Bchenk' ontvangen: een broche ïn den vorm \an een zwaan: het lichaam was een reus achtige parel, de vleugels bestonden uit briljanten en de snavel was samengesteld uit. robijnen. Maar niet alleen bij Lohen grin bedacht de koning zijn zanger. Na de opvoering van Parsifal schonk de koning hem een tafel, op welker gouden blad Ulo den Graaltempel geschilderd had. Na de opvoering van Aida van Verdi ontving Nachbaur van den koning een ta fel, waarvan het marmeren tafelblad het loonoel tusschen Radames eD Aida uit de derde acte, door een meesterhand geschil derd, te zien gaf. Aan de muren der zaal hingen drie le- ■sensgroote portretten van den koning door beroemde meesters geschilderd. In vitri nes zag men bij dozijnen kostbare ringen en spelden van briljant en groote gouden horloges, bijna alle met de beeltenis van den koning en met briljanten versierd. De kostbaarste schatten van de herinne ringen van den zanger aan zijn koning, la gen open tentoongesteld, maar moesten eerst te voorschijn gehaald- worden uit ge sloten kasten: de brieven van den koning. Ka .Tosef Kainz, kon Franz Nachbaur zich op de meeste en warmste brieven van Lud- wig beroemen. Zij waren alle op kleine, sierlijke, met gouden koningskroontjesver sierde blaadjes geschreven, leolijk, groot schrift, van vette drukletters, de woorden door groote tusschenruimten gescheiden, fle ondertoekening reusachtig groot en met een geweldige krul. Re brief ving aan niet betuigingen van toegenegenheid en eindig de mot de meest overdreven woorden. De „slimme" echtgenoote Een man, die ruim tachtig jaar oud was en die door vlijt en zuinigheid een redelijk fortuintje had overgespaard, voelde zijn einde naderen en ontbood den notaris, om zijn laatste beschikkingen te maken. Zijn vrouw was bij de plechtigheid tegenwoor dig. Nadat er reeds veel besproken en be schreven was, vroeg de notaris naar de nog loopende aangelegenheden: Timothy Brown, zeide oude man, is mij nog 50 pond schuldig en van John Gazey moet ik 37 pond hebben, en.... Wat een man! riep de toekomstige weduwe: wat blijft hij helder en wat heeft hij een geheugen! Van Lucas Brown krijg ik ook nog 40 pond. Schrijf het. alsjeblieft goed op, sprak de oude vrouw. Maar Michiel Liffy moet nog twee honderd pond van me hebben. Och, och, snikte de getrouwe gade, hoor hem eens ijlenI In den slaap praten De predikant was overwerkt en liet zich door oen dokter onderzoeken. Praat u wel eens in uw slaap?, vroeg de dokter. Niet, dat ik weet; meer in den slaap van anderen!, antwoordde de predikant. Een verstandig mensch Ik heb laatst den verstandigsten man ter wereld ontmoet. Zoo. Wie was dat en wat deed hij? Hij is doof en hij heeft het nooit tegen zijn coiffeur gezegd. Den „heeren" te slim af. Een gezelschap voetreizigers dwaalde door Gelderland's Achterhoek en ontmoet te op een der schoonste punten een een voudig boertje. Men besloot eens een aar digheidje met hem te hebben en begon met te vragen of hij het landschap ook mooi vond. Ik vermoed, zei een van het gezel schap, dat je een heel eind kunt zien op een helderen dag. O ja, 'eeren, 'n 'iel end. Me dunkt, op een helderen dag als vandaag moet je Arnhem wel kunnen zien liggen. Jao, antwoordde het boertje, en ver der as Aorum. Ik denk wel tot Amsterdam of Maas tricht, zei een ander met een knipoogje tot zijn tochtgenooten. Jaó vast, en nog wel verder. Verder dan Amsterdam of Maas tricht? Wel baas, zeg ons dan eens tot hoe ver je wel kunt zien. Wel 'eeren, as 'et 'n klaore nacht is, dan kun ie van hier wel tot an de maon kiek'n. Stadsbewoner en boer Stadsbewoner: En bestuurt gij uw boerderij zelf? Geen hulp? Landbouwer: Alleen als het heel druk is, in den oogsttijd b.v. huur ik knechts. Ik heb wel een zoon, maar die is niet hier.. Ik heb hem naar de stad ge zonden om daar den kost te verdienen. Stadsbewoner: Wat, naar de stad? Landbouwer: Ja, hij heeft geen her sens genoeg voor boer. Je kan nooit weten. Echtgenoot: „Die nieuwe compagnon van mij is nooit tevreden. Hij wil alles hebben wat hij ziet." Echtgenoote: „Zou je hem niet eens voorstellen aan onze dochter?" Te letterlijk opgevat. Een rondreizend tooneelgezelschap had in een stadje een man gehuurd, om zoo'n beetje mee te helpen. Maar hij moest te vens een paar woorden roepen, van achter de coulissen. Daar kreeg hij twee kwartjes extra voor. Op het bewuste oogenblik riep een der spelers uit: Maar waar blijft Vrouwe Jacoba? Er zal haar toch niets overkomen zijn! De stem achter de coulissen antwoordde Vrouwe Jacoba is dood! Hoe? kreet de acteur. Vrouwe Jacoba dood?! Neen, neen, dat kan niet waar we zen. Gij liegt! Hoor es, zei de stom achter de cou lissen,ik laat m'n eigen niet voor leugenaar uitschelden. De baas bet me gezeid, wat ik zegge moest en daar krijg ik twee kaartjes voor. Maar as je nóg es zeit dat ik lieg, dan kom ik op het toonecl en dan zal ik je twee blauwe oogen slaan, versta je? Men moest het gordijn laten zakken. Een practisch jonge man Wat zal ik nog meer zeggen, beste Jack? fluisterde, zij. Verraden mijn oogen mijn liefde niet? Jawel, antwoordde Jack, die een jongmensch is met zeer practische inzich ten, maar je kan soms je eigen oogen niet geloovcn. Hij weet er vanl Jan zei gisteren tegen me, dat hij in den zevenden hemel was sinds hij met mij geëngageerd was. Dat klopt: hij is al zes keer geënga geerd geweest! Een middel Het is gewoon verschrikkelijk, hoe veel geld mijn vrouw aan handschoenen uitgeeftl Dat is gemakkelijk te verhelpen. Koop haar eens 'n mooien ring! Z'n vergissing. Een passagier nam in Rotterdam den nachttrein naar Parijs. Hij verzocht den conducteur hem in Brussel te waarschu wen, daar hij slechts tot deze stad wilde reizen en een uurtje slaap noodig had. De conducteur nam den gulden aan, welke hem toegestoken werd en beloofde aan den passagier, dat hij hem in Brussel zou wekken. De man sliep en werd den vol genden moreen wakker te Parijs. Hij liep woedend op den conducteur toe, om dezen op velerlei wijzen kenbaar te maken, "dat conducteurs tot de meest on betrouwbare individuen op den aardbo dem behooren. Maar. m'neer. antwoordde de con ducteur, u bpnt boos, en u zegt vreemde dingen, maar u haalt het nog niet bij den man, dien ik in Brussel uit de coupé ge sleept hcbl De reden. „Waarom huil je, kereltje?" „Omdat moeder de lieve kleine poesjes verdronken heeft." „Dat is niet aardig voan moeder...." „Nee, ze had beloofd, dat ik het mocht doenl" Da's te gek. Willem! riep zij. Hij liet de auto stoppen en keek rond. Ik ben niet gewend m'n chauffeur bij zijn voornaam te noemen. Hoe is je achternaam? Schat, mevrouw. Rij maar door, Willem! Niet z'n bedoeling. Rechter: „Je bent er van beschuldigd, een stoel op het hoofd van dezen man ge broken te hebben." Beklaagde: „Het was m'n bedoeling niet, edelachtbare, dien stoel te brekêta. Maar kon ik weten, dat die man zoo'n harden kop had?" i ONZE RAADSELWEDSTRIJD. Lieve Kinderen, Het is al eenigo maanden geleden, dat we raadsels opgaven, aan welker oplos sing mooie prijzen verbonden waren. En zooals ik voor de vacantie beloofde, zou ik begin September weer met „prijsraad sels" komen. Hier zijn ze dan. Ze zullen meevallen. Zoowel voor de grooten als voor de kleinen, zijn ze best to maken. Ik heb ze met opzet gemakkelijk gemaakt Dan kan iedereen meedoen en behoeft nie mand thuis te blijven. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd Begin maar. dan komt de rest van zelf. En mocht je al eens eentje niet kennen, wel, vraag dan even: vader en moeder staan altijd klaar om mee te zooken. En lukt het dan nog niet, ga dan eens even bij jp vriendje of vraag eens in school of.loop eens even naar je Groot moedertje. Die kent ze altijd. Ik wed voor nog zooveel, dat dit de zuivere waarheid is. Jonge nog toe, ik heb zooveel grootmoe dertjes bekend, die altijd de vraagbaak waren van de familie, vooral van de klein kinderen Kijk maar eens! Foe k het Hebben wil? Wel, mijn vriendjes en vriendinnetjes, rlie vaker meededen weten het wel en voor de nieuwelingen wil ik het nog eens even zoemen. Ik verlang mooi schrift en een fatsoen lijk stuk papier. Dan wat C betreft eigen gemaakt werk. Denk er wel aan, dat nu iedereen in de gelegenheid is (nok de klein tjes"! om twee kansen te maken. Wie de raadsels oplost en een mooi ver haaltje maakt of een aardig ver«ie In elkaar timmert, is klaar, en heeft dubbel kans op oen mooi prijsje. Daarbij is het maken van een verhaaltje eene uitstekende taal oefening en een zeer aangename tijdspas- seering Wat goed is, laat ik „voluit ondor- tcekend" plaatsen. Is dat niet leuk z'n eigen naam voluit in de krant te lezen? Hoeveel mijner vriendjes en vriendinnetjes hebben al niet een aardig bundeltje eigen werk en eigen nhantasietjes gedrukt, waar van ze lalpr, als ze zoo oud zijn, als ik nu, veel pleizier zullen hebben. Vooruit dan Emilo' en Ellen: Robbedoes en Doornroosje: .Tan en Pief en Mariefie en al de vele andere schrijvers en schrijf sters van vroegere dagen, vooruit pii allen, doet mee aan C; ie doet daarmee niet al leen mij. maar ook vader en moeder, daar ben ik overtuigd van een groot pleizier. DE RAADSELS! A Voor de Kleinen (6 tot 11 jaar) Raadsel I. Wie reist in 24 uur de wereld rond? R a a d s e 1 IT. Met g ben ik een geluid Met h een gewas Met k niet boos Mot p een plant Met t niet vlug Met w een damp Met z een visch. Raadsel 11T Welke maat krijg ik als ik in het mid den van een meer oen t zet? Raadsel IV. Vul cpns In en rraak bet „Verjaar- Vvenscbje" af. 6 Henri's Veriaarwensch. (Historisch) ,,Tk wil nog niet naar bed 'k Wil op mijn hobbel Ik wil die soep niet 'k Wil nog een stukje Zoo klonk het o, zoo dikwijls Uit kleine Henri's Maar daarom gaf Mamaatje, Höm niet zijn zin ter „Eoei!" zei zo vaak bestraffend, „Foei Hansje hou toch Zoo'n dreumes van een jongen Hoeft in 't geheel geen Toen nu de kleine bengel, Zes jaren worden Vroeg hem Mama, wat of hij Het liefst dan hebben Heel „ernstig denkt ons baasje, Een oogenblikje En zegt dan kort en bondig: „Geef Hans een wil, Oom Wim. Vraag V Teeken eens een tafeltje met een bloem pot er op, of een ooievaar, of een boom met een nestje erin? B. Voor de Grooten (1115 jaar). Raadsel T. Hoe heet de stad in Rusland, wier naam begint met een muzieknoot en eindigt met een ongeluk? Raadsel II. Vul de puntjes in, zoodat ge een bekend spreekwoord krijgt. .en ge e b r ib tr .an e n v .re v end. Readsel III. Zoek 15 spreekwoorden, waarin iets komt van honger en dorst, eten en drinken, bijv.: Gebraden ganzen vliegen niemand in den mond. Muizen met spek vangen. Opgewarmden kost eten. Raadsel IV. Toeken eens een fruitboon met een lad der ertegen aan? Of 'n tafeltje, waarop een potje met bloemen staat? Of een val, waar in een muis is gevangen? Raadsel V. Maak het volgend versje „af"? Doe evenzooi Mijn vriendje loopt door weer en En is niet veel meer dan een Hij zwoegt door kou en zonne Door sneeuw of stof in stad en Toch zingt hij blij: „Hoe koestrend is der zonne Hoe straalt zij van des hemels I En lieflijk als een hemel Zoo roept ze ons toe: „doe. even Wees vriendelijk en blij!" „De boom strekt fier zijn kruin En trekt des menschen hart en Naar boven. Kom, doe Doe als de boom, doe Streef steeds naar omhoog! „De zilv'ren beek stroomt ruischend Trekt snel en licfct van oord tot Doe evenzoo, doe zooals zij; Doe evenzoo, wees kloek en Wees vroolijk en De vogel kweelt op zoeten Verlustigt zich in al het Dat zonne, boom of beek hem En pij, die ook zooveel Wees dankbaar en blijl" Oom Wim. Afd. C voor allen. Maak een opstel of versje of verhaaltje naar keuze. Wat heb ik gezegd? Wie zou van U dit versje niet kunnen zoo. invullen, dat het als vers te lezen is en dus behoorlijk rijmt. Wie dit te moeilijk is, kan ik niet onder de slimste vriendjes rekenen. En zoo ook voor de andere raad sels. Ik ben eens heel benieuwd, wat er van no. IV terecht komt. Het spreekt van zelf, dat ik vooral let op netheid. Wie het tee- keningetje maar gauw gauw afknoeit, die komj niet voor een apart prijsje in aan merking, want ik zal onder de mooiste tee kenaars of teekenaresjes een extra prijs \erloten en wel onder de jongens een zil veren horlogeketting en onder de meisjes een mooie halsketting. Aan 't werk nu! Onze prijzen. Prijs No. 1 Zilveren horloge. 2de prijs: Een inktstel. 3de prijs: Een beurs. 4de prijs: Een déjeunetje. 5de prijs: Een schilderij. Ode prijs: Een verrassing! 7de, 8ste en 9de prijs: Drie boeken. Wat zeggen jullie van die prijzen? Ik zou zoo zeggen, dat ze iedereen welkom zullen zijn; ik zou tenminste heel blij zijn, als mij „Vrouwe Fortuna" goedgunstig was, indien ik mee mocht dingen, zooals jullie nu de kans aangeboden wordt. En nu ben ik eens benieuwd, hoeveel vriend ies en vriendinnetjes ik weerom op visite krijg. Ik zal jullie acht dagen tijd geven Dat is meer dan genoeg. Wie ze in dien tijd niet kent, leert ze toch niet maken. Weet echter wel, dat ik de antwoorden ook verwacht, van die kinderen, die één zelfs twee raadsels niet kennen, maar de andere drie of vier, keurig en netjes afwer ken. Toch insturen. Ik verwacht alles voor den 16den Sep tember a.8. Adres: Redactie Kinderrubriek (L. C.) Rapenburg 10 Leiden. VRAGENBIJS. Vraag 77. Wat beteekent „pikant"? Mijn zusje spreekt altijd van een „pikant" sausje en als ik vraag, wat beteekent dat, dan lacht ze en zegt: „pkant is pikant" nu weet je het Ik geloof claf zij het ook niet goed begrijpt, wat ze zegt. Antwoord. Foei, foei Gerard, wat durf jij daar van je zusje te zeggen. Al leen het feit, dat zij zulke lekkere pikante sausjes maken kan, moest je meer vertrou wen inboezemen en van haar een hoogeren dunk doen hebben. Hoe het ook zi.i, jij hebt me gevraagd, wal „pikant" is en ik zal het jou heel stilletjes in het oor fluisteren, dan hoort het je zusje zeker niet en.... behoeft zij jou 'om die vraag niet meer uit te lachen. Pikant beteekent scherp, peperig, zoo als de beteekenis zeer juist voorkomt in „een pikant sausje". Ook beteekent het „brutaal" bijv. hij gaf mij „een pikant ant woord" d. i. een scherp, stekelig antwoord. Pikant komt vtn het Fransche w.w. pion er, dat steken, prikken beteekent. Ik geloof nu wel. dat de beteekenis van een pikant sausje" wat zusje zoo lekker tjes kan klaarmaken, begrepen ls. Zou bet niet, Gerard? Vraag 78. Wat beteekent „hij heeft zijn laatste oortje versnoept"? Antwoord. Dat beteekent: hij heeft zijn laatste geld uitgegeven. Fen oortje was vroeger een geldstukje van 4 penningen of y<I stuiver. Twee oortjes maakten een groot. 3 oortjes een b 1 a n k. Fen bras penning had de waarde van 20 pennin gen d. i. fik» cent van ons geld. Deze mun ten en geldswaarde zijn allang in onbruik geraakt en vandaar dan ook, dat er heel wat menschen zijn die de beteekenis van jou opgegeven vraag, wel begrijpen, maar niet verklaren kunnen. De volgende week behandel ik een zeer interessante bijzonderheid uit het leven der dieren, in aansluiting met vraag 76. „Zou den de mieren elkander verstaan?" en wel: over „de reukzin der dieren" zooals ons Willem J. Long in zijn „Vroo lijk Boschtoonecl" het een en ander naar het leven schetst. De Redacteur. CORRESPONDENTIE. Winifred, Leiden. Wees er van overtuigd, lief Nichtje, dat ik met belang stelling je bijdragen tegemoet zie. Ik heb al zooveel moois van je gelezen, dat ik nu reeds ongezien, een mooi plaatsje zal re serveeren voor de versjes en verhaaltjes, die uit je dichterlijke en rake pen springen, als het groen uit de knoppen der boomen in de maand van Mei. Ik wacht dus af en zeg je bij voorbaat dank Veel groetjes aan vader en moeder en verdere huisge- nooten. J a n R h r e ij, Leiden. Harte lijk dank, mijn vriendje voor de mooie versies, die ik weer van je mocht ontvan gen. Zooals je gezien hebt, heb ik er dade lijk een goed gebruik van gemaakt en.... ik houd mij aanbevolen voor veel, veel meer. Het spreekt van zelf, dat moeder ook deelt in mijn dank, dien ik hier uitspreekt. De raadsels los je natuurlijk ook op on wat "roep C betreft, daar hoop ik onze Jan ook bij te zien Dag Jan! Veel groeten aan moeder! E m i 1 T uym, Leiden. Dank voor vele en mooie kaarten, die ik in de vacantie van jouw reis mocht ontvangen. Je hebt ech* genoten, mijn vriend en dat mag ook wel. Je bent zeker alweer druk bezig en ik reken erop, flat ik Emite vind bij de op lossers der raadsels a s. Zaterdag en tevens onder de velen, die probeeren iets te ma ken. zooals ik dit bedoel onder G. Dag Emile! Groec; alle huisgen-nten van me en ontvang jij de stevige vijf. Dan bedank ik al mün vriendjes en vrien dinnetjes die onder de vacantie me een brief of kaart stuurden. Fr zijn er zooveel geweest, dat ik onmogelijk persoonlijk elk uwer kan terugschrijven, hoe graag ik het ook zou gewild hebben te doen. Tenslotte wil ik jullie nog even herin neren aan de belofte mijnerzijds. Ik schreef Lij het begin van dit verhaaltje „Hoe het Piet vereing", „dat ik een boek zóu verlo ten onder de teekenaars, die bij elk num mer van dit verhaal een pakkend teeke- r.ïneetje instuurde. Wie dat gedaan heeft, stuurt zijn werk on aan het bekend adres zie onder ..Raadselwedstrijd". De volgende week begin ik met. pen nieuw sprookje en wel „Gobald en zijn Vriend", opn snrookje in twaalf nummers van Oom Wim. Dit sprookje zal en daar twijfel ik niet aan, wel weer in den smaak vallen. De Redacteur. HOE HET PIET VERGING, door Oom Wim. Slot XII. Piot gaat naar Nijmegen. Het afscheid van moeder is hartelijk zoo- als wij dat verwachten konden, en toen vader vertrok, tintelde iets in zijn oog van fchalksche blijheid, want nu was hij zeker van Piet; nu ging hij met gerust hart terug naar huis, overtuigd als hij was, dat z ij n Piet geen reden meer zou geven tot onte vredenheid en dat van vluchten geen sprake meer zou zijn. En zooals vader dacht en moeder met zekerheid wist, gaf Piet geen reden tot on tevredenheid; integendeel ieder trimester kwam opnieuw het bewijs, dat Piet niet alleen leeren kon, maar ook leeren wilde. En toen Piet met de groote vacantie naar huis kwam, was er vreugde'in het ouder lijk huis; pinkte moeder van aandoening een traantje hij het zien van haar zoon, die zoo goed gegroeid was en er zoo blozend en gezond uitzag en zoo goed in Nijmegen zijn best deed en ook vader zag met welge vallen neer op zijn toekomstigen opvolger en hoorde met stille aandacht naar het ge snap van zijn zoon, die niet uitverteld kwam, van de studie en van de leeraars; van het kostschoolleven en van alles, wat daarmee annex is. Het spreekt van zelf, dat de vacantie omvloog en Piet weer terug moest, wat en dat moet tot eer van onzen jongen student gezegd worden met geen enkel iraantje dezen keer gepaard ging. En zoo ging het bij iedere vacantie. Piet was tevreden en men was tevreden over Piet. En eindelijk dan.... waren de drie jaren voorbij en zou hij eindexamen doen. Of hij slagen zou? Er was niemand zijner leeraren, die daaraan twijfelde. En toen dan ook op zekeren dag een telegram te Rotterdam aan vaders adres werd be zorgd, en bleek, dat het nieuws was uit Arnhem, waar het examen zou worden af genomen, toen was het vader aan te zmn, aan het bevend openmaken van het tele gram, dat hij in gedachte bij Piet was ge weest en verlangend den uitslag teeempet zag. „Geslaagd!" Vrouw kom eens gauw Lier en kijk eens wat ik me daar uit Arnh >m ontvang' Is ie geslaagd? Geslaagd, met lof nog wel. nu der! Goddank! Dat dacht ik wol. Hii heeft ook zoo goed zijn best gedaan, hé man. Als hij thuis komt, moeten we een feestje be reiden, als bewijs, dat we dart-Mar zijn en waardeeren de moeite en r.ün braaf oppassen. Zoo zullen we doen. En ook ons. per soneel zullen we doen deelen in ons geluk en onze vreugde. En daarom wou ik voor stellen, dat we vanavond allen hier in de huiskamer verzoeken en hun een gezellig avondje op het welslagen aanbieden. Want als Piet aanstaande Zondag hier is, vind ik het aardiger en hartelijker dat. wij met ons drieën zijn. Vind je ook niet? Zoo denk ik er ook over. man. En nu ga ik gauw Piet een brief schrijven en hem alvast geïukwenschen met zijn gelukkig vol bracht examen en zal hem dan meteen schrijven dat jü hem Zaterdagmiddag komt halen. Doe dat. Tk zal het personeel het goede nieuws meededen en ze voor van avond hier verzoeken. Hot is Zaterdag. De vader van Piet stapt met vluggen, veerkraehtigen tred het per ron af en stapt in een gerefidstcvlen auto die in minimum van tu l hem fa h tomder plaatse brengt. Fn het duurt geen half uur. of daar verschiint zijn zoon. stralend van pleizier, gevolgd door den Overste der kostschool, die eveneens met warmte vader de hand wegdrukt en ook hmn f dicifeevt met het succes van ziin zoon. Ik behoef niet te vragen. Perfect, of Piet znn bast gedaan henft en of u tevreden was: de resultaten bewiizen het. Juist Miinheer. P'"et heeft getoond fe willen en te kunnen. Hii heeft e<m schitte rend examen gedaan pn ik twüfol er n:ot aan, of T* zult ook voortaan nleizipr van uw zoon heioven. Dat is te hopen En ik zou nm ver bissen, of hii zal ook in zijn vorder leven hhiven voortgaan on den go°d"n wc dia hier voor hem werd aangowc n Fn "- voor moet ik TT dankbaar blijven. ""r Overste. Dat beloof ik TT vader, En wat rlechtig beloof in tegenwoordigheid van den Porfeef, aan wien ik zooveel to 1 o- 1 en heb. die belofte wil ik houden, zeeals TT zult zien. Pn Piet hield woord Pief was n vomer, arbeidzaam en vol goeden wil: bemind door zijn moeder met een liefde, znoals alleen een moeder voor haar emviesfe kind voelt; bemind door zijn Vader, die met hem en naast hem voortwerkf" aan en uitbouw hunner Moeiende zaak: geëerd door het heele personeel, dat Piet door zi.in minzaamheid en vriendelijkheid en harte lijkheid als op de handen droeg en zoo. z?pn we na iaren Piet staan aan het hoofd dezer uitgebreide kruidenierszaak en vol goeden moed voorwaarts gaan nn den weg, door zijn vader hom aangewezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 12