ÜERDE NEDERLANDSCHE KATHOLIEKENDAG. WOENSDAG. r NEVENVERGADERINGEN. Om lialf vijf hield in een der zalen van ijen Dierentuin een nevenvergadering: de Eucharistische Bond (spreker pater W. van Dijk O.S.A.); Sobrlëtas (spreker mgr. dr. Ariëns), do R. K. B oo k- handelaren en Uitgevers (spre- kor prof. W. Nolct), terwijl in do Francis caner Kerk aan den Boschkant de Derde Orde een kerkelijke bijeenkomst hield (spre ker pater Borromaeus de Greeve). R.-K. Boekhandelaren. De vergadering der R.-K. Boekhandela ren stond onder voorzitterschap van den heer Paul Brand. Bij den aanvang deelde deze mede, dat in de voorafgegane huishoudelijke verga dering een belangrijk besluit genomen was door do aanneming van het „verkeersre glement". Nog eenige formaliteiten moe ten in acht genomen worden, alvorens dit reglement van kracht kan worden. Het is intusschen te verwachten, dat dit spoe dig kan geschieden en daarmede zal dan een afdoende regeling zijn getroffen tus- ichen de uitgevers en de boekhandelaren. Prof. W. Nolet hoogleeraar aan het groot-seminarie te Warmond hield in fris- Cchen en prettigen vorm een rede, waarin hij uiteenzette, dat do Katholieke boekhan del een Katholiek belang is. Wij komen hierop nader terug. De Derde Orde. In de Minderbroederskerk (H.H. Anto- pius en Lodewijk) had een plechtige ker kelijke vergadering plaats van de leden der Derde Orde van St. Franciscus, uit gaande van de Paters Minderbroeders, Min derbroeders-Gapucijnen enMinderbroe- der-Gonventueelen en bestemd voor alle tertiarissen dezer drie jurisdicties van de Derde Orde. Lang reeds voor het aanvangs pur was het kerkgebouw tot in alle hoe ken bezet. Onder de aanwzigen merkten we onder meer op Z. D. H. Mgr. Schrijnen, Bisschop van Roermond, den Hoogeerw. Heer H. A. Th. van Dam, deken van Den Haag, en baron van Wijnbergen en prof. lAengenent, onderscheidenlijk voorzitter en secretaris van het Hoofdbestuur der Ne derlandsche Katholiekendagen, Mgr. Tas- kin enz. Het plechtig Lof werd gecelebreerd door Z. D. H. Mgr. A. J. Callier mot assistentie van den Hoogeerw. Heer mgr. J. M. J. v. Rooy als diaken, den Zeereerw. Heer J. H. F. Root als subdiaken, terwijl de min dere functies werden vervuld door den ZeerEerw. Heer L. J. J. Smeele en de Weleerw. Heeren Kapelaans Fr. Filbry en 'J. Klumper. Onder het Lof betrad Pater Borromaeus 'de Greeve den kansel voor het uitspreken ©ener rede over den „Invloed der Derde Orde van Sint Franciscus op het Katho lieke leven in Nederland". Eén in Roomsch geloof, één in bidden en lingen, één in onze liefde voor den Ko ning Christus zijn wo hier tezamen, aldus de gewijde redenaar. We staan aan den vooravond van het 7e eeuwfeest van Sint Franciscus' dood. Een groote wereldhuldo Kal den patriarch worden gebracht; maar tegelijk zal worden gepoogd zijn groote Stichting do Derde Orde tot grooter bloei te brengen. Niemand minder dan Paus Pius XI heeft gewild dat van Pinksteren 1925 tot Pinksteren 1920 een jubeljaar zal zijn ter eero van Sint Franciscus. Een eere-co- mité is tot dat doel gesticht; in Frankrijk Kal een Franciscus-tentoonstélling worden gehouderf: Italië geeft Franciscus-postze- gels uit; Mussolini heeft gedecreteerd, dat Franciscus' feestdag 'n nationalen feestdag Kal zijn. Een wereldhnlde zal Franciscus worden gebracht. Dezo bijeenkomst moge rijn een eerste stoot tot een Nederlandsche feesthulde, want Nederland met zijn Fran- ©iscusvereenigingen mag niet achterblij ven. Spreker richt(rzich vervolgens tot de beide aanwezige bisschoppen: Mgr. Cal lier, onzen beminden Kerkvorst, tevens on- Ken broeder in Sint Franciscus, voorts Mgr Schrijnen, den Bisschop speciaal der kloosterlingen, den Bisschop vooral van de Minderbroeders, den vriend der Derde Orde. Wo danken IT we Doorluchtige Hoogwaardigheden, aldus de redenaar, Voor Uwe tegenwoordigheid, voor Uwe liefde voor, uw steun aan de Derde Orde ©n wij beloven U, dat wij, tertiarissen, pullen zijn Uwe stormtroepen in den strijd tegen de gevaren van de moderne maat- ichappij. Ik moet hier spreken over de waarde Van do Derde Orde voor het Katholiek le- Ven. Wat is het essentieele, het kenmerk Van het Christelijk, het Katholiek leven? Dat is de navolging van Christus. We zijn Jeen Christenen, wanneer we niet leven >anr het model van Christus. In ons per soonlijk, ons huiselijk, ons sociaal leven moeten we navolgers zijn van Christus, fcndero Christussen, zooals de Christenen Jn de eerste eeuwen zich toonden. De bloei, de herbloei van het Christendom kan Slechts komen door een beleven van ieders levenstaak, de volle beleving van het Christendom. In een indrukwekkende rede werkte de gewijdo redenaar deze gedachte verder bit. We hebben een roeping in dezen tijd. fn een tijd nu de liefde zoo noodig is, nu Ikzucht, haat, ontevredenheid de men- Schen in twee groepen verdoelen. Nooit is ©r meer eigenbelang, meer liefdeloosheid peweest dan nu. Daartegen moeten wij het tegenwicht vormen. Wij moeten het le vend voorbeeld zijn van eenvoud: een ter- faaris in een wereldseh kleed is een so cialist met een oranjestrik. Een tertiaris ïs behulpzaam, milddadig, heeft apstoli- ichen geest, een tertiaris is ingetogen, een .Voorbeeld van allo deugden. Mijn hervor ming, zei Leo XETI, is de Derde Orde, en Inderdaad, wanneer wij werkelijke ter tiarissen zijn, bezield met den echt-Fran- ©iscaanschen geest, dun zullen wij de bervormiDg van de maatschappij bewer ken. En niet slechts dat zullen we berei ken, maar voor ieder onzer individucel zal ons leven als Derde Ordeling onze grootste troost zijn op ons sterfbed. Holland en Vlaanderen. Op de bijeenkomst van gistermiddag (zie ons nummer van gisteren) is men na ruime gedachtenwisseling gekomen tot de vorming van een voorloopig comité, dat ten doel heeft een definitief comité te stichten, dat een vast verband beoogt tus- schen de Katholieke culfureele vereeni- gingen in Nederland en Vlaamsch-Bolgië. In dit voorloopig comité hebben zitting voor de daarbij genoemde lichamen: Ber nard Verhoeven, algemeen secretaris van Geloof en Wetenschap; Ir. L. J. M. Feber, Bond van R. K. Volksuniversiteiten; Mr. van Gorkom, Bond van Katholieke Lees zalen en Boekerijen; Prof. P. G. Groenen, Unie van R. K. Studentenvereenigingen; mevr. A. Groenewegen-Smeele. voor den Vrouwenbond; Pater Claes, Katholiek Vlaamsche Landsbond; Prof. dr. A. Boon, David fonds en Comiteit van Katholieke Voordrachten; Rombouts, algemecne Vlaamsche IToogPschooluitbreiding; Eerw. heer Baers, R. K. Verbond van Vlaamsche boekerijen; Eerw. heer Jan Bernacrts, Vlaamsch Volkstooneel; Pater Callewaert O.P., Vlaamsche Studenten. Dit comité besloot 's avonds te 8 uur bijeen te komen ter definitieve regeling. Om 8 upr gisterenavond is de derde al gemecne vergadering gehouden. Deze vergadering stond onder presidium van mgr. prof. dr. J. Hoogveld en werd bijgewoond door mgr. Schrijnen, Bisschop van Roermond, mgr. B. Eras en Z.Exc. J. Lambooy, Minister van Oorlog en Marine. De voorzitter mgr. prof. dr. Hoogveld opende de vergadering met den christelij- ken groet en verwelkomde mgr. Schrijnen en mgr. Eras. Waar gisteren een af scheidswoord was gericht tot de oud-mi nisters, was het spreker een genoegen thans een welkomstwoord te kunnen rich ten tot Zijne Exc, Lambooy, den nieuwen minister van OorTog. Door applaus en bravogeroep toonde de vergadering haar instemming met deze verwelkoming. „DE KATHOLIEKEN VERKORT IN HUN BURGERRECHTEN TOCH OPRECHTE VADERLANDERS." Do vaderlandsliefde van den Nederland- schen Katholiek wordt natuurlijk pas een „kwestie" bij den opstand tegen Spanje. Daarvóór ligt de Roomsche tijd, door het groote niet-Katholieke publiek niet door de andersdenkende historici wel eens onwillekeurig beschouwd als een soort slappe tijd, tegenover de geweldige energie door de republiek in later periode ontwik keld. Doch in dien Roomschen tijd legden de Katholieke vorsten den grondslag tot den prachtigsten staat van Europa, helaas! door de hervorming In zijn ontwikkeling gestuit; een staat, die zijn onderdanen een machtige ruggesteun was, ook bij den hoogen opbloei van hun handel en nijver heid. Want, bedenken wij het wel: reeds voor den opstand gaven de ééne landsheer en do grootsche ontwikkeling van handel en industrie aan dezo gewesten, zooals Blok het uitdrukt, een „wereldhistorische beteokenis." Maar ook bij het begin van den strijd tegen Spanje wordt de vaderlandsliefde der Katholieken nog volstrekt geen „probleem" Immers het karakter van den opstand is «aanvankelijk volstrekt niet godsdienstig. Het zijn juist de Katholieken, die den strijd beginnen en wel uit onvervalscht va derlandslievend motief, nl. ter verdediging van de autonomie of de zelfstandigheid, van de aloude privilegies der tot één staat uit groeiende Nederlandscho of Bourgondi sche gewesten tegen een vorst, die, zonder oog voor het eigenaardig karakter en de eigenaardige belangen dezer gewesten, ze slechts wiide benutten als een kostbaar hulpmiddel voor het bereiken van het doelwit zijner algemeeno Europeesche po litiek, Philips II was 'n Spanjaard, geen Nederlander en het verschil in ras en land aard en de afkeer van den vreemden huur soldaat verscherpten de tegenstelling nog in beduidende mate. Volgens Hugo de Groot en Groen van Prinsterer is de godsdienstkwestie iets bij komstigs. Maar wat aanvankelijk iets bijkomstigs was word helaas! hoofdzaak. Maar ook dan blijft Willem de Zwijger zoolang moge lijk do leider van een echte nationale be weging, en klemt zich krampachtig vast aan zijn ideaal; Allen, Roomsch en on- Roomsch, eensgezind tegen Spanje^ een politiek, die haar hoogtepunt bereikt in 1576 bij de pacificatie van Gent, den triomf van den Prins van Oranje. Later kwam de verdeeldheid het land in twee vijandelijke kampen scheiden. Het ideaal van Oranje: dc eendrachtige samen werking van Roomsch en Protestant tegen do „verspaansching" onzer vrije 'gewesten lag aan stukken. Lag de fout bij de Katholieken? Groen van Prinsterer beantwoordt die vraag ont kennend, en hij betoogt verder, hoe, ..noch godsdienstvrede, noch eed, noch belofte werd gehouden door de aanhangers van den hervormden godsdienst." De overtuiging, door Groen zoo warm verdedigd, is; Samen hebben Wij gestaan, schouder aan schouder, ter verdediging van de nationale onafhankelijkheid, zoo lang hef maar eenigszins kon. Droeve oor zaken, die we thans wellicht allen betreu ren. maakten op zeker oogênblik verder sa mengaan onmogelijk. Maar die nationale vrijheid, die nationale onafhankelijheid bleef ook het streven van den Katholiek, toen do Calvinist zijn eigen weg zou gaan. Wij blijven Groen dankbaar, dat hij zoo scherp de aantijging van Spaanschgezind- heid van de Katholieke Nederlanders der XVTe eeuw heef afgewezen. Wij blijven (leze eveneens afwijzen van de Nederland sche KahoÏÏelcen van 3e XVIIe eeuw én later, tenzij men onder Spaanscbgezind wil verstaan, dat vele Katholieken nog lan gen tijd den koning van Spanje en de aartshertogen als wettige landsheeren ble ven erkennen op het voorbeeld hunner geestelijke leiders, als de apostolische vi caris Sasbout Vosmeer en Rovenius. Ook de Katholieken echter hebben op de muren van Haarlem, Alkmaar en Leiden gestreden. De grijze OldcnbarneveMf, staande voor zijn rechters, gaf aan Zijn Katholieke landgenooten de onverdachte lof tuiging mede: „dot ook onder de papisten veel oprechte beminders van het vaderland zijn, gelijk zij van den beginne der oorloge getoont hebben." Wilt ge daarnaast het getuigenis van den meest bevoegden, onpartijdigen moder nen historicus? Fruin heeft het over een zekeren Jeroensz. en concludeert: „Hoe ijverig Katholiek ook en hoe gehecht aan zijn aangeboren vorst, was dus Jeroensz. volstrekt geen aanhanger van het Spaan- sche stelsel. Hij komtmij voor als de type van een niet onaanzienlij- ke menigte, die de Kerk e- trouw bleef...." «- Wij gelooven niet ver mis te tasten, wanneer wij onder de Katholieken tijdens de republiek twee schakeeringen onder scheiden: Vooreerst degenen, op wie Olden- barneveldt doelt, die zich zonder meer in oprechte vaderlandsliefde onder het ge zag der Staten stellen, zonder zich het hoofd te breken over de wettigheid van hun gezag. Ten tweede de niet minder oprechte „beminders van het vaderland", die ech ter in hun hart den koning van Spanje als wettig landsheer blijven erkennen. De Nederlandsche Katholieken bleven ook trouw in 1672, zooals hunne Engel- scho geloofsgenooten, ongeveer een eeuw vroeger, tegenover de Armada. En al hief misschien een enkele den eigenaardigen kreet aan: „Liever Frans den Prins", Von del daarentegen, reeds 30 jaar Katholiek en het type van den geesfdriftigen vader lander, noemde dien donkeren tijd „den Franschen middernacht". Maar wat zouden zij doen tegenover den inval in het Oosten van den bisschop^ van Munster? Hetzelfde als in 1666: Néder- landsch blijven. En dit terwijl juist in Gro ningen do talrijke Katholieken aan harde verdrukking hadden blootgestaan en in al de veroverde plaatsen Zutphen, Olden- zaal, Doosburg, Steenwijk enz. de bisschop evenals de Franschen elders terstond den Katholieken godsdienst had hersteld. Steeds echter bleef de toestand der Ka tholieken hier eenigszins hachelijk, on danks de warme vaderlandsliefde van de overgroote meerderheid onder hen en on danks de gematigdheid ook om politieke redenen van de leidende personen als Heinsius(en Slingelandt: 't Kan dan ook geen verwondering wek ken, dat de Katholieken met geweld uit den band sprongen, die hen twee eeuwen had omkneld, zoodra de kans ook maar eenigszins schoon was. Hals over kop storten zij zich fn de patriottische woelin gen, begroeten met gretigheid de revolu- tionnaire ..Rechten van den Mènsch en den Burger" en forceeren met dertig tege lijk den toegang tot onze eerste Nationalo Vergadering, 't Zijn volbloed Jacobijnen! Maar spoedig wijken zij weer schuchter voor de ingetreden reactie, een oogênblik door de komst van Lodelijk Napoleon en het Fransche regiem gestuit. Maar toch geven zij de voordeelen van dit laat ste weer gaarne prijs voor do nation.ale onafhankelijkheid. Van Sas van IJsselt bijv., die weldra hun eerste markante par lementaire figuur zal worden, vindt de Fransche ovcrheersching onverdraaglijk. Hij, de Katholiek, is de eenige in 't Wet gevend Lichaam, die zich wellicht on verstandig en onbesuisd, maar toch wel teekenend verzet tegen den gebiedsaf- stand van Maart 1810 aan Frankrijk. In 1813 do -vrijheid? Helaas! Willem I begreep zijn Katholieke onderdanen en zijn eigen belangen niet. De grieven der Katholieken, do overgroote meerderheid zijner onderdanen, stapelen zich op; nog eens moest onze liefde tot land en vorsten huis in do verdrukking worden gestaald en gelouterd, en zij bleek ook tegen deze rieuwe beproeving bestand. Voorzeker do hartstochtelijke Le Sage, de onstuimige Van Sasse, de rustig-felle Luvben staan op de bres voor de bedreigde belangen. Zij vor men het heerlijk trio onzer eerste emanci pators. wier zwaren en lang zoo eenzamen strijd Katholiek Nederland nooit mag ver geten. Maar diep treffend is het te zien, hoezeer hun liefde voor vaderland en vor stenhuis tegen hun zoo rechtmatige grie ven bestand is. De opstand van 1830 brak uit en schit terend bleek nogmaals de trouw der Ka tholieken. ook aan een regeering, die hen zoo pijnlijk had gegriefd. Vrijheid voor allen en in alles hadden de Katholieken, naar Schaepman. in de toelichting op zijn „Proeve van een Pro gram" opmerkt, lang en geduldig als een l eilige leuze bewaard. Vrijheid eischen de Katholieken, niet alleen voor zichzelf, niet alleen het herstel hunner eigen grieven, de vrijheid van Godsdienst en Onderwijs, het billijk aan deel in de ambtsbegeving, maar ook herstel der grieven, welke op andere gezindten drukken. Maar de Katholieken stonden in het Noorden aanvankelijk met hun liberale cischen alleen. Doch zoodrfl zich in 18.30 plotseling On voorbijgaand ook van de niet-Katholieken hier in 't Noorden een vrijzinnige bevlieging meester maakt, staat Van Sasse onmiddellijk in Den Haag voor den verbaasden Van Hogendorp en stelt hem een verbond voor tusschen Ka tholieken en liberalen: tusschen Roomsche en niet-Roomsche oppositie. Willem II was eindelijk onze eerste Oranjevorst, die zijn Roomsche onderda nen volkomen begreep; hij was le désiré der Katholieken, wiens reeoeringsprogram misschien slechts één stellig punt bevatte: recht doen aan hun grieven, waarbij hij de bitterste aanvallen en grievendste ver dachtmakingen van zijn eigen geloofsge- noo?en 7ro?seer3ê. Indien onze Oranjelief de, in de beproeving reeds gestaald, thans zoo hecht is, dan heeft Willem II daarin wel het ruimste aandeel. Waarlijk met bei de handen grijpen wij deze gelegenheid aan om op deze algemeene vergadering van de- zon algemeenen Nederlandschen Katho liekendag een woord van diepgevoelden dank en erkentelijkheid hulde te richten aan de nagedachtenis van onzen koninklij ken vriend, Willem II. Dg Katholieke Nederlanders zijn en blij ven een politieke persoonlijkheid, die vrij heid vordert voor zich en voor anderen. Zoo zijn wij gegroeid in de dagen onzer verdrukking en met Broere schamen wij ons niet, ons juist ook op die eeuwen te beroepen, ons met hem in fierheid herin nerend, dat wij hier zijn do „autochthonen, de echte kinderen van den grond", wier bestaan in dit land „geen vreemd, geen opgedrongen en geweldig, maar een na tuurlijk, door en door historisch, oorspron kelijk NederJandsch feit is." Met fierheid zeggen wij het dezen groo- ten emancipator, die in ons voor het eerst oen gerechtvaardigd zelfbewustzijn wekte, na: „Meest burger is hij, die het meest aan de wetten gehoorzaamt. Dat hebben de Ka tholieken gedaan, daar zij zelfs aan wetten, die hen verdrukten en onrechtvaardig wa- steeds onderworpen zijn gebleven, en zoo min als hun geloof de zaak des vaderlands hebben verlaten." Zeker wij willen ons niet hooghartig stel len, in een enkel opzicht, boven onze an dersdenkende lnndgeooten. Maar het mac toch wel gezegd, een liefde voor vaderland en vorstenhuis,-tegen de verdrukking in gegroeid en door de verdrukking gelouterd, moet toch wel hecht zijn en betrouwbaar. En het is wel treffend onze Kamerleden, die in 1896 met een program naar voren traden, dat leidde tot de stichting onzer Katholieke Staatspartij, als één hunner motieven te hooren aangegeven, de aan staande troonsbestijging van onze zoo ge- eerbiedigde vorstinne, Koningin Wilhel- mina, en nadruk te hooren leggen op de versterking van den band tusschen Vor stenhuis en Natie naar het woord van Z. M. Koning Willem III: „Oranje en Ne derland, onder Gods zegen vrij, onafhan kelijk, en één!" Eén! dat moeten wij, Katholieke Neder landers, op de eerste plaats blijven onder elkaar. Niet alleen iri het belang onzer Kerk, maar evenzeer en hierop willen wij als slot met grooten nadruk wijzen evenzeer in 't belang van ons geëerbiedigd - Vorstenhuis en ons lieve Vaderland. „DE VRIJMAKING EN HERLEVING VAN HET KATHOLIEKE NEDERLANDSCHE VOLKSDEEL." Pater dr. T a s s i a n u s H e n t z e n 0. F. M. zijn rede1. Spreker deelt zijn rede ln drie deelen, waarbij hij antwoord zal geven op deze vragen: le. Hoe was de toestand der onzen in de eerste helft der vorige eeuw? 2e. Hoe ontwaakte katholiek Nederland en werd de waarheid veroverd; dat ook de katholiek Nederlander is? 3e. Welke zijn thans de resultaten onzer vrijmaking en herleving? In 1795 werd er bij ons revolutie ge maakt op Hollandsche wijze, en wel met uitheemsche ideeën: 1795 in Holland was een kleine repetitie van 17S9 in Frankrijk: en vooral: zonder bloedvergieten. Gevolg van dezo merkwaardige en stoute actie was voor de katholieken de verlossing uit den druk. De katholieken waren nu af van recognitiegelden, van het bijdragen in bet onderhoud van gereformeerden eere- dienst en armenzorg, terwijl geen schuil kerken meer noodie waren, hun oude ker ken weer gedeeltelijk zouden worden te ruggegeven en hun priesters niet elk oogên blik meer in gevaar waren van verdrijving enz. Hc-t zou echter niet al tc.lang duren. Drie maanden reeds na de Staatsregeling van 1798 vertoonden zich de eerste sporen der reactie, die door de Staatsregeling van 1801 het werk van 1795 en 1798 weer grootendeels vernietigde. De rol der ka tholieken was in staatkundige uitgespeeld. En naar het scheen: voorgoed. Een korten tijd scheen de reactie met de komst van koning Lodewijk Napoleon ge stuit. Intusschen, ook deze LodewijkNapo leontische tijd bracht geen wijziging in den toestand der Nederlandsche Katholie ken, welke voor lange jaren deze was ge worden: ze moeten niet langer geplaagd en geringeloord worden als in den tijd der Republiek; daarvoor was men te „ver licht", maar wie zou er aan durven den ken, hun een aan hun aantal gelijkwaar dig aandeel te geven in de cultureele ont wikkeling van het Nederlandsche volk! Ook na 1813 is dan ook de invloed der katholieken op het openbare leven en den gang#van zaken volkomen nul. Wat was de oorzaak van dien toestand? Twee neerdrukkende krachten werkten daartoe in ons volk samen; protestantsche waan en het JozeUsme der regeering. Vooreerst was het de protestantsche waan van eigen superioriteit en alleenig vaderland schap. Een niet-volk, en een dom niot-volk en zelfs een staatsgevaarlijk niet-volk; ziedaar l oe zelfs de beste en meest gezaghebbende protestanten ons tot diep in de 19de eeuw beschouwden in het vrije Nederland! De Jozefistische bemoeizucht en voog dijschap der regeering, ziedaar de tweede neerdrukkende oorzaak naast den pro- testantschen waan van den toestand der katholieken. Voortdurend staan onder de regeering van Willem I de toch reeds zoo domme ka tholieken in verdenking van staatsgevaar lijkheid. De druk der regeering verstikte elke uiting van katholiek leven en haar voog dijschap belette het katholicisme een vol waardige positie in het volksleven in te nemen. Was het wonder, dat die domme dweep zieke katholieken door de zorgzame regee ring ook zorgvuldig buiten de benoemin gen werden gehouden? Zoo s7on3 Eeïï Maar Go3 ga? ons mannen, die ons, katholieken, moesten wakn ker schudden. Spreker 6chetst dan uitvoerig het zoo verdienstelijke werk van Joachim George le Sage te Broek, die ondanks boete en gevangenisstraf het goed recht der katho- lieken bepleitte in brochures en tijdschrift ten. Anderen wekte Gods Voorzienigheid, die nu vooral het recht gaan opeischen van het Nederlandsche katholieke volksdeel om als volwaardige Nederlanders, onvervalsch- te vaderlanders erkend te worden door overig Nederland. De eersten onder deze figuren zijn ka-s tholieke politici als een van Sasse van- IJsselt, die nu 100 jaar geleden den school strijd inluidde, en een Luvben, dr. J. ty. Cramer en later 'n Gouverneur, een Storm, een Rommo en anderen. Spr. denkt vervolgens aan Broere, don Ingekeerden werker van Hageveld en Warmond, die opeens met élan optreedt in de felle April-boweging van 1853 door zijn „Een bezadigd woord aan mijn welgezinde protestantsche landgenooten!", een mees terstuk van redeneerkracht. Aan Alberdingk Thvm, die telkens bij zijn ruime verdraagzaamheid voor zich en zijn geloofsgenooten de onverdeelde erken ning als Nederlander en vaderlander op- eischt. Aan den reconstructeur onzer geschie- denis, dr. W. J. F. Nuvens. En nu ten slotte: onder al die groote emancipatoren is er ééne dien velen onzer nog gekend hebben, één die het werk der voorgaanden voltooide, en die do eerste pe- riode onzer nieuwe geschiedenis afsluit Hol is mgr. dr. H. J. A. Schaepman Een factor, die groot aandsel heeft ge^ had ip hef werk onzer vrijmaking en her leving is de katholieke pers met zijn weinig bekende, doch invloedrijke werken. Welke is de befeekenis van het vrijere maakte en herleefde katholicisme voor de beschaving in Nederland? Vooreerst in het intellectueele leven van Nederland heeft het katholieke volk ruim aandeel. Het is een Nedprlandsch, wetenschappe lijk belang, dat ook de katholiek-welen- schanpelijke richting zich moer haan breekt, om zoo de Nederlandscne weten schap zelf meer universepl te maken. Be uitbouw van onze B K Universiteit zoo edelmoedig door ons Roomsche volk aan gevangen is daarom niet alleen een ka tholiek, maar ook een nationaal belang. Spr. komt nu aan het tweede cultuur terrein: dat van het zedelijk-goede: het gebied, waar zedelijke rpgelen enkeling en "volk richting moeten geven. In het Staatkundig lpven zijn wij dank den stoeren arbeid onzer emancipa toren zoo goed als ten volle in de posi tie, die aan ons aantal past. Dat hofpekent voor Nederlands beschaving, dat wij met de Protestantsche parliien de wachters en wakers zijn der christelijke cultuur in Ne derland. Op sociaal gebied is vervolgens heel ons rijk geschakeerd vereenigingsleven de bes te waarborg, dat ons volk in de zegeningen der chisteliike democratie kracht zal vin den tegen de verwoestingen van het aan stormend socialisme en kracht om vooruit te gaan in welvaart, en dat. zoo ooit op den grondslag der solidariteit dp christolijke in richting van het Nederlandsch sociaal-eco nomisch leven zal kunnen geschieden, dit zeker niet op de laatste plaats aan het op gewekt R. K. sociaal leven onzer dagen zal te danken zijn. Op charitatief terrein weet heel Neder land, dat èn in onze congregaties van lief de èn in onze stichtingen en huizen der ka tholieke charitas die liefde heerscht en bloeit, die het schoonste bezit is van een waarlijk Christelijk en beschaafd volk. Ten slotte, het gebied der schoonheid. In de sectie-vergaderingen wordt daarover gesproken. Ons heerlijk geloof geeft de hooge inspiraties aan de kunstenaarsziel. Twee katholieke namen zijn onafscheidfr' lijk met de Nederlandsche kunst verhon den: De Stuers en Cuypers. Ziedaar in vluchtig overzicht de vrijma king en herleving van het katholieke Ne derlandsche voiksdeel. Tot slot bidt spr. om ééne zaak. Kathoj lieken van Nederland, laat u niet verblin den door onze gunstige positie van liet oogênblik v.n.l. in politiek opzicht Veel, zeer veel- is er te doen om te behouden vrat is bereikt, en nog meer, nog veel meer W er te doen, om vooral in het intellectueele leven een ons waardige en met ons aantal overeenkomende positie in te nemen. Ook deze avond werd met zang opgeluis terd en met een gezellig samenzijn be sloten. DONDERDAG. De derde en laatste dag is begonnen nipt een Pontificale Hoogmis in de Eranciscanerkerk aan den Boschkant doof Zijn Excellentie mgr. Lorenzo Schioppa. Apostolisch Internuntius te 's-Gravenhagf- Onder leiding van den Directeur Er. Ha ling voerde het versterkte Zangkoor uit de Magdalena Mis van Loots en het Eccc Sa- cerdos Magnus van J. Beltjens. SECTIEVERGADERINGEN. Sectie VII. „Het aandeel der Ne derlandsche Katholieken aan Onderwijs en Wetenscha p", «oor prof. W. Nolet. hoogleeraar aan het Groot seminarie te Warmond. De spr. zette uitvoerig uiteen in 'n boeien" betoog, hoe door alle eeuwen heen de Katho lieken in Nederland zich daadwerkeW voor onderwijs en wetenschap hebben go* interesseerd. Sectie Vin. „Het aandeel i" Nederlandsche Katholieke» aan de plastische kunsten om dr E. Hastlnghuis, te 's-Gravenhage. Deze rede werd verduidelijkt door lichtbeelden. (Alleen werden de Midele»»j wen behandeld). Sectie IX, waarin dr. Mnller zo" »P»jJ ken over „Het aandeel der Kathol,'-'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 4