n MISSIE- KLANKEN foulrne Boon. Wdj verBouwen ze setter! $a- tee. De edheedeii zijn rood, d'e vruchten lijken meer op erwten dan op boon en. Teelt gij ze niet, neem dan '-t Volgende Jaar eens een proef; ze groeien tegen stok ken. Teelt gij ze wei dan Weet ge dat ze moeilijk te 'drogen mljtt, want ze groenen 'steeds door. Daarom moet ge in de ie helft van de maanri de wortete uit den 'grond los trekketn, de planten laat ge om 'de stokken zitten; aid us wordt het dro- 'gen bespoedigd, em ook het rijpen, 'Koude sla kan iuu nog gezaaid worden, !maar direct. Leg het raam er dadelijk op, 'en lucht flink ook des naöhis de lucht toe- geiten. Zaai liefst in de hakken waarin de planten blijven staan; als ge wat dicht 'zaait, kunt go een deel der pllanten in an- 'dere bakken overbrengen. Wat ge nu bok nog doen kunt? Wat late andijvie uil!planton. Dh'it worden natuurlijk geen 'zware kroppen meer, maar deze verdra gen het best een lacht uiaohtvorstje. Later kan er een rietmat over ge'egd worden 'en hierop wat droog blad; d'e matten mo gen de planten niet drukken. Wie er een kouden bak heeft, kan de plantten natuur- ki'jk van het veld hierin overbrengen; men eteke ze met een kluilt uit den grond. C. B. Vraag: I. Hoe moet ik een uitgebloei de Hortensia behandelen, om die 't vol gend jaar in bloei te krijgen? IT. Ik heb twee Hortensna's in den tuin staan, die mooi vol opkomen, doch al in geen paar Jaar b'eemen gegeven hebben. Wat zou daar de oorzaak van kunnen zijn? III. Mijn dahlia's hebben elk jaar veel .groen en weinig bloemen. Als i'k in Leiden in 't Plantsoen wandel, zie ik, wanner het de tijd is, juist andersom (kleine planten met veel vloemen). Is daar ook iets aan te Idoen? Antwoord: Deze vraag is helaas eenigen tijd Wijven liigigen. We hopen dat de beantwoording nog van nut kan zijn. I. De uitgebloeide stengel dicht bij deu grond afsnijden. Van de scheuten, die tóch nu gaan ontwikkelen, houdt men er 4of 5 van de sterkste; de overigen worden weggesneden. Plant kan buiten blijven (in pot) tot vorst invalt; dun op een koele plaats neerzetten tot na Januari, dan iels warmer zetten en weer iedere 14 dagen vloeimost toedienen (koemest in water). Ook terwijl de plant buiten staat iedere 14 dagen vloeiimest geven. II. Is niet gemak kelijk te beantwoorden, zonder de pliam- ten te zien. Kan aan de soort liggen en als de stengels 's winters afvriezen krijgt men wel veel stengels, maar doorgaans piet veel bloem. Staan ze wel op een zon nige plaals? II. Hangt ook veel af van de soort, doch als men op tijd de uitgebloeide bloemen verwijdert en als de standplaats goed is (zonnig) en de grond goed (klei achtig) dan bloeien ze meestal nogal re gelmatig. De Meino DaAhlia's door u be doelt behooren tot een ander ras, dat spe^ cïaaï Bestemd is voor perken (Mig-non Dahlia's). Vraag: ïk heb twee Rhododendrons in bakken staan, die in geen drie jaar bloem gegeven hebben. Wat is daar aan te doen? II. Hoe moet men Edelweiss behandelen, om het in 't leven te houden? Antwoord: I. Rhododendrons vra gen een voedzamen veenaohtigen grond. Verpot de planten eens, d w z. doe nieuwe aarde in de bakte in en veel turfmolm en koemest. Een standplaats, die een weinig beschaduwd is, is aan te bevelen, n. Edel weiss heeft graag een voedzamen, porcuzen grond en een tamelijk zonn'ge standplaats. In den winter kan het geen kwaad ze in een bakje of in de kamer te zetten, doch dan vooral niet te veel gieten. Men, kan ze ook nu zaaien. EEN JUBILEERENDE MISSIE CONGREGATIE. (Gezelschap van 't Goddelijk Woord, Steil-Uden). m. Zooals leder Jaar, ging P. Arnold Jans sen ook nog in 1908 naar Sint Gabriël bij Weenen om er zelf zijn geestelijke zonen tot de H. Priesterwijding voor te bereiden. Een hardnekkige verkoudheid, die hem weldra noodzaakte voor eenige weken 't bed te houden, verzwakte zijn gezondheid al meer en meer. Toen hijiia Pinksteren naar Steil was teruggekeerd, ging 't den eersten tijd nog vrij goed, doch met Allerheiligen verergerde zijn toestand zoozeer, dat hem de H.H. Sacramenten werden toegediend. Nog eenmaal trad voor een tijd eenige ver betering ln; zelfs was zijn toestand om streeks Kerstmis weer zoo goed, dat hij de H. Mis kon lezen. Van af den 5en Januari echter dwong hem een nieuwe verlamming 't bed te houdenIn den nacht van 14 op 15 Januari ontsliep hij kalm en rustig ln den Heer. Natuurlijk ontbrak het de volgende dagen niet aan bewijzen van deelneming. Zelfs de H. Vader liet door Kard. Merry del Val aan den Assistent-generaal Pater N. Blum en de geheele Congregatie zijn vaderlijke deelneming betuigen. De Bisschop van Roermond, Mgr. Drehmanns, celebreerde den 22en Jan. de Pontificale Requiem-mis. Aan den lijkstoet namen uit 't missie buis en 't klooster van de Missiezusters meer dan 1000 van zijn geestelijke kinde ren deel. Bovendien waren vele vrienden en vereerders van den overledene gekomen. Deze laats'te tocht van den Stichter, langs de uitgestrekte gebouwen en door de tuinen van zijn Missiehuis, leek een ware triomf tocht. Drie-cn-'dertig jaar geleden was hij daar, arm en onbekend, zijn werk begon nen. God was met hem geweest, met Zijn zegen was een werk tot stand gekomen, dat de stoutste verwachtingen van den Stichter overtrof. Toen Mgr. Drehmanns de groote schaar van priesters, broeders, studenten en missiezusters hun geestelijken Vader naar zijn laatste rustplaats zag begeleiden paste hij getroffen door dit schouwspel hierop de woorden der H., Schrift toe: „Opera enim illorum sequuntur illos: hun ne werken volgen hen." Vatten wij de gezamenlijke indrukken over 't leven en den geest van den Stich ter in 't kort samen, dan staat Pater Ar nold Janssen voor ons als een door-en-door edel karakter als een man, in alles waar en rechtvaardig, getrouw aan zijn plicht en vrij van egoisme: als een waardi ge, heilige priester en kloosterling. Hij heeft alle krachten van verstand, Bart en wil besteed om zijn levenstaak volkomen te vervullen, terwijl hij alleen beoogde, aan den wil Gods getrouw te beantwoorden. Zijn naam is in zijn Congregatie en ook daarbuiten in hooge vereering gebleven. Den laatsten tijd hoort men spreken van de mogelijkheid, dat Pater Janssen nog eens zalig-verklaard zal worden. Om dio gunst van God te verkrijgen, is een gebed voor de leden van zijn Congregatie opgesteld; en het vorig jaar nog is een jonge Broeder van een ziekte genezen na een noveen, ter cere van den Stichter gehouden, yolgens getuigenis van den huisdokter was deze genezing niet natuurlijk te verklaren. Pater Janssen"s opvolger. Tegen het einde van hetzelfde jaar werd een generaal Kapittel gehouden, waarop Pater Nic. Blum tot opvolger van den Stichter werd gekozen. De nieuwe Gene raal had reeds tijdens het leven van Pater Janssen gewichtige functies bekleed. Jaren lang was hij genera al-procurator, en van 1902 tot 1908 bovendien rector van het moederhuis te Steil, na den dood van den Stichter tot aan 't Kapittel had hij als assistent-generaal aan 't hoofd der Con gregatie gestaan. Op 't zelfde Kapittel werd ook de regel, die in 1905 door den H. Stoel was goed gekeurd, herzien en in April van liet vol gend jaar daarvoor de definitieve goedkeu ring verkregen. De eerste jaren van 't be stuur van Pater Blum kenmerkten zich door een regelmatige gestadige, bloeien de ontwikkeling. In deze jaren ook werd een begin gemaakt met de oprichting van een Hollandsche afdecling; doch daarop hopen wij in een volgend artikel uitvoeri ger terug te kómen. Ook in Duitschland ontstonden nog nieuwe huizen: St. Augos- tinus te Hangelar (bisdom Keulen) en St Xaverius te Driburg (bisdom Paderborn), terwijl nog twee andere in Beieren en Oost-Pruisen, in voorbereiding waren. Uit de reeds bestaande huizen voor de lagero studies kwam een van jaar tot jaar stij gend aantal studenten te St. Gabriël in het noviciaat^ In dien tijd werden jaarlijks reeds klassen van 50, 60 of méér prlesfers gewijd, om daarna verdeeld te worden over de vele missiegebieden of buizen ln Euro pa en Noord-Amerika. De Missies ontwikkelden zich goed, voor al Togo en Zuid-Sjantoeng. Behalve de reeds genoemde gebieden, werden aan de Congregatie ook nog toevertrouwd; Mozam bi que, Niigata (Japan), Abra (Philippij- nen), een Indianen-missie in Paraguay, een Neger-missie in Noord-Amerika en de Flor es-missie (KL Soenda-eilanden). De Missie van Mozambique is nooit tot bloei gekomen, door de beperking die de Portugeesche (Vrijmetselaars)-regeering den missionarissen oplegde. Over de Flores- missie later meer. Moeilijkheden gedurende den oorlog. De eerste dagen van de mo bilisatie riepen bonderden bewoners van zijn missie-congregatie onder de wapenen. Van St. Gabriël alleen moesten in het ge heel 400 fraters uit de hoogere studies op komen, waaronder 56, die kort vóór de H. Priesterwijding stonden. In 't geheel wer den gedurende den oorlog 1400 priesters, broeders en studenten uit de verschillende buizen opgeroepen; 200 priesters waren als aalmoezenier werkzaam bij de marine of bij het veldleger. 'n Treffend beeld was het telkens, als voor 't moederhuis groote scharen (jonge broeders en studenten der hoogste klassen) bij 't vertrek naar 't leger op de straat neerknielden óm den zegen van den Supe rior-Generaal te ontvangen. Voor velen Was 't de laatste zegen van hun geliefden Vader.... Spoedig kwamen de eerste doodsberichten te Steil aan. Deze tijdingen waren het grootste oorlogsleed voor Pater Blum. Meer als ooit zag hij in dezen tijd elke post met vrees komen. Onverbiddellijk echter volgden de Jobstijdingen elkaar op, .totdat hot aantal gesneuvelden de 200 had overschreden. Daarbij kwam nog dat een aanzienlijk aantal roepingen voor de Con gregatie verloren ging Bij al deze persoonlijke verliezen kwam ook nog de financieele nood. Vooral het moederhuis geraakte in de moeilijkste om standigheden, op Hollandsche bodem gele gen, had 't als Duitsch missiehuis de meeste relaties met Duitschland. Wel werd door tusschenkomst van den Cen trumsafgevaardigde Erzberger het grens verkeer voor 't missiehuls eenlgszins ver gemakkelijkt, maar toch ondervond men vele moeilijkheden van den kant van on dergeschikte beambten en distributiekanto ren. Het kwam zelfs zoover, dat de druk kerij, die voor hel dagelijksoh brood te zorgen had, meerdere malen stopgezet moest worden, wegens gebrek aan papier en kolen. Zwaar werd bovendien 't Missiehuls getroffen door den val van de mark. Dóór bet waardeverlies der Duitsche inkomsten genoodzaakt, met Hollandsch crediet te werken, nam de schuldenlast onrustbarend toe. Dit was-een van de zwaarste zorgen voor het. bestuur der Congregatie, en nog geruïmen Hjd duurde Bet eer de vooruit zichten beter werden. Nieuwe moeilijkheden ontstonden na j bezetting van 't Rijnland door de Geallieel den. De verbinding met andere buizen j Duitschland en de verspreiding der tiji schriften was slechte mogelijk over h( Noorden van ons land. Pater Generaal Blum zag gedurende die tijd den toestand zoo donker in dat h schreef; „Van af heden tot 15 Januari - sterfdag van onzen Stichter willen w hem aanroepen in onzen nood, dat hij zij Congregatie niet te gronde laat gaai Maar in alles, zooals God wil niet anders dan de wil van God!" F. WAAR IS DE ZIEL? Het was een oude diaime, dtie ietwd moeielijk gaan kom en daarom Dij he wandelen steunde op een stek. Zij ha mrij nooit ife-ts Onaangenaams gezegd noc! gedaan en haar gelaatstrekken waren niet Heelljk, en (toch edhroomdJe mijn kin1 dederhart, wanneer tój een enkele maa ten onzenit kwam. Heit kwam van haar oogen; daar dee< ze zoo akelig mede en ik kon erin tóen dat tój knorrig was e!n Verdriette voora vterdriljitig. Méér venmoökt ik er als kim niet van te zeggen, maar nu zou ik zóó beduiden: in dtie oogen flikkerde 'een uit drukking van door onrust gefolterde hoog moed. En ik begr'eep nidt, wat er was me deee vrouw, totdait ök eindlefliijk van mijnt moeder mocht hooren hare treurige ge flehd edenis. Deze fiijn-pro'tesiantsoho dame was eeni maal een kajtholneke jonge vrouw geweest En maar hoogst enkelen in heel de stad j die zóóvele beeren 'ter Heilige Gommunli gingen alts tój. Maar toen doclbt ze dat ze walt meea was, zoo verhaalde mijne moeder, en 'wou alles vieel beter weten dan de geestelijke! zelf. En toen tój geen gelijk kon krijgen 15 ze kwaad naar de domitaees 'gegaan, en die hebben haar protestentsoh gemaakt, Een geheel bijzondere uitzondering wa* het, dait tój, ail wais heit dan ook slee lib voor zaken/mog bi;j ons kwam, die Room adhe mensöhen waren. En ééns, toen tój er was, hoorde ik hui ten d'e kamer haar luide woorden en l>eij ik binnengegaan, zonder dat iemand e| acht op sloeg. En driftige gebaren ma) kend sprak tój met heeschle stem; Blij ben ik, blij, blij, dat de Heerq toen mijn oogen heeft opengedaan voor ware licihit. Maar, alts ik dood hen, dan zal ik den pastoor oproepen n:|t aim graiP en' dan zal die gelui,gem's moeien geven voot Gods rechterstoel. 1 Mijn goede moeder wendde haar ^getócb af, bteeker nog dam anders. En mijm va* der, als één die gaarne zaken do>ef, maai toch geen splinter "wemisoht af te geveij! BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 259. Het zijn niet altijd de robes met veel garneering en allerlei versierende bij komstigheden die 't mooist zijn. Kijk maar eens naar dit eenvoudig costuum van zwarte crêpe marocain, hoe het aan den uitersten eenvoud en soberheid een voor name elegance paart. Recht tot op de heu pen, vallen over de zijden enkele fraaie plooien, die het een flinke „loop"ruimte geven. Over de borst vindt men een lange pluiting op kleine zwarte knoopjes en ter weerszijden daarvan een smalle ruche van witte crêpe de chine, van welke stof ook het ronde kraagje met afhangende punten gemaakt is. De mouwen hebben -een ge ringe verwijding op de hand. Kousen rose en schoenen zwart. Patroon f 1.85. No. 260. Een lief costuum voor meis jes van 8 tot 12 jaar. Men neme als stof parelgrijze popeline. Het r«.kje heeft rond om breede stolpplooien en het lijfje twee geplisseerde paneelen. De taillelijn is ge markeerd door een band van twee over elkaar vallende strooken met goudbor- dunrsel, terwijl men het kraagje in effen groene stof neemt of van witte crêpe de chine. Kousen grijs-rose, schoenen zwart. Patroon f 1. No. 261. Er zijn voor den herfst nieu we kasha-stoffen met dwarse rand-des- sins. Neem voor dit meisjesjurkje een bruinrose tint effen voor bet bovenge deelte en een strook van bovengenoemde stof met randdessin voor het onderste ge deelte. Men zet de beide stoffen juist op de grens van een der randen aan elkaar. De voorkant heeft links en rechts een stolpplooi, die, voor wat betreft het boven gedeelte, gesloten is, maar daarna naar onderen openhangt. Het kraagje, de das en de boord van het zakje zijn van effen kasha, in kleur gelijk aan een der meest sprekende tinten uit het randdessin. Een bruinrose vilthoedje, beige kousen en zwarte schoenen. Patroon f .1.boven 8 jaar; voor jongeren f0.67*. LINGERIE. Het ondergoed der vrouw kent een groote verscheidenheid. Zeer eenvoudigen -houden zich aan handgebreid goed dat jaren lang den tand des tijds doorstaat. Anderen gebruiken niets anders dan tricot of jaeger, beiden zeer solide en hoogst practisch. Do vrouw echter, die prijs stelt op een elegante kleeding met inachtneming van met de bekoorlijkheid niet in strijd Zijnde eischen der mode, heeft thans ech ter onderkleeding van luchtige kwaliteit, die zich geheel aanpast op de nieuwere Bovenkleeding. Het is thans heel fijne ka toen, batist, crêpe de chine, Japanzijde of toile de sole, die men het meest bezigt, lila is de modetint, doch ook ziet men wit, lalmkleur en rose. .Van de modellen onzer plaats is no. 1 een combina£ion-rok van witte katoen, ge garneerd met gehaakte kant. No. 2. Een combination-broekje van rose toile de soie, gegarneerd met gele filet en een bijpas sende broderie op de borst. No. 3 is een nachthemd van toile de soie rose, even eens met gele kant en a jour randjes. No 4 is van lila crepe de chine met" van voren een geplisseerde strook, a jour rand je en gele kant. No. 5 is weer een com bination-broekje in witte katoen mét gar neering van gehaakte kant. AARDIGE EN GEMAKKELIJKE HANDWERKJES. Van een overgebleven stukje effen of ge werkte tulle of zelfs vitrage kan men een alleraardigst lampekapje maken. Daar wit of crème geen geschikte kleuren daar voor zijn, daar het licht er te hard en te ongetemperd doorheen dringt, moeten wij het kapje eerst verven. Eerst zorgen wij voor een goed vierkant, wat wij omzoomen en waarin wij, precies in het midden een rond gaatje knippen, waardoor het ronde bovengedeelte van het porceleinen kapje, kan. Ook dit openinge tje zoomen wij met een smal zoompje om. Zoo wij niet in het bezit zijn van een pakje verf, koopen wij dit een drogist-zaak. „Ingee-verf" is goed en geeft niet af bij liet wasschen der goederen. Groen, oranje, paars en staal-blauw zijn zeer mooie en geschikte kleuren, hoewel de laatste, om liet verschieten, toch niet zoo is aan te bevelen. Hangt het tulle lampekapje, geverfd en klaar over het wit porceleinen of glazen lampekapje, dan neemt men de vier pun ten te samen en verbind ze door middel van 3 4 4 houten kralen in bijkomende kleur. Heeft men gekleurd stramien in zijn be zit, is het maken van zulk een kapje nog eenvoudiger, daar het verven vervalt. Het moderne gekleurde stramien, wat men te genwoordig voor gordijntjes gebruikt is in groen, bruin, paars en eenige tinten geel to verkrijgen. Wanneer men èn gordijntjes èn lampekapje van hetzelfde heeft, maakt dat een heel prettigen, completen indruk, vooral op een slaapkamertje en, in een Dog-niet-gereed-zijnde-logeerkamer is dit zeer makkelijk aan te brengen. Het opengewerkte stramien leent zich ook uitstekend tot kruissteek-borduursels, waardoor natuurlijk nog origineeler en verrassender effecten verkregen worden. Annie M. M. ONZE VOEDING. De bouw van ons lichaam en de organi satie van onze spijsverteringswerktuigen wijzen er op, dat wij voor de instandhou ding van ons lichaam zoowel plantaardig als dierlijk voedsel noodig hebben. Wel is voeding met een van beiden een tijdlang mogelijk, doch op den duur niet voldoende. Wat de hoeveelheid voedsel betreft, moet die zoodanig zijn, dat na bet gebruik een gevoel van voldaanheid ontstaat, zonder echter te gelijken op overvoldaanheid. Te veel is schadelijker dan te weinig. De voe ding moet zoodanig zijn, dat de stofwisse ling geregeld kan plaats hebben. Den laatsten maaltijd moet men niet la ter nemen dan twee uur vóór het slapen gaan, daar tijdens den slaap de spijsverte ring, bijna geheel rust. Voedsel of drank mogen niet te heet of te koud zijn. Lichaamstemperatuur is het gezondste. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoix des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten op te geven volgens nevenstaande teekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 10