'Je LeÉciie Courant"
Tweede Blad
Doorzitten
De Gids van den Keizer
l terdag 8 Augustus 1925
Buitenl. Weekoverzicht.
In onze samenleving, waar zoovele men-
Bchen met hun verschillende neigingen,
verlangens, inzichten en belangen opeen
gepakt zitten, is het een heele toer om con
flicten te vermijden. Het beste middel is
nog tteeds: Eens met elkaar gaan praten.
En als dat niet helpt, dan doet een hand
vol geld wonderen. Praten en betalen, of
wel praten zonder te betalen, ófwel beta
len zonder praatjes te maken dat is het
waarover men deze week een overzicht
moet schrijven, als men per se een over
zicht schrijven wil. De Franschen praten
nog steeds met hun schuldeischers Enge
land en Amerika, maar betalen doen zij
niet De Engelsche belastingbetalers kun
nen de verliezen van de Brïtsche mijnen
betalen en kunnen verder hun mond hou
den. Tn het Duitsche grensplaatsje Schnei-
demühl betalen de Duitsche optanten
liet gelag, de praatjes daarover worden ge
houden in den Rijksdag. Praten, praten
en nog eens praten doen de geallieerden
over het veiligheidspact en men zou wen-
schen, dat zij eens wat minder praatten en
meer deden. In tegenstelling met Abd-el-
Krim, die nog heel moeilijk aan het pralen
te krijgen is. Schoorvoetend en erg arg
wanend komt men daar in Marokko to'
elkaar.
De schuldenkwestie. In de
eerste plaats dus: gepraat over schulden-
betaling. Het ideaal is natuurlijk dat men
z'n schulden betaalt zonder afdingen.
Maar Frankrijk zit op liet oogcnblik in de
nesten en vraagt bovendien reductie we
gens do schade die het ondervonden heeft,
omdat het als oorlogsveld gefungeerd heeft
,Van den anderen kant krijgt het daarvoor
weer een grooter aandeel in de oorlogsbuit
Maar wat geleend is, moet nu eenmaal
worden teruggegeven.
Wanneer en in welk verband met de
Duitsche betalingen? Allemaal kwesties,
waarover stevig geredeneerd kan worden.
Vooral als daar nog bijkomt een verschil
van inzicht, dat zoo spoedig optreedt als
Öo oortemonnaie in het spel komt.
De voorloopige besprekingen tusschen
'de Fransche en Britscbe financieele des
kundigen over de regeling van do Fran
sche oorlogsschulden aan Engeland heb
ben althans tot geen resultaat geleid. Tus
schen hetgeen de Britten meenden te mo
gen verlangen en hetgeen do Franschen
meenden te kunnen aanbieden was een zoo
belangrijk verschil, dat vooreerst van ver
dere besprekingen geen succes is te wach
ten. Al ziin, officieel, de onderhandelingen
niet afgebroken, feitelijk schijnt men ze
dan toch te willen laten rusten. Men wil
'te Londen nu eerst eens zien, welke resul
taten de Amerikaansch-Fransche bespre
kingen over de regeling der schuld zullen
opleveren. De Fransche verontwaardiging
over de hardnekkige schuldeischers kan
zich dan eerst op Amerika ontladen Ge-
'deelde smart is halve smart. En Engeland
niet alleen en niet in de eerste plaats zal
'de last van 'de Fransche boosheid te dra
gen "hebben.
Bovendien is er in de kwestie van het
Veiligheidspact nog voldoende reden tot
wrijving tusschen beide landen, zoodat de
zoo netelige financieele kwestie de verhou
dingen niet nog meer behoeft te verscher
pen.
1 Het Britscbe mijn conflict.
Betalen en mond houden" is nu het pa
rool voor de Engelsche belastingbetalers
komt ook wel jn Nederland voor die
nu de regeeringssubsidie aan de mijnen
zullen hebben te betalen. Zooals men weet.
Was de affaire in de Britscbe mijnen verre
van rooskleurig; de exploitatie was zoo
weinig loonend, dat de mijneigenaren zei
den: ,.Zoo gaat het niet langer". De mijn
werkers wilden evenwel van geen lager
loon of langoren werktijd weten en dreig
den met staking en dan zouden niet alleen
de mijnen, maar alle transportmiddelen
die hun kracht aan de steenkool ontleenen,
worden stopgezet. Dat zou niet alleen heel
onpleizierig geweèest zijn met den Bank
Holidaoy, maar ook funest geweest zijn
voor de toch al niet al to florissante Brit
scbe industrie.
Zoodoende was men allerwegen opge
lucht. teen Vrijdag van de vorige week
bekend werd, dat de staking door de re
geer ingstusschenkomst vermeden was.
Maar dat deze uitkomst verkregen was ten
koste van een subsidie, vond men minder
prettig. Men zoo daarover wel eens inter-
pelleeren in het Lagerhuis! Dat zou een
klap geven, want de ontevredenheid was al
gemeen. Doch, zooals het meer gaat met
zulke interpellaties, waarvan men stor
men verwacht, bleek de verdediging van de
regeeringssubisdie zóó klemmend te rijn,
flat na eenig gesputter, vooral van "den li-
heralen leider Llovd George, de subsidié
werd aanvaard met een groote meerder
heid. Men moest n.l. toegeven dat de toe
stand in de mijnen zoo slecht was, dat er
raad geschaft moest worden Maar nie
mand weet nog, op welke manier. Boven
dien mopst men toegeven, dat het hoogst
wenschelijk was, althans nu een conflict
Ie vermijdpn. Zondaf er niets anders op zat
dan te betalen en z'n mond te houden!
Het optanten-vraagstuk.
In het verdrag van Versailles werd be
paald, dat do Duijscbers, wonend in het
aan Polen toegewezen gebied, ipso facto
de Poolsche nationaliteil zouden verwer
ven. Echter werd tevens bepaald, dat deze
Duitsehprs (boven de 18 jaren) recht zou
den bben zich te verklaren voor het be
houd van hun Duitsche nationaliteit. Zij
die aldus voor de Duitsche nationaliteit
opteerden en omgekeerd werd dit recht
toegekend aan de in Duitschland gevestig
de Polen konden binnen een termijn van
een jaar hun woonplaats overbrengen naar
het land, waarvoor ze hadden geopteerd.
Men had dus hot recht van woonplaats
te veranderen, niet den plicht. Echter in
het verdrag van 28 Juni 1919, waarbij het
nieuwe Polen werd erkend, waren bijzon
dere regelingen getroffen,voor de bescher
ming van de niet-Poolsche minderheden.
En hierbij werd o.a. bepaald, dat de optan
ten verplicht waren van woonplaats te
veranderen. Zoo was er dus tusschen dit
verdrag en het vredesverdrag" tegenstrij
digheid Het vorige jaar nu werd een ar
bitrage-beslissing genomen, waarbij werd
bepaald, dat de optanten zonder grond
bezit voor 1 Augustus het land, waar
voor ze hadden geweigerd te opteeren,
moesten verlaten, terwijl voor de optanten
met grondbezit een langeren termijn van
verhuizing werd toegestaan. Op grond
hiervan is, zooals bekend, Polen thans over
gegaan tot do verdrijving van de Duitsche
optanten,- welke zich nog in Polen bevin
den.
Do stille hoop, die men in Duitschland
nog koesterde, dat de Poolsche regeering
tenslotte wel zou terugdeinzen voor een
gedwongen volksverhuizing oj zoo groote
schaal, is niet verwezenlijkt. In de laatste
dagen komen er duizenden en duizenden
verdrevenen over de Poolsch-Duitsche grens
dio in een vluchtelingenkamp to Schneide-
mühl worden opgenomen. Hier heerschen
ten gevolge van deze opeenhooping van
een zoo groote massa verdrevenen zeer
droeve toestanden. De Duitscbe regeering,
die toch er op kon rekenen, dat met 1 Aug.
aan de beslissing van 1921 uitvoering zou
worden gegeven, schijnt te hebben ver
zuimd de noodige maatregelen te nemen.
In ieder geval is de ellende in het kamp
grot' en de verontwaardiging in Duitsch
land evenzoo Al maakt Polen van zijn
recht gebruik, daarom behoefde dat nog
niet zoo hardhandig en onverzoenlijk1 te
gaan. Duitschland gaat nu als represaille
ook hard aanpakken. Maar het aantal
Poolsche optanten in Duitschland is aan
zienlijk minder dan dat der Duitsche in
Polen, wier aantal op ongeveer 30.000
wordt geschat.
Marokko. Wat men van den toe
stand in Marokko moet denkon, is niet erg
duidelijk. Men leest van gezarten, die over
vrede komen onderhandelen en het
wordt weer ontkend. Men leest van vredes
voorwaarden en ze worden gedémen-
teerd De Franschen melden successen, de
Britsche berichten en ook de Spaansche
noemen 'den Toestand aan Eeï Fransche
front, verre van gunstig. Gemeend wordt,
dat Abd-el-Krim den strijd wil rekken tot
den regentijd, die dan voor een half jaar
ongeveer alle operatiën onmogelijk zou
maken, zoodat een beslissing eerst het vol
gend jaar zou kunnen volgen. Het zou dus
voor de Franschen van belang zijn een
groote offensieve beweging te bespoedigen,
want de regentijd begint tegen het eind van
September. Hiervoor zouden echter nog
meer troepen noodig zijn, dan waarover
thans in Marokko wordt beschikt Maar
ernstige binnenlandsche moeilijkheden
zouden in Frankrijk van een belangrijke
leger versterking in Noord-Afrika het ge
volg kunnen zijn. En zoo zou do Fransche
regeering zich in een zeer netelige positie
bevinden.
De minder gunstige opvatting, die uit
Engelsche berichten blijkt, wordt o.a." ook
bevestigd door een artikel van Mirko Ar-
demagni in Mussolini's orgaan de „Popoio
d'Italia".
Deze beweert, dat Abd.-el-Krim's terug
tocht volkomen vrijwillig is geweest. Ilij
is teruggegaan net medeneming van de
hcelo oogstopbrengst uit het door hem ont
ruimde gebied en van alle kudden. Hij zou
do achterblijvende stammen opdracht heb-
gegeven om zich in schijn to onderwerpen
Dn stammen zeggen, dat Abd-el-Krim's
troepen alle wapens hebben meegenomen
maar in werkelijkheid zouden ze slechts
verborgen zijn en dat hun hoofden zijn
weggevoerd als gijzelaars. Dat geeft dan
de z.g. onderworpen stammen aanleiding
om alle hulp aan de Franschen te weige
ren.
Abd-el-Krim, die zich nu in de bergen
heeft teruggetrokken, zou nu zijn actie
ook al in de richting van Algerië uitstrek
ken. Zijn propagandisten zouden reeds on
der do stammen aan den rechteroever van
de Moeloeja ageeren. Z30 zou dus het
front hoe langer hoe grooter worden en de
contra-actie van de Franschen dus ook
hoe langer hoo bezwaarlijker. Ook deze
Italiaansche beoordeelaar meent, dat als
do Franschen niet voor den regenmoesson
tot een beslissend resultaat kunnen ko
men, zij met nog zes maanden guerilla re
kening moeten houden.
UIT EE FE3S
EEN DOM BESLUIT.
De Volkskrant schrijft:
Het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot
schap heeft zich nu pas weer tegen de ge
lijkstel' ing van bijzonder en opeubaar on
derwijs- verklaard.
Dit is een dom besluit, waarvoor het tot
heden van Tie politieke partijen alleen
steun kan vinden bij de communistische.
Hiermee willen we niet zeggen, dat van
de aanhangers der linkerzijde allen geest
driftig gestemd zijn voor de gelijkstellmg,
zelfs maar de bil'iijkheid daarvan ten volle
erkennen; doch geen enke'e politieke partij
behalve dan de communistische, die ver
plicht neutraal onderwijs in haar vaan
del heeft geschreven, durft de bevoorrech-
t ng der openbare school nubliekelijk meer
aan.
Het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot
schap wij palstaander spelen ondanks
alles.
Van deze corporatie is het vóór a'les
dóm.
Zij verraadt daardoor, afgezien van
haar enghartigheid, wantrouwen in de le
venski-acht van de openbare school.
Wijlen dr. Bos, deze eerlijke vrijzinnige,
had zich voorgesteld, dat de financ:ee!e
gel-jks'elling, een e:nde makend aan den
poüt'eken schoolstrijd, tot gevolg zou heb
ben een edelen wedijver tusschen de open
bare en de bijzondere school Qm het on
derwijs onder paedagogisch en vormend
opzicht zoo goed mogelijk te doen zijn.
Geen financieele bezwaren behoefden
meer de ouders in de vrije keus van de
school voor hun kinderen te be"emmeren,
en de scholen, gelijkwaardig voor de wet,
zoifdcn alle aandacht kunnen wijden aan
haar groolsche taak, de opvoeding van hel
komend geslacht.
Zelfs zouden, nu eenmaal hel beginsel
der geliikstelling was aanvaard en als het
ware lag verankerd in het volksgeweten,
politici, sociologen en paedagogen kunnen
overwegen, zonder hartstocht en in volle
vrijheid, of een ander stelsel dan het te
genwoordige. dat fe:teliik a'le scholen min
of moer tot 0 verb ei dssch olen maakte, niot
de voorkeur verdiende.
Of men niet in werkelijkheid, na rustig
overleg, kon komen tot de vrije school
voor heel het volk.
Juist onderw'jzersvereenigingen leken
hot eerst geroepen om het school vraagstuk,
los van do politiek, uit dien gezichtshoek
te bezien.
Het Onderwijzers-Genootschap bekreunt
zic.h niet om paedagogische kwesties, het
ziet al'een den achteruitgang der openbare
school, en meent dat deze te stuiten zal
zijn, a's men het b'jzonder onderwijs fi-
nanc'col in slechteren doen brengt.
Armzaliger houding is niet wol denk
baar.
Ook geen nultelodzer, daar.de politiek»
partijen, door de ervaring geleerd, or
feestelijk voor zullen bedanken, cement
aan te dragen voor de rechtsche coalitie,
die zoo heet het immers na de be-
0 ndiging van den onderwijsstrijd geen re
den van bestaan meer heeft en uiteenval
len moet.
Het Genootschap wi'! de rechtsche par
tijen zoo vast mogelijkr aan elkaar klin
ken.
Maar al zijn we onder politiek opzicht
volkomen gerust, de daad van het Genoot
schap veroorlooft een kijkje op de gestel
tenis van het „neutrale" onderwijzers
korps
Zelfs de vrienden zullen zijn boleid niet
loven.
Ingezonden ivlcdedeeling.
bij Wielrijden cn door de Zon
verschroeide Huid, Schrijnen en
Smetten, verzacht en geneest
men met 13785
30-GO-00 ct. POR O L
KERKMtiEUWS
PRIESTERFEESTEN.
50-jarige Priesterfeesten.
Op 15 Aug. de Zeereerw. heeren:
N. de Groot, rustend pastoor van M e ij e
en Zegveld te Langeraar.
J. G. Serbrock, pastoor te Amsterdam,
parochie O. L. V.Rozenkrans.
J. v. d. Horst pastoor te Loosduinon.
40-jarige Priesterfeesten.
Op 10 Aug. de Zeereerw. heeren
P. J. Schraveraade pastoor te Voor
hout.
A. J. M. Hafkenscheid rustend pastoor
van Leiden, parochie H. Petrus thans
verblijvend te 's-Bosch, Ververstraat 47.
A. L. A. Vorst rector te Scheveningen.
F. J. A. M. Wierdels pastoor te Naald
wijk.
C. .T. B. Olifiers pastoor te Monster.
W. G. C. Albers pastoor te Schoonhoven.
J. Goense pastoor te Wateringen.
H. Moes pastoor te Zwaagwijk.
A. Vergeer deken en pastoor te Wog-
num
J. Brügemann pastoor te Middelburg.
25-jarige Priesterfeesten.
Op 15 Aug. de Zeereerw. heeren:
I. J. M. Meijer pastoor te Leider
dorp.
H. Th. Bouters pastoor te B I e ij s w ij k.
W. Borsboom pastoor te Noorden.
L. J. Willcnborg pastoor te Bloemen-
daal.
P. H. Wijtenburg Deken on pastoor te
Gouda.
J. F. H. Root pastoor te 's-Gravenhage.
L. .T. J. Smeelc pastoor te 's-Gravenhage
D. Zurlohe pastoor te 't Kalf.
C. J. v. Oostwaard pastoor te Lambert-
schageri.
M. J. J. Kammers pastoor te de Rijp.
Th. .T. Gielen pastoor te Lutjebrock.
L. Th. Mulder pastoor te Brielle.
Mgr. J. A. S. van Schaik
Zondag 16 Augustus hoopt Mgr. J. A.
S. van Schaik, President van het Semi
narie te Culemborg, zijn 40-jarig Priester
feest te vieren. Om half 11 ral er In d«
kapel van het Seminario een plechtige H.
Mis worden opgedragen. Van 14 uur ia
er gelegenheid den HoogEerw. Jubilaris
zijn gelukwenschen aan to bicdon. Na do
vacantie, in October, wordt hot feest enkel
gevierd in huisolijkon kring.
UIT OMGEVING
KATWIJK.
Gemeenteraad.
Verlaging keurloonen. Zondags-'
sluiting voor de kiosken. Wijzi
ging bouwverordeninq. Over
bestrating.
Do raod dezer gomeonto kwam Vrijdag
in openbare vergadering bijeen. Voorzit-*
tor was Burgemeester J. If do Waal-Male-
fijt. Afwezig met konnisgeving de heeren
L. Kruit, W. Wouda en W. v. Boelen Wz.
Na opening met gebed komen aan do
orde verschillende ingekomen s'ukken o m.
van Ged. Staten, goedkeurend verschillende
vroeger genomen raadsbesluiten, o.m. dio
vaststellende liet belast ngpercentago to be-*
pa'on voor 1925 op 2 pet.
Do kantoorhouder van hot poslkan'.oor tg
Katwijk a. d. Riin vraagt in een schrijven
do liuur van zijn woning te brengen van
400 op f 300. Met verschillende argu-*
menten toont de kantoorhouder aan, dal
de huur to hoog is. Deze «aak wordt in
handen gegeven cener commissie beslaande
uit do hoeren W. v Beolen, J. v. d. Perk,
en H. W. Grimbergen.
Langs don Noordwijkerweg is dit voor
jaar voor verbetering van dezen weg een
strook grond gekocht. Thans is gebleken
dat nog een sl rook. beboerende aan W. en
J. van Duiven bode te Katwijk aan Zee,
noodig ie en le koop is k 80 ct. por M. Be-*
sloten wordt dit aan te koopen.
Ook langs den Wassenaarachen weg ia
nog eenige verandering noodig. Van h v.
de lieer Joehems moetan eenigo hoornen
worden aangekocht. De kosten ven een en
ander bedragen totaal f 1050. De beer v.
Beelen Cz. vraagt of men dat te voren niét
reeds wist, Do voor® licht deze raak nog
toe, waarna besloten wordt a's B en W.
voorstellen.
Do heer G. de Hans heeft grond van do
gemeente gekocht om te behouwen. Dat ia
n'et bebouwd. C. d. H. kan de grond thans
verkoopen. wnarvoor vergunning van don
raad noodig is. Goedgekeurd De heer v.
Duijn vraagt in een voorste! ecni^e verif
iëring voor de arbeiders aan gemeentewer
ken werkzaam. Wordt in handen gegeven
van B en W voor praeadvioa.
Vnlgf punt 2 der agenda
Voorstel tot vaststelling eener veror le-
ning tof heffing van schooleehl voor T, O.
en TT L. O De verordening behoeft n:e' <o>-
wijz:gd te worden, omdat deze geldig was
lot 1 Jan 1926. Moet dus weer verlengd
worden. Zal echlor thans loonen van 1
M'i30 April, gelijk het heJnnlineiaar
De heeren v Du'jn en Houwnerd w;i-»rtn
er op. dat in de verorden:nw niet staat dat
hef schoolgeld «eheven wordt naar het be
lastingjaar. doch naar hel inkomen r>e
heeren zouden wil'en doen zorgen dat de
abuizen van vorig jaar n'et meer kun' "ii
voorkomen
Punt 3 Mej. H. Meerhure vraag! en ver
krijgt eervol nnWag al? onderwijzeres aan
de O T,. school TT en wel tegen 1 Rep! n s
Punt 4 Voorstel tot het geven van ont
slag aan personeel der O. T,. school TT Ain
de O T. school TT z'jn 8 leerkrachten, vol
gens de wet 2 teveel De hoer Schaap wil
voor zieklever'of in aanmerk-ng komen en
de heer Kuit wordt spoedig 65 jaar, zoodat
B en W, vnnrsfpllen deze 2 onderwijzers
te ontslaan. Na enkele opmerkingen gaat
de raad hiermede accoord
Punt 5. Praeadvies over bef verzoek van
hol Best nu* der Christ. H B. S. te Leulen
om een bijdrage.
Hot geeft de gemeen»o een zeer belang
rijk voordeel dat op deze Christ. H. B P».
te Leiden verschillende kinderen uit deze
gemeente gaan nl een 13-tal. Als dey.o
kinderen op de gemeentelijke TT. B 8 zou-*
den zijn ingeschreven geweest, had de ge
meente een belangrijk hooger bedrag aan
d:e school moeten betalen, n l. f2200 Gq-*
vraagd wordt f245.08.
B. en W adv'sceren aan het verzoek ge-»
volg te geven. Deze ins'elling bezorgt do
gemeente een "Toot voo-deel. De heer v.
FEUILLETON.
door René Bazin
Dan gingen zij alle drie te voet, bet
kind in het midden, naar de Moezel bij
Pierrela-Treiche. Audouin, die graag viscb
te, nam een lijn mede. Veronica had zelfs
geen boek bij zich, zij wenschte vrij en
kalm te zijn, haar petekind te vermaken,
hem te booren lachen, met hem te pra
ten.
Zij sprak met hem over dingen uit bet
tlagelijksch leven. Dat deed den kleine op-
letend worden en nadenken. Zij onderricht
te hem, maar niet als haar vader, in een
eoort levensfilosofie. Zij zei:
Charles, uw hart moet altijd zacht
blijven, zelfs bij de soldaten. Haat de men-
6chen niet, maar wel het kwaad. Dat is
genoeg, gij zult er gelegenheid vinden om
u te overtuigen.Gij lacht als een kind
en ge hebt gelijk. Gij kunt niet weten,
mijn kleine, wat moeite het u soms zal
kosten te klimlachen!Charles, als gij
eon man zult wezen, zullen mijn vader en
ik zeer oud zijn. Gij zult ons moeten verla
ten. Herinner u dan, dat we niet rijk
waren ,maar dat wij altijd brood hadden
en voor dit voldoet om gelukkig te kun
nen leven.
Weinig gebeurtenissen schokten het le-
Ven van deze drie menschen.
De lente en de zomer van 1893 waren
ïoor hen zeer kalm. Charles bereikte zija
veertiende jaar. Hoewel hij niet zoo groot
was als kapitein Audouin, was hij niette
min slank opgegroeid. Hij had een rozig
aangezich en blauwe schitterende oogea
Hij was een weinig verlegen en stilzwij
gend. Deze hoedanigheden giste men in
zijn blik en in zijn stem. Audouin zei van
hem:
Hij zal zich eer laten dooden dan den
post verlaten, waar hij geplaatst zal wor
den en hij zal er wachten op den dood.
Veronica zei van haren kant:
Ik hen zeker van hem
Zij ontdekte in hem ook vele sterke hoe
danigheden. Men twijfelde niet meer aan
zijn militaire roeping. Men zond Charles
bij het begin van het jaar to Nancy naar
school. Hij leerde daarbij een weinig tee
kenen en muziek en begon paard te rijden.
Op zijn achttiende jaar zou hij uitstekend
ontwikkeld zijn.
Men voelde, dat de scheiding naderde;
dit maakte de vertrouwelijkheid nog groo
ter. Het schoone seizoen was daar; de
rheumatiek overviel Audouin niet, zoodat
hij lange wandelingen kon maken.
De genegenheid, die deze drie wezens
verbond, was niot te onderscheiden van
familieomgang De drie Audouin's, zooals
men ze noemde, vormden een gelukkig en
bijna te benijden gezin. Als zij de stralen
van Toul of de omliggende dorpen door
kruisten, hield iedereen hen voor den
grootvader, de moeder en den kleinzoon.
Op een van de heerlijke zomerzondagen
wandelden Veronica en Charles langs den
linkeroever van de Moezel. Audouin moest
te Toul blijven daar hij de jaarlijkscho
vergadering van 'oud-strijders moest voor
zitten De zon neigde ten ondergang, maar
vervulde de lucht nog met licht en warm
te. Zij drong door den lagen en voebtigen
grond op de boorden van den stroom cn
gaf groei aan het vele gras. De weiden
waren met talrijke slooten doorkruist,
waarin het blauwe water stroomde. De
wind woei in de richting van den stroom,
naar de stad. Veronica en Charles stap
ten snel door. Zij praatten vertrouwelijker
dan bij het begin van den dag, en hielden
de oogen op den horizon gericht, waar
zich de hoofdkerk verhief en links de hel
lingen van Saint-Michel zich afteekenden.
Ziet ge, zei Veronica, ik denk, dat
wij u later in uw garnizoen zullen kun
nen bezoeken, aangezien het niet ver af is.
I'apa is sterk, ondanks zijn rheumatiek
zal hij honderd jaar worden. Zonder iets
ta zeggen, heb ik gespaard. Het is geen
schal, maar toch voldoende om een reis-
kaartje te nemen en acht dagen bij u door
te brengen, als ge tot kwartiermeester
zult benoemd worden.
Wacht een weinig, meter, antwoord
de Charles.
Als ge te Saumur zult zijn!
Charles lachte; zijn gezicht bloosde van
de zon en de vreugde. Veronica vervolg
de:
Als ge uit Saumur zult vertrekken
met gouden epauletten als luitenantI
Zij lachte met hem, Veronica, de wijze
Veronica met grijze haren, zij sloeg haar
armen om den hals van haar petekind. Zij
werd op dit oogenblik weder jong al3 de
moedors om hun kind te vermaken en
zette den toekomstdroom voort.
Gij zult luitenant worden. Dat is
reeds een graad. En dan zal ik u cene
vrouw kiezen, eene Lotharingscho als ik,
mijn jongen.
Hij antwoordde vleiend:
Ja, dat wil ik wel!
Zij zal eene raadgeefster en eene
vriendin voor u zijn: zij zal uw huis in
orde houden gelijk ik het doe Maar
zie eens, Charles, wie is daarginds?
Op den weg?
Ja, op de hoogte der wilgen van Tier-
rióre. Is dat mijn vader niet?
Ja, dat is mijn peter. Aardig van
hem. om ons tegemoet te komen.
Veror.ica, eerst blijde, veranderde wel
dra van uitdrukking. Zij raadde aan den
haastigen slap van haar vader, aan zijn
naar den grond gekeerd gezicht, dat or
thuis Iets bijzonders was voorgevallen.
De kapiteiij naderde langs het kanaal.
Hij scheen vermoeid en ontroerd. Weldra
was er geen twijfel meer, toen Charles
zijn peter tegemoet snelde en hem om den
hals vloog. Maar Audouin verwijderde
hem aanstonds en zei:
Laat mij, kleine, en loop vooruit; ik
moet uwe meter spreken!
Kom, mijne arme, zeido hij tot haar.
Toen zij bij hem was. omhelsde hij haar
niet maar maakte rechtsomkeert en stapte
aan hare rechterzijde voort langs het ka
naal. Hij wees naar het kind, dat vooruit
liep en met steenen naar de vogels wierp.
Ziet gij uw Charles?
Ja.
Welnu! Hij zal ons verlaten.
Veertien jaar waren voorbij gesneld
sedert den guren winterdag, waarop Char
les zoo wonderbaar in hun woning ge
komen was; veertien jaar leefden zij in do
ongerustheid, dat het kind hen eens zou
verlaten. Zij hadden voor elkander steed*
hunne werlerzijdsche gedachten verborgen
gehouden. Veronica riep uit:
Eischt Maria ITuber hem op?
Audouin drukte do handen van zijn
dochter als wilde hij niet hebben, dat dio
naam over hare lippen kwam. Met een
afgrijselijk bleek en door smart verwron
gen gezicht antwoordde hij:
Noen, 't is de vader De procureur
der Republiek beeft mij gesproken en over
het kind ondervraagd. Maar wees gerust,
begin zoo niet te beven, Veronica. Ik zal
mij verzetten en Charles niet laten weg
gaan, want hij behoort ons meer toe dan
hun.Ik ben vastbesloten.
Zeg eerst wat er gebeurd is, zeido de
oude dochter.
Veel in weinig tijds, ziet go. Ik kwam
uit onze vergadering van onderlingen bij-*
stand en ik werd door den procureur det
Republiek aangesproken.
Ik zou gaarne een onderhoud met u
heiben, mijnheer Audouin?
De kameraden ,die mij uitgeleide de
den, verwijderden zich. Ik, die nooit met
de justitie in aanraking gekomen was,
werd ongerust, en zei gelijk gij:
Gaat het over de ouders van Charles?
Ik raad het, maar vrees hen nietl
Juist mijnheer Audouin en daar wij
ons op twee passen van het parket bevin
den, kom met ons mee dan kunnen wij sa*
men praten.
Ha! Veronica, wat heb ik in dat uuf
geledenl
(Wordt vervolgd.).