„BE CI VM DEN HERB lach). Als do hoeren Colijn en Nolens bij een zijn, dan kan de eerste tot den twee den zeggen: du hast, Diamante und Perle, moin Liebchen was willst du noch mehr? (Gelach). Er is een spreekwoord dat zegt: het is goed riemen snijden van een andermans leer. De heer B r a a t: Dat kennen ze hier goed. (Gelach). De heer L i n g b e e k erkent dat er meer Katholieken zijn dan Lingbeekianen. Hij betreurt dit sterker dan de heer Heems kerk. (Gelach). Er zijn nog meer Protes tanten, dan waarmode de heer Heemskerk tekening houdt. Door het separatisme wordt dit aantal zooveel kleiner dat de 1 Katholieken de grootste moot worden. Op die wijze is de macht der Roomschen ver- ■terkt door de Protestanten. Spr. kan dit ministerie niet steunen en bij schaart zich dus bij H. M.'s meest loyale oppositie. De heer Marchant (V.D.) acht de torpiing van dit kabinet niet volgens het parlementaire stelsel geschied, omdat de meerderheid der kiezers zich van den heer Colijn heeft afgewend. De Troonrede is Taag en geeft geen houvast voor de plan- pen der Regeering. De houding der Regeering tegenover de Ambtenaren behoeft niemand te verbazen. Spr. ontkent, dat zijn aanval, onlangs op den Minister gedaan, een persoonlijk ka rakter had. Alleen een politiek karakter bad spr.'s aanval en niets anders. Men beeft getracht spr.'s kritiek te denaturee- ren en daaraan deed de Minister mede. Het moest den schijn hebben dat spr. den grooten leider smaad heeft aangedaan. Hot onderscheidingsvermogen tusschen pri maire personen en politieke personen is Terloren gegaan. Als de heer Colijn per- eoonlijk een belofte doet, weet iedor dat hij die zal nakomen. Het ging hier ora ambtelijke beloften, waarvoor do Regee ring verantwoordelijk is, en het zou niet meer mogelijk zijn critiek te oefenen op een politiek persoon, als daarin altijd een persoonlijke aanval wordt gezien. Spr. boopt, dat de Minister niet zal volharden met niet op spr.'s woorden in te gaan. Minister Colijn: En toch zal dat zóó Pijn, als gij uw houding niet wijzigt. De heer Marchant (V.D.) zal alleen tevreden zijn als de Minister verklaart, dat bij niet andera kon handelen in 's lands belang. De Regeering probeert zooveel mogelijk van de moeilijkheden af te ko men; reeds het feit dat ambtenaren moe ten procedeeren tegen de Regeering is een aanklacht tegen die Regeering. Het is en blijft daartegen protesteeren. Vervolgens critiseert spr. de belasting- politiek. De belastingdruk is te zwaar en de gemiddelde druk op de gezinnen is te hoog. Door de indirecte belastingen is die druk aanmerkelijk verzwaard en, nu er lucht komt, ontlast men de rijkeren. Uitvoerig behandelt spr. de vraag der aflossing van crisisschulden, die hij zoo spoedig mogelijk wil tot stand brengen, terwijl minister Colijn daartegen is. blij de veraeaigfngsDeiastmg li; Spr. breekt zijn rede af. t De vergadering wordt verdaagd tot he den éép uur. UIT BE PERS DE NIEUWE KAMERLEDEN. Het Vaderland schrijft een be- Bchouwing over „De Novilii", de nieuwe Kamerleden: De nieuwe leden zijn 26 in getal, meer dan Vi van do Tweede Kamer is dus bij de laatste verkiezingen vernieuwd, een feit, waardoor de bewering van Mr. S. v. Houten geheel te niet gedaan wordt, dat de Evenredige Vertegenwoordiging, mits gaders de verhoogde vergoeding en bet pensioen ons zou geven 100 députés ina- moviblcs, die met een „beati possidentes" zaten en zouden blijven zitten. Nooit toch ls onder het districtenstelsel eepe zoo groote verwisseling van de leden voorgeko men. Komt de tweede vraag: Is de Kam^r door de laatste verkiezing er in gehalte al dan niet op vooruit gegaan? Men heeft het tegenwoordig toch steeds zoo druk over het gehalte van de Tweede Kamer, dat men er niet af kan zich deze vraag te stellen. "Waarbij echter direct het bij velen heerschend misverstand moet afgesneden worden, dat men den eisch zou mogen stel len, dat de Tweede Kamer uit enkel first men zou moeten bestaan. In de eerste plaats zou zij dan geene afspiegeling meer zijn van het Nederlandsche volk, maar met eene Kamer van enkel coryphaëen zou ab soluut niet te regeeren wezen, want dan zou niemand leiding willen aanvaarden. En zonder een man, die in elke fractie de primus is, als het kan de primus inter zooveel mogelijk pares, zouden de beslis singen van de Tweede Kamer zoozeer van het toeval afhangen, dat óf niemand meer de verantwoordelijkheid voor de regee ring zou willen of kunnen dragen, óf dat van de ministerieele verantwoordelijk heid zuivere caricatuur werd gemaakt. Maar zij, die het altijd zoo over het ge halte van oriüe volksvertegenwoordiging hebben, en vooral zij, die dat gehalte alleen op peil zouden achten, wanneer zij zeiven deel uitmaakten van de volksvertegen woordiging, kunnen gerust zijn; do verkie zingen van Juli 1.1. hebben ons heel wat Kamerleden bezorgd, van wie niemand kan zeggen, dat eene plaats in het Parle ment hun niet zou toekomen. De Roomsch- Katholieken kregen er Ruys de Beeren- brouck en Aalberse bij, twee oud-ministers en dan nog Prof. Veraart en Dr. Moller, rector van de R.K. leergangen in Tilburg. De anti-revolutionairen werden versterkt met de drie oud-ministers Heemskerk, v. Dijk en Bijleveld, De Christelijk-Histori- schen met den oud-minister De Visser. De "S.D.A.P. kreeg er bij Mr. G. v. d. Berg"h, hot bekende Amsterdamsche Raadslid, de oud-leden van de Eerste Kamer, den in genieur Cramer, den leider van het N.V.V Stenhuis, en den bekenden predikant A. van der Heide; do Vrijzinnig-democraten kregen de aanwinst van den oud-wethou der van Rotterdam Mr. S. J. van Aalten en van Mr. Joekes, van 1911 tot 1918 se cretaris bij tramwegmaatschappijen in Nederlandsch-Indië, later administrateur bij het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid. De Vrijheidsbond kreeg als nieuwe leden Mr. P. Drooglever For- tuyn, den oud-wethouder van den Haag, Mr. Knottenbelt, den bekenden advocaat uit Rotterdam en gedelegeerd commissaris der N.V. Scheepvaart- en Steenkolenmaat- schappij, en Walraven Boissevain, die reeds van 1913 tot 1918 voor Amsterdam VII in de Tweede Kamer zitting had. Wel nu, hoe men ook tegenover dezen nu staat, sympathiek of anti-pathiek, niemand zal van hen kunnen beweren, dat ze hun plaats in de Tweede Kamer niet waard zouden zijn. Dit is niet bedoeld als on vriendelijkheid tegenover de negen andere nieuwelingen, maar slechts de constatee ring van het feit, dat men van deze 9 op de daden zal hebben te wachten. Dat geldt in de eerste plaats voor de eenlingen Mr. Arts, Lingbeek en Zandt; ook dezen laatste noemen wij een eenling, omdat hij geen lid is van een club, die uit nemende leerschool voor een jong Kamer lid, waar zooveel wordt opgestoken, wat hij van Ds. Kersten nooit leeren kan, trou wens een club van twee is geen club, tres faciunt collegium. De positie van eenling kan eigenlijk al leen door een zeer eminent man vervuld worden, en dan nog. Groen van Prinste- rer zelfs heeft er weinig pleizier van be- bit&f- jmost jïg als onhoud- het roerend met ons eens zullen zijn,, dat ze niet bij deze mannen vergeleken kun-* nen worden, moeten wij daarnaast er nog op wijzen, dat hunne positie vitieus is, wat negatief. Het ergste is dit het geval bij den heer Arts, die feitelijk zijn zetel daaraan dankt, dat de familie Arts en hare talrijke vrienden van oordeel waTen, dat een Nederlnndsch parlement zonder een Arts eigenlijk onbestaanbaar is. Maar zulke vooroordeelen zijn niet van blijven- den aard, en daarom had de heer Arts van meet af aan zich moeten voornemen zich zoo te gedragen, dat de Roomseh-Ka- tholieke Kamerfractie hem in 1929 zou hebben opgenomen, maar zijn begin bij de Bioscoopwet was niet gelukkig. De heer Lingbeek heeft zeker bij die zelfde wet tegenover Heemskerk een goe de beurt gehad, maar men leeft in politi- cis op den duur niet van goede beurten, en nog minder van zoo iets negatiefs als het anti-papisme. Datzelfde geldt ook voor den heer Zandt, van wien het twijfel achtig is, of wij hem ooit zullen hooren; wij 'hebben zoo'n idee dat de heer Kersten hem niet aan het woord zal laten. De heer Lingbeek zou verstandig doen zich bij deze twee aan te sluiten. Dan is er nog de een ling, de heer Lou de Visser, die wel sterk staat doordat hij Rusland achter zich heeft maar wiens positie thans reeds onder graven wordt, en die, daar hij wat ont wikkeling betreft, niet in één adem te noe men is met de heeren Wijnkoop en van Ravesteijn, het gehalte van de Tweede Kamer niet verhoogt, wat trouwens ook door de Communisten niet begeerd wordt Ingezonden Mededeeling. SPIEGELS en LIJSTEN Morgen begint de Algeheele Uitverkoop wegens uitbreiding. Alles moet weg 62 HAARLEMMERSTRAAT 62 Blijven over de Katholieken de heeren Kampschöer, burgemeester' van Monster, en Vos, landbouwer, en lid van de Pro vinciale Staten van Noord-Brabant. Als ze iets beteekenen zal dat wel blijken, als het tegendeel het geval is, zal Nolens ze wel in het gareel houden. Noch het bur gemeesterschap van een dorp, noch het lidmaatschap van de Provinciale Staten, geeft in deze tijden eenige aanwijzing om trent de beteekenis van iemand. Ook bij den sociaal-democratischen heer Drop is afwachten de boodschap; Parlement en Kiezer vermeldt, wij dachten dat dit, nu wij Leerplicht hebben, overbodig was, dat hij L. O. heeft genoten en vroeger kuiper en haringpakker was. Zeer zeker zijn dat nuttige bezigheden, maar het geeft toch. geen indice voor bekwaamheid als volks vertegenwoordiger. Het niouwgekozen so ciaal-democratisch Kamerlid W. van der Sluis is als zoovele andere Kamerleden, oud-onderwijzer; wij zouden veel van hom verwachten omdat hij lid is van het be stuur van de S. D. A. P., ware het niet dat het booze vermoeden ons bekroop, dat deze eereplaats aan hem, den landbouw- medewerker van Het Volk, is gegeven, om den landarbeiders aangenaam te zijn, van wie nog zoo weinigen „bewust" zijn. Eindelijk is Ds. Langman lid van de Kamer geworden, doordat twee Christelijk Historischen minister werden.. Wij weten van dezen predikant van de Nederl. Herv. Kerk niets, noch ten goede noch ten kwade. Alleen wagen wij schuchter de opmerking of zeven predikanten niet wat veel is voor de Tweede Kamer, men kan ook van het goede te veel hebben. En er worden toch reeds te veel theologische de batten in onze Volksvertegenwoordiging gehouden. Maar reeds nu staat vast, dat 17 van de 26 novitii in de Tweede Kamer hunne plaats verdienen, dat is meer dan 65 pro cent. Lieb Vaterland kannst ruhig sein. Wij zijn het er niet heelemaal mee eens, maar er staat heel veel waars in dit artikel. BEPERKING PRODUCTIE VAN GEDISTILLEERD. Een oordeel uit den kring der belang hebbenden over het rapport der Staatscom missie inzake de productie van gedistil leerd vinden wij in het W eekblad voor den Handel inGedistilleerd enz. van de hand van den heer H. F. L. de Wit. Do- opdracht aan de Staatscommissie luidde: „Aan een onderzoek te onderwerpen de mogelijkheid om zonder de industrie te knakken, aan het branderij-, distil- "dure riftim'fS"^Lt^okersbedTijf m an- lijk na te gaan het vraagstuk, of ter wille van de bestrijding van het alcoho lisme mogelijk is de productie van ge distilleerd, voor inwendig gebruik be stemd, aanmerkelijk te beperken, indien het kan op te heffen." Do heer De Wit schrijft o m.: Uit het overzicht van de handelingen der commissie blijkt alreeds dadelijk, dat aan gaande hetgeen onder ..alcoholisme" en zijn omvang ware te verstaan, in den boezem der commissie groot verschil van meening heerschte; en dat het bestaan daarvan in ons land puur als axioma moest worden aanvaard, vond als vanzelfsprekend de ijverigste pleitbezorgers bij de heeren der anfi-alcohol-beweging. Toen bij ministerieel schrijven d.d. 5 April 1919 waarbij naar mijn meening op eenigszins orakel-aebtige wijze de Gor- diaansche knoop werd doorgehakt te hennen was gegeven dat de opdracht, bij Kon. besluit gegeven- zich niet zon uitstrek ken tot een onderzoek van het alcoholisme in zijn vollen omvang doch niet verder zou reiken dan het Instellen van een onderzoek naar de pro ductie van gedistilleerd, als voorgestaan, door de antipoden van onze bedrijven, had den deze het pleit gewonnen. Wanneer wij nu eens aannemen,- dat het drankgebruik hier te lande van zoodanigen omvang is, dat drastische maatregelen ter beteugeling uit voor de gemeenschap en staat gebiedende overwegingen noodig zijn, dan zou mogelijk het aanbevolen stelsel praetiseh effect kurmen sorteeren. mits dit de eerste zijn, die open kaart speel. Ik vind 't hier, in Sans-Soucl *n hel. Ben jij van plan, je nog langer door tante te la ten koeieneeren? Liza antwoordde niet dadelijk, keek haar jongere nicht onderzoekend aan. Zo wilde eerst zorgvuldig het terrein verken nen. Daarom antwoordde ze voorzichtig. Plezierig kan ik 't hier niet noemen. H Is in een ziekenkamer nooit plezierig. Denk jo heusch, dat tanto ziek is? Ze denkt 't zelf wel. Maar jij? Nou, ik heb er geen zwaar hoofd in. Ze overleeft ons nog allemaal. Zou je dat denken? Dat is zoo goed als zeker. Willen we legen haar zeggen, dat we morgen allebei weer naar Holland gaan. Goed. ik stem toe. 1Geef mo de band er op. Hier! Toen werd er gebold. Tante Emilie kwam op bezoek. De twee nichten gingen naar beuoden, hoorden haar door de open elaando deur tegen Tante Door praten: Wol, wat, wel, wat je zegt? Heb je zoo'n last van die twee? 'k WiT *t goed gclooven, mentch. Doe ze de deur uit, stuur zo naar huis. Die twee zijn niet ge komen om jou, maar om d'r eigen te hel pen. Doe ze de s'raat op en ik zal koenen. Emilie, je eigen zuster, dat is toch 't „naaste" wat jo bezit. De twee nichten in de gang keken el kaar in de oogen en in dionaeenen blik lag 't besluit: „Nou blijven we!" Maar toen ze de zieken-serre binnen kwam, schrokken ze van 't bleeke gezicht van tante, die achterover tegen do leuning van haar stoel lag. Wat was er in dat laatste half uur met haar gebeurd? Nu speelde ze gr>on comedie moor. dat zagen ze alle drie heel duidelijk. Janto lag te steunen: Ik word ineens zoo akelig. Laat me eens drinken. De drie vrouwen holden tegelijk naar de slaapkamer, kwamen met twee glazen en *n volle karaf aandragen: Hier, hier, Dora! Op zij. jullie, com mandeerde Emilie, ik ben d'r bloedeigen zuster. Daar moet hier een dokter komen. Leg ze in bed. Nee, nee, niet in bed, schudde de zieke. Ze moet, zei Emilie en een van jullie moet de Geestelijke en den dokter gaan ha len. Wie van ons moet gaan? vroeg Liza rondkijkend Jij, natuurlijk, zei Emmy. Da'9 zoo natuurlijk nog niet. Maar, ga <fan toch, beval Emilie. Jij, Emmv naar de Pastorie en jij naar Dok ter Jamart aan 't einde van de Avenuè. Ze moest de twee nichten met geweld de kamer uitduwen, want de beide „ge dienstigen" vonden 't 'n zeer onaange naam idee, dat tante Emilie heel alleen bij tante Door zou blijven. Maar ze gin gen, er zat niets anders op. En na verloop van 'n half uur stond de Geestelijke over den drempel. De drie vrouwen trokken zich terug in het deftige salon, waar ze zacht-fluisterend onder elkaar den ernst van don toestand bespraken. 't Was 't hart, enkel en alleen 't hart besliste Emilie, zo kende haar zuster en was altijd doodsbang geweekt voor drift buien, want daar blijven zulke menschen meestal in 't Was 't hart, zei ze nog eens met nadruk, hoo kon de ziekte anders zoo 'n ernstigen koer nemen? De dokter werd door René binnengela ten en tante Emilie zei: Ik ga m'n zoons waarschuwen. Ik zou 't me zelf nooit vergeven, als ik die niet aan haar sterfbed geroepen had. Ze liep vlug de gang in, zette haar hoed op en spoedde zich naar de overzijde, waar 'n groote bloemenzaak was en waar ze telefoneeren kon naar de fabriek. Die gaat de erfgenamen halen, smaal de Liza. De erfgenamen van 't kapitaal. De duvel doet 't altijd.... enfin, 't althans nïet door fraude etc., zou worden gesaboteerd. Elk onbevooroordeelde zal echter moeten getuigen, dat van zoodanig exces thans wij leven in 1925 geen sprake is, terwijl preventieve maatregelen al evenmin noo dig eeoordeeld kunnen worden hij de voort schrijding der sociale evolutie en ik het den heer van Groningen (lid der Staats commissie en schriivpr van een minder heidsnota) nszeet dat Nederland reeds spopdig aan dp suits der kleinste dankge- bruikers zal staan. De voorgestelde publiekrechtelijke be drijfsregeling- waartegen ook op andere gronden ernstige bedenkingen zijn aan te voeren., al wordt daarbij zoo enthousiast het nieuwe artikel 154 der Grondwet aan gehaald. zal in het bijzonder voor de dis tilleerderij-bedrijven- nog een hittere pil blijken; en dat dan ook verschillende leden der Staatscommissie bij bet uitbrengen hunner stem voor het stelsel bet voorbe houd hebben gemaakt, dat zij slechts het principe ,.vi coactus" om 't zoer bijzondere karakter der materie aanvaarden zonder dat zulks als hun overtuiging op andere maatschanpelnke terreinen kan gelden, vind ik zeer bedenkelijk en een bewijs te meer, hoe alle redeliikheid bij dp beoordee- ling van de vraagstukken, welke terzake van de gedistilleerd-fabricage en handel zich voordopn, zoek is. Op zeer bijzondere wijze heeft de commissie in de proeve deT Bedrijfsregeling gejongleerd om er -,het karakter eener directe overheidsbemoeiing" aan te ontnemen (a?t. 32 inleidende be schouwingen); daartoe dient een orgaan nl. de Commissie van Toezicht welke- als men de voorstellen aandachtig door leest, zoowat alles te zeggen heeft; de Cen trale Raad gevormd uit de afgevaardigden der zich gedachte 4 bedrijfsgroepen, n. b nog onder curateele gesteld door een door de Kroon benoemden voorzitter, hangt er vrijwel als franje aan en kan alleen de uitvoering maar met onnoodige extra kos ten belasten. Als men leest, welke uitgebreide be voegdheden die Commissie van Toezicht al niet zullen worden verleend, slaat mij de schrik om het hart. Maar wat blijft er met dit alles nog over van een quasi publiekrechterlijke bedrijfs regeling? Dit Triumviraat de Commis sie van Toezicht zal bestaan uit 3 leden, te benoemen door de Kroon zal in een geheel onafhankelijke positie van de be drijven staan, echter (zie art. 32 inl. beech.) wat hare tendenzen betreft door de aanbe volen samenstelling geenszins neutraal zijn. Nu, dat zal wel misdadig optimistisch zijn, om daaruit iets goeds voor onze be drijven te mogen verwachten. Hoe het aan bevolen stelsel in de practijk zal werken en ik herhaal, wij leven niet meer in oor logstijden zal niet zoo eenvoudig zijn, als de sub-commissies- die als geestelijke vaders van het avant-projet ook al is het goeddeels copulatie zijn te beschou wen, zich dit hebben gedacht. Zeer terecht ?oert dan ook de heer van Groningen aan. dat het doorvoeren van zulk een svstpem in hooge mate bedenkelijk is, indien zulks Ttl%5,firT^,aI,%nh^15SfK™eWUS,liin Hoe ingrijpend de maatregelen in ons bedrijfsleven dan ook zullen worden, indien het aangeboden stelsel door de regeering zou worden aanvaard, kan uit menig punt der inleidende beschouwingen blijken. Zoo komt onder punt 24 voor dat de voor lede ren distillateur en iederen grossier vastge stelde hoeveelheid slechts aan elk der hem toegewezen afnemers-vergunninghouders zal mogen worden geleverd en verder dat de Commissie van Toezicht de beslissing beeft over verandering van leverancier, welk verzonk alleen toelaatbaar is, zoó er klachten zijn. Een dergelijke maatregel voor een go- nots- en consumptie-artikel komt mij uiterst verderfelijk voor en niet. in het be lang der consumenten, die door het stelsel toch al 7.00 worden geplaagd. Terwijl toch het einddoel van het stelsel zou moeten zijn het ranfsoeneeren van de gebruikers het stelsel-Bratt zooals dit in Zweden toepassing vindt beeft de Commissie zulks buiten beschouwing gelaten, o.m we gens het zoo impopulaire bonsysteem; van dien ook uit de oorlogsjaren welbekenden maatregel moest men dus niets weten. Men plaatst maar lichen den café-houder of tos-- taurateur voor de moeilijkheid om zijn clientèle te rantsoeneoren, iets wat 's mans onderneming natuurlijk niet in populari teit zal doen winnen, maar dat is juist wat de geheelonthouders er mede won- schen te bereiken. De Ingevoerdp gedistil leerde dranken zullen aan dezelfde bpna- linnen ondorTrorT^rt zi>'n pi ponTiicfiq^h 700-» Keï rappor!gevaar voor botsing met v. staande handelstractaten is vermede want: „de invoer zélf wordt echter niet l/ perkt" (pag. 9). Wat meer wordt iJT voerd dan als toelaatbaar mag worden ver bruikt, komt dus in een museum. H De ongewenschte overdrachten handelij drankbonnetjes, zooals zulks in Zweden kan voorkomen, heeft men in het rapporf overgebracht in een overdracht van ran!, soenen onder hooge goedkeuring van hel almachtige driemanschap. Of dit in practijk niet tot ongewenschte verhoud®, gen zal leiden, laat zich gemakkelijk raden. Ingezonden Mededeelinp. OEGSTGEEST. Bezoekt Zondagavond In „Si. WILLIBRGRD". AANVANG 8 UUR. Plaatsbepreking nk de Vroeg- en Hooguj WIT l*E OMGEVING mk(J RIJNSATERWOUDE. Gemeenteraad. Het geschil over het electricitelv contract nog niet opgelost. De Raad der gemeente RijnzaterwooJ vergaderde gisteravond te tien uur. Aas wezig zonder kennisgeving de heer M. tu der Zwan. Voorz. de Burgemeester. De voorz. opent de vergadering mg, 3 bed De notulen der vorige vergoden worden gelezen en goedgekeurd. De voorz. deelt mede, dat thans overs gaan zal worden tot behandeling van j ingekomen stukken. Spr. zou dan wiHa lerüggaan naar de vorige Raadsvergai ring, waarin eenige vragen gesteld were' door het raadsl d den heer Visser, in re band met eene mededeeling in „De I9 sche Courant" over de electrifieatie 1 de Leidsche vaart. Uit dat bericht 1 blijken dat een verhooging van vijf 0 per K.W. direct zou ingaan, zoodia parceelen aan de Leidsche vaart t stroom voorzien zouden z:jn. Deze n> deeliug heeft aanleiding gegeven schillende inwoners alhier hiertegen 1 waarschuwd hebben en dat die prijsi hooging zou moeten ontstaan door t inwoners aan de Leidsche vaart. Spr. wil thans de ooncept-overeenbd tot wijzAg:rug en aanvulling van de op Cv Maart 1922 met de gemeente RijnziJ woude gesloten overeenkomst betreffe j de levering van electriciteit. in de gec-a te Rijnzaterwoude door de Stedelijke E 1 triciteitsfaibriek te Leiden aan den Fi voorlezen. Na lezing merkt de voort dat een buitenstander, die het leest c merking zal maken, dat het vijf cis p 1 verschil direct in werking zal te maar dogenen, die het zakelijk onderr 1 wel niet gedacht hetf De Raadsleden hebben ook de gen correspondentie kunnen lezen mei dt delijke Lichtfabrieken te Leiden bhjkt uit de concept overeenkomst, I prijs van de straatverlichting niet hoogd zaJ worden. Naar aanleiding van de besl ssmgj men in de vorige Raads vergader in) ben B. en W. onmiddeHijk na afloo den Raad eene besoreking gehoude uitvoering te geven aan het t Raadsbesluit was practisch genom uitvoerbaar. B. en W. van Leiden 21 ons schrijven terzijde hebben selegiL College heeft gemeend iets anders tel ten doen om aan de bezwaren vanlj Raad tegemoet te komen. Spr. wil| opmerken, dat er een meeningsvei onf staan tusschen spreker Raadsleden. Spr. moet erkennen, d den Raad geen datum heeft geno« wanneer men een fout maakt daij men dat ruiterlijk erkennen, neemt niet weg, dat er een datum overeenkomst moest staan, anders nooit een prijsverschil van vijf een: nen ontstaan. Het College heeft daarop onmii een conferentie met den Directeur k delijke Lichtfabrieken aangevraagd 1 die ook gehouden. Thans zal sp" J schrijven voorlezen, waarin de ge 0i conclusies zijn neergelegd naar 1 van de gehouden bespreking. 1 stellen naar aanVding van dit «- y voor hierop in te gaan. De heeri 1 staat net netjes bij 'n ziekbed op geld te speculeeren. Maar, ik kom er rond voor uit, dat wij wel wat aan tante verdiend hebben Zouden we onze mannen niet te- legrafeeren? Eerst afwachten wat de dokter zegt. Op dit oogenblik kwam de dokter bin nen met 'n recept in de hand. Asjeblief, dadelijk naar den apothe ker. Liza nam 't briefje, reikte het aan Em my over. Hard loopen hoor. Dat kan ik juist niet, ik ben dadelijk buiten adem. En ik, ik kan niet, de schrik zit in m'n knieën. Te deksel, als u wist, hoe gevaarlijk de situatie is, zou u wel loopen, zei de dokter. Kom, dan gaan we samen, waagde Liza nog 'n poging. Nee, pareerde Emmy, ik blijf. Toen moest de oudste wel gaan. Ze was nog niet aan het einde van de Avenue, toen haar 'n open auto rakelings passeer de. Pierre, Arnoud en Leon zaten er in, de oudste zoons van tante Emilie. O, wat trof dat rampzalig* Ze moest nog 'n mi nuut of tien verder zijn en dan weer te rug loopen. Ze drukte d'r hand op d'r borst, verfrommelde bijna het receptje. Dit bracht haar tot bezinning, 'n~ Christen- mensch heeft tot plicht allereerst pen. Ze zette het op 'n loopen. De auto was al huiten 't eczH'. rond-point om, hield voor Sans-Sot Emma was tegelijk met tante ziekenkamer weer binnengegaan, zoons, door de telefoon geroepen, de twee vrouwen op den voet, 'I Wj heel ernstig. Tante Door had Heilige Sacramenten pntvangen. hoog tijd, want ze geraakte geheell kennis. Tante Emilie nam den rlokter Deze trok ernstig de mondhoeken Heeft uw zuster alles gei Ik hoop 't, dokter, ik hoop 'n Half uur later was tante 1 leden. „Sans-Souci" werd bevolk' drie vrouwen, die alle drie meen^J op deze prachïVe villa te hebben'! nenkast van tante werd geop&~' daarin lag 't adres van den nof' y, ze vóór haar sterven gezegd. 5*' later las de notaris het tcstaifl®'1 vergaderde familieleden voor. Mademoiselle Theodore LuttetL lijfrente van achttien duizend jaar. Sans-Souci was met f| ken belast en de contanten. dekten ter nauwernood kosten. EINDE. de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 4