Bchenk' ontvangen: een broche ïn den vorm
\an een zwaan: het lichaam was een reus
achtige parel, de vleugels bestonden uit
briljanten en de snavel was samengesteld
uit. robijnen. Maar niet alleen bij Lohen
grin bedacht de koning zijn zanger. Na de
opvoering van Parsifal schonk de koning
hem een tafel, op welker gouden blad Ulo
den Graaltempel geschilderd had.
Na de opvoering van Aida van Verdi
ontving Nachbaur van den koning een ta
fel, waarvan het marmeren tafelblad het
loonoel tusschen Radames eD Aida uit de
derde acte, door een meesterhand geschil
derd, te zien gaf.
Aan de muren der zaal hingen drie le-
■sensgroote portretten van den koning door
beroemde meesters geschilderd. In vitri
nes zag men bij dozijnen kostbare ringen
en spelden van briljant en groote gouden
horloges, bijna alle met de beeltenis van
den koning en met briljanten versierd.
De kostbaarste schatten van de herinne
ringen van den zanger aan zijn koning, la
gen open tentoongesteld, maar moesten
eerst te voorschijn gehaald- worden uit ge
sloten kasten: de brieven van den koning.
Ka .Tosef Kainz, kon Franz Nachbaur zich
op de meeste en warmste brieven van Lud-
wig beroemen. Zij waren alle op kleine,
sierlijke, met gouden koningskroontjesver
sierde blaadjes geschreven, leolijk, groot
schrift, van vette drukletters, de woorden
door groote tusschenruimten gescheiden,
fle ondertoekening reusachtig groot en met
een geweldige krul. Re brief ving aan niet
betuigingen van toegenegenheid en eindig
de mot de meest overdreven woorden.
De „slimme" echtgenoote
Een man, die ruim tachtig jaar oud was
en die door vlijt en zuinigheid een redelijk
fortuintje had overgespaard, voelde zijn
einde naderen en ontbood den notaris, om
zijn laatste beschikkingen te maken. Zijn
vrouw was bij de plechtigheid tegenwoor
dig. Nadat er reeds veel besproken en be
schreven was, vroeg de notaris naar de
nog loopende aangelegenheden:
Timothy Brown, zeide oude man, is
mij nog 50 pond schuldig en van John
Gazey moet ik 37 pond hebben, en....
Wat een man! riep de toekomstige
weduwe: wat blijft hij helder en wat heeft
hij een geheugen!
Van Lucas Brown krijg ik ook nog
40 pond.
Schrijf het. alsjeblieft goed op, sprak
de oude vrouw.
Maar Michiel Liffy moet nog twee
honderd pond van me hebben.
Och, och, snikte de getrouwe gade,
hoor hem eens ijlenI
In den slaap praten
De predikant was overwerkt en liet zich
door oen dokter onderzoeken.
Praat u wel eens in uw slaap?, vroeg
de dokter.
Niet, dat ik weet; meer in den slaap
van anderen!, antwoordde de predikant.
Een verstandig mensch
Ik heb laatst den verstandigsten man
ter wereld ontmoet.
Zoo. Wie was dat en wat deed hij?
Hij is doof en hij heeft het nooit
tegen zijn coiffeur gezegd.
Den „heeren" te slim af.
Een gezelschap voetreizigers dwaalde
door Gelderland's Achterhoek en ontmoet
te op een der schoonste punten een een
voudig boertje. Men besloot eens een aar
digheidje met hem te hebben en begon met
te vragen of hij het landschap ook mooi
vond.
Ik vermoed, zei een van het gezel
schap, dat je een heel eind kunt zien op
een helderen dag.
O ja, 'eeren, 'n 'iel end.
Me dunkt, op een helderen dag als
vandaag moet je Arnhem wel kunnen zien
liggen.
Jao, antwoordde het boertje, en ver
der as Aorum.
Ik denk wel tot Amsterdam of Maas
tricht, zei een ander met een knipoogje tot
zijn tochtgenooten.
Jaó vast, en nog wel verder.
Verder dan Amsterdam of Maas
tricht? Wel baas, zeg ons dan eens tot hoe
ver je wel kunt zien.
Wel 'eeren, as 'et 'n klaore nacht is,
dan kun ie van hier wel tot an de maon
kiek'n.
Stadsbewoner en boer
Stadsbewoner: En bestuurt gij uw
boerderij zelf? Geen hulp?
Landbouwer: Alleen als het heel
druk is, in den oogsttijd b.v. huur ik
knechts. Ik heb wel een zoon, maar die is
niet hier.. Ik heb hem naar de stad ge
zonden om daar den kost te verdienen.
Stadsbewoner: Wat, naar de stad?
Landbouwer: Ja, hij heeft geen her
sens genoeg voor boer.
Je kan nooit weten.
Echtgenoot: „Die nieuwe compagnon
van mij is nooit tevreden. Hij wil alles
hebben wat hij ziet."
Echtgenoote: „Zou je hem niet eens
voorstellen aan onze dochter?"
Te letterlijk opgevat.
Een rondreizend tooneelgezelschap had
in een stadje een man gehuurd, om zoo'n
beetje mee te helpen. Maar hij moest te
vens een paar woorden roepen, van achter
de coulissen. Daar kreeg hij twee kwartjes
extra voor.
Op het bewuste oogenblik riep een der
spelers uit:
Maar waar blijft Vrouwe Jacoba? Er
zal haar toch niets overkomen zijn!
De stem achter de coulissen antwoordde
Vrouwe Jacoba is dood!
Hoe? kreet de acteur. Vrouwe Jacoba
dood?! Neen, neen, dat kan niet waar we
zen. Gij liegt!
Hoor es, zei de stom achter de cou
lissen,ik laat m'n eigen niet voor leugenaar
uitschelden. De baas bet me gezeid, wat ik
zegge moest en daar krijg ik twee kaartjes
voor. Maar as je nóg es zeit dat ik lieg,
dan kom ik op het toonecl en dan zal ik je
twee blauwe oogen slaan, versta je?
Men moest het gordijn laten zakken.
Een practisch jonge man
Wat zal ik nog meer zeggen, beste
Jack? fluisterde, zij. Verraden mijn oogen
mijn liefde niet?
Jawel, antwoordde Jack, die een
jongmensch is met zeer practische inzich
ten, maar je kan soms je eigen oogen niet
geloovcn.
Hij weet er vanl
Jan zei gisteren tegen me, dat hij in
den zevenden hemel was sinds hij met mij
geëngageerd was.
Dat klopt: hij is al zes keer geënga
geerd geweest!
Een middel
Het is gewoon verschrikkelijk, hoe
veel geld mijn vrouw aan handschoenen
uitgeeftl
Dat is gemakkelijk te verhelpen.
Koop haar eens 'n mooien ring!
Z'n vergissing.
Een passagier nam in Rotterdam den
nachttrein naar Parijs. Hij verzocht den
conducteur hem in Brussel te waarschu
wen, daar hij slechts tot deze stad wilde
reizen en een uurtje slaap noodig had. De
conducteur nam den gulden aan, welke
hem toegestoken werd en beloofde aan den
passagier, dat hij hem in Brussel zou
wekken. De man sliep en werd den vol
genden moreen wakker te Parijs.
Hij liep woedend op den conducteur toe,
om dezen op velerlei wijzen kenbaar te
maken, "dat conducteurs tot de meest on
betrouwbare individuen op den aardbo
dem behooren.
Maar. m'neer. antwoordde de con
ducteur, u bpnt boos, en u zegt vreemde
dingen, maar u haalt het nog niet bij den
man, dien ik in Brussel uit de coupé ge
sleept hcbl
De reden.
„Waarom huil je, kereltje?"
„Omdat moeder de lieve kleine poesjes
verdronken heeft."
„Dat is niet aardig voan moeder...."
„Nee, ze had beloofd, dat ik het mocht
doenl"
Da's te gek.
Willem! riep zij. Hij liet de auto
stoppen en keek rond.
Ik ben niet gewend m'n chauffeur
bij zijn voornaam te noemen. Hoe is je
achternaam?
Schat, mevrouw.
Rij maar door, Willem!
Niet z'n bedoeling.
Rechter: „Je bent er van beschuldigd,
een stoel op het hoofd van dezen man ge
broken te hebben."
Beklaagde: „Het was m'n bedoeling
niet, edelachtbare, dien stoel te brekêta.
Maar kon ik weten, dat die man zoo'n
harden kop had?"
i
ONZE RAADSELWEDSTRIJD.
Lieve Kinderen,
Het is al eenigo maanden geleden, dat
we raadsels opgaven, aan welker oplos
sing mooie prijzen verbonden waren. En
zooals ik voor de vacantie beloofde, zou
ik begin September weer met „prijsraad
sels" komen. Hier zijn ze dan. Ze zullen
meevallen. Zoowel voor de grooten als
voor de kleinen, zijn ze best to maken. Ik
heb ze met opzet gemakkelijk gemaakt
Dan kan iedereen meedoen en behoeft nie
mand thuis te blijven. Hoe meer zielen,
hoe meer vreugd Begin maar. dan komt
de rest van zelf. En mocht je al eens eentje
niet kennen, wel, vraag dan even: vader
en moeder staan altijd klaar om mee te
zooken. En lukt het dan nog niet, ga dan
eens even bij jp vriendje of vraag eens in
school of.loop eens even naar je Groot
moedertje. Die kent ze altijd. Ik wed voor
nog zooveel, dat dit de zuivere waarheid
is. Jonge nog toe, ik heb zooveel grootmoe
dertjes bekend, die altijd de vraagbaak
waren van de familie, vooral van de klein
kinderen Kijk maar eens!
Foe k het Hebben wil?
Wel, mijn vriendjes en vriendinnetjes,
rlie vaker meededen weten het wel en voor
de nieuwelingen wil ik het nog eens even
zoemen.
Ik verlang mooi schrift en een fatsoen
lijk stuk papier. Dan wat C betreft eigen
gemaakt werk. Denk er wel aan, dat nu
iedereen in de gelegenheid is (nok de klein
tjes"! om twee kansen te maken.
Wie de raadsels oplost en een mooi ver
haaltje maakt of een aardig ver«ie In elkaar
timmert, is klaar, en heeft dubbel kans op
oen mooi prijsje. Daarbij is het maken
van een verhaaltje eene uitstekende taal
oefening en een zeer aangename tijdspas-
seering Wat goed is, laat ik „voluit ondor-
tcekend" plaatsen. Is dat niet leuk z'n
eigen naam voluit in de krant te lezen?
Hoeveel mijner vriendjes en vriendinnetjes
hebben al niet een aardig bundeltje eigen
werk en eigen nhantasietjes gedrukt, waar
van ze lalpr, als ze zoo oud zijn, als ik nu,
veel pleizier zullen hebben.
Vooruit dan Emilo' en Ellen: Robbedoes
en Doornroosje: .Tan en Pief en Mariefie
en al de vele andere schrijvers en schrijf
sters van vroegere dagen, vooruit pii allen,
doet mee aan C; ie doet daarmee niet al
leen mij. maar ook vader en moeder, daar
ben ik overtuigd van een groot pleizier.
DE RAADSELS!
A Voor de Kleinen (6 tot 11 jaar)
Raadsel I.
Wie reist in 24 uur de wereld rond?
R a a d s e 1 IT.
Met g ben ik een geluid
Met h een gewas
Met k niet boos
Mot p een plant
Met t niet vlug
Met w een damp
Met z een visch.
Raadsel 11T
Welke maat krijg ik als ik in het mid
den van een meer oen t zet?
Raadsel IV.
Vul cpns In en rraak bet „Verjaar-
Vvenscbje" af. 6
Henri's Veriaarwensch.
(Historisch)
,,Tk wil nog niet naar bed
'k Wil op mijn hobbel
Ik wil die soep niet
'k Wil nog een stukje
Zoo klonk het o, zoo dikwijls
Uit kleine Henri's
Maar daarom gaf Mamaatje,
Höm niet zijn zin ter
„Eoei!" zei zo vaak bestraffend,
„Foei Hansje hou toch
Zoo'n dreumes van een jongen
Hoeft in 't geheel geen
Toen nu de kleine bengel,
Zes jaren worden
Vroeg hem Mama, wat of hij
Het liefst dan hebben
Heel „ernstig denkt ons baasje,
Een oogenblikje
En zegt dan kort en bondig:
„Geef Hans een wil,
Oom Wim.
Vraag V
Teeken eens een tafeltje met een bloem
pot er op, of een ooievaar, of een boom
met een nestje erin?
B. Voor de Grooten (1115 jaar).
Raadsel T.
Hoe heet de stad in Rusland, wier naam
begint met een muzieknoot en eindigt met
een ongeluk?
Raadsel II.
Vul de puntjes in, zoodat ge een bekend
spreekwoord krijgt.
.en ge e b r ib tr .an
e n v .re v end.
Readsel III.
Zoek 15 spreekwoorden, waarin iets
komt van honger en dorst, eten
en drinken, bijv.:
Gebraden ganzen vliegen niemand in
den mond.
Muizen met spek vangen.
Opgewarmden kost eten.
Raadsel IV.
Toeken eens een fruitboon met een lad
der ertegen aan? Of 'n tafeltje, waarop een
potje met bloemen staat? Of een val, waar
in een muis is gevangen?
Raadsel V.
Maak het volgend versje „af"?
Doe evenzooi
Mijn vriendje loopt door weer en
En is niet veel meer dan een
Hij zwoegt door kou en zonne
Door sneeuw of stof in stad en
Toch zingt hij blij:
„Hoe koestrend is der zonne
Hoe straalt zij van des hemels I
En lieflijk als een hemel
Zoo roept ze ons toe: „doe. even
Wees vriendelijk en blij!"
„De boom strekt fier zijn kruin
En trekt des menschen hart en
Naar boven. Kom, doe
Doe als de boom, doe
Streef steeds naar omhoog!
„De zilv'ren beek stroomt ruischend
Trekt snel en licfct van oord tot
Doe evenzoo, doe zooals zij;
Doe evenzoo, wees kloek en
Wees vroolijk en
De vogel kweelt op zoeten
Verlustigt zich in al het
Dat zonne, boom of beek hem
En pij, die ook zooveel
Wees dankbaar en blijl"
Oom Wim.
Afd. C voor allen.
Maak een opstel of versje of verhaaltje
naar keuze.
Wat heb ik gezegd?
Wie zou van U dit versje niet kunnen zoo.
invullen, dat het als vers te lezen is en
dus behoorlijk rijmt. Wie dit te moeilijk is,
kan ik niet onder de slimste vriendjes
rekenen. En zoo ook voor de andere raad
sels. Ik ben eens heel benieuwd, wat er van
no. IV terecht komt. Het spreekt van zelf,
dat ik vooral let op netheid. Wie het tee-
keningetje maar gauw gauw afknoeit, die
komj niet voor een apart prijsje in aan
merking, want ik zal onder de mooiste tee
kenaars of teekenaresjes een extra prijs
\erloten en wel onder de jongens een zil
veren horlogeketting en onder
de meisjes een mooie halsketting.
Aan 't werk nu!
Onze prijzen.
Prijs No. 1 Zilveren horloge.
2de prijs: Een inktstel.
3de prijs: Een beurs.
4de prijs: Een déjeunetje.
5de prijs: Een schilderij.
Ode prijs: Een verrassing!
7de, 8ste en 9de prijs: Drie boeken.
Wat zeggen jullie van die prijzen? Ik
zou zoo zeggen, dat ze iedereen welkom
zullen zijn; ik zou tenminste heel blij zijn,
als mij „Vrouwe Fortuna" goedgunstig
was, indien ik mee mocht dingen, zooals
jullie nu de kans aangeboden wordt.
En nu ben ik eens benieuwd, hoeveel
vriend ies en vriendinnetjes ik weerom op
visite krijg. Ik zal jullie acht dagen tijd
geven Dat is meer dan genoeg. Wie ze in
dien tijd niet kent, leert ze toch niet maken.
Weet echter wel, dat ik de antwoorden
ook verwacht, van die kinderen, die één
zelfs twee raadsels niet kennen, maar de
andere drie of vier, keurig en netjes afwer
ken. Toch insturen.
Ik verwacht alles voor den 16den Sep
tember a.8.
Adres: Redactie Kinderrubriek (L. C.)
Rapenburg 10
Leiden.
VRAGENBIJS.
Vraag 77. Wat beteekent „pikant"?
Mijn zusje spreekt altijd van een „pikant"
sausje en als ik vraag, wat beteekent dat,
dan lacht ze en zegt: „pkant is pikant" nu
weet je het Ik geloof claf zij het ook niet
goed begrijpt, wat ze zegt.
Antwoord. Foei, foei Gerard, wat
durf jij daar van je zusje te zeggen. Al
leen het feit, dat zij zulke lekkere pikante
sausjes maken kan, moest je meer vertrou
wen inboezemen en van haar een hoogeren
dunk doen hebben.
Hoe het ook zi.i, jij hebt me gevraagd,
wal „pikant" is en ik zal het jou heel
stilletjes in het oor fluisteren, dan hoort
het je zusje zeker niet en.... behoeft zij
jou 'om die vraag niet meer uit te lachen.
Pikant beteekent scherp, peperig, zoo
als de beteekenis zeer juist voorkomt in
„een pikant sausje". Ook beteekent het
„brutaal" bijv. hij gaf mij „een pikant ant
woord" d. i. een scherp, stekelig antwoord.
Pikant komt vtn het Fransche w.w.
pion er, dat steken, prikken beteekent.
Ik geloof nu wel. dat de beteekenis van
een pikant sausje" wat zusje zoo lekker
tjes kan klaarmaken, begrepen ls. Zou
bet niet, Gerard?
Vraag 78. Wat beteekent „hij heeft
zijn laatste oortje versnoept"?
Antwoord. Dat beteekent: hij heeft
zijn laatste geld uitgegeven. Fen oortje was
vroeger een geldstukje van 4 penningen of
y<I stuiver. Twee oortjes maakten een
groot. 3 oortjes een b 1 a n k. Fen bras
penning had de waarde van 20 pennin
gen d. i. fik» cent van ons geld. Deze mun
ten en geldswaarde zijn allang in onbruik
geraakt en vandaar dan ook, dat er heel
wat menschen zijn die de beteekenis van
jou opgegeven vraag, wel begrijpen, maar
niet verklaren kunnen.
De volgende week behandel ik een zeer
interessante bijzonderheid uit het leven der
dieren, in aansluiting met vraag 76. „Zou
den de mieren elkander verstaan?" en wel:
over „de reukzin der dieren"
zooals ons Willem J. Long in zijn „Vroo
lijk Boschtoonecl" het een en ander naar
het leven schetst.
De Redacteur.
CORRESPONDENTIE.
Winifred, Leiden. Wees er van
overtuigd, lief Nichtje, dat ik met belang
stelling je bijdragen tegemoet zie. Ik heb
al zooveel moois van je gelezen, dat ik nu
reeds ongezien, een mooi plaatsje zal re
serveeren voor de versjes en verhaaltjes,
die uit je dichterlijke en rake pen springen,
als het groen uit de knoppen der boomen
in de maand van Mei. Ik wacht dus af en
zeg je bij voorbaat dank Veel groetjes
aan vader en moeder en verdere huisge-
nooten.
J a n R h r e ij, Leiden. Harte
lijk dank, mijn vriendje voor de mooie
versies, die ik weer van je mocht ontvan
gen. Zooals je gezien hebt, heb ik er dade
lijk een goed gebruik van gemaakt en....
ik houd mij aanbevolen voor veel, veel meer.
Het spreekt van zelf, dat moeder ook deelt
in mijn dank, dien ik hier uitspreekt. De
raadsels los je natuurlijk ook op on wat
"roep C betreft, daar hoop ik onze Jan ook
bij te zien
Dag Jan! Veel groeten aan moeder!
E m i 1 T uym, Leiden. Dank
voor vele en mooie kaarten, die ik in de
vacantie van jouw reis mocht ontvangen.
Je hebt ech* genoten, mijn vriend en dat
mag ook wel.
Je bent zeker alweer druk bezig en ik
reken erop, flat ik Emite vind bij de op
lossers der raadsels a s. Zaterdag en tevens
onder de velen, die probeeren iets te ma
ken. zooals ik dit bedoel onder G.
Dag Emile! Groec; alle huisgen-nten van
me en ontvang jij de stevige vijf.
Dan bedank ik al mün vriendjes en vrien
dinnetjes die onder de vacantie me een
brief of kaart stuurden. Fr zijn er zooveel
geweest, dat ik onmogelijk persoonlijk elk
uwer kan terugschrijven, hoe graag ik het
ook zou gewild hebben te doen.
Tenslotte wil ik jullie nog even herin
neren aan de belofte mijnerzijds. Ik schreef
Lij het begin van dit verhaaltje „Hoe het
Piet vereing", „dat ik een boek zóu verlo
ten onder de teekenaars, die bij elk num
mer van dit verhaal een pakkend teeke-
r.ïneetje instuurde. Wie dat gedaan heeft,
stuurt zijn werk on aan het bekend adres
zie onder ..Raadselwedstrijd".
De volgende week begin ik met. pen nieuw
sprookje en wel „Gobald en zijn Vriend",
opn snrookje in twaalf nummers van Oom
Wim. Dit sprookje zal en daar twijfel ik
niet aan, wel weer in den smaak vallen.
De Redacteur.
HOE HET PIET VERGING,
door Oom Wim.
Slot XII.
Piot gaat naar Nijmegen.
Het afscheid van moeder is hartelijk zoo-
als wij dat verwachten konden, en toen
vader vertrok, tintelde iets in zijn oog van
fchalksche blijheid, want nu was hij zeker
van Piet; nu ging hij met gerust hart terug
naar huis, overtuigd als hij was, dat z ij n
Piet geen reden meer zou geven tot onte
vredenheid en dat van vluchten geen
sprake meer zou zijn.
En zooals vader dacht en moeder met
zekerheid wist, gaf Piet geen reden tot on
tevredenheid; integendeel ieder trimester
kwam opnieuw het bewijs, dat Piet niet
alleen leeren kon, maar ook leeren wilde.
En toen Piet met de groote vacantie naar
huis kwam, was er vreugde'in het ouder
lijk huis; pinkte moeder van aandoening
een traantje hij het zien van haar zoon, die
zoo goed gegroeid was en er zoo blozend en
gezond uitzag en zoo goed in Nijmegen
zijn best deed en ook vader zag met welge
vallen neer op zijn toekomstigen opvolger
en hoorde met stille aandacht naar het ge
snap van zijn zoon, die niet uitverteld
kwam, van de studie en van de leeraars;
van het kostschoolleven en van alles, wat
daarmee annex is.
Het spreekt van zelf, dat de vacantie
omvloog en Piet weer terug moest, wat
en dat moet tot eer van onzen jongen
student gezegd worden met geen enkel
iraantje dezen keer gepaard ging.
En zoo ging het bij iedere vacantie.
Piet was tevreden en men was tevreden
over Piet. En eindelijk dan.... waren de
drie jaren voorbij en zou hij eindexamen
doen. Of hij slagen zou? Er was niemand
zijner leeraren, die daaraan twijfelde. En
toen dan ook op zekeren dag een telegram
te Rotterdam aan vaders adres werd be
zorgd, en bleek, dat het nieuws was uit
Arnhem, waar het examen zou worden af
genomen, toen was het vader aan te zmn,
aan het bevend openmaken van het tele
gram, dat hij in gedachte bij Piet was ge
weest en verlangend den uitslag teeempet
zag.
„Geslaagd!"
Vrouw kom eens gauw Lier en kijk
eens wat ik me daar uit Arnh >m ontvang'
Is ie geslaagd?
Geslaagd, met lof nog wel. nu der!
Goddank! Dat dacht ik wol. Hii heeft
ook zoo goed zijn best gedaan, hé man. Als
hij thuis komt, moeten we een feestje be
reiden, als bewijs, dat we dart-Mar zijn
en waardeeren de moeite en r.ün braaf
oppassen.
Zoo zullen we doen. En ook ons. per
soneel zullen we doen deelen in ons geluk
en onze vreugde. En daarom wou ik voor
stellen, dat we vanavond allen hier in de
huiskamer verzoeken en hun een gezellig
avondje op het welslagen aanbieden. Want
als Piet aanstaande Zondag hier is, vind
ik het aardiger en hartelijker dat. wij met
ons drieën zijn. Vind je ook niet?
Zoo denk ik er ook over. man. En nu
ga ik gauw Piet een brief schrijven en hem
alvast geïukwenschen met zijn gelukkig vol
bracht examen en zal hem dan meteen
schrijven dat jü hem Zaterdagmiddag komt
halen.
Doe dat. Tk zal het personeel het
goede nieuws meededen en ze voor van
avond hier verzoeken.
Hot is Zaterdag. De vader van Piet stapt
met vluggen, veerkraehtigen tred het per
ron af en stapt in een gerefidstcvlen auto
die in minimum van tu l hem fa h tomder
plaatse brengt.
Fn het duurt geen half uur. of daar
verschiint zijn zoon. stralend van pleizier,
gevolgd door den Overste der kostschool,
die eveneens met warmte vader de hand
wegdrukt en ook hmn f dicifeevt met het
succes van ziin zoon.
Ik behoef niet te vragen. Perfect, of
Piet znn bast gedaan henft en of u tevreden
was: de resultaten bewiizen het.
Juist Miinheer. P'"et heeft getoond fe
willen en te kunnen. Hii heeft e<m schitte
rend examen gedaan pn ik twüfol er n:ot
aan, of T* zult ook voortaan nleizipr van
uw zoon heioven.
Dat is te hopen En ik zou nm ver
bissen, of hii zal ook in zijn vorder leven
hhiven voortgaan on den go°d"n wc dia
hier voor hem werd aangowc n Fn "-
voor moet ik TT dankbaar blijven. ""r
Overste.
Dat beloof ik TT vader, En wat
rlechtig beloof in tegenwoordigheid van
den Porfeef, aan wien ik zooveel to 1 o-
1 en heb. die belofte wil ik houden, zeeals
TT zult zien.
Pn Piet hield woord Pief was n vomer,
arbeidzaam en vol goeden wil: bemind
door zijn moeder met een liefde, znoals
alleen een moeder voor haar emviesfe kind
voelt; bemind door zijn Vader, die met
hem en naast hem voortwerkf" aan en
uitbouw hunner Moeiende zaak: geëerd
door het heele personeel, dat Piet door zi.in
minzaamheid en vriendelijkheid en harte
lijkheid als op de handen droeg en zoo.
z?pn we na iaren Piet staan aan het hoofd
dezer uitgebreide kruidenierszaak en vol
goeden moed voorwaarts gaan nn den weg,
door zijn vader hom aangewezen.