'Je LeÉciie Courant" Tweede Blad Doorzitten De Gids van den Keizer l terdag 8 Augustus 1925 Buitenl. Weekoverzicht. In onze samenleving, waar zoovele men- Bchen met hun verschillende neigingen, verlangens, inzichten en belangen opeen gepakt zitten, is het een heele toer om con flicten te vermijden. Het beste middel is nog tteeds: Eens met elkaar gaan praten. En als dat niet helpt, dan doet een hand vol geld wonderen. Praten en betalen, of wel praten zonder te betalen, ófwel beta len zonder praatjes te maken dat is het waarover men deze week een overzicht moet schrijven, als men per se een over zicht schrijven wil. De Franschen praten nog steeds met hun schuldeischers Enge land en Amerika, maar betalen doen zij niet De Engelsche belastingbetalers kun nen de verliezen van de Brïtsche mijnen betalen en kunnen verder hun mond hou den. Tn het Duitsche grensplaatsje Schnei- demühl betalen de Duitsche optanten liet gelag, de praatjes daarover worden ge houden in den Rijksdag. Praten, praten en nog eens praten doen de geallieerden over het veiligheidspact en men zou wen- schen, dat zij eens wat minder praatten en meer deden. In tegenstelling met Abd-el- Krim, die nog heel moeilijk aan het pralen te krijgen is. Schoorvoetend en erg arg wanend komt men daar in Marokko to' elkaar. De schuldenkwestie. In de eerste plaats dus: gepraat over schulden- betaling. Het ideaal is natuurlijk dat men z'n schulden betaalt zonder afdingen. Maar Frankrijk zit op liet oogcnblik in de nesten en vraagt bovendien reductie we gens do schade die het ondervonden heeft, omdat het als oorlogsveld gefungeerd heeft ,Van den anderen kant krijgt het daarvoor weer een grooter aandeel in de oorlogsbuit Maar wat geleend is, moet nu eenmaal worden teruggegeven. Wanneer en in welk verband met de Duitsche betalingen? Allemaal kwesties, waarover stevig geredeneerd kan worden. Vooral als daar nog bijkomt een verschil van inzicht, dat zoo spoedig optreedt als Öo oortemonnaie in het spel komt. De voorloopige besprekingen tusschen 'de Fransche en Britscbe financieele des kundigen over de regeling van do Fran sche oorlogsschulden aan Engeland heb ben althans tot geen resultaat geleid. Tus schen hetgeen de Britten meenden te mo gen verlangen en hetgeen do Franschen meenden te kunnen aanbieden was een zoo belangrijk verschil, dat vooreerst van ver dere besprekingen geen succes is te wach ten. Al ziin, officieel, de onderhandelingen niet afgebroken, feitelijk schijnt men ze dan toch te willen laten rusten. Men wil 'te Londen nu eerst eens zien, welke resul taten de Amerikaansch-Fransche bespre kingen over de regeling der schuld zullen opleveren. De Fransche verontwaardiging over de hardnekkige schuldeischers kan zich dan eerst op Amerika ontladen Ge- 'deelde smart is halve smart. En Engeland niet alleen en niet in de eerste plaats zal 'de last van 'de Fransche boosheid te dra gen "hebben. Bovendien is er in de kwestie van het Veiligheidspact nog voldoende reden tot wrijving tusschen beide landen, zoodat de zoo netelige financieele kwestie de verhou dingen niet nog meer behoeft te verscher pen. 1 Het Britscbe mijn conflict. Betalen en mond houden" is nu het pa rool voor de Engelsche belastingbetalers komt ook wel jn Nederland voor die nu de regeeringssubsidie aan de mijnen zullen hebben te betalen. Zooals men weet. Was de affaire in de Britscbe mijnen verre van rooskleurig; de exploitatie was zoo weinig loonend, dat de mijneigenaren zei den: ,.Zoo gaat het niet langer". De mijn werkers wilden evenwel van geen lager loon of langoren werktijd weten en dreig den met staking en dan zouden niet alleen de mijnen, maar alle transportmiddelen die hun kracht aan de steenkool ontleenen, worden stopgezet. Dat zou niet alleen heel onpleizierig geweèest zijn met den Bank Holidaoy, maar ook funest geweest zijn voor de toch al niet al to florissante Brit scbe industrie. Zoodoende was men allerwegen opge lucht. teen Vrijdag van de vorige week bekend werd, dat de staking door de re geer ingstusschenkomst vermeden was. Maar dat deze uitkomst verkregen was ten koste van een subsidie, vond men minder prettig. Men zoo daarover wel eens inter- pelleeren in het Lagerhuis! Dat zou een klap geven, want de ontevredenheid was al gemeen. Doch, zooals het meer gaat met zulke interpellaties, waarvan men stor men verwacht, bleek de verdediging van de regeeringssubisdie zóó klemmend te rijn, flat na eenig gesputter, vooral van "den li- heralen leider Llovd George, de subsidié werd aanvaard met een groote meerder heid. Men moest n.l. toegeven dat de toe stand in de mijnen zoo slecht was, dat er raad geschaft moest worden Maar nie mand weet nog, op welke manier. Boven dien mopst men toegeven, dat het hoogst wenschelijk was, althans nu een conflict Ie vermijdpn. Zondaf er niets anders op zat dan te betalen en z'n mond te houden! Het optanten-vraagstuk. In het verdrag van Versailles werd be paald, dat do Duijscbers, wonend in het aan Polen toegewezen gebied, ipso facto de Poolsche nationaliteil zouden verwer ven. Echter werd tevens bepaald, dat deze Duitsehprs (boven de 18 jaren) recht zou den bben zich te verklaren voor het be houd van hun Duitsche nationaliteit. Zij die aldus voor de Duitsche nationaliteit opteerden en omgekeerd werd dit recht toegekend aan de in Duitschland gevestig de Polen konden binnen een termijn van een jaar hun woonplaats overbrengen naar het land, waarvoor ze hadden geopteerd. Men had dus hot recht van woonplaats te veranderen, niet den plicht. Echter in het verdrag van 28 Juni 1919, waarbij het nieuwe Polen werd erkend, waren bijzon dere regelingen getroffen,voor de bescher ming van de niet-Poolsche minderheden. En hierbij werd o.a. bepaald, dat de optan ten verplicht waren van woonplaats te veranderen. Zoo was er dus tusschen dit verdrag en het vredesverdrag" tegenstrij digheid Het vorige jaar nu werd een ar bitrage-beslissing genomen, waarbij werd bepaald, dat de optanten zonder grond bezit voor 1 Augustus het land, waar voor ze hadden geweigerd te opteeren, moesten verlaten, terwijl voor de optanten met grondbezit een langeren termijn van verhuizing werd toegestaan. Op grond hiervan is, zooals bekend, Polen thans over gegaan tot do verdrijving van de Duitsche optanten,- welke zich nog in Polen bevin den. Do stille hoop, die men in Duitschland nog koesterde, dat de Poolsche regeering tenslotte wel zou terugdeinzen voor een gedwongen volksverhuizing oj zoo groote schaal, is niet verwezenlijkt. In de laatste dagen komen er duizenden en duizenden verdrevenen over de Poolsch-Duitsche grens dio in een vluchtelingenkamp to Schneide- mühl worden opgenomen. Hier heerschen ten gevolge van deze opeenhooping van een zoo groote massa verdrevenen zeer droeve toestanden. De Duitscbe regeering, die toch er op kon rekenen, dat met 1 Aug. aan de beslissing van 1921 uitvoering zou worden gegeven, schijnt te hebben ver zuimd de noodige maatregelen te nemen. In ieder geval is de ellende in het kamp grot' en de verontwaardiging in Duitsch land evenzoo Al maakt Polen van zijn recht gebruik, daarom behoefde dat nog niet zoo hardhandig en onverzoenlijk1 te gaan. Duitschland gaat nu als represaille ook hard aanpakken. Maar het aantal Poolsche optanten in Duitschland is aan zienlijk minder dan dat der Duitsche in Polen, wier aantal op ongeveer 30.000 wordt geschat. Marokko. Wat men van den toe stand in Marokko moet denkon, is niet erg duidelijk. Men leest van gezarten, die over vrede komen onderhandelen en het wordt weer ontkend. Men leest van vredes voorwaarden en ze worden gedémen- teerd De Franschen melden successen, de Britsche berichten en ook de Spaansche noemen 'den Toestand aan Eeï Fransche front, verre van gunstig. Gemeend wordt, dat Abd-el-Krim den strijd wil rekken tot den regentijd, die dan voor een half jaar ongeveer alle operatiën onmogelijk zou maken, zoodat een beslissing eerst het vol gend jaar zou kunnen volgen. Het zou dus voor de Franschen van belang zijn een groote offensieve beweging te bespoedigen, want de regentijd begint tegen het eind van September. Hiervoor zouden echter nog meer troepen noodig zijn, dan waarover thans in Marokko wordt beschikt Maar ernstige binnenlandsche moeilijkheden zouden in Frankrijk van een belangrijke leger versterking in Noord-Afrika het ge volg kunnen zijn. En zoo zou do Fransche regeering zich in een zeer netelige positie bevinden. De minder gunstige opvatting, die uit Engelsche berichten blijkt, wordt o.a." ook bevestigd door een artikel van Mirko Ar- demagni in Mussolini's orgaan de „Popoio d'Italia". Deze beweert, dat Abd.-el-Krim's terug tocht volkomen vrijwillig is geweest. Ilij is teruggegaan net medeneming van de hcelo oogstopbrengst uit het door hem ont ruimde gebied en van alle kudden. Hij zou do achterblijvende stammen opdracht heb- gegeven om zich in schijn to onderwerpen Dn stammen zeggen, dat Abd-el-Krim's troepen alle wapens hebben meegenomen maar in werkelijkheid zouden ze slechts verborgen zijn en dat hun hoofden zijn weggevoerd als gijzelaars. Dat geeft dan de z.g. onderworpen stammen aanleiding om alle hulp aan de Franschen te weige ren. Abd-el-Krim, die zich nu in de bergen heeft teruggetrokken, zou nu zijn actie ook al in de richting van Algerië uitstrek ken. Zijn propagandisten zouden reeds on der do stammen aan den rechteroever van de Moeloeja ageeren. Z30 zou dus het front hoe langer hoe grooter worden en de contra-actie van de Franschen dus ook hoe langer hoo bezwaarlijker. Ook deze Italiaansche beoordeelaar meent, dat als do Franschen niet voor den regenmoesson tot een beslissend resultaat kunnen ko men, zij met nog zes maanden guerilla re kening moeten houden. UIT EE FE3S EEN DOM BESLUIT. De Volkskrant schrijft: Het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot schap heeft zich nu pas weer tegen de ge lijkstel' ing van bijzonder en opeubaar on derwijs- verklaard. Dit is een dom besluit, waarvoor het tot heden van Tie politieke partijen alleen steun kan vinden bij de communistische. Hiermee willen we niet zeggen, dat van de aanhangers der linkerzijde allen geest driftig gestemd zijn voor de gelijkstellmg, zelfs maar de bil'iijkheid daarvan ten volle erkennen; doch geen enke'e politieke partij behalve dan de communistische, die ver plicht neutraal onderwijs in haar vaan del heeft geschreven, durft de bevoorrech- t ng der openbare school nubliekelijk meer aan. Het Nederlandsch Onderwijzers-Genoot schap wij palstaander spelen ondanks alles. Van deze corporatie is het vóór a'les dóm. Zij verraadt daardoor, afgezien van haar enghartigheid, wantrouwen in de le venski-acht van de openbare school. Wijlen dr. Bos, deze eerlijke vrijzinnige, had zich voorgesteld, dat de financ:ee!e gel-jks'elling, een e:nde makend aan den poüt'eken schoolstrijd, tot gevolg zou heb ben een edelen wedijver tusschen de open bare en de bijzondere school Qm het on derwijs onder paedagogisch en vormend opzicht zoo goed mogelijk te doen zijn. Geen financieele bezwaren behoefden meer de ouders in de vrije keus van de school voor hun kinderen te be"emmeren, en de scholen, gelijkwaardig voor de wet, zoifdcn alle aandacht kunnen wijden aan haar groolsche taak, de opvoeding van hel komend geslacht. Zelfs zouden, nu eenmaal hel beginsel der geliikstelling was aanvaard en als het ware lag verankerd in het volksgeweten, politici, sociologen en paedagogen kunnen overwegen, zonder hartstocht en in volle vrijheid, of een ander stelsel dan het te genwoordige. dat fe:teliik a'le scholen min of moer tot 0 verb ei dssch olen maakte, niot de voorkeur verdiende. Of men niet in werkelijkheid, na rustig overleg, kon komen tot de vrije school voor heel het volk. Juist onderw'jzersvereenigingen leken hot eerst geroepen om het school vraagstuk, los van do politiek, uit dien gezichtshoek te bezien. Het Onderwijzers-Genootschap bekreunt zic.h niet om paedagogische kwesties, het ziet al'een den achteruitgang der openbare school, en meent dat deze te stuiten zal zijn, a's men het b'jzonder onderwijs fi- nanc'col in slechteren doen brengt. Armzaliger houding is niet wol denk baar. Ook geen nultelodzer, daar.de politiek» partijen, door de ervaring geleerd, or feestelijk voor zullen bedanken, cement aan te dragen voor de rechtsche coalitie, die zoo heet het immers na de be- 0 ndiging van den onderwijsstrijd geen re den van bestaan meer heeft en uiteenval len moet. Het Genootschap wi'! de rechtsche par tijen zoo vast mogelijkr aan elkaar klin ken. Maar al zijn we onder politiek opzicht volkomen gerust, de daad van het Genoot schap veroorlooft een kijkje op de gestel tenis van het „neutrale" onderwijzers korps Zelfs de vrienden zullen zijn boleid niet loven. Ingezonden ivlcdedeeling. bij Wielrijden cn door de Zon verschroeide Huid, Schrijnen en Smetten, verzacht en geneest men met 13785 30-GO-00 ct. POR O L KERKMtiEUWS PRIESTERFEESTEN. 50-jarige Priesterfeesten. Op 15 Aug. de Zeereerw. heeren: N. de Groot, rustend pastoor van M e ij e en Zegveld te Langeraar. J. G. Serbrock, pastoor te Amsterdam, parochie O. L. V.Rozenkrans. J. v. d. Horst pastoor te Loosduinon. 40-jarige Priesterfeesten. Op 10 Aug. de Zeereerw. heeren P. J. Schraveraade pastoor te Voor hout. A. J. M. Hafkenscheid rustend pastoor van Leiden, parochie H. Petrus thans verblijvend te 's-Bosch, Ververstraat 47. A. L. A. Vorst rector te Scheveningen. F. J. A. M. Wierdels pastoor te Naald wijk. C. .T. B. Olifiers pastoor te Monster. W. G. C. Albers pastoor te Schoonhoven. J. Goense pastoor te Wateringen. H. Moes pastoor te Zwaagwijk. A. Vergeer deken en pastoor te Wog- num J. Brügemann pastoor te Middelburg. 25-jarige Priesterfeesten. Op 15 Aug. de Zeereerw. heeren: I. J. M. Meijer pastoor te Leider dorp. H. Th. Bouters pastoor te B I e ij s w ij k. W. Borsboom pastoor te Noorden. L. J. Willcnborg pastoor te Bloemen- daal. P. H. Wijtenburg Deken on pastoor te Gouda. J. F. H. Root pastoor te 's-Gravenhage. L. .T. J. Smeelc pastoor te 's-Gravenhage D. Zurlohe pastoor te 't Kalf. C. J. v. Oostwaard pastoor te Lambert- schageri. M. J. J. Kammers pastoor te de Rijp. Th. .T. Gielen pastoor te Lutjebrock. L. Th. Mulder pastoor te Brielle. Mgr. J. A. S. van Schaik Zondag 16 Augustus hoopt Mgr. J. A. S. van Schaik, President van het Semi narie te Culemborg, zijn 40-jarig Priester feest te vieren. Om half 11 ral er In d« kapel van het Seminario een plechtige H. Mis worden opgedragen. Van 14 uur ia er gelegenheid den HoogEerw. Jubilaris zijn gelukwenschen aan to bicdon. Na do vacantie, in October, wordt hot feest enkel gevierd in huisolijkon kring. UIT OMGEVING KATWIJK. Gemeenteraad. Verlaging keurloonen. Zondags-' sluiting voor de kiosken. Wijzi ging bouwverordeninq. Over bestrating. Do raod dezer gomeonto kwam Vrijdag in openbare vergadering bijeen. Voorzit-* tor was Burgemeester J. If do Waal-Male- fijt. Afwezig met konnisgeving de heeren L. Kruit, W. Wouda en W. v. Boelen Wz. Na opening met gebed komen aan do orde verschillende ingekomen s'ukken o m. van Ged. Staten, goedkeurend verschillende vroeger genomen raadsbesluiten, o.m. dio vaststellende liet belast ngpercentago to be-* pa'on voor 1925 op 2 pet. Do kantoorhouder van hot poslkan'.oor tg Katwijk a. d. Riin vraagt in een schrijven do liuur van zijn woning te brengen van 400 op f 300. Met verschillende argu-* menten toont de kantoorhouder aan, dal de huur to hoog is. Deze «aak wordt in handen gegeven cener commissie beslaande uit do hoeren W. v Beolen, J. v. d. Perk, en H. W. Grimbergen. Langs don Noordwijkerweg is dit voor jaar voor verbetering van dezen weg een strook grond gekocht. Thans is gebleken dat nog een sl rook. beboerende aan W. en J. van Duiven bode te Katwijk aan Zee, noodig ie en le koop is k 80 ct. por M. Be-* sloten wordt dit aan te koopen. Ook langs den Wassenaarachen weg ia nog eenige verandering noodig. Van h v. de lieer Joehems moetan eenigo hoornen worden aangekocht. De kosten ven een en ander bedragen totaal f 1050. De beer v. Beelen Cz. vraagt of men dat te voren niét reeds wist, Do voor® licht deze raak nog toe, waarna besloten wordt a's B en W. voorstellen. Do heer G. de Hans heeft grond van do gemeente gekocht om te behouwen. Dat ia n'et bebouwd. C. d. H. kan de grond thans verkoopen. wnarvoor vergunning van don raad noodig is. Goedgekeurd De heer v. Duijn vraagt in een voorste! ecni^e verif iëring voor de arbeiders aan gemeentewer ken werkzaam. Wordt in handen gegeven van B en W voor praeadvioa. Vnlgf punt 2 der agenda Voorstel tot vaststelling eener veror le- ning tof heffing van schooleehl voor T, O. en TT L. O De verordening behoeft n:e' <o>- wijz:gd te worden, omdat deze geldig was lot 1 Jan 1926. Moet dus weer verlengd worden. Zal echlor thans loonen van 1 M'i30 April, gelijk het heJnnlineiaar De heeren v Du'jn en Houwnerd w;i-»rtn er op. dat in de verorden:nw niet staat dat hef schoolgeld «eheven wordt naar het be lastingjaar. doch naar hel inkomen r>e heeren zouden wil'en doen zorgen dat de abuizen van vorig jaar n'et meer kun' "ii voorkomen Punt 3 Mej. H. Meerhure vraag! en ver krijgt eervol nnWag al? onderwijzeres aan de O T,. school TT en wel tegen 1 Rep! n s Punt 4 Voorstel tot het geven van ont slag aan personeel der O. T,. school TT Ain de O T. school TT z'jn 8 leerkrachten, vol gens de wet 2 teveel De hoer Schaap wil voor zieklever'of in aanmerk-ng komen en de heer Kuit wordt spoedig 65 jaar, zoodat B en W, vnnrsfpllen deze 2 onderwijzers te ontslaan. Na enkele opmerkingen gaat de raad hiermede accoord Punt 5. Praeadvies over bef verzoek van hol Best nu* der Christ. H B. S. te Leulen om een bijdrage. Hot geeft de gemeen»o een zeer belang rijk voordeel dat op deze Christ. H. B P». te Leiden verschillende kinderen uit deze gemeente gaan nl een 13-tal. Als dey.o kinderen op de gemeentelijke TT. B 8 zou-* den zijn ingeschreven geweest, had de ge meente een belangrijk hooger bedrag aan d:e school moeten betalen, n l. f2200 Gq-* vraagd wordt f245.08. B. en W adv'sceren aan het verzoek ge-» volg te geven. Deze ins'elling bezorgt do gemeente een "Toot voo-deel. De heer v. FEUILLETON. door René Bazin Dan gingen zij alle drie te voet, bet kind in het midden, naar de Moezel bij Pierrela-Treiche. Audouin, die graag viscb te, nam een lijn mede. Veronica had zelfs geen boek bij zich, zij wenschte vrij en kalm te zijn, haar petekind te vermaken, hem te booren lachen, met hem te pra ten. Zij sprak met hem over dingen uit bet tlagelijksch leven. Dat deed den kleine op- letend worden en nadenken. Zij onderricht te hem, maar niet als haar vader, in een eoort levensfilosofie. Zij zei: Charles, uw hart moet altijd zacht blijven, zelfs bij de soldaten. Haat de men- 6chen niet, maar wel het kwaad. Dat is genoeg, gij zult er gelegenheid vinden om u te overtuigen.Gij lacht als een kind en ge hebt gelijk. Gij kunt niet weten, mijn kleine, wat moeite het u soms zal kosten te klimlachen!Charles, als gij eon man zult wezen, zullen mijn vader en ik zeer oud zijn. Gij zult ons moeten verla ten. Herinner u dan, dat we niet rijk waren ,maar dat wij altijd brood hadden en voor dit voldoet om gelukkig te kun nen leven. Weinig gebeurtenissen schokten het le- Ven van deze drie menschen. De lente en de zomer van 1893 waren ïoor hen zeer kalm. Charles bereikte zija veertiende jaar. Hoewel hij niet zoo groot was als kapitein Audouin, was hij niette min slank opgegroeid. Hij had een rozig aangezich en blauwe schitterende oogea Hij was een weinig verlegen en stilzwij gend. Deze hoedanigheden giste men in zijn blik en in zijn stem. Audouin zei van hem: Hij zal zich eer laten dooden dan den post verlaten, waar hij geplaatst zal wor den en hij zal er wachten op den dood. Veronica zei van haren kant: Ik hen zeker van hem Zij ontdekte in hem ook vele sterke hoe danigheden. Men twijfelde niet meer aan zijn militaire roeping. Men zond Charles bij het begin van het jaar to Nancy naar school. Hij leerde daarbij een weinig tee kenen en muziek en begon paard te rijden. Op zijn achttiende jaar zou hij uitstekend ontwikkeld zijn. Men voelde, dat de scheiding naderde; dit maakte de vertrouwelijkheid nog groo ter. Het schoone seizoen was daar; de rheumatiek overviel Audouin niet, zoodat hij lange wandelingen kon maken. De genegenheid, die deze drie wezens verbond, was niot te onderscheiden van familieomgang De drie Audouin's, zooals men ze noemde, vormden een gelukkig en bijna te benijden gezin. Als zij de stralen van Toul of de omliggende dorpen door kruisten, hield iedereen hen voor den grootvader, de moeder en den kleinzoon. Op een van de heerlijke zomerzondagen wandelden Veronica en Charles langs den linkeroever van de Moezel. Audouin moest te Toul blijven daar hij de jaarlijkscho vergadering van 'oud-strijders moest voor zitten De zon neigde ten ondergang, maar vervulde de lucht nog met licht en warm te. Zij drong door den lagen en voebtigen grond op de boorden van den stroom cn gaf groei aan het vele gras. De weiden waren met talrijke slooten doorkruist, waarin het blauwe water stroomde. De wind woei in de richting van den stroom, naar de stad. Veronica en Charles stap ten snel door. Zij praatten vertrouwelijker dan bij het begin van den dag, en hielden de oogen op den horizon gericht, waar zich de hoofdkerk verhief en links de hel lingen van Saint-Michel zich afteekenden. Ziet ge, zei Veronica, ik denk, dat wij u later in uw garnizoen zullen kun nen bezoeken, aangezien het niet ver af is. I'apa is sterk, ondanks zijn rheumatiek zal hij honderd jaar worden. Zonder iets ta zeggen, heb ik gespaard. Het is geen schal, maar toch voldoende om een reis- kaartje te nemen en acht dagen bij u door te brengen, als ge tot kwartiermeester zult benoemd worden. Wacht een weinig, meter, antwoord de Charles. Als ge te Saumur zult zijn! Charles lachte; zijn gezicht bloosde van de zon en de vreugde. Veronica vervolg de: Als ge uit Saumur zult vertrekken met gouden epauletten als luitenantI Zij lachte met hem, Veronica, de wijze Veronica met grijze haren, zij sloeg haar armen om den hals van haar petekind. Zij werd op dit oogenblik weder jong al3 de moedors om hun kind te vermaken en zette den toekomstdroom voort. Gij zult luitenant worden. Dat is reeds een graad. En dan zal ik u cene vrouw kiezen, eene Lotharingscho als ik, mijn jongen. Hij antwoordde vleiend: Ja, dat wil ik wel! Zij zal eene raadgeefster en eene vriendin voor u zijn: zij zal uw huis in orde houden gelijk ik het doe Maar zie eens, Charles, wie is daarginds? Op den weg? Ja, op de hoogte der wilgen van Tier- rióre. Is dat mijn vader niet? Ja, dat is mijn peter. Aardig van hem. om ons tegemoet te komen. Veror.ica, eerst blijde, veranderde wel dra van uitdrukking. Zij raadde aan den haastigen slap van haar vader, aan zijn naar den grond gekeerd gezicht, dat or thuis Iets bijzonders was voorgevallen. De kapiteiij naderde langs het kanaal. Hij scheen vermoeid en ontroerd. Weldra was er geen twijfel meer, toen Charles zijn peter tegemoet snelde en hem om den hals vloog. Maar Audouin verwijderde hem aanstonds en zei: Laat mij, kleine, en loop vooruit; ik moet uwe meter spreken! Kom, mijne arme, zeido hij tot haar. Toen zij bij hem was. omhelsde hij haar niet maar maakte rechtsomkeert en stapte aan hare rechterzijde voort langs het ka naal. Hij wees naar het kind, dat vooruit liep en met steenen naar de vogels wierp. Ziet gij uw Charles? Ja. Welnu! Hij zal ons verlaten. Veertien jaar waren voorbij gesneld sedert den guren winterdag, waarop Char les zoo wonderbaar in hun woning ge komen was; veertien jaar leefden zij in do ongerustheid, dat het kind hen eens zou verlaten. Zij hadden voor elkander steed* hunne werlerzijdsche gedachten verborgen gehouden. Veronica riep uit: Eischt Maria ITuber hem op? Audouin drukte do handen van zijn dochter als wilde hij niet hebben, dat dio naam over hare lippen kwam. Met een afgrijselijk bleek en door smart verwron gen gezicht antwoordde hij: Noen, 't is de vader De procureur der Republiek beeft mij gesproken en over het kind ondervraagd. Maar wees gerust, begin zoo niet te beven, Veronica. Ik zal mij verzetten en Charles niet laten weg gaan, want hij behoort ons meer toe dan hun.Ik ben vastbesloten. Zeg eerst wat er gebeurd is, zeido de oude dochter. Veel in weinig tijds, ziet go. Ik kwam uit onze vergadering van onderlingen bij-* stand en ik werd door den procureur det Republiek aangesproken. Ik zou gaarne een onderhoud met u heiben, mijnheer Audouin? De kameraden ,die mij uitgeleide de den, verwijderden zich. Ik, die nooit met de justitie in aanraking gekomen was, werd ongerust, en zei gelijk gij: Gaat het over de ouders van Charles? Ik raad het, maar vrees hen nietl Juist mijnheer Audouin en daar wij ons op twee passen van het parket bevin den, kom met ons mee dan kunnen wij sa* men praten. Ha! Veronica, wat heb ik in dat uuf geledenl (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3