rweede Blad Dinsdag Juli 1925 BINNENLAND EEN LEVEN BOETE. 0 departement van land- en tuinbouw gevraagd. a Nederlandsche Tuinbouwraad heeft adres tot de Koningin gericht, waarin f0rdt medegedeeld, dat, nu opnieuw de aniens telling der Departementen zal w or en bezien, de wensch in tuinbouwkringen jrendig geworden ia naar een afzonderlijk epartement van Land- en Tuinbouw en na deskundig minister als leider. De Ned. Tuinbouwraad kan niet beoor- telen of, gezien de nog steeds moeilijke nancioele omstandigheden van ons land, wensch reeds thans in vervulling kan jin, hoewel voor den econonrschen we- ropbouw van ons vaderland hot aller- rst van belang schijnt groote aandacht geven aan 't behoud en de ontwikkeling a onzen land- en tuinbouw, zoodat de or een afzonderlijk ministerie uitgege- a kosten, zonder twijfel vruchtdragend mden zijn. In ieder geval meent echter da Nederl. linbouwraad, dat de tegenwoordige com- oatie van het administratieve Departe- ent van Binnenlandsche Zaken met de hartiging van den land- en tuinbouw, elko beide organisatieu geenerlei inner- ten samenhang hebben, in hooge mate gewenscht is en de praktijk het bedenke- ke van deze samenvoeging heeft geopen- ard. Derhalve hoopt de Ned. Tuinbouw- ad ten zeerste, dat in ieder geval, indien ans van een afzonderlijk Departement n Land- en Tuinbouw moet worden af zien, de land- en tuinbouwbelangen een derdak zullen vinden bij een departe- ent dat bestemd is op praktische wijze anemische belangen te dienen. «Tn slotte wordt medegedeeld, dat de d. Tuinbouw met groot leedwezen heeft inome-n dat aanvankelijk in de vacature a directeur-generaal niet zal worden orzien, doch dat, tenzij dit besluit mocht a genomen in verband met een komend tonderiijk Departement van Land- en inbouw, de Ned. Tuinbouwraad ver- inwt dat dit besluit geenszins bedoelt het directeur-generaalschap op te hef- vermits dan do zeer belangrijke lak volkswelvaart dien de land- en tuin- m vormen, ten eenenmale die zorg zou- missen die van nationaal oogpunt be- onmisbaar is. Ie Ned. Tuinbouwraad verzoekt derhal- M. de aangevoerde argumenten wel gunslige overweging te willen neiien. d. R.-K. Bond voor Gi oote Gezinnen. ilgemeene vergade ring. Te Breda is Zaterdag en Zondag de al- oeene vergadering gehouden van den Bond voor Groote Gezinnen. Om 5 wordt de bijeenkomst geopend door voorzitter, den heer J. W. van Mee- •en. Hij geeft een terugblik op de ge- ïrtenissen van het afgeloopen jaar en reurt het zich terug trekken der-afdoe- Amsterdam. Misschien kan deze Ïitio nog in goede banen geleid worden. ?t beteekent voor ons een verlies van leden. Daar staat intusschen tegen- r, dat van November 1924 het leden- lal met 600 steeg. Een groote moei- leid werd ook gebracht door het aftre- van den heer van Alphen ('s Bosch) als redacteur èn als lid van het hoofd- luur en dat juist vóór deze centrale [adering. preker geeft verder een overzicht van werkzaamheden van het hoofdbestuur, is vertegenwoordigd in het R.-K. Ned. isvesiingscomitó en tevens in het psy- lechnisch comité. ien jaarverslag kan niet worden uitge- cht wegens het plotseling aftreden van secretaris, bij wien nog vrijwel alle ins berusten. Uit de leden gaan len op, om te trachten Haarlem en FEUILLETON. Kaar den roman van LULU VON STRAUSZ UND TORNEY. O— (Nadruk verboden.) 0 hij had haar nog niet vergeten n haar gevraagd? Zij moest toch eens nauwkeuriger van den kleinen wat hij gezegd had, hoe hij er uit Misschien kon ze hem zelf eens zien. kar aanstonds daarop hief ze heftig hoofd op, alsof ze al die zoo plotse- opgejaagde gedachten en wenschen rich af wilde schudden. Wat ging hij aan? Alles waa toch uit tusscben >j was haar nu toch evenver als vroe- onverschillig of de afstand tusschen 6Q haar iets kleiner geworden was anders! In haar leven had hij geen h meer. wilde er niet meer aan denken. Zij Kareltje er niet verder naar vragen, anelie werd weer kalm als altijd; zelfs heimelijk vorscbende oogen van tante vonden geen schaduw op haar ge veltje had gelijk gehad; Leo Dahlen *eer op Roten hof. 1 had indertijd na de breuk met An- het plan om het beheer van het goed °P zich te nemen, opgegeven, en in daarvan een lang detachement in "Men land gevraagd. De jaren zijner fa8heid hadden hem tot nu toe een Den Haag In het nationaal verband te brengen. De voorzitter wijst er op, dat de separa- tieve houding, door Haarlem aangenomen op de eerste Centrale vergadering te Nij megen, een groote hinderpaal is. Ook de omstandigheden in Den Haag zijn van dien aard, dat het zeer moeilijk is, deze afdeeling in het verband op te nemen. Dit geldt meer een financieele aangelegenheid. Uit de verdere besprekingen blijkt, dat de toetreding van Amsterdam wel zeer waar schijnlijk is. De begrooting van inkomsten en uitga ven, groot 1600 en die van het orgaan, tot een bedrag van 1900, wordt goedge keurd. Het hoofdbestuur stelt voor om voor één jaar althans het aantal bestuursleden van negen terug te brengen tot zeven. Zulks ook met het oog op de mogelijkheid, dat Am sterdam, met z'n 900 leden zaJ terugko men. Er wordt dan een „Amsterdamsclie" zetel opengehouden. Tot bestuursleden worden herkozen de heeren J. v. Meegeren (Venlo), Chr. v. d. Dries (Utrecht). Tot nieuw lid wordt aan gewezen de heer ir. B. J. W. Reuser Dobbelman (Nijmegen). Zondagmorgen werd dor rector G. de Bie een H. Mis opgedragen voor de leven den en overledenen van den bond. Daarna werden do beraadslagingen voort gezet. Tot redacteur van het bondsorgaan wordt benoemd de heer Wij veld, Den Bosch. Do heer Mensink Enschede) houdt een lezing over het onderwerp: „De dag van het Kind en Oudcrshulp". Spreker toont aan, dat er een fonds móet zijn, waaruit gezinnen moeten geholpen worden, wan neer de oudste jongen b.v. priester wil worden. De dag zou snr. bepaald wen schen te zien op den derden Zondag na Pascben, den dag van St.-Jozef. Bloemp- jesverkoop zou misschien kunnen helpen. Tijdens het referaat komt Mgr. J. M. van Oers, vicaris-generaal van het Bis dom ter vergadering, die door den voor zitter verwelkomd wordt. Door den voorzitter wordt nog het woord gevoerd over: Naar een R.-K. Con gers ter bestrijding van het Neo-Maltnu- sianïsme. Na rondvraag sluiting. r.-k. Tabaksbewerkersbond. Bondsvergadering. Onder voorzitterschap van den heer J. Kok (Eindhoven) werd Vrijdag te Nijme gen aangevangen met de tweedaagsche bondsvergadering. In zijn openingswoord heette de voor zitter in het bijzonder welkom den bonds- adviseur Rector C. A. Gerris, den eere voorzitter J. v Sehaik, (Amsterdam), den heer J. Th. Nijkamp, bestuurslid R.-K. Werkl.Verb., de heeren F Reuss, vert. v. de Christ. Vakinternationale en de Duit- sche organisatie en L. Schrijvers van den Belgischen Bond. De voorzitter vestigde in zijn openings woord de aandacht op enkele zaken hij en terugblik over de verstreken periode. De algemeene toestand achtte spr. minder goed, door daling der inkomsten, ver minderd verbruik in ons land, niet genoeg zame export, terwijl de import is terugge keerd tot do normale cijfers van voor den oorlog. -Van de vooruitzichten is niets met zekerheid te zeggen. Vastgesteld kan ech ter worden, dat tal van vooraanstaande fabrikanten begonnen zijn althans voor hunne goedkoopere merken te breken met het laten verwerken van Sumatra Zandblad dek, en dat door Vorstenlander dekblad hebben vervangen. Wij kunnen er voorts op wijzen, dat hot ons in samenwerking met alle belang hebbende organisaties gelukt is, den Mi nister van. Financiën te overtuigen, dat zijn aangekondigde verbooging van be lasting op sigaren funest op ons toch al zoo noodlijdend betoog bedrijf zou wer ken en dat die actie tot resultaat heeft go- had, dat Zijne Excellentie zijn voorgeno men plan heeft laten varen. Wij brengen hem daarvoor nu nog gaarne onzen oprechten dank. Na bet openingswoord van den voor zitter werd de bondssecretaris ter gele genheid van diens 121^-jarig jubileum ge huldigd. De jaarverslagen werden goedgekeurd. Op 1 Januari 1925 bedroeg het ledental 5719. Aan contributie werd ontvangen 121.141.20, voor de werkloozenkaa /65.G97.50. Uitgekeerd werd aan werkloo- zeuuitkeering f 98.500.42 uit het zieke» fonds ƒ131.949.71. De aftredende bestuursleden en de voor zitter werden bij enkele candidaatstelling herkozen. Besloten werd tot statutenwijziging en oni de Bondsvergadering iedere twee jaar te houden. Jaarlijks zal een vergadering belegd worden over behandeling van loo- pende zaken en actief. In de controlecommissie werden geko- zeu de heeren Bogers, Stokmau en Heer- kens. Tot hechtere fundeering der financiën werd besloten. Het vakblad zal om de 14 dagen ver schijnen. Aan Rector Gerris, bondsadviseur was ter gelegenheid van diens jubilum een zil veren. theeservies aangeboden. De heer J. Th. Nijkamp sprak namens het R.-K. Werkliedenverbond. Hierna werd de vergadering gesloten tot Zaterdagochtend. In de Zaterdagmorgen voortgezette con gres-bijeenkomst werden allereerst toe spraken gehouden dor de heer F. Roos (Crefeld) vertegenwoordiger der Christ. Vakinternationale en don Duitschen Chr. Tabaksbew. bond, alsook door den heer L. Schrijvers, (Wuestwezel) namens den Christ. Bond in België. Beide heeren brengen groetten over van hun organisa ties en deden een kort verslag van den stand van zaken der bedrijven ln hun land. Met ingang van 2 Augntuss, zal bij ge- beele werkloosheid tijdens ziekte het ver zekerd bedrag zoodanig worden vastge steld, dat de nitkeering uit het zieken fonds die uit de werkloozenkas zoo dicht mogelijk benadert. Aangenomen wordt bij wijze van proef uitkeering te verleenen over die uren, waarop niet gewerkt wordt, wanneer de geneesheer voorschrijft hij herstel min stens 16 uren per week te asbeiden. Met 3776 stemmen voor en 1684 stem men tegen werd een voorstel Eindhoven om de uitkeering der vrouwen te brengen van 72 pet. op 80 pet. aangenomen. Dit voorstel behoeft nog de goedkeuring der zieken-commissie. Door Pater fr. Smit O.M., geestelijk ad viseur der afdeeling Nijmegen en den heer Kalwey, secretaris van den R.-K. Volks bond aldaar, werden korte toespraken ge houden. Na een korte rondvraag volgde sluiting van het congres. R.-K. Middenstandscongres. De indeeling der werkzaamheden van het Ned. R.-K. Middenstandscongres, uitgaande van de Federatie der vijf dio cesane Hanzebonden, op 7 en 8 October a s. te Amsterdam te houden, is voorloo- pig als volgt samengesteld. Dinsdag 6 October, 's avonds: officieele ontvangst en feestelijke réunie der con gressisten. Woensdag, 7 October: plechtige H. Mis, opening van het Congres; behandeling van de praeadviezen van dr. van Beurden en burgemeester Stulemeyer aangaande „de verhouding tusschen overheid en Midden stand", discussies over deze praeadvie zen; gemeenschappelijke maaltijd des avonds gezellig samenzijn en attracties. Donderdag 8 October: behandeling van het Coöperatie-rapport; algemeene rond vraag; sluiting van het Congres 'a mid dags excursie. NaÜonaliteitsbewiJzen voor motorrijtuigen. De minister van financiën brengt ter al gemeene kennis, dat de vóór 1 dezer voor motorrijtuigen afgegeven bewijzen In-, Uit- en Doorroer no. 69 (zoogenaamde na- tionaliteitsbewijzen) met ingang van 1 Oc tober 1925 niet meer geldig zullen zijn. Voor houders van motorrijtuigen beslaat vóór laatstgenoemden datum de gelegen heid tot het aanvragen van nieuwe natio- na'iteitsbewijzen voor hun motorrijtuigen. De aanvragen daartoe behooren schrifte lijk, onder overlegging van de oude bewij zen In--, Uit- en Doorvoer no. 69, te worden gedaan aan den ontvanger der Invoerrech ten over de woonplaats van de belangheb benden of, indien ter plaatse geen zoodanig ontvanger is gevestigd, bij den ontvanger der accijnzen aldaar. Omtrent de bijzonderheren, die de aan vragen behooren in te houden, wordt ver wezen naar art. 25 van het Kon. besluit van 23 Maart 1925, opgenomen in St.bl. no. 103, terwijl ook de bedoelde ontvan gers aan belanghebbenden desverlangd daaromtrent inlichtingen zul'en verstrek ken. Voorts wordt medegedeeld, dat van 1 dezer af ingezetenen des Rijles, bij binnen komst hietr te lande hun motorrijtuigen slechts dan vrij van invoerrecht kunnen invoeren, indien zij aan het kantoor van binnenkomst een geldig nationaliteitsbewijs voor hun motorrijtuigen vertoonen. Bij ge breke daarvan wordt borgstelling voor het invoerrecht gevorderd, welke borgstelling door den directeur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen slechts zal wor den opgeheven, indien binnen een jaar na den invoer alsnog geldige nationaliteitsbe- wijzen worden vertoond of wel wordt aan getoond, dat de motorrijtuigen, te voren met betaling van het invoerrecht waren in gevoerd of dat daarvoor geen invoerrecht was verschuldigd. (St.ct.) De drinkwatervoorziening In UtreoM. Omtrent den stand der drinkwatervoor ziening in hun provincie doelen Ged. Sta ten van Utrecht aan de Staten mede: In den loop van dit jaar kwam da stioh- ting Drinkwaterleiding West-Utrecht tot stand, omvattende de gemeenten Ouden rijn, Harmeien, Veldhuizon, Vleuten, on Haarzuilena. Een proeSboring, gevolgd door een proefpomping, heeft dezer dagen (ot een alleszins gunstig resultaat geleid. Verwacht mag worden, dat thans binnen afzienbaren tijd het bestek voor de aan te leggen werken gereed zal komen en de aanbesteding zal kunnen plaats vinden 15 Juli is in het leven geroepen de stichting Drinkwaterleiding Noord-West- Ulrecht, omvattende 16 gemeenten: Aboou- de-Proostdij, Nigtevecht, Vreeland, Loe- nen, Breukelen, St. Pieters, Breukelen Nijenrode, Maarsseveen, Westbroek, Aoht- tienhoven, Maartensdijk, Koekengen, Laag-Nieuwkoop, Loenersloot, Wilnis en Mijdrecht). De gemeenten Abcoude-Baam- brugge, Ruwiel en Loosdrecht werden niet bereid gevonden, tot deie stichting toe te treden. De gemeente Montfoort zal over weinige maanden een eigen drinkwatervoorziening hebben. De voorziening van de gemeente Linschoten van Montfoort uit stuitte tot nu toe af op de afwijzende houding van den raad van Linschoten. Toch hebben Gede puteerden hoop, dat ook deze gemeente eerlang tot aansluiting bij Montfoort zal overgaan. Omtrent de plannen ten opzichte van de Gelder sc he Vallei kunnen Ged. Staten niets naders mededeelen. Sinds da uitvoe rige uiteenzetting in de winterzitting van 1924 is de zaak geen stap verder geko men. Ondanks een herinnering van de zij de van Ged. Staten van Gelderland, is van den min. van Waterstaat nog geenerlei be richt ingekomen omtrent het standpunt der regeering in zake het verleenen van rijks subsidie ten behoeve van de afslui(wer ken der Geld^rsche Vallei. KERKNIEUWS BENOEMINGEN. Z. D. H. do Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot Pastoor te Bovencarspel den Weleerw. hoer O. Brouwers en tot Pastoor te Schoten (H. Liduina) den Weleerw. heer P. v. d. Pavoordt, die Subregent was van het Klein Seminarie „Hageveld" te Heem stede. Pastoor P. J. J. Scheffer. De Zeereerw. Heer P. J. J. Scheffer, oud-pastoor van Waddinxveen, rustend in het R.-K. Liefdegesticht der Eerw. Zus ters, aan de Westhaven te Gouda, is voor zien van de H.H. Sacramenten der Ster venden. LIJKREDE gehouden bij de uitvaart van prof. a. Th. Seijsener door mgr. Taskln, president van het Groot Seminarie te Warmond. Qui ad justitiam erudiunt muitos ful- gebunt quasi stellae in perpetuas aeterni- fates. Daniel 12: 3. Voor de derde maal binnen weinige maanden heeft God, de Heer van fevoQ en dood, dezer dagen zijnen engel gezont den met een lastgeving voor dft SeminflC* rie: nu niet voor een leviet dio hier dien* de in den voorhof, maar voor een priester die bet voorhangsel des heiliedoms was binnengegaan. Nu was het uiet een leer ling, dien de doodsengel opriep, maar oen leermeester. Gp Donderdag den 16den Juli des morgens om half negen wenkte hij Professor Adrianus Theodoras Seijsener hem te volgen naar hot an lero leven. En wij staan hier nu vol droefheid rondom zün lijkbaar om aan zijn stoffelijk over schot de laatste eer te bewijzen. Wel moeten wij hier uitroepen met den Apostel: „Hoe ondoorgrondelijk o God zijn Uwe oordcelen en hoe onnaspeurlijk Uwe wegen!" Waarom moest hij heengaan? Hij man van 39 jaren in de volle rijpheid van den menschelijken leeftijd, in het volle bezit zoo scheon het althans van een krachtige gezondheid? hij begnnfd met een scherp en helder verstn..d met kunde en wetenschap, met gaven en ta lenten die hem maakten tot een licht op den kandelaar, verlichtend allen in dit huis en velen daarbuiten? Hoe droevig, hoe pijnlijk mag ik wel zeggen, waren de omstandighf len die met dit afsterven gepaard gingen. TT ij is gestorven op een morgen die in dit huis altijd is een blijde morgen, als de jongo priesters onder het feestelijk gebeier der klokken het Seminarie voor goed verlaten om hun intree te gaan doen In het veld hunner werkzaamheid. Dit jaar gingen zij een zwaren gang, begeleid doe? de sombere tonen der doodsklok, die aan den omlrek verkondigde, dat hij, die eert groot aandeel gehad had in het gereed maken van dezen oogst, van de aarde waa heengegaan! Hij is gestorven op den dag waarop het nieuwe klein-semi- narie werd ingewijd, toen het geheele Haarlemsche bisdom met den bisschop aan het hoofd opging ter blijde feestvie- ring Tegelijkertijd werd het groot semi narie en het geheele bisdom in diepon' rouw gedompeld door het verlies van oen der voortreffelijkste priesters die uit beide seminaries zijn voortgekomen Doch neen: wat staan wij hier te kla* genl Al geeft het uitstorten van onze die pe smart eenige verlichting aan ona ovor- kropt gemoed: wij zijn ona ten volle be wust van de plicht ons te onderworpen aan de onnaspeurlijke leiding Gods, cujua provldentia in sul dispositione non falli- tur zoo baden wij gisteren ring wiens voorzienigheid in hare beschikking zirh niet vergist. Wij moeten Gods H. Wil als zoodanig erkennen en zegenen Hij is de Hoer, Hij doe wat goed is in zijne oogen. En om ons te Bterken ton einde deze zwa re beproeving gelaten te dragen behoo ren wij do troostgronden te overwegen, die Gods goedheid ons bij dit sterfbed in zoo ruime mate geeft Een zeer voornanv troostgrond ligt er, dunkt mij in de gedachte dat de overledene nu gelukkig is, omdat hij de belooning heeft ontvangen, bestemd voor hen, dio door woord en voorbeeld aan anderen lint goede hebben geleerd: een belooning toe gezegd door het woord der II. Schrift: Zij die velen onderrichten ter gerechtig heid, zullen schitteren als sterren in de. altoosdurende 'eeuwigheden. De overwe ging biervan geeft ona do gelegenheid dep zegenrijken arbeid van den overledene op bescheiden wijze te gedenken. De levenstaak van Professor Seijsener is ecu.anderen te onderwijzen ter ge rechtigheid: d.w.z. kennis mede to deelon niet om die kennis zelve, maar om door dio konnis den mensch beter te maken, on hem een hulpmiddel to geven waarmeo hij het doel waarvoor hij op aarde ge plaatst is gemakkelijker kan bereiken. Op zeer jeugdigen leeftijd, na sleehls ander half jaar kapelaan geweest te zijn in de parochie van Warmond, werd hij hier be noemd tot hoogleeraar in' de. Thomistische Wijsbegeerte. Met de volle energie van zijn groot verstand en zijn rijkbegaabien geest bracht hij toen tot volledige ontwik keling de wetenschap, die hij zich hier als student had eigen gemaakt. Wan! ik behoef niet te zeggen, dat zijn vroegtijdige benoeming tot hoogleeraar haar reden had in de schitterende studiën, wel' hij hior als seminarist gemaakt bad. 1 we tenschappelijke vorming van den cjorus door de studio der wijsbegeerte, evenzi>»r ontmoeting gespaard; maar de oude heer op Rotenhof begon te sukkelen. Leo was tenslotte toch de eenige zoon en het kwam hem totaal verkeerd voor uit zelfzuchtige motieven nog langer weg te blijven. Een man moet immers ook den druk van zulke herinneringen kunnen overwin nen. Het was immers Teeds zoo lang ge leden, nu Tier jaar. Eigenlijk was het immers belachelijk, dat hij er nog onder leed. Het was immers zijn eigen vrije wil ge weest, en hij zou ook heden nog niet anders handelen. Maar toch viel het hem zwaarder, dan hij gedacht had. Overal de herinnering aan toeni Zij ver volgde hem letterlijk en kwelde hem, zon der dat hij het mocht laten merken. En daarbij de gedachte zoo dicht bij Annelie te zijn. Hij wist, dat ze nog altijd op Martenhof woonde. Hij wist ook dat ze den kleinen boerenjongen, wiens vader ze doodgescho ten had, tot zich genomen had. Meer had hij niet te weten kunnen ko men. De buren wisten immers, dat hij met Annelie verloofd was geweest; zij hadden het taktloos gevonden, in zijn tegenwoor digheid over haar te spreken. Zijn ouders wilde hij er niet naar vragen;.zij hoefden niet te weten, dat hij er nog aan dacht. Hij zag Annelie duidelijk voor zich met de rustige, ernstige oogen. Waarom had ze het kind dan tot zich genomen, als ze zich zoo vrij voelde van chuld? Hoe zou ze wel met hem omgaan? Hij herinnerde zich den jongen heel goed. Hij had hem immers zelf gezien, in dertijd bij het boschhuisje, den laatslen dag, dat hij met Annelie samen was ge weest. Dit lachende kindergezicht in de ernstige plichtatmosfeer van Marteohof hij kon het zich niet voorstellen! Het was een der eerste dagen van zijn verlof. Leo Dahlen slenterde langzaam, het ge weer over den schouder, door het woud, toen plotseling op een scherpen bocht van den weg het geblaf van een hond weer klonk en onmiddellijk daarop een kleine jongen met luid „Hallo" den hoek om ren de en tegen Dahlen aanbotste. Deze die door den schok bijna het even wicht verloren had, hield den kleine vast. „Waar kom jij vandaag, kleine wild zang?" vroeg hij lachend. De jongen keek ietwat schuchter tot hem op en trachtte zich los te wringen: „Van Martenhof", verklaarde hij, „ik ben immers Kareltje". Dhalen keek verschrikt in het aardige, verhitte gezichtje. Dat was dus Annelie's pleegkind, dio groote jongen! „Tk wou juist met Bruno op de leeuwen jacht gaan" vertelde de kleine verder, dien Leo's gezicht beslist vertrouwen inboezem de. „Wij waren juist zoo mooi aan het loo- pen, en daar „Daar komt jullie in plaats van den leeuw een vreemde man in den weg!" lachte Dahlen, die weer' bekomen was. „Maar zeg eens Kareltje, mag jij hier eigenlijk zoo wild rondloopen?" De jongen knikte. „Moeder vindt het goed", zeide hij. „Moeder is heel goed." Moeder! Liet ze zich werkelijk door het kind moeder noemen? Maar hoe paste al dat teedere, zoete, wat in dqju naam moe der ligt bij Annelie met haar eigenaardig heid, die hij zich zoo goed herinnerde? „Wat doet moeder?" vroeg Dahlen plotseling. Kareltje dacht een oogenblik na. „Moeder? Ik geloof, dat ze den rent meester wou spreken en dan in den melkkelder gaan. Maar ken je moeder dan? O, en Bruno moet Je ook kennen! Bruno is nooit vriendelijk tegen vreemde menschen!" Dahlen streelde den hond. die hem her kend moest hebben en zich vleiend tegen zijn hand aandrong. Hij wist niet wat hij antwoorden moest Kareltje had hem een oogenblik onder zoekend aangekeken; nu maakte hij een sprong van pleizier. „Ik weet, wie je bent", riep hij luid. „Jij bent do goede man van het portret, dat moeder in haar schrijftafel heeftl Ik zie het heel duidelijk 1 O, wat zal moedor zeggen, als ik haar vertel, dat ik den goe den man gezien heb!" Kareltje had hem intusschen bij de hand gegrepen en trok hem mee. „Kom" zeide hij ijverig, „ik zal je mijn hol in het bosch laten zien, en je moet met me spelen en mij vertellen." Zoo ging Dahlen dan mee. luisterde half verstrooid naar het levendige gebab bel van den kleinen jongen en verwonder de zich over het eigenaardige toeval, dat hem juist met dit kind had samenge bracht. Het wag bijna middag geworden, toen hy eindelijk peinzend langzaam den weg naar Rotenhof terugliep. „Je komt toch morgpn terug niet?" had zijn kleine vriend hem bij het afscheid toegeroepen. „Ik wacht op je, op de plaats waar ik je het eerst gezien heb! Kom asje blieft, ja?" Leo had hem toegeknikt on dun in ge dachten de kleine gestalte nagekeken, die in sprongen den weg naar Martenhof af rende, gevolgd door Bruno. Hij moest lachen over zich zelf. toen Uij den volgenden morgen weer naar liet bosch ging, naar het rendez-vous mot don kleinen jongen, die hem toch verdors niets aanging. Maar hij had het nu een maal beloofd en hij wilde den kleine de teleurstelling niet bereiden, weg te blij ven. Kareltje wachtte roeds op hem on wenkte hem van ver al met z'n hoed. Dahlen had den kleine het liefst aan stonds naar Annelie gevraagd Wat ze wel gezegd had, loon de jongen haar van hem vertelde. Maar hij had zich voorgenomen het niet' te doen. Hij kon immers toch den draad niet weer aanknoopen, die eenmaal ver-« broken was. Hij wilde het ook niet Maar hij luisterde toch met oen eigen* aardig gevoel van verbazing toe. toen Ka* reltje van Annelie sprak. Hij deed het dikwijls; hij scheen erg aan haar te han* gen. Dahlen begreep dat niet; deze wilde^ overmoedige jongen en Annelie was on* denkbaar! Maar Annelie's opvoeding was goed go* weest Ondanks allo kinderlijke natuur lijkheid, had Kareltje niets boersch ot ongemanierds aan zich. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3