Tweede Blad Priesterjubilea. Maandag 17 Augustus 1925 GOUDEN PRIESTERFEEST PASTOOR A. DE GROOT TE LANGERAAR Op een wijze, geheel passend bij den aard van het feest, hebben Langeraars pa rochianen Zaterdag j.l. het gouden Pries ter jubiló gevierd van den reeds eenige ja ren in hun middend rustenden herder, den Zeereerw. heer A. de Groot vroeger pas toor te Meye en Zegveld. Reeds Vrijdagavond werden de feeste lijkheden geopend met het inhalen van den Zeereerw. jubilaris in de gemeente en een daarop volgend plechtig Lof. Onder klokgelui werd de eenvoudige grij ze herder te ongeveer kwart over zes in gehaald door een stoet van misdienaars en bruidjes, en door het in vlaggentooi ge brachte dorp geleid naar de kerk, alwaar hij verwelkomd werd door de geestelijk heid der parochie m.n. door pastoor Bon net en kapelaan v. Houten. Vervolgens werd het rijkelijk versierde St. Antoniusgesticht betreden. Daar aangekomen werd de eerw. jubila ris verwelkomd door de eerw. zusters, waarna in de eveneens in feestdosch ge tooide kapel het plechtig openingslof aanving, gecelebreerd door den eerw. feesteling. Ha deze plechtigheid werd pastoor De Groot op zijn eveneens versierde kamer ge- lukgewenscht door de inwoners van het St. Antoniusgesticht, alwaar bij monde van mevrouw Dirkse den jubilaris een ge schenk werd aangeboden, door de ge stichtsbewoners bestaande in een prach tig vloerkleed. Pastoor de Groot, op wien deze harte lijke ontvangst blijkbaar een diepen in druk gemaakt had, bedankte hierna met eenige welgemeende woorden voor het geen hem dezen avond was bereid, waar mede voor dezen dag de plechtigheid be sloten werd. Tegen tien uur beierden de dorpsklok ken Zaterdagmorgen weer haar oproep ter kerke, waar pastoor de Groot een plech tige H. Mi's zou opdragen. Terwijl talloos velen zich vóór den in gang der kerk hadden opgesteld, werd de eerw. jubilaris weer voorafgegaan door een stoet van misdienaars en bruidjes het kerkgebouw binnengeleid naar de sa cristie, waarna te 10 uur de plechtige Hoogmis een aanvang nam. De zeereerw. celebrant werd hierbij ge assisteerd door pastoor Bonnet als dia ken, en kapelaan van Houten hls sub-dia ken; terwijl de weleerw. Pater Smit, mis sionaris der H. Familie, als ceremonia- rius fungeerde. Na het Evangelie hield pastoor Bonnet een fpestpredicatie. Na in breede trekken te hebben uiteen gezet het doel der menschwording van den Goddeliiken Zaligmaker n.l. het mensch dom van zijn zonden te verlossen en het recht op den Hemel te doen herkrijgen, schilderde de eerw. redenaar de taak van den priester als voortzetter van Christus' werk. Christus stelde zijn priesters aan. op dat zij, evenals Hij zelf dat gedaan had, den menschen den weg des heils zouden toonen en hen opleiden naar den Hemel ter eeuwige bestemming. „Gaat en onderwijst". Zij gaan uit met goddelijke wijsheid op de lippen en zoo als eenmaal de menschen tot Christus kwamen, zoo komen zij thans tot den priester. De priester toch is de leeraar en van zijn lippen vernemen wij de wetten van den allerhoogsten God. Na aldus geschetst te hebben de taak van don priester als leeraar en leidsman schilderde de eerw. redenaar achtereen volgens den priester als, offeraar en als uitdecler van Gods genaden. Zooals Christus op de wereld kwam om de zonde uit te delgen en de liefde van den Hemelschen Vader weer te winnen en zelfs den kruisdood daarvoor stierf, zoo is de priester thans nog de offeraar, die in de onbloedige hernieuwing van dat bloedig kruisoffer voor den mensch om vergiffe nis van zonden smeekt. De priester is ook de uitdeeler van Gods genaden, de bemiddelaar tusschen het volk en zijn God en als zoodanig heeft hij degenen, die van den weg naar God zijn af geweken, daarop weer terug te brengen. Deze taak van den priester gaat spr. ver volgens na in de verschillende stadia van bet menschelijk leven vanaf de geboorte van het kind tot aan den dood van den vol wassene. Zich dan richtend tot den eerw. jubilaris Wijst de eerw. redenaar op het vreugde volle feest, dat heden gevierd wordt. Spr. zegt, dat de jubilaris thans na deze uit eenzetting over de taak van den priester, met ware vreugde in het hart zal kunnen zeggen: „Laetatus sura in li is, gune dicta sunt mihi; ik ben verheugd in hetgeen mij vandaag is gezegd." Gij, aldus de gewijde redenaar, behoeft niet te vragen: „Wat zal ik den Heer we dergeven voor al hetgeen Hij mij geschon ken heeft." Immers, gij hebt geleefd een leven van priesterlijke deugd, van priesterlijk lijden, vol ijver en zorg, werkend tot meerdere eer en glorie van God en tot heil en zegen van de parochie, die aan uw zorgen was toevertrouwd. Veertig jaar lang hebt ge opgevolgd de bevelen van uw overheid als kapelaan en daarna als pastoor en thans nog gaat gij bij de zieken en bedroefden om hen te troosten en moed in te sproken en nog eiken dag strekt ge uw handen omhoog om genade en zegen over uw me debewoners van God af te smeeken. En wij, wij smeeken den Almachtigcn God dat Hij u nog vele jaren moge bewa ren tot het verwerven van nieuwe ver diensten voor den hemel, opdat gij het rijk uws Vaders met liet volle loon voor uw priesterlijken arbeid moge ontvangen. Het zangkoor voerde op voortreffelijke wijze de Missa Salve Regina" van J. Stehle uit, terwijl na de plechtigheid even eens keurig werd gezongen de priester-* cantate van pater Haagh. Vermelden wij nog, dat de kerk en vooral het Altaar met een schat van bloe men versierd was, hetgeen mede met de versiering van het gesticht een geschenk was van de parochianen aan den eerw. jubila ris. Van half een tot half twee werd aan de parochianen gelegenheid geboden om pas toor de Groot geluk te komen wcnschen waarna om twee uur de Vespers gezongen werden. Met een plechtig lof werd de plechtig heid 's avonds gesloten. 40-JARIG PRIESTERFEEST PASTOOR P. J. SCHRAVEMADE. Een voor Voorhout ongewone drukte was er aan het station Piet-Gijzenbrug, toen Zaterdagavond te ongeveer 6 uur pastoor Schravemade aankwam. Door burgemees ter Bulten werd een welkomstwoord uit gesproken. Deze sprak ongeveer als volgt: Zeereerw. heer PastoorI Reeds op den vooravond vèn Uw 40- jarig Priester jubiló willen Uw parochia nen U hun groote vreugde toonen. Zij heb ben U een f eestelij ken intocht bereid en zich daarbij laten leiden door twee groo te beweegredenen. Op de allereerste plaats meenden zij deze gelegenheid niet te mogen laten voor bijgaan om hun eerbiedige hulde voor de hoogheid van het Priesterschap, waar mede gij reeds viermaal tien jaren be kleed zijt, openlijk te betuigen om hun diepe erkenning van het hoog geestelijke gezag dat in Uw handen gelegd is opnieuw *e bewijzen. En de andere reden ligt in Uw perso§n, want gij hebt de harten Uwer parochianen gewonnen en zij willen niet verzuimen daarvan thans blijk te geven en bij Uw jubiló U te toonen de groote aan hankelijkheid aan hun Pastour, de warme liefde, die zij U toedragen, de dankbaar heid voor alle geestelijke zorgen, welda den en liefde, die gij Uwen parochianen schenkt. Mijnheer pastoor, nu gij na enkele da gen afwezigheid wederom in ons midden zijt en morgen zoo'n zeldzaam feest viert, roep ik U namens de geheelo parochie het welkom toe. Uw parochianen willen U omringen en U, omstuuwd door Roomsclie organisaties, door de parochie geleiden naar Uw kerk, waarvan gij den luister zoo zeer bemint. Daar in die kerk zullen zij met U bidden. Mijnheer pastoor, wilt wel aanvaarden dat gebod en ook het feestbestoon Uwer parochianen. Zij bieden U dot aan als een pand van hun erkenning van Uw pries terlijke waardigheid, van Uw herderlijk gezag en van de liefde tot hun pastoor. Zijneerw. dankte ontroerd voor deze woorden. De muziek zette daarna het: „Lang zal hij leven" is: de stoet stelde zich in beweging: voorop reed de politie te paard en een heraut gevolgd door veer tig ruiters (allen getooid met de Pause lijke kleuren), het muziekkorps „St. Ce cilia". een tiental gymnasten, eenige rij tuigen en dan het rijtuig met den pastoor, dat omgeven was door een eorewacht van leden der St. Jozefgezeüjnvereeniging. Achter het rijtuig volgden leden' van den R.-K. Volksbond en der Vakvereeniging, met hunne banieren en tot slot twintig versierde rijwielen. Zoo trok men, terwijl de muziek vroo- lijk weerklonk, kerkwaarts, langs een weg waar van elk huis de vlag met pauselijke wimpel wapperde. Voor de kerk aangekomen werd de pas toor door een zeer groot aantal bruidjes zijn kerk binnengeleid onder het dreunen van het orgel. Een kort Lof werd gehou den, waarbij de jubilaris geassisteerd werd door Pater Engelmundus. Het voorplein der kerk was aardig ver sierd met kransen en bogen, vlaggen en bloemen. Het inwendig^ der kerk was zeer kunstzinnig in feeststemming gebracht mot kransen en linten en met luchters van vleeschkleurige gladiolus en donkerroods pompon-dahlia. Het altaar was op een bijzonder gelukkige wijze versierd met witte gladiolus. Vooral de waaier van bloemen boven het Allerheiligste was prachtig. Gistermorgen te 10 uur werd op het Hoogaltaar de plechtige H. Mis opgedra gen door den pastoor Engelmundus als diaken en kapelaan W. F. Bemelman, een zoon der parochie, als sub-diaken. De pas toor werd weer door de bruidjes do kerk binnengeleid. Door het zangkoor werd keurig ui (ge voerd een drie-stemmig Vefll-Creator, van Fr. Eppink en de driestemmige Mis van Perosi. De feestpredioatie werd gehouden door pater Engelmundus., Spreker had tot tekst gekozen de woorden van Christus. „Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Na een hartelijke felicitatie aan den ju bileerenden herder, de gelukkige familie en de feestvierende kudde, loonde de eerw. pater aan hoe pastoor Schravemade in volle waarheid de woorden van den God- delijken Zaligmaker op zichzelf mocht toe passen: „Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Spr. wekte de parochianen op tot dankbaarheid, die de gelnovigen moe ten toonen door steeds volgzame schapen te zijn en te blijven, door te luisteren naar de woorden van den herder, door te blij ven één kudde waarop de pastoor steecis groot mag gaan. Spr. wenschte den pas toor geluk met zijn parochie, die hij door zijn moeiten en zorgen bewaard heeft in dat echte Roomsche Geloof. Laten herder en kudde, aldus spr., trouw in de voet sporen treden van den grooten Goddelijken Herder om eenmaal te samen het eeuwig jubeltij in den Hemel te kunnnen vieren. Na de Mis werd gezongen het „Tantum Ergo" van A. G. M. Schuurman O.F.M. Vervolgens word voorgedragen d8 Pries tercantate: „Priesterglorie", door L. A. Dobbelsteen. De tenor-solo werd gezongen door J. A. Dijsselbloem, bariton-solo door H. J. Vester. Tenslotte werd door de ge- heele parochie een Feestlied gezongen Om 12 uur werd de feestgave, door de parochianen geschonken, door de feest commissie aangeboden. De burgemeester hield als voorzitter der Feestcommissie do'volgende toespraak. Zeereerw. Jubilaris I Hoewel Uw parochianen straks ler re ceptie algemeen U hun groote belangstel ling bij Uw 40-jarig Priesterfeest zullen doen blijken, komen wij als Feestcommis sie, door hen tot U afgevaardigd, U, na mens hen, de gelukwenschen met Uw feest aanbieden. Bij de Generale H. Communie, door allen, die aan Uw hoede zijn toever trouwd, hedenmorgen opgedragen, is \oor U Gods rijken zegen afgesmeekt, en den Gever van alle goed gevraagd dat Hij U nog lang moge sparen, tot heil dezer parochie. Wij vatten al die smeekingen te samen in de bede dat God U nog moge toebedee- len een weelde van genade voor U persoon lijk, maar eveneens voor de volbrenging van Uw reeds zoo vruchtbare Priesterlijke levenstaak, waarvan wij U toebidden dat ze nog tot in lengte van dagen tot Uw le vensvreugde en tot geestelijk heil der pa rochie van St. Bartholomeus moge strek ken. Uw parochianen hebben ook gewild dat pen stoffelijk blijk van hulde U tot een bewijs zou zijn hoezeer zij U, geachte ju bilaris, toedragen veel liefde en veel er kentelijkheid, groot en eerbied en trouwe aanhankelijkheid. Dat stoffelijk blijk zal U des te aangenamer zijn, als gij weet, dat naast de bijdragen der beter gesitueerden de penningskens van weduwen en armen ons in groote mate toevloeiden, dat, om het in één woord te zeggen, alle Uwe pa rochianen, zonder onderscheid van rang of stand, gewedijverd hebben, om een rijke gave hunnen pastoor te kunnen schenken Zij wilden dat doen, hooggeachte jubila ris, opdat gij naar eigen keuze zoudt be schikken over de feestgave, die onze pen ningmeester U thans mag aanbieden. Dat God U nog vele jaren moge bewaren in feijn dienst tot heil van véle zielenI Het geschenk der parochianen aan den pastoor bestaat uit een groote som gelds, waarvan de pastoor een ge schenk naar eigen keuze mocht aanschaf fen. De keuze van pastoor Schravemade is een zeer gelukkige geweest: namelijk ze ven gebrandschilderde ramen voor het priesterkoor en de twee neven-koren, die den ontwerper, Alex Asperslagh uit Lei den, eeren. Wat een rijkdom aan lijn en kleur bevatten deze ramen! De drie ramen van het hoofdkoor stellen voor de H. Eucharistie, aanbeden door de negen koren der Engelen; die van de ne ven-koren rechts de Evangelisten Joan nes en Mattheus, links Lucas en Marcus. Om 1 uur had de zanghulde plaats van alle schoolgaande kinderen. Door ver schillende leerlingen werd de eerw. jubi laris toegesproken, waarna een lied werd gezongen, dat treffend was. Niets is immers indrukwekken der dan de wenschen eener vrome kinder schaar. Namens de scholen werd den ju bilaris een fraaie schemerlamp aangebo den, waarna Zijneerw. do kinderen dankte hen de belofte gevend, wanneer de vacan- tie uit is hun een feestje te bezorgen. Van de receptie werd druk gebruik ge maakt. waarbij een ieder een portret van den jubilaris ontving. Om 5 uur begon het.Lof met dezelfde assitentie als in de Hoogmis. Onder het T-of betrad de jubilaris den kansel, ten einde zijn parochianen te bedanken voor de hulde aan hem gebracht. Zijneerw. zei- de, dat het hem een aangename taak en plicht was, zijn dank te betuigen voor al hetgeen zij gedaan hadden om sijn pries terfeest zoo te doen vieren. De jubilaris schetste vervolgeus toen hij 50 jaar geleden op deze plaats studeerde en er hier zich nog een oud kerkje bevond, hij nimmer had kunnen denken, dat hier eens een fraaie gTOote kerk zou komen. Toen er eenigen tijd geleden sprake was van feest, was hij daar niet voor, maar omdat hij wist dat zijn parochianen het wilden, heeft hij toe gestemd. Zijneerw. dankt de parochianen nogmaals voor hun geschenk, waarvoor allen zoowel arm als rijk hebben bijge dragen. De jubilaris spoorde dan allen aan veel voor hem te bidden. Ook hij zal veel voor hen bidden. Het heeft hem getroffen van morgen die groote schare ter H. Tafel. Laat dit zoo blijven in deze dagen van on geloof en zedenbederf. Zijneerw. eindigde met de woorden: Gaat zoo voort, dan zal God U schenken al wat noodig is ter eeuwige zalighoid. Na het Lof werd uit vollen borst het feestlied gezongen. Om 8 uur gaf de Harmonie een con cert. Intusschen werd overgegaan tot het illumineeren van het Kerkplein. Het was waarlijk de moeite waard. Omstreeks 10 uur begon de fakkeloptocht, begeleid door de vroolijke muziek van „St. Cecilia". On der groot enthousiasme ging de stoet voor uit, om, voor de Pastorie aangekomen, uit vollen borst het feestlied te zingen. Door de Harmonie werd tenslotte met een driewerf: „Lang zal hij leven", dit groote feest besloten. ZILVEREN PRIESTER-JUBILEUM. ®§«w - fi PASTOOR I. J. M. MEIJER TE ZOETERWOUDE (HOOGE RIJNDIJK)— LEIDERDORP. Zaterdag werd in do parochie Zoeter- woude (Hooge Rijndijk)Leiderdorp op feestelijke wijze herdacht het 25-jarig Priester-Jubileum van den ZeerEerwaar- den heer Pastoor I. J. M. Meijer. De Jubilaris, die eenige dagen bij zijn broeder, den ZeerEerwaarden heer Pas toor te Westwoud (N.-H.) had doorge bracht, arriveerde Vrijdagavond te zes uur met familie aan het stat on te Leiden. Hier waren aanwezig als afgevaardigden van de feestcommissie, het Kerk- en Armbestuur, de Weleerwaarde Zeergeleerde heer J. Starrenburg, leeraar aan het Sein narie te Hageveld en de Burgemeester, de hoer P. Wap. Nadat allen in de open rijtuigen had den plaats genomen werd gereden door het dorpsgedeelte van Zoetorwoude naar den Weipoortschen weg, van waar de feeste lijke intocht zou plaats liebben.- Inmiddels hadden de deelnemers aan den intocht zich opgesteld en bij het nade ren van den feesteling werd door de mu ziekvereniging „Perosi'* uit Leiden ge speeld het lied „Aan U, o Koning der Eeuwen." De stoet voorafgegaan door do muziek eu bestaande uit een aantal ruiters en wielrij ders, de gymnastiekvereen ging „Orde en Tucht" en een rijtuig met een zestal bruidjes, ging langs den met vlaggen ge- tooiden Hooge Rijndijk. De passend aan gebrachte versiering met de geel-witte wimpels voor de Kerk, en de keurige op stelling van de gymnasten vormde als het ware een levendige eere-poort, waardoor de Jub laris en familie onder orgelspel de feestelijk versierde Kerk binnen traden Bij het binnentreden der Kerk was aller oog aanstonds gevestigd op de schoone nieuwe Godslamp, hangende midden in het priesterkoor: buiten de verschi'lende bloemstukken van particu'ieren zagen wij een schoonen bloemenmand van de Afd. van den N. R. K. Volksbond aan haren Ad- v'seur. Na het zingen van een welkomstlied werd door den WelEerw. Zeergeleerden heer J Starrenburg, leeraar aan het Semi narie Hageveld, namens de feestcommis sie en alle parochianen den Eerw. Jubi laris een hartelijk welkomstwoord toege sproken. Voorafgegaan door het Veni Creator volg de hierna een plechtig Maria-Lof door den Jubilaris met ass'stentie van de WelEer- waarde heeren J. Starrenburg en B. A. van Baaren, rector van het gesticht „De Goede Herder", opgedragen. Na het Lof werd in hel feestelijk versier de gymnastieklokaal, na het zingon van het welkomstlied, door den voorzitter van de feestcommissie met' eenige toepasselijke woorden aan den ZeerEorw. Jubilaris het geschenk van de parochie, bestaande uit een enveloppe met inhoud aangeboden. De Jubilaris dankte den voorzitter voor zijne hartelijke woorden en voor de grootsche hulde van dezen avond, maar vooral ook voor de rijke gift der parochianen. Zijn- Eerw. zag hierin aller gevoelens van dank baarheid en hoogachting, en gaf do verze kering, dat dit voor hom een spoorslag zal zijn op den ingeslagen weg voort te "aan voor het heil van alle parochianen, maar vooral van de kinderen. Door den heer Stadhouder weTdon ver volgens nog eenige woorden van waardee ring gesproken. Door een der leden van het meisjespa- tronaat werden aan den Jubilaris een paar groote bronzen vazen aangeboden. Met hef zingen van pen „Lan^al hij le- van" werd deze avond besloten. Zaterdagmorgen te half acht naderden talrijke geloovigen tot intent e van den jubileerenden ter JI. Tafel en toen te kwart over tien de plechtige Hoogmis begon waj er nagenoeg geen p'n&tajo in het msjo* stueuse kerkgebouw onbezet Nadat het zangkoor het „Veni Creator'* van Fr Eppink had gezongen, ving hot H. Misoffer aan. De eerw, jubilaris werd hierb'j geass;sfeerd door den Wcleorw. Heer B. A. van Ba aren. rector aan het Gesticht „de Goede Herder" als diaken, den Weleerw. Zeêrgel. neer .T. Starren burg, leeraar aan het Seminarie Hageveld. te Heemstede als subdiaken. Het zangkoor voerde onder directie van den heer W. Hoogzaad op verd'enstolijke wijze de Missa „Salve Regina" voor jon* gons- en mannenkoor van J. G. M. Stohlef uit. Ook het Gregoriaansoh werd op keuri* go wijze vertolkt, doch wij vonden het wor* kelijk jammer, dat de zoo schoone Gra* duale uit deze Maria-Mis ovenals troti* wens het Offertorium, gereciteerd werd. Na hot Evangelie werd door den Zeer* eerw. Heer J. Meyer, pastoor te Westwoud# broeder van den jubilaris, de feestpredioa tie gehouden naar aanleiding van de woor* don uit psalm 110, 30e vers: „Haec diea guam fecit Dominus; exultemus et laotemur in oa. Dit is de dag. d en de Heer gemaakt heeft; verheugen en verblijden w.ij ons op dezen dag." De eerw. redenaar voorde zijn gehoor ,in gedachten 25 jaar terug. Voor zijn oogen rees een grootsche tempel op, een moester* stuk van vorm en symboliek De poorten: zijn wijd geopend en groote scharen geloo* vigen treden onder melodieus orgelspol b nnon. Vreugde ifl op aller ge'aat to le* zen: want hot is feest, dubbed feest. Het is de feestdag van M-n'n's Tenhemcl* opnanvng, do dag, waarop Maria zal wot* den gekroond als do Koningin des Heme's. Maar, het is ook de feestdag van do H. Priesterwijding en tn gloedvolle taal schil* dort spr. do grootheid van dien daf als do groote rij Lov;ef©n. gekleed in het blanke kleed der onschuld, gaat toegerust wor* den met de bovennatuurlijke kracht van den H. Geest, als hunne ziel zal worden geteekond met het eeuwigdurend merkte©* ken van hef H. Priesterschap en zij zullen staan als Middelaar tussóhen God en do Menschen. Dan schildert de eerw spr een ander moment uit dat verleden van 25' jaar. 't Is andermaal feest Alios ademt vrodo en blijdschap. Leliën en rozen geuren als n;mmer te voren, maagdelijk waslicht var* siert candelabres en lustors rond het al* taar. Er is er één in die kerk. die de aan* dacht trekt, 't is de jong gewijde priester. Wie is hij? vraagt spr. Die priester was mijn broeder, aldus spr., nu op dubbele wijze mijn broeder. Spr. zegt niet in woorden te kunnen uit* drukken, wat er (non in hem omg:ng. Eigenlijk wist hij het niet meer. doch hij herinnert zich toen gezegd te hebben, dat het heerlijkst© lied van den koninklijken zanger David nog te zwak zou Z'»n powepst om u:t te jul>elen do vreugde, die er toen in hem omging. Bestond er toen een reden tot fegslvi re^ir nu bestaat die reden veel meer. Wij zien nu den priester, niet meer jeug dig weliswaar, maar met een schat van verdiensten voor den hemel. lederen dag stond hij aan het altaar en droeg het IT. Misoffer op, uitdeelend aan duizenden het Manna, het brood der En* gelen. Spr. schetste dan de taak des priesters ten opzichte van den mensch vanaf diens go- hoorte tot aan zijn dood. Na de vrijma king van de erfzonde, vermaant de pries* ter en geleidt hij den mensch door het ven, om hem ten slotte troost en sterkte to verleenen in het stervensuur en de gewijd© spr vraagt zich af, hoe velen er niet zul* len zijn, die na God hun zalighpid aan de* zen priester ie danken hebben. Is er dan geen reden het „Haec dies" to zingen? Doch temidden van al die jubel en blijd* schap is er toch iels wat spr. niet wil voorbijgaan. Dat is do zorg eii de vernnt* woording. die de priester heeft. De hedendaagscho wereld is vol van zon* de en ongerecht'ghoden. Door theaters en bioscopen, slechte vermaken, onzedig© kleeding, kortom op allerlei wijzen wordt getracht den mensch zijn geloof te doen verliezen en reeds bii liet kind tracht men de ziel te verderven. Dat is de groote zorg van den priester zijn volk to bewaren voor de wereld. Echter, er wordt zoo menigmaal niej naar den priester geluisterd, men bespot hem in de wereld en daarom smeokt spr. zijn toehoorders: Wilt toch die zorg van uw herder verlichten door naar hem to luisteren. Sprekond over de groote verantwoording, die do priester zal moeten afleggen, zegt do eorw. spr., dat de priester ondankj zijn uitverkiezing boven duizenden en mil* lioenon toch mensch blijft en onderhevig aan kwade neigingen. Daarom vraagt spr. allen die verant* woording te verlichten door hot gebed, nie! alleen dezen dag, maar ook later.. Zich tot zijn broeder wendend, zegd© spr. hem niet langer te willen laten wach* ten om het H. Misoffer te voltrekken. Spn. vraagt wederkeorig van den jubilaris eetf voortdurend gebed voor zijn volk en dat hij dat gebed zou stellen onder bescherming van Maria. „Gij zijt", aldus spr., ,,eon kind van Ma© ria, evenals 'k. Bij uw geboorte ontving! gij den naam van Maria evenals ik. Een godvruchtige moeder schonk ons dieni naam. Op Maria's feest ontvingt gij het H. Priesterschap, op Haar feest ook viert g© uw zilveren feest en in Maria's kerk zijl gij pastoor geworden." Na het Offertorium vertolkte het zang* koor het „Jesu dulcis" van B. Kolho en; voor don zogen met het Allerheiligste ho| „Tantum Ergo" van P. J. Jos Vranken. Na het IT. Misoffer schalde hot feestlied weer dooT de kerk en de plechtigheid wera bes'oten met de feestcantate van Elb. Joa^ Fransoeu, op. 10, „De Priester", door hok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3