VRAAGT STEEDS CENTS DE RIJNSTREEK UIT NIEUWKOOP EN NOORDEN. IV. Een belangrijke procedure. Het mag verklaarbaar heeten, dat, toen de Staten van Zuid-Holland met op 2 na algemeene stemmen het voorstel van Ge deputeerde Staten eens door Minister ftuys de Beerenbrouck genoemd: een bij uitstek deskundig ooilege aannamen om het Reglement zoo ten nadeele van ouze twee waterschappen te wijzigen, de moed eenigszins ontzonk. Doch één weg stond nog open. Het be- iluit moest om te kunnen werken nog worden goedgekeurd door de Kroon. Aan- Itonds werd een klinkend request samen gesteld en Hare Majesteit de Koningin op deugdelijke gronden en met aandrang ge vraagd hare goedkeuring aan het besluit fa onthouden. Intusschen werd een onderhoud aange vraagd en verkregen bij den Minister van Waterstaat, die de Kroon in deze had te adviseeren. Minister Van Swaay ontving de depu tatie op hoffelijke wijze, beloofde heel ernstig de zaak te zullen onderzoeken en met voldoening en goeden moed keerde men huiswaarts. Groot was dan ook de teleurstelling, toen zonder meer de Kroon hare goedkeu ring aan het besluit schonk en dus alle pogingen vruchteloos waren gebleken. Wat te doen? Meerdere bekende rechts geleerden werden geraadpleegd, admini stratief was de zaak verloren, doch 'n be roep op den burgerlijken rechter stond nog open, Mr. A. Philips te 's-Gravenhage rechtskundig adviseur van den Polder Nieuwkoop (Droogmakerij) en Mr. A. n. J. van der Biesen te Amsterdam, rechts kundig adviseur van den Polder Nieuw koop en Noorden, beiden raadden met klem aan er niet in te berusten. Intusschen waren de aanslagbiljetten rondgezonden en alleen voor den Polder 'Nieuwkoop en Noorden moest over 1922 i meer dan 8000 aan omslag voor Rijnland betaald worden. Sindsdien is de omslag aanmerkelijk verminderd, doch op dat oogenblik was dit bedrag, dat zooals gevreesd werd, ieder jaar mogelijk be taald zou moeten worden, mede een mo tief, en een doorslaand motief om ook met het laatst ten dienste staand middel te trachten den ramp af te wenden. ie zaak was echter van te groot belang over ijs te gaan van één nacht, de (en van een proces zouden ook niet ge ring zijn, waarom dan ook Nieuwkoop en" Noorden het initiatief namen, op voorstel van Mr. van der Biesen, een der knapste rechtsgeleerden van het land, de zaak in onderzoek te geven. Algemeen werd er- kend, dat deze keuze niet twijfelachtig kon zijn. Staatsraad prof. mi. dr. A. A. H. Struijcken te 's-Gravenhage was de aangewezen man, een man die op het ge bied van het recht standaardw,.ken schreef en een wereld-reputatie genoot. ?t rapport, waarin zijn advies is ver vat, is dan ook een meesterstukje van fijne juridische wetenschap. Na al het voor de zal men benieuwd zijn te weten hoe prof. Struycken de quaestie ziet en beredeneert. De vraag wordt aldus opgezet: Warén de Provinciale Staten van Zuid-Holland bevoegd tot het nemen van het besluit en kunnen belanghebbenden, ondanks dit be sluit, zich op het accoord van 1394 blijven beroepen, teneinde de daarin bedongen vrijheid van uitwatering van Nieuwkoop op Rijnland ook in de toekomst te kunnen handhaven. Omtrent het accoord van het jaar 1394 beslisten het Provinciaal Gerechtshof in Zuid-Holland bij arrest van 14 Sept. 1864 e Hooge Raad der Nederlanden bij arrest van 5 Mei 1865. dat het was eene tusschen den Baljuw en Hoogheemraden van Rijnland aan de ééne zijde en 't vrije ambacht van Nieuwkoop met degenen, die met hen van rechte plegen uit te wateren, aan de andere zijde aangegane privaat rechtelijke overeenkomst. Op dit .punt is jurisprudentie, een uitspraak van de hoogste rechterlijke macht in het land, een uitspraak, waar men zich ook dus prof. Visser van IJzendoorn bij neer heeft te leggen. De overeenkomst tusschen deze twee partijen stond op zichzelf, de Souverein van den Lande heeft haar al leen bevestigd en erkend, op de wijze on geveer als thans een notaris een koopakte verlijdt Uitdrukkelijk is bij voornoemde rechterlijke uitspraak ook vastgesteld, dat die bevestiging van den Souverein geen ander gevolg heeft gehad, noch kon heb ben, dan dat daardoor de geldigheid van overeenkomst is erkend en aan de con- tracteerende partijen de daarbij bedoneen vechten en verplichtingen onherroepelijk ïijp verzekerd, en zij alleen tengevolge dieT bevestiging niet van karakter is kunnen veranderen en daardoor later ook niet. is verwisseld kunnen worden in eene regee- ïingsdaad of acte van wetgeving. Vastgesteld werd ook, dat na de inlij ving van het ambacht Nieuwkoop in Rijn land de polder, waaruit dat ambacht be tfond en wiens ingelanden zijn opgevolgd aan- en getreden in de rechten van de «igenaren der gronden, ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, als zoo danig ia blijven bestaan. Do privaatrechterlijke rechtsverhou ding, zooals in genoemde rechterlijke be slissingen werd omschreven en vastge steld, medebrengende vrijdom van bun- ■tergeld, moet dus, zoolang nieuwe feiten daarin verandering brengen, zich niet Jooifoen, ten aanzien van alle ingelan- en« die als rechtsopvolgers in genoemde ®vareenkomst van 1894 zijn te beschou- *en- als nog bestaande worden aange merkt •Voorts staat vast en wordt algemeen •^genomen, dat privaatrechterlijke over- ®^komsten de basis kunnen «rijn van vrij stelling van poldeilasten. Ten afuvten van Rijnland blijkt zulks nog ten over vloede uit de overwegingen van het Ko ninklijk besluit van 0 Juli 1857. waarbij het thans geldende Reglement voor Rijn land werd vastgesteld. Deze vaststelling vond plaats, wijl tusschen de Reglemen ten, door Provinciale Staten, respectieve lijk van Noord-Holland en van Zuid- Holland voor Rijnland vastgesteld, in vele opzichten verschil bestond. Rijnland toch ligt gedeeltelijk in Zuid- gedeeltelijk in Noord-Holland. Een der verschilpunten betrof art. 154, waarin de Staten van Noord-Holland hadden bepaald, dat ge- heele vrijdom der omslagen werd toege kend aan „eigendommen, die, volgens be staande schriftelijke overeenkomsten, reg- terlijke gewijsden of beslissingen van den Souverein, ongehouden zijn tot het vol doen van den omslag." Te dien aanzien nu overwoog het Kon. besluit: „dat vooreerst van eene handhaving, noch van eene ver nietiging van overeenkomsten in een pro- vincieel reglement sprake behoort te zijn; dat rechterlijken gewijsden of beslissingen van den Souverein kunnen berusten, op een geheel anderen toestand dan waarin thans wordt verkeerd, zoodat het onbillijk ware ten nadeele van anderen, zoodanigen toestand te handhaven, dat toch allen, die gelijke voordeelen genieten, ook gelijke lasten moeten dragen, dat echter, door het toelaten van het tegenbewijs de gelegen heid wordt aangeboden rechten op vrij dom te doen gelden, wanneer die op be hoorlijken titel rusten, en dus door het weglaten der bepaling op geene wettig verkregene rechten inbreuk kan worden gemaakt Het gevolg was, dat ln .art. 154 van Rjjnland's Reglement, de volgende tot op heden daar nog in voorkomende bepaling werd vastgesteld: behoudens tegen bewijs zijn tot de betaling der omslagen verplicht alle gronden en wateren, gelegen binnen de grenzen van het hoogheem raadschap. De geschiedenis aan de gespatieerde woorden verbonden is derhalve geheel in het voordeel van den Polder. De bedoeling van de macht, die het Reglement vaststel de, -was derhalve, dat privaatrechterlijke overeenkomsten als tegenbewijs konden dienst doen, gelijk ook in het boven aan gehaalde arrest van den Hoogen Raad werd beslist. Gelijke beslissing werd ook gegeven in het arerst van 20 Maart 1868, waarin de rechten uit de dading van 30 September 1851 (het accoord dat de Droogmakerij met Rijnland trof om 30 ets. voor elke volle 50 cents van den omslag te beta len) als „verkregen rechten" werden ge handhaafd. Hadden nu de Staten de bevoegdheid om de bedoelde overeenkomsten van 1394 en 1851 vervallen te verklaren, voorzoo- ver daarbij de omslagplichtigheid is gere geld en een bepaling in het Reglement van Rijnland op to nemen, regelende den vrij dom van omslag binnen zekere grenzen? Onbetwistbaar is, dat zij de bevoegd heid tot belastingwetgeving opzichtens waterschappen bezitten. De Staten zijn dus in dat opzicht vrij, voorzoover de wet hen daar niet in beperkt. En het is art. 150 van de Grondwet, dat zegt, dat de re geling van het burgerlijk recht (onderlin ge contracten, enz.) aan den wetgever is voorbehouden (deze regeling is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek) en art. 153 van de Grondwet, dat letterlijk luidt als volgt: „Alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende rechten, over schuldvordering en andere burger lijke rechten behooren bij uitsluiting tot de kennisneming van de rechterlijke macht." Hieruit volgt, dat dergelijke overeen komsten beheerscht worden door het in de wet geregelde burgerlijke recht en dat zij staan onder de hoede van de rechterlijke macht; conclusie: de Staten zijn niet be voegd hunne vervallenverklaring uit te spreken Van ouds vindt de bevoegdheid tot be lastingheffing in de waterschappen hare begrenzing in de te dien aanzien verkre gen private rechten der belanghebbenden. Dit regiem bestond, toen het grondwette lijk stelsel, waaronder Nederland thans leeft, werd ingevoerd en heeft zich tot op heden ondèr de opvolgende Grondwetten gehandhaafd; het kan daarom niet dan met inachtneming der in de Grondwet vervatte regelen worden gewijzigd of op geheven. Slechts de Wetgever zou door wijziging van de Grondwet daartoe in staat zijn. Slechts het voornaamste hebben wij uit het lijvig rapport van prof. Struycken kunnen aanhalen. Deze opmerking, welke op het eind wordt gemaakt, is o.i. nog zeer ter zake. De Staten van Zuid-Hol land hebben wel nietig verklaard het ac coord, voorzoover dit voor Rijnland na- deelig is, doch voorzoover dit voor haar in het voordeel waé, hebben zij 't laten be staan. De vrijdom van omslag wordt pt uitgelicht, doch het onderhoud van de waterkeering, waarmede in het contract de Polder belast was, dat heeft men lal en bestaanI Inderdaad wel frappantl Het is begrijpelijk dat stemgerechtigde ingelanden van beide Polders in den zo mer van 1922 op het' prachtig gedocumen teerd en van grondige studie getuigend advies van prof. Struycken, eenparig het besluit namen in verzet, te gaan tegen den aanslag den Polder opgelegd. Zij machtigden tegelijk het bestuur om, wan neer het rechtskundig advies daartoe strekt, tegen het in hooger beroep gewe zen vonnis cassatie aan te teekenen. Ook Rijnland liet een rapport samen stellen, en wel door Mr. E. Ma Meijers, professor in het burgerlijk en- internatio naal recht aan de Universiteit te Leiden. Heeft men het rapport van prof. Struycken terstond openbaar gemaakt en aan Rijnland getoond, dat van prof. Meijers hield men geheim! Eerst in September van het vorig Jaar werd althans aan den Polder Nieuwkoop en Noorden het dwangbevel bèteekend, waarop Rijnland la gedagvaard om op Dinsdag, 14 October d.a.v. te verschijnen voor de Rechtbank te 's-Gravenhage. Op dien dag had niet anders plaats, dan het overhandigen van de conclusie van eisch en VToeg de tegenpartij een termijn van uitstel om van antwoord te dienon en hiermede waren de zoogenaamde replie ken begonnen, welke bestaan uit de schrif telijke uitwisseling van gedachten tus schen de advocaten van beide partijen. Zoodra deze (niet de duplieken) "geëindigd zijn komt de zaak in openbare zitting en worden de mondelinge pleidooien gehou den. Wanneer dit zal zijn is nog niet be kend CRITICUS. BODEGRAVEN. OP DEN Hl 1 Gooien dag. Wat een wild weer hè? Nou, zeg dat wol. Enfin, het is Zondag onder voetbaltijd droog gebleven. Was het maar gaan regenenI Waarom? Wel, dan was er allicht niet ge speeld. Terwijl ze nu met 31 afgestuurd zijn. Ja, het. begin ,van de competitie is niet schitterend; verleden week verloren nu weer, als dat zoo doorgaat, dan wordt 't huilen. Ik begrijp er geen steek van. In een vriendschappelijken wedstrijd zijn ze haast niet te verslaan. Het is wel eigenaardig. Enfin, laten we dit onderwerp maar laten rusten. Hoe vond ie die film verleden week? Schitterend zeg! Jammer maar, dat er zoo weinig belangstelling voor was. Dat was treurig, ja En je hoort hier zoo dikwijls zeggen: er is hier niks te doen. Ja, de Missie zal er niet veel aan verdiend hebben. Geen cent. Als de film op risico van den Vrouwenbond was gekomen, had er waarschijnlijk geld bij gemoeten. O, dorsten ze het risico zelf niet aan? Neen, dat vond het bestuur te groot. Maar, om nou nog eens wat anders bij de kop te nemen. Heb jij wat gezien van het nieuwe uitbreidingsplan van onze ge meente. Ja, zooiets wel. Het centrum van uit breiding is onze nieuwe markt. Dat dacht ik wel. Dat is het troetel kindje van onze burgemeester. Och, wat zal ik daarvan zeggen: hot is zijn eerste werk geweest in deze ge meente en het is schitterend geslaagd. Maar, om verder te gaan. Vanaf den wa tertoren tot aan het begin van de Noordzij zal een weg gelegd worden, achter de markt om, met enkele dwarsstraten tus schen deze en den bestaanden straatweg. Maar voor den aanleg hiervan zijn nog eenige bezwaren te overwinnen, zoodat het vandaag of morgen nog wel niet zal gebeuren. Zooiets schijnt ook het geval te zijn met het opknappen van de Van Tolstraat. Ja, de kwestie is nog ter sprake ge bracht in de laatst gehouden raadsverga dering van Zwammerdam. De breedte van den weg is o.a. wel besproken, maar wanneer die mooie weg er zou zijn, is niet gezegd. Neen, en hij is toch zoo hard noodig, al was het alleen maar voor die arme wielrenners, die Zondags daar over die slechte wegen heen moeten hobbelen. Enfin, we zullen maar denken: wat in 't vat is, verzuurt niet. Zoo zal 't ook wel blijven met het verplichte sluitingsuur voor winkels en de Zondagssluiting in Damme. Waartoe ook die noodelooze vrij heidsbeperking? Nou. voor de menschen die personeel in dienst hebben! Maar die werken zoo laat niet meer, daar zal de organisatie wel voor zorgen en Zondags komen toch de meeste menschen niet koopen. Want wie hebben het dan druk, dat wil zeggen, waar komt publiek in den winkel? Toch zeker bijna uitslui tend in sigaren- en banketbakkerszaken! Ja, het eenige is, dat de menschen in Bodegraven het niet mogen doen, terwijl hun collega's enkele meters verder nergens last van hebben. In dien zin zou het mis schien wat minder aangenaam zijn. Och, die toestand bestaat al meer dere jaren. Tot 9 uur-sluiting zijn de Overtocht-winkeliers allemaal vrijwillig overgegaan. Maar Zondagssluiting!.... Daar beginnen ze .niet aan, de Boomschen! In de laatste Hanzevergade- ring werd het nog gezegd: Onze opvattin gen daaromtrent waren soepeler dan die van onze andersdenkende dorpsgenooten. En eenige soepelheid in de kieswet zou niet kyvaad zijn voor de 65 gedaag den, die op 1 Juli niet aan de stembus verschenen zijn. Nou ja, je betaalt een paar pop en je bert overal af. Dat is zoo, maar de „poppen" zijn tegenwoordig wat schaarsch! Begin je weer te klagen? Dan ga ik gauw naar huis! Bonjour 1 Tot ziens, hoor! ONZE BODEM. Moet er hier een gebouw gezet worden van eenige beteekenis, dan moet men heien: de grond is te zacht om er zonder heiwerk op te bouwen. Immers, de boven laag is wel klei, maar hieronder bevindt zich weer een laag veen, en dit is abso luut niet in staat om eenige zwaarte te verduren. Hoe is dat alles hier gekomen? En wat zit er dan onder het veen? Hierover wil len wij een korte beschrijving geven. De Oude Rijn was vroeger de uitmon ding van de „Grootvorst van Europa's stroomen", zooals een van onze dichters den Rijn noemt. Dat deze rivier zijn wa ter van gletschers uit Zwitserland krijgt, behoef ik hier niet te betoogen. Nu is er ten ijtd geweest, dat alles in INGEZONDEN IMEDEDEELINGi DE deze streken zee was Toen kwam er een tijdperk van hevige koude, en de Alpen- glctschers kwamen veel meer naar lagere streken Het spreekt dus vanzelf, dat, toen de koudo-periode voorbij ging en het ijs zich van lieverlede terugtrok, er ontzet tende massa's smeltwater vrij kwamen, die tevens steencn, print, zand en klei, allemaal verweeringsproducten der Zwit- sersche granietgesteenten. meevoerden. Hier werd de stroom kalmer. Dus grint bezonk en verder ook het zand, dat een groote zandbank vormde, een eind voor de monding. Deze werd ten laatste» zóó groot, dat zij een gedeelte der zee afsloot. Deze zandbank werd later duinenrij. Het afgesloten stuk werd door gestadige toe voer van zoet water, steeds minder zout. En het Rijnwater, dat nu tot rust kwam, kon zijn klei laten bezinken. Zoo ontstond op het zand een laag klei, die evenwel onder water was gelegen, en dus niet verder kon verweren. Dit was de zooge naamde oude blauwe zeeklei. Over deze klei-afzetting moet men niet te min den ken: nu nog voert de Rijn (niet onze Rijn) pl.m. 21 millioen slib, dun klei afi en de Maas 600.000 ton. Wat zal dus toen hier gebracht zijn? Bovendien stroomt het water nu gemakkelijker weg met klei en ai, terwijl het toen in onze binnenzee tot rust kwam en, mede door inwerking van het nog aanwezige zout, de klei rustig kon laten bezinken. De kleibndem komt in de droogmakerijen boven. (Haarlemmermeer, bijv.), waarschijnlijk ook bij de Reeuwijk- sche en Sluipwijksche plassen gedeeltelijk. Het water werd dus geleidelijk volko men zoet, en hierin ontwikkelde zich plan tengroei, die steeds diohjer en dichter werd. Op allerlei plaatsen vormden zich drijftillen, complexen van gestorven plan ten ,die van den bodem losraakten en weg dreven. Op deze tillen groeiden nieuwe planten. Soms zonk het heele gevaarte omlaag, om dan weer hoven te komen en later voorgoed te verdwijnen. Het meer werd zoo geleidelijk aan met een spons achtige massa gevuld, en alleen de rivie ren hielden zich diepe geulen open. Deze grond, bijna geheel samengesteld uit vergane planten, is het laagveen. Mogelijk dat we deze laogveenvorming later nog breeder behandelen. Nu moet men niet denken, dat de bouwlaag van het veen enkel plantenresten is. Neen. dit is juist een heel eigenaardig mengsel: zand-, klei en veen. Koe dat komt? Wel, sinds men- schenheugenis is het veen doorsneden ge weest door diepe slooten, die om de drie- vier jaren uitgebaggerd werden. Die bag ger werd, en wordt nog, vermengd met stalmest dikwijls, over 't land uitgespreid. Maar in die bagger zit ook wat klei, on der uit de sloot vandaan en wat zand van de diluviale lagen, wat aan de struc tuur van do bovenlaag natuurlijk ten goede komt. En in don loop der eeuwen is die bovenlaag gemiddeld ruim een voet dik geworden! Nu rest ons nog een en ander over de klei, die aan do Rijnoevers ligt. Deze is natuurlijk van do allerlaatste periode, voor de dijken or langs gelegd werden, en de Rijn dus telkens de omtrek onder wa ter zette. Zoo was de bodem gereed voor zijn bewoners. H AZERSWGUDE. De Wilhelmina-Vcreeniging Jubileum-viering. De jubileerende Wilholmina-Vereeniging alhier mag ongetwijfeld met veel genoegen terugzien op den dag van gisteren, den eer sten van do twoo fosstdagen, waarop haar 25-jarig bestaan luisterrijk herdacht wordt. Eon van de voornaamste factoren voor het wélslagen van dergelijke feesten is wel gunstig weder on hoewel het gisteren nu juist geen heerlijk weer te noemen was, toch was hot geschikt genoeg om te feesten. Is er vandaag voor de grooteren meer gelegenheid om feest to vieren en hun be hendigheid ^n verschillende wedstrijden te toonen, gisteren was alles er vooral op ge richt om de jeugd te doen genieten. Zoo vingen om 1 uur de feestelijkheden aan met een kinderoptocht door het dorp. Een aardig gezicht was het de kleuters in hun beste pakjes, overkruisd door oranje- sjerpen te zien stappen door de Dorpsstraat nu en dan huppelend op de blijde tonen der muziek, waarvoor de plaatselijke Harmonie alle zorg droeg. Dat eenieder het zijne had willen doen, om do feesten zoo aangenaam mogelijk te maken, bleek wei uit het feit, dat van bijna alle huizen de driekleur was buitengestoken, terwijl verscheidene win keliers bijzondere zorg hadden besteed aan hun étalages. Bij de St. Michaëlschool gekomen werd halt gehouden en zongen de kinderen eenige vaderlandsche liederen, om ver volgens op te gaan naar het feestterrein, alwaar hen een tractatie wachtte. Om 3 uur werd een aanvang gemaaké met de wedstrijden, waarvan als eerste nummer op het programma stond: hard- loopen met hindernissen voor jongens van 1210 jaar. De mooie prijzen, voor de winnaars in dezen wedstrijd uitgeloofd, werden behaald als volgt: le prijs A. Breg-» man: 2s prijs G. v d. Vaart; 3e prijs G. D. v. d. Geest: 4e prijs Abr. Dorsman, 5e prije B. Rietveld. Het aantal deelnemers be* droeg 15. Voor het volgend nummer: stoelendans voor meisjes, waren 32 deelneemsters. De prijzen bestaande uit fraaie kunstvoorwer pen werden behaald door de volgende meis jes: le prijs Jo. Haakman. 2e prijs Anna Timmermans, Se prijs Jeanne v. d. Werf* 4e prijs Marie de Haas, 5e prijs Nelly v. d. Werf; fie prijs Sientjo Timmermans. Om 6 uur had een wedstrijd plaats in hardloopen over een baan van 500 M. voor jongens van 10 jaar en ouder. Aantal deel nemers 12. Do prijzen, geldprijzen van 10, 7.50, 5 en 2.50 werden als volgt be-» haald: le prijs L. Matze; 2e prijs L. van Vliet, 3e prijs F. Fokker, 4e prijs A. v. d. Geest. Hedenmorgen om 9 uur werden de fees lelijkheden voortgezet met als eerste pro grampunt: ringrijden voor paren roet paard ep tilbury. Tijdens het ringrijden hield de „Harmonie" er met eenige mooie num mers de stemming in. Zoowel van dit nummer als van het volgende, waarmede om 10 uur begonnen werd, nl. ringrijden per fiets voor dames en heeren vanaf 16 jaar, zullen wij mor-* gen den uitslag in ons blad hekend maken. Het verdere gedeelte van dezen tweeden dag is vooral gewijd aan het festival, waar aan door niet minder dan 15 muziekkorp sen uit de omliggende plaatsen wordt deel genomen. Nadat de ontvangst van de directeuren en do bestuursleden der deelnemende rro* zeischappen had plaats gehad in de be- stuurstent op het feestterrein en hnn de eerewijn was aangeboden, werden te circa 2 uur de korpsen opgesteld, om een rond gang met muziek door het dorp to maken, met ontplooide vaandels en banieren Fel geheel geschiedde onder de leiding der Feestcommissie. Nadat de stoet op het feestterrein was teruggekeerd, werden do toebereidselen gemaakt voor den aanvang van het festival, waarover morgen meer. At.PHEN AAN DEN RUN. Bijz. Vrijw. Landstorm. Onze lezers herinneren zich zeker nog wel de Land stormavonden van Februari il bij gelegen-» beid van de herdenking van het 5-jarig be staan. Drie avonden was het Nufsgehouw stampvol en aan tientallen personen kon geen toegangskaart' verstrekt worden In November a.s. organiseert de B V. L. weer twee, vermoed dijk zelfs drie avonden, waarop o m de Leger- en Vlootfilm ver-» toond wordt. Voor dien avond is ook de wel willende medewerking verkregen van h"t Alphensch Mannenkoor ..Kunst na Arbeid" Directeur de heer Van Beek, uit Woerden. O.a. voort dit pl.m. 40 man sterke koor uit als hoofdnummer „Hollands Glorie" met begeleiding van orkest. Op die avond zal tevens aanwezig zijn een uitstekend strijk orkest, waarvan de meeste modeworkors uit Woerden komen. Voorts worden ter af-» wisseling voordracht gegeven. Opmerkelijk is, dat waar einde der vorige week tot het houden der landstormavonden besloten is, reeds nu aanvragen om toegangsbewijzen binnenkomen. Eerst half October worden de nankondi-» gings-biljetten opgehangen. TTet is te ver-» wachten, dat de Landstorm, gezien het groo to succes van Februari, weder stompvollo zalen zal trekken. We hopen, dat deze avonden veel er too zullen bijdragen, om de toename van het aantal vrijwilligers in Alphen te bevorde ren. Het Alphensohe corps bedraagt thans reeds 220 vrijwilligers. Oudste Inwoonster. Gisteren is del oudste inwoonster dezer gemeente, Mej, Wed. MookHeemskerk op bijna 101-jari-' gen leeftijd overleden. BOSKOOP. Gewetensgeld. Do minister van fw nanciën maakt bekend, dat ten behoeve van 's Rijks schatkist is ontvangen bh den ontvanger d^r directe belastingen, enz., alhier, 257.09 wegens over de be lastingjaren 1920—1921 tot en met 1924— 1925 en 250.03 wegens over de belas tingjaren 1918—1919 tot en met 1024 1925 te weinig betaalde directe belastin gen. EfetfriciUit in Boskoop? Dinsdag-» avond 22 September is in Hotel EJaaasenl alhier een opembaro vergadering gehou-» den, welke door eenige vooraanstaand a personen was uit geschreven en bedoeld» als propaganda-avond, daar op de eerst*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5