Tweede Blad Dinsdag 8 September 1925 BlNKEItLilND DE FAilUE HOLLMANN. CANISIUSFEESTEN TE NIJMEGEN. Maandag. Te negen uur droeg Mgr. Marina "Bes sen een pontificale Hoogmie op in de Je- zuïetenkerik in de Molenstraat. Bij het oipdraigien van het H. Offetr wtrd de Kerkwret geassisteerd door de eeereerw. paltera V. Easer S.J. ein S. Kotibmanm O.P. a)l» troon-diiaken, door prof. dr. Titus Brands-ma O.C. en prof. dar. O. Lambermomd. O.P., reeap. ails dliiaiken en eub-diiakm; door prof. mag. J. de Lan gen Wendells O.P. alts presbyler cusri stens en door kan. T. Bootema als ceremonia- rins. Be overige functies -werden vervuld dloor scboi'astieken van de Sooieteit vam Jezus. Het zangikoor, diait bij bet bïn/nenbrtèdem 11am den bisschop hert „Ecce Sacerdos" had gezongen, voerde die Mis uiit van Ouypers „Joamoo d'Arc*. In de St. Josephskerik aan bet Kei'zer Karei plein pomtlif iceerde te half elf de Aartsbis'aohop van Utrecht, Mgr. H. vam de Wetering, een plechtige Hoogmis voor de levende en afgestorven leden der Apo logetische Yereenrgnmig „Petrus Oanitsius". Monseigneur werd geassisteerd dioor den Hoogeerw. heer Mgr. J. A. S. van Schalk en door dr. mag Van Oppeunaav, ale dia ken en subdiaken, terwijl ale 'presbyter- assist ene fungeerde d» Hoogeerw. heer Staring, plehaan van de Utrachteohe ka thedrale kerk. Na het Evangelie beklom de Weleerw. Zeer,gel. heer patier A. van iWinkel O. P. dien kansel tot het uitspreken van een predrtoabie. Ntets ontroert ons meer. aldus de eerw. redenaar, dan de wijze, waarop God Z'jn Kerk bestuurt en de Heiligen verwekt. Camisiius staat voor ons als de Apostel van Buitsch"!and in een eeuw, waarin Lu ther het getoof ondermijnde. In die hewo- ÊVn tijden staalt, de stoere Oanisius, door allen besproken, door velten gezegend, door meer nog vervloekt, als een rots. Toegontót door de raven der natuur en door Gods FEUSLLETODS. Naar het Duitscb van E. KRICKEBERG. (Nadruk verboden). 17) Haar verhouding tot den oudsten zoon des huizes werd steeds grover. Steeds dui delijker moest ze merken dat haar tegen woordigheid hem lastig, een blijvende steen des aanstoots waA Dus zou het een onvergeeflijke tactloosheid van haar zijn, desondanks de gastvrijheid zijner moeder nog verder te blijven genieten. Zelfs do kalme Lena, die tegenover de opwinding en wederwaardigheden des le vens zooveel harmonisch evenwicht wist le bowaren, had het reeds 'noodig gevonden tusschen haar en haar broeder bemidde lend en kalmeerend op te treden. Mevr. Hollmann schonk aan deze zaak welis waar blijkbaar heelemaal geen aandacht. Maar Eva kende het karakter dezer zeld zame vrouw reeds goed genoeg, om te we len, dat haar desondanks niets ontging fcn dat ze handelend zou ingrijpen, zoodra ze het oogenblik daartoe gekomen achtte. Ban kon het Eva gebeuren, dat ze haar zei: Mijn lteve juffrouw Gerhardt, mijn huis is te klein voor u en mijn zoon t.e samen, en daar de schuld voor de onver draagzaamheid aan uw kant ligt, houd ik het voor noodig, dat u ons verlaat. Maar evengoed kon ze haar zoon zeg den: Jij gedraagt je niet, zooal3 het past tegenover een gast van ons huisl Ik heb 3^ helaas noodig, daarom moet ik juffrouw werhardt vragen, te gaan maar jij moet gemiadon, beplliedtte hill do bedangem dor Kerk b'j de rnadliHiigeai dor aarde. Op rijn apostolische renizen trok Mj als een andere Pauluo de Dufitedhe landen door, om hot rijk van Oh ri situs to verbrei den. God heeft Oamnaius gesteld. aJa den hedli'ge in zrijn tijd, maar he'flig verklaard in onzen tijd. Heit Rtijfk win Christus wordt woder bedreigd en moet meer wordlem uit gebreid. In een gloedvo'Üe perforatie wekte de eerw. redenaar de ledum der Caor'siusver- eeniging op, naar hot voorheeld van hun patroon het Sninorilijk leven bij hun actie niet te vergeten en opmak de hoop uri, dal het s poedig moge worden één herder en één schaapstal. Do Apologetische Vereeniging „Petrus Canisius" had, ter viering van de Nijmeeg- sche feesten ter eere van haar bescherm heilige, een feestelijke vergadering belegd in de aula van het Canisius College aan den Berg en Dalschenweg. Een huishoude lijke jaarvergadering ging vooraf. Om 3 uur opende de voorzitter, de Zeer- eerw. Zeergel. heer Br. W. van Koeverden, professor aan het Seminarie te Culemborg de feestvergaderfng. Alvorens aan de sprekers het woord werd verleend, moesten nog eenige bestuursza ken geregeld worden. Door het periodiek aftreden van Prof. Aengenent en Rector Bekkers moest een verkiezing plaats heb ben. De aftredende bestuursleden waren herkiesbaar doch Rector Bekkers had uit drukkelijk verklaard voor een bestuurs functie niet meer in aanmerking te willen komen. De voorzitter betreurde dit doch moest erkennen, dat men den wensch van rector Bekkers moest eerbiedigen. Voor de vacature-Bekkers werd door het bestuur aanbevolen Prof. Metz van Rijsenburg. Ter wijl de uitslag der verkiezing werd vast gesteld, bracht de secretaris bet jaarverslag uit, waarin met groote dandbaarheïd werd vermeld een gift van 1000 door Z. D. H. Mgr. Schrijnpn als steun voor de actie der vereeniging (anplaus). Het jaarverslag sprak verder over de uitgaven der vereeniging. 20.000 Maria- mapjes werden uitgegeven en de Eucharis tische mapjes werden met 10.000 exempla ren vermeerderd. Het financieel verslag wees een voordee- lig saldo aan 130. In de vacature-Rector Bekkers werd Prof. Metz gekozen. Prof. Apngenent werd herkozen. Daarop werd het woord verleend aan den Zeereerw. Pater Prof. Dr. W. Mul der S.J. RedeProf. Dr. W. Mulder S. J. Uit talrijke citaten uit de brieven van den heilige en uit vele daden door hem verrieht, deed steker blijken, dat Cani sius het steunen van 't concilie van Trente er het verteriten ven zijn decraten als zijn „groote werk" heeft beschouwd. Vooral zijn Catechismus heeft de leer van Trente over geheel de wereld verbreid. Zijn voorbeeld moeten wij navolgen in den dienst der waarheid. Tijdens de rede van Prof. Mulder was Z. D. H. Mgr. H. van de Weterine de zaal binnengekomen. Hartelijk word' Z. D. H. door de aanwezigen verwelkomd en door den voorzitter met een korte toespraak begroet. In deze toespraak noemde Dr. van Koeverden den aartsbisschop den grooten geloofsverkondiger in Nederland. Na Prof. Mulder hield Prof. J. Verhaar zijn rede over Canisius en de intellectueelen Rede Prof. J. Verhaar. In een eerste deel gaf spr. aan, dat wij ons primair hebben bezig te houden met de Katholieke intellectueelen. Zij vragen onze bijzondere zorg. Vooral dron? spreker aan op een verdieping en verbreeding van hun godsdienstbennis, zoowel door het gespro ken woord (dogmatische preeken, apologe tische cursussen enz.) als door het geschre ven woord (boeken, grootpers, tijdschrif ten, speciaal Het Schild). Ook Canisius had een speciale zorg voor de intellectueele katholieken (vooral voor de hoogeschool studenten), gelijk door voorbeelden uit ziin teven werd aangetoond. In een tweede deel werd gesproken over onze taak onder andersdenkende intellec tueelen. Na het feit geconstateerd te heb ben, dat er in onze dagen bii andersden kende intellpctupplen een zekere vragende bplau^stplUnT valt waar te "°men ten nn- je schamen! Want in datgene wat me vrouw Hollmann als juist had ingezien, kende ze geen weifelen of wankelen. Mocht Eva hot daartoe laten komen? Deze gedachten bestormden haar en maakten haar mat en ellendig, want qu beteekende het scheiden uit dit huis een zeer ernstige zaak voor haar. Het was haar temoede, alsof ze "uit Gods zonnige, vrije natuur weer in een nauwe, dompige kamer terug moest. Ze rilde bij de gedachte. Nu zat ze, niet in staat verderi te pie keren, in het donkere prieel, zag niet, dat de sterren aan den hemel hun lichten aan staken en de maan breed en volwangig opsteeg boven den rug der rotsketen, zoo stralend helder dat de toppen en inker vingen van het zwarte dennengewas als een scherp gesneden silhouet tegen den goudigen achtergrond afstaken. Zij hoor de ook niet, hoe na eenigen tijd het kiezel onder vlug naderende voetstappen knerp te. Pas toen een stem baar riep: „juf frouw Gerhardt" schrok ze op. Walter Hollmann stond voor haar. In den lichten maneschijn zag ze lederen trek van zijn gezicht. Een gespannen uit drukking lag er op en in zijn anders zoo koel en spottend blikkende oogen, flakker de een zeldzame onrust. „Ik ben blij, dat ik u nog tref, juf frouw", begon hij aanstonds met een haast die hom anders vreemd was. „Ik heb u vandaag beleedigd Haar matheid was met een slag ge weken. Een koortsachtige opwinding maakte zich meer en meer van haar mees ter en vertoornd stiet ze uit: „Vandaag? O neenl Uw heele hou ding tegenover mij is een voortdurende be richte van het katholicisme, werden de volgende drie vragen ter beantwoording voorgelegd. 1. Aan welke voorwaarden moet degene voldoen, die met dergelijke menschcn in contact treedt? Dit wordt ons duidelijk ge leerd door Canisius. Die vereischten kunnen kort worden sa mengevat in deze vier: ten eerste het moet iemand zijn van groot geloof en van gebed; ten tweede het moet iemand zijn van groote tact en deugd, speciaal van zelfbeheer- sching, geduld en zachtzinnigheid; ten der de een psycholoog; ten vierde wetenschap pelijk onderlegd: hij moet vooral goed thuis zijn in de moderne mentaliteit onzer huidi ge andersdenkenden en goed op de hoogte zijn van hun terminologie. Dit alles werd in den breede verklaard en door Canisius' voorbeeld toegelicht. 2. Hoe verkrijgen wij het gewensrhte contact met die intellectueele andersden kende kringen? Onder de vele middelen werden door spre ker genoemd en toegelicht: door het contact dat er bestaat tusschen hen en onze intel lectueele leeken, door cursussen uitsluitend voor intellectueelen, bijv. aan onze univer siteiten, waardoor we vaak komen tot een zeer vruchtbaar individueel contact, door het verspreiden van katholieke lectuur wel ke speciaal voor intellectueelen geschikt is (o.a. Het Schild), door hoogstaande pri- vatissima, door radio-uitzendingen, enz. 3. Hoe moet het onderricht (op cursussen en rrivatissima of individueel)gegeven worden? De tijd ontbrak om dit breedvoerig te be handelen. Alleen werd er hijzonder den na druk op gelegd, dat dit onderricht niet sub jectief maar objectief moet zijn. Zoo deed ook Canisius, het, en het succes was bui tengewoon. Met een beschouwing, dat ons gansehe apostolische werk onder de intellectueelen, evenals bii Canisius, moet gedragen worden door een brandende liefde tot Christus, be sloot spreker zijn voordracht. Toespraak Mgr. H. v. d. W e t e r i n g. Door Mgr. v. d. Wetering werd aan Dr van Koeverden dank gezegd voor de be groeting. Altijd heeft Mgr. het werk van de Ver eeniging Petrus Canisius bewonderd en hij wil haar toeroepen: ga voort met uw schoonen arbeid. Laten wij door veelvuldig gebed do ge nade des Hemels over dit werk afsmeeken. Laten wij veel bidden voor de andersden kenden en hen nooit krenken of verbitteren. Mgr. verleende hierop zijn bisschoppe- lijken zegen en verliet de vergadering. Rede P. Kasteel. De secretaris van het Gilde der Klare Waarheid zag zich als onderwerp toegewe zen: Canisius en het volk. Spreker wensch te Petrus Canisius te zien in zijn tijd in vergelijking met onzen tijd. Petrus Canisius heeft in al rijn werken getoond. Iets te gevoelen voor 't volk, maar hij heeft er ook iets voor gedaan. Spreker is er van overtuigd, dat Petrus Canisius de methode zou hebben goedge keurd die gevolgd wordt door de predikers op de pleinen en in de straten van Am sterdam. Wij moeten gaan naar het volk en het spreken over de brandende kwesties. De voorzitter dankte de sprekers en gaf gelegenheid voor het voeren van discussie, waarvan door enkele aanwezigen gebruik werd gemaakt. Prof. Verhaar zeide geen gelegenheid te hebben gehad om uitvoerig de vraag te be antwoorden. boe 't contact met andersden kenden moet worden geteed. Daarvoor was zijn spreektijd te kort. Het zoeken naar contact behoeft niet te geschieden door met hen in wetenschapelijlee vereenigin- gen saam te komen. Ook op de andere vra gen werd door Prof. Verhaar geantwoord, doch deze vragen betroffen kwesties van internen aard. Onder dankzegging sloot de voorzitter de druk bezochte vergadering. Pontificaal Lof. Terwijl de vergadering der Apostolische Vereeniging „Petrus Canisius" nog voort duurde, was de Canisiuskerk in de Molen straat weer volgestroomd voor het Pontifi caal Lof door Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier h'pochon van Ha a riem. leediging voor me en een protest tegen de beminnelijke gastvrijheid uwer moeder. U wenscht me iederen dag tienmaal in de Sahara en.... het is zeker goed, dat we elkaar vandaag nog getroffen hebben, zoo kan ik u nu aanstonds de verzekering geven, dat ik besloten ben te gaan zoodra het gebeuren kan, zonder uwe moeder, die mij lief is, te beleedigen." Zij was opgesprongen en in de deur van het prieeltje gaan staan. Vol besche nen door het maanlicht zagen ze elkaar vast in het gezicht. „U begrijpt me totaal verkeerd, juf frouw Gerhardt," begon hij. „Ik meen, dat u uw bedoeling duidelijk genoog toont zoodat een vergissing uitge sloten is. U ziet van de hoogten uwer we- reldervaring en met den trots van een zich een nuttig en onontbeerlijk lid der menschheld voelenden man minachtend neer op mij, die u slechts houdt voor een parasiet aan de tafel des levens. U meent, dat alleen uw stiel bestaansrecht heeft en een ontwikkeling, die niet parallel loopt met de uwe of zich onder valsche prae- misen en door ongezonde beinvloeding op een verkeerden weg bevindt, geen recht heeft op aandacht en nooit op den rechten weg teruggebracht kon worden. Ik moet u bekennen, dat ik deze „levenswijsheid" toch ook voor heel eenzijdig houd bij een man, die de halve wereld gezien heeft, zooals het me ook onbegrijpelijk voorkomt, dat zuivere geestesvorming zoo laag geno teerd kan staan bij iemand, die zichzelf aan de wetenschappen' wijdt." Diep ademhalend ging ze haastig ver der: „Ik heb gewerkt zoo goed, ja, mis schien meer dan u. Als het de menschheid Onder het Lof hield de Zeereerw. Pater B. Molkenboer O.P. een hooggestemde feestrede, waarbij hij zich als tekst had ge kozen de woorden uit den Introïtus van de Mis der Kerkleeraren: „Gloria et honore coronavit eum Dominus". De gewijde redenaar verheerlijkte in beel dende taal de grootheid van den eersten Nederlandschen Kerkleeraar. Met eere heeft God den H. Petrus Canisius ge kroond, doch niet enkel hem maar ook de stad en het land, dat hem voortbracht. Duidelijk deed de gewijde redenaar de grootheid van Petrus Canisius uitkomen tegen den donkeren achtergrond der zes tiende eeuw. Canisius was inderdaad een groot man, wijl geen enkele vorm van apos tolisch werk hem vreemd is gebleven. Groot was hij als prediker, Ieeraar en ca techeet, groot als raadsman van vorsten, als trooster van armen en rieken, als her vormer der hoogescholen en moderator der studenten. Groot was hij in zijn nederig heid en ook nu nog zou men zeggen, wil hij in den hemel die nederigheid toonen, nu door den regen de intocht van zijn heilig gebeente in de stad zijner geboorte niet zon schitterend heeft kunnen zijn als men had gewenscht. "Wij, besloot de gewijde redenaar, moeten van Canisius leeren, beter te worden in ons Katholiek geloof en ons Katholiek leven. Na het Lof kwampn wederom honderden devoot de rpliquieën vereeren. De St. CanisIus-TentoonsteMiog Het comité voor die UaaTiiarus-tentoonGtel- liing opende Zaterdlagmnddiag deze karaik- terisbieike expositie i*n heit. R.-K. Unfiverri- teitsgebauw aan het Keizer Karelpteim. Het openiifngswoord werd uit,gesproken door professor mr. E. J. J. vam d'er Heij den, voorzitter vam het tentoonisteGiitngs- comitié. Do tenltooaisrtieililStnig bevat tal van belang rijke merkwaardigheden over Ganteikus en de Nijmeegsdhe famrillie Oamols. Buiten die voorwerpen door den heiltiicien Petrus Ca>- nisius gdhi-ui'lkt. dfems handschriften, boe ken en afbeeldingen, w.o een geschilderd Canisiuspodtret uit het Rijksmuseum, trekken vooral do aandacht uit hot archief der gemeente Nijmegen de authentieke stukken, wrilke sterk doen uitkomen, hoe zeer do farnilte Oatnfis i-n cBe 10e eeuw iin N'jmegen op dien voorgTond trad'. Voorts vindt men hier verschillendie oorkonden, welke betrokkiing hebben op den hedüige en diens famwilie en alsmede een fundatie aan de St Stcrvenskerk ten behoeve der armen De „Oanioiona" venbproid van Nijmegen tot Weenen, vam, Keuten tot Freiburg zijn hior bijeengebracht, Tegelijk rijm hier ten toongesteld de ingezonden omtwerpen voor hert op te richten Oanimis-mornument OsmengiSe Berichten Liefdesdrama te Rotterdam. Men meldt ons uit Rotterdam: Vanacht twaalf uur werd de politie ge waarschuwd dat in het Hang twee men- schen zouden gedood, zijn. De dienstdoen de inspecteur ging onmiddellijk op onder zoek uit. In het logement „Het Centrum", gevestigd Hang 82, werd op de eerste ver dieping in een kamer een vtouw gevon den, die reeds dood bleek te zijn, terwijl over haar heen een man lag met een re volver in de linkerhand. Deze echter gaf nog teekenen van leven en daarom werd de Geneeskundige Dienst ontboden. Deze vervoerde den man naar het Ziekenhuis doch toen hij daar aankwam, had hij het bewustzijn verloren en kon geen inlichtin gen geven. De logementhouder, A. v. B. gebeeten, deelde mede, dat hij met zijn vrouw ln de koffiekamer was geweest, terwijl de twee menschen, die gevonden waren, de eenige logeergasten waren. Op de logementslijst waren beide inge schreven als Stuit en echtgenoote. Des avonds half elf waren ze gekomen, hadden een glas bier gedronken en waren toen naar hoven gegaan. Even over half twaalf hoorde de caféhouder enkele knal- Ion en hij vermoedde dat er iets viel. Daar om ging hij naar boven doch vond de deur gesloten en nadat hij deze met geweld had geopend zag hij welk drama zich had afgespeeld. Bij het onderzoek is gebleken, dat de man werkelijk Stuit heette. 43 iaar niet gebaat heeft, dan heb ik toch met eerlijk streven mijn heele werkkracht erop gezet. En nu komt u en haalt sarcasisch de schouders over me op, omdat ik romans geschreven heb met schema- en marionet achtige personen en schilderijen geschil derd met vervloeiende contouren, en iemaud, die zooiets misdoen kan, a prnri al niet als mensch in uw oogen geldt." "Walter Hollmann, stond voor haar, liet kalm den storm van verontwaardiging over zich heen gaan en sloeg niet eens de oogen neer voor liaar vlammenden blik. Vol en ernstig zag hij haar in 't opge wonden gezicht. Dat bracht haar ten lan gen laatste in verwarring. Zij zweeg en haar oogen zagen langs hem heen. „Juffrouw Gerhardt", zijn stem klonk bewogen, „u heeft me zeer booze woorden gezegd en ik zie dat u geweldig vertoornd op me is en tochik ben blij over dezen toorn en ik hoop, dat hij do brug zal zien, waarover we tot weder- zijdsch begrip en achting kunnen komen. U beoordeelt mij en mijn gedrag totaal verkeerd. Niemand kan geestvorming hoo- ger achten dan ik. Daarvoor is wel een bewijs, dat me de zuiver practische werk zaamheid als landman niet bevredigd heeft Ik heb u ook nooit een verwijt ge maakt om de richting uwer geestespro ducten. U bent een consequentie uwer op voeding, en voor zijn opvoeding is geon mensch aansprakelijk. Maar de mensch moet niet blijven staan, maar vooruitgaan, en dan.wat tegen mijn heele gevoel in gaat en volgens mijn meening ongezond is, kan ik niet loven en prijzen. En dat ik de kunstenares en den mensch in u geïden tificeerd, ja juffrouw, u moet me toe UIT DE RADIO-WERELD Wat er vanavond t« hooren fi 4.20. Newcastle, 400 M. Oonoewt 4.30. Londen, 865 M. Orgel- en arkesU muziek. 4.35. Hamburg, 396 M. Concert. Man chester, 375 M. Concert. Münohen, 485 M. Kamermuziek. 4.50. Berlijn, 500 M. Munüok van. Wags ner. Franlkfcri, 470 M. Middagconcert» 5.05. Riadüo-Parns, 1750 M. Dansmuziek, 5.20. Brussel, 265 M. Concert. ZiirWb 515 M. Concert. 5.30. Hilversum, 1G50 M. Vóór-avond* concert. 8.20. Daventry, 1600 M. Military Bami Programme. Gwkulys noish (Soprano). The Kncller hall band. The band: A Wagner Group. Ovorturf „Rienza". „Entry of the Gods into Vate hiallla" („Thie Rbinicgold"). Excerpts from the Opera, „Siegfried". „Ein Alibumblatt" („An Album Leaf). „The Rido of th« Valkyries"; Gwdodys Naish: BallatelU („Pagiiaocii", Leoncavallo). „Garo Nome'4 GJUgotetto", Verdii). 9.10 „The Counter-Charm". A Comedf in One Act, by Bernard Duffy. 9.35. The band: A Tchaikovsky Group, „Coronation Mairsrh", Suiite, „Cnsse Note sette". „Chamsoh. Triste", „Chant sans Pa-* roles". Overture „1812". 8.20 Hamburg 395 M. Een p'utduitsch. drama. 8.35 Brua?el 265 M. Galaconcert, Do Bildt 1100 M. Woeiberidht. 8.45 Londcin 365 M. en andere Bri'te sche stations: „The Duenna'', komksohe opera van Sheridan. 8.50 Berlijn 500 M. Concert. Frankfort 470 M. Toouieeil. Miindheh 485 M. Orkest. Miinater 410 M. „Dor kleine Herzog", operette mn Lecocq. 9.05 Radio-Paris 1750 M Concert. 9.30 Rome 425 M. Concert 9.35 Petit Pariaien 345 M Concert. 10.35 Alie Briteche stations: Tim San voy Bands. oud was en te Kralingsche Veer woonde. Hij was ongehuwd. Het slachtoffer van dit drama was de 33-jarige vrouw J. Mel- kert-Duikers. De vrouw leefde sedert eenigen tijd gescheiden van haar echtgenoot en bewoonde een pand aan de Crooswijk- schekade 28. Daar verhuurde zo kamera en leefde van naaiwerk voor verschillend® menschen. Zij schijnt den laatsten tijd liefdesbetrekkingen aangeknoopt te hebben met bovengenoemden Stuit. Wat de oor zaak van dit drama is, is tot nu toe nog onopgehelderd gebleven, want toen de da- dor in het ziekenhuis korten tiid het bo- wustzijn terugkreeg, weigerde hij elke in lichting omtrent het voorgevallene. Het justitieel onderzoek wordt voortgezet. Door zijn woonwagen doodgereden. Toen Zondagavond een woonwauen van den sterk hellenden Kattenherg hij deü Schelmschenweg te Arnhem afreed, kon het paard den wagen niet houden. Btf voerman wou van den bok springen, doch raakte in het leidsel verward, viel en werd overreden. Zwaar gewond werd de man opgenomen en per auto naar het ziekenhuis gebracht. Bij aankomst aldaat bleek hij reeds overleden Tegen een boom gereden en gedood. Gisternacht reed de heer B. .Tordaan, fabrikant te Hengelo met zijr. auto tegen een boom. De ongelukkige werd hij de botsing zoo ernstig gewond, dat hij spoe dig overleed. Tegen een Ircln gereden. Uit Medemblik wordt aan de „Tel." ge meld: De vrachtrijder Baas, van Oostwoud reed bij den onbewaakten overweg met paard en wagen tegen een trein op. Het paard werd een eind medegesleurd en be kwam zulke ernstige verwondingen, dat het dier terstond moest worden afge maakt. De vrachtrijder werd van den wa gen geslingerd, maar kwam met den schrik vrij. Droevig ongeval. Gisteravond, omstreeks half zeven Is te Amsterdam in de Marnixstraat bij het Arbeiders-Tehuis een droevig ongeval ge beurd Een ongeveer 7-jarig knaapie, woonachtig in de 1e Helmerstraat was geven, dat die twee tot voor kort 4 ook heelemaal niet uit elkaar te houden waren. Het mensch zijn was bij u heele maal ondergeschikt aan 't kunstenaarzi,in en dat was onwerkelijk en ongezond. TJ geeft me toe, dat ik veel in de wereld heb rondgekeken en daarbij heeft zich bij mij do overtuiging gevestigd, dat een geeste lijke schemertoestand allerminst een le vensvorm is die beantwoordt aan den hul digen tijd. Die verlangt een flinke dosis werkelijkheidszin en energie van ona. Zelfs de geleorde en de kunstenaar kun nen zich niet meer in hun kring afsluiten van de aanraking met de harde werkelijk heden van het bestaan, als het leven niet over hen heen wil gaan. Dat is mijn Inzicht! Maar ik had het u kunnen ver zwijgen misschien moeten. U moet me, dat zie ik goed in, voor een arrogant mensch houden, die, maar tien jaar oude* dan u, het waagt, u ongevraagd zijn le^ venswijsheid te willen octrooieeren. Wees er van overtuigd, dat ik dat, volgens mijn moeder maar daar was de dokter, die zei: Het is jammer om dit jonge meisje; ik ken haar van kindsheen af en weet, dat het een edelsteen is, als ze goed geslepen wordt. Maar ze verkwijnt naar ziel en lichaam in de vcrweckelijkende atmosfeer van haar omgeving, naar ziel hongert en teert op haar lichaam. Als ze dertig jaar oud is, zal Eva Gerhardt versleten, onge neeslijk neurasthenisch zijn. Zij moet m een ruwere lucht en liever hard dan zacht worden aangepakt, opdat ze uit haar on gezonde vegeteeren tot een krachtig levea ontwaakt en voor deze kuur is uw hull, en uwe familie do geschikte plaats. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9