Toon do trein reeds lang in beweging
was. kwam de conducteur in den coupe en
yrocg om de kaartjes.
„Alsjebelieft. mijnheer", antwoordde
Hannes beleefd, „hier zijn Wee retour-
kaarlies tweede klas naar Bokstel!"
„Wat, wal!" schreeuwde zijn vrouw,
„hebt ge uu retourkaartjes gekocht? Zijt go
gek?"
„Gij hebt tooh gezegd, dat die veel goed-
kooper waren," zei bij bedeesd.
„Toch niet als men naar buis gaat,
domkop!"
Retje zei onderweg geen woord, en dat
duurde drie dagen lang.
Als ze weer op reis gaan, zal Belie voor
de kaartjes zorgen. M. T.
Enfant terrible.
Een dame laat uit eon voornamen win
kel van kindercostuums eenige der elegant
ste pakjes van het nieuwste Parijsche mo
del aan haar huis bezorgen. Wijl na enkele
dagen de verwachte bestelling uitblijft
en ook de costuums niet worden terugge
zonden, wordt telefonisch gevraagd, boe is
beslist geworden. Bij afwezigheid dor
moeder verschijnt de 12-jarige Hilda cn
antwoordt zeer slagvaardig: „O dank u,
die kunt u laten terughalen", we zijn al
gefotografeerd!"
Te vroeg beloond.
Kleino Manrits (blij): Pa^ nu zit ik
toch niet meer in de achterste bank!
Pa: Goed zoo, jongen, dan heb je wel
een kwartje verdiend! Heb je nu zoo goed
geleerd, dat je daar niet meer zit?
Maurils: De achterste bank moet op
geschilderd worden, pa.
Hij kon niet anders.
„Doktor, ik heb zoo'n pijn in mijn rug,
hoven in mijn rug, eigenlijk meer in iniju
schouders."
„Zoo, en heeft u die pijn voortdurend?"
„Neen dat niet. 't Meest heb ik er last
van als ik mijne ééne arm 'recht zijwaarts
uitstrek en dan een zwaaiende beweging
maak En als ik dan mijn andere arm ook
zijwaarts uilslr'-k en daarmee eveneens
een zwaaiende beweging maak. En als ik
dan heide armen iels naar binnen buig en
eenige malen achtereen weer die zwaai
maak."
„Ja maar, neem mij niet kwalijk, waar
om maakt u van die krankzinnige bewe
gingen mot uw armen?"
„Non dokter, weet 11 een andere ma
nier om uw jas aan te trekken?"
Een lastig geval.
Reizigers: „Heb je karnemelk?"
Boer- „Jawel mijnheer."
Reiziger: „Breng me dan een glas, maar
zoo van de koe."
Advertentie.
Een viool te koop van een hoer, die naar
Amerika vertrekt in een bonten kast.
'n Goede raad.
Vertel me nu eens, Jacob, hoe vindt
je mijn vrouw?
Als ik de waarheid moet zeggen,
Gerard, mooi is ze niet.
Neen, dat mag wol zoo. wezen. Uit
wendig is ze niet aantrekkelijk, maar in
nerlijk.... enfin, uitstekend!
Weet je wat, vriend, laat haar kee-
ron.
Oh!
Hoe komt het, dat jij zoo lui rondwan
delt? He<?ft de opzichter je gesnapt, toen
jo onder arbeidstijd zat te meuren?
Neen, de secretaris der werkloozen-
organisatie betrapte rue toon ik werkte.
Verstrooid.
Dienstmeisje: Hemel professor, daar
heeft do hond uw biefstuk opgegeten!
Nu wat zou dat? Daar zal mol,
niet dood van gaan.
De taotoe.
Kastelein: „Wat is dat daarhuii i
voor een getoeter?"
Pantoffelheld (opspringend): „Mijn
oudje blaast de taptoe".
Nauwkeurig.
Rechter: U was dus moederziel al
leen thuis.
Getuige: Neen....
Rechter: Hoe kunt u dat zeggen? Alle
getuigen verklaren, dat u geen levende ziel
bij u hadf
Getuige: En mijn lieve twee goud-
vischjes dan?
't Leek verdacht.
Zeg eens heerschap, zei de politie
agent, wat sta je daar stiekum in dat por
tiekje? Zou je niet liever doorloopcn?
Ik wacht tot de dame, die hier woont,
slaapt, zei liet ongunstige sujet.
Dat zou ik maar niet doen, -zei de
agent weer, loop jij maar door!
Liever niet, ik woon hier ze is mijn
vrouw.
Uit het opstel van een schoolmeisje.
Een cent en een gulden kwamen elkaar
fegon in een portemonnaie. De gulden
trok zijn neus op cn zei:
Ik ben honderd keer zooveel waard
als jij.
Dat is waar, maar ik men veel beter
dan jij, zei de cent. Ik kom eiken Zondag
in de kerk en jij nooit.
Flegmatiek.
Johan, riep de vrouw van n aimen
man in het holst van den nacht, wordt
toch wakker, er is een dief in huis.
T.aat liorp maar gerust zoeken, ant
woordde de man flegmatiek, als hij iets
van waarde vindt, dan zullen wij het hem
afnemen, maar hij vindt toch niets.
Niet zoo bedoeld.
Schilder: Zegt u n>e eons eerlijk uw
meaning over deze schilderij.
"Bezoeker: O, ze heeft hoegenaamd
geen waarde.
Schilder: Dat weet ik wel, maar ik
zou haar toch graag eens hooren.
VRAGENBUS.
V r a a g 6 8. Wat beteekent eigenlijk ve
getariër?
Antwoord. Kijk, dat is nu een
vraag, die waard is te worden gesteld. Ik
ben overtuigd, dat er heel veel menschen
zijn, die het woord gehoord hebben en we
ten wie zoo al een vegetariër is en wat
hij eet en eten mag enz. enz., maar wat de
eigenlijke beteekenis van dit woord is, da»
is, geloof ik, slechts aan weinigen bekend.
Een vegetariër beteekent eigenlijk, een
vroolijk, opgewekt menseh. Wie had dat
gedacht hé? Het woord is afgeleid van 't
J atijnsche' adjectief vogetus, dat het -best
niet opgewekt, vroolijk te vertalen is.
Een vegetariër, zooals wij die kennen,
is een heel ander mensch en heeft met
vroolijk en opgewekt niets te maken. Als
wij spreken van een vegetariër, dan stellen
wij ons iemand voor, die heelemaal geen
vleesch eet; die geen zout gehruikt: geen
sterken drank drinkt enz. enz., iemand dus
die zijn levenswijs heel anders heeft inge
richt dan wij gewone stervelingen, die alles
eten, wat de pol schaft.
Vraag 69. Waf beteekent „bruiloft"?
A n t w o o'r d. Bruiloft is een heel,
fieel oud woord. Wol heette het in den Oer-
maanschen tijd „hruidloop" wat zijn oor
spronkelijke beteekenis is, als we denken
aan de manier, waaron den verliefde zijn
bruid wist te bemachtigen. Hij toch moest
de bruid door roof zich verschaffen. Dit
gebruik is waarschiinüjk ook de oorsprong
van de gewoonte, die in sommige gedeel
ten van Dm'tschlan 1 nog in zwang is. wair-
bij de bruid, na een voorsprong te hebben
gekregen, voor den bruidegom vlucht en
door hom vóór oen bepaald punt moet wor
den ingehaald. Gelukt fmm dit niet, dan
wordt hij door de bruiloftsgasten bespot.
En hiermee meen ik deze vraag voldoen
de te hebben toegelicht en kan groote zus,
Jie de vraag stelde, precies zien, waf dit
woord wat haar zoo zoet in de on ren
-Hinkt, beteekent nu en beteekende voor-
Ven.
Vraag 7 0. Waar komt het woord
Sri! vandaan?
Antwoord. Daf is ook wonr een van
,'ie woorden, dat ren ander borjd voorden
torst toovert, dan het dit aanvankelijk
-leed. Wie vermoedt foeh hij hrt hooren van
liet woord „bril" dat men hmr fe doen
heeft met een Ttaliaanseh woord daf berg
kristal beteekent. TTrt woord dateer» van
■ongeveer 1800; heette boryllus, later beril
in thans bril.
Waf wij on 't oogenhlik er onder ver
staan. behoef ik niet fr zeggen; 't woord
«preek nu voor zich z"lf.
De volgende week beantwoord ik de vol
gende vraag:
Vraag 71. Waar komt het woord keizer
an koning vandaan?
De Redacteur.
V-
POE HET PIET VERRIN1,
door Oom Wim.
Vin.
En die wandeling liep door hef groote
hosrli, dat ruim een uur van de kostschool
verwijderd lag. Dan was het feest voor de
jeugd. Daar gingen zo het liefst heen: dan
mochten zij vrij spelen en ravotten en dan
was het toezicht niet zoo scherp, als hij
de gewone wandelingen door do naburige
dorpen. Dat spreekt immers ook vanzelf..
Door de dorpen moest de orde gehand
haafd worden en daf was alleen mogelijk
wanneer ze netjes bleven in rijen van vier
loopen. Maar eenmaal huiten de dorpen en
builen de bewoonde buurten, dan mocht er
wat meer vrijheid genoten worden én was
van in rijen loopen dan ook geen sprake
meer.
En juist op deze omstandigheid had
Piet gevlast Dat was eenn uitstekende ge
legenheid, om er stiekum tusschen uit te
gaan.
„Achterblijven; stilletjes achter een boom
springen; de troep laten verder trekken;
dan rechts-om-kcert maken en een veilig
plaatsje zoeken, om op verhaal te komen
en dan.zien verder te komen, al moest
dit dan ook te voet gebeuren!" Ziotdaar
het plan en zoo zal Piet probeeren de
plaat te poetsen.
He» is Woensdag.
Allen gaan zich kleeden voor de groote
wandeling.
Piet neemt zijn maatregelen goed. T-Tiï
trekt een paar stevige schoenen aan; zorgt
voor warm ondergoed, zou hii den nacht,
huiten moet doorbrengen; heeft al sedert
twee dagen brood stillekens overgespaard
en nu netjes in de diepe zakken van zijn
binnen jas gestoken: heeft al hot gol d mee
genomen. dat hij van vader kreeg hij diens,
vertrek en'.neemt zijn plaats in. in de
rij, die hem wordt aangewezen. Dat is
precies de laatste rij van alle jongens, wat
zijn# vlucht zal vorTomakkoliiken. Of zou
het soms zijn. dat hij zoo vlak hij den sur
veillant te loepen komt en toch nog min
der kans krijgt te vluchten?
TToo het ook zij- inwendig iuieh» e°n stem
die hem spreekt van vrijheid, gouden vrij
heid. heerlijke vriiheid enweg uit dat
oord. waar het dak dreigt hem op 't hoofd
te vallen.
Daar ligt het bosch voor hen. Nog een
kwartiertje en z,e ziin er. Zh'n hart slaat
vlugger, hoe dichter ze naderen. De
slr>mnr>n schallen al luider op. Ral»!
Heerliik! Even rusten op Imt zachte mos!
Feu eekhorentje wint van 'ok tot tak en
verdwimf in hef dichte '«'nderdnk: een
zaehf zuidenwind'e mis^hf door de hallen
van dezen temnel, waarin mysterieuze
stemmen fluisteren en snr-eken in ovhe-
kende falen. Fnl is plechtig stil, tot,...
het rommando klinkt: „Voorwaarts
marseh"!
Allen springen recht en voItou. den l>vec-
den weg die door het bosrh leidt. He' is
een geroezemoes van stemmen van be
lang "Men zingt, met iuieht, men roept,
men fluit en al d'"e stemmen schallen en
klateren 'egen de stammen dier woud reu
zen. fo» de vot'elfie.q verschrikt vluchten
dien er hef bosrh in en geen er. kei eek he
rent "e zelfs zün nieuwsgierige Mïkk"n naar
heneden wern maar verdwenen is voor z.e
ter nlaafse genaderd zijn.
Men kan b"t ze aanzien, dat jonge
volkje, dat ze gpnioton van dp frlssche
natuur en die heerlüke ho.seb,"ehten. die
de Tonden sterkt en oon blos ja?.on de
soms Meeke wanden en een tinteling legt
ir hef zoo vaak doffe oerr van zoovelen de
zer, die hier nu rithiheTpr on uitzingen in
dartel snel en vrooljiko kent en leutig
ge.snan. TTier verbeet e»k dezer, ziin kleine
verdriet en zün kinderlijke zorgen. Hier
is geen plaats tof kniezen en morren on
mokken, hier hruïscht en schirmt lief le
ven en wek» m.f v. urrdo en je.ü'f, TT-or.
maar zie! Wie bliiff. daar aot.tor hij den
drrtni van den w°g en buk» alsof hii zooM
naar jefs wat vorloren was? Wie? TT of
is Piot en zachfkens sprine' hii achter den
dikken eik en wacht tot de stemmen al
zwakker worden en dan draait hij om en
verdwijnt in het kreupelhout en loont fo»
hii amechtig neervalt en.... blijft dan.,
tegen een boom aangeleund ziften.
Terwijl Pief rust en in gedachten zich
reeds verheugt dal hij on slap gaaf naar
huis, komen de anderen buiten het boseh
en.... wordt „aantreden" gecomman
deerd om to zien of de rijon compleet zijn
on ieder op post is. En toen.... wordt
Pief gomïst enonmiddellijk nogint de
iaehf on hem 15 der groofon zullenhef
bosch afzoeken en door geluiden elkander
waarschuwen, als z.e den vluchteling heb
ben gevonden. Hof duurt'niof lang. of Piot
is „gevat" en wordt nu onder gejuich bij
de anderen gebracht, die langs den kant
van den weg do vijftien uitgezondenen zon
den wachten. Voel woorden worffen me!
Piet. dio van verlogenbeid ziin oogen neer
slaat, niet gedoeld Hij ken» zijn vonnis
wel. De laatste waarschuwing was eon
bedreiging tot „wegsturen" zoodat hii niet
anders kan verwachten dan zijn vertrek
met onbepaald verlof, zooals zijn kame
raad dat zeer typisch en juist uitdrukte.
En toen dan ook Piet bij den ZeerEerw
Overste moest komen, wist hij wel. wat hem
te wachten st/md en kon dan ook goon
woorden vinden om zijn spijt uit te druk
ken en belofte t^ doen van beterschap.
Morpon vroeg mijn vriend, is je rijk
hier uit. Pak van middag dadelijk alles in,
wat Ie hebt, want morgen kom» vader je
halen Jongens zooals jij bent, kunnen we
hier niet gebruiken. Hef spijt me voor va
der en moeder; zij verdienden voor hunne
moeite en zorgen: voor lninne groote lief
de voor jou, meer dankbaarheid. En nu ga!
(Wordt vervolgd).
-* ^""herinneringen.
Slot.
X.
Twee trokken er vooral mijn aanlacht
nl. „Do Schelde Vrij" en de „Conpo". Dat
zijn muzen standbeelden' Bij oom Cons»ant
was de ontvangst niet minder hartelijk dan
hij alle andere familieleden. Alleen simpt
het hem, dat we weer zoo gauw weg moes
ten, anders hadden we Antwerpen eens af
gekeken. We gingen nog wel even om de
O T, Vr. Kerk, wier machtige toren van
ongeveer 110 M de heelo stad beheerscht,
Ie bezichtigen, maar deze was helaas ge
sloten. Wat maakte dat bouwwerk, zo(
groot cn zon nrachtig, een diepen indruk op
mij. Hef verblijf bij oom was van korten
duur. Bij het afscheid beloofden we liet
volgend jaar wat langer te komen. Nu
gingen we naar het druks'e gedeelte van
Antwerpen, naar het groote station. Ontel
baar waren de auto's en andere voertuigen
En wat een prachtige winkels! Bii het sta
tion was hef een geweldige drukte. Het
station zelf is een kunstwerk. In een zeer
groote hal bevinden zich de loketten Een
hoo.ge ruime trap gepff toegang tof het
perron. Franseh, Encelsch. Duitsch, Ne-
derlandsch en nog vele andere tale* trof
fen mijn oor. Onder epn breede verkap
ping bevinden zich verschillende perrons,
waarlusschen ongeveer tien spoorlijnen
Voor elke liin is epn groot boni aange
bracht. waarop vermeld, de aankomst der
treinen er. hun resnec'ieveliike bestem
ming. Dit ia mogelijk, daar dat station
open zoogenaamd doorgaand stafion is On
de meest links gelegen spoorlijn zou onzen
tmin vertrekken.
Eep Gen minuten wachten en daar kwam
die me» een vaart aan. of hij nog verder
wilde. Doch op een gegeven oogenhlik wer
den de remmen in werking gesteld en de
trein stond spoedig stil Reizigers stapten
uit en wij vlug erin! We veroverden ons
een goede Maats. want het was lang in den
trein verblijven. Na een 20 minuten ge
wacht te heM>'>n, kwam er een andere ma
chine voor. Nu nog gauw oom Frans en
tante Maria den hand gedrukt, hun harte
lijk voor alles bedank». welken dank wij
verzochten nog eens over »p brengen aan
grootmoeder, ooms en tantes, en spoedig
daarna vertrokken wij Nu zag ik eens hoe
pen groot em'Ma cement bef was. Wat een
aan'al spoorlijnen. We reden zoo hoog dat
we in de tweede verdieping d"r huizen
konden zien. zooiets als fp Rotterdam,
doch heel waf mooier gezicht. Voor we
deze stad uit waren, reden we langs for
ten' en vestingwerken. Militairen waren
z;c»i aan h«f oof^n-m, pn jfc (jacht daf het
allang vrede was!
Tn de verte zagen we nog den O T. Vr.
toren hoven alles uitsteken en een grool
aantal zee- en sfoombooten liggen Toen
tvp goed en wM uit de stad waren, zet té de
trein er sneed achter. Toen begon ik eens
de spoorwagen in oogenscliouw fe nemen,
cn bemerkte, daf we in een Hollandse-hen
coupé zaten Een stuk ie vaderland dus!
Voort ging het langs bosch, beide en
prachtige builonvcblijypn en lieve dornjes
tof hef grensstation Éssen. Hier hadden
we een kleine 10 minuten oponthoud en
c'aarna ging liet weer verder, het vader
land tegemoet. M heel spoedig kwam
Roosendaal in zicht, het eerste staf "on op
vaderlandsrben dom. Allen gevoelden we
ons Mij gestemd Bij hef passceren van ge
roemd station, verminderde de trein^zijn
Taart, doch weldra weer sneller. Nu was ik
weer op bekend terrein. Hef ging echter
vlugger dan de heenreis, zelfs Dordrecht
stoomden wij e oorhij. Eerst te Rotterdam
zouden we na 't vertrek te Essen stoppen.
Tn Den Haag moesten we overstappen,
want de trein ParijsAmsterdam stopt
niet in T.eiden Hjer hadden we pen half
nnr oponthoud en nemen een verfrïssehing.
In dit station hadden we nog een klein
avontuurtje. Op liet tijdstip dat de snel
trein RotterdamAmsterdam arriveeren
moest, kwam de trein AntwerpenAmster
dam met 10 minuten vertraging aan Door
de geweldige drukte letten we daar niet
op en stapten maar in. Do coupé was over
vol en we morsten ons met een staanplaats-
je tevreden stellen. Toen werd ons mede
gedeeld dat de Irein niet in T.eiden stopte,
ticch rechtstreeks doorging tot Amster-
dam. Bijgestaan door hulnvaardige han
den stonden wc weer spoedig op hot per
ron. Vijf minuten daarna kwam onze
trein en weldra reden we naar onze plaats
Tan bestemming. Vermoeid en beladen
sukkelden wc naar liet rijtuig, dat in Wil-
fehroeck besteld was! "Weldra waren we
nu weder thuis alwaar we met dc moeste
hartelijkheid werden verwelkomd. Veel
hebben we genoten, doch toen ik mijn lieve
moeder omhelsd en gekust had, zei ik
Oost West, thuis hii moeder best, waarop
mijn hroertie Henri kurkdroog antwoord
de: .Ta, dit is "-aar! Amen".
Emile Duijm,
Kooipark 10, T,ei den.
Een voorbeeldigs slaaf.
Een negerslaaf in West-ïndie had door
zijn braaf gedrag het vertrouwen van zijn
heer verworven Toen deze eens nieuwe
slaven noodig had. nam hij hem mede naar
de markt en beval 1mm zulken te kiezen,
die hem het gesehikste voorkwamen De
slaaf had re"ds ziin keuze gedaan, tien hij
nog een oud n, afgeleefdcn man zag.
„Massa", (meester), zeide hii. ..dezen
moet gij nog op den koon too hebben."
„Waarom", vroeg de heer.
„O. massa", antwoordde de neger,, „gij
moet hem hebben
D? slavenhandelaar, dip wel wist, dat er
niet voel aan dien ouden man te verdienen
was. stemde toe. ^Nipf lang. echter, nadat
de arme oude zijn nieuwen meester toebe
hoorde, werd h ij ziek. De vrome neger ver
pleegde hem en bewees hem de grootste
liefde, zelfs zoo, dat liet opvallend was
voor zijn heer.
„Wat hpbt ge foeli mef dien ouden man
uit (es taan?" vroeg de heer. ..Gij zijt zon bo
zer "d voor hem. is hij misschien uw va
der?"
„Neen. massa, hij geen bloedverwant
van mij."
„Ts hij dan uw vriend?"
Neen, massa, hij is ook mijn vriend
nie'"
„Welnu waf is hij da*i?",' vrn'g de heer
„Hij is mijn vijand, massa. Deze man
heeft mij, toen ik nog een kind was, van
mijne ouders geroofd en als slaaf verkocht
En de pater missionaris zegt: „Als uw
vijand honger heeft, zoo spijzig hem, als
hij dorst heeft zoo laaf hem!"
„De kleine Machinist."
Wie niet hoeren wï!, moet voelen.
Kobus van Aarsten was een eigenwijs
man, Als men hem hoorde, zou men gezegd
hebben dat hij de wijsheid van Salomon in
pacht had. Het vorige jaar stond hij klaar,
om zijn hooi in te halen. Ik zou liet niet
doen, Kobus, zei zijn huurman, het is
lang niet droog. Het zal aan het broeien
gaan. cn dan brandt uw huis nog lot den
grond toe af. Toch niet. lachte Kolnis, ik
heb al eens meer hooi ingehaald. Ik wpet
er alles van. En hij deed zijn eigen zin
Wat wilde bet geval? Kort daarop ging de
voorspelling van zijn buurman gedeeltelijk
in vervulling. Hef hooi geraakte in brand,
maar gelukkig .werd het vuur gobluscht.
Mot een schade van eenige honderdon gul
dens kwam Kobus er af. In het najaar
plantte hij een veertigtal jonge boompjes
Do lente kwam en ze schoten welig uit
Maar toen or in Juni en Juli weinig of
geen regen viel, kregen ze ergen dorst en
kwijnden. .„Br.as", raddde hem zijn knecht,
„we moesten de boompjes wat begieten, ze
mochten eens dood gaan "Wat gieten? riep
Kobus, zooling ik leef. heb ik nog geen
enkelen boom begoten. Omdat ge misschien
nog nooit jong" boompjes geplant hebt,
sprak de knecht Jong en oud, dat staa'
gelijk hiernam de baas: ik wed, dat ze
allen in 't leven blijven. En hij goot niet. Eer
het herfst was, waren ze allen dood en Ko
bus kon het volgend jaar weer nieuwe
planton. Nu zoudt gp misschien denken,
dat -hij leergeld genoeg betaald bad. Mis!
de eigenwijze beer bleef altijd dezelfde.
Niet zoo gemakkelijk verbetert men op ge
vorderden leeftijd zijn gebreken.
Corn. Bos. Hazerswoude,
Rijndijk B 155.
Goed afgericht.
Een dorpsschoolmeester was in den wa,
ren zin „minimiimlijder". Op zekeren da#
kreeg hij bericht van den burgemeester
dat deze den volgenden dag een bezoek ZOlI
brengen aan de school.
Een van de snuggerste jongens nam hij
in den arm en hij zcide hem wat hij op
een zekere vraag moest antwoorden.
Toen de burgemeester nu de rekenles
kwam bijwonen vroeg de schoolmeester a m
den leerling:
Als ik zestig gulden in de maand
verdien, en ik geef wekelijks 20 gulden uit
waf blijft er dan over?
De leerling dacht even na; toen ant-
woord Te hij:
Dan blijft u niets anders over, dan
den burgemeester verbooging van uw sala.
ris te vragen!
Toppunt van vlugheid.
Wat ik onaangenaam vind van rlift
vrouw, is, dat ze altijd jo zinnen voor je
afmaakt. Ze laat je niet eens uitspre
ken.
dat is er een, die nog vlugger
luistert dan 'n ander kan pralen
Je kan nooit weten.
Bruid: Was ik zenuwachtig tijdens ilo
olechtigheid?
Bruidsmeisje: Nou in den beginne wol
maar toen George „Ja" bad gezegd riet
meer!
Het geluk.
(Een sprookje.)
Er Tvs eens een arme houthakker. Lie
houthakker had een vrouw met é'n kind,
Mina gpheeten. Hij bezat niets anders (Dn
ern oude slechte luit. Op een morgen zij
hij tot ziin vrouw, „Vrouw ik ga vandaag
eens heel vroeg houthakken want Mina
moet een nieuwen hoed hebben, dus moet
er vroeg op uit". En de houthakker ging
fluitend bet bosch in. Hij zag een heer aan
komen, die op- hem afkwam en zei: ..Zoo,
U bont al vroeg op pad. Maar weet U ook
den weg naar Zandvoort?" „Ja meno'T,
dan moet IJ dien weg op". „0, dank jawel".
En hij duwde de boufhakker^een goudstuk
ir de hand. Dat kan ik best gebruiken,
dacht houthakker en ging weer aan
bet werk. Hij zaagde een heel dikken boom
uf en begon dan weer aan een nieuwen.
En zoo ging het door, tot hij eindelijk
aan epn boom kwam. waarin zich Ha
heel bijzonders bevond Wat dan? Er lag
een doosje in, hij deed het open en zag dat
lief vol was met goudstukken. En de hout
hakker was zoo blij, dat hij de dolste en
gekste sprongen maakte. Nu kon hij zich
niet langer meer inhouden, en ging ver
heugd naar huis. Hii zag ziin vrouw al,
en riep in de verte: „Ik heb geld, ik heb
geld" Zijn vrouw dacht al. het zal wel
"iets bijzonders wezen. Hii was nu al gfmw
bij huis, en liet de goudstukken zien Re
vrouw kon haar oogen niet gelooven Ze
gingen gauw naar huis. En de man vprH-
do zijn geschiedenis. Marietje werd gauw
rproenen en ze mocht mee pen nDuwen
hoed halen Nu kreeg ze een hn"len morden
want nu hadden ze wel geld De houthak
ker was nu voortaan heel gelukkig. Elke
morgen als hii weer l ij den hoorn kwam,
Dg er een doosje geld in. Hij had 's na"Ma
al eens gekeken of hii niet iets kon ni"v-
ken. Maar het zag niet. Nu daar gaf li'j
dan ook niet om Als hij maar geld had,
v a» hem alles was.
Keeltje Heemskerk.
De Rerkebeom.
T'inn de I ieve Jezus aan hei znu'V van
Jerusalem was overgeleverd liepen de
Joden naar het veld en zochten overal
vond naar hou'rns, om Hem b» gepsoDn.
Zij vonden eerst den braamstruik. Maar
deze, zoodra hij hoorde waf men van zins
was, schoot nnnfige doornen door al z'in
ranken, en kwetste do handen, die hem
aangrepen Toornig doorlicnen zii nu. het
naakte veld en vonden eindelijk den her-'
keboom. Deze liet zich gedwee bosnppDn
en leende moedwillig zijn takken In' da
vreeselijke mishandeling van den Heiland.
Dan, toen de lieve Jezus hef gebeurde I nd
vernomen, zeide Hii' De Braam.rank die
re Mij tot krone en hef riet tot scepter,
en waar iemand Miin bidon «mdop1 en..;
daar zullen heiden steeds met Mi:n beelte
nis vereenied zijn. Maar gevloekt zii D
berk, (Jie tot mijn marteling mod eb ielp. Hii
Mjjve klein en worde een voorworp vin
verachting hij de Vinderen dpv mensolwn.
En seder» dien is lief dat de berkeviis lot
bezems gebonden en gebruikt wordt, om
het vul - m de. stralen fe vegen.
Anna v. d Voort. 11 jaar.
Schutterstraat 7a. T.eiden.
MM hooren wil, most voslen.
Kees en Piet waren broertjes. Zij plaag
den altijd iedereen Altijd deden zij het
zelfde. dat is zoo klaar als een klonije:
waren twee,van die echte ondeugend" hen
gels. 't Liefst plaagden ze de dieren Na
joegen ze de koeien op. dan weer sloegen
ze de schapen met een stok. Vader had
hef hun al zoo dikwijls verboden, maar 7.?
luisterden niet. Dan weer deden ze de kat
een bel aan den "staart. Nu plaagden w
wnpr een hond. De hond beet Kees in den
hand en Piet in 't been. Nu hadden 7.6
hun verdiende loon. Wie niet hooren wil»
mo"| voo:nn. Voortaan lieten zo liet ge
plaag rn waren nu wijzer geworden
Henk Goddijn, Leiden.
Op de hceve.
Het A igolus klept in de verte
In lonen zoo zuiver en hol.
De menschen knielen op den drempel
De kinderen staken hun spel.
De menschen bidden: „Onze Vader
De kinderen zeggen het na.
Een zonnestraal glijdt door bel louver.
Een glimlach van Godes gena.