 se
cretaris bij tramwegmaatschappijen in
Nederlandsch-Indië, later administrateur
bij het Departement van Arbeid, Handel
en Nijverheid. De Vrijheidsbond kreeg
als nieuwe leden Mr. P. Drooglever For-
tuyn, den oud-wethouder van den Haag,
Mr. Knottenbelt, den bekenden advocaat
uit Rotterdam en gedelegeerd commissaris
der N.V. Scheepvaart- en Steenkolenmaat-
schappij, en Walraven Boissevain, die
reeds van 1913 tot 1918 voor Amsterdam
VII in de Tweede Kamer zitting had. Wel
nu, hoe men ook tegenover dezen nu staat,
sympathiek of anti-pathiek, niemand zal
van hen kunnen beweren, dat ze hun
plaats in de Tweede Kamer niet waard
zouden zijn. Dit is niet bedoeld als on
vriendelijkheid tegenover de negen andere
nieuwelingen, maar slechts de constatee
ring van het feit, dat men van deze 9 op
de daden zal hebben te wachten.
Dat geldt in de eerste plaats voor de
eenlingen Mr. Arts, Lingbeek en Zandt;
ook dezen laatste noemen wij een eenling,
omdat hij geen lid is van een club, die uit
nemende leerschool voor een jong Kamer
lid, waar zooveel wordt opgestoken, wat
hij van Ds. Kersten nooit leeren kan, trou
wens een club van twee is geen club, tres
faciunt collegium.
De positie van eenling kan eigenlijk al
leen door een zeer eminent man vervuld
worden, en dan nog. Groen van Prinste-
rer zelfs heeft er weinig pleizier van be-
bit&f- jmost jïg als onhoud-
het roerend met ons eens zullen zijn,, dat
ze niet bij deze mannen vergeleken kun-*
nen worden, moeten wij daarnaast er nog
op wijzen, dat hunne positie vitieus is,
wat negatief. Het ergste is dit het geval
bij den heer Arts, die feitelijk zijn zetel
daaraan dankt, dat de familie Arts en
hare talrijke vrienden van oordeel waTen,
dat een Nederlnndsch parlement zonder
een Arts eigenlijk onbestaanbaar is. Maar
zulke vooroordeelen zijn niet van blijven-
den aard, en daarom had de heer Arts
van meet af aan zich moeten voornemen
zich zoo te gedragen, dat de Roomseh-Ka-
tholieke Kamerfractie hem in 1929 zou
hebben opgenomen, maar zijn begin bij de
Bioscoopwet was niet gelukkig.
De heer Lingbeek heeft zeker bij die
zelfde wet tegenover Heemskerk een goe
de beurt gehad, maar men leeft in politi-
cis op den duur niet van goede beurten,
en nog minder van zoo iets negatiefs als
het anti-papisme. Datzelfde geldt ook
voor den heer Zandt, van wien het twijfel
achtig is, of wij hem ooit zullen hooren;
wij 'hebben zoo'n idee dat de heer Kersten
hem niet aan het woord zal laten. De heer
Lingbeek zou verstandig doen zich bij deze
twee aan te sluiten. Dan is er nog de een
ling, de heer Lou de Visser, die wel sterk
staat doordat hij Rusland achter zich heeft
maar wiens positie thans reeds onder
graven wordt, en die, daar hij wat ont
wikkeling betreft, niet in één adem te noe
men is met de heeren Wijnkoop en van
Ravesteijn, het gehalte van de Tweede
Kamer niet verhoogt, wat trouwens ook
door de Communisten niet begeerd wordt
Ingezonden Mededeeling.
SPIEGELS en LIJSTEN
Morgen begint de Algeheele Uitverkoop
wegens uitbreiding. Alles moet weg
62 HAARLEMMERSTRAAT 62
Blijven over de Katholieken de heeren
Kampschöer, burgemeester' van Monster,
en Vos, landbouwer, en lid van de Pro
vinciale Staten van Noord-Brabant. Als
ze iets beteekenen zal dat wel blijken, als
het tegendeel het geval is, zal Nolens ze
wel in het gareel houden. Noch het bur
gemeesterschap van een dorp, noch het
lidmaatschap van de Provinciale Staten,
geeft in deze tijden eenige aanwijzing om
trent de beteekenis van iemand. Ook bij
den sociaal-democratischen heer Drop is
afwachten de boodschap; Parlement en
Kiezer vermeldt, wij dachten dat dit, nu
wij Leerplicht hebben, overbodig was, dat
hij L. O. heeft genoten en vroeger kuiper
en haringpakker was. Zeer zeker zijn dat
nuttige bezigheden, maar het geeft toch.
geen indice voor bekwaamheid als volks
vertegenwoordiger. Het niouwgekozen so
ciaal-democratisch Kamerlid W. van der
Sluis is als zoovele andere Kamerleden,
oud-onderwijzer; wij zouden veel van hom
verwachten omdat hij lid is van het be
stuur van de S. D. A. P., ware het niet
dat het booze vermoeden ons bekroop, dat
deze eereplaats aan hem, den landbouw-
medewerker van Het Volk, is gegeven, om
den landarbeiders aangenaam te zijn, van
wie nog zoo weinigen „bewust" zijn.
Eindelijk is Ds. Langman lid van de
Kamer geworden, doordat twee Christelijk
Historischen minister werden.. Wij weten
van dezen predikant van de Nederl. Herv.
Kerk niets, noch ten goede noch ten
kwade. Alleen wagen wij schuchter de
opmerking of zeven predikanten niet wat
veel is voor de Tweede Kamer, men kan
ook van het goede te veel hebben. En er
worden toch reeds te veel theologische de
batten in onze Volksvertegenwoordiging
gehouden.
Maar reeds nu staat vast, dat 17 van
de 26 novitii in de Tweede Kamer hunne
plaats verdienen, dat is meer dan 65 pro
cent. Lieb Vaterland kannst ruhig sein.
Wij zijn het er niet heelemaal mee
eens, maar er staat heel veel waars in dit
artikel.
BEPERKING PRODUCTIE VAN
GEDISTILLEERD.
Een oordeel uit den kring der belang
hebbenden over het rapport der Staatscom
missie inzake de productie van gedistil
leerd vinden wij in het W eekblad voor
den Handel inGedistilleerd enz.
van de hand van den heer H. F. L. de Wit.
Do- opdracht aan de Staatscommissie
luidde:
„Aan een onderzoek te onderwerpen
de mogelijkheid om zonder de industrie
te knakken, aan het branderij-, distil-
"dure riftim'fS"^Lt^okersbedTijf m an-
lijk na te gaan het vraagstuk, of ter
wille van de bestrijding van het alcoho
lisme mogelijk is de productie van ge
distilleerd, voor inwendig gebruik be
stemd, aanmerkelijk te beperken, indien
het kan op te heffen."
Do heer De Wit schrijft o m.:
Uit het overzicht van de handelingen der
commissie blijkt alreeds dadelijk, dat aan
gaande hetgeen onder ..alcoholisme" en zijn
omvang ware te verstaan, in den boezem
der commissie groot verschil van meening
heerschte; en dat het bestaan daarvan in
ons land puur als axioma moest worden
aanvaard, vond als vanzelfsprekend de
ijverigste pleitbezorgers bij de heeren der
anfi-alcohol-beweging.
Toen bij ministerieel schrijven d.d. 5
April 1919 waarbij naar mijn meening
op eenigszins orakel-aebtige wijze de Gor-
diaansche knoop werd doorgehakt te
hennen was gegeven dat de opdracht, bij
Kon. besluit gegeven- zich niet zon uitstrek
ken tot een onderzoek van het alcoholisme
in zijn vollen omvang doch
niet verder zou reiken dan het
Instellen van een onderzoek naar de pro
ductie van gedistilleerd, als voorgestaan,
door de antipoden van onze bedrijven, had
den deze het pleit gewonnen.
Wanneer wij nu eens aannemen,- dat het
drankgebruik hier te lande van zoodanigen
omvang is, dat drastische maatregelen ter
beteugeling uit voor de gemeenschap en
staat gebiedende overwegingen noodig zijn,
dan zou mogelijk het aanbevolen stelsel
praetiseh effect kurmen sorteeren. mits dit
de eerste zijn, die open kaart speel. Ik
vind 't hier, in Sans-Soucl *n hel. Ben jij
van plan, je nog langer door tante te la
ten koeieneeren?
Liza antwoordde niet dadelijk, keek
haar jongere nicht onderzoekend aan. Zo
wilde eerst zorgvuldig het terrein verken
nen. Daarom antwoordde ze voorzichtig.
Plezierig kan ik 't hier niet noemen.
H Is in een ziekenkamer nooit plezierig.
Denk jo heusch, dat tanto ziek is?
Ze denkt 't zelf wel.
Maar jij?
Nou, ik heb er geen zwaar hoofd in.
Ze overleeft ons nog allemaal.
Zou je dat denken?
Dat is zoo goed als zeker. Willen we
legen haar zeggen, dat we morgen allebei
weer naar Holland gaan.
Goed. ik stem toe.
1Geef mo de band er op.
Hier!
Toen werd er gebold. Tante Emilie
kwam op bezoek. De twee nichten gingen
naar beuoden, hoorden haar door de open
elaando deur tegen Tante Door praten:
Wol, wat, wel, wat je zegt? Heb je
zoo'n last van die twee? 'k WiT *t goed
gclooven, mentch. Doe ze de deur uit,
stuur zo naar huis. Die twee zijn niet ge
komen om jou, maar om d'r eigen te hel
pen. Doe ze de s'raat op en ik zal koenen.
Emilie, je eigen zuster, dat is toch 't
„naaste" wat jo bezit.
De twee nichten in de gang keken el
kaar in de oogen en in dionaeenen blik
lag 't besluit: „Nou blijven we!"
Maar toen ze de zieken-serre binnen
kwam, schrokken ze van 't bleeke gezicht
van tante, die achterover tegen do leuning
van haar stoel lag. Wat was er in dat
laatste half uur met haar gebeurd? Nu
speelde ze gr>on comedie moor. dat zagen
ze alle drie heel duidelijk. Janto lag te
steunen:
Ik word ineens zoo akelig. Laat me
eens drinken.
De drie vrouwen holden tegelijk naar
de slaapkamer, kwamen met twee glazen
en *n volle karaf aandragen:
Hier, hier, Dora! Op zij. jullie, com
mandeerde Emilie, ik ben d'r bloedeigen
zuster.
Daar moet hier een dokter komen.
Leg ze in bed.
Nee, nee, niet in bed, schudde de
zieke.
Ze moet, zei Emilie en een van jullie
moet de Geestelijke en den dokter gaan ha
len.
Wie van ons moet gaan? vroeg Liza
rondkijkend
Jij, natuurlijk, zei Emmy.
Da'9 zoo natuurlijk nog niet.
Maar, ga <fan toch, beval Emilie. Jij,
Emmv naar de Pastorie en jij naar Dok
ter Jamart aan 't einde van de Avenuè.
Ze moest de twee nichten met geweld
de kamer uitduwen, want de beide „ge
dienstigen" vonden 't 'n zeer onaange
naam idee, dat tante Emilie heel alleen
bij tante Door zou blijven. Maar ze gin
gen, er zat niets anders op. En na verloop
van 'n half uur stond de Geestelijke over
den drempel. De drie vrouwen trokken
zich terug in het deftige salon, waar ze
zacht-fluisterend onder elkaar den ernst
van don toestand bespraken.
't Was 't hart, enkel en alleen 't hart
besliste Emilie, zo kende haar zuster en
was altijd doodsbang geweekt voor drift
buien, want daar blijven zulke menschen
meestal in 't Was 't hart, zei ze nog eens
met nadruk, hoo kon de ziekte anders zoo
'n ernstigen koer nemen?
De dokter werd door René binnengela
ten en tante Emilie zei:
Ik ga m'n zoons waarschuwen. Ik
zou 't me zelf nooit vergeven, als ik die
niet aan haar sterfbed geroepen had.
Ze liep vlug de gang in, zette haar hoed
op en spoedde zich naar de overzijde,
waar 'n groote bloemenzaak was en waar
ze telefoneeren kon naar de fabriek.
Die gaat de erfgenamen halen, smaal
de Liza.
De erfgenamen van 't kapitaal.
De duvel doet 't altijd.... enfin, 't
althans nïet door fraude etc., zou worden
gesaboteerd.
Elk onbevooroordeelde zal echter moeten
getuigen, dat van zoodanig exces thans
wij leven in 1925 geen sprake is, terwijl
preventieve maatregelen al evenmin noo
dig eeoordeeld kunnen worden hij de voort
schrijding der sociale evolutie en ik het
den heer van Groningen (lid der Staats
commissie en schriivpr van een minder
heidsnota) nszeet dat Nederland reeds
spopdig aan dp suits der kleinste dankge-
bruikers zal staan.
De voorgestelde publiekrechtelijke be
drijfsregeling- waartegen ook op andere
gronden ernstige bedenkingen zijn aan te
voeren., al wordt daarbij zoo enthousiast
het nieuwe artikel 154 der Grondwet aan
gehaald. zal in het bijzonder voor de dis
tilleerderij-bedrijven- nog een hittere pil
blijken; en dat dan ook verschillende leden
der Staatscommissie bij bet uitbrengen
hunner stem voor het stelsel bet voorbe
houd hebben gemaakt, dat zij slechts het
principe ,.vi coactus" om 't zoer bijzondere
karakter der materie aanvaarden zonder
dat zulks als hun overtuiging op andere
maatschanpelnke terreinen kan gelden,
vind ik zeer bedenkelijk en een bewijs te
meer, hoe alle redeliikheid bij dp beoordee-
ling van de vraagstukken, welke terzake
van de gedistilleerd-fabricage en handel
zich voordopn, zoek is. Op zeer bijzondere
wijze heeft de commissie in de proeve deT
Bedrijfsregeling gejongleerd om er -,het
karakter eener directe overheidsbemoeiing"
aan te ontnemen (a?t. 32 inleidende be
schouwingen); daartoe dient een orgaan
nl. de Commissie van Toezicht welke-
als men de voorstellen aandachtig door
leest, zoowat alles te zeggen heeft; de Cen
trale Raad gevormd uit de afgevaardigden
der zich gedachte 4 bedrijfsgroepen, n. b
nog onder curateele gesteld door een door
de Kroon benoemden voorzitter, hangt er
vrijwel als franje aan en kan alleen de
uitvoering maar met onnoodige extra kos
ten belasten.
Als men leest, welke uitgebreide be
voegdheden die Commissie van Toezicht al
niet zullen worden verleend, slaat mij de
schrik om het hart.
Maar wat blijft er met dit alles nog over
van een quasi publiekrechterlijke bedrijfs
regeling? Dit Triumviraat de Commis
sie van Toezicht zal bestaan uit 3 leden,
te benoemen door de Kroon zal in een
geheel onafhankelijke positie van de be
drijven staan, echter (zie art. 32 inl. beech.)
wat hare tendenzen betreft door de aanbe
volen samenstelling geenszins neutraal
zijn. Nu, dat zal wel misdadig optimistisch
zijn, om daaruit iets goeds voor onze be
drijven te mogen verwachten. Hoe het aan
bevolen stelsel in de practijk zal werken
en ik herhaal, wij leven niet meer in oor
logstijden zal niet zoo eenvoudig zijn,
als de sub-commissies- die als geestelijke
vaders van het avant-projet ook al is
het goeddeels copulatie zijn te beschou
wen, zich dit hebben gedacht. Zeer terecht
?oert dan ook de heer van Groningen aan.
dat het doorvoeren van zulk een svstpem
in hooge mate bedenkelijk is, indien zulks
Ttl%5,firT^,aI,%nh^15SfK™eWUS,liin
Hoe ingrijpend de maatregelen in ons
bedrijfsleven dan ook zullen worden, indien
het aangeboden stelsel door de regeering
zou worden aanvaard, kan uit menig punt
der inleidende beschouwingen blijken. Zoo
komt onder punt 24 voor dat de voor lede
ren distillateur en iederen grossier vastge
stelde hoeveelheid slechts aan elk der hem
toegewezen afnemers-vergunninghouders
zal mogen worden geleverd en verder dat
de Commissie van Toezicht de beslissing
beeft over verandering van leverancier,
welk verzonk alleen toelaatbaar is, zoó er
klachten zijn.
Een dergelijke maatregel voor een go-
nots- en consumptie-artikel komt mij
uiterst verderfelijk voor en niet. in het be
lang der consumenten, die door het stelsel
toch al 7.00 worden geplaagd. Terwijl toch
het einddoel van het stelsel zou moeten
zijn het ranfsoeneeren van de gebruikers
het stelsel-Bratt zooals dit in Zweden
toepassing vindt beeft de Commissie
zulks buiten beschouwing gelaten, o.m we
gens het zoo impopulaire bonsysteem; van
dien ook uit de oorlogsjaren welbekenden
maatregel moest men dus niets weten. Men
plaatst maar lichen den café-houder of tos--
taurateur voor de moeilijkheid om zijn
clientèle te rantsoeneoren, iets wat 's mans
onderneming natuurlijk niet in populari
teit zal doen winnen, maar dat is juist
wat de geheelonthouders er mede won-
schen te bereiken. De Ingevoerdp gedistil
leerde dranken zullen aan dezelfde bpna-
linnen ondorTrorT^rt zi>'n pi ponTiicfiq^h 700-»
Keï rappor!gevaar voor botsing met v.
staande handelstractaten is vermede
want: „de invoer zélf wordt echter niet l/
perkt" (pag. 9). Wat meer wordt iJT
voerd dan als toelaatbaar mag worden ver
bruikt, komt dus in een museum. H
De ongewenschte overdrachten handelij
drankbonnetjes, zooals zulks in Zweden
kan voorkomen, heeft men in het rapporf
overgebracht in een overdracht van ran!,
soenen onder hooge goedkeuring van hel
almachtige driemanschap. Of dit in
practijk niet tot ongewenschte verhoud®,
gen zal leiden, laat zich gemakkelijk raden.
Ingezonden Mededeelinp.
OEGSTGEEST.
Bezoekt Zondagavond
In „Si. WILLIBRGRD".
AANVANG 8 UUR.
Plaatsbepreking nk de Vroeg- en Hooguj
WIT l*E OMGEVING
mk(J
RIJNSATERWOUDE.
Gemeenteraad.
Het geschil over het electricitelv
contract nog niet opgelost.
De Raad der gemeente RijnzaterwooJ
vergaderde gisteravond te tien uur. Aas
wezig zonder kennisgeving de heer M. tu
der Zwan. Voorz. de Burgemeester.
De voorz. opent de vergadering mg, 3
bed De notulen der vorige vergoden
worden gelezen en goedgekeurd.
De voorz. deelt mede, dat thans overs
gaan zal worden tot behandeling van j
ingekomen stukken. Spr. zou dan wiHa
lerüggaan naar de vorige Raadsvergai
ring, waarin eenige vragen gesteld were'
door het raadsl d den heer Visser, in re
band met eene mededeeling in „De I9
sche Courant" over de electrifieatie 1
de Leidsche vaart. Uit dat bericht 1
blijken dat een verhooging van vijf 0
per K.W. direct zou ingaan, zoodia
parceelen aan de Leidsche vaart t
stroom voorzien zouden z:jn. Deze n>
deeliug heeft aanleiding gegeven
schillende inwoners alhier hiertegen 1
waarschuwd hebben en dat die prijsi
hooging zou moeten ontstaan door t
inwoners aan de Leidsche vaart.
Spr. wil thans de ooncept-overeenbd
tot wijzAg:rug en aanvulling van de op Cv
Maart 1922 met de gemeente RijnziJ
woude gesloten overeenkomst betreffe j
de levering van electriciteit. in de gec-a
te Rijnzaterwoude door de Stedelijke E 1
triciteitsfaibriek te Leiden aan den Fi
voorlezen. Na lezing merkt de voort
dat een buitenstander, die het leest c
merking zal maken, dat het vijf cis p 1
verschil direct in werking zal te
maar dogenen, die het zakelijk onderr 1
wel niet gedacht hetf
De Raadsleden hebben ook de gen
correspondentie kunnen lezen mei dt
delijke Lichtfabrieken te Leiden
bhjkt uit de concept overeenkomst, I
prijs van de straatverlichting niet
hoogd zaJ worden.
Naar aanleiding van de besl ssmgj
men in de vorige Raads vergader in)
ben B. en W. onmiddeHijk na afloo
den Raad eene besoreking gehoude
uitvoering te geven aan het t
Raadsbesluit was practisch genom
uitvoerbaar. B. en W. van Leiden 21
ons schrijven terzijde hebben selegiL
College heeft gemeend iets anders tel
ten doen om aan de bezwaren vanlj
Raad tegemoet te komen. Spr. wil|
opmerken, dat er een meeningsvei
onf staan tusschen spreker
Raadsleden. Spr. moet erkennen, d
den Raad geen datum heeft geno«
wanneer men een fout maakt daij
men dat ruiterlijk erkennen,
neemt niet weg, dat er een datum
overeenkomst moest staan, anders
nooit een prijsverschil van vijf een:
nen ontstaan.
Het College heeft daarop onmii
een conferentie met den Directeur k
delijke Lichtfabrieken aangevraagd 1
die ook gehouden. Thans zal sp" J
schrijven voorlezen, waarin de ge 0i
conclusies zijn neergelegd naar 1
van de gehouden bespreking. 1
stellen naar aanVding van dit «- y
voor hierop in te gaan. De heeri
1
staat net netjes bij 'n ziekbed op geld te
speculeeren. Maar, ik kom er rond voor
uit, dat wij wel wat aan tante verdiend
hebben Zouden we onze mannen niet te-
legrafeeren?
Eerst afwachten wat de dokter zegt.
Op dit oogenblik kwam de dokter bin
nen met 'n recept in de hand.
Asjeblief, dadelijk naar den apothe
ker.
Liza nam 't briefje, reikte het aan Em
my over.
Hard loopen hoor.
Dat kan ik juist niet, ik ben dadelijk
buiten adem.
En ik, ik kan niet, de schrik zit in
m'n knieën.
Te deksel, als u wist, hoe gevaarlijk
de situatie is, zou u wel loopen, zei de
dokter.
Kom, dan gaan we samen, waagde
Liza nog 'n poging.
Nee, pareerde Emmy, ik blijf.
Toen moest de oudste wel gaan. Ze was
nog niet aan het einde van de Avenue,
toen haar 'n open auto rakelings passeer
de. Pierre, Arnoud en Leon zaten er in,
de oudste zoons van tante Emilie. O, wat
trof dat rampzalig* Ze moest nog 'n mi
nuut of tien verder zijn en dan weer te
rug loopen. Ze drukte d'r hand op d'r
borst, verfrommelde bijna het receptje. Dit
bracht haar tot bezinning, 'n~ Christen-
mensch heeft tot plicht allereerst
pen. Ze zette het op 'n loopen.
De auto was al huiten 't eczH'.
rond-point om, hield voor Sans-Sot
Emma was tegelijk met tante
ziekenkamer weer binnengegaan,
zoons, door de telefoon geroepen,
de twee vrouwen op den voet, 'I Wj
heel ernstig. Tante Door had
Heilige Sacramenten pntvangen.
hoog tijd, want ze geraakte geheell
kennis.
Tante Emilie nam den rlokter
Deze trok ernstig de mondhoeken
Heeft uw zuster alles gei
Ik hoop 't, dokter, ik hoop
'n Half uur later was tante 1
leden. „Sans-Souci" werd bevolk'
drie vrouwen, die alle drie meen^J
op deze prachïVe villa te hebben'!
nenkast van tante werd geop&~'
daarin lag 't adres van den nof' y,
ze vóór haar sterven gezegd. 5*'
later las de notaris het tcstaifl®'1
vergaderde familieleden voor.
Mademoiselle Theodore LuttetL
lijfrente van achttien duizend
jaar. Sans-Souci was met f|
ken belast en de contanten.
dekten ter nauwernood
kosten.
EINDE.
de