„Be LeiflsÉ Cont"
Tweede Blad
Ziterdag 29 Augustus 1925
Buitenl. Weekoverzicht.
Afdingen ie een van de meest geliefkoos
de bezigheden van Hollandscha huismoe
ders, van Hollandsche huisvaders mis
schien ook wel. En daarom zal het onze le
zers wel geinteresseerd hebben te lezen
hoeveel Caillaux er bij de Engelschen heeft
afgepingeld. Ofschoon de besprekingen ab
soluut geheim waren, kregen wij toch tel
kens bericht, hoever de onderhandelaars
nog uit elkaar waren. Het deed mij den
ken aan een Beiersche mop van een onder
handeling tusschen twee boeren over de
mee te geven bruidschat van de dochter
van den een, die de ander tot vrouw be
geerde. „Hoever staat het al met de huwe
lijksplannen" vroeg een kennis, waarop ge
antwoord werd, dat de partijen al aardig
met elkaar overeenkwamen. „Zij schelen
nog maar een os en een varken". Wat men
niet kan zeggen van de onderhandelingen
over het veiligheidspact. Weliswaar schijnt
de periode der wederzijdsche nota-wisse
ling thans voorbij te zijn, maar dan begin
nen de juridische en diplomatieke kletskou
sen te confereeren en als wij uit ondervin
ding nog niet wisten dat die kletskousen
het een tijd kunnen volhouden, dan zal de
overweging, dat de partijen nog zeer vele
„ossen en varkens" uit elkander liggen, ons
wel overtuigen, dat het einde nog niet in
zicht is.
En wat tenslotte onze oude vrienden be
treft, de Riffs en de Chineezen, deze
gaan nog steeds voort met herriemaken,
doch er zijn teekenen, die op een verande
ring wijzen, een voldoende reden, om ze
deze week weer eens onder het vergrootglas
van het „Overzicht" te nemen.
Het Veiligheidspact. De
jongste Fransche nota, die als een donder
bui reeds lang dreigde, heeft zich eindelijk
ontlast. Zij bleek niet zoo heel veel om het
lijf te hebben en men kan er van zeggen,
wat ook van de vorige nota's gezegd kon
worden: „De deur voor verdere onderhan
delingen wordt opengelaten"/
De nota bepaalt zich tot de bespreking
van drie hoofdpunten. Zij draaien om de
artikelen 19, 10 en 8 vnn het volkenbonds
verdrag en den inhoud der voorgenomen
arbitrageverdragen tusschen Duitschland
en zijn buren.
Art. 19 van het grondverdrag van den
Volkenbond zegt, dat de Volkenbondsver-
padering de Volkenbondsleden uitnoodigen
kan onuitvoerbaar geworden vetdragen en
internationale verhoudingen, welke den
wereldvrede in gevaar brengen, opnieuw
te overwegen.
Wanneer de volkenbondsleden dat wil
len kunnen zij, uitgaande van art. 19, alle
vredesverdragen gaan herzien. Zij kunnen
het echter ook bij „overwegen" laten en
elke herziening afwijzen.
Duitschland nu wenscht zekere herzie
ningen zijner grenzen. Uit politiek oog
punt is het nu alleen de vraag of de ge
allieerden met Stresemann's bedoeling mee
gaan of niet. Op deze .vraag geeft de
Fransche nota" echter geen antwoord.
Briand's woorden komen neer op deze uit-
noodiging: „Kom in den volkenbond en
probeer dan maar eens van art. 19 gebruik
té maken."
Evenmin geeft het uitvoerige antwoord
van Briand eenige aanwijzing, hoe de
Fransche minister denkt over de politieke
wenschen, die Duitschland ten opzichte
van art. 16 en art. 8 -heeft. Art. 8 spreekt
over beperking der internationale bewape
ning in verband met de geografische en
andere factoren. Art. 16 schrijft de mede
werking van het bondslid aan gewapende
volkenbondsacties voor. Duitschland heeft
de volgende wenschen kenbaar gemaakt:
Ik ben ontwapend, jullie zijn bewapend, en
moeten nog ontwapenen. Nu één van twee,
jullie ontwapent ook en dan staan we gelijk
of jullie erkent mijn bijzondere positie en
stelt mij vrij van het meedoen aan volken
bondsacties. Ook hier zegt de nota:
„Kom maar in den volkenbond en dan
zal je verder wel zien, wat er gebeurt."
Uit de nota van Briand is dus nog geen
enkele aanwijzing voor een naderend ver
gelijk.
Maar al komt de nota niet aan Strese
mann's wenschen tegemoet, opgemerkt
moet ook worden, dat geen der Duitsche
wenschen pertinent wordt afgewezen. Alles
blijft dus nog mogelijk. Men gaat nu ver
der mondeling onderhandelen om te zien
of er ern compromis mogelijk is. De vol
kenbondsartikelen zullen daarbij als hin
dernis of als drijfkracht kunnen dienen,
precies naar de betrokken partijen dat wen
schen.
Ook zullen die artikelen voor de partij
kunnen dienen om hun positie te verber
gen. Dat bewijst Briand in zijn laatste
nota, als hij zegt, dat „Frankrijk niet be
voegd is om namens den volkenbond te
spreken." Dit Is formeel volkomen juist.
Maar ieder weet, dat de houding van
Frankrijk en zijn geallieerden tegen
Duitschland in Genève den doorslag geeft.
Duitschland en de geallieerden gaan nu
mondelinge besprekingen houden. In de
eerste plaats schijnt een juridische confe
rentie op het programma te staan. Daarbij
zal vooral het derde punt ter sprake ko
men, nl. de inhoud der garantie- en waar-
borgverdragen. Hierbij valt de aandacht op
deze passage van Briand's nota: „Het
schijnt niet onmogelijk een bepaling te ma
ken, waarbij de waarborgsmaatregelen
wie ook de garant zij en of de waarborg al
■moge slaan op de grenzen of op de arbi
trage aangepast worden aan den aard
van schendingen en aan de omstandighe
den en de mate van dringendheid, waar
door cm onmiddellijk ten uitvoer brengen
der waarborgen noodzakelijk zou kunnen
zijn. Er zou kunnen worden onderzocht of
er geen middelen kunnen worden gevonden
ter verzekering van de onpartijdigheid der
beslissingen zonder de onmiddellijke en
afdoende werking van de waarborgoperatie
zelf te verminderen."
De juristen gaan, waarschijnlijk in Lon
den, kennis nemen van de verschillende
vóór on 1 werpen, die de betrokken partijen
over deze kwesties hebben gemaakt of
zullen maken.
De schuldenkwestie.. Uit het
bovenstaande blijkt reeds, dat*de afgeloo-
pen week werkelijk van groot belang ge
weest is voor de internationale po'rieke
betrekkingen, zooals wij verleden Maan
dag Teeds aankond'gden Doch er is meer.
Ook de kwestie der in tergeallieerde
schulden is een eindje opgeschoten. Cail
laux is uit Londen teruggekeerd wel niet
met een volkomen overeenkomst, zooals hij
zelf toegaf, dan toch met nieuwe voorspel
len, welke hij aan zijn collega's kan voor-
legigen. Ofschoon over de besprekingen
met Churclr'H, den Britschen minister var.
financiën, officieel heel wein'g bekend is,
wordt toch medegedeeld, dat Engeland zijn
eisch van 16 millioen pond sterling heeft
teruggebracht tot 1254 millioen pond en
dat Ca'llaux, die eerst slechts 10 millioen
aanbood, thans met dezen eisch voorloopig
genoegen heeft genomen. Deze 1254 mil
lioen pond sterling zullen in 62 jaren be
taald moeten worden en zullen gedeeltelijk
afhankelijk zijn van de Duitsche betalin
gen aan Frankrijk. Bovendien zou Frank
rijk nog eem^moratorium tot 1930 krij-
gen.
Er is echter een groote „maar" hij. Er
wordt n.l. door Engelland geëischt dat En
geland in verhouding evenveel moet ont
vangen van Frankrijk als Amerika
De Fransche schuld aan Engeland is nu
voorloopig vastgesteld op. een rentevoet
van 2 pCt. Wanneer Frankrijk nu aan
Amerika 354 pOt zou gaan betalen, (wat
Engeland doet bij z-jn Amerika arische
schuld) dan zou de jaarlijksche betaling
'van Frankrijk aan Engeland van 12 54 lot
22 millioen stijgen.
Naar gistermiddag draadloos uit Pat
rijs gemeld werd, heeft de Fransche mi
nisterraad zich met de door Caillaux mee
gebrachte Brits olie voorstellen kunnen
■vereen i gen.
Marokko. Nadat wij langen tijd
vergast zijn geworden op Fransche dreige
menten aan het adres van Abd-el-Krim,
schijnt fhamjï 't groote -offensief toch wer
kelijk begonnen te zijn. De Franschen en
•de Spanjaarden pakken, volgens de be
richten. de Biffs van beide zijden aan.
Voriire Zaterdag is een groot konvooi op
het eiland Alhuoemas, de Spaanache bay's
voor deze krijgsverrichting, geland en zijiT
vliegtuigen begonnen het hoofdkwartier
van Abd-el-Krim te bombardeeren. De Rif
fijnen schijnen zich voorshands tot verde--
dig-'ng te willen bepalen. In het middenvak
van het Fransche front (het gebied der
Tsnels) hebben zij weinig tegenstand gebo
den en zijn naar het gebergte teruggetrok
ken en ook tegen de Spaansche actie ver
zetten zij zich maar zwak. Deze taktiek is
te verklaren uit het besef dat zij tegen de
vijandelijke overmacht in het vdd niet op
kunnen, maar kostbaren tijd kunnen win
nen, als zij defensief blijven en den tegen
stander dwingen in het gebergte te vech
ten. Houden zij het daar uit tot midden
October dan komt hot regenseizoen hun te
•hulp en plaat9t de Franschen eu Span-<
jaarden voor de moeiOijkhe'd om hun troe
pen van het noodige te voorzien.
Ondertusschen wordt in de bladen weer
eens de aandacht gevestigd o™ de Mannes-
ma,nn-concessies in Spaansch-Marokko.
De zes gebroeders Mannesmann hadden ln
het begin vrn deze eeuw het plan opgevat
in Noord-Afrika een koloniaal rijk te
slichten. Reinhard Mannesmann, de oud
ste der broeders, die er in "oslaagd was
ijzer te cementoeren, hetgeen van de groot
ste bpteekenis was voor de fabricage van
pantserataal, zag onmiddellijk, dat ot een
groote toekomst in het Marokkaansche ge
bied schuilde.
Weldra trokken heéle scharen ingenieurs
in opdracht van Mannesmann door Ma
rokko.
Af red Mannesmann ondernam in Ma
rokkaansche kleederdracht tochten naar
de stammen, d'e voordien in onmnn met
de buitenwereld geleefd hadden en slaagde
er spoedig in md deze stammen vriend
schap te sluiten. Modelboerderijen werden
opgericht, vee en schapen gefokt, handels
ondernemingen gesticht en mijnen ontgon
nen Twee der broers zijn gestorven in Ma
rokko.
Van de zee broers zijn er tbans nog twee
in leven, Karei en Alfred.
De concess'os van Mannesmann, welke
in Fransoh Marokko waren gelogen, zijn
door den oorlog verloren gegaan. In
Spaansch Marokko, in het gebied, dat nu
door Abd-el-Krim wordt beheerechü, heb
ben de heide overlevende broeders echter
nog een geweldig bezit, n.l. meer dan 1500
concessies voor lijzer-^ koper-, zink- en
zwavelmjjnen eu voorts landerijen, de
uitgestrekter z'jii dan het gebied van me-
nigen Europeeschen staat. De waarde van
het bezid wordt op omgeveer 250 millioen
goudmark geschait
In den loop dezer week verschenen er in
de pers geruchten over den verkoop dezer
concessies aan een Engelsch-Amerikaausch
concern.
Uct Berlijn komt nu de bevest ging, dat
over den verkoop van mijnen en landerijen
onderhandeld wordt Deze onderhandelin
gen zijn echter nog niet geëindigd. s
Het verwerven van zulke enorme belan
gen in Spaansch Marokko aJs de conces
sies van Mannesmanm zou u'i'teraard ook
van invloed zijn op do politieke verhou
dingen in die streken.
China. In China schijnt de kalme
onverstoorbare pol Wiek van Engeland
succes te hebben.
Karakan, de Russische gezant in China,
Is naar Moskou afgeresd. Hij geeft voor
slechts met verlof te gaan maar waar
schijnlijk zal hij te Pekiing niet terugkee-
ren.
Aldus meldt Reuter uit Peking. Het
schijnt een belangrijk bericht, dat de be
kwaamste der bosjewiotische gezanten op
zoon belangrijk moment zijn post gaat
verlaten. Men zou bijna denken, dat hij
•zijn taak als mislukt beschouwt.
In dit verband trekt zeker het volgend
'bericht uit Peking de aandaoht, dat den
24en Augustus aan de Koln., Ztg. werd
gezonden:
„De Erigelsche diplomatio werkt er reeds
langen tijd aan, de bij China geïnteres
seerde machten in een eenheidsfront te
brengen. Deze poging schijnt te gelukken,
•want de mogendheden hébben zich b;j don
Encelschen eisch aangesloten, dat de
'douaneconferenlie slechts een beperkt ge
bied z>al bestrijken. Aan de een tralie re-
'geering in Peking zal 60 millioen goud
'(dollars?) ponden?) verrchaft worden. Dit
Igeld zal den invloed van de regeering van
•Peking in China versterken. Tegelijk ver-
Krachten de door Engeland aangevoerde
•mogendheden door dit bedrag de Chinoe-
Ische regeering in hun bclangénsfeor te
Krekken, zij moet in den kring togen het
bolsjewisme worden gebracht.
Deze plannen der EngeLsche diplomatie
'schijnen reeds werkelijkheid te worden,
'want een zwenking naar rechts is reeds bij
bet kabinet in Poking merkbaar. Dat hoeft
•echter tot gevolg, dat er een diepe kloof
'komt tusschen regeerimg en openbare moe-
'ning. Waarschijnlijk komt het in den
'herfst tot een strijd tegen het Chineesche
bolsjewisme, welk» middelpunt Hongkong
'en Kanton is."
Uit de laatste berichten uit Hongkong
feou men kunnen opmaken, dat het niet
'meer noodig as, dat de regeering te Peking
•den strijd met Kanton aanbindt. Want er
Kvordt op het oogenlblik al öink gevochten"
'in en rond Kanton.
hrezopfle Msrlerieeting
Geschramd
aan het prikkeldraad 7 Doe er dtretf
wat Akker's Kloosterbalsem op, die zui
vert en geneest snel zonder litteekens.
Heb dus «teeds een pot in huls, want»
Kloosterbalsem
heelt alle wonden
BINNENLAND
De autobus en de Wet.
In eenige bladen lazen wij volgend ar
tikeltje:
„Het probleem van de autobus en het
dageiijksche gevaar op de wegen blijft
aan de orde van den dag. Een goede rege
ling in dezen ia hoogst gewenscht. Het
dient een wettelijke regeling te zijn.
Sinds September 1880 leven w;j onder
een wet betreffende de openbare m'ddeien
van vervoer. Wat een wijzigingen traden
er sindsdien! En in den laatsten tijd is
het de autobus, die zeer groote veranderin
gen heeft gebracht in het vervoer. Ia de
steden wordt de bus een concurrent voor
do trams en op het platteland ziot men het
'groote gevaarte op alle wegen, waar hdt
maar eenigszins gaat, rijden. Gezien de
vele ongelukken en bezwaren, die het nieu
we vervoermiddel meebrengt, was het te
Verwachten, dat men 'n wetswijziging zou
voorbereiden. En zoo is er dan nu ook een
wetsontwerp tot wijziging van do Wet op
de openbare vervoermiddelen.
Dit ontwerp brengt vele aanvullende be
palingen van de oude wet. Om to begin
nen had men vroeger geen speciale ver
gunning noodig voor een openbaar ver
voer. Het was voldoend^ als men kennis
gaf te bevoegder p'aalse van het plan tob
opening van een nieuwen dienst. Deze aan
kondiging in het aangewezen dagblad, aan
Ged. Staten der Provincie en aan andere
autoriteiten van gemeenten en van het
recht, was aan vaste vormen gebonden,
maar bleef overigens de oenige en een ge
makkelijke formaliteit. Ook hij verande
ringen was een nieuwe aankondiging en
kennisgeving voldoende. Voorts waren er
bepalingen en Btrathcpalingen betreffende
schade, door bedoelde vervoermiddelen
Veroorzaakt. Dit alles nu blijft met eenige
"wijziging en verhooging der boelen in het
'nieuwe ontwerp gehandhaafd. Maar daar
bij komen dan bepalingen op de moderne
'vervoermiddelen.
Zoo wordt dan bepaald, dat men geen
autobusd'enst mag beginnen zonder toe-
s'omnrng dus speciale vergunning, van
Gedeputeerde Staten der betrokken pro
vincie. Hierdoor krijgen deze een recht
van contro'e, dat in de gegeven omstandig
heden en voor de veiligheid van het pu
bliek zeer gewenscht ia. Gedeputeerden
kunnen de conoessie we'geren en bij over
tredingen later na eerst verlof gegeven te
hebben de concessie eventueel weer intrek
ken. Op deze wijze kan er een eind komen
kan het misbruik, dat elk met wat geld en
ondernemingszin een autobusdienst kan
beginnen m.'t dikwijls zeer onbetrouwbare
wacens. En er zijn bepal'ngen oncenoinen,
die het moge-Hflc rullen maken ontdufÜSM
gen tegen te gaan. V,
Het vervoor, het geoorloofd aantal perso*
non In bepaalde bussen, wordt ln de nietn
wo bepalingen ook nader geregeld. Het ie
een groot misbruik en gevaar, dat dikwijl»
in een autobus veel meer personen worden
gestopt dan de ruimte toelaat. Daartegen*
over geeft het concessie-artikel aan Ged.
Staten ook de macht in handen om al te
groote concurrentie tegen te gaan. Zij kun
nen het aantal autobussen op een bepaald
traject regelen en wel zoodanig, dat er
voor één of enkele ondernemers een goed
bestaan in blijft zitten. Tegenwoordig
wordt iemand, die met moeite den goeden
dienst organiseerde, vaak ruw achteruit
indrukt door een handig concurrent, die
•wat roeer kapitaal heeft. Deze concurren
ce, Boowel in tarioven ale snelheid, zal in
de toekomst ordelijk geregeld kunnen wor
den Ged Staten krijgen ook het recht,
verordeningen vast te stellen tot aanvul
ling van die, betrefonde de veiligheid der
passagiers.
Zoo kan er door dit ontwerp een eind
komen aan een vrijheid, waarvan on aller
lei wijzen nvsbruik werd gemaakt ten na-
dee'e van hot publiek. Hot autohuswezen
•onder scherpe controle beteekent meer vei
ligheid en minder ongelukken, 'e meer,
waar Gedeputeerden het rocht krijgen om
zich door lxwongdo verkeers- en nu tod es-»
kundigen te lnten inlichten. De nieuwe be
palingen zullen bevorderen, dat alleen ern
stige aanvraeors, do alle gewen sch te
waarborgen willen geven, voorto/n voor
•nieuwe diensten in aanmerking zu'len ko
men, terwijl de overtredingen seherp zul
len worden nagegaan en pw'rnrl."
VOETBAi..
DE NIEUWE BUITENSPELREGEL.
Was wijziging noodig? Meer
doelpunten Gunstige maar nog
meer ongunstigo beoordeelingen
in Engeland. Snelheid inplaats
van hersenen Dc vocrdeelcn
van een „throughpass" en een
open spel Wat moet de ach
terspeler doen?
Dat de buitonspelregel is gewijzigd en
dat die wijziging een groote verandering
belooft to bren- en in het voetbalspel, be
hoeven wij hier niet meer te vertellen. Een
andere vraag is echter of de wijziging van
den buitenspelrogel noodig was en noodig
was vooral voor ons land. Dit laatste nu
meenen wij met de groolsto stelligheid te
moeten ontkennen, omdat de redenen dio
aanleiding waren tot wijziging der bui-
tenspelrcgel in Engeland, voor ons land
niet bestaan, zoodat er dan ook in Hol
land nooit op wijziging is aangedrongen.
De kwestie waarom het in Engeland toch
voornamelijk gaat, is hot feit, dat hot pu
bliek to weinig doelpunten naar zijn zin
ziet maken, als gevolg van het tot het
uiterste geperfectioneerde achterhoede-spel
der Engelsche professionals, en waar de
publieko belangstelling van prof-clubs na
tuurlijk hoofdzaak is, was er wijziging
van den buitenspelregcl noodig om het seo
ren gemakkelijker te maken. Die vraag
naar meer doelpunten nu, beslaat hij ons
in Holland niet en daarenboven is alles
wat goed is voor professional voetbal nog
niet altijd goed voor amateur-voetbal zoo
als wij dat in ons land kennen Wanneer
wij dan ook de zaak bezien, voorloopig los
van de praktische gevolgen dio de nieuwe
buitenspelrogel voor ons Hollandsche voet
bal zal hebben, dan jnooten wij roridult
zeggen, dat wij vooralsnog geen groote
bewonderaars van den nieuwen regel kun
nen zijn en wij worden in onze meening
versterkt door de berichten die uit Schot
land komen, waar de competitie thans
reeds twee weken aan den gang is en waar
de wedstrijden onder den nieuwen buiten-
spelgegel zijn gespeeld. Terloops zij er hier
even op gewezen dat de regels in Engeland
door de z.g. International Board worden
vastgesteld en dat elk land practisch go-
sproken, „verplicht" is om de wijzigingen
in Engeland aangebracht, zonder meer
over te nemen.
Wanneer het intusschen te doen is ge
weest om meer doelpunten, dan heeft de
nieuwe buitenspelregel het gewenschte re
sultaat gehad, al op den eersten dag van
FEUILLETON.
DE FAMILIE HOLLMANN
Naar het Duitsch van E. KRICKEBERG.
f O
(Nadruk verboden.)
10)
Thuis was ze tegenover de meestbetee-
kenende en hooggeplaatste personen nooit
om woorden verlegen geweest. Hier had ze
zich door eigen schuld in een scheeve po
sitie met de familie Hollmann gebracht en
om weer haar evenwicht te vinden, zou ze
tot allerlei concessies bereid moeten zijn.
Maar daartoe had ze voorloopig nog geen
plannen.
Heel langzaam liep ze de trap op, in de
hoop die. ze zich zelf niet bekende
dat men haar roepen zou en vragen bet
middageten in den familiekring te gebrui
ken. Wilde men haar inderdaad ook op
Zondag aan zichzelf overlaten?
Men riep haar niet. Stipt kwam het
meisje bij Eva, dekte de tafel en droeg het
eten opeen echt overvloedig Zondags
diner, juist haar lievelingsgerechten. Maar
ze smaakten haar niet. Het was haar zoo
droef en eenzaam te moede, alsof ze een
heel verlaten schepsel was.
Stond ze niet ook inderdaad heelemaal
alleen op de wereld?
Bezat ze een enkelen waren vriend, een,
'die niet sleohts haar goede dagen, maar,
als het moest, ook haar nood en ontberin
gen vrijwillig met haar gedragen zou heb
ben? Geen eenl Menscben, die haar
yertroetelden, omdat ze met haar wilden
pronken of hun eigen leven zoo ongestoord
mogelijk genieten, anderen die haar vlei
den of mooi deden, om haar achteraf te
benijden of zelfzuchtige bedoelingen na te
jagen, dat waren haar vrienden. O ja,
glans en schittering had ze genoeg beze
ten, maar vriendschap en liefde niet.
Het was een wonder en getuigde voor
den goeden ondergrond van haar karak
ter, dat ze, ondanks haar opvoeding en
levenswijze, zooveel eerlijkheid bewaard
had, om zich zelf, nu 't eenmaal tot haar
doorgedrongen was, dat allemaal te beken
nen onder er doekjes om te winden. Een
bitter gevoel kwa min haar op en propte in
haar keel. Heroieke eigenschappen had
den bij haar opvoeding niet in haar ge
kweekt kunnen worden, daarom vprzette
ze zich niet tegen de tranen. Ze schreide
tot ze uitgeput in slaap viel.
Pas na uren werd ze door muziek ge
wekt. Beneden speelde iemand piano. En
hij speelde goed, ja, artistiek. Dan zong
een geschoolde vrouwenstem met een
mooie volle alt een lied van Schubert.
Eva lag stil te luisteren. Waarschijnlijk
hadden de Hollmann's bezoek gekregen.
Toen het meisje de koffie bracht kon ze
zich niet,weerhouden te vragen: „Wie
speelt en zingt daar beneden?"
„Nu, de juffrouw."'
„Welke juffrouw?"
Het meisje zag haar dom verwonderd
aan.
„Wel, onze juffrouw, juffrouw Lena, de
dochter van mevrouw. De juffrouw heeft
haar gisteren toch met de pony zien weg
rijden."
„Zoo ja jal" zeide Eva werktui
gelijk en bleef nadat het meisje weg was,
nog een poos star zitten en kon het ge
hoorde niet vatten.
De mooie meid was dus de dochter des
huizes? Groote hemell En hoe had ze zich
tegenover haar gedragen, hoe min, ver
waand en geringschattend. Maar hoe had
ze er ook achter kunnen komen, dat 't de
dochter van mevrouw Hollmann was?
Verrichtte ze geen moidenwerk. hielp ze
den koejongen niet het vee in bedwang
houden, voerde ze niet eigenhandig het
jongvee, bezorgde ze de zuivelbereiding
niet, schilde ze geen aardappelen, kookte
ze niet? Walter Hollmann bemoeide zich
ook met het werk, maar hij bepaalde er
zich toe, zooals het een heer toekomt, tot
een oppertoezicht. De Hollmann's waren
zeer rijk. De schoenmaker, bij wien Eva
den vorigen dag geweest was. had ge
vraagd: „U woont bij de rijke Hollmann's?
Moest de dochter van een rijke vrouw
dergelijk grof werk doen?
Maar wat ging het haar aan, waarmee
de Hollmann's hun tijd doorbrachten!
Haar zaak was alleen, do dochter des hui
zes, waarin ze een gastvrij onderkomen
gevonden had, de haar toekomende ach
ting te doen geworden. en dat had ze
smadelijk verzuimd. Zou menige vrouw in
de plaats van mevrouw Hollmann zoo'n
gast niet allang niet den neus op den wind
gezet hebben?
Dan zocht ze zich voor zichzelf weer
schoon te wasschen: Waarom had me
vrouw haar niet, zooals het hoort, haar
dochter voorgesteld? Waarom? Omdat
haar korte onhoffelijke weigering in de fa
milie Hollmann te verschijnen, slechts die
eene uitlegging toeliet, dat ze geen ge
meenschap met haar wenschte te hebben.
Onder haar pijnlijk gepieker klonk een
klop op de deur. Het meisje kwam. „Me
vrouw Hollmann liet vragen of juffrouw
Gerhardt wilde gaan rijden. Het rijtuig
stond haar lerbeschikking, paarden en
koetsier hadden nu tijd.
Hoe graag had ze dat willen aannemen,
maar moest ze nog meer vurige kolen op
haar hoofd laten verzamelen.
„Ik dank mevrouw Hollmann hartelijk,
maar ben jammer genoeg niet wel genoeg
om te gaan rijden", zeide ze. Zij voelde
zich beschaamd, terneergedrukt en verle
gen voor zichzelf.
En dan kwam weer de bittere gedachte:
Zij bieden je het rijtuig aan, maar je kunt
alleen rijden. Zij gaan ver van je afstaan,
wenschen je gezelschap heelemaal niet. En
dat ze het welverdiend had. maakte de
zaak voor haar niet gemakkelijker.
Voor het eerst in haar leven kwam Eva
er toe, eerlijk over zichzelf na te denken.
Tot nu toe had ze er noch tijd, noch aan
leiding toe gehad. Haar hoofd was gevuld
geweest met haar artistieke inspiraties en
successen, en haar vleiers hadden er voor
gezorgd, dat ze zichzelf ongezion voor een
uitzondering in alle opzichten, ook met be
trekking tot karakter en opvoeding, hield.
Hier moest ze reeds na korten tijd inzien,
dat ze toch verschillende echt onaange
name eigenschappen bezat, die men buiten
haar kringen niet van plan was te ontzien
en met haar genialiteit te verontschuldi
gen.
Dp ontgoocheling, die ze aan zichzelf be
leefde, daarbij het gevoel van verlaten
heid, het zich kwellen en piekeren, bezorg
de haar hoofdpijn. Ook de zenuwpijnen in
haar ledematen kwamen weer op. Ze voel
de zich stervensmat, veel te ellendig om op
te staan.
In de donkergemaakto kamer lag ze op
de sofa met gesloten oogen, een koelen om
slag om het voorhoofd en ze kreeg eed
schok, wanneer beneden een fortissimo ge*
speeld of een nieuw lied werd aangeheven.
En men hield niet spoedig met musiceereH
op, men moest zich schadeloos stellen voor
de zes zware werkdagen, waarop men zich'
geestelijk genot ontzeggen moest. Ook
ciuatremains worden gespeeld en duetten
gezongen door een mannen- en oen vrou*
wenstem. Tn de pauzen klonk nu en dan
een hartelijk lachen op. Men amuseerde
zich goed, heneden.
Ze was niet in staat iets te gobruiken en
zond haar avondeten weer terug.
Onmiddellijk daarop kwam mevrouw
Hollmann zelfs bij haar heel verschrikt en
vol moederlijke zorg.
„Arme juffrouw Gerhart, het doet mij
hartelijk leed, dat wo u in uw smarten
zonder het te vermoeden, nog met zang en
muziek hebben gekweld. Kom ik breng u
naar bed en het meisje moet vannacht
in de kamer hiernaast slapen."
„Neen neen!" verzette Eva zich mat,
met haar tranen kampend.
„Laat dan tenminste uw deur ongeslo*
ten, dan kan ik vannacht eens naar u ko*
men kijken".
„O neen! Dat moet u niet doen.Ik
dank u zoo zeer!" Zij greep naar de hand
van mevrouw Hollmann en drukto ze. „U
bent zoo goed en omzichtig voor me, en ik
bereid u slechts last en ergernis".
(Wordt vervolgd).