ilitt Courant" V- fweede Blad mi Zaterdag 4 Juli 1925 Weekoverzicht. belangsteling van den mensch is [a beperkt. En wanneer de verkiezingen u binnenland een zoo groot gedeelte rvin opslokken, dan blijft er voor het onland al heel weinig over. Het buiten- schijnt dit begrepen te hebben, want Vin deze week niet veel gebeurd. jr> er worden heel belangrijke onderhan jeén gevoerd tusschen de landen, ma&r daarvan wordt losgelaten is uiterst on- 'k. Er zijn een paar moties van ver- iiv_ aangenomen en van wantrouwen dorpen (België, Griekenland, Engeland) heel prettig is v. de betrokken regee- ?n> maar door ons voor kennisgeving it te worden aangenomen, jrder is de toestand in China nog ii ernstig, wanneer in de een of ande- plaats de onrust vermindert, breken el- nieuwe onlusten uit. lm is er nog Abd-el-Krim, die den icben en Spanjaarden flinke klappen >11, zooals de Havas-berichten aarzo- erkennon, met de stereotype medcclee- dat elders een aanval werd afgcsla- en dat de verliezen van den vijand pllend groot zijn. (en slofte is er bet jaarlijksche revo- Ije in Griekenland, waarbij de helden lot vaderlands-redders opblazen, tot- ij hel volgend jaar door den bezem jon nieuwe revolutie worden wegge- erkloosheid in Engeland. 5r de Britscbc verkiezingen, die in unvang van 1924 leidden tot bet op- van bet ministerie uit de arbei- blij onder leiding van MacDonald, He deze partij onder de kiezers de liging te wekken, dat zij „het" mid- »en de kwaal der werkloosheid, welke «ld sedert den oorlog teisterde, bad Maar ook het ministerie Mac- Id bracht de genezing niet, kon die iet brengen, omdat tegen deze ziekte loovorkruid is gewassen. Men zou i, dat de ervaringen tijdens de regeering opgedaan, tot eenige iebtieheid bij de critiek op anderen ding moesten geven. Dat is echter et geval gebleken. De beer MacDo- ffeft in het. Lagerhuis een motie van finweii voorgesteld tegen de regce- verband met (Je kwestie der werk- Donald betoogde, dat de conserva- legeer ine- welke zijn kabinet ver- liefs bad gedaan om de werkloos- j bestrijden en dat niettegenstaande rerklonsbeid nog in omvang was toe- hd. Dit laatste is zeker niet te be- ïïet aantal werkloozen is thans rijk erooter dan het vorige jaar en tl thans al ongeveer een en een jnillioen. Zeker wel een zeer veront- w'|i ciifer. Maar terecht mocht toch de r. Stanley Badwin, er op wijzen, toestand in de laatste 6 jaren zeer vras en dat men dus niet nu juist (aservatieve regeering verantwoorde- stellen voor den heerschenden oorzaak komt de werkloosheid voor zei pn ijzerindustrie en in den on scheepsbouw. Industrieën die bobben eenerzüds onder den nog l^toron internationalen toestand, an- |H> onV door de ontwikkeling van bet Sw;n andere landen. Op kleinere schaal J in Andere takken van "bedrijf, in ■wbicfrieën als die van wol en ka- Brklnosbeid voor. or velen in Engeland die op dezen nnn zeer ppssimistiseben kiik lipb- 'lie, meen end dat Engeland zijn cnJ hoogtepunt heeft overschreden, >n aan de mogelijkheid van eon (Ontwikkeling, die aan al de ledige voor arbeid zal kunnen verschaf- jlriwin beeft tegen dat pessi misme gewaarschuwd. Hoe ernstig de de pressie ook nog in verschillende bedrijven was, aan den anderen kant was er toch ook wel in andere takken van bedrijf een her leving te conslateeron en nieuwe mogelijk heden van werk en welvaart worden ge opend. De regeering bad daarbij vol strekt niet stilgezeten, zoo betoogde bij tegenover de critiek die op zijn regee ring was geoefend. Maar „liet" middel tegen do werkloos heid bezat deze regeering niet, en zij kwam daar rond voor uit. Natuurlijk werd de ingediende motie van wantrouwen verworpen met de groote meerderheid, welke de partijverhoudingen in bet Lagerhuis bet ministerie verzekeren. In dit geval gold zeer zeker, MacDonald kon bet welen, dat de critiek gemakkelij ker is dan de kunst, schrijft het „Hbld". Grieke-nland. Aan het eind van de vorige week beeft in Griekenland een 60ort van omwenteling plaats gehad, welke periodiek om het jaar terugkeert. Dan staat een gedeelte van de officieren, betzij van bet leger of van de vloot, op tegen de regeering, verwijt de ministers dat zij landverraders zijn, terwijl zij zelf zich op werpen als „reinigers van den Augiasstal" en bet volgend jaar smijt het vorige mi nisterie de militairen weer uit het bewind; verwijt hen dat zij landverraders zijn, en zweert bij hoog en laag, dat zij den Augias stal weer grondig zal reinigen enz. Het volgend jaar komen weer andere officieren enz., enz Generaal Pangalos, de tegenwoordige Griekscbe premier (hij heeft met over- groote meerderheid een motie van vertrou wen in de Kamer gekregen), noemt dat „een gewone politieke crisis". Do regeering was in oppositie met het gevoelen van de natie en van het' leger. Het laatste had, in nationalen geest handelend, de regeering tot aftreden gedwongen, „zoo als in alle landen is gebeurd." Nu, hier gebeurt zooiets anders. Maar.... 's lands wijs, 's lands eer! o Marokko. Uit Marokko wordt be richt, dat een nieuw offensief van Abd el Krim, in de buurt van Taza is ingezet, blijkbaar met de bedoeling zich meester te maken van den weg van Taza naar Fez. Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd geleden Abd-el-Krim blufte op 3 Juli te Fez te zullen zijn. De actie ter bereiking van dit doel schijnt nu dus te zijn begon nen. Natuurlijk heet het dat aan de Rifka- bylen ernstige verliezen zijn toegebracht. Doch als men de kaart bekijkt, ziet men, dat de Fransclien zich op hun uitersten linkervleugel handhaven, maar dat in het cenirum regds een leelijke deuk in het front eekomen is. Daar zijn tal van posten ontruimd, vrijwillig vernield of door den vijand veroverd Een van de belangrijkste was Bibane. Daar is een vinnig offensief in de richting van Fez aan den gang ge weest en hebben de Ryfkabylen reeds de Werga overschreden. „Over het geheel genomen behielden wij onze stellingen", seint Havas. Er zijn er dus ook ontruimd. Er is aan de vorderingen die Abd-el- Krim aldoor maakt, nog een zeer bedenke lijke kant: boe meer bij de Fransclien te rugduwt, boe meer hulptroepen bij krijgt in de stammen, die totnogtoe bondgenoo- ten van de Fvanschen zijn geweest, en hoe zwakker de strijd krach ten van deze laat- stên worden. Hij beeft dus alle reden om steeds opnieuw aan te vallen, wanf zijn verliezen worden, als hij maar opschiet, ruimschoots goedgemaakt, merkt de N. R. Crt. op.. Inmiddels heeft dn Franse,h-Snaanscho conferentie te Madrid naar luirl van een Fnvfis-felt»gvarn van daar, „haar hoogte punt" bereikt. Dit wi! zeggen dat nadat Frapkriilc en Rnanip zich verstaan hebben over een gemeenschappelijke nlokkade van de kusten tot beteugeling van den invoer ven wapens, zii nu bezig z.iin overleg te plegen over een gemeenschappelijke mili taire actie tegen den viiand en do vredes voorwaarden die zii samen aan Abd-el- Krim zouden kunnen aanbieden. Want beide staan nog op bet program van deze conferentie. China. De toestand in China is vrijwel onveranderd. De correspondent van de „Times" te Washington seint aan zijn blad een over zicht van het standpunt dat gezaghebben de kringen in Amerika innemen tegenover de onlusten, dat wel de moeite waard is" om weer te geven Vooreerst doet men geen poging om zich den ernst van den toestand te verbergen. De gebeurtenissen worden beschouwd als symptomatisch voor den geestestoestand der Chineezen, die op dit oogenblik meer opgewonden is, dan een kwart eeuw gele den in den tijd van den Boxeropstand. De toestand is nu dubbel ingewikkeld gewor den, daar een militaire interventie op groote schaal onaannemelijk is en' zach tere maatregelen kans loopen geen doel te treffen wegens de corruptie der ambtena ren of door het volk verkeerd begrepen te worden. Men onderschat in Amerikaansche krin gen de rol eener kwaadwillige (bolsjewis tische) propaganda niet, doch deze ver klaart nog niet geheel de verschijnselen van den laatsten tijd en vooral niet hun verspreiding op zoo groote schaal als thans hot geval is. Het euvel is, volgens de Amerikaansche meening vooral te wijten aan het feit, dat sedert de 30 jaren, dat China zijn toe vlucht genomen heeft tot hot buitenland- sche kapitaal voor de binnenlandsGhe ont wikkeling, de meeste verkeersmiddelen#^ het grootste gedeelte van China's minerale rijkdom overgegaan zijn in buitehlandsche handen, in een atmosfeer van geheime in trigues en internationalen naijver. Deze intrigues zijn ruim bevorderd door de corruptie die onder de Chineesche ambtenaren heerscht. Het Amerikaansche departement van buitenlandsche zaken heeft debewijzen in bandon, dat, zoodra het Negen Mogendheden Verdrag in Febr. 1922 te Washington geteekend was, zoo dat het gevaar van Buitenlandsche inter ventie bezworen leek, de Chineesche over heid cynisch is begonnen de eigen onder danen op alle mogelijke wijzen te bestelen en te plagen. Een beetje meer verantwoordelijkheids gevoel van de zijde der Chineesche over heid is de eerste voorwaarde, opdat de goede dingen van het verdrag van 1922, n.l. de belofte der Mogendheden om de beginsels van de open deur en de ondeel baarheid van China en bovendien zekere voorstellen strekkende om de economische zelfstandigheid van China uit te breiden, hun weldadigen invloed zouden kunnen uitoefenen. Het verdrag van 1922 is nog steeds door Frankrijk niet geratificeerd. Do Ver- eenigde Staten dringen er op aan, dat deze ratificatie niet langer uitgesteld zal worden, vooral omdat dan de weg ge- effend zal zijn voor het houden der ge meenschappelijke conferentie, die het ver drag voorschrijft. Voor dat deze conferentie bijeen is wil len de Vereenigde Staten niets onderne men. (Deze conferentie is inlussohen -op aandringen van Engeland uitgesteld.) Zij beseffen zeer goed dat er aan Chineesche zijde oen gerechtvaardigd ongeduld is ontstaan. Zij zullen er zich toe beperken om de orde te herstellen door locale maat regelen, op plaatsen, waar de veiligheid van Amerikaansche burgers gevaar loopt en zullen, hetzij alleen, hetzij met andere mogendheden, alles vermijden wat op ge wapend^ interventie zou gelijken. Volgens de „Times" zou er over deze politiek over eenstemming bestaan tusschen Amerika en Japan. RSféNEMLAMD DE NIEUWE KAMERLEDEN. R. K. STAATSPARTIJ. Dr. L. G. Kortenhorst. Dr. L. G. Kortenhorst werd gebo ren te Weesp. H»S maakte te Amster dam zijn gymnasiale studiën aan het SL ïgnat:<us-col'ege na aloop waarvan hij werd ingeschreven als student aan de fa culteit der rechtswetenschappen van de universiteit te Amsterdam. In 1913 promoveerde dr. Kortenhorst op proefschrift „Bevoegdheid van den rech ter om ongestraft to laten". Na zijn pro motie was dr. Kortenhorst eenigen tijd ad vocaat te Amsterdam. Momenteel vervult dr. Kortenliorsl do functie van secretaris der ;.u 1910 opge richte Algemecne R. K. Werkgevers er- eeniglng. Prof. Mr. J. A. Veraart. Prof. Mr. J. A. Veraart, hoogleeraar aan de Technische Hoogescliool to Delft, werd geboren te Amsterdam in 188C». Hij stu deerde aan liet gymnasium der Eerw. Pa ters Jesüieten te Amsterdam en daarna aan de Universiteit aldaar. Hij promoveerde 23 April 1910 op het proefschrift „Arbeidsloon". Na zijn promotie werd hij leeraar in de staatswetenschappen aan de gemeentelijke H. B. S. te Nijmegen. In 1911 vestigde Mr. Veraart zich in den Haag. In 1914 kreeg hij toelating als privaat docent aan de Technische Hoogeschool. In Januari 1919 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan do Technische Hooge school, als opvolger van Mr. Aalberse. Dr. H. W. E. Molier. Dr. H. W. E. Moller werd geboren te Amsterdam op 8 November 1869 en is woonachtig te T;lburg. Na letterkundige en wijsgeerigo studies word hij in 1896 be noemd tot leeraar aan de R. K'. Gymnasia te Katwijk en Amsterdam, aan de open bare IR B. S. en Middelbare Handelsschool en den R. K. cursus voor hoofdac-to te Am sterdam. In 1904 richtte hij 't tijdschrift „Boeken schouw" op; in 1907 „Opvoed'ng en On derwijs". voortgezet als „Tijdschrift voor Zielkunde en Opvoedingsleer"; in 1913 „Tijdschrift voor Taal en Letteren" en ;n 1922 „Roeping". In Juni 1912 slichtte hij de R. K. Leer gangen te Tillburg; was rector hieraan tot einde 1920, en is sinds 1920 privaat do cent. Jac. Vos. J. Vos Ant.zn. werd den 13en Juni 1371 te Vinkenbroek bij Roosendaal geboren als zoon van een weiges telden boer. Hij bezocht de lagere School te Wouw, volgde daarna gedurende eenige jaren de lessen op liet inïJituut >oSt. Marie" to Huysbergeu en kwam daarna in het boerenbedrijf. N-'et ten-eden met practischen arbeid alleen, las hij in z'n vrije avonduren al wat er in de toen nog vrij schaarsche vakbladen over liet landbouwbedrijf werd geschreven. De jonge boer kwam daardoor op do hoogte van nieuwe uitvindingen, d;e hij zicli te nutte maakte. Dat in de omgeving van Roo sendaal al vfteg. kunstmeststoffen werden gebruikt, Is voor een niet gering gedeelte aan de onvermoeide propaganda van Vos te danken. Als secretaris van den Roosendaalschen Boerenbond eerst, als voorzitter laten, heeft bet nieuwgekozen Kamerl-'d zijn gewe&lge- nooten ten zoorste aan zich verplicht. Ook an vele andere landbouworganisaties be kleedt hij sinds jaren oen vooraanstaand o plaats. R. K. VOLKSPARTIJ. Mr. P. M. Arts. Mr. P. M. Arts werd 29 Sept. 1831 to Tilburg geboren. Hij is de tweede zoon van het oud lid der Tweede Kamer A. H. A. Arts, den eigenaar en uitgever vamliet .dng- blad de N-'euwe Tilburgsche Courant. Na zijn gymnasiale studiën bezocht mr, P. M. Arts de Universiteit, waar hij na zes ja ren zijn promotie deed op ste'üngen. Na zijn promotie vestigde hij zich ter- stond als advocaat en procureur in zijn geboortestad. Op 4 December 1913 werd hij verkozen tof l;d van den Tilburgschen gemeenteraad. Bij de Statenverkiezing in 1919 werd hij door de R K. Staatsn&rt'j naar do Pro vinciale Staten van Noord-B-ahant afge vaardigd. Hij hield tijdens de zittingspe riode op lid te zijn der R K. Staatspartij, maar Ueef zi>'n zetel nn dg Pvovmeiale Sin ten innemen. In 1923 vaardigde de inmid dels opgekomen R. K. V. P. hem af. HERV. (GEREF.) STAATSPARTIJ. Ds. C. A. Lingbeek. Da. C. A. Lingbeek, geboren in 1867, werd in 1894 na volbrachte theologische studie Ned. Herv. predikant te Voorthui zen. Deze standplaats verwisselde luij twee jaren later voor Cubaard, om in 1899 naar Klundert te gaan, van daar in 1903 naar Voorst, in IUt»8 naar Spijk, in 1918 mar Stceuwijk eu in 1919 naar Reitsuni, waar hij tegenwoordig predikant is. Hij is een dor voormannen van de con fessioneel© richting in de Ned. Herr. Kerk. De confessioueelen streven naar ..K.vk, herstel", d.w.z. naar een organisatie van de „Volkskerk" in den geest, van die, wel-« kc voor 1816 bestond, zonder vaste bos lm rende lichamen als do Synode. De confessiuneele Hervormden z::n in de politiek veelal chr.-historiscü, maar c-en' deel van hen heeft zich, voomamekjk uit ontevredenheid, omdat de Ghr. Hist, niet' scherp genoeg uit anti-papismo tegenover de R.-K. Staatspartij, afzonderlijk geor ganiseerd in de Hervormd (ÖerefortnociM do) Staatspartij. STAATKUNDIG GEREF. PARTIJ. Ds. P. Zandt. Ds P. Zandt behoort tot een poKtieka groep, die in levensbeginsel dicht slaat bij do anti-revolutionaire, maar zich van dozo scheidt o.m. door afkoer van de coalitie» „consciëntiedwang door sociale wetten" eivz. enz. Ds. Zandt is Ned. Herv. predikant te Delft. Geboren in 1380, werd hij op 25-ja* rigen leeftijd uredikanf te Kamperveen!, later (1909) te Loon op Zand, te IJselnuiH den (1910), Ede (1915) en in 1919 te Delft. VRIJHEIDSBOND. Walrave Boissfivain. De heer Walrave Boissevajn is ocn*aan* tal jaren verbonden geweest aan de «Stoom vaartmaatschappij „Nederland", waarvan zijn vader, de lieer J. Boissevain, een der directeuren was. Sinds October 1915 was de heer Boissevam lid van den gemeente* raad van Amsterdam. Mr. P. Droogleever Fortuyn. Mr. P. Drooglcover Fortuyn, dio 28 De-» cember 1868 te Rotterdam werd geboren, is een bekend lid van den Haagschen ge meenteraad. Gedurende de jaren 1013 tot 1919 was hij wethouder van fiuanc'ën to 's-Gravenhage, terwijl hij ook eenigen tijd wethouder van openbare werken is go-» woest, Mr. H. J. Knottenbelt. Mr. H. J. Knottenbelt word op 9 Jan. 1874 to Rotterdam geboren. Na voltooiing zijner juridische studiën te Leiden trad hij in zijn vaderstad in het advocatenkantoor van Mrs. Knottenbelt en Fruin. In 1920 ondernam hij een reis door Zuid-Af 'ka. Na zijn terugtocht in het vaderland bet hij de algemoeno rechfspracfijk varen om ge delegeerd commissar's to worden van de Scheepvaart- en Steenkoionmaatschnppij. Reedfi spoedig daarop koos de Nederland- sche Reodersvoreeniging hom tot bestuurs lid en president, welke laatste functie do heer Knottenbelt in verband met zijn Ka-i mer-candidaluur heeft neergelegd. VRIJZ. DEMOCRATEN. Mr. Dr. A. M. Joekes. Mr. Dr. A. M. Joekes word 5 Moi 1305 to Boca (Sumatra) geboren, waar zijn va- dor bestuursambtenaar was. Hij studeer-» de to Leiden cn promoveerde aan do uni versiteit aldaar in 1908 in de rechten op stollingen en in 1911 in de staatsweten schappen op dissertatie „schots van do be voegdheden der Ncderlandscho conau's". Inmiddels was de heer Joekes werkzaam gesteld ten kantore van de Samarang-Joa* na en Samarang-Gheribon Stoomtram- maatschappijen te 's-Gravenhage. Iu 1911 na zijn promotie keerde h'j naar Indiii te-» rug, waar hij secretaris van den hoofd ver* tegonwoordiger van deze maatschappijen te Samarang werd. In deze plaats was hij eenige jaren lid van den gemeenteraad In het begin van 1919 begaf mr. Joekes zich naar Nederland, waar hij zich te 's-Gravenhage vestigde en optrad als se cretary van do directie van de bovence-» noemde sloomlrannnaafschappijen Te f'w tober 1920 nam hij onls'ag uit deze func* tie om over te gaan naar hot Departement van Arbeid, waar hij aanvankelijk werk zaam was als referendaris in al gemeen en dienst en sedert de twee laatste jaren als administrateur in algemeenen dienst. Mr. S. J. L. Van Aalten. Mr. S. J. L. van Aal t en werd op 15 Ja* ►nuar' 1863 te Rotterdam geboren. Hii stu* FEUILLETON. N LEVEN BOETE. ir den roman van LU LU VON STRAUSZ UND TORNEY. —O— (Nadruk verboden.) ten, moeder Stinet Al zoo ijverig? e me zeggen, waar de freule is?" de vrouw, die op het plaveisel voor knielde, om het gras tusschen en uit te steken, hief het hoofd op. freule, menier?" antwoordde zo f haar staanden jongen man; „en geleje waas ze hij; mich dunk, den hóf gegaon! Joa al- en altied op paad, det is ze, aangekomene aan wiens houding men den officier in civiel zag, oude vriendelijk toe en wendde naar het poortje, dat toegang tuin. zoogenaa inden huistuin was ze *t, dat wist hij, dus ging hij op door het dichte struikgewas L,r de fruit- en groententuin, die 'age lattensehutting omsloten in ■indende licht van den zonnemor- •a die duizend bedauwde koppen 'ics der gewassen op zijn welver- athematisch regelmatige bedjes den zonneschijn tegemoet had zich niet vergist. Ginds 'ds Annelises stroohoed tus- &oen der jonge erwtenbedden en keek naar haar, terwijl ze bezig was, zon der hem te zien. Wat ze deed, kon hij niet zien; maar er lag iets eigenaardigs zekers, zelfstandigs in iedere beweging der groote, regelmatige gestalte, en door den stroohoed overscha duwde profiel toekende zich klaar en krachtig tegen den groenen achtergrond af. Toen hij naderbij kwam hoorde ze rlot- seling zijn stap, richtte zich uit haar ge bogen houding op en keek verrast het breede pad tusschen de bedden af. „Jij hier, Leo, en zoo vroeg?" zeide ze, toen ze hem herkend had. liem toeknik kend met rustige zekerheid. „Een hand krijg je niet. Ik heb asper ges gestoken en mijn vingers zitten nog vol grond. Maar zeg eens, wat kom je nu al doen?" Leo lachte, maar toch vloog er een scha duw van ontstemdheid over zijn vroolijke gezioht. „Een aardige ontvangst, die ik bij me juffrouw mijn bruid vindt", zeide hij op schertsenden toon. Annelise glimlachte. „Jo weet, dat hét niet zoo gemeend is. Ik heb je echter al zoo dikwijls gezegd, dat ik 's morgens bezig ben, en daarom dacht ik ,dat je iets heel bijzonders hierheen voerde!" „Ik kom juist, om je voor een tijdlang aan die bezigheden te ontrukken", zeide Leo, zonder te letten op de lichte afwij zing, die in haar woorden lag, „het is zoo mooi vandaag; je moest Lora laten zade len en met mij een rit door het bosch ma ken." Annelise schudde het hoofd. „T.ora is mee met het hooien", ant woordde ze, „de paarden worden allemaal gebruikt." „Kom dan te voet! Mijn paard kan zoo lang hier blijven staan! Ik helr het een jongen vast laten houden op de binnen plaats." „Ik kan niet. Ik heb mijn werk!" „En wat? Meen je, dat ik geloof, dat je hier zoo onmisbaar bent?" De stem van den jongen man klonk bijna geprikkeld; ontstemd zag hij in het kalme gezicht van het meisje. „Waar heb je dan je men- schen voor? Je doet immers, alsof Mar ten- hof zonder jou ten onder moest gaan!" Ernstig zag Annelise liem aan. „Het is geen werk voor de menschen", zeide ze. „Ik moet naar don melkkelder, dan komt Meier Velt man, om oen paarde- koop af te sluiten, daarna moet ik met mijn rentmeester naar de Molenbeek, waar we een nieuwe brug bouwen. En dan als het ook niet onvoorwaardelijk noodig was, dat ik overal zelf bij ben en mee aan pak hoe zou ik van mijn menschen kunnen verlangen, dat ze hun plicht doen, als ik niet zelf al mijn krachten aanwend de, om het hun voor te doen?" Annelise's stem had nu 'n eigenaardig diepen klank, zooals altijd wanneer haar iets heel ernstig was; Leo wist. dat het dan tevergeefs was, haar te overreden. „Laten je uitgebreide plichten je dan misschien vanmiddag eenige vrijheid voor een wandeling?" vroeg hij licht spottend. „Of „Vanmiddag, graag Leo, zoolang als je wil!" Annelise knikte bereidwillig. „Maar nu gaat het heusch niet nu moet je al leen gaan!" „Tot ziens dan vanmiddag!" Leo lichtte even den hoed. „Ik stel me tevreden met in gedachten je hand te kussen .daar je zo mij in werkelijkheid weigert! Ik hoop, dat mevrouw Natuur me in haar rijk genadi ger ontvangen zal dan mijn lieve bruid!" Leo von Dahlon wendde zich om en ging heen; hij zag niet, dat Annelise, voor zo weer aan haar werk ging, een oogenblik stilstond en hem nakeek, mot een zonder ling weeken blik in do ernstige oogen. Hij was ditmaal een anderen, weg te ruggegaan, die hem door den huistuin langs het hoofdgebouw weer naar do poort zou brengen. Op het gebouw lag de zonneschijn, dat zijn leidak glinsterde en de blanke ruiten stalen spelend weerkaatsten. Het was een huis, zooals onze vaderen er wel ook heb ben gebouwd, uit de ruw gehouwen stee- nen der bergen, zwaar, bijna lomp in zijn vormen, met diepe vensternissen, door een stompen, vierhoekigen toren geflankeerd. Daarom de huistuin verre groene gras vlakten, dicht stïuikgewas, eenige mach tige oude hoornen, pijnlijk zuiver gehouden wegen. Juist als Annelise zelf ging het von Dahlon door 't hoofd, terwijl hij de oogen over hot voor hem liggende tafereel liet dwalen alles goed verzorgd, groot, ook mooi, van een zekere ernstige schoon heid maar geen bloem, niets van al de uitwendige versiering des levens. Eigenaardig een tuin, waarin een vrouw heerschto en zonder bloemen! Ja ze had deze heerlijkheid nog wel niet lang. Het was nog geen twee jaar geleden, sinds ze den ouden jonkheer'Martenhof op het familiekerkhof hoven aan een berg ter ruste hadden gelegd. Annelise was altijd meer zijn kameraad dan zijn dochter ge weest, daardoor zou het ook wel kon.en, dat ze zoo Dahlon peinsde tevergeefs over liet juiste woord zoo anders was als andere vrouwen zoo onaf 'iik in haar denken zoo streng plichtbe wust, zoo vreemd aan al het zachto, bonte, glanzende sieraad van het leven dat an ders in het rijk der vrouwen hoort. Waarom hij haar liefhad? Hij wist lief niet; hij wist alleen, dat hij haar lief had, juist zoo, als ze was. Hij zou baar wel leeren genoegen to hebben in bloemen, juist zooals hij haar al het andere leeren zou do liefde het geluk al do din gen, die ze in haar ernstige, eenzame meisjesleven niet had gekend. In dergelijke gedachten verdiept, was hij aan do poort gekomen, waar de vlas harige jongen van den meesterknecht met zijn paard stond. „Goed gedaan, Frits", riep hij hem vriendelijk toe, liem een geldstuk in de band stoppend „hier ga nu maar en laat moeder eens zien, dat je zelf iets verdiend hebt!" De jongen liep weg, zijn geld vast in de kleine bruine vuist. Dahlon gaf zijn vos rlc sporen, zoodaf liet dier hem in vlotten galop door de van dauw glinsterende frischheid van den Juni-morgen het woud in droeg. Toen Dalilon- in don laten namiddag, zooals afgesproken, weer naar Martenhof kwam, vond hij Annelise en tante Lena een oude verwante, die na den dood van den ouden jonkheer als dame d'honnour in Annelise's huis gekomen was samen' onder de groote beuk in den huistuin. (Wordt "kd.y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 7