KALENDER DER WEEK 1 N.B. AJs niet anders wordt aangegeven left deze week iedere H. Mis Gloria, mist jredo en heeft de gewone Prefatie. ZONDAG 2 Aug. Negende Zondag i& Pinksteren. Mis: Ecce Deus. i gebed v. d. H. Alphonsus, 3e v. d. H. jlephanus. Prefatie v. d. Allerheiligste Kleur: Groen. Mochten ook wij erkennen wat ons den harfevrede brengt! (Evangelie), ook ons Hart zich in vrede verblij- door een getrouwe onderhouding van geboden (Offertorium). De Apostel ons in het Epistel aan tot een ge- louwe naleving van Gods Wet. 't Kost (rijd, maar onmogelijk is voor ons dien Irijd niet, want God houdt rekening met oze krachten en daarbij: God, Wiens eerlijkheid is verheven tot de Hemelen a Wiens Naam wonderbaar is op aarde, is onze hu'p, bereid ons te onttrekken an onze vijanden (Epistel, Graduale, Alle- Geve God ons de genade Zijn alp af te smeeken; om Zijn liefdebevel: en eet, dit is Mijn Lichaam" op te door onze veelvuldige H. Commu- je (Communio), waardoor wij met Hem één zullen zijn en in onze eenheid lerk (Postcommunio). MAANDAG 3 Aug. V i n d i n g v. d. H. tephanus, eerste Martelaar. Mis: ederunt. 2e gebed A Gunctis, 3e naar euze v. d. priester. Kleur: Bood. Na langen tijd verborgen te 'zijn ge werden, op goddelijke aanwijzing, een zekeren priester Lucianus, nabij gevonden de heilige lichamen an den H. Stephanus, eersten Martelaar a van Gamaliel, Nicodemus en Abibon eeuw). DINSDAG 4 Aug. Mis v. d. H. Domi- icus, Belijder. Os Justi. Kleur: Wit. De H Dominicus is de Stichter van de irde der Predikheeren (Dom'nicanen), •elke orde hij stichtte tot bestrijding der etterijen van zijn tijd. Hij stierf te Bo- )gna (Italië) 1221. WOENSDAG 5 Aug. Feestdag van L. Vrouw tér Sneeuw. Mis: S a 1- e (Zie de Votiefmis van O. L. Vrouw, an Pinksteren lot den Advent):"" Credo, van de Allerheiligste Maagd. (In- ullen: En U om de feestviering). Kleur: i t. Een godvruchtig, rijk, maar kinderloos chtpaar* te Bome wensclite iets groots- ;r verheerlijking der H. Maagd te stich- tn en smeekten Maria te mogen weten fat haar het aangenaamste zou zijn. Ma- ia verscheen in den nacht aan het echt- aar en tevens aan Paus Liberius en beval harer eer een kerk te stichten op de waar zij den volgenden dag den met sneeuw bedekt zouden zien. On- de hevige zomerhitte ('t was in vond men den volgenden mor den Esquilijnschen heuvel (één deT ze en heuvelen, waarop Bome is gebouwd) net sneeuw bedekt. Op die plaats liet Paus «iberius op kosten van het echtpaar een flS'üek bouwen, prachtiger en grooter dan lie andere Mariakerken. waarom die kerk lan ook genoemd werd: de Maria de Meör- lere. De gedachtenis van d:t wonder wordt 'P dezen dag gevierd en Maria geëerd als dezer kerk. DONDERDAG 6 Aug. Feest van de andering des Hee- op den berg Thabo r. Mis: II- nxerunt. 2e gebed (alleen in stille Missen) v d. H.H. Xistus en Gezel- Credo. Prefatie van Kerstmis. Kleur: HTï t. Schoon van gestalte is Hij (Christus) loven alle menschen. Bevalligheid ligt uit- [espreid op Zijne lipnen. (Kerk Getijden). VRIJDAG 7 Aug. Mis v. d. H Caje- lanus, Belijder, Os Justi. 2e gebed -v. d. (1. Donatus, Bisschop en Martelaar. W i t. De H. Cajetanus zette. Christus' woord: eerst het Rijk Gods en zijne gerech in daden om. Hij stichtte de orde Ier Theatijnen. die al'e zorg voor het aard- af'eggen en leven van do vrijwillige- laven der geloovigen. Vandaag is geoor loofd één Votiefm's v. h. H. Hart van Jo- tus. Miserehitur. (Zie in het Misboek acli- ler de maand Me-') Credo. Prefatie v. h. ff Kruis. Klenr: Wit. ZATERDAG 8 Aug. M i s v. d. H.H. C y- fi a c u s, Lat gus en Smaragdus. Timete. 2e gebed v. d. Vigilie i. d. H. Laurentius. 3e A Cunctis. 4e voor Paus. Kleur: Bood. Ook mag gelezen worden de H. Mis v. i. Vigilie: Dispersit. Geen Gloria. 2e gebed d. H H. Martelaren. 2e en 4e als boven. Kleur: Paars. fee. ALB. M. KOK, Pr. toen ze pas verschenen eenige jaren ge leden. Ons kan ze niet zoozeer bekoren en ton af te snijden heeft men er totaal niets jaan. De Frau Karl Druschki is de zuiverst fitte roos, zeer sterk en prachtig voor itruikroos en om te snijden. Madame Abel Chatenay is een heerlijk bekende vleeschkleurige rose roos met •on mooien knopvorm en zoowel voor Itruik- als stamroos geschikt. Moet in den *inter wat beschut staan. Kaiserin Augusta Victoria is niet zoo iiiver wit als de Frau Karl Druschki toaar toch een prachtroos, temeer, omdat zoo weinig witte rozen zijn. Een mooie gele roos is Souvenir de Claudius Pernet en een betrekkelijk nieu we Hollandsche aanwinst is Etoile de Hol- kflde (bloedrood). Een zeer 6terke, don- we roos is Hadloy. Zeer geschikt om te "lijden en zoowel voor struik als stam feschikt. Mooie baby-roosjes, speciaal voor rand jeechikt, zijn o.a.: Aennchen Muller, don- w rose. Tamelijk groot van bloem voor to® babyroos. Eblouissant is donker- •toireelig rood. RödMtte is een losse kers- roode roos, die zeer opvalt. Een mooie gele is Perle d'or, die zwak groeit en een mooie witte is Katharina Zeimet, die heerlijk riekt. Mooie klim- en treurrozen zijn o.a.: American Pillar met enkele rose bloe men met een wit hart en sterk groeiend; Dorothy Perkins met mooie rose gevulde bloemen; de meest populaire klim- en treur roos. Heeft echter nogal last van 't wit, tegen droge muren geplant. Alberic Bar bier is prachtig geel tot wit overgaand en heeft geen last van ziekten en bloeit den geheelen zomer door. Turner's Crimson Bambler is een oude bekende voor klim roos: ze heeft groote trossen, maar heeft ook weer veel last van 't wit, moet daar om liefst niet tegen muren staan, maar op luchtige plaatsen, tegen latten bijv. Tauzendschön is een zeer rijkbloeiende, lichtrose, tamelijk grootbloemige roos: vooral voor treurroos. Indien men van plan is in 't komende najaar rozen te koopen "(November is de beste tijd als 't niet vriest), dan moet men die bestellen, die op de canina (hondsroos) veredeld zijn. Dit is, vooral voor stam en treurro zen de meest geschikte onderstam voor ons klimaat. Koopt men marktrozen, dan heeft men 99 van de 100 kansen, dat ze op rugosa onderstammen veredeld zijn. Dit zijn dunne, kromme stammetjes, die meestal geen jangen levensduur hebben. Zoodra men wilde scheuten uit den grond ziet komen, die heel dicht bezet zijn met zachte doorntjes, heeft men met ro- gosa wildscheuten te doen, die weggeno men moeten worden. De canina wildling geeft niet zoo veel, maar veel grootere dqorns. Plant men rozen op vruchtbaren grond en in de zon, dan heeft er altijd succes mede. mits ze oordeelkundig gesnoeid wor den. Over 't snoeien schrijven we ter ge- legenertijd nog wel eens. In den zomer kan men volstaan met de uitgebloeide rozen met een paar bladknop jes er aan juist boven een bladknop er uit te snijden. Zoo bevordert men den vol genden bloei. V. H. VOOR ALTIJD.... „Een speld??"... „Maar daar liggen er toch, daar, voor voor jekijk dan, daar ze verblinden je oogen bjina!" „Verblinden mijn oogen! Kon je 't nog hatelijker zeggen „Wathatelijk! Ik mat me af je alles ovë'r te Teiken en God weet. of je 't noodig hebt!! Een -duiker maakt minder omslag, als hij in de diepte afdaalt, dan eene dame als zij naar een feestavond gaat!" Mevrouw, recht voor den spiegel, heft beurtelings haar afgematte oogen en han den, de eene met een kam, de a.ndere met een haar Lroche gewapend, omhoog... ..A's ik er aan denkdat je me geen genoegen kunt verschaffen nooit, zonder het met opzet door je aanmerkingen te ver gallen a! een maand vlaste ik -erop, naar dat bal te gaan, ik was zeker te blijje moet me weer .1! En in bet sa lon. een chaos van het laatste nieuws op geb'ed van mode, laat mevrouw zich op oen canapé neervallen naast haar bleek groen satijnen kleed, dat de kamerjuffer redt voor een onherstelbare verplelting En daar staafze, zenuwschokkend, de han den voor 't gelaatMet de zijne in z'n zakken, ziet de echtgenoot met ontsteld ge laat, wat hij heeft aangevangen Als zijn vrouw begint te schreien, zijn het poeder en de coldcream bedorven op nieuw moet ze zich dan verven en twee uur te laat zal men van huis gaan! En daarenboven zal zij er op 't feest ontdaan uitzien, met rood-geschreide oogen. En hare vriendinnen zullen zeggen „Z:e je dien langen Baoul't Is een schandaal! Zijn vrouw krijgt slaag ja, lieve, alsof 't. stokvisch was!" Naai* gewoonte strijkt Baoul de vlag, bakt zoele broodjes, om den toestand te redden. „Je neemt, ook alles verkeerd op, kleine! Je bent van avond zeer zenuwachtig." „Een reden voor jou om mij niet wan hopig te maken, door daar rekening mee te houden Meen je, dat ik voor mijn p'ezier ledenop speel voor Annette! Voor jouw plezier doe ik het!" 1 De vrede is goteekend. Mevrouw staat weer voor den spiegel en voltooit haar toi let, Voor haar op d'r knieën zit de kamer juffer met haar mond vol spelden en haar japon, bezaaid met naalden, waarin zijden draden van alle kleuren; zij naait letterlijk het kleed om het lichaam harer meesteres. „Ongelukkige, wil je me dan abso^ut hespotelijk maken? Dat zit n:et strak, hier en bovenal naai je me daar juist het groene met witte zijben je nog wel bij hoofd?" Baoul wandelt filosoferend rond met zijn handen op den Tug, neuriënd: Beelden uit mijn kinderjaren Trekken soms mijn geest voorbij, En dan zf ik mijn lief hutje, Mijn lief hutje hij de zee „Baoulik smeek er je om drentel niet zoo achter mijn rugje maakt me gek Baoul. gedwee als een afgeleefd post paard, blijft staan, zet znch op bet piano stoeltje. Zonder aan iets te denken, speelt de on gelukkige met kracht een paar accoorden. om den tijd wat te kortendo-do mi-mi do-do sol De klaroen wordt geblazen tot den aanval! Maar daar heb je de poppen aan 't dan sen! Een lange, wilde klinkt van het einde van 't vertrek, een Maori op het oorlogs pad, een vloek in buitengewoon hoog sna renspel 't Is de kleine Helena, die wak ker wordt.. Leentje is de kleine afstamme linge met blauwe oogen, het geliefkoosd poppetje, het bewonderend kleinood, bedor ven en aangebeden in het rose schrijn ha rer wieg. O vera' staat baar portret in het salon; op den schoorsteenmantel, op de piano, op het muziekkastje, op de étagère, op den met rood fluweel omhangen ezel. Wanneer men zijn afbeeldsel zoo vaak omkroond ziet., moei men rustig slapen. Helena beseft die verplichting niet; lui der en luider schreiend, terwijl mevrouw een blik van diep medelijden werpt op don groolen domoor van een echtgenoot, die steeds lompheden uithaalt!... Sommige oogenblikken zou men wel een kwartiertje in de diepte willen wegzinken. Baoul zou al "tevreden zijn. als hij zich in de piano kon verbergen. Voor hem, in volle lengte en minachtende majesteit in haar zeegroen kleed (waarvoor Baoul zes honderd gulden heeft betaald) haalt me vrouw hare schouders op met een gebaar van een oude godin. „Ik beg:n te gelooven, dat je 't met op zet. doet, dat je gezworen hebt, mij te bo- ietten gereed te komen!" „Maar toch, kon ik weten??" „Komaan wil het niet goed praten" Baoul komt. terug met het „corpus delicti" op zijn arm. Helena, rood als een kalkoen, kronkelt zich als een pier. prijpt zich vast aan de haren.-aan den baard baars vaders. A! De klaroen wordt geblazen lot den aanval! Zij valt aan. Helena!en geducht ook Pas op! het b ank gesteven overhemdDe knoop van den das is al van zijn plaats, en de boschviooltjes, ge kneed onder de razende vingers; hangen 'treurend in het knoopsgat- De ongelukkige Baoul is verplicht zijn spruit aan de kamerjuffer over te Teiken, maar de arme Annette is overdekt met spelden en naalden: mevrouw neemt het k'nd en reeds gereed voor het'bal, rukt ze Helena in haar gegantee»de armen, wiegt haar met ongeduld. Slaap, kindje, slaap, Daar buiten loopt een schaap! 'Ja, ik geloof dat ze slapen zal Daar buiten loopt een sdfeaap! Slaap, Leentje slaap. Niettegenstaande haar rijf jaren wil ze al meedoen, de kleine! Zij ziet allen ge kleed de waaier, het halman telt je, de pluim, de handschoenen, de hoed. de grijze overjas op de fauteuils liggen Dus ze gaan uitzonder haar Men heeft haaT thuis willen laten, zij gaat hen thuis doen blijven! Zij zingt mee! En do omstanders hooren een zachte melodie, tweestemmig. Slaap, kindje, slaap. Hi!.;, hi!hi .i ii Brrr De keukenmeid is uitgegaan, want men heeft reeds twee uur .geleden het middag maal gebruikt. Mevrouw, op den linker arm dragend den sleep van'haar kleed en haar kind, draait koortsig een pannetje boven de gasvlam in de keuken:het lijkt een dronken uiting: „Ik moet bier 't hoofd bij alle6 hebben! Helaas, a's ik er niet was! wat zullen de Linets zeggen 't Is al een uur over den tijd Baoul ziet toe als een hond met don staart tusschen de boenen „Wat ben je aan 't klaar maken?5' „Papaver, om haar tegen eifcéoi prijs te doen slapen." ,,'t Is misschien gevaarlijk!" „Gevaarlijk" En»opn:euw kijkt zij haar man aan met die uitdrukking van minachting, welke sommige sterke vrouwen hebben tegenover hun helden-ecbtgenooten. Dan boven do gasvlam baar klein hoofd, koninklijk ge kapt voor het feest, neerbuigend, verhaast zij het koken: want iedere minuut hier is er een minder daar, in liet feeënp?2eis van de halgodin, in de bedwelmende atmosfeer, waar rondzwieren, als droombeelden, de toiletten cn de bevallige fantasieën van den dans. Baoul! BaoulI „Vooruit! drink bet vlug uit, 't is lekker zoet." Maar T.ena, een teer kind, weigert hardnekkig. Haar wil bedwingend wordt de jonge vrouw h'stig liefteeder betooverend Den fei len glans harer oogen uitdoovend wiegt ze Helena zachtjes, haar tegen zich aandruk kend, weggedoken in een zetel en schijnt haar verlangen op te geven, als een kat, die niet meer naar het doel kijkt, dat ze be' oer t. „Stoute papa, die zijn lief dochtertje wakker maakt." „Niet uitgaan, ik wil het niet." „Neen, liefje, ik ga niet uit, ik pas een kleed. Leentje krijgt hetzelfde" „Jawel!!je gaat uit!" „Neen mijn lief duifjeik ga niet uitom jou ple'zier te doen Een moedertje verlaat haar hartediefjo niet Maar je moet maatje ook een pleizier doen?" En pratend brengt de moeder het kopje aan de lippen van hot kind. „Neen. neen. ik zal niet uitgaan maar je moet dit drinken andeTS gaat maatje wel uit... zeker... zij gaat uit, als Leentje niet drinkt't is om haar keel tje! Het miesje drinkt met een uitdrukking van argwaan op 't gelaathaar groote kinderoogeri pcil"n die harer moeder, die, om ze te doen liegen, al haar wilskracht aanwendt. „Neen. schoone lieveling, ik zal niet uit gaan! leg je hoofdje tegen mijn schouder je ziet wel, dat ik niet uitga Hot kinderkopje valt werkelijk slaperig op den schouder van de moeder Mevrouw wacht nog even: dan. voort schrijdend op de punten van hare fijne bal schoenen, legt ze hel kind voorzichtig in baar bed. „Laten we ons nu haasten." Baoul, ongerust over de snelle werking, vraagt haar, in 't rijtuig gaande: „Heb je de dosis niet te groot genomen, want. Zijne vrouw duwt zicht huiverig in een hoek van het coupetje: „De dosis! Kijk uit je oogen! Je trapt op mijn boa." Als ze 's morgens om zeven uur, ver moeid en afgemat, thuis kwamen, vonden ze de kleine Helena slapend in haar rose- wit bedje, zeer bleek op het kant-om zoomde kussen Beiden neigen reeds het hoofd naar beneden om haar te kussen, als de moeder een pijnlijken angstkreet slaakt: „Wat Is zij koud"!!! Raoul wil zijn dochter opheffen, maar de gevouwen ar men openen zich niet meer Sinds gisteravond was Lena dood voor altijd EEN EERSTE H. COMMUNIE TIJDENS DE FRANSCHE REVOLUTIE. Zekeren avond in den herfst van 1S5G waren wij gezeten rond de bejaarde baro nes v. H., en ons gesprek kwam ten laat ste oP de Fransche Revolutie. Eensklaps onderbrak ons de barones: „Gisteren was het de verjaardag van mijn eerste H. Communie, en daar deze behoort tot het droevig tijdvak, waarvan wij thans spreken, zal het u misschien welkom zijn eenige bijzonderheden daar van Ie vernemen. Het was in het jaar 1793, dat ik twaalf jaar oud, mijn eerste H. Communie deed in een sombere, akelige gevangenis. Mijn vader, die de wapens had opgenomen in het leger van Condé, had mij onder de hoodo van mijn moeder achtergelaten. Wij leidden te Parijs een zeer afgezonderd le ven, daar wij hoopten aldus Ie ontsnappen aan de volksbeweging, dien toen in de hoofdstad in vollen gang was. Helaas, on ze rust mocht niet van langen duur zijn. Zekeren avond kwamen eenige volksman nen om mijne moeder te zoeken, die hun was aangewezen als de vrouw van een, d e hel meest vijandig was aan de partij, wel ke toen de macht in handen had. Zij voer den haar weg en brachten haar naar de gevangenis, zonder dat het mij zelfs ver gund was afscheid van haar te nemen. Dank echter onzen onden dienaar had ik spoedig de plaats van haar gevangenschap ontdekt en mijn eenige gedachte was nu te zien of ik toegang tot den kerker kon krijgen om haar nog eenmaal te omhelzen. Na eenige weken va® geduldig wachten gelukte het mij in aanraking te komen met de vrouw van een der gevangenbewaarders, die oene dochter had van omstreeks mijn leeftijd. Ik wist spoedig de liefde van het kind te winnen en door haar won ik ook het hart der moeder. Ik bezocht dikwijls mijne, nieuwe vrienden en het duurde niet lang of ik meende het oogenblik gunstig om een onderhoud met mijne moeder te verzoeken. Het werd mij geweigerd, maar ik bleef aanhouden en ten laatste beloofde de oipiersvrouw mij de zoo vurig verlang de gunst. Zij hield haar woord; zij deed mij de kleoren van hare dochter aantrek ken en zoo volgde ik haar in de gevange nis, terwijl het den schijn had, alsof ik haar in de verpleging van de gevangenen h;elp Op die wijze bezocht ik m:jne moe der gedurende drie maanden tweemaaj per week. Bij een van die bezoeken nam mij ne moedor mij op haren schoot en onder snikken en tranen bracht zij mij aan bet verstand, dat wij weldra voor altijd van elkander gescheiden zouden zijn. Zij was geroepen voor de Techtbank, welke in die dagen het doodvonnis over zooveel on schuldige offers van de volkswoede uit sprak. Bij die treurige lijding was mijn hart op het punt van te breken en gij kunt mijn toestand beter begrijpen, dan ik dien thans beschrijven kan. Toon de eerste uit barsting van onze droefho-d over was, zei- dé mijn moeder, dat het de grootste vreug de van haar leven zou zijn. als zij mij mijn eerste H. Communie mocht zien doen. Zij had dikwerf den Almachl:gen God om die gunst gevraagd, en toen ik nog klein was, had zij de H. Maagd gebeden mij en haar zeiven voor dat gelukkig oogenblik te sparen. Want Marie, sprak zij, als men zijn eerste H. Communie goed gedaan heeft, dan ifl men in zékeren z;n van zijn eeuwig geluk verzekerd. Ik zou tevreden sterven, als ik u met uwen God vereenigd mocht zien. Nu is mij gisteren iels in de vedachle gekomen Tk kende een ouden priester van de Onze Lieve Vrouwe kerk, die n:et heeft kunnen vluchten H'j bewoonde in de straat Massillon een klein huisje, n:et ver van de kathedraal. Zijn hoogo ouderdom met zijn ziekelijke toe stand heeft hem zeker doen vergelen. Laat nu onze knecht zoo spoedig mogelijk on derzoeken of hij nog in leven is, en is hij gelijk ik hoop, aan dc vervolging onlsnapt, ga hem dan opzoeken en deel hem mede, in welken treurigen toestand wij ons be vinden. Vraag hem dan tevens a's een gunst, voor mij zelve, dat hij u uw ep-ste H. Communie late doen. Nog denze'fden avond ging ik den pres ter opzoeken en nu nog zie ik de tranen die over zijne wangen vloeiden, toen ik hem de woorden van mijne moeder over bracht. „M:jn kind",.sprak hij. ik heb uwe goe de moeder goed gekend. Zij was een hei- l:ge in de wereld Ik kan haar de gunst, die zij thans vraagt, niet weigeren. Zij, hooft u zeker reeds tot dat onuitsprekelijk geluk voorbereid, en ik vertrouw, dat gij hel waardig zult zijn. Daarenboven, de lijden zijn buitengewoon; w'j beleven weer de dagen der catacomben. Wij zullen doen als de eerste chris'enen Hij zeide mij- toen, dat ik b'cdden en den volgenden morgen vroegtijdig bij hem terug moest komen. Toen ik den anderen dag kwam. zoide de goede prester mij, dat hij in zi'n kamer juist de n. Mis lot intentie van mijne moe der opgedragen en dat hij twee H. Hosties b»?waard had. Mijn kind, sprak hij daarna, ik ga u een plechtige zending opdragen. Gelijk de priesters in de eerste eeuwen do,r Kerk zich van kinderen bedienden om liet Allerheiligste Sacrament aan de martela ren to brengen, zoo zult gij thans ook de H. Communie aan uwe moeder brengen en met haar voor de eerste maal communicee- ren. Ik kan u niet .vergozellen; mijne te genwoordigheid zou achterdocht wekken en alles bederven. Ga mijn kind, en dat 0o<I u bescberme. Hij gaf mij toen zijn zegen en vertrouw-* de mij den kostbaren schat. Hoe zal ik u zeggen, wat ik gevoelde toen ik de H. Hostie ontving en op mijn hart verborg? Langer dan zestig jaar ia het thans geleden en nu nog gevoel ik een onuitsprekelijke aandoening als ik er aan denk. Ik had niet de minste vrees, ik dacht zelfs niet aan gevaar. Ik bad den geheelen weg langs en het scheen mij als zong mijne ziel met do engelen, die mij vergezelden. ?>e cipiersvrouw opende mij do deuren der gevangenis en bracht mij naar de cel m jner moeder. Daar het ons laatste on- derhoud moest zijn, werden vrij geheel nl-» leen gelaten Zoodra ik mijn verheven zen-« ding bekend gemaakt had, vielen wij bei-« den op de knieën en langen tijd aanbaden wij het H. Sacrament. Mijn moeder liet mij al_ de gebeden herhalen, welke zij mij in mijne jeugd geleerd had en sprak uit! de volheid van haar geloovig en beminnend hart over het geluk, dat ons geschonken werd. Toen nam zij één van de H. Hosties in hare handen, sloeg hare oogen ten hen mei en beval mij en hare ziel den goeden God aan. Ik ontving uit hare hand mijn eerste H. Communie en zij nuttigde de an dere H. Hostie. Den volgenden dag ging ik weer naar de gevangenis, maar de cipiersvrouw weiger de mij den toegang. Zij gaf voor, dat "zij gestrenge orders had ontvangen en stelde m:j uit tot de volgende week. Een paar dag gen later bracht, onze getrouwe knecht mij' naar den ouden priester, met wien hij fluisterend een kort onderhoud had. Toen nam de priester mij bij de hand. Ging met mij naar bel venster en met zijn vinger ten hemel wijzend sprak hij deze wein'go woorden, die mij alles zeiden: „Mijn kind, uwe moeder is in den hemel; daar moet gij hope® haar weer te zien." HET RETOUPKAARTJE. Hanneske. Peermans, die in de buurt vnn Best woonde, zat op zekeren dag met. zijn vrouw voor hef haardvuur. Vrouw Beljo Peermans breide sokken, Hanneske rook to uit zijn neuswarmertje cn las in hét Huis gezin over de Landbouwtentoonstelling, in Den Bosch die zoo veel.moois en leerzaams voor buitenmenschen te zien gaf. Hanneske en Betje hadden al zooveel over die tentoonstelling hooren praten in het dorp, dat ze-er wel naar toe wilden. Zij hadden zelfs eerst nog plan gehad „mee te doen" aan die tentoonstelling, door een buitengewone en reusachtige kip er naar toe te sturen, doch tegen den tijd der verzending was de huilengewone kip „broeiziek" geworden en Hanneske en Bet- je hadden het zonde gevonden, de kip van haar a propos af te brengen door liaan naar Den Bosch te sjouwen en hadden er achttien eieren het- was een reuzenkip onder gelegd. Hun kip zat nu op den hooizolder in de plaats van in het Bossche plantsoen, maar dit was voor Hanneske en Betje toch geen reden, van do- tentoonstel-» ling weg te blijven. Hanneske nu las zijn vrouw hot tentoon' stellings-berichtje uit do krant voor en Betje zei: „Wat dunkt jou er van, Hannes, laai ons toch eens gaan kijken; 'wij zijn nogi nooit in een echte stad gewoost, het. kos'l toch nok zoo veel niet en wij kunnen ii( één dag terug zijn." nanneske en Betje waren hun leven lang nooit verder geweest dan aan den oenen kant Bokstel en aan den anderen Eind» hoven, doch deze twee plaatsen beschouw den ze niet als „echte" steden. Hanneske trok een paar keer aan zijn pijpke en rrtoende: „Gij hebt j;elijk, moeder, indien het mor-* gen mooi weer is, gaan we met den eer sten trein naar Den Bosch. Als we een twintig jaartjes jonger waren konden we het best boloopen, maar wo hebben nog nooit in een spoor gezeten. En dat moet toch zoo schoon zijn!" Hot weer was den volgenden morgen prachtig,- een uitgelezen Septemberdag en in alle vroegte begaven Hannes en Betje zich op weg naar Bokstel, om daar op den trein te stappen. Dat was weer een paar kwartjes uitgewonnen. Een uur te vroeg kwamen ze natuurlijk aan het station en traden in de wachtka mer tweede klas. Hef hoertje bestelde een pof bier en één broodje met worst, moedor een kop koffie. Hannes had niet bemerkt, dat hij in do wachtkamer tweede klas zat. Daar viel zijn oog topvallig op een kennisgeving van do spoorwegmaatschappij, waarin gezegd werd, dat in de wachtkamer tweede klas alleen menschen mochten zitten, die kaar tjes tweede klas haddon. Aanstonds stond ons Hanneske op ei' kocht twee kaarties tweede klas van Bokstel naar Rpn Bosch. TTij krabde achter zijn ooren pn dacht, dat hij toch betgr gedaan had, indien hij in de wachtkamer derde klas had gaan ziften: de menschen van buiten zijn gewoonlijk zeer zuinig met. hun geld. Hij was nu een gulden kwijt, ter-» wijl hij anders voor zeventig cent wa,J klaar gpkomen. De trein kwam eindelijk hinnen en Han neske en Betje stegen in den coupé m»>t mollige kussens. Toen de conducteur kwam. om de kaar tjes te knippen, bemerkte Betje. dat haar man geen retour genomen had. en daar ze een zeer spaarzame vrouw was, begon ze Hannes z'n domheid te verwijten. Ge-» heel de reis bromde Betje, over kaartjes. Tn Den Bosch was hef lang niet zoo als ze beiden verwacht hadden. Toen ze op de tentoonstelling waren, begon het fo stortregenen en het wilde maar niet ophoti den. Toen dachten ze, dal het thuis dan toch veel beter was, en reeds vroeg in den middag keerden zij naar Bokstel terug. Hannes ging behaaglijk in de zachte kussens zitten en trok zoo'n wool ijk guitig gezfcbt» toen hij ziin wederhelft eankoek, als wilde hij zeggen: „"Wacht maar, oude draak, gij zult nu niet meer op me bronv men." J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9