Toon do trein reeds lang in beweging was. kwam de conducteur in den coupe en yrocg om de kaartjes. „Alsjebelieft. mijnheer", antwoordde Hannes beleefd, „hier zijn Wee retour- kaarlies tweede klas naar Bokstel!" „Wat, wal!" schreeuwde zijn vrouw, „hebt ge uu retourkaartjes gekocht? Zijt go gek?" „Gij hebt tooh gezegd, dat die veel goed- kooper waren," zei bij bedeesd. „Toch niet als men naar buis gaat, domkop!" Retje zei onderweg geen woord, en dat duurde drie dagen lang. Als ze weer op reis gaan, zal Belie voor de kaartjes zorgen. M. T. Enfant terrible. Een dame laat uit eon voornamen win kel van kindercostuums eenige der elegant ste pakjes van het nieuwste Parijsche mo del aan haar huis bezorgen. Wijl na enkele dagen de verwachte bestelling uitblijft en ook de costuums niet worden terugge zonden, wordt telefonisch gevraagd, boe is beslist geworden. Bij afwezigheid dor moeder verschijnt de 12-jarige Hilda cn antwoordt zeer slagvaardig: „O dank u, die kunt u laten terughalen", we zijn al gefotografeerd!" Te vroeg beloond. Kleino Manrits (blij): Pa^ nu zit ik toch niet meer in de achterste bank! Pa: Goed zoo, jongen, dan heb je wel een kwartje verdiend! Heb je nu zoo goed geleerd, dat je daar niet meer zit? Maurils: De achterste bank moet op geschilderd worden, pa. Hij kon niet anders. „Doktor, ik heb zoo'n pijn in mijn rug, hoven in mijn rug, eigenlijk meer in iniju schouders." „Zoo, en heeft u die pijn voortdurend?" „Neen dat niet. 't Meest heb ik er last van als ik mijne ééne arm 'recht zijwaarts uitstrek en dan een zwaaiende beweging maak En als ik dan mijn andere arm ook zijwaarts uilslr'-k en daarmee eveneens een zwaaiende beweging maak. En als ik dan heide armen iels naar binnen buig en eenige malen achtereen weer die zwaai maak." „Ja maar, neem mij niet kwalijk, waar om maakt u van die krankzinnige bewe gingen mot uw armen?" „Non dokter, weet 11 een andere ma nier om uw jas aan te trekken?" Een lastig geval. Reizigers: „Heb je karnemelk?" Boer- „Jawel mijnheer." Reiziger: „Breng me dan een glas, maar zoo van de koe." Advertentie. Een viool te koop van een hoer, die naar Amerika vertrekt in een bonten kast. 'n Goede raad. Vertel me nu eens, Jacob, hoe vindt je mijn vrouw? Als ik de waarheid moet zeggen, Gerard, mooi is ze niet. Neen, dat mag wol zoo. wezen. Uit wendig is ze niet aantrekkelijk, maar in nerlijk.... enfin, uitstekend! Weet je wat, vriend, laat haar kee- ron. Oh! Hoe komt het, dat jij zoo lui rondwan delt? He<?ft de opzichter je gesnapt, toen jo onder arbeidstijd zat te meuren? Neen, de secretaris der werkloozen- organisatie betrapte rue toon ik werkte. Verstrooid. Dienstmeisje: Hemel professor, daar heeft do hond uw biefstuk opgegeten! Nu wat zou dat? Daar zal mol, niet dood van gaan. De taotoe. Kastelein: „Wat is dat daarhuii i voor een getoeter?" Pantoffelheld (opspringend): „Mijn oudje blaast de taptoe". Nauwkeurig. Rechter: U was dus moederziel al leen thuis. Getuige: Neen.... Rechter: Hoe kunt u dat zeggen? Alle getuigen verklaren, dat u geen levende ziel bij u hadf Getuige: En mijn lieve twee goud- vischjes dan? 't Leek verdacht. Zeg eens heerschap, zei de politie agent, wat sta je daar stiekum in dat por tiekje? Zou je niet liever doorloopcn? Ik wacht tot de dame, die hier woont, slaapt, zei liet ongunstige sujet. Dat zou ik maar niet doen, -zei de agent weer, loop jij maar door! Liever niet, ik woon hier ze is mijn vrouw. Uit het opstel van een schoolmeisje. Een cent en een gulden kwamen elkaar fegon in een portemonnaie. De gulden trok zijn neus op cn zei: Ik ben honderd keer zooveel waard als jij. Dat is waar, maar ik men veel beter dan jij, zei de cent. Ik kom eiken Zondag in de kerk en jij nooit. Flegmatiek. Johan, riep de vrouw van n aimen man in het holst van den nacht, wordt toch wakker, er is een dief in huis. T.aat liorp maar gerust zoeken, ant woordde de man flegmatiek, als hij iets van waarde vindt, dan zullen wij het hem afnemen, maar hij vindt toch niets. Niet zoo bedoeld. Schilder: Zegt u n>e eons eerlijk uw meaning over deze schilderij. "Bezoeker: O, ze heeft hoegenaamd geen waarde. Schilder: Dat weet ik wel, maar ik zou haar toch graag eens hooren. VRAGENBUS. V r a a g 6 8. Wat beteekent eigenlijk ve getariër? Antwoord. Kijk, dat is nu een vraag, die waard is te worden gesteld. Ik ben overtuigd, dat er heel veel menschen zijn, die het woord gehoord hebben en we ten wie zoo al een vegetariër is en wat hij eet en eten mag enz. enz., maar wat de eigenlijke beteekenis van dit woord is, da» is, geloof ik, slechts aan weinigen bekend. Een vegetariër beteekent eigenlijk, een vroolijk, opgewekt menseh. Wie had dat gedacht hé? Het woord is afgeleid van 't J atijnsche' adjectief vogetus, dat het -best niet opgewekt, vroolijk te vertalen is. Een vegetariër, zooals wij die kennen, is een heel ander mensch en heeft met vroolijk en opgewekt niets te maken. Als wij spreken van een vegetariër, dan stellen wij ons iemand voor, die heelemaal geen vleesch eet; die geen zout gehruikt: geen sterken drank drinkt enz. enz., iemand dus die zijn levenswijs heel anders heeft inge richt dan wij gewone stervelingen, die alles eten, wat de pol schaft. Vraag 69. Waf beteekent „bruiloft"? A n t w o o'r d. Bruiloft is een heel, fieel oud woord. Wol heette het in den Oer- maanschen tijd „hruidloop" wat zijn oor spronkelijke beteekenis is, als we denken aan de manier, waaron den verliefde zijn bruid wist te bemachtigen. Hij toch moest de bruid door roof zich verschaffen. Dit gebruik is waarschiinüjk ook de oorsprong van de gewoonte, die in sommige gedeel ten van Dm'tschlan 1 nog in zwang is. wair- bij de bruid, na een voorsprong te hebben gekregen, voor den bruidegom vlucht en door hom vóór oen bepaald punt moet wor den ingehaald. Gelukt fmm dit niet, dan wordt hij door de bruiloftsgasten bespot. En hiermee meen ik deze vraag voldoen de te hebben toegelicht en kan groote zus, Jie de vraag stelde, precies zien, waf dit woord wat haar zoo zoet in de on ren -Hinkt, beteekent nu en beteekende voor- Ven. Vraag 7 0. Waar komt het woord Sri! vandaan? Antwoord. Daf is ook wonr een van ,'ie woorden, dat ren ander borjd voorden torst toovert, dan het dit aanvankelijk -leed. Wie vermoedt foeh hij hrt hooren van liet woord „bril" dat men hmr fe doen heeft met een Ttaliaanseh woord daf berg kristal beteekent. TTrt woord dateer» van ■ongeveer 1800; heette boryllus, later beril in thans bril. Waf wij on 't oogenhlik er onder ver staan. behoef ik niet fr zeggen; 't woord «preek nu voor zich z"lf. De volgende week beantwoord ik de vol gende vraag: Vraag 71. Waar komt het woord keizer an koning vandaan? De Redacteur. V- POE HET PIET VERRIN1, door Oom Wim. Vin. En die wandeling liep door hef groote hosrli, dat ruim een uur van de kostschool verwijderd lag. Dan was het feest voor de jeugd. Daar gingen zo het liefst heen: dan mochten zij vrij spelen en ravotten en dan was het toezicht niet zoo scherp, als hij de gewone wandelingen door do naburige dorpen. Dat spreekt immers ook vanzelf.. Door de dorpen moest de orde gehand haafd worden en daf was alleen mogelijk wanneer ze netjes bleven in rijen van vier loopen. Maar eenmaal huiten de dorpen en builen de bewoonde buurten, dan mocht er wat meer vrijheid genoten worden én was van in rijen loopen dan ook geen sprake meer. En juist op deze omstandigheid had Piet gevlast Dat was eenn uitstekende ge legenheid, om er stiekum tusschen uit te gaan. „Achterblijven; stilletjes achter een boom springen; de troep laten verder trekken; dan rechts-om-kcert maken en een veilig plaatsje zoeken, om op verhaal te komen en dan.zien verder te komen, al moest dit dan ook te voet gebeuren!" Ziotdaar het plan en zoo zal Piet probeeren de plaat te poetsen. He» is Woensdag. Allen gaan zich kleeden voor de groote wandeling. Piet neemt zijn maatregelen goed. T-Tiï trekt een paar stevige schoenen aan; zorgt voor warm ondergoed, zou hii den nacht, huiten moet doorbrengen; heeft al sedert twee dagen brood stillekens overgespaard en nu netjes in de diepe zakken van zijn binnen jas gestoken: heeft al hot gol d mee genomen. dat hij van vader kreeg hij diens, vertrek en'.neemt zijn plaats in. in de rij, die hem wordt aangewezen. Dat is precies de laatste rij van alle jongens, wat zijn# vlucht zal vorTomakkoliiken. Of zou het soms zijn. dat hij zoo vlak hij den sur veillant te loepen komt en toch nog min der kans krijgt te vluchten? TToo het ook zij- inwendig iuieh» e°n stem die hem spreekt van vrijheid, gouden vrij heid. heerlijke vriiheid enweg uit dat oord. waar het dak dreigt hem op 't hoofd te vallen. Daar ligt het bosch voor hen. Nog een kwartiertje en z,e ziin er. Zh'n hart slaat vlugger, hoe dichter ze naderen. De slr>mnr>n schallen al luider op. Ral»! Heerliik! Even rusten op Imt zachte mos! Feu eekhorentje wint van 'ok tot tak en verdwimf in hef dichte '«'nderdnk: een zaehf zuidenwind'e mis^hf door de hallen van dezen temnel, waarin mysterieuze stemmen fluisteren en snr-eken in ovhe- kende falen. Fnl is plechtig stil, tot,... het rommando klinkt: „Voorwaarts marseh"! Allen springen recht en voItou. den l>vec- den weg die door het bosrh leidt. He' is een geroezemoes van stemmen van be lang "Men zingt, met iuieht, men roept, men fluit en al d'"e stemmen schallen en klateren 'egen de stammen dier woud reu zen. fo» de vot'elfie.q verschrikt vluchten dien er hef bosrh in en geen er. kei eek he rent "e zelfs zün nieuwsgierige Mïkk"n naar heneden wern maar verdwenen is voor z.e ter nlaafse genaderd zijn. Men kan b"t ze aanzien, dat jonge volkje, dat ze gpnioton van dp frlssche natuur en die heerlüke ho.seb,"ehten. die de Tonden sterkt en oon blos ja?.on de soms Meeke wanden en een tinteling legt ir hef zoo vaak doffe oerr van zoovelen de zer, die hier nu rithiheTpr on uitzingen in dartel snel en vrooljiko kent en leutig ge.snan. TTier verbeet e»k dezer, ziin kleine verdriet en zün kinderlijke zorgen. Hier is geen plaats tof kniezen en morren on mokken, hier hruïscht en schirmt lief le ven en wek» m.f v. urrdo en je.ü'f, TT-or. maar zie! Wie bliiff. daar aot.tor hij den drrtni van den w°g en buk» alsof hii zooM naar jefs wat vorloren was? Wie? TT of is Piot en zachfkens sprine' hii achter den dikken eik en wacht tot de stemmen al zwakker worden en dan draait hij om en verdwijnt in het kreupelhout en loont fo» hii amechtig neervalt en.... blijft dan., tegen een boom aangeleund ziften. Terwijl Pief rust en in gedachten zich reeds verheugt dal hij on slap gaaf naar huis, komen de anderen buiten het boseh en.... wordt „aantreden" gecomman deerd om to zien of de rijon compleet zijn on ieder op post is. En toen.... wordt Pief gomïst enonmiddellijk nogint de iaehf on hem 15 der groofon zullenhef bosch afzoeken en door geluiden elkander waarschuwen, als z.e den vluchteling heb ben gevonden. Hof duurt'niof lang. of Piot is „gevat" en wordt nu onder gejuich bij de anderen gebracht, die langs den kant van den weg do vijftien uitgezondenen zon den wachten. Voel woorden worffen me! Piet. dio van verlogenbeid ziin oogen neer slaat, niet gedoeld Hij ken» zijn vonnis wel. De laatste waarschuwing was eon bedreiging tot „wegsturen" zoodat hii niet anders kan verwachten dan zijn vertrek met onbepaald verlof, zooals zijn kame raad dat zeer typisch en juist uitdrukte. En toen dan ook Piet bij den ZeerEerw Overste moest komen, wist hij wel. wat hem te wachten st/md en kon dan ook goon woorden vinden om zijn spijt uit te druk ken en belofte t^ doen van beterschap. Morpon vroeg mijn vriend, is je rijk hier uit. Pak van middag dadelijk alles in, wat Ie hebt, want morgen kom» vader je halen Jongens zooals jij bent, kunnen we hier niet gebruiken. Hef spijt me voor va der en moeder; zij verdienden voor hunne moeite en zorgen: voor lninne groote lief de voor jou, meer dankbaarheid. En nu ga! (Wordt vervolgd). -* ^""herinneringen. Slot. X. Twee trokken er vooral mijn aanlacht nl. „Do Schelde Vrij" en de „Conpo". Dat zijn muzen standbeelden' Bij oom Cons»ant was de ontvangst niet minder hartelijk dan hij alle andere familieleden. Alleen simpt het hem, dat we weer zoo gauw weg moes ten, anders hadden we Antwerpen eens af gekeken. We gingen nog wel even om de O T, Vr. Kerk, wier machtige toren van ongeveer 110 M de heelo stad beheerscht, Ie bezichtigen, maar deze was helaas ge sloten. Wat maakte dat bouwwerk, zo( groot cn zon nrachtig, een diepen indruk op mij. Hef verblijf bij oom was van korten duur. Bij het afscheid beloofden we liet volgend jaar wat langer te komen. Nu gingen we naar het druks'e gedeelte van Antwerpen, naar het groote station. Ontel baar waren de auto's en andere voertuigen En wat een prachtige winkels! Bii het sta tion was hef een geweldige drukte. Het station zelf is een kunstwerk. In een zeer groote hal bevinden zich de loketten Een hoo.ge ruime trap gepff toegang tof het perron. Franseh, Encelsch. Duitsch, Ne- derlandsch en nog vele andere tale* trof fen mijn oor. Onder epn breede verkap ping bevinden zich verschillende perrons, waarlusschen ongeveer tien spoorlijnen Voor elke liin is epn groot boni aange bracht. waarop vermeld, de aankomst der treinen er. hun resnec'ieveliike bestem ming. Dit ia mogelijk, daar dat station open zoogenaamd doorgaand stafion is On de meest links gelegen spoorlijn zou onzen tmin vertrekken. Eep Gen minuten wachten en daar kwam die me» een vaart aan. of hij nog verder wilde. Doch op een gegeven oogenhlik wer den de remmen in werking gesteld en de trein stond spoedig stil Reizigers stapten uit en wij vlug erin! We veroverden ons een goede Maats. want het was lang in den trein verblijven. Na een 20 minuten ge wacht te heM>'>n, kwam er een andere ma chine voor. Nu nog gauw oom Frans en tante Maria den hand gedrukt, hun harte lijk voor alles bedank». welken dank wij verzochten nog eens over »p brengen aan grootmoeder, ooms en tantes, en spoedig daarna vertrokken wij Nu zag ik eens hoe pen groot em'Ma cement bef was. Wat een aan'al spoorlijnen. We reden zoo hoog dat we in de tweede verdieping d"r huizen konden zien. zooiets als fp Rotterdam, doch heel waf mooier gezicht. Voor we deze stad uit waren, reden we langs for ten' en vestingwerken. Militairen waren z;c»i aan h«f oof^n-m, pn jfc (jacht daf het allang vrede was! Tn de verte zagen we nog den O T. Vr. toren hoven alles uitsteken en een grool aantal zee- en sfoombooten liggen Toen tvp goed en wM uit de stad waren, zet té de trein er sneed achter. Toen begon ik eens de spoorwagen in oogenscliouw fe nemen, cn bemerkte, daf we in een Hollandse-hen coupé zaten Een stuk ie vaderland dus! Voort ging het langs bosch, beide en prachtige builonvcblijypn en lieve dornjes tof hef grensstation Éssen. Hier hadden we een kleine 10 minuten oponthoud en c'aarna ging liet weer verder, het vader land tegemoet. M heel spoedig kwam Roosendaal in zicht, het eerste staf "on op vaderlandsrben dom. Allen gevoelden we ons Mij gestemd Bij hef passceren van ge roemd station, verminderde de trein^zijn Taart, doch weldra weer sneller. Nu was ik weer op bekend terrein. Hef ging echter vlugger dan de heenreis, zelfs Dordrecht stoomden wij e oorhij. Eerst te Rotterdam zouden we na 't vertrek te Essen stoppen. Tn Den Haag moesten we overstappen, want de trein ParijsAmsterdam stopt niet in T.eiden Hjer hadden we pen half nnr oponthoud en nemen een verfrïssehing. In dit station hadden we nog een klein avontuurtje. Op liet tijdstip dat de snel trein RotterdamAmsterdam arriveeren moest, kwam de trein AntwerpenAmster dam met 10 minuten vertraging aan Door de geweldige drukte letten we daar niet op en stapten maar in. Do coupé was over vol en we morsten ons met een staanplaats- je tevreden stellen. Toen werd ons mede gedeeld dat de Irein niet in T.eiden stopte, ticch rechtstreeks doorging tot Amster- dam. Bijgestaan door hulnvaardige han den stonden wc weer spoedig op hot per ron. Vijf minuten daarna kwam onze trein en weldra reden we naar onze plaats Tan bestemming. Vermoeid en beladen sukkelden wc naar liet rijtuig, dat in Wil- fehroeck besteld was! "Weldra waren we nu weder thuis alwaar we met dc moeste hartelijkheid werden verwelkomd. Veel hebben we genoten, doch toen ik mijn lieve moeder omhelsd en gekust had, zei ik Oost West, thuis hii moeder best, waarop mijn hroertie Henri kurkdroog antwoord de: .Ta, dit is "-aar! Amen". Emile Duijm, Kooipark 10, T,ei den. Een voorbeeldigs slaaf. Een negerslaaf in West-ïndie had door zijn braaf gedrag het vertrouwen van zijn heer verworven Toen deze eens nieuwe slaven noodig had. nam hij hem mede naar de markt en beval 1mm zulken te kiezen, die hem het gesehikste voorkwamen De slaaf had re"ds ziin keuze gedaan, tien hij nog een oud n, afgeleefdcn man zag. „Massa", (meester), zeide hii. ..dezen moet gij nog op den koon too hebben." „Waarom", vroeg de heer. „O. massa", antwoordde de neger,, „gij moet hem hebben D? slavenhandelaar, dip wel wist, dat er niet voel aan dien ouden man te verdienen was. stemde toe. ^Nipf lang. echter, nadat de arme oude zijn nieuwen meester toebe hoorde, werd h ij ziek. De vrome neger ver pleegde hem en bewees hem de grootste liefde, zelfs zoo, dat liet opvallend was voor zijn heer. „Wat hpbt ge foeli mef dien ouden man uit (es taan?" vroeg de heer. ..Gij zijt zon bo zer "d voor hem. is hij misschien uw va der?" „Neen. massa, hij geen bloedverwant van mij." „Ts hij dan uw vriend?" Neen, massa, hij is ook mijn vriend nie'" „Welnu waf is hij da*i?",' vrn'g de heer „Hij is mijn vijand, massa. Deze man heeft mij, toen ik nog een kind was, van mijne ouders geroofd en als slaaf verkocht En de pater missionaris zegt: „Als uw vijand honger heeft, zoo spijzig hem, als hij dorst heeft zoo laaf hem!" „De kleine Machinist." Wie niet hoeren wï!, moet voelen. Kobus van Aarsten was een eigenwijs man, Als men hem hoorde, zou men gezegd hebben dat hij de wijsheid van Salomon in pacht had. Het vorige jaar stond hij klaar, om zijn hooi in te halen. Ik zou liet niet doen, Kobus, zei zijn huurman, het is lang niet droog. Het zal aan het broeien gaan. cn dan brandt uw huis nog lot den grond toe af. Toch niet. lachte Kolnis, ik heb al eens meer hooi ingehaald. Ik wpet er alles van. En hij deed zijn eigen zin Wat wilde bet geval? Kort daarop ging de voorspelling van zijn buurman gedeeltelijk in vervulling. Hef hooi geraakte in brand, maar gelukkig .werd het vuur gobluscht. Mot een schade van eenige honderdon gul dens kwam Kobus er af. In het najaar plantte hij een veertigtal jonge boompjes Do lente kwam en ze schoten welig uit Maar toen or in Juni en Juli weinig of geen regen viel, kregen ze ergen dorst en kwijnden. .„Br.as", raddde hem zijn knecht, „we moesten de boompjes wat begieten, ze mochten eens dood gaan "Wat gieten? riep Kobus, zooling ik leef. heb ik nog geen enkelen boom begoten. Omdat ge misschien nog nooit jong" boompjes geplant hebt, sprak de knecht Jong en oud, dat staa' gelijk hiernam de baas: ik wed, dat ze allen in 't leven blijven. En hij goot niet. Eer het herfst was, waren ze allen dood en Ko bus kon het volgend jaar weer nieuwe planton. Nu zoudt gp misschien denken, dat -hij leergeld genoeg betaald bad. Mis! de eigenwijze beer bleef altijd dezelfde. Niet zoo gemakkelijk verbetert men op ge vorderden leeftijd zijn gebreken. Corn. Bos. Hazerswoude, Rijndijk B 155. Goed afgericht. Een dorpsschoolmeester was in den wa, ren zin „minimiimlijder". Op zekeren da# kreeg hij bericht van den burgemeester dat deze den volgenden dag een bezoek ZOlI brengen aan de school. Een van de snuggerste jongens nam hij in den arm en hij zcide hem wat hij op een zekere vraag moest antwoorden. Toen de burgemeester nu de rekenles kwam bijwonen vroeg de schoolmeester a m den leerling: Als ik zestig gulden in de maand verdien, en ik geef wekelijks 20 gulden uit waf blijft er dan over? De leerling dacht even na; toen ant- woord Te hij: Dan blijft u niets anders over, dan den burgemeester verbooging van uw sala. ris te vragen! Toppunt van vlugheid. Wat ik onaangenaam vind van rlift vrouw, is, dat ze altijd jo zinnen voor je afmaakt. Ze laat je niet eens uitspre ken. dat is er een, die nog vlugger luistert dan 'n ander kan pralen Je kan nooit weten. Bruid: Was ik zenuwachtig tijdens ilo olechtigheid? Bruidsmeisje: Nou in den beginne wol maar toen George „Ja" bad gezegd riet meer! Het geluk. (Een sprookje.) Er Tvs eens een arme houthakker. Lie houthakker had een vrouw met é'n kind, Mina gpheeten. Hij bezat niets anders (Dn ern oude slechte luit. Op een morgen zij hij tot ziin vrouw, „Vrouw ik ga vandaag eens heel vroeg houthakken want Mina moet een nieuwen hoed hebben, dus moet er vroeg op uit". En de houthakker ging fluitend bet bosch in. Hij zag een heer aan komen, die op- hem afkwam en zei: ..Zoo, U bont al vroeg op pad. Maar weet U ook den weg naar Zandvoort?" „Ja meno'T, dan moet IJ dien weg op". „0, dank jawel". En hij duwde de boufhakker^een goudstuk ir de hand. Dat kan ik best gebruiken, dacht houthakker en ging weer aan bet werk. Hij zaagde een heel dikken boom uf en begon dan weer aan een nieuwen. En zoo ging het door, tot hij eindelijk aan epn boom kwam. waarin zich Ha heel bijzonders bevond Wat dan? Er lag een doosje in, hij deed het open en zag dat lief vol was met goudstukken. En de hout hakker was zoo blij, dat hij de dolste en gekste sprongen maakte. Nu kon hij zich niet langer meer inhouden, en ging ver heugd naar huis. Hii zag ziin vrouw al, en riep in de verte: „Ik heb geld, ik heb geld" Zijn vrouw dacht al. het zal wel "iets bijzonders wezen. Hii was nu al gfmw bij huis, en liet de goudstukken zien Re vrouw kon haar oogen niet gelooven Ze gingen gauw naar huis. En de man vprH- do zijn geschiedenis. Marietje werd gauw rproenen en ze mocht mee pen nDuwen hoed halen Nu kreeg ze een hn"len morden want nu hadden ze wel geld De houthak ker was nu voortaan heel gelukkig. Elke morgen als hii weer l ij den hoorn kwam, Dg er een doosje geld in. Hij had 's na"Ma al eens gekeken of hii niet iets kon ni"v- ken. Maar het zag niet. Nu daar gaf li'j dan ook niet om Als hij maar geld had, v a» hem alles was. Keeltje Heemskerk. De Rerkebeom. T'inn de I ieve Jezus aan hei znu'V van Jerusalem was overgeleverd liepen de Joden naar het veld en zochten overal vond naar hou'rns, om Hem b» gepsoDn. Zij vonden eerst den braamstruik. Maar deze, zoodra hij hoorde waf men van zins was, schoot nnnfige doornen door al z'in ranken, en kwetste do handen, die hem aangrepen Toornig doorlicnen zii nu. het naakte veld en vonden eindelijk den her-' keboom. Deze liet zich gedwee bosnppDn en leende moedwillig zijn takken In' da vreeselijke mishandeling van den Heiland. Dan, toen de lieve Jezus hef gebeurde I nd vernomen, zeide Hii' De Braam.rank die re Mij tot krone en hef riet tot scepter, en waar iemand Miin bidon «mdop1 en..; daar zullen heiden steeds met Mi:n beelte nis vereenied zijn. Maar gevloekt zii D berk, (Jie tot mijn marteling mod eb ielp. Hii Mjjve klein en worde een voorworp vin verachting hij de Vinderen dpv mensolwn. En seder» dien is lief dat de berkeviis lot bezems gebonden en gebruikt wordt, om het vul - m de. stralen fe vegen. Anna v. d Voort. 11 jaar. Schutterstraat 7a. T.eiden. MM hooren wil, most voslen. Kees en Piet waren broertjes. Zij plaag den altijd iedereen Altijd deden zij het zelfde. dat is zoo klaar als een klonije: waren twee,van die echte ondeugend" hen gels. 't Liefst plaagden ze de dieren Na joegen ze de koeien op. dan weer sloegen ze de schapen met een stok. Vader had hef hun al zoo dikwijls verboden, maar 7.? luisterden niet. Dan weer deden ze de kat een bel aan den "staart. Nu plaagden w wnpr een hond. De hond beet Kees in den hand en Piet in 't been. Nu hadden 7.6 hun verdiende loon. Wie niet hooren wil» mo"| voo:nn. Voortaan lieten zo liet ge plaag rn waren nu wijzer geworden Henk Goddijn, Leiden. Op de hceve. Het A igolus klept in de verte In lonen zoo zuiver en hol. De menschen knielen op den drempel De kinderen staken hun spel. De menschen bidden: „Onze Vader De kinderen zeggen het na. Een zonnestraal glijdt door bel louver. Een glimlach van Godes gena.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 10