r
Derde Blad
Vrijdag 6 November 1925
„SANS-SOESSI".
EN MERKWAARDIGE GENEZING
TE LOURDES.
De Novembetr-afleverimg van H e
Schild, apolagettedh maandblad, uit-
gave dor A. V. „Petrug Oanieius" ie weer,
zooaLs haar voorganger», heel Interessant.
Wij willen er hier aan ontleenen een ar
tikel van den Warmondschem dr. Wa'en-
Jcamp, geneesheer te Warmond, over ,.een
merk waardige genezing te Lourdesf'.
Onder den titel „Enoephalite hyperthor-
miffue guérie A Lourdes, le 8 Sept. 1022'*,
hebben twee Framsche medici, dT. H. Bon
en dr. J. Bon, een brocihure uitgegeven
mei uitgebreide temperafuur'ijsten en
Röntgenfoto's. De brochure is een „obser-
rat'on medicale" betreffende een patiënte,
wier veer ernstig lijden zij maanden lang
Taan nabij hebben nagegaan en die te Lour
des plotseling ie genezen.
In hun voorwoord schrijven zij: „Het
ziektebeeld van deze patiënte had de aan
dacht getrokken van velen onzer collega's
gedurende de zeventien maanden, die hare
genezing voorafgingen. Het complex van
versHijnselen, als gevolg eener ontsteking
in de hersenen en hersenvliezen, vertoont
zich herhaaldelijk in de laatste jaren en
dit gevalhiertoe behoorende, was zeer
merkwaardig.
Deze zieke is te Lourdes den 8s'en Sep
tember 1222 ln tegenwoordigheid van een
van. ons beiden bijna plotseling genezen.
Er heeft daar een genezing plaats gehad
op een wijze en in een tijdsverloop ten
eenenmale verschillend met analoge ge-
vallen.
Om de klinische beteekenls van het geval
en de buitengewone omstandigheden
waaronder de genezing plaats had, heb
ben wij gemeend, dat een beechotiwing
van dit geval in exfenso gepubliceerd
s- de aandacht onzer collega's verd-'ent."
Na dit voorwoord volgt eerst het verhaal
der genezing.
„Den 8sten Seipt. 1922, omstreeks 6 uur
's avonds, genaa te Lourdes. bijna plotse
ling fn tegenwoordigheid van een van ons
beiden, een zieke, die reeds gedurende ze
venden maanden in onze kliniek dn behan
deling was geweest en wier toestand hope
loos was verklaard.
Deze genezing, zeer buitengewoon vooral
om de wijze waarop zij tot stand kwam,
was des te meer merkwaardig, omdat het
ziektegeval utt medisch oogpunt zeer be
langrijk was, en dientengevolge zeer nauw
keurig van nalbij was nagegaan en bestu
deerd.
Gedurende zevent:en maanden toch had
den zes'ien medici de zieke onder*ncKi
itioJiarrdvW.1*
Nu beeint van dit merkwaardig geval een
uitgebreide en zeer nauwkeurige geschiede
nis, met foto's en volledige temperatuur-
lüsien. voor medici zeer interessant en stap
voor stap te volgen.
In hoofdzaak komt het hierop neer:
Mmlle Clestine Brun, oud 31 jaar- wordt
den 22sten April 1921 opgenomen in de
kliniek te Arguel. Zij is, volgens een schrij
ven van den behandelenden medicus Dr.
Mauler, liidende aan een tuhereuleuse aan
doening der Hnkerlongtop en caries- (tu
berculose) van een der rugwervels.
Haar toestand wordt steeds erger, de
patiënte lijdt veel pijn in den rug en in het
hoofd. De temneratuur stijgt en zij heeft
veel last van braken.
Tn Augustus 1921 een lichte verbetering,
'doch in November begint een aanhoudende
verergering van haar toestand. De patiën
te heeft thans vooral veel last van heftige
OJidrazeliike hoofdpijn en braken.
In April 1922 gaat de algemeene toestand
van de patiënte nog meer en meer achter-
cit. Vooral de pijn in het hoofd is ontzet
tend en wanneer de koorts zich verheft is
de zieke half bewusteloos. Ijlt engriipt dan
Wet de handen naar het hoofd. Meer en
moer wordt het duidelijk dat een zeer ern
stig hersenlijden is ontstaan. Verschillende
specialiteiten onderzoeken de zieke en hun
diagnose luidt „encephalitis", d.i. een zeer
ernstige aandoening der hersenen, ge
paard met prikkeling der hersenvliezen.
On ernnd ven do voorafcpcranp tubereu-
ïeuso aandoeningen ïn de longen en rug
wervels en ln verband met het verloop van
het geheele ziekteproces, komt men tot be
sluit dat ook d,e aandoening in de hersenen
van tuberculeusen aard is.
Een zeer ernstig lijden dus- gepaard met
gelocaliseerde afwijkingen en vertoonende
een reeks van symptomen, waarvan men
gelet op den duur en de verergering van
de ziekte de verdwijning in een kort
tijdsverloop niet zou kunnen verklaren.
Om dit laatste vooral te doen uitkomen,
/uilen wij het moment der genezing nader
beschouwen.
De zieke had dan besloten naar Lourdes
te gaan. De heide medici Bon. alhoewel de
bezwaren van zulk een reis inziende, meen
den toch zieh niet te moeten verzetten en
tegen den wensch van de zieke, gezien de
machteloosheid van alle mogelijke men-
scheliike hulp in dit geval.
Tot op den dag van haar vertrek
den 5den September was en bleef haar
toestand zeer ernstig.
Nauwelijks had de ambulancewagen de
kliniek verlaten of de zieke bezwijmde. Gc
durende do reis van Besancon naar Lour
des, was zij ijlende en in half bewusteloo-
zen toestand.
Dr. Henri Bon. die haar vergezelde, was
getuige van hare pijnlijke en herhaalde bra
kingen, en zag hoe de patiënte In oogen-
LlikVm van Imhfe sluimering nf bewusfe-
ToosheM ha->r handen naa>- het hoofd
bracht als om de zware hoofdpijn te onder
drukken. Telkens moest hij de zieke met
opwekkende en pijnstillende middelen in
spuiten om haar weer bij te brengen of
om haar lijden te verlichten.
Den 6den en 7den September te Lourdes
was haar toestand dezelfde. Den 7den
September had zij een flauwte tijdens het
bad in de Piscine. Dit was oorzaak, dat men
de*zieke den 8sten September niet meer in
de Piscine durfde toe te laten zonder be
wijs van haar medicus. Op aandringen van
de zieke gaf Dr. Bon toestemming voor een
vol bad, overtuigd als htj was- dat hier in
deze omstandigheden, waar de onmacht van
den medicus zoo duidelijk bleek, medische
overwegingen niet al te zeer op den voor
grond mochten gesteld worden.
Maar bovendien, uit louter medisch oog
punt, meende hij zijn toestemming niet te
mogen weigeren, omdat bijv. ock aan zeer
ernstige typhus-patiënten, met reer hooge
koorts, koude baden soms voorgeschreven
worden.
Den 8sten September had de patiënte des
nachts en in den ochtend heftige brakin
gen, die eerst na herhaalde inspuitingen
met kalmeerende middelen ophielden,
«fn den namiddag gebruikte zij bij de
Grot een weinig koffie doch leed zooals
gewoonlijk zeer door de heftige hoofd
pijnen. Wederom waren inspuitingen met
pijnstillende middelen noodig. Hierna ge
bruikte zij een weinig bouillon, waarna zich
vreder het braken herhaalt. In den loop van
den middag wordt dit nog erger- even zoo
de verschrikkelijke hoofdpijnen. Half be
wusteloos wordt zij naar de Grot gebracht,
komt weer wat bij, maar wordt wederom
bewusteloos, terwijl men haar vervoert om
et H. Sacrament.
Zooals zij later verklaarde, had zij, ter
wijl de zieken met het H. Sacrament den
zegen ontvingen, een heftige pijn ln ge
heel het lichaam en pijnen in het hoofd als
nooit te voren.
Op het moment dat de priester Mmlle
Brun den zegen gaf met dr H. Hostie, ver
keerde zij in een half bewusteloozen toe
stand: zij richt het bovenlijf op, zonder er
rich van bewust te zijn, zooals zij vroeger
deed in oogenblikken van ijlenden toe-
tand, g^at weer liggen en heft zich op
nieuw overeind. Haar tante ondersteunt
haar en doet haar wederom ncderliggen.
Een oogenhlik later komt zij tot bewust
zijn. Zij heeft het gevoel, alsof zij uit een
diepen slaap ontwaakt- zij heeft geen pijn
meer, noch in 't lichaam noch ln het hoofd,
ook geen neiging tot braken. Fluisterend
zegt zij tot haar tante: ...Te suis guórie, Ik
ben genezen", en blijft biddend rustig lig
gen op haar brancard.
Het was toen ongeveer 6 uur 's avonds.
Toen ik haar zag aldus Dr. H. Bon
omstreeks half zeven in het hospitaal, ver
telde zij mij van hare genezing. Bij mijn
onderzoek op dien avond vond ik nog altiid
de reflexen te hoog. Ik ondervroeg de zieke
meer nauwkeurig over alles wat dezen dag
was voorgevallen. Om zeven uur onderzocht
ik haar opnieuw en vond de reflexen nor
maal. Er was geen verschil meer tusschen
links en rechts.
De zieke staat zender inspanning op, ik
rpnf hnnr overpind staan naast hof bed. zon-
der dat zij valt, zij heeft geen last meer van
nraken noch van hoofdpijn voor het
eerst sinds zeventien maanden. Zij gebruik
te zonder hinder wat soep, vleesch- brood
en pastei.
De koorts is geweken (oksel'temp.* 36-1).
Na nog wat gebruikt te hebben, hoeft zij
een rustigen slaap tot 's morgens.
Den volgenden morgen, om 10 uur, wordt
Mad. Brun op het „Bureau des constata-
tions" onderzocht door de volgende medici:
Dr. le Bec, Dr. Marchand, Dr. Cox, Dr. Re-
nard, Dr. d'Ampsin, Dr. Parthoens- Dr.
Miller en Dr. Chevallier. Het resultaat van
dit onderzoek is, dat men geen enkele af
wijking meer vindt. Men laat de zieke loo-
pen. Zij heeft geen enkele klacht meer, al
leen nog wat gevoeligheid in de lenden-
streek. De temperatuur is 87 gr.
Deze gunslige toestand blijft bestaan, de
temperatuur blijft beneden 37. Zij eet nu
van alles, loopt normaal en slaapt goed.
Aanwending van eenig geneesmiddel la
natuurlijk overbodig, 's Avonds is er slechts
een lichte zwelling van de voeten. De krach
ten herstellen zich snel.
De terugreis geschiedt zonder ecnig on
geval en ziücnd in een open auto koert
Mad. Brun den llden September weer te-
rug in de kliniek van waaruit zij zes dagen
te voren op een brancard was uitgedragen.
Haar lichaamsgewicht, dat vóór haar
ziekte 65 Kg. hedroeg, was den 12den Sep
tember 46.5 Kg., den 15den September
47 50 en op 5 October 53 Kg.
Den 15(1 en September werd Mile. Brun
voorgesteld op een bijeenkomst van medici,
allen leden van de ,-Société medicale de St.
Luc" te Bresan^on.
Zij was dien dag 's morgens om half
acht opgestaan en had vervolgens de H.
Mis bijgewoond.
In den namiddag had zij verscheidene
bezoeken afgelegd om afscheid te nomen
van personen, die haar kenden.
Op deze bewuste vergadering bespraken
de medici de oorzaken van het ziekteproces
in de hersenen (de tuberculosebaccil of de
Meningococcus) en do mogelijkheid van een
of ander zenuwlijden.
Men erkende, dat deze laatste veronder
stelling absoluut onvereenighaar was met
de geldende opvattingen omtrent hysterie,
en men overtuigde zich van den uitste
kenden toestand van de patiënte en van
den normalen toestand van de reflexen,
die vroeger verhoogd waren geweest.
Een der aanwezige medici stelde voor
om nog een lumbaalpunctie te verrichten.
Dat is een kleine steekopening tusschen de
lenden wervels tot in het ruggemergkanaal,
waardoor men vocht van de hersenholten
kan aftappen ter onderzoek.
Met toestemming van de patiënte werd
dit gedaan. Het onderzoek van dit vocht
wees er nog op dat er een hersenaandoe-
ning was geweest.
Mile, Brun vertrok alleen den 25sten
September naar haar woonplaats, Betting,
een reis van elf uren. Sedert haar gene
zing is haar gezondheidstoestand uitste
kend gebleven. Zij staat 's morgens om 6
uur op en verricht dagelijks hare gewone
bezigheden.
Vvlj staan" hier dus voor een. genezing
van een organische aandoening van het
centraal zenuwstelsel, die zich in den
loop van zeventien maanden heeft ontwik
keld. Deze genezing was waar te nemen
subjectief plotseling, objectief: i n
minder dan één uur t ij d s.
Bij zulk een feit is het begrijpelijk, dat
men zich de oogen eens uitwrijft, en zich
de vragen voorlegt, die het „Bureau dos
constatations medicales" te Lourdes stelt
aan de medici, geloovig of niet, die zich
daar bevinden om een zieke te onderzoe
ken, die zich, als zijnde genezen, komt
aanmelden.
lo. Heeft de ziekte inderdaad
bestaan?
Men boude bij het beantwoorden van
deze vraag in 't oog, dat bij het vaststellen
der diagnose geen twijfel hier omtrent
mogelijk was.
Bovendien hebben wij gezien, dat op 15
September, dus acht dagen na de gene
zing, het door een lumbaalpunctie afge
tapte hersenvocht nog niet geheel normaal
was, doch nog bestanddeelen bevatte die
wezen op een plaats gehad hebbende or
ganische aandoening der hersenen. Dit
feit het nog voorhanden zijn van ab
normale bestanddeelen in het hersenvocht
is daarom van zoo groot gowicht, om
dat het niet gesimuleerd kan worden en
is dus tevens oen duidelijke aanwijzing,
dat men bij het ziektegeval niet te doen
heeft met hysterische verschijnselen.
Bovendien oen observatie van deze zie-
1 ke, zeventien maanden lang, door ver
schillende medici, gaf hier in het minst
den indruk dat men hier te doen had met
een patiënte lijdende aan hysterie.
2o. Is de^genezing volkomen?
Een ziekte, waarvan al de verschijnse
len zoowel do subjectieve als de objectieve
(hoofdpijn, braken, deliriën, bowustzijn-
verlies, afwijkingen in de reflexen, ïborts,
etc.) zijn verdwenen, kan men niet andora
beschouwen dan als genezen.
Het nog niet normale hersenvocht op
den achtsten dag na de genezing is hier
mede niet in strijd. Dit^perschijnsel ver
toont zich ook bij andere ziekten als her
senvliesontsteking of na diphteritische
verlammingen.
3o. Kan de genezing wo r d e n
toegeschreven aan een natuur
lijk proces?
De plotselinge genezing van de zieke,
toen deze op haar hoogtepunt was, is be
slist afwijkend van het gewone verloop
en in tegenspraak met den altijd sleepen
den en langzamen gang van deze aandoe
ning.
Om het buitengewone van deze genezing
goed in te zien moet men zich goed voor
stellen, dat bij het ziektegeval van Mile.
Brun organen plaatselijk zijn aangetast,
hetzij door ophooping van tubcrkels of do9t
ontstekings-infitraten, rondom de bloed-,
vaten, of door thromhosen (bloedstolsols)
daarin.
Kan men zich wel herstel van al deze
aandoeningen in één uur tijds voorstellen?
Wij meonen dus te mogen zeggen, dat
deze genezing niet door een natuurlijk
proces is tot stand gekomen.
Aldus luidt de conclusie der beide me
dici H. en J. Bon, en zij eindigen met de
volgende treffende woorden:
„Hetzij onze collega's, die deze bladzij
den zullen lezen, het met ons eens zijn of
niet, wij zullen, indien ons onderzoek en
uiteenzettig van dit geval hunne belang
stelling althans mochten hebben opge
wekt, ons doel hebben bereikt.
Dat doel was: hun in allen eenvoud uit
een te zetten de feiten, die wij hebben
waargenomen en waarvan wij getuigen
zijn geweest.
De wetenschap steunt op het bestudee-
ren der feiten en wanneer het weten
schappelijk onderzoek ons niet kan dienen
omdat de oorzaken buiten ons bereik lig
gen, is het voor ons, als medici en als be
oefenaren der wetenschap, plicht de fei
ten, die wij waarnemen en ons onverklaar
baar zijn, met al hun geheimzinnigheid en
samenhang zoo volledig mogelijk uiteen
te zetten.
Door zóó te handelen, zullen wij mis
schien de wetenschap helpen bij het ont
cijferen van een nieuw blad van het groo-
te boek, dat zij bestudeert; door zóó te
handelen herkennen wij misschien de
hand van don Almachtige, den Schopper
aller dingen
Welnu, zoowel het eene als het andere
kan ons slechts aangenaam zijn".
CTHTrei r>tta mn
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren
STAATSBEGROOTING VOOR 1926
Algemeene Beschouwingen.
De algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor 1926 worden ge
opend.
De heer A 1 b a r d a (S.D.) opent de be
schouwingen. In de schriftelijke gedach-
tenwisseling is er reeds op gewezen, dat
het optreden van een Ministorie-Colijn niet
in de lijn van den uitslag der verkiezingen
lag. Als er iels steriel is gebleken dan is
het wel de coalitie.
Volgens den heer Nolens is de Katholie
ke partij een echte volkspartij. Van eens
gezindheid is echter ook in die partij al
lerminst sprake. De Michaëlisten leggen
daarvan al getuigenis af.
En onder die omstandigheden begint do
heer Golijn een coalitieregeoring. Dat is
een waagstuk.
Het optreden van don heer Golijn acht
hij een aanmatiging van macht in strijd
met den volkswil.
Het program werd vastgesteld en do
Katholieke partij aanvaardde het met al
gemeene stemmen. Het heette een vooruit
strevend program en één der bladen riep
uit: Als Veraart het zelf had opgesteld
had het niet vooruitstrevender kunnen zijn
(Gelach).
De heeren Schokking, Kooien en Rut
gers zijn allerminst de ttypen dor democra
tie. De lieer Lambooy heeft door zijn felle
acti» tecea de onwtapeninjtsaclie cetoonj
dat hu niet democratisch is. Is de hoe»
Bongaerls oen democraat? (Gelach).
Nogmaals wijst spr. op don achteruit,
gang dor rechterzijde. Ook do Vrijheids»
bond is achteruitgegaan, en hij zou nog
meer zijn achteruitgegaan als hij politiek»
beginselen had laten gelden. Echler zij»
plaatselijke enormiteiten als candidaten
gesteld om stemmen te trekken. (Gelach),
Tegenover dit alles staat de opzienbaren,
de vooruitgang ran da S. D. A P., die
133.000 stemmen meer op zich vereenigde.
De democratie ln het economische lovon
dient to worden verwezenlijkt, hetgeen ook
de democratische groepen in de rechterzij
de wonschen. Van do rogeering is editor
tegemoetkoming niet te wachten en het is
daarom noodig dat do Kamer eens uit*
spreekt wat zij op het punt van modezog-
genschap wenscht. Spr. stolt een motte
voor, waarin de wensehelijkheid van mo-
dezeggenschap wordt uitgosprokon."
Ten slotte behandelt spr. kort do ontwar
pening. Bij de verkiezingen hooft één mil-
lioen kiezers zich vóór ontwapening uit*
gesproken. Geen wensch leeft zóó stork in
het Nederlnndscho volk als dozo wensch on
geen wensch wint zóó dagelijks in kracht
als dezeè
De heer Dresa'elhuys (VJO meenf
dat deze regeering niet overmoedig moot'
zijn, want, al heeft zij nog een meerderheid,
zij te niet groot meer. Wil do coalitie als
nog probeeren to regeoron, dan kan dat,
en spr. is het ln dit opzicht mot den hoer
Albarda niet eens, dat dit niot mag. Wan
neer er een aceoord is gesloten met de
partijen dor rechterzijde, dan acht spr. hot
een nationaal belang, dat dit wordt gepu
bliceerd. Is dit accoord hetzelfde als in
de Troonrede? Minister Golijn heeft daar
op bevestigend geantwoord. Maar even
later zegt do Minister, dat de Troonrede
uiteraard vaag moet zijn.
Door handhaving van do coalitie wordt
naar spr.'s oordeel do politiek or niet be-
tqr op.
L)e Troonrede on de Millioenennota helw
ben iets medegedeeld over do plannon der
regeering. Veel wijzer worden we er niot
door, want de plannen zijn vang.
Van welk beginsel uit voert de Regee
ring haar politiek? Juist op die vraag geeft
de Regeering geen antwoord en die vnng-
heid acht hij zeer bedenkelijk. Do be
drijfsorganisatie zal de zaken niet boter
maken; de sterkste groep zal de lakens uit-
deelen en de kleinere haar wil opleggen.
Wat wil de regeering nu eigenlijk? Wil
ze minder dwangwotgeving? Spr. hoopt dat
de regeering nauwkeurig haai* opvattingen
zal meedeelon.
Hoe staat de Regeering tegenover de
culturoelo belangen? Spr. laat van dit ant
woord afhangen of hij en zijn vrienden al
dan niet dit Kabinet kunnen steunen. Hij
hoopt dat het zóó zal zijn dat hem do ge
legenheid wordt geboden het te steunen.
De hoer L i n g b o e k (Herv. Goref. Par
tij) betoogt, dat do bewering der regeering,
dat zij de christelijke grondslagen van ona
volksbestaan wil handhaven, voor hem niet
PimsiPiijKB 'uuTF grouuBiugen fu **?iui'nu
niet het samengaan der drie partijen
Bohte? Het woord grondslagen is zoo
vaag dat het niets zegt. De partijen rechts
zijn het in de voornaamste punten niet
eens.
Er is misschien een smalle gemeen
schappelijke grondslag voor allen, die ge-
looven, maar zoo'n smalle grondslag ia
voor een staatkundige ooalitic geen vol
doende basis.
Dr. Kuyper heeft do orthodoxie in ona
land tot een tweede Roomsehe kerk ge
maakt om daarmee ln samenwerking mot
do Katholieken don neutralen staat te be
strijden. Spr. herinnert aan do openbare
school, die oorspronkelijk christelijk was.
Wat heeft de christelijke regeering gedaan
om dat karakter terug te brengen? Niets,
want zij wilde zo liever zonder den Bijbel
laten, omdat zij haar eigen scholen wilde
hebben.
Vervolgens wijst hij er op, dat in tal vart
plaatsen hervormde burgemeesters door
katholieken zijn vervangen. Het gaat dus
niet aan allpon don liberalen partij-benoe
mingen te verwijlen. Toen minister Colijn
eens een moreel advies noodig had, vroeg
hij dat aan de hoogleeraren te Kampen
Minister Golijn: Ik hield daar eea
rede, maar ik vroeg geen advies. (Gelach)
De heer L i n g b e e k zegt, dat er ter
rechterzijde stemmen opgaan, dat allo open
bare scholen weg moeten. Maar daarnjodij
is men er niet, want de niet-christelijke
bijzondere school zal dan ook blijven be
slaan.
Er zijn nu vier Roomsehe ministers. (Ge-
FEUILLETON.
door
PASSÉ PARTOÜT
D
Ook 'n voorrecht, 'n oud wijf aan je
kdl Bij wie logeert tante altijd?
Bij wie komt ze dineeren. omdat jij
lookt als 'n boerin?
Dat zul Je bewijzen!
Ik bewijs niks en ik blijft
Ga van m'n stoel 1
Hou je haaiden thute, asjeblief.
y Aauw! Jij knijpt.
Schreeuw tante wakker! Da'i de
"töoiste manier van verplegen.
Wie schreeuwt er? Jij, met Je visch-
ttouw-alluresl
Dat zal tante weten. Zoo gauw als
14 wakker wordt, zal ik 'n briefje over jou
CPW doeni
Tante te wakker! klonk het plots bo-
de dekens uit.
Er viel 'n plotselinge stilte. De witte en
4 zwarte dienende engelen keken ont-
u->t naar 't bed. En de zieke zed:
-7 niaar. maar, mAAr.ruzie,
partij aan 'n ziekbed. Heb ik Jullie
-foepen? 't Is 't grootste schandaal, dat
heb. D'r uiil
Maar tantel
't Is Emmy d'r schuldI
Ik wilde niet..».
Zij zei, dat.zij wou, dat ik naar
D'r uitl schreeuwde tante. En toen
ze niet gauw genoeg gehoorzaamden,
sprong de zieke uit bed, greep eerst de
eene en toen de andere bij den arm en
duwde beiden in de gang, sloot de deur
met de twee koperen grendels af.
En vecht 't nou maar verder uitl
HOOFDSTUK V.
Drie dagen bleef Tante Door te bed lig
gen. Toen kreeg ze er genoeg van. Ze
stond op, kleedde zich in d'r donkerroode
huisjapon met den paarsen hoofddoek en
zette zich in haar fauteuil in de serre. Ze
had den inwendigen dienst voor haar
beide nichten geregeld.
Jij, Liza, jij bent 'n geboren hute
houdster, jij zorgt uitsluitend voor net
eten. Jij, Emmy, jij bent voor mijn oppas
en voor de lichte bezigheden. Voor 't grof-
werk komt de vrouw van René. Eu nou
hoop ik, dat jullie zult inzien, dat je, uit
eigen beweging, hooren jullie dat goed
uit eigen beweging bij 'n oud zwak menach
ter assistentie zijt gekomen.
't Woord „assistentie" kwam zoo „nat"
uit tantes mond, dat Liza en Emma tege
lijk 'n soort afkeer gevoelden. De Ide
nichten vonden reeds na tweemaal vier en
twintig uur, dat ze feitelijk overcompleet
waren op „Sans-Souci". Wat viel er Ider
schoon te maken?
Er werd niets vuilgemaakt. Wat viel
er hier op te passen? Tante Door zat in
d'r fauteuil in d'r kamerjapon, mot haar
onafsch.eidelijken paarsen hoofddoek; deed
wanhopige pogingen om op 'n heretellen-
de zieke te gelijken, maar dat gelukte
haar niet. Ze at veel en smakelijk en wee
als er een of ander gerecht niet naar ge
noegen uitviel. Dan zei ze:
Jij denkt zeker: 't kan er wel af, bij
tante, 't is makkelijk riemen snijden van
'n andermans leer jawel, jawel, maar
daar ben ik niot van gediend. Als je daar
voor gekomen beni, hoepel dan maar zoo
gauw mogelijk op.
Als Emmy haar zoo tegen de degelijke
andere 'nicht hoorde te keer gaan, lachte
ze in d'r vuistje en dacht: Die pakt van
daag of morgen d'r valies en trekt Ci uit.
Maar Liza dacht niet aan vertrekken zoo
lang Emmy bij Tante bleef. Ze wilde la
ter 't verwijt niet hooren: Jij bent me ook
'n „assssssssissstente"! Ze waren alle
twee op één dag gekomen, ze dienden op
één dag weg te gaan.
Tante Door spaarde ook Emr nfet,
loerde scherp naar al de' bezigheden, die
ze verrichtte en kon tusschenbeide te keer
gaan, dat Emmy dacht: Was ik maar
thute gebleven. Ze is niet ziek. ze is veel
te gezond. Als zo d'r straf maar niet j
thuis krijgt voor die onhebbelijke comedie.
Ze zou wel eens«echt ziek kunnen wor
den. En dan had ze d'r verdiende loon.
Emmy, Emmy, schoot tante Door
uit, kijk nou toch, om de liefde van alios,
eens*aan, hoe dik jij de was op 't vloer
zeil smeert! Ik wed als ik er met 'n mes
over ga, dat ik er 'n kilo afhaal. Zóó kun
je die immers niet uitsmerenf
U zou René z'n vrouw voor 't zware
werk nemen I
Noem jij dat zwaar werk? Aha, nou
weet ik waarom do boel bij jou in Holland
zoo onderkomt. Je hebt zeker nog nooit
met boenwas omgegaan, dat je ze zoo dik
smeert. Maar ik hou je niet met geweld
hier, hoor! Je kunt over 'n uur je biezen
pakken, dan zal Liza jouw werk er nog
wel bij nemen, hè Liza?
O, met alle plezier, tante.
Hoor je wel, ze te er niet te lui voor.
Te lui ben ik ook niet.
Wat ben jij dan?
Niks.
Emma, dat is geen antwoord aan 'n
ouwe tante. Je moest 'n beetje meer res
pect in je stem leggen. Ik had eerst ge
dacht, jou en jo man, als ik eens uit den
tijd was, m'n villa na te laten, maar jo
bent 't niet waard. Ik zou 't verschrikke
lijk vinden, mot 't idee do „kisss&st" in to
moeten, dat na m'n dood hier alle* zou
vervuilen.
Ik ben niet vuil, tante.
Val me niet in de rede!
Ik val u niet.
Emmy! Nou nog één woord, dan I
Tante Door was opgestaan, wees drei
gend mot uitgestrekten arm naar da
gangdeur. Emmy liet haar boenwerk irt
den stock, ging de deur uit, de trap op,
naar haar kamer om daar es flink te gaart
huilen. In de gang kwam ze den ou'lert
René tegen.
les er, vur do variaasse weer nn^
kier theater gespuid? Ga noar Olland t<*
rug, zulle madammeke, hullie matant 14
nie ziek, dat is 'n „zieverèrster."
Die ouwe man had gelijk, 't Was hie<
in huis niet meer te houden. Duizendinaaf
liever zat ze bij üenk op z'n schildorzol*
der dan hier op den parketvloer. Kon z4
Liza ook maar overhalen weg te gaan. Z4
moesten trachten solidair tegenover zon'rt
kenon van 'n tante to staan. Ze baddert
allebei 'n glooienden hekel aan haar ort
toch liepon ze allebei met 'n reuzen-stroofl
kan. Vanavond, als Liza naar boveql
kwam, zou ze trachten haar te bepruh'rt
'n verbond te sluiten. En ze deed het diot^
avond dan ook. Toen Liza naar bovert
ging, om zich te kleeden voor do visifei
die zo zich voorstelde bij tante Emilie tq
gaan maken, stond Emmy haar boven!
aan den trap op te wachton:
Zog, Lira, wo moesten voor het eorsl
in de tien dagen dat we hier zijn, es ernj
alJg en eerlijk met elkaar praten. Ik zaj