Voor Huis en Hof] Joen voor een modefirma. Een en ander zal mettertijd moeten plaats maken voor de vergrooting van het Kamergebouw, doch [wanneer 'a Lands financiën spreken daarin ook een hartig woordje mede! Klopt op het Binnenhof het hart des lands, voor de journalistiek is de perstri bune het neusje van den zalm. Men raakt daar op de hoogte niet alleen met allerlei ■wetten en toestanden, maar leert ook de politieke kopstukken kennen, wat hoogst interessant is. Een herinnering :in de wel bekenden „nacht van Staal" liep wijlen Dir. Tydeman peinzend door bovengenoemd gangetje heen en weer toen de zitting voor een tijdje was geschorst om den leden ge legenheid te geven tot onderling beraad. De liberale heer Tydeman, anders nooit uit den plooi komend, was toen aan zicht bare opgewondenheid ten prooi, zóó ge spannen was de toestand, waarin hij een belangrijke rol vervulde. Hij en de zijnen hadden toen nog wat meer in de melk te brokken dan thans. Ontstond er weer zoo'n brandende quaestie, men zou om de leiden de politici te kunnen gadeslaan aan den anderen kant der zaal moeten wezen, rechts. Maar daar is niet zoo'n leuk gan getje met trapje! Vroeger vergaderde de Tweede Kamer ook 's Maandagsmiddags, terwijl op de overige dagen Zaterdag uitgezonderd de zittingen durden van elf tot ongeveer ■half één en dan na een half uurtje .voor de koffie tot een uur of vijf, dat wil zeg gen in de latere jaren. Een halve eeuw terug evenwel vond met het om drie uur, half vier al meer dan welletjes. De wel sprekendheid was toen grooter, maar de woordenstroom veel kleiner, waaraan even wel billijkheidshalve moet worden toege voegd, dat er toen ook veel minder aan de orde was. Vergelijk daartoe maar eens de stapels stukken uit dien rustigen tijd met die van nu! In dien goeden ouden tijd was eens pre sident de heer Van Reenen. die de gewoon te had tegen half vier zijn speelwagentje te laten voorkomen over auto's droomde men nog niet eens! waarmede hij dan naar zijn buitengoed vertrok. Om te voor komen dat. de zitting veel langer dan tot dit tijdstip duurde, wat het geval kon wez^u indien een langdradig redenaar of een mi nister aan het woord kwam, werd dan door de vrienden van dien grasses, trou wens even gesteld op vroeg eindigen als bij, wel eens het woord gevraagd louter om net zoolang te spreken tot de president gevoegelijk de vergadering kon schorsen tot den volgenden dag. De redenaar placht dan toevallig met zijn betoog net klaar te rijn. Om zulke dingen moest men tegenwoor dig eens komen. !AJO. BESCHRIJVING DER PLAAT. 1 No. 237. Een charmant costuum van roomwitte wollen mouseline. Over de lengte van de bost loopen twee smalle strookjes in dwars geplisseerd en van roode foulard- rijde. Tusschen deze is gevat een breeders etrook van bedrukte mouseline waarin het- relfde rood voorkomt als dat der naast gelegen smalle pjisse. Van doze stof is ook bet aardige schootje dat zoodanig wordt aangebracht, dat het van voren belangrijk lager hangt als in de -zijden. Het wordt van boven begrensd door een ceintuur van de ■elfde stof en gepliseerd als de strookjes over de borst; in het midden een leuke «ieTgesp in rood galalith. De hals garneere men met een kraagje vah de witte mouse line waarin men een aardige geperforeerde broderie maakt met een gefestonneerd randje. Een witte vilthoed, beige kousen en roode schoenen. Patroon f 1.35 No. 238. Van alpaga tint ^bleu mode" is dit aardige cos tuum, dat al heel geschikt is voor den nazomer. De rok is rondom ge plisseerd evenals de strook welke uit den laillenaad valt en naar de rechterzijde zich aanmerkelijk verbreed. Het lijfje heeft een overslag met revers en kraag welke langs bun buitenkant een witte biais hebben van •welke die langs den kraag kleine dwarse plooien vertoont. De mouwen zijn vrij nauw en recht en hebben aan de polsen breede omslagen. Een hoed van wit vilt, rose kousen en blauwe of zwarte schöenen. Patroon f 1.85. i No. 239. Een lief kinderjurkje van effen in bedrukte groene mouseline. De eerste jroor het lijfje en de mouwen: de laatste iroor het rokje en de gepbsseerde strook van Toren. De hals is gegarneerd met een rond kraagje van witte batist met wat open borduurwerk en over de borst loopt een •ffen strookje met knoopsgaten voor de ihiiting. Om het middel (niet te hoog) een ceintuurtje dat van voren onder de plissé yerdwijnt. Lange rechte mouwen met pauwe polsjes: kousen grijsgroen en schoe pen bruin: een hoedje in bijpassend groen. Patroon f 0.90 (8—12 jaar). No. 240. Een aardig jurkje voor meis jes van 8 tot 14 jaar. Het is eenvoudig van Inaaksel en men kan als stof ook met een ipoedkoop weefsel iets goeds bereiken. De bekende frotté is uiterst geschikt en als ïnen deze in wit neemt kan het eenigszins geplooide duhbele kraagje óf van dezelfde «tof óf in rood genomen worden. Lijfje en jrok zijn aan. elkaar verhonden, maar het eerste hangt 2 c.M. los over de laatste. (Aan het hoven- en langs het onder-einde Taai het rokje worden op regelmatige af standen eenvoudige vierkante motieven ge borduurd in grove roode en zwarte wol. Bet ceintuurtje wordt zoodanig door Ons Bloed. Misschien dat sommige lezers van dit blad er belang in stellen iets te vernemen omtrent ons bloed, bijv. waartoe het dient, de hoeveelheid, de samenstelling, etc. Wij willen trachten in een eenigszins bevattelijken vorm het een en ander daar omtrent mee te dooien. Het bloed heeft verschillende functies. Het zorgt voor de ademhaling, voor de stof wisseling, voor do verwarming. Deze allen zijn echter speciale functies, doch de al- gemeene functie van het bloed is wel deze, dat het zorgt, dat alle onderdeelen van het lichaam gelijkelijk datgene krijgen wat zij noodig hebben. Het is de verbindingsweg tusschen de organen van ons lichaam on derling en de schakel tusschen alle organen en de weefsels. Hoeveel bloed heeft een mensch? Men weet dit tegenwoordig vrijwel nauw keurig, doch het is niet zoo eenvoudig ge weest om deze vraag te beantwoorden. Vroeger meende men dit te kunnen be palen door bij het lijk vloeistof te persen in de slagaderen, die na den dood bijna allen leeg zijn, omdat alsdan bijna al het bloed zich bevindt in de aderen d. z. de va ten die het bloed naar het hart toevoeren. Deze methode was echter zeer onbe trouwbaar, omdat door de druk, de kleine vaten scheuren en veel van het ingeperste vocht wegstroomde. Een andere methode, die tot beter resul taat leidde, is de volgende: Men bepaalde de hoeveelheid bloed, die uit de halsslagaderen spoot van een ge rechtelijk onthoofde. Vervolgens spoot men door de slagaderen van het lichaam een bepaalde hoeveelheid water, zoolang totdat het ingespoten water bijna weer onge kleurd te voorschijn kwam. Nu is de roode kleur van normaal bloed afhankelijk van de roode bloedkleurstof, het haemoglobius, waarvan het gehalte in normaal bloed bekend is. Men kan dit ge halte of 'percentage ook bepalen in een mengsel van bloed en water en op deze manier kan men de hoeveelheid bloed in dat mengsel bepalen. Aldus kreeg men het resultaat dat de mensch ongeveer 7.3 pet. van zijn lichaams gewicht aan bloed bezit. Ook dierproeven gaven hetzelfde resul taat. Een mensch, die 70 K.G. weegt, heeft dus ruim 5 Kg. bloed. Natuurlijk is dat cijfer slechts een gemiddelde. Kinderen hebben relatief meer bloed dan volwassenen. Man nen hebben in 't algemeen meer bloed dan vrouwen. Natuurlijk heeft ook de voe- dings toes tand, waarin 3e mensch verkeert, invloed. Zoo zal een slecht gevoed of „on dervoed" mensch te weinig bloed bezitten. Een der voornaamste functies van het bloed is de in de longen ingeademde zuur stof naar alle deelen van het lichaam te vervoeren en het in de organen en weefsels gevormde koolzuur naar de longen te bren gen de gaswisseling dus. Gassen nu, zooals koolzuur en zuurstof, lossen zeer moeilijk op in een vloeistof, vooral in een warme vloeistof. Hoe snel toch ontwijkt het koolzuur bijv. uit een glas spuitwater. Hoe komt het nu dat ons bloed In staat is zoo gemakkelijk betrekkelijk groote hoe veelheden gassen te binden? Daartoe moeten we het bloed eens nader beschouwen in zijn samenstelling. Bloed bestaat uit een heldere lichtgele vloeistof: het plosina waarin millioenen zeer kleine schijfjes zweven, nl. witte en roode. Over de witte, de leucocyten, zullen wij het thans niet hebben ofschoon daarover veel merkwaardigs zou te vertellen zijn bijv. hoe zij bij een. onstekingsproces, wan neer bacteriën een of ander deel van ons lichaam bedreigen, dadelijk als trouwe sol daten naar dat bedreigde punt heensnellen om de aanvallers te weren en ons lichaam te verdedigen. Hierover later eens uitvoe riger. Meer interesseeren ons thans de roode bloedlichaampjes. Aan hen ontleent het bloed zijn roode kleur. Zij zijn uiterst klein. Er gaan er niet minder dan ongeveer vijf mülioen in een kubieken millimeter. Een volwassen mensch met ongeveer 5 liter bloed heeft er dus niet minder dan 25 billioen! In deze bloedlichaampjes bevindt zich nu een weinig van de roorle bloedkleurstof het baemoglobine dat ijzer bevat. Die bloedkleurstof nu verbindt zich in de longen zeer gemakkelijk met de zuur stof uit de lucht, die voor 1/5 uit zuurstof bestaat. Beladen met zuurstof stroomt nu ons bloed van uit de longen naar alle organen en weefsels van ons lichaam en staat daar de voor het leven der cellen zoo onmisbare zuurstof af. Bloed dat beladen is met zuurstof is helder rood en heet slagaderlijk bloed. Wanneer het bloed zijn zuurstof heeft afgestaan in de weefsels der organen, neemt het het koolzuur, dat daarin is opge hoopt, op en voert dit weer terug naar de longen om daar uitgeademd te worden. Door middel van ons bloéd heeft dus een onafgebroken transport plaats van zuur stof en koolzuur. Het voert de levenbren gende zuurstof door alle deelen van ons lichaam en voert bet schadelijke koolzuur voortdurend daaruit af. De bouw der roode bloedlichaampjes is er op berekend, dat het haemoblobine d.i. de roode kleurstof die ïn de bloedcellen voorkomt, zooveel mogelijk gas kunnen op nemen. Men kan de bouw van een rood bloed lichaampje het best vergelijken met een schijfje met dikke randen. De zuurstof op genomen in de Iongen verspreidt zich tus schen die milliardem plaatjes en dringt door de dunne wanden van deze en wordt daar door de bloedkleurstof, het maemo- globine opgeslorpt. De afmetingen van zulk een rood bloed lichaampje zijn uiterst klein. De doorsnede is 1 micron, de dikte 1.7 micron. Een mi cron is het duizendste gedeelte van een millimeter. De oppervlakte is dus 90 vier kante micron. Schijnbaar is dit niet veel, doch ook hier maken vele kleintjes een groote, want als men nu weet dat wij on geveer 25 billioen van zulke roode bloed lichaampjes bezitten dan kan men uitre kenen, dat het gezamenlijk oppervlak daarvan bedraagt niet minder dan een1 kwart Hectare. Inderdaad een verrassende uitkomst, de grootte ongeveer van het stationsplein te Leiden. Interesseert het li te weten: dat in „la Presse Medicale" de onder zoeker Letulle met eenige voorbeelden aan toont, dat er inderdaad z. g. kankerfami lies bestaan? dat men zelfs in sommige families een groot aantal gevallen aantreft van kanker van één orgaan of van één bepaald gebied? dat men zelfs van kankerdorpen spreekt zoo bijv. het dorp Labastide-Rouairoux in de nabijheid van Toulouse waar een opmerkelijk groot aantal* inwoners ster ven aan kanker? dat men meent eindelijk 'tegen de vree- selijke ziekte der melaatscheid een genees middel te hebben gevonden in de olie uit de zaden der chaulmorgraplant? dat het departement van Landbouw in Amerika een aantal zaden van deze plant heeft laten komen uit Burma en Siam, waar deze plant in 't wild groeit, en gezonden heeft naar die landen waar de melaatsch- heid nog veel voorkomt, zooals in Brazilië, Columbia, Venezuela, Cuba en Hawai? dat de resultaten, met de chaulmorgra- die verkregen, bemoedigend zijn en aan sporen tot verdere toepassing. W. Pas: v>:nv. Op ll! ROZEN IN DEN TUIN. Veelal wordt de roos de koningin bloemen genoemd en wat het uiterlijk treft is ze dat dan ook ongetwijfeld, dan is het ook een koningin, die pt, het kader van onzen democratischen Ze stelt namelijk niet zulke hooge als we van een koningin zouden vi ten. De lelie, en dan vooral de witte, ook wel de koningin der bloemen geno p en o.i. komt haar dien naam ten volle .i want de lelie is mooi, zeldzaam tot kere hoogte. Deze heeft ook nogal ties. De roos daarentegen is wel mooi, bijzonder algemeen en van de meeste o riateiten kan gezegd worden, dat z zeer weinig tevreden. Wij zijn er allen over eens, dat de roos een bloem is, die door ieder ten zeerste! i waardeerd wordt. De meeste variateiten (soorten wat anders) staan op 't oogenblik len bloei of beginnen spoedig v tweede maal te bloeien. Men kan 't oogenblik het beste z'n keuze als men van zins is 't volgende of den volgenden winter rozen i schaffen. De namenlijst der rozen is zoo enorm uitgebreid, dat het heusch' schande is, als men de hoornen niet f( door het bosch. Hoeveel rozenvarial er precies zijn, durven we niet met i j( heid zeggen; zeker is, dat er duiz^ zijn. 't Is daarom, dachten we, niet stig eenige goede variateiten met eigenschappen op te noemen, handleiding. De General Mac Arthur is een groeier, die nooit bevriest, scharlake 'fj de bloemen op mooie, stevige „4 geeft en remonteert (doorbloeit). schikte voor perkroos. General Superior A Jansen Eai rose id. Jhr. J. L. Moek roserood id. Madame Caroline Testout vleesct^ rig rose id. t, Madame Eduard Herriot is „H woon geschikt zoowel voor struikroo op stam, maar om af te snijden heelt K er niet veel aan. De kleur is prachtig raalrood met geel eb scharlaken ge:jp ceerd. Prince de Bulgarie is vleescW rose en groeit flink. Red Letter day is zeer bloeirijk en had een grooten du t, bei aan;, spleetjes in de stof gevlochten, dat het tel kens onder de borduurmotiefjes doorgaat. Op het borstzakje treffen we verder een. gelijksoortige broderie aan als zoo juist ge noemde. Het hoedje van wit vilt of stroo; kousen wit evenals schoenen. Patroon f 0.90. No. 24i. Kinderjurkje voor meisjes van 5 tot 8 jaar. Als slof neme men een gele crêpe bedrukt met Schotsche ruiten in grijs en groen. Links en rechts over de horst loopt een plooi en het midden wordt ingenomen door een strook effen, bijpas send groen, waarvan ook het heup-cein tuurtje en het strookje om de mouwen. Het kraagje is van witte kant en het daaronder vandaankomend gestrikte lintje make men van een strookje witte crêpe. Het hoedje bijpassend groen of geel; kousen beige en schoenen bruin. Patroon f 0.67 No. 242. Een 'hoog elegante zomer mantel van beige crêpe. Vanuit de taiülelijn met sterk schuin verloop valt een breede ruime slrook zoodanifg dat het linker gedeelte met een punt veel lager afhangt, hoewel het meest bui tenste gedeelte weer opgetrokken wordt en vastgehecht ter hoogte van de knoopsgaten der sluiting. De revers is zeer lang en reikt tot aan het einde van den overslag. Het is noodzakelijk dezen mantel geheel ie voeren en men neemt daarvoor een beige-gebloemde witte voerzijde of iets in dezelfde kleur. Patroon f 1.50. EENHEID IN ONS TOILET. Eenheid vinden wij, tot in elk détail van ons toilet. De mode schrijft een uitge sproken eenheid voor, ondanks de groote verscheidenheid van bonte kleuren, on danks de verscheidenheid van vorm en snit. Kousen en schoenen moeten harmo nieeren, hoed en sjaal, of hoed en japon hebben een op den voorgrond tredende gelijkenis in kleur, of wel de garueering van hoed en japon is van hetzelfde ma teriaal. Er is misschien nooit zooveel kleurig heid geweest in de toiletten, als thans het geval is, doch „einheil" wordt met zorg in het oog gehouden en het geldt voor zeer chic en smaakvol, dit tot in elk on derdeel van ons toilet vol te houden. Zoo is het ook ten opzichte van onze sieraden. In colliers ziet men heel mooie en kost bare soorten bij de juwelier met bijbehoo- rende oorhangers en armbanden. Echter, in de groote modemagazijnen ziet men ook heel mooie en smaakvolle fantasie-colliers, armbanden, broches en oorringen, die een heel goed effect kun nen opleveren, mits ze met zorg en in overeenstemming gekozen worden. Wij zien heel aardige colliers, bestaande uit slingers kralen in metaal-kleuren zooals: zilver, goud, gebrand-zilver en blauwachtig staal. Deze kettingen worden meerdere malen om den hals geslingerd en geven een blanken hals een groote be koring. Natuurlijk moeten oorbellen en armbanden, behalve in overeenstemming met het collier, ook harmonieeren met de kleur van het toilet en dikwijls ook zelfs met den vorm daarvan. Stijlvolle toiletten vooral vragen om bij zondere zorg ten opzichte van het kie zen der sieraden. Lange oorbellen staan bij deze costuums meestal zeer goed, doch slechts weinig vrouwen kunnen om hun vorm van gelaat en hals dergelijke oor- hangersdragen. Wie een rond, vol gelaat en een korten hals heeft, moet geen lange oorhangers dragen, alleen bij een smal smal gezicht en een eenigszins dunnen hals staan ze dikwijls goed. Te veel sieraden gelijk dragen is nooit fijn en getuigt niet van goeden smaak en beschaving. Men zorge er vooral voor, geen siera den van verschillende gekleurde steentjes te dragen. ANNIE M. M. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat gemaakt, bunnen besteld worden onder toezending 'of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De i maten op te geven volgens ondeisi d teekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 8