Tweede Blad
Dinsdag 8 September 1925
BlNKEItLilND
DE FAilUE HOLLMANN.
CANISIUSFEESTEN TE NIJMEGEN.
Maandag.
Te negen uur droeg Mgr. Marina "Bes
sen een pontificale Hoogmie op in de Je-
zuïetenkerik in de Molenstraat.
Bij het oipdraigien van het H. Offetr
wtrd de Kerkwret geassisteerd door de
eeereerw. paltera V. Easer S.J. ein S.
Kotibmanm O.P. a)l» troon-diiaken, door
prof. dr. Titus Brands-ma O.C. en prof. dar.
O. Lambermomd. O.P., reeap. ails dliiaiken en
eub-diiakm; door prof. mag. J. de Lan
gen Wendells O.P. alts presbyler cusri stens
en door kan. T. Bootema als ceremonia-
rins. Be overige functies -werden vervuld
dloor scboi'astieken van de Sooieteit vam
Jezus.
Het zangikoor, diait bij bet bïn/nenbrtèdem
11am den bisschop hert „Ecce Sacerdos" had
gezongen, voerde die Mis uiit van Ouypers
„Joamoo d'Arc*.
In de St. Josephskerik aan bet Kei'zer
Karei plein pomtlif iceerde te half elf de
Aartsbis'aohop van Utrecht, Mgr. H. vam
de Wetering, een plechtige Hoogmis voor
de levende en afgestorven leden der Apo
logetische Yereenrgnmig „Petrus Oanitsius".
Monseigneur werd geassisteerd dioor den
Hoogeerw. heer Mgr. J. A. S. van Schalk
en door dr. mag Van Oppeunaav, ale dia
ken en subdiaken, terwijl ale 'presbyter-
assist ene fungeerde d» Hoogeerw. heer
Staring, plehaan van de Utrachteohe ka
thedrale kerk. Na het Evangelie beklom
de Weleerw. Zeer,gel. heer patier A. van
iWinkel O. P. dien kansel tot het uitspreken
van een predrtoabie.
Ntets ontroert ons meer. aldus de eerw.
redenaar, dan de wijze, waarop God Z'jn
Kerk bestuurt en de Heiligen verwekt.
Camisiius staat voor ons als de Apostel
van Buitsch"!and in een eeuw, waarin Lu
ther het getoof ondermijnde. In die hewo-
ÊVn tijden staalt, de stoere Oanisius, door
allen besproken, door velten gezegend, door
meer nog vervloekt, als een rots. Toegontót
door de raven der natuur en door Gods
FEUSLLETODS.
Naar het Duitscb van E. KRICKEBERG.
(Nadruk verboden).
17)
Haar verhouding tot den oudsten zoon
des huizes werd steeds grover. Steeds dui
delijker moest ze merken dat haar tegen
woordigheid hem lastig, een blijvende
steen des aanstoots waA Dus zou het een
onvergeeflijke tactloosheid van haar zijn,
desondanks de gastvrijheid zijner moeder
nog verder te blijven genieten.
Zelfs do kalme Lena, die tegenover de
opwinding en wederwaardigheden des le
vens zooveel harmonisch evenwicht wist
le bowaren, had het reeds 'noodig gevonden
tusschen haar en haar broeder bemidde
lend en kalmeerend op te treden. Mevr.
Hollmann schonk aan deze zaak welis
waar blijkbaar heelemaal geen aandacht.
Maar Eva kende het karakter dezer zeld
zame vrouw reeds goed genoeg, om te we
len, dat haar desondanks niets ontging
fcn dat ze handelend zou ingrijpen, zoodra
ze het oogenblik daartoe gekomen achtte.
Ban kon het Eva gebeuren, dat ze haar
zei: Mijn lteve juffrouw Gerhardt, mijn
huis is te klein voor u en mijn zoon t.e
samen, en daar de schuld voor de onver
draagzaamheid aan uw kant ligt, houd ik
het voor noodig, dat u ons verlaat.
Maar evengoed kon ze haar zoon zeg
den: Jij gedraagt je niet, zooal3 het past
tegenover een gast van ons huisl Ik heb
3^ helaas noodig, daarom moet ik juffrouw
werhardt vragen, te gaan maar jij moet
gemiadon, beplliedtte hill do bedangem dor
Kerk b'j de rnadliHiigeai dor aarde.
Op rijn apostolische renizen trok Mj als
een andere Pauluo de Dufitedhe landen
door, om hot rijk van Oh ri situs to verbrei
den. God heeft Oamnaius gesteld. aJa den
hedli'ge in zrijn tijd, maar he'flig verklaard
in onzen tijd. Heit Rtijfk win Christus wordt
woder bedreigd en moet meer wordlem uit
gebreid.
In een gloedvo'Üe perforatie wekte de
eerw. redenaar de ledum der Caor'siusver-
eeniging op, naar hot voorheeld van hun
patroon het Sninorilijk leven bij hun actie
niet te vergeten en opmak de hoop uri, dal
het s poedig moge worden één herder en
één schaapstal.
Do Apologetische Vereeniging „Petrus
Canisius" had, ter viering van de Nijmeeg-
sche feesten ter eere van haar bescherm
heilige, een feestelijke vergadering belegd
in de aula van het Canisius College aan
den Berg en Dalschenweg. Een huishoude
lijke jaarvergadering ging vooraf.
Om 3 uur opende de voorzitter, de Zeer-
eerw. Zeergel. heer Br. W. van Koeverden,
professor aan het Seminarie te Culemborg
de feestvergaderfng.
Alvorens aan de sprekers het woord werd
verleend, moesten nog eenige bestuursza
ken geregeld worden. Door het periodiek
aftreden van Prof. Aengenent en Rector
Bekkers moest een verkiezing plaats heb
ben. De aftredende bestuursleden waren
herkiesbaar doch Rector Bekkers had uit
drukkelijk verklaard voor een bestuurs
functie niet meer in aanmerking te willen
komen. De voorzitter betreurde dit doch
moest erkennen, dat men den wensch van
rector Bekkers moest eerbiedigen. Voor
de vacature-Bekkers werd door het bestuur
aanbevolen Prof. Metz van Rijsenburg. Ter
wijl de uitslag der verkiezing werd vast
gesteld, bracht de secretaris bet jaarverslag
uit, waarin met groote dandbaarheïd werd
vermeld een gift van 1000 door Z. D. H.
Mgr. Schrijnpn als steun voor de actie der
vereeniging (anplaus).
Het jaarverslag sprak verder over de
uitgaven der vereeniging. 20.000 Maria-
mapjes werden uitgegeven en de Eucharis
tische mapjes werden met 10.000 exempla
ren vermeerderd.
Het financieel verslag wees een voordee-
lig saldo aan 130.
In de vacature-Rector Bekkers werd
Prof. Metz gekozen. Prof. Apngenent werd
herkozen.
Daarop werd het woord verleend aan
den Zeereerw. Pater Prof. Dr. W. Mul
der S.J.
RedeProf. Dr. W. Mulder S. J.
Uit talrijke citaten uit de brieven van
den heilige en uit vele daden door hem
verrieht, deed steker blijken, dat Cani
sius het steunen van 't concilie van Trente
er het verteriten ven zijn decraten als zijn
„groote werk" heeft beschouwd.
Vooral zijn Catechismus heeft de leer
van Trente over geheel de wereld verbreid.
Zijn voorbeeld moeten wij navolgen in den
dienst der waarheid.
Tijdens de rede van Prof. Mulder was
Z. D. H. Mgr. H. van de Weterine de zaal
binnengekomen. Hartelijk word' Z. D. H.
door de aanwezigen verwelkomd en door
den voorzitter met een korte toespraak
begroet. In deze toespraak noemde Dr. van
Koeverden den aartsbisschop den grooten
geloofsverkondiger in Nederland.
Na Prof. Mulder hield Prof. J. Verhaar
zijn rede over Canisius en de intellectueelen
Rede Prof. J. Verhaar.
In een eerste deel gaf spr. aan, dat wij
ons primair hebben bezig te houden met de
Katholieke intellectueelen. Zij vragen onze
bijzondere zorg. Vooral dron? spreker aan
op een verdieping en verbreeding van hun
godsdienstbennis, zoowel door het gespro
ken woord (dogmatische preeken, apologe
tische cursussen enz.) als door het geschre
ven woord (boeken, grootpers, tijdschrif
ten, speciaal Het Schild).
Ook Canisius had een speciale zorg voor
de intellectueele katholieken (vooral voor
de hoogeschool studenten), gelijk door
voorbeelden uit ziin teven werd aangetoond.
In een tweede deel werd gesproken over
onze taak onder andersdenkende intellec
tueelen. Na het feit geconstateerd te heb
ben, dat er in onze dagen bii andersden
kende intellpctupplen een zekere vragende
bplau^stplUnT valt waar te "°men ten nn-
je schamen! Want in datgene wat me
vrouw Hollmann als juist had ingezien,
kende ze geen weifelen of wankelen. Mocht
Eva hot daartoe laten komen?
Deze gedachten bestormden haar en
maakten haar mat en ellendig, want qu
beteekende het scheiden uit dit huis een
zeer ernstige zaak voor haar. Het was
haar temoede, alsof ze "uit Gods zonnige,
vrije natuur weer in een nauwe, dompige
kamer terug moest. Ze rilde bij de gedachte.
Nu zat ze, niet in staat verderi te pie
keren, in het donkere prieel, zag niet, dat
de sterren aan den hemel hun lichten aan
staken en de maan breed en volwangig
opsteeg boven den rug der rotsketen, zoo
stralend helder dat de toppen en inker
vingen van het zwarte dennengewas als
een scherp gesneden silhouet tegen den
goudigen achtergrond afstaken. Zij hoor
de ook niet, hoe na eenigen tijd het kiezel
onder vlug naderende voetstappen knerp
te. Pas toen een stem baar riep: „juf
frouw Gerhardt" schrok ze op.
Walter Hollmann stond voor haar.
In den lichten maneschijn zag ze lederen
trek van zijn gezicht. Een gespannen uit
drukking lag er op en in zijn anders zoo
koel en spottend blikkende oogen, flakker
de een zeldzame onrust.
„Ik ben blij, dat ik u nog tref, juf
frouw", begon hij aanstonds met een haast
die hom anders vreemd was. „Ik heb u
vandaag beleedigd
Haar matheid was met een slag ge
weken. Een koortsachtige opwinding
maakte zich meer en meer van haar mees
ter en vertoornd stiet ze uit:
„Vandaag? O neenl Uw heele hou
ding tegenover mij is een voortdurende be
richte van het katholicisme, werden de
volgende drie vragen ter beantwoording
voorgelegd.
1. Aan welke voorwaarden moet degene
voldoen, die met dergelijke menschcn in
contact treedt? Dit wordt ons duidelijk ge
leerd door Canisius.
Die vereischten kunnen kort worden sa
mengevat in deze vier: ten eerste het moet
iemand zijn van groot geloof en van gebed;
ten tweede het moet iemand zijn van groote
tact en deugd, speciaal van zelfbeheer-
sching, geduld en zachtzinnigheid; ten der
de een psycholoog; ten vierde wetenschap
pelijk onderlegd: hij moet vooral goed thuis
zijn in de moderne mentaliteit onzer huidi
ge andersdenkenden en goed op de hoogte
zijn van hun terminologie. Dit alles werd
in den breede verklaard en door Canisius'
voorbeeld toegelicht.
2. Hoe verkrijgen wij het gewensrhte
contact met die intellectueele andersden
kende kringen?
Onder de vele middelen werden door spre
ker genoemd en toegelicht: door het contact
dat er bestaat tusschen hen en onze intel
lectueele leeken, door cursussen uitsluitend
voor intellectueelen, bijv. aan onze univer
siteiten, waardoor we vaak komen tot een
zeer vruchtbaar individueel contact, door
het verspreiden van katholieke lectuur wel
ke speciaal voor intellectueelen geschikt
is (o.a. Het Schild), door hoogstaande pri-
vatissima, door radio-uitzendingen, enz.
3. Hoe moet het onderricht (op cursussen
en rrivatissima of individueel)gegeven
worden?
De tijd ontbrak om dit breedvoerig te be
handelen. Alleen werd er hijzonder den na
druk op gelegd, dat dit onderricht niet sub
jectief maar objectief moet zijn. Zoo deed
ook Canisius, het, en het succes was bui
tengewoon.
Met een beschouwing, dat ons gansehe
apostolische werk onder de intellectueelen,
evenals bii Canisius, moet gedragen worden
door een brandende liefde tot Christus, be
sloot spreker zijn voordracht.
Toespraak Mgr. H. v. d. W e t e r i n g.
Door Mgr. v. d. Wetering werd aan Dr
van Koeverden dank gezegd voor de be
groeting.
Altijd heeft Mgr. het werk van de Ver
eeniging Petrus Canisius bewonderd en hij
wil haar toeroepen: ga voort met uw
schoonen arbeid.
Laten wij door veelvuldig gebed do ge
nade des Hemels over dit werk afsmeeken.
Laten wij veel bidden voor de andersden
kenden en hen nooit krenken of verbitteren.
Mgr. verleende hierop zijn bisschoppe-
lijken zegen en verliet de vergadering.
Rede P. Kasteel.
De secretaris van het Gilde der Klare
Waarheid zag zich als onderwerp toegewe
zen: Canisius en het volk.
Spreker wensch te Petrus Canisius te zien
in zijn tijd in vergelijking met onzen tijd.
Petrus Canisius heeft in al rijn werken
getoond. Iets te gevoelen voor 't volk, maar
hij heeft er ook iets voor gedaan.
Spreker is er van overtuigd, dat Petrus
Canisius de methode zou hebben goedge
keurd die gevolgd wordt door de predikers
op de pleinen en in de straten van Am
sterdam.
Wij moeten gaan naar het volk en het
spreken over de brandende kwesties.
De voorzitter dankte de sprekers en gaf
gelegenheid voor het voeren van discussie,
waarvan door enkele aanwezigen gebruik
werd gemaakt.
Prof. Verhaar zeide geen gelegenheid te
hebben gehad om uitvoerig de vraag te be
antwoorden. boe 't contact met andersden
kenden moet worden geteed. Daarvoor was
zijn spreektijd te kort. Het zoeken naar
contact behoeft niet te geschieden door
met hen in wetenschapelijlee vereenigin-
gen saam te komen. Ook op de andere vra
gen werd door Prof. Verhaar geantwoord,
doch deze vragen betroffen kwesties van
internen aard.
Onder dankzegging sloot de voorzitter
de druk bezochte vergadering.
Pontificaal Lof.
Terwijl de vergadering der Apostolische
Vereeniging „Petrus Canisius" nog voort
duurde, was de Canisiuskerk in de Molen
straat weer volgestroomd voor het Pontifi
caal Lof door Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier
h'pochon van Ha a riem.
leediging voor me en een protest tegen de
beminnelijke gastvrijheid uwer moeder. U
wenscht me iederen dag tienmaal in de
Sahara en.... het is zeker goed, dat we
elkaar vandaag nog getroffen hebben,
zoo kan ik u nu aanstonds de verzekering
geven, dat ik besloten ben te gaan zoodra
het gebeuren kan, zonder uwe moeder, die
mij lief is, te beleedigen."
Zij was opgesprongen en in de deur
van het prieeltje gaan staan. Vol besche
nen door het maanlicht zagen ze elkaar
vast in het gezicht.
„U begrijpt me totaal verkeerd, juf
frouw Gerhardt," begon hij.
„Ik meen, dat u uw bedoeling duidelijk
genoog toont zoodat een vergissing uitge
sloten is. U ziet van de hoogten uwer we-
reldervaring en met den trots van een
zich een nuttig en onontbeerlijk lid der
menschheld voelenden man minachtend
neer op mij, die u slechts houdt voor een
parasiet aan de tafel des levens. U meent,
dat alleen uw stiel bestaansrecht heeft en
een ontwikkeling, die niet parallel loopt
met de uwe of zich onder valsche prae-
misen en door ongezonde beinvloeding op
een verkeerden weg bevindt, geen recht
heeft op aandacht en nooit op den rechten
weg teruggebracht kon worden. Ik moet u
bekennen, dat ik deze „levenswijsheid"
toch ook voor heel eenzijdig houd bij een
man, die de halve wereld gezien heeft,
zooals het me ook onbegrijpelijk voorkomt,
dat zuivere geestesvorming zoo laag geno
teerd kan staan bij iemand, die zichzelf
aan de wetenschappen' wijdt."
Diep ademhalend ging ze haastig ver
der: „Ik heb gewerkt zoo goed, ja, mis
schien meer dan u. Als het de menschheid
Onder het Lof hield de Zeereerw. Pater
B. Molkenboer O.P. een hooggestemde
feestrede, waarbij hij zich als tekst had ge
kozen de woorden uit den Introïtus van
de Mis der Kerkleeraren: „Gloria et honore
coronavit eum Dominus".
De gewijde redenaar verheerlijkte in beel
dende taal de grootheid van den eersten
Nederlandschen Kerkleeraar. Met eere
heeft God den H. Petrus Canisius ge
kroond, doch niet enkel hem maar ook de
stad en het land, dat hem voortbracht.
Duidelijk deed de gewijde redenaar de
grootheid van Petrus Canisius uitkomen
tegen den donkeren achtergrond der zes
tiende eeuw. Canisius was inderdaad een
groot man, wijl geen enkele vorm van apos
tolisch werk hem vreemd is gebleven.
Groot was hij als prediker, Ieeraar en ca
techeet, groot als raadsman van vorsten,
als trooster van armen en rieken, als her
vormer der hoogescholen en moderator der
studenten. Groot was hij in zijn nederig
heid en ook nu nog zou men zeggen, wil hij
in den hemel die nederigheid toonen, nu
door den regen de intocht van zijn heilig
gebeente in de stad zijner geboorte niet zon
schitterend heeft kunnen zijn als men had
gewenscht.
"Wij, besloot de gewijde redenaar, moeten
van Canisius leeren, beter te worden in ons
Katholiek geloof en ons Katholiek leven.
Na het Lof kwampn wederom honderden
devoot de rpliquieën vereeren.
De St. CanisIus-TentoonsteMiog
Het comité voor die UaaTiiarus-tentoonGtel-
liing opende Zaterdlagmnddiag deze karaik-
terisbieike expositie i*n heit. R.-K. Unfiverri-
teitsgebauw aan het Keizer Karelpteim.
Het openiifngswoord werd uit,gesproken
door professor mr. E. J. J. vam d'er Heij
den, voorzitter vam het tentoonisteGiitngs-
comitié.
Do tenltooaisrtieililStnig bevat tal van belang
rijke merkwaardigheden over Ganteikus en
de Nijmeegsdhe famrillie Oamols. Buiten die
voorwerpen door den heiltiicien Petrus Ca>-
nisius gdhi-ui'lkt. dfems handschriften, boe
ken en afbeeldingen, w.o een geschilderd
Canisiuspodtret uit het Rijksmuseum,
trekken vooral do aandacht uit hot archief
der gemeente Nijmegen de authentieke
stukken, wrilke sterk doen uitkomen, hoe
zeer do farnilte Oatnfis i-n cBe 10e eeuw iin
N'jmegen op dien voorgTond trad'. Voorts
vindt men hier verschillendie oorkonden,
welke betrokkiing hebben op den hedüige en
diens famwilie en alsmede een fundatie aan
de St Stcrvenskerk ten behoeve der armen
De „Oanioiona" venbproid van Nijmegen
tot Weenen, vam, Keuten tot Freiburg zijn
hior bijeengebracht, Tegelijk rijm hier ten
toongesteld de ingezonden omtwerpen voor
hert op te richten Oanimis-mornument
OsmengiSe Berichten
Liefdesdrama te Rotterdam.
Men meldt ons uit Rotterdam:
Vanacht twaalf uur werd de politie ge
waarschuwd dat in het Hang twee men-
schen zouden gedood, zijn. De dienstdoen
de inspecteur ging onmiddellijk op onder
zoek uit. In het logement „Het Centrum",
gevestigd Hang 82, werd op de eerste ver
dieping in een kamer een vtouw gevon
den, die reeds dood bleek te zijn, terwijl
over haar heen een man lag met een re
volver in de linkerhand. Deze echter gaf
nog teekenen van leven en daarom werd
de Geneeskundige Dienst ontboden. Deze
vervoerde den man naar het Ziekenhuis
doch toen hij daar aankwam, had hij het
bewustzijn verloren en kon geen inlichtin
gen geven.
De logementhouder, A. v. B. gebeeten,
deelde mede, dat hij met zijn vrouw ln de
koffiekamer was geweest, terwijl de twee
menschen, die gevonden waren, de eenige
logeergasten waren.
Op de logementslijst waren beide inge
schreven als Stuit en echtgenoote.
Des avonds half elf waren ze gekomen,
hadden een glas bier gedronken en waren
toen naar hoven gegaan. Even over half
twaalf hoorde de caféhouder enkele knal-
Ion en hij vermoedde dat er iets viel. Daar
om ging hij naar boven doch vond de
deur gesloten en nadat hij deze met geweld
had geopend zag hij welk drama zich had
afgespeeld. Bij het onderzoek is gebleken,
dat de man werkelijk Stuit heette. 43 iaar
niet gebaat heeft, dan heb ik toch met
eerlijk streven mijn heele werkkracht erop
gezet. En nu komt u en haalt sarcasisch
de schouders over me op, omdat ik romans
geschreven heb met schema- en marionet
achtige personen en schilderijen geschil
derd met vervloeiende contouren, en
iemaud, die zooiets misdoen kan, a prnri
al niet als mensch in uw oogen geldt."
"Walter Hollmann, stond voor haar, liet
kalm den storm van verontwaardiging
over zich heen gaan en sloeg niet eens de
oogen neer voor liaar vlammenden blik.
Vol en ernstig zag hij haar in 't opge
wonden gezicht. Dat bracht haar ten lan
gen laatste in verwarring. Zij zweeg en
haar oogen zagen langs hem heen.
„Juffrouw Gerhardt", zijn stem
klonk bewogen, „u heeft me zeer booze
woorden gezegd en ik zie dat u geweldig
vertoornd op me is en tochik ben
blij over dezen toorn en ik hoop, dat hij
do brug zal zien, waarover we tot weder-
zijdsch begrip en achting kunnen komen.
U beoordeelt mij en mijn gedrag totaal
verkeerd. Niemand kan geestvorming hoo-
ger achten dan ik. Daarvoor is wel een
bewijs, dat me de zuiver practische werk
zaamheid als landman niet bevredigd
heeft Ik heb u ook nooit een verwijt ge
maakt om de richting uwer geestespro
ducten. U bent een consequentie uwer op
voeding, en voor zijn opvoeding is geon
mensch aansprakelijk. Maar de mensch
moet niet blijven staan, maar vooruitgaan,
en dan.wat tegen mijn heele gevoel in
gaat en volgens mijn meening ongezond is,
kan ik niet loven en prijzen. En dat ik de
kunstenares en den mensch in u geïden
tificeerd, ja juffrouw, u moet me toe
UIT DE RADIO-WERELD
Wat er vanavond t« hooren fi
4.20. Newcastle, 400 M. Oonoewt
4.30. Londen, 865 M. Orgel- en arkesU
muziek.
4.35. Hamburg, 396 M. Concert. Man
chester, 375 M. Concert. Münohen, 485
M. Kamermuziek.
4.50. Berlijn, 500 M. Munüok van. Wags
ner. Franlkfcri, 470 M. Middagconcert»
5.05. Riadüo-Parns, 1750 M. Dansmuziek,
5.20. Brussel, 265 M. Concert. ZiirWb
515 M. Concert.
5.30. Hilversum, 1G50 M. Vóór-avond*
concert.
8.20. Daventry, 1600 M. Military Bami
Programme. Gwkulys noish (Soprano).
The Kncller hall band.
The band: A Wagner Group. Ovorturf
„Rienza". „Entry of the Gods into Vate
hiallla" („Thie Rbinicgold"). Excerpts from
the Opera, „Siegfried". „Ein Alibumblatt"
(„An Album Leaf). „The Rido of th«
Valkyries"; Gwdodys Naish: BallatelU
(„Pagiiaocii", Leoncavallo). „Garo Nome'4
GJUgotetto", Verdii).
9.10 „The Counter-Charm". A Comedf
in One Act, by Bernard Duffy.
9.35. The band: A Tchaikovsky Group,
„Coronation Mairsrh", Suiite, „Cnsse Note
sette". „Chamsoh. Triste", „Chant sans Pa-*
roles". Overture „1812".
8.20 Hamburg 395 M. Een p'utduitsch.
drama.
8.35 Brua?el 265 M. Galaconcert,
Do Bildt 1100 M. Woeiberidht.
8.45 Londcin 365 M. en andere Bri'te
sche stations: „The Duenna'', komksohe
opera van Sheridan.
8.50 Berlijn 500 M. Concert.
Frankfort 470 M. Toouieeil. Miindheh
485 M. Orkest. Miinater 410 M. „Dor
kleine Herzog", operette mn Lecocq.
9.05 Radio-Paris 1750 M Concert.
9.30 Rome 425 M. Concert
9.35 Petit Pariaien 345 M Concert.
10.35 Alie Briteche stations: Tim San
voy Bands.
oud was en te Kralingsche Veer woonde.
Hij was ongehuwd. Het slachtoffer van
dit drama was de 33-jarige vrouw J. Mel-
kert-Duikers. De vrouw leefde sedert
eenigen tijd gescheiden van haar echtgenoot
en bewoonde een pand aan de Crooswijk-
schekade 28. Daar verhuurde zo kamera
en leefde van naaiwerk voor verschillend®
menschen. Zij schijnt den laatsten tijd
liefdesbetrekkingen aangeknoopt te hebben
met bovengenoemden Stuit. Wat de oor
zaak van dit drama is, is tot nu toe nog
onopgehelderd gebleven, want toen de da-
dor in het ziekenhuis korten tiid het bo-
wustzijn terugkreeg, weigerde hij elke in
lichting omtrent het voorgevallene. Het
justitieel onderzoek wordt voortgezet.
Door zijn woonwagen doodgereden.
Toen Zondagavond een woonwauen van
den sterk hellenden Kattenherg hij deü
Schelmschenweg te Arnhem afreed, kon
het paard den wagen niet houden. Btf
voerman wou van den bok springen, doch
raakte in het leidsel verward, viel en
werd overreden. Zwaar gewond werd de
man opgenomen en per auto naar het
ziekenhuis gebracht. Bij aankomst aldaat
bleek hij reeds overleden
Tegen een boom gereden en gedood.
Gisternacht reed de heer B. .Tordaan,
fabrikant te Hengelo met zijr. auto tegen
een boom. De ongelukkige werd hij de
botsing zoo ernstig gewond, dat hij spoe
dig overleed.
Tegen een Ircln gereden.
Uit Medemblik wordt aan de „Tel." ge
meld: De vrachtrijder Baas, van Oostwoud
reed bij den onbewaakten overweg met
paard en wagen tegen een trein op. Het
paard werd een eind medegesleurd en be
kwam zulke ernstige verwondingen, dat
het dier terstond moest worden afge
maakt. De vrachtrijder werd van den wa
gen geslingerd, maar kwam met den
schrik vrij.
Droevig ongeval.
Gisteravond, omstreeks half zeven Is te
Amsterdam in de Marnixstraat bij het
Arbeiders-Tehuis een droevig ongeval ge
beurd Een ongeveer 7-jarig knaapie,
woonachtig in de 1e Helmerstraat was
geven, dat die twee tot voor kort 4
ook heelemaal niet uit elkaar te houden
waren. Het mensch zijn was bij u heele
maal ondergeschikt aan 't kunstenaarzi,in
en dat was onwerkelijk en ongezond. TJ
geeft me toe, dat ik veel in de wereld heb
rondgekeken en daarbij heeft zich bij mij
do overtuiging gevestigd, dat een geeste
lijke schemertoestand allerminst een le
vensvorm is die beantwoordt aan den hul
digen tijd. Die verlangt een flinke dosis
werkelijkheidszin en energie van ona.
Zelfs de geleorde en de kunstenaar kun
nen zich niet meer in hun kring afsluiten
van de aanraking met de harde werkelijk
heden van het bestaan, als het leven niet
over hen heen wil gaan. Dat is mijn
Inzicht! Maar ik had het u kunnen ver
zwijgen misschien moeten. U moet me,
dat zie ik goed in, voor een arrogant
mensch houden, die, maar tien jaar oude*
dan u, het waagt, u ongevraagd zijn le^
venswijsheid te willen octrooieeren. Wees
er van overtuigd, dat ik dat, volgens mijn
moeder maar daar was de dokter, die
zei: Het is jammer om dit jonge meisje;
ik ken haar van kindsheen af en weet, dat
het een edelsteen is, als ze goed geslepen
wordt. Maar ze verkwijnt naar ziel en
lichaam in de vcrweckelijkende atmosfeer
van haar omgeving, naar ziel hongert en
teert op haar lichaam. Als ze dertig jaar
oud is, zal Eva Gerhardt versleten, onge
neeslijk neurasthenisch zijn. Zij moet m
een ruwere lucht en liever hard dan zacht
worden aangepakt, opdat ze uit haar on
gezonde vegeteeren tot een krachtig levea
ontwaakt en voor deze kuur is uw hull,
en uwe familie do geschikte plaats.
(Wordt vervolgd).