KALENDER DER WEEK
1
N.B. AJs niet anders wordt aangegeven
left deze week iedere H. Mis Gloria, mist
jredo en heeft de gewone Prefatie.
ZONDAG 2 Aug. Negende Zondag
i& Pinksteren. Mis: Ecce Deus.
i gebed v. d. H. Alphonsus, 3e v. d. H.
jlephanus. Prefatie v. d. Allerheiligste
Kleur: Groen.
Mochten ook wij erkennen wat ons den
harfevrede brengt! (Evangelie),
ook ons Hart zich in vrede verblij-
door een getrouwe onderhouding van
geboden (Offertorium). De Apostel
ons in het Epistel aan tot een ge-
louwe naleving van Gods Wet. 't Kost
(rijd, maar onmogelijk is voor ons dien
Irijd niet, want God houdt rekening met
oze krachten en daarbij: God, Wiens
eerlijkheid is verheven tot de Hemelen
a Wiens Naam wonderbaar is op aarde,
is onze hu'p, bereid ons te onttrekken
an onze vijanden (Epistel, Graduale, Alle-
Geve God ons de genade Zijn
alp af te smeeken; om Zijn liefdebevel:
en eet, dit is Mijn Lichaam" op te
door onze veelvuldige H. Commu-
je (Communio), waardoor wij met Hem
één zullen zijn en in onze eenheid
lerk (Postcommunio).
MAANDAG 3 Aug. V i n d i n g v. d. H.
tephanus, eerste Martelaar. Mis:
ederunt. 2e gebed A Gunctis, 3e naar
euze v. d. priester. Kleur: Bood.
Na langen tijd verborgen te 'zijn ge
werden, op goddelijke aanwijzing,
een zekeren priester Lucianus, nabij
gevonden de heilige lichamen
an den H. Stephanus, eersten Martelaar
a van Gamaliel, Nicodemus en Abibon
eeuw).
DINSDAG 4 Aug. Mis v. d. H. Domi-
icus, Belijder. Os Justi. Kleur: Wit.
De H Dominicus is de Stichter van de
irde der Predikheeren (Dom'nicanen),
•elke orde hij stichtte tot bestrijding der
etterijen van zijn tijd. Hij stierf te Bo-
)gna (Italië) 1221.
WOENSDAG 5 Aug. Feestdag van
L. Vrouw tér Sneeuw. Mis: S a 1-
e (Zie de Votiefmis van O. L. Vrouw,
an Pinksteren lot den Advent):"" Credo,
van de Allerheiligste Maagd. (In-
ullen: En U om de feestviering). Kleur:
i t.
Een godvruchtig, rijk, maar kinderloos
chtpaar* te Bome wensclite iets groots-
;r verheerlijking der H. Maagd te stich-
tn en smeekten Maria te mogen weten
fat haar het aangenaamste zou zijn. Ma-
ia verscheen in den nacht aan het echt-
aar en tevens aan Paus Liberius en beval
harer eer een kerk te stichten op de
waar zij den volgenden dag den
met sneeuw bedekt zouden zien. On-
de hevige zomerhitte ('t was in
vond men den volgenden mor
den Esquilijnschen heuvel (één deT ze
en heuvelen, waarop Bome is gebouwd)
net sneeuw bedekt. Op die plaats liet Paus
«iberius op kosten van het echtpaar een
flS'üek bouwen, prachtiger en grooter dan
lie andere Mariakerken. waarom die kerk
lan ook genoemd werd: de Maria de Meör-
lere. De gedachtenis van d:t wonder wordt
'P dezen dag gevierd en Maria geëerd als
dezer kerk.
DONDERDAG 6 Aug. Feest van de
andering des Hee-
op den berg Thabo r. Mis: II-
nxerunt. 2e gebed (alleen in stille
Missen) v d. H.H. Xistus en Gezel-
Credo. Prefatie van Kerstmis. Kleur:
HTï t.
Schoon van gestalte is Hij (Christus)
loven alle menschen. Bevalligheid ligt uit-
[espreid op Zijne lipnen. (Kerk Getijden).
VRIJDAG 7 Aug. Mis v. d. H Caje-
lanus, Belijder, Os Justi. 2e gebed -v. d.
(1. Donatus, Bisschop en Martelaar.
W i t.
De H. Cajetanus zette. Christus' woord:
eerst het Rijk Gods en zijne gerech
in daden om. Hij stichtte de orde
Ier Theatijnen. die al'e zorg voor het aard-
af'eggen en leven van do vrijwillige-
laven der geloovigen. Vandaag is geoor
loofd één Votiefm's v. h. H. Hart van Jo-
tus. Miserehitur. (Zie in het Misboek acli-
ler de maand Me-') Credo. Prefatie v. h.
ff Kruis. Klenr: Wit.
ZATERDAG 8 Aug. M i s v. d. H.H. C y-
fi a c u s, Lat gus en Smaragdus.
Timete. 2e gebed v. d. Vigilie
i. d. H. Laurentius. 3e A Cunctis. 4e voor
Paus. Kleur: Bood.
Ook mag gelezen worden de H. Mis v.
i. Vigilie: Dispersit. Geen Gloria. 2e gebed
d. H H. Martelaren. 2e en 4e als boven.
Kleur: Paars.
fee. ALB. M. KOK, Pr.
toen ze pas verschenen eenige jaren ge
leden. Ons kan ze niet zoozeer bekoren en
ton af te snijden heeft men er totaal niets
jaan.
De Frau Karl Druschki is de zuiverst
fitte roos, zeer sterk en prachtig voor
itruikroos en om te snijden.
Madame Abel Chatenay is een heerlijk
bekende vleeschkleurige rose roos met
•on mooien knopvorm en zoowel voor
Itruik- als stamroos geschikt. Moet in den
*inter wat beschut staan.
Kaiserin Augusta Victoria is niet zoo
iiiver wit als de Frau Karl Druschki
toaar toch een prachtroos, temeer, omdat
zoo weinig witte rozen zijn.
Een mooie gele roos is Souvenir de
Claudius Pernet en een betrekkelijk nieu
we Hollandsche aanwinst is Etoile de Hol-
kflde (bloedrood). Een zeer 6terke, don-
we roos is Hadloy. Zeer geschikt om te
"lijden en zoowel voor struik als stam
feschikt.
Mooie baby-roosjes, speciaal voor rand
jeechikt, zijn o.a.: Aennchen Muller, don-
w rose. Tamelijk groot van bloem voor
to® babyroos. Eblouissant is donker-
•toireelig rood. RödMtte is een losse kers-
roode roos, die zeer opvalt. Een mooie
gele is Perle d'or, die zwak groeit en een
mooie witte is Katharina Zeimet, die
heerlijk riekt.
Mooie klim- en treurrozen zijn o.a.:
American Pillar met enkele rose bloe
men met een wit hart en sterk groeiend;
Dorothy Perkins met mooie rose gevulde
bloemen; de meest populaire klim- en treur
roos. Heeft echter nogal last van 't wit,
tegen droge muren geplant. Alberic Bar
bier is prachtig geel tot wit overgaand en
heeft geen last van ziekten en bloeit den
geheelen zomer door. Turner's Crimson
Bambler is een oude bekende voor klim
roos: ze heeft groote trossen, maar heeft
ook weer veel last van 't wit, moet daar
om liefst niet tegen muren staan, maar
op luchtige plaatsen, tegen latten bijv.
Tauzendschön is een zeer rijkbloeiende,
lichtrose, tamelijk grootbloemige roos:
vooral voor treurroos. Indien men van
plan is in 't komende najaar rozen te
koopen "(November is de beste tijd als 't
niet vriest), dan moet men die bestellen,
die op de canina (hondsroos) veredeld
zijn. Dit is, vooral voor stam en treurro
zen de meest geschikte onderstam voor
ons klimaat. Koopt men marktrozen, dan
heeft men 99 van de 100 kansen, dat ze
op rugosa onderstammen veredeld zijn.
Dit zijn dunne, kromme stammetjes, die
meestal geen jangen levensduur hebben.
Zoodra men wilde scheuten uit den
grond ziet komen, die heel dicht bezet zijn
met zachte doorntjes, heeft men met ro-
gosa wildscheuten te doen, die weggeno
men moeten worden. De canina wildling
geeft niet zoo veel, maar veel grootere
dqorns.
Plant men rozen op vruchtbaren grond
en in de zon, dan heeft er altijd succes
mede. mits ze oordeelkundig gesnoeid wor
den. Over 't snoeien schrijven we ter ge-
legenertijd nog wel eens.
In den zomer kan men volstaan met de
uitgebloeide rozen met een paar bladknop
jes er aan juist boven een bladknop er uit
te snijden. Zoo bevordert men den vol
genden bloei. V. H.
VOOR ALTIJD....
„Een speld??"...
„Maar daar liggen er toch, daar, voor
voor jekijk dan, daar ze verblinden
je oogen bjina!"
„Verblinden mijn oogen! Kon je 't nog
hatelijker zeggen
„Wathatelijk! Ik mat me af je alles
ovë'r te Teiken en God weet. of je 't
noodig hebt!! Een -duiker maakt minder
omslag, als hij in de diepte afdaalt, dan
eene dame als zij naar een feestavond
gaat!"
Mevrouw, recht voor den spiegel, heft
beurtelings haar afgematte oogen en han
den, de eene met een kam, de a.ndere met
een haar Lroche gewapend, omhoog...
..A's ik er aan denkdat je me geen
genoegen kunt verschaffen nooit, zonder
het met opzet door je aanmerkingen te ver
gallen a! een maand vlaste ik -erop,
naar dat bal te gaan, ik was zeker te
blijje moet me weer .1! En in bet sa
lon. een chaos van het laatste nieuws op
geb'ed van mode, laat mevrouw zich op
oen canapé neervallen naast haar bleek
groen satijnen kleed, dat de kamerjuffer
redt voor een onherstelbare verplelting
En daar staafze, zenuwschokkend, de han
den voor 't gelaatMet de zijne in z'n
zakken, ziet de echtgenoot met ontsteld ge
laat, wat hij heeft aangevangen Als
zijn vrouw begint te schreien, zijn het
poeder en de coldcream bedorven op
nieuw moet ze zich dan verven en twee uur
te laat zal men van huis gaan! En
daarenboven zal zij er op 't feest ontdaan
uitzien, met rood-geschreide oogen.
En hare vriendinnen zullen zeggen
„Z:e je dien langen Baoul't Is een
schandaal! Zijn vrouw krijgt slaag ja,
lieve, alsof 't. stokvisch was!"
Naai* gewoonte strijkt Baoul de vlag,
bakt zoele broodjes, om den toestand te
redden.
„Je neemt, ook alles verkeerd op, kleine!
Je bent van avond zeer zenuwachtig."
„Een reden voor jou om mij niet wan
hopig te maken, door daar rekening mee
te houden Meen je, dat ik voor mijn
p'ezier ledenop speel voor Annette! Voor
jouw plezier doe ik het!"
1
De vrede is goteekend. Mevrouw staat
weer voor den spiegel en voltooit haar toi
let, Voor haar op d'r knieën zit de kamer
juffer met haar mond vol spelden en haar
japon, bezaaid met naalden, waarin zijden
draden van alle kleuren; zij naait letterlijk
het kleed om het lichaam harer meesteres.
„Ongelukkige, wil je me dan abso^ut
hespotelijk maken? Dat zit n:et strak,
hier en bovenal naai je me daar juist het
groene met witte zijben je nog wel bij
hoofd?"
Baoul wandelt filosoferend rond met
zijn handen op den Tug, neuriënd:
Beelden uit mijn kinderjaren
Trekken soms mijn geest voorbij,
En dan zf ik mijn lief hutje,
Mijn lief hutje hij de zee
„Baoulik smeek er je om drentel
niet zoo achter mijn rugje maakt me
gek
Baoul. gedwee als een afgeleefd post
paard, blijft staan, zet znch op bet piano
stoeltje.
Zonder aan iets te denken, speelt de on
gelukkige met kracht een paar accoorden.
om den tijd wat te kortendo-do mi-mi
do-do sol
De klaroen wordt geblazen tot den aanval!
Maar daar heb je de poppen aan 't dan
sen!
Een lange, wilde klinkt van het einde
van 't vertrek, een Maori op het oorlogs
pad, een vloek in buitengewoon hoog sna
renspel 't Is de kleine Helena, die wak
ker wordt.. Leentje is de kleine afstamme
linge met blauwe oogen, het geliefkoosd
poppetje, het bewonderend kleinood, bedor
ven en aangebeden in het rose schrijn ha
rer wieg.
O vera' staat baar portret in het salon;
op den schoorsteenmantel, op de piano, op
het muziekkastje, op de étagère, op den
met rood fluweel omhangen ezel. Wanneer
men zijn afbeeldsel zoo vaak omkroond
ziet., moei men rustig slapen.
Helena beseft die verplichting niet; lui
der en luider schreiend, terwijl mevrouw
een blik van diep medelijden werpt op don
groolen domoor van een echtgenoot, die
steeds lompheden uithaalt!... Sommige
oogenblikken zou men wel een kwartiertje
in de diepte willen wegzinken.
Baoul zou al "tevreden zijn. als hij zich
in de piano kon verbergen. Voor hem, in
volle lengte en minachtende majesteit in
haar zeegroen kleed (waarvoor Baoul zes
honderd gulden heeft betaald) haalt me
vrouw hare schouders op met een gebaar
van een oude godin.
„Ik beg:n te gelooven, dat je 't met op
zet. doet, dat je gezworen hebt, mij te bo-
ietten gereed te komen!"
„Maar toch, kon ik weten??"
„Komaan wil het niet goed praten"
Baoul komt. terug met het „corpus
delicti" op zijn arm.
Helena, rood als een kalkoen, kronkelt
zich als een pier. prijpt zich vast aan de
haren.-aan den baard baars vaders.
A! De klaroen wordt geblazen lot den
aanval!
Zij valt aan. Helena!en geducht
ook Pas op! het b ank gesteven
overhemdDe knoop van den das is al
van zijn plaats, en de boschviooltjes, ge
kneed onder de razende vingers; hangen
'treurend in het knoopsgat-
De ongelukkige Baoul is verplicht zijn
spruit aan de kamerjuffer over te Teiken,
maar de arme Annette is overdekt met
spelden en naalden: mevrouw neemt het
k'nd en reeds gereed voor het'bal, rukt ze
Helena in haar gegantee»de armen, wiegt
haar met ongeduld.
Slaap, kindje, slaap,
Daar buiten loopt een schaap!
'Ja, ik geloof dat ze slapen zal
Daar buiten loopt een sdfeaap!
Slaap, Leentje slaap.
Niettegenstaande haar rijf jaren wil ze
al meedoen, de kleine! Zij ziet allen ge
kleed de waaier, het halman telt je, de
pluim, de handschoenen, de hoed. de grijze
overjas op de fauteuils liggen Dus ze
gaan uitzonder haar Men heeft
haaT thuis willen laten, zij gaat hen thuis
doen blijven! Zij zingt mee! En do
omstanders hooren een zachte melodie,
tweestemmig.
Slaap, kindje, slaap.
Hi!.;, hi!hi .i ii Brrr
De keukenmeid is uitgegaan, want men
heeft reeds twee uur .geleden het middag
maal gebruikt. Mevrouw, op den linker
arm dragend den sleep van'haar kleed en
haar kind, draait koortsig een pannetje
boven de gasvlam in de keuken:het
lijkt een dronken uiting: „Ik moet bier 't
hoofd bij alle6 hebben! Helaas, a's ik er
niet was! wat zullen de Linets zeggen
't Is al een uur over den tijd
Baoul ziet toe als een hond met don
staart tusschen de boenen „Wat ben je
aan 't klaar maken?5'
„Papaver, om haar tegen eifcéoi prijs te
doen slapen."
,,'t Is misschien gevaarlijk!"
„Gevaarlijk"
En»opn:euw kijkt zij haar man aan met
die uitdrukking van minachting, welke
sommige sterke vrouwen hebben tegenover
hun helden-ecbtgenooten. Dan boven do
gasvlam baar klein hoofd, koninklijk ge
kapt voor het feest, neerbuigend, verhaast
zij het koken: want iedere minuut hier is
er een minder daar, in liet feeënp?2eis van
de halgodin, in de bedwelmende atmosfeer,
waar rondzwieren, als droombeelden, de
toiletten cn de bevallige fantasieën van den
dans.
Baoul! BaoulI „Vooruit! drink bet
vlug uit, 't is lekker zoet." Maar T.ena, een
teer kind, weigert hardnekkig. Haar wil
bedwingend wordt de jonge vrouw h'stig
liefteeder betooverend Den fei
len glans harer oogen uitdoovend wiegt ze
Helena zachtjes, haar tegen zich aandruk
kend, weggedoken in een zetel en schijnt
haar verlangen op te geven, als een kat,
die niet meer naar het doel kijkt, dat ze
be' oer t.
„Stoute papa, die zijn lief dochtertje
wakker maakt."
„Niet uitgaan, ik wil het niet."
„Neen, liefje, ik ga niet uit, ik pas een
kleed. Leentje krijgt hetzelfde"
„Jawel!!je gaat uit!"
„Neen mijn lief duifjeik ga niet
uitom jou ple'zier te doen Een
moedertje verlaat haar hartediefjo niet
Maar je moet maatje ook een pleizier
doen?"
En pratend brengt de moeder het kopje
aan de lippen van hot kind.
„Neen. neen. ik zal niet uitgaan maar
je moet dit drinken andeTS gaat maatje
wel uit... zeker... zij gaat uit, als
Leentje niet drinkt't is om haar keel
tje!
Het miesje drinkt met een uitdrukking
van argwaan op 't gelaathaar groote
kinderoogeri pcil"n die harer moeder, die,
om ze te doen liegen, al haar wilskracht
aanwendt.
„Neen. schoone lieveling, ik zal niet uit
gaan! leg je hoofdje tegen mijn schouder
je ziet wel, dat ik niet uitga
Hot kinderkopje valt werkelijk slaperig
op den schouder van de moeder
Mevrouw wacht nog even: dan. voort
schrijdend op de punten van hare fijne bal
schoenen, legt ze hel kind voorzichtig in
baar bed.
„Laten we ons nu haasten."
Baoul, ongerust over de snelle werking,
vraagt haar, in 't rijtuig gaande: „Heb je
de dosis niet te groot genomen, want.
Zijne vrouw duwt zicht huiverig in een
hoek van het coupetje: „De dosis! Kijk uit
je oogen! Je trapt op mijn boa."
Als ze 's morgens om zeven uur, ver
moeid en afgemat, thuis kwamen, vonden
ze de kleine Helena slapend in haar rose-
wit bedje, zeer bleek op het kant-om
zoomde kussen Beiden neigen reeds het
hoofd naar beneden om haar te kussen,
als de moeder een pijnlijken angstkreet
slaakt: „Wat Is zij koud"!!! Raoul wil zijn
dochter opheffen, maar de gevouwen ar
men openen zich niet meer
Sinds gisteravond was Lena dood
voor altijd
EEN EERSTE H. COMMUNIE TIJDENS
DE FRANSCHE REVOLUTIE.
Zekeren avond in den herfst van 1S5G
waren wij gezeten rond de bejaarde baro
nes v. H., en ons gesprek kwam ten laat
ste oP de Fransche Revolutie. Eensklaps
onderbrak ons de barones:
„Gisteren was het de verjaardag van
mijn eerste H. Communie, en daar deze
behoort tot het droevig tijdvak, waarvan
wij thans spreken, zal het u misschien
welkom zijn eenige bijzonderheden daar
van Ie vernemen.
Het was in het jaar 1793, dat ik twaalf
jaar oud, mijn eerste H. Communie deed
in een sombere, akelige gevangenis. Mijn
vader, die de wapens had opgenomen in
het leger van Condé, had mij onder de
hoodo van mijn moeder achtergelaten. Wij
leidden te Parijs een zeer afgezonderd le
ven, daar wij hoopten aldus Ie ontsnappen
aan de volksbeweging, dien toen in de
hoofdstad in vollen gang was. Helaas, on
ze rust mocht niet van langen duur zijn.
Zekeren avond kwamen eenige volksman
nen om mijne moeder te zoeken, die hun
was aangewezen als de vrouw van een, d e
hel meest vijandig was aan de partij, wel
ke toen de macht in handen had. Zij voer
den haar weg en brachten haar naar de
gevangenis, zonder dat het mij zelfs ver
gund was afscheid van haar te nemen.
Dank echter onzen onden dienaar had ik
spoedig de plaats van haar gevangenschap
ontdekt en mijn eenige gedachte was nu te
zien of ik toegang tot den kerker kon
krijgen om haar nog eenmaal te omhelzen.
Na eenige weken va® geduldig wachten
gelukte het mij in aanraking te komen met
de vrouw van een der gevangenbewaarders,
die oene dochter had van omstreeks mijn
leeftijd. Ik wist spoedig de liefde van het
kind te winnen en door haar won ik ook
het hart der moeder. Ik bezocht dikwijls
mijne, nieuwe vrienden en het duurde niet
lang of ik meende het oogenblik gunstig
om een onderhoud met mijne moeder te
verzoeken. Het werd mij geweigerd, maar
ik bleef aanhouden en ten laatste beloofde
de oipiersvrouw mij de zoo vurig verlang
de gunst. Zij hield haar woord; zij deed
mij de kleoren van hare dochter aantrek
ken en zoo volgde ik haar in de gevange
nis, terwijl het den schijn had, alsof ik
haar in de verpleging van de gevangenen
h;elp Op die wijze bezocht ik m:jne moe
der gedurende drie maanden tweemaaj per
week. Bij een van die bezoeken nam mij
ne moedor mij op haren schoot en onder
snikken en tranen bracht zij mij aan bet
verstand, dat wij weldra voor altijd van
elkander gescheiden zouden zijn. Zij was
geroepen voor de Techtbank, welke in die
dagen het doodvonnis over zooveel on
schuldige offers van de volkswoede uit
sprak. Bij die treurige lijding was mijn
hart op het punt van te breken en gij kunt
mijn toestand beter begrijpen, dan ik dien
thans beschrijven kan. Toon de eerste uit
barsting van onze droefho-d over was, zei-
dé mijn moeder, dat het de grootste vreug
de van haar leven zou zijn. als zij mij
mijn eerste H. Communie mocht zien
doen. Zij had dikwerf den Almachl:gen
God om die gunst gevraagd, en toen ik nog
klein was, had zij de H. Maagd gebeden
mij en haar zeiven voor dat gelukkig
oogenblik te sparen. Want Marie, sprak
zij, als men zijn eerste H. Communie goed
gedaan heeft, dan ifl men in zékeren z;n
van zijn eeuwig geluk verzekerd. Ik zou
tevreden sterven, als ik u met uwen God
vereenigd mocht zien. Nu is mij gisteren
iels in de vedachle gekomen Tk kende een
ouden priester van de Onze Lieve Vrouwe
kerk, die n:et heeft kunnen vluchten H'j
bewoonde in de straat Massillon een klein
huisje, n:et ver van de kathedraal. Zijn
hoogo ouderdom met zijn ziekelijke toe
stand heeft hem zeker doen vergelen. Laat
nu onze knecht zoo spoedig mogelijk on
derzoeken of hij nog in leven is, en is hij
gelijk ik hoop, aan dc vervolging onlsnapt,
ga hem dan opzoeken en deel hem mede,
in welken treurigen toestand wij ons be
vinden. Vraag hem dan tevens a's een
gunst, voor mij zelve, dat hij u uw ep-ste
H. Communie late doen.
Nog denze'fden avond ging ik den pres
ter opzoeken en nu nog zie ik de tranen
die over zijne wangen vloeiden, toen ik
hem de woorden van mijne moeder over
bracht.
„M:jn kind",.sprak hij. ik heb uwe goe
de moeder goed gekend. Zij was een hei-
l:ge in de wereld Ik kan haar de gunst,
die zij thans vraagt, niet weigeren. Zij,
hooft u zeker reeds tot dat onuitsprekelijk
geluk voorbereid, en ik vertrouw, dat gij
hel waardig zult zijn. Daarenboven, de
lijden zijn buitengewoon; w'j beleven weer
de dagen der catacomben. Wij zullen doen
als de eerste chris'enen
Hij zeide mij- toen, dat ik b'cdden en
den volgenden morgen vroegtijdig bij hem
terug moest komen.
Toen ik den anderen dag kwam. zoide de
goede prester mij, dat hij in zi'n kamer
juist de n. Mis lot intentie van mijne moe
der opgedragen en dat hij twee H. Hosties
b»?waard had. Mijn kind, sprak hij daarna,
ik ga u een plechtige zending opdragen.
Gelijk de priesters in de eerste eeuwen do,r
Kerk zich van kinderen bedienden om liet
Allerheiligste Sacrament aan de martela
ren to brengen, zoo zult gij thans ook de
H. Communie aan uwe moeder brengen en
met haar voor de eerste maal communicee-
ren. Ik kan u niet .vergozellen; mijne te
genwoordigheid zou achterdocht wekken
en alles bederven. Ga mijn kind, en dat 0o<I
u bescberme.
Hij gaf mij toen zijn zegen en vertrouw-*
de mij den kostbaren schat.
Hoe zal ik u zeggen, wat ik gevoelde
toen ik de H. Hostie ontving en op mijn
hart verborg? Langer dan zestig jaar ia
het thans geleden en nu nog gevoel ik een
onuitsprekelijke aandoening als ik er aan
denk. Ik had niet de minste vrees, ik dacht
zelfs niet aan gevaar. Ik bad den geheelen
weg langs en het scheen mij als zong mijne
ziel met do engelen, die mij vergezelden.
?>e cipiersvrouw opende mij do deuren
der gevangenis en bracht mij naar de cel
m jner moeder. Daar het ons laatste on-
derhoud moest zijn, werden vrij geheel nl-»
leen gelaten Zoodra ik mijn verheven zen-«
ding bekend gemaakt had, vielen wij bei-«
den op de knieën en langen tijd aanbaden
wij het H. Sacrament. Mijn moeder liet
mij al_ de gebeden herhalen, welke zij mij
in mijne jeugd geleerd had en sprak uit!
de volheid van haar geloovig en beminnend
hart over het geluk, dat ons geschonken
werd. Toen nam zij één van de H. Hosties
in hare handen, sloeg hare oogen ten hen
mei en beval mij en hare ziel den goeden
God aan. Ik ontving uit hare hand mijn
eerste H. Communie en zij nuttigde de an
dere H. Hostie.
Den volgenden dag ging ik weer naar de
gevangenis, maar de cipiersvrouw weiger
de mij den toegang. Zij gaf voor, dat "zij
gestrenge orders had ontvangen en stelde
m:j uit tot de volgende week. Een paar dag
gen later bracht, onze getrouwe knecht mij'
naar den ouden priester, met wien hij
fluisterend een kort onderhoud had. Toen
nam de priester mij bij de hand. Ging met
mij naar bel venster en met zijn vinger ten
hemel wijzend sprak hij deze wein'go
woorden, die mij alles zeiden: „Mijn kind,
uwe moeder is in den hemel; daar moet
gij hope® haar weer te zien."
HET RETOUPKAARTJE.
Hanneske. Peermans, die in de buurt vnn
Best woonde, zat op zekeren dag met. zijn
vrouw voor hef haardvuur. Vrouw Beljo
Peermans breide sokken, Hanneske rook to
uit zijn neuswarmertje cn las in hét Huis
gezin over de Landbouwtentoonstelling, in
Den Bosch die zoo veel.moois en leerzaams
voor buitenmenschen te zien gaf.
Hanneske en Betje hadden al zooveel
over die tentoonstelling hooren praten in
het dorp, dat ze-er wel naar toe wilden.
Zij hadden zelfs eerst nog plan gehad
„mee te doen" aan die tentoonstelling,
door een buitengewone en reusachtige kip
er naar toe te sturen, doch tegen den tijd
der verzending was de huilengewone kip
„broeiziek" geworden en Hanneske en Bet-
je hadden het zonde gevonden, de kip van
haar a propos af te brengen door liaan
naar Den Bosch te sjouwen en hadden er
achttien eieren het- was een reuzenkip
onder gelegd. Hun kip zat nu op den
hooizolder in de plaats van in het Bossche
plantsoen, maar dit was voor Hanneske en
Betje toch geen reden, van do- tentoonstel-»
ling weg te blijven.
Hanneske nu las zijn vrouw hot tentoon'
stellings-berichtje uit do krant voor en
Betje zei:
„Wat dunkt jou er van, Hannes, laai
ons toch eens gaan kijken; 'wij zijn nogi
nooit in een echte stad gewoost, het. kos'l
toch nok zoo veel niet en wij kunnen ii(
één dag terug zijn."
nanneske en Betje waren hun leven lang
nooit verder geweest dan aan den oenen
kant Bokstel en aan den anderen Eind»
hoven, doch deze twee plaatsen beschouw
den ze niet als „echte" steden.
Hanneske trok een paar keer aan zijn
pijpke en rrtoende:
„Gij hebt j;elijk, moeder, indien het mor-*
gen mooi weer is, gaan we met den eer
sten trein naar Den Bosch. Als we een
twintig jaartjes jonger waren konden we
het best boloopen, maar wo hebben nog
nooit in een spoor gezeten. En dat moet
toch zoo schoon zijn!"
Hot weer was den volgenden morgen
prachtig,- een uitgelezen Septemberdag
en in alle vroegte begaven Hannes en
Betje zich op weg naar Bokstel, om daar
op den trein te stappen. Dat was weer een
paar kwartjes uitgewonnen.
Een uur te vroeg kwamen ze natuurlijk
aan het station en traden in de wachtka
mer tweede klas. Hef hoertje bestelde een
pof bier en één broodje met worst, moedor
een kop koffie.
Hannes had niet bemerkt, dat hij in do
wachtkamer tweede klas zat. Daar viel
zijn oog topvallig op een kennisgeving van
do spoorwegmaatschappij, waarin gezegd
werd, dat in de wachtkamer tweede klas
alleen menschen mochten zitten, die kaar
tjes tweede klas haddon.
Aanstonds stond ons Hanneske op ei'
kocht twee kaarties tweede klas van
Bokstel naar Rpn Bosch. TTij krabde achter
zijn ooren pn dacht, dat hij toch betgr
gedaan had, indien hij in de wachtkamer
derde klas had gaan ziften: de menschen
van buiten zijn gewoonlijk zeer zuinig met.
hun geld. Hij was nu een gulden kwijt, ter-»
wijl hij anders voor zeventig cent wa,J
klaar gpkomen.
De trein kwam eindelijk hinnen en Han
neske en Betje stegen in den coupé m»>t
mollige kussens.
Toen de conducteur kwam. om de kaar
tjes te knippen, bemerkte Betje. dat haar
man geen retour genomen had. en daar
ze een zeer spaarzame vrouw was, begon
ze Hannes z'n domheid te verwijten. Ge-»
heel de reis bromde Betje, over kaartjes.
Tn Den Bosch was hef lang niet zoo
als ze beiden verwacht hadden. Toen ze op
de tentoonstelling waren, begon het fo
stortregenen en het wilde maar niet ophoti
den. Toen dachten ze, dal het thuis dan
toch veel beter was, en reeds vroeg in den
middag keerden zij naar Bokstel terug.
Hannes ging behaaglijk in de zachte
kussens zitten en trok zoo'n wool ijk guitig
gezfcbt» toen hij ziin wederhelft eankoek,
als wilde hij zeggen: „"Wacht maar, oude
draak, gij zult nu niet meer op me bronv
men." J