„Be LeiflsÉ Cont" Tweede Blad Ziterdag 29 Augustus 1925 Buitenl. Weekoverzicht. Afdingen ie een van de meest geliefkoos de bezigheden van Hollandscha huismoe ders, van Hollandsche huisvaders mis schien ook wel. En daarom zal het onze le zers wel geinteresseerd hebben te lezen hoeveel Caillaux er bij de Engelschen heeft afgepingeld. Ofschoon de besprekingen ab soluut geheim waren, kregen wij toch tel kens bericht, hoever de onderhandelaars nog uit elkaar waren. Het deed mij den ken aan een Beiersche mop van een onder handeling tusschen twee boeren over de mee te geven bruidschat van de dochter van den een, die de ander tot vrouw be geerde. „Hoever staat het al met de huwe lijksplannen" vroeg een kennis, waarop ge antwoord werd, dat de partijen al aardig met elkaar overeenkwamen. „Zij schelen nog maar een os en een varken". Wat men niet kan zeggen van de onderhandelingen over het veiligheidspact. Weliswaar schijnt de periode der wederzijdsche nota-wisse ling thans voorbij te zijn, maar dan begin nen de juridische en diplomatieke kletskou sen te confereeren en als wij uit ondervin ding nog niet wisten dat die kletskousen het een tijd kunnen volhouden, dan zal de overweging, dat de partijen nog zeer vele „ossen en varkens" uit elkander liggen, ons wel overtuigen, dat het einde nog niet in zicht is. En wat tenslotte onze oude vrienden be treft, de Riffs en de Chineezen, deze gaan nog steeds voort met herriemaken, doch er zijn teekenen, die op een verande ring wijzen, een voldoende reden, om ze deze week weer eens onder het vergrootglas van het „Overzicht" te nemen. Het Veiligheidspact. De jongste Fransche nota, die als een donder bui reeds lang dreigde, heeft zich eindelijk ontlast. Zij bleek niet zoo heel veel om het lijf te hebben en men kan er van zeggen, wat ook van de vorige nota's gezegd kon worden: „De deur voor verdere onderhan delingen wordt opengelaten"/ De nota bepaalt zich tot de bespreking van drie hoofdpunten. Zij draaien om de artikelen 19, 10 en 8 vnn het volkenbonds verdrag en den inhoud der voorgenomen arbitrageverdragen tusschen Duitschland en zijn buren. Art. 19 van het grondverdrag van den Volkenbond zegt, dat de Volkenbondsver- padering de Volkenbondsleden uitnoodigen kan onuitvoerbaar geworden vetdragen en internationale verhoudingen, welke den wereldvrede in gevaar brengen, opnieuw te overwegen. Wanneer de volkenbondsleden dat wil len kunnen zij, uitgaande van art. 19, alle vredesverdragen gaan herzien. Zij kunnen het echter ook bij „overwegen" laten en elke herziening afwijzen. Duitschland nu wenscht zekere herzie ningen zijner grenzen. Uit politiek oog punt is het nu alleen de vraag of de ge allieerden met Stresemann's bedoeling mee gaan of niet. Op deze .vraag geeft de Fransche nota" echter geen antwoord. Briand's woorden komen neer op deze uit- noodiging: „Kom in den volkenbond en probeer dan maar eens van art. 19 gebruik té maken." Evenmin geeft het uitvoerige antwoord van Briand eenige aanwijzing, hoe de Fransche minister denkt over de politieke wenschen, die Duitschland ten opzichte van art. 16 en art. 8 -heeft. Art. 8 spreekt over beperking der internationale bewape ning in verband met de geografische en andere factoren. Art. 16 schrijft de mede werking van het bondslid aan gewapende volkenbondsacties voor. Duitschland heeft de volgende wenschen kenbaar gemaakt: Ik ben ontwapend, jullie zijn bewapend, en moeten nog ontwapenen. Nu één van twee, jullie ontwapent ook en dan staan we gelijk of jullie erkent mijn bijzondere positie en stelt mij vrij van het meedoen aan volken bondsacties. Ook hier zegt de nota: „Kom maar in den volkenbond en dan zal je verder wel zien, wat er gebeurt." Uit de nota van Briand is dus nog geen enkele aanwijzing voor een naderend ver gelijk. Maar al komt de nota niet aan Strese mann's wenschen tegemoet, opgemerkt moet ook worden, dat geen der Duitsche wenschen pertinent wordt afgewezen. Alles blijft dus nog mogelijk. Men gaat nu ver der mondeling onderhandelen om te zien of er ern compromis mogelijk is. De vol kenbondsartikelen zullen daarbij als hin dernis of als drijfkracht kunnen dienen, precies naar de betrokken partijen dat wen schen. Ook zullen die artikelen voor de partij kunnen dienen om hun positie te verber gen. Dat bewijst Briand in zijn laatste nota, als hij zegt, dat „Frankrijk niet be voegd is om namens den volkenbond te spreken." Dit Is formeel volkomen juist. Maar ieder weet, dat de houding van Frankrijk en zijn geallieerden tegen Duitschland in Genève den doorslag geeft. Duitschland en de geallieerden gaan nu mondelinge besprekingen houden. In de eerste plaats schijnt een juridische confe rentie op het programma te staan. Daarbij zal vooral het derde punt ter sprake ko men, nl. de inhoud der garantie- en waar- borgverdragen. Hierbij valt de aandacht op deze passage van Briand's nota: „Het schijnt niet onmogelijk een bepaling te ma ken, waarbij de waarborgsmaatregelen wie ook de garant zij en of de waarborg al ■moge slaan op de grenzen of op de arbi trage aangepast worden aan den aard van schendingen en aan de omstandighe den en de mate van dringendheid, waar door cm onmiddellijk ten uitvoer brengen der waarborgen noodzakelijk zou kunnen zijn. Er zou kunnen worden onderzocht of er geen middelen kunnen worden gevonden ter verzekering van de onpartijdigheid der beslissingen zonder de onmiddellijke en afdoende werking van de waarborgoperatie zelf te verminderen." De juristen gaan, waarschijnlijk in Lon den, kennis nemen van de verschillende vóór on 1 werpen, die de betrokken partijen over deze kwesties hebben gemaakt of zullen maken. De schuldenkwestie.. Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat*de afgeloo- pen week werkelijk van groot belang ge weest is voor de internationale po'rieke betrekkingen, zooals wij verleden Maan dag Teeds aankond'gden Doch er is meer. Ook de kwestie der in tergeallieerde schulden is een eindje opgeschoten. Cail laux is uit Londen teruggekeerd wel niet met een volkomen overeenkomst, zooals hij zelf toegaf, dan toch met nieuwe voorspel len, welke hij aan zijn collega's kan voor- legigen. Ofschoon over de besprekingen met Churclr'H, den Britschen minister var. financiën, officieel heel wein'g bekend is, wordt toch medegedeeld, dat Engeland zijn eisch van 16 millioen pond sterling heeft teruggebracht tot 1254 millioen pond en dat Ca'llaux, die eerst slechts 10 millioen aanbood, thans met dezen eisch voorloopig genoegen heeft genomen. Deze 1254 mil lioen pond sterling zullen in 62 jaren be taald moeten worden en zullen gedeeltelijk afhankelijk zijn van de Duitsche betalin gen aan Frankrijk. Bovendien zou Frank rijk nog eem^moratorium tot 1930 krij- gen. Er is echter een groote „maar" hij. Er wordt n.l. door Engelland geëischt dat En geland in verhouding evenveel moet ont vangen van Frankrijk als Amerika De Fransche schuld aan Engeland is nu voorloopig vastgesteld op. een rentevoet van 2 pCt. Wanneer Frankrijk nu aan Amerika 354 pOt zou gaan betalen, (wat Engeland doet bij z-jn Amerika arische schuld) dan zou de jaarlijksche betaling 'van Frankrijk aan Engeland van 12 54 lot 22 millioen stijgen. Naar gistermiddag draadloos uit Pat rijs gemeld werd, heeft de Fransche mi nisterraad zich met de door Caillaux mee gebrachte Brits olie voorstellen kunnen ■vereen i gen. Marokko. Nadat wij langen tijd vergast zijn geworden op Fransche dreige menten aan het adres van Abd-el-Krim, schijnt fhamjï 't groote -offensief toch wer kelijk begonnen te zijn. De Franschen en •de Spanjaarden pakken, volgens de be richten. de Biffs van beide zijden aan. Voriire Zaterdag is een groot konvooi op het eiland Alhuoemas, de Spaanache bay's voor deze krijgsverrichting, geland en zijiT vliegtuigen begonnen het hoofdkwartier van Abd-el-Krim te bombardeeren. De Rif fijnen schijnen zich voorshands tot verde-- dig-'ng te willen bepalen. In het middenvak van het Fransche front (het gebied der Tsnels) hebben zij weinig tegenstand gebo den en zijn naar het gebergte teruggetrok ken en ook tegen de Spaansche actie ver zetten zij zich maar zwak. Deze taktiek is te verklaren uit het besef dat zij tegen de vijandelijke overmacht in het vdd niet op kunnen, maar kostbaren tijd kunnen win nen, als zij defensief blijven en den tegen stander dwingen in het gebergte te vech ten. Houden zij het daar uit tot midden October dan komt hot regenseizoen hun te •hulp en plaat9t de Franschen eu Span-< jaarden voor de moeiOijkhe'd om hun troe pen van het noodige te voorzien. Ondertusschen wordt in de bladen weer eens de aandacht gevestigd o™ de Mannes- ma,nn-concessies in Spaansch-Marokko. De zes gebroeders Mannesmann hadden ln het begin vrn deze eeuw het plan opgevat in Noord-Afrika een koloniaal rijk te slichten. Reinhard Mannesmann, de oud ste der broeders, die er in "oslaagd was ijzer te cementoeren, hetgeen van de groot ste bpteekenis was voor de fabricage van pantserataal, zag onmiddellijk, dat ot een groote toekomst in het Marokkaansche ge bied schuilde. Weldra trokken heéle scharen ingenieurs in opdracht van Mannesmann door Ma rokko. Af red Mannesmann ondernam in Ma rokkaansche kleederdracht tochten naar de stammen, d'e voordien in onmnn met de buitenwereld geleefd hadden en slaagde er spoedig in md deze stammen vriend schap te sluiten. Modelboerderijen werden opgericht, vee en schapen gefokt, handels ondernemingen gesticht en mijnen ontgon nen Twee der broers zijn gestorven in Ma rokko. Van de zee broers zijn er tbans nog twee in leven, Karei en Alfred. De concess'os van Mannesmann, welke in Fransoh Marokko waren gelogen, zijn door den oorlog verloren gegaan. In Spaansch Marokko, in het gebied, dat nu door Abd-el-Krim wordt beheerechü, heb ben de heide overlevende broeders echter nog een geweldig bezit, n.l. meer dan 1500 concessies voor lijzer-^ koper-, zink- en zwavelmjjnen eu voorts landerijen, de uitgestrekter z'jii dan het gebied van me- nigen Europeeschen staat. De waarde van het bezid wordt op omgeveer 250 millioen goudmark geschait In den loop dezer week verschenen er in de pers geruchten over den verkoop dezer concessies aan een Engelsch-Amerikaausch concern. Uct Berlijn komt nu de bevest ging, dat over den verkoop van mijnen en landerijen onderhandeld wordt Deze onderhandelin gen zijn echter nog niet geëindigd. s Het verwerven van zulke enorme belan gen in Spaansch Marokko aJs de conces sies van Mannesmanm zou u'i'teraard ook van invloed zijn op do politieke verhou dingen in die streken. China. In China schijnt de kalme onverstoorbare pol Wiek van Engeland succes te hebben. Karakan, de Russische gezant in China, Is naar Moskou afgeresd. Hij geeft voor slechts met verlof te gaan maar waar schijnlijk zal hij te Pekiing niet terugkee- ren. Aldus meldt Reuter uit Peking. Het schijnt een belangrijk bericht, dat de be kwaamste der bosjewiotische gezanten op zoon belangrijk moment zijn post gaat verlaten. Men zou bijna denken, dat hij •zijn taak als mislukt beschouwt. In dit verband trekt zeker het volgend 'bericht uit Peking de aandaoht, dat den 24en Augustus aan de Koln., Ztg. werd gezonden: „De Erigelsche diplomatio werkt er reeds langen tijd aan, de bij China geïnteres seerde machten in een eenheidsfront te brengen. Deze poging schijnt te gelukken, •want de mogendheden hébben zich b;j don Encelschen eisch aangesloten, dat de 'douaneconferenlie slechts een beperkt ge bied z>al bestrijken. Aan de een tralie re- 'geering in Peking zal 60 millioen goud '(dollars?) ponden?) verrchaft worden. Dit Igeld zal den invloed van de regeering van •Peking in China versterken. Tegelijk ver- Krachten de door Engeland aangevoerde •mogendheden door dit bedrag de Chinoe- Ische regeering in hun bclangénsfeor te Krekken, zij moet in den kring togen het bolsjewisme worden gebracht. Deze plannen der EngeLsche diplomatie 'schijnen reeds werkelijkheid te worden, 'want een zwenking naar rechts is reeds bij bet kabinet in Poking merkbaar. Dat hoeft •echter tot gevolg, dat er een diepe kloof 'komt tusschen regeerimg en openbare moe- 'ning. Waarschijnlijk komt het in den 'herfst tot een strijd tegen het Chineesche bolsjewisme, welk» middelpunt Hongkong 'en Kanton is." Uit de laatste berichten uit Hongkong feou men kunnen opmaken, dat het niet 'meer noodig as, dat de regeering te Peking •den strijd met Kanton aanbindt. Want er Kvordt op het oogenlblik al öink gevochten" 'in en rond Kanton. hrezopfle Msrlerieeting Geschramd aan het prikkeldraad 7 Doe er dtretf wat Akker's Kloosterbalsem op, die zui vert en geneest snel zonder litteekens. Heb dus «teeds een pot in huls, want» Kloosterbalsem heelt alle wonden BINNENLAND De autobus en de Wet. In eenige bladen lazen wij volgend ar tikeltje: „Het probleem van de autobus en het dageiijksche gevaar op de wegen blijft aan de orde van den dag. Een goede rege ling in dezen ia hoogst gewenscht. Het dient een wettelijke regeling te zijn. Sinds September 1880 leven w;j onder een wet betreffende de openbare m'ddeien van vervoer. Wat een wijzigingen traden er sindsdien! En in den laatsten tijd is het de autobus, die zeer groote veranderin gen heeft gebracht in het vervoer. Ia de steden wordt de bus een concurrent voor do trams en op het platteland ziot men het 'groote gevaarte op alle wegen, waar hdt maar eenigszins gaat, rijden. Gezien de vele ongelukken en bezwaren, die het nieu we vervoermiddel meebrengt, was het te Verwachten, dat men 'n wetswijziging zou voorbereiden. En zoo is er dan nu ook een wetsontwerp tot wijziging van do Wet op de openbare vervoermiddelen. Dit ontwerp brengt vele aanvullende be palingen van de oude wet. Om to begin nen had men vroeger geen speciale ver gunning noodig voor een openbaar ver voer. Het was voldoend^ als men kennis gaf te bevoegder p'aalse van het plan tob opening van een nieuwen dienst. Deze aan kondiging in het aangewezen dagblad, aan Ged. Staten der Provincie en aan andere autoriteiten van gemeenten en van het recht, was aan vaste vormen gebonden, maar bleef overigens de oenige en een ge makkelijke formaliteit. Ook hij verande ringen was een nieuwe aankondiging en kennisgeving voldoende. Voorts waren er bepalingen en Btrathcpalingen betreffende schade, door bedoelde vervoermiddelen Veroorzaakt. Dit alles nu blijft met eenige "wijziging en verhooging der boelen in het 'nieuwe ontwerp gehandhaafd. Maar daar bij komen dan bepalingen op de moderne 'vervoermiddelen. Zoo wordt dan bepaald, dat men geen autobusd'enst mag beginnen zonder toe- s'omnrng dus speciale vergunning, van Gedeputeerde Staten der betrokken pro vincie. Hierdoor krijgen deze een recht van contro'e, dat in de gegeven omstandig heden en voor de veiligheid van het pu bliek zeer gewenscht ia. Gedeputeerden kunnen de conoessie we'geren en bij over tredingen later na eerst verlof gegeven te hebben de concessie eventueel weer intrek ken. Op deze wijze kan er een eind komen kan het misbruik, dat elk met wat geld en ondernemingszin een autobusdienst kan beginnen m.'t dikwijls zeer onbetrouwbare wacens. En er zijn bepal'ngen oncenoinen, die het moge-Hflc rullen maken ontdufÜSM gen tegen te gaan. V, Het vervoor, het geoorloofd aantal perso* non In bepaalde bussen, wordt ln de nietn wo bepalingen ook nader geregeld. Het ie een groot misbruik en gevaar, dat dikwijl» in een autobus veel meer personen worden gestopt dan de ruimte toelaat. Daartegen* over geeft het concessie-artikel aan Ged. Staten ook de macht in handen om al te groote concurrentie tegen te gaan. Zij kun nen het aantal autobussen op een bepaald traject regelen en wel zoodanig, dat er voor één of enkele ondernemers een goed bestaan in blijft zitten. Tegenwoordig wordt iemand, die met moeite den goeden dienst organiseerde, vaak ruw achteruit indrukt door een handig concurrent, die •wat roeer kapitaal heeft. Deze concurren ce, Boowel in tarioven ale snelheid, zal in de toekomst ordelijk geregeld kunnen wor den Ged Staten krijgen ook het recht, verordeningen vast te stellen tot aanvul ling van die, betrefonde de veiligheid der passagiers. Zoo kan er door dit ontwerp een eind komen aan een vrijheid, waarvan on aller lei wijzen nvsbruik werd gemaakt ten na- dee'e van hot publiek. Hot autohuswezen •onder scherpe controle beteekent meer vei ligheid en minder ongelukken, 'e meer, waar Gedeputeerden het rocht krijgen om zich door lxwongdo verkeers- en nu tod es-» kundigen te lnten inlichten. De nieuwe be palingen zullen bevorderen, dat alleen ern stige aanvraeors, do alle gewen sch te waarborgen willen geven, voorto/n voor •nieuwe diensten in aanmerking zu'len ko men, terwijl de overtredingen seherp zul len worden nagegaan en pw'rnrl." VOETBAi.. DE NIEUWE BUITENSPELREGEL. Was wijziging noodig? Meer doelpunten Gunstige maar nog meer ongunstigo beoordeelingen in Engeland. Snelheid inplaats van hersenen Dc vocrdeelcn van een „throughpass" en een open spel Wat moet de ach terspeler doen? Dat de buitonspelregel is gewijzigd en dat die wijziging een groote verandering belooft to bren- en in het voetbalspel, be hoeven wij hier niet meer te vertellen. Een andere vraag is echter of de wijziging van den buitenspelrogel noodig was en noodig was vooral voor ons land. Dit laatste nu meenen wij met de groolsto stelligheid te moeten ontkennen, omdat de redenen dio aanleiding waren tot wijziging der bui- tenspelrcgel in Engeland, voor ons land niet bestaan, zoodat er dan ook in Hol land nooit op wijziging is aangedrongen. De kwestie waarom het in Engeland toch voornamelijk gaat, is hot feit, dat hot pu bliek to weinig doelpunten naar zijn zin ziet maken, als gevolg van het tot het uiterste geperfectioneerde achterhoede-spel der Engelsche professionals, en waar de publieko belangstelling van prof-clubs na tuurlijk hoofdzaak is, was er wijziging van den buitenspelregcl noodig om het seo ren gemakkelijker te maken. Die vraag naar meer doelpunten nu, beslaat hij ons in Holland niet en daarenboven is alles wat goed is voor professional voetbal nog niet altijd goed voor amateur-voetbal zoo als wij dat in ons land kennen Wanneer wij dan ook de zaak bezien, voorloopig los van de praktische gevolgen dio de nieuwe buitenspelrogel voor ons Hollandsche voet bal zal hebben, dan jnooten wij roridult zeggen, dat wij vooralsnog geen groote bewonderaars van den nieuwen regel kun nen zijn en wij worden in onze meening versterkt door de berichten die uit Schot land komen, waar de competitie thans reeds twee weken aan den gang is en waar de wedstrijden onder den nieuwen buiten- spelgegel zijn gespeeld. Terloops zij er hier even op gewezen dat de regels in Engeland door de z.g. International Board worden vastgesteld en dat elk land practisch go- sproken, „verplicht" is om de wijzigingen in Engeland aangebracht, zonder meer over te nemen. Wanneer het intusschen te doen is ge weest om meer doelpunten, dan heeft de nieuwe buitenspelregel het gewenschte re sultaat gehad, al op den eersten dag van FEUILLETON. DE FAMILIE HOLLMANN Naar het Duitsch van E. KRICKEBERG. f O (Nadruk verboden.) 10) Thuis was ze tegenover de meestbetee- kenende en hooggeplaatste personen nooit om woorden verlegen geweest. Hier had ze zich door eigen schuld in een scheeve po sitie met de familie Hollmann gebracht en om weer haar evenwicht te vinden, zou ze tot allerlei concessies bereid moeten zijn. Maar daartoe had ze voorloopig nog geen plannen. Heel langzaam liep ze de trap op, in de hoop die. ze zich zelf niet bekende dat men haar roepen zou en vragen bet middageten in den familiekring te gebrui ken. Wilde men haar inderdaad ook op Zondag aan zichzelf overlaten? Men riep haar niet. Stipt kwam het meisje bij Eva, dekte de tafel en droeg het eten opeen echt overvloedig Zondags diner, juist haar lievelingsgerechten. Maar ze smaakten haar niet. Het was haar zoo droef en eenzaam te moede, alsof ze een heel verlaten schepsel was. Stond ze niet ook inderdaad heelemaal alleen op de wereld? Bezat ze een enkelen waren vriend, een, 'die niet sleohts haar goede dagen, maar, als het moest, ook haar nood en ontberin gen vrijwillig met haar gedragen zou heb ben? Geen eenl Menscben, die haar yertroetelden, omdat ze met haar wilden pronken of hun eigen leven zoo ongestoord mogelijk genieten, anderen die haar vlei den of mooi deden, om haar achteraf te benijden of zelfzuchtige bedoelingen na te jagen, dat waren haar vrienden. O ja, glans en schittering had ze genoeg beze ten, maar vriendschap en liefde niet. Het was een wonder en getuigde voor den goeden ondergrond van haar karak ter, dat ze, ondanks haar opvoeding en levenswijze, zooveel eerlijkheid bewaard had, om zich zelf, nu 't eenmaal tot haar doorgedrongen was, dat allemaal te beken nen onder er doekjes om te winden. Een bitter gevoel kwa min haar op en propte in haar keel. Heroieke eigenschappen had den bij haar opvoeding niet in haar ge kweekt kunnen worden, daarom vprzette ze zich niet tegen de tranen. Ze schreide tot ze uitgeput in slaap viel. Pas na uren werd ze door muziek ge wekt. Beneden speelde iemand piano. En hij speelde goed, ja, artistiek. Dan zong een geschoolde vrouwenstem met een mooie volle alt een lied van Schubert. Eva lag stil te luisteren. Waarschijnlijk hadden de Hollmann's bezoek gekregen. Toen het meisje de koffie bracht kon ze zich niet,weerhouden te vragen: „Wie speelt en zingt daar beneden?" „Nu, de juffrouw."' „Welke juffrouw?" Het meisje zag haar dom verwonderd aan. „Wel, onze juffrouw, juffrouw Lena, de dochter van mevrouw. De juffrouw heeft haar gisteren toch met de pony zien weg rijden." „Zoo ja jal" zeide Eva werktui gelijk en bleef nadat het meisje weg was, nog een poos star zitten en kon het ge hoorde niet vatten. De mooie meid was dus de dochter des huizes? Groote hemell En hoe had ze zich tegenover haar gedragen, hoe min, ver waand en geringschattend. Maar hoe had ze er ook achter kunnen komen, dat 't de dochter van mevrouw Hollmann was? Verrichtte ze geen moidenwerk. hielp ze den koejongen niet het vee in bedwang houden, voerde ze niet eigenhandig het jongvee, bezorgde ze de zuivelbereiding niet, schilde ze geen aardappelen, kookte ze niet? Walter Hollmann bemoeide zich ook met het werk, maar hij bepaalde er zich toe, zooals het een heer toekomt, tot een oppertoezicht. De Hollmann's waren zeer rijk. De schoenmaker, bij wien Eva den vorigen dag geweest was. had ge vraagd: „U woont bij de rijke Hollmann's? Moest de dochter van een rijke vrouw dergelijk grof werk doen? Maar wat ging het haar aan, waarmee de Hollmann's hun tijd doorbrachten! Haar zaak was alleen, do dochter des hui zes, waarin ze een gastvrij onderkomen gevonden had, de haar toekomende ach ting te doen geworden. en dat had ze smadelijk verzuimd. Zou menige vrouw in de plaats van mevrouw Hollmann zoo'n gast niet allang niet den neus op den wind gezet hebben? Dan zocht ze zich voor zichzelf weer schoon te wasschen: Waarom had me vrouw haar niet, zooals het hoort, haar dochter voorgesteld? Waarom? Omdat haar korte onhoffelijke weigering in de fa milie Hollmann te verschijnen, slechts die eene uitlegging toeliet, dat ze geen ge meenschap met haar wenschte te hebben. Onder haar pijnlijk gepieker klonk een klop op de deur. Het meisje kwam. „Me vrouw Hollmann liet vragen of juffrouw Gerhardt wilde gaan rijden. Het rijtuig stond haar lerbeschikking, paarden en koetsier hadden nu tijd. Hoe graag had ze dat willen aannemen, maar moest ze nog meer vurige kolen op haar hoofd laten verzamelen. „Ik dank mevrouw Hollmann hartelijk, maar ben jammer genoeg niet wel genoeg om te gaan rijden", zeide ze. Zij voelde zich beschaamd, terneergedrukt en verle gen voor zichzelf. En dan kwam weer de bittere gedachte: Zij bieden je het rijtuig aan, maar je kunt alleen rijden. Zij gaan ver van je afstaan, wenschen je gezelschap heelemaal niet. En dat ze het welverdiend had. maakte de zaak voor haar niet gemakkelijker. Voor het eerst in haar leven kwam Eva er toe, eerlijk over zichzelf na te denken. Tot nu toe had ze er noch tijd, noch aan leiding toe gehad. Haar hoofd was gevuld geweest met haar artistieke inspiraties en successen, en haar vleiers hadden er voor gezorgd, dat ze zichzelf ongezion voor een uitzondering in alle opzichten, ook met be trekking tot karakter en opvoeding, hield. Hier moest ze reeds na korten tijd inzien, dat ze toch verschillende echt onaange name eigenschappen bezat, die men buiten haar kringen niet van plan was te ontzien en met haar genialiteit te verontschuldi gen. Dp ontgoocheling, die ze aan zichzelf be leefde, daarbij het gevoel van verlaten heid, het zich kwellen en piekeren, bezorg de haar hoofdpijn. Ook de zenuwpijnen in haar ledematen kwamen weer op. Ze voel de zich stervensmat, veel te ellendig om op te staan. In de donkergemaakto kamer lag ze op de sofa met gesloten oogen, een koelen om slag om het voorhoofd en ze kreeg eed schok, wanneer beneden een fortissimo ge* speeld of een nieuw lied werd aangeheven. En men hield niet spoedig met musiceereH op, men moest zich schadeloos stellen voor de zes zware werkdagen, waarop men zich' geestelijk genot ontzeggen moest. Ook ciuatremains worden gespeeld en duetten gezongen door een mannen- en oen vrou* wenstem. Tn de pauzen klonk nu en dan een hartelijk lachen op. Men amuseerde zich goed, heneden. Ze was niet in staat iets te gobruiken en zond haar avondeten weer terug. Onmiddellijk daarop kwam mevrouw Hollmann zelfs bij haar heel verschrikt en vol moederlijke zorg. „Arme juffrouw Gerhart, het doet mij hartelijk leed, dat wo u in uw smarten zonder het te vermoeden, nog met zang en muziek hebben gekweld. Kom ik breng u naar bed en het meisje moet vannacht in de kamer hiernaast slapen." „Neen neen!" verzette Eva zich mat, met haar tranen kampend. „Laat dan tenminste uw deur ongeslo* ten, dan kan ik vannacht eens naar u ko* men kijken". „O neen! Dat moet u niet doen.Ik dank u zoo zeer!" Zij greep naar de hand van mevrouw Hollmann en drukto ze. „U bent zoo goed en omzichtig voor me, en ik bereid u slechts last en ergernis". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9