ilitt Courant"
V-
fweede Blad
mi
Zaterdag 4 Juli 1925
Weekoverzicht.
belangsteling van den mensch is
[a beperkt. En wanneer de verkiezingen
u binnenland een zoo groot gedeelte
rvin opslokken, dan blijft er voor het
onland al heel weinig over. Het buiten-
schijnt dit begrepen te hebben, want
Vin deze week niet veel gebeurd.
jr> er worden heel belangrijke onderhan
jeén gevoerd tusschen de landen, ma&r
daarvan wordt losgelaten is uiterst on-
'k. Er zijn een paar moties van ver-
iiv_ aangenomen en van wantrouwen
dorpen (België, Griekenland, Engeland)
heel prettig is v. de betrokken regee-
?n> maar door ons voor kennisgeving
it te worden aangenomen,
jrder is de toestand in China nog
ii ernstig, wanneer in de een of ande-
plaats de onrust vermindert, breken el-
nieuwe onlusten uit.
lm is er nog Abd-el-Krim, die den
icben en Spanjaarden flinke klappen
>11, zooals de Havas-berichten aarzo-
erkennon, met de stereotype medcclee-
dat elders een aanval werd afgcsla-
en dat de verliezen van den vijand
pllend groot zijn.
(en slofte is er bet jaarlijksche revo-
Ije in Griekenland, waarbij de helden
lot vaderlands-redders opblazen, tot-
ij hel volgend jaar door den bezem
jon nieuwe revolutie worden wegge-
erkloosheid in Engeland.
5r de Britscbc verkiezingen, die in
unvang van 1924 leidden tot bet op-
van bet ministerie uit de arbei-
blij onder leiding van MacDonald,
He deze partij onder de kiezers de
liging te wekken, dat zij „het" mid-
»en de kwaal der werkloosheid, welke
«ld sedert den oorlog teisterde, bad
Maar ook het ministerie Mac-
Id bracht de genezing niet, kon die
iet brengen, omdat tegen deze ziekte
loovorkruid is gewassen. Men zou
i, dat de ervaringen tijdens de
regeering opgedaan, tot eenige
iebtieheid bij de critiek op anderen
ding moesten geven. Dat is echter
et geval gebleken. De beer MacDo-
ffeft in het. Lagerhuis een motie van
finweii voorgesteld tegen de regce-
verband met (Je kwestie der werk-
Donald betoogde, dat de conserva-
legeer ine- welke zijn kabinet ver-
liefs bad gedaan om de werkloos-
j bestrijden en dat niettegenstaande
rerklonsbeid nog in omvang was toe-
hd. Dit laatste is zeker niet te be-
ïïet aantal werkloozen is thans
rijk erooter dan het vorige jaar en
tl thans al ongeveer een en een
jnillioen. Zeker wel een zeer veront-
w'|i ciifer. Maar terecht mocht toch de
r. Stanley Badwin, er op wijzen,
toestand in de laatste 6 jaren zeer
vras en dat men dus niet nu juist
(aservatieve regeering verantwoorde-
stellen voor den heerschenden
oorzaak komt de werkloosheid voor
zei pn ijzerindustrie en in den
on scheepsbouw. Industrieën die
bobben eenerzüds onder den nog
l^toron internationalen toestand, an-
|H> onV door de ontwikkeling van bet
Sw;n andere landen. Op kleinere schaal
J in Andere takken van "bedrijf, in
■wbicfrieën als die van wol en ka-
Brklnosbeid voor.
or velen in Engeland die op dezen
nnn zeer ppssimistiseben kiik lipb-
'lie, meen end dat Engeland zijn
cnJ hoogtepunt heeft overschreden,
>n aan de mogelijkheid van eon
(Ontwikkeling, die aan al de ledige
voor arbeid zal kunnen verschaf-
jlriwin beeft tegen dat pessi
misme gewaarschuwd. Hoe ernstig de de
pressie ook nog in verschillende bedrijven
was, aan den anderen kant was er toch ook
wel in andere takken van bedrijf een her
leving te conslateeron en nieuwe mogelijk
heden van werk en welvaart worden ge
opend. De regeering bad daarbij vol
strekt niet stilgezeten, zoo betoogde bij
tegenover de critiek die op zijn regee
ring was geoefend.
Maar „liet" middel tegen do werkloos
heid bezat deze regeering niet, en zij
kwam daar rond voor uit.
Natuurlijk werd de ingediende motie van
wantrouwen verworpen met de groote
meerderheid, welke de partijverhoudingen
in bet Lagerhuis bet ministerie verzekeren.
In dit geval gold zeer zeker, MacDonald
kon bet welen, dat de critiek gemakkelij
ker is dan de kunst, schrijft het „Hbld".
Grieke-nland. Aan het eind van
de vorige week beeft in Griekenland een
60ort van omwenteling plaats gehad, welke
periodiek om het jaar terugkeert. Dan
staat een gedeelte van de officieren, betzij
van bet leger of van de vloot, op tegen de
regeering, verwijt de ministers dat zij
landverraders zijn, terwijl zij zelf zich op
werpen als „reinigers van den Augiasstal"
en bet volgend jaar smijt het vorige mi
nisterie de militairen weer uit het bewind;
verwijt hen dat zij landverraders zijn, en
zweert bij hoog en laag, dat zij den Augias
stal weer grondig zal reinigen enz. Het
volgend jaar komen weer andere officieren
enz., enz
Generaal Pangalos, de tegenwoordige
Griekscbe premier (hij heeft met over-
groote meerderheid een motie van vertrou
wen in de Kamer gekregen), noemt dat
„een gewone politieke crisis".
Do regeering was in oppositie met het
gevoelen van de natie en van het' leger. Het
laatste had, in nationalen geest handelend,
de regeering tot aftreden gedwongen, „zoo
als in alle landen is gebeurd."
Nu, hier gebeurt zooiets anders. Maar....
's lands wijs, 's lands eer!
o
Marokko. Uit Marokko wordt be
richt, dat een nieuw offensief van Abd el
Krim, in de buurt van Taza is ingezet,
blijkbaar met de bedoeling zich meester te
maken van den weg van Taza naar Fez.
Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd
geleden Abd-el-Krim blufte op 3 Juli te
Fez te zullen zijn. De actie ter bereiking
van dit doel schijnt nu dus te zijn begon
nen. Natuurlijk heet het dat aan de Rifka-
bylen ernstige verliezen zijn toegebracht.
Doch als men de kaart bekijkt, ziet men,
dat de Fransclien zich op hun uitersten
linkervleugel handhaven, maar dat in het
cenirum regds een leelijke deuk in het
front eekomen is. Daar zijn tal van posten
ontruimd, vrijwillig vernield of door den
vijand veroverd Een van de belangrijkste
was Bibane. Daar is een vinnig offensief
in de richting van Fez aan den gang ge
weest en hebben de Ryfkabylen reeds de
Werga overschreden.
„Over het geheel genomen behielden wij
onze stellingen", seint Havas. Er zijn er
dus ook ontruimd.
Er is aan de vorderingen die Abd-el-
Krim aldoor maakt, nog een zeer bedenke
lijke kant: boe meer bij de Fransclien te
rugduwt, boe meer hulptroepen bij krijgt
in de stammen, die totnogtoe bondgenoo-
ten van de Fvanschen zijn geweest, en hoe
zwakker de strijd krach ten van deze laat-
stên worden. Hij beeft dus alle reden om
steeds opnieuw aan te vallen, wanf zijn
verliezen worden, als hij maar opschiet,
ruimschoots goedgemaakt, merkt de N. R.
Crt. op..
Inmiddels heeft dn Franse,h-Snaanscho
conferentie te Madrid naar luirl van een
Fnvfis-felt»gvarn van daar, „haar hoogte
punt" bereikt. Dit wi! zeggen dat nadat
Frapkriilc en Rnanip zich verstaan hebben
over een gemeenschappelijke nlokkade van
de kusten tot beteugeling van den invoer
ven wapens, zii nu bezig z.iin overleg te
plegen over een gemeenschappelijke mili
taire actie tegen den viiand en do vredes
voorwaarden die zii samen aan Abd-el-
Krim zouden kunnen aanbieden. Want
beide staan nog op bet program van deze
conferentie.
China. De toestand in China is
vrijwel onveranderd.
De correspondent van de „Times" te
Washington seint aan zijn blad een over
zicht van het standpunt dat gezaghebben
de kringen in Amerika innemen tegenover
de onlusten, dat wel de moeite waard is"
om weer te geven
Vooreerst doet men geen poging om zich
den ernst van den toestand te verbergen.
De gebeurtenissen worden beschouwd als
symptomatisch voor den geestestoestand
der Chineezen, die op dit oogenblik meer
opgewonden is, dan een kwart eeuw gele
den in den tijd van den Boxeropstand. De
toestand is nu dubbel ingewikkeld gewor
den, daar een militaire interventie op
groote schaal onaannemelijk is en' zach
tere maatregelen kans loopen geen doel te
treffen wegens de corruptie der ambtena
ren of door het volk verkeerd begrepen te
worden.
Men onderschat in Amerikaansche krin
gen de rol eener kwaadwillige (bolsjewis
tische) propaganda niet, doch deze ver
klaart nog niet geheel de verschijnselen
van den laatsten tijd en vooral niet hun
verspreiding op zoo groote schaal als
thans hot geval is.
Het euvel is, volgens de Amerikaansche
meening vooral te wijten aan het feit, dat
sedert de 30 jaren, dat China zijn toe
vlucht genomen heeft tot hot buitenland-
sche kapitaal voor de binnenlandsGhe ont
wikkeling, de meeste verkeersmiddelen#^
het grootste gedeelte van China's minerale
rijkdom overgegaan zijn in buitehlandsche
handen, in een atmosfeer van geheime in
trigues en internationalen naijver.
Deze intrigues zijn ruim bevorderd
door de corruptie die onder de Chineesche
ambtenaren heerscht. Het Amerikaansche
departement van buitenlandsche zaken
heeft debewijzen in bandon, dat, zoodra
het Negen Mogendheden Verdrag in Febr.
1922 te Washington geteekend was, zoo
dat het gevaar van Buitenlandsche inter
ventie bezworen leek, de Chineesche over
heid cynisch is begonnen de eigen onder
danen op alle mogelijke wijzen te bestelen
en te plagen.
Een beetje meer verantwoordelijkheids
gevoel van de zijde der Chineesche over
heid is de eerste voorwaarde, opdat de
goede dingen van het verdrag van 1922,
n.l. de belofte der Mogendheden om de
beginsels van de open deur en de ondeel
baarheid van China en bovendien zekere
voorstellen strekkende om de economische
zelfstandigheid van China uit te breiden,
hun weldadigen invloed zouden kunnen
uitoefenen.
Het verdrag van 1922 is nog steeds
door Frankrijk niet geratificeerd. Do Ver-
eenigde Staten dringen er op aan, dat
deze ratificatie niet langer uitgesteld zal
worden, vooral omdat dan de weg ge-
effend zal zijn voor het houden der ge
meenschappelijke conferentie, die het ver
drag voorschrijft.
Voor dat deze conferentie bijeen is wil
len de Vereenigde Staten niets onderne
men. (Deze conferentie is inlussohen -op
aandringen van Engeland uitgesteld.) Zij
beseffen zeer goed dat er aan Chineesche
zijde oen gerechtvaardigd ongeduld is
ontstaan. Zij zullen er zich toe beperken
om de orde te herstellen door locale maat
regelen, op plaatsen, waar de veiligheid
van Amerikaansche burgers gevaar loopt
en zullen, hetzij alleen, hetzij met andere
mogendheden, alles vermijden wat op ge
wapend^ interventie zou gelijken. Volgens
de „Times" zou er over deze politiek over
eenstemming bestaan tusschen Amerika
en Japan.
RSféNEMLAMD
DE NIEUWE KAMERLEDEN.
R. K. STAATSPARTIJ.
Dr. L. G. Kortenhorst.
Dr. L. G. Kortenhorst werd gebo
ren te Weesp. H»S maakte te Amster
dam zijn gymnasiale studiën aan het SL
ïgnat:<us-col'ege na aloop waarvan hij
werd ingeschreven als student aan de fa
culteit der rechtswetenschappen van de
universiteit te Amsterdam.
In 1913 promoveerde dr. Kortenhorst op
proefschrift „Bevoegdheid van den rech
ter om ongestraft to laten". Na zijn pro
motie was dr. Kortenhorst eenigen tijd ad
vocaat te Amsterdam.
Momenteel vervult dr. Kortenliorsl do
functie van secretaris der ;.u 1910 opge
richte Algemecne R. K. Werkgevers er-
eeniglng.
Prof. Mr. J. A. Veraart.
Prof. Mr. J. A. Veraart, hoogleeraar aan
de Technische Hoogescliool to Delft, werd
geboren te Amsterdam in 188C». Hij stu
deerde aan liet gymnasium der Eerw. Pa
ters Jesüieten te Amsterdam en daarna
aan de Universiteit aldaar.
Hij promoveerde 23 April 1910 op het
proefschrift „Arbeidsloon".
Na zijn promotie werd hij leeraar in de
staatswetenschappen aan de gemeentelijke
H. B. S. te Nijmegen.
In 1911 vestigde Mr. Veraart zich in den
Haag.
In 1914 kreeg hij toelating als privaat
docent aan de Technische Hoogeschool.
In Januari 1919 werd hij benoemd tot
hoogleeraar aan do Technische Hooge
school, als opvolger van Mr. Aalberse.
Dr. H. W. E. Molier.
Dr. H. W. E. Moller werd geboren te
Amsterdam op 8 November 1869 en is
woonachtig te T;lburg. Na letterkundige en
wijsgeerigo studies word hij in 1896 be
noemd tot leeraar aan de R. K'. Gymnasia
te Katwijk en Amsterdam, aan de open
bare IR B. S. en Middelbare Handelsschool
en den R. K. cursus voor hoofdac-to te Am
sterdam.
In 1904 richtte hij 't tijdschrift „Boeken
schouw" op; in 1907 „Opvoed'ng en On
derwijs". voortgezet als „Tijdschrift voor
Zielkunde en Opvoedingsleer"; in 1913
„Tijdschrift voor Taal en Letteren" en ;n
1922 „Roeping".
In Juni 1912 slichtte hij de R. K. Leer
gangen te Tillburg; was rector hieraan tot
einde 1920, en is sinds 1920 privaat do
cent.
Jac. Vos.
J. Vos Ant.zn. werd den 13en Juni 1371
te Vinkenbroek bij Roosendaal geboren
als zoon van een weiges telden boer. Hij
bezocht de lagere School te Wouw, volgde
daarna gedurende eenige jaren de lessen
op liet inïJituut >oSt. Marie" to Huysbergeu
en kwam daarna in het boerenbedrijf. N-'et
ten-eden met practischen arbeid alleen,
las hij in z'n vrije avonduren al wat er in
de toen nog vrij schaarsche vakbladen over
liet landbouwbedrijf werd geschreven. De
jonge boer kwam daardoor op do hoogte
van nieuwe uitvindingen, d;e hij zicli te
nutte maakte. Dat in de omgeving van Roo
sendaal al vfteg. kunstmeststoffen werden
gebruikt, Is voor een niet gering gedeelte
aan de onvermoeide propaganda van Vos
te danken.
Als secretaris van den Roosendaalschen
Boerenbond eerst, als voorzitter laten, heeft
bet nieuwgekozen Kamerl-'d zijn gewe&lge-
nooten ten zoorste aan zich verplicht. Ook
an vele andere landbouworganisaties be
kleedt hij sinds jaren oen vooraanstaand o
plaats.
R. K. VOLKSPARTIJ.
Mr. P. M. Arts.
Mr. P. M. Arts werd 29 Sept. 1831 to
Tilburg geboren. Hij is de tweede zoon van
het oud lid der Tweede Kamer A. H. A.
Arts, den eigenaar en uitgever vamliet .dng-
blad de N-'euwe Tilburgsche Courant. Na
zijn gymnasiale studiën bezocht mr, P. M.
Arts de Universiteit, waar hij na zes ja
ren zijn promotie deed op ste'üngen.
Na zijn promotie vestigde hij zich ter-
stond als advocaat en procureur in zijn
geboortestad.
Op 4 December 1913 werd hij verkozen
tof l;d van den Tilburgschen gemeenteraad.
Bij de Statenverkiezing in 1919 werd hij
door de R K. Staatsn&rt'j naar do Pro
vinciale Staten van Noord-B-ahant afge
vaardigd. Hij hield tijdens de zittingspe
riode op lid te zijn der R K. Staatspartij,
maar Ueef zi>'n zetel nn dg Pvovmeiale Sin
ten innemen. In 1923 vaardigde de inmid
dels opgekomen R. K. V. P. hem af.
HERV. (GEREF.) STAATSPARTIJ.
Ds. C. A. Lingbeek.
Da. C. A. Lingbeek, geboren in 1867,
werd in 1894 na volbrachte theologische
studie Ned. Herv. predikant te Voorthui
zen. Deze standplaats verwisselde luij twee
jaren later voor Cubaard, om in 1899 naar
Klundert te gaan, van daar in 1903 naar
Voorst, in IUt»8 naar Spijk, in 1918 mar
Stceuwijk eu in 1919 naar Reitsuni, waar
hij tegenwoordig predikant is.
Hij is een dor voormannen van de con
fessioneel© richting in de Ned. Herr. Kerk.
De confessioueelen streven naar ..K.vk,
herstel", d.w.z. naar een organisatie van
de „Volkskerk" in den geest, van die, wel-«
kc voor 1816 bestond, zonder vaste bos lm
rende lichamen als do Synode.
De confessiuneele Hervormden z::n in
de politiek veelal chr.-historiscü, maar c-en'
deel van hen heeft zich, voomamekjk uit
ontevredenheid, omdat de Ghr. Hist, niet'
scherp genoeg uit anti-papismo tegenover
de R.-K. Staatspartij, afzonderlijk geor
ganiseerd in de Hervormd (ÖerefortnociM
do) Staatspartij.
STAATKUNDIG GEREF. PARTIJ.
Ds. P. Zandt.
Ds P. Zandt behoort tot een poKtieka
groep, die in levensbeginsel dicht slaat bij
do anti-revolutionaire, maar zich van dozo
scheidt o.m. door afkoer van de coalitie»
„consciëntiedwang door sociale wetten"
eivz. enz.
Ds. Zandt is Ned. Herv. predikant te
Delft. Geboren in 1380, werd hij op 25-ja*
rigen leeftijd uredikanf te Kamperveen!,
later (1909) te Loon op Zand, te IJselnuiH
den (1910), Ede (1915) en in 1919 te Delft.
VRIJHEIDSBOND.
Walrave Boissfivain.
De heer Walrave Boissevajn is ocn*aan*
tal jaren verbonden geweest aan de «Stoom
vaartmaatschappij „Nederland", waarvan
zijn vader, de lieer J. Boissevain, een der
directeuren was. Sinds October 1915 was
de heer Boissevam lid van den gemeente*
raad van Amsterdam.
Mr. P. Droogleever Fortuyn.
Mr. P. Drooglcover Fortuyn, dio 28 De-»
cember 1868 te Rotterdam werd geboren,
is een bekend lid van den Haagschen ge
meenteraad. Gedurende de jaren 1013 tot
1919 was hij wethouder van fiuanc'ën to
's-Gravenhage, terwijl hij ook eenigen tijd
wethouder van openbare werken is go-»
woest,
Mr. H. J. Knottenbelt.
Mr. H. J. Knottenbelt word op 9 Jan.
1874 to Rotterdam geboren. Na voltooiing
zijner juridische studiën te Leiden trad hij
in zijn vaderstad in het advocatenkantoor
van Mrs. Knottenbelt en Fruin. In 1920
ondernam hij een reis door Zuid-Af 'ka.
Na zijn terugtocht in het vaderland bet hij
de algemoeno rechfspracfijk varen om ge
delegeerd commissar's to worden van de
Scheepvaart- en Steenkoionmaatschnppij.
Reedfi spoedig daarop koos de Nederland-
sche Reodersvoreeniging hom tot bestuurs
lid en president, welke laatste functie do
heer Knottenbelt in verband met zijn Ka-i
mer-candidaluur heeft neergelegd.
VRIJZ. DEMOCRATEN.
Mr. Dr. A. M. Joekes.
Mr. Dr. A. M. Joekes word 5 Moi 1305
to Boca (Sumatra) geboren, waar zijn va-
dor bestuursambtenaar was. Hij studeer-»
de to Leiden cn promoveerde aan do uni
versiteit aldaar in 1908 in de rechten op
stollingen en in 1911 in de staatsweten
schappen op dissertatie „schots van do be
voegdheden der Ncderlandscho conau's".
Inmiddels was de heer Joekes werkzaam
gesteld ten kantore van de Samarang-Joa*
na en Samarang-Gheribon Stoomtram-
maatschappijen te 's-Gravenhage. Iu 1911
na zijn promotie keerde h'j naar Indiii te-»
rug, waar hij secretaris van den hoofd ver*
tegonwoordiger van deze maatschappijen
te Samarang werd. In deze plaats was hij
eenige jaren lid van den gemeenteraad
In het begin van 1919 begaf mr. Joekes
zich naar Nederland, waar hij zich te
's-Gravenhage vestigde en optrad als se
cretary van do directie van de bovence-»
noemde sloomlrannnaafschappijen Te f'w
tober 1920 nam hij onls'ag uit deze func*
tie om over te gaan naar hot Departement
van Arbeid, waar hij aanvankelijk werk
zaam was als referendaris in al gemeen en
dienst en sedert de twee laatste jaren als
administrateur in algemeenen dienst.
Mr. S. J. L. Van Aalten.
Mr. S. J. L. van Aal t en werd op 15 Ja*
►nuar' 1863 te Rotterdam geboren. Hii stu*
FEUILLETON.
N LEVEN BOETE.
ir den roman van LU LU VON
STRAUSZ UND TORNEY.
—O—
(Nadruk verboden.)
ten, moeder Stinet Al zoo ijverig?
e me zeggen, waar de freule is?"
de vrouw, die op het plaveisel voor
knielde, om het gras tusschen
en uit te steken, hief het hoofd op.
freule, menier?" antwoordde zo
f haar staanden jongen man; „en
geleje waas ze hij; mich dunk,
den hóf gegaon! Joa al-
en altied op paad, det is ze,
aangekomene aan wiens houding
men den officier in civiel zag,
oude vriendelijk toe en wendde
naar het poortje, dat toegang
tuin.
zoogenaa inden huistuin was ze
*t, dat wist hij, dus ging hij op
door het dichte struikgewas
L,r de fruit- en groententuin, die
'age lattensehutting omsloten in
■indende licht van den zonnemor-
•a die duizend bedauwde koppen
'ics der gewassen op zijn welver-
athematisch regelmatige bedjes
den zonneschijn tegemoet
had zich niet vergist. Ginds
'ds Annelises stroohoed tus-
&oen der jonge erwtenbedden en
keek naar haar, terwijl ze bezig was, zon
der hem te zien.
Wat ze deed, kon hij niet zien; maar er
lag iets eigenaardigs zekers, zelfstandigs
in iedere beweging der groote, regelmatige
gestalte, en door den stroohoed overscha
duwde profiel toekende zich klaar en
krachtig tegen den groenen achtergrond af.
Toen hij naderbij kwam hoorde ze rlot-
seling zijn stap, richtte zich uit haar ge
bogen houding op en keek verrast het
breede pad tusschen de bedden af.
„Jij hier, Leo, en zoo vroeg?" zeide ze,
toen ze hem herkend had. liem toeknik
kend met rustige zekerheid.
„Een hand krijg je niet. Ik heb asper
ges gestoken en mijn vingers zitten nog
vol grond. Maar zeg eens, wat kom je nu
al doen?"
Leo lachte, maar toch vloog er een scha
duw van ontstemdheid over zijn vroolijke
gezioht.
„Een aardige ontvangst, die ik bij me
juffrouw mijn bruid vindt", zeide hij op
schertsenden toon. Annelise glimlachte.
„Jo weet, dat hét niet zoo gemeend is.
Ik heb je echter al zoo dikwijls gezegd, dat
ik 's morgens bezig ben, en daarom dacht
ik ,dat je iets heel bijzonders hierheen
voerde!"
„Ik kom juist, om je voor een tijdlang
aan die bezigheden te ontrukken", zeide
Leo, zonder te letten op de lichte afwij
zing, die in haar woorden lag, „het is zoo
mooi vandaag; je moest Lora laten zade
len en met mij een rit door het bosch ma
ken."
Annelise schudde het hoofd.
„T.ora is mee met het hooien", ant
woordde ze, „de paarden worden allemaal
gebruikt."
„Kom dan te voet! Mijn paard kan zoo
lang hier blijven staan! Ik helr het een
jongen vast laten houden op de binnen
plaats."
„Ik kan niet. Ik heb mijn werk!"
„En wat? Meen je, dat ik geloof, dat je
hier zoo onmisbaar bent?" De stem van
den jongen man klonk bijna geprikkeld;
ontstemd zag hij in het kalme gezicht van
het meisje. „Waar heb je dan je men-
schen voor? Je doet immers, alsof Mar ten-
hof zonder jou ten onder moest gaan!"
Ernstig zag Annelise liem aan.
„Het is geen werk voor de menschen",
zeide ze. „Ik moet naar don melkkelder,
dan komt Meier Velt man, om oen paarde-
koop af te sluiten, daarna moet ik met
mijn rentmeester naar de Molenbeek, waar
we een nieuwe brug bouwen. En dan
als het ook niet onvoorwaardelijk noodig
was, dat ik overal zelf bij ben en mee aan
pak hoe zou ik van mijn menschen
kunnen verlangen, dat ze hun plicht doen,
als ik niet zelf al mijn krachten aanwend
de, om het hun voor te doen?"
Annelise's stem had nu 'n eigenaardig
diepen klank, zooals altijd wanneer haar
iets heel ernstig was; Leo wist. dat het
dan tevergeefs was, haar te overreden.
„Laten je uitgebreide plichten je dan
misschien vanmiddag eenige vrijheid voor
een wandeling?" vroeg hij licht spottend.
„Of
„Vanmiddag, graag Leo, zoolang als je
wil!" Annelise knikte bereidwillig. „Maar
nu gaat het heusch niet nu moet je al
leen gaan!"
„Tot ziens dan vanmiddag!" Leo lichtte
even den hoed. „Ik stel me tevreden met in
gedachten je hand te kussen .daar je zo
mij in werkelijkheid weigert! Ik hoop, dat
mevrouw Natuur me in haar rijk genadi
ger ontvangen zal dan mijn lieve bruid!"
Leo von Dahlon wendde zich om en ging
heen; hij zag niet, dat Annelise, voor zo
weer aan haar werk ging, een oogenblik
stilstond en hem nakeek, mot een zonder
ling weeken blik in do ernstige oogen.
Hij was ditmaal een anderen, weg te
ruggegaan, die hem door den huistuin
langs het hoofdgebouw weer naar do poort
zou brengen.
Op het gebouw lag de zonneschijn, dat
zijn leidak glinsterde en de blanke ruiten
stalen spelend weerkaatsten. Het was een
huis, zooals onze vaderen er wel ook heb
ben gebouwd, uit de ruw gehouwen stee-
nen der bergen, zwaar, bijna lomp in zijn
vormen, met diepe vensternissen, door een
stompen, vierhoekigen toren geflankeerd.
Daarom de huistuin verre groene gras
vlakten, dicht stïuikgewas, eenige mach
tige oude hoornen, pijnlijk zuiver gehouden
wegen.
Juist als Annelise zelf ging het von
Dahlon door 't hoofd, terwijl hij de oogen
over hot voor hem liggende tafereel liet
dwalen alles goed verzorgd, groot,
ook mooi, van een zekere ernstige schoon
heid maar geen bloem, niets van al de
uitwendige versiering des levens.
Eigenaardig een tuin, waarin een
vrouw heerschto en zonder bloemen!
Ja ze had deze heerlijkheid nog wel niet
lang. Het was nog geen twee jaar geleden,
sinds ze den ouden jonkheer'Martenhof op
het familiekerkhof hoven aan een berg ter
ruste hadden gelegd. Annelise was altijd
meer zijn kameraad dan zijn dochter ge
weest, daardoor zou het ook wel kon.en,
dat ze zoo Dahlon peinsde tevergeefs
over liet juiste woord zoo anders was
als andere vrouwen zoo onaf 'iik
in haar denken zoo streng plichtbe
wust, zoo vreemd aan al het zachto, bonte,
glanzende sieraad van het leven dat an
ders in het rijk der vrouwen hoort.
Waarom hij haar liefhad? Hij wist lief
niet; hij wist alleen, dat hij haar lief had,
juist zoo, als ze was. Hij zou baar wel
leeren genoegen to hebben in bloemen,
juist zooals hij haar al het andere leeren
zou do liefde het geluk al do din
gen, die ze in haar ernstige, eenzame
meisjesleven niet had gekend.
In dergelijke gedachten verdiept, was
hij aan do poort gekomen, waar de vlas
harige jongen van den meesterknecht met
zijn paard stond.
„Goed gedaan, Frits", riep hij hem
vriendelijk toe, liem een geldstuk in de
band stoppend „hier ga nu maar en laat
moeder eens zien, dat je zelf iets verdiend
hebt!"
De jongen liep weg, zijn geld vast in de
kleine bruine vuist.
Dahlon gaf zijn vos rlc sporen, zoodaf
liet dier hem in vlotten galop door de van
dauw glinsterende frischheid van den
Juni-morgen het woud in droeg.
Toen Dalilon- in don laten namiddag,
zooals afgesproken, weer naar Martenhof
kwam, vond hij Annelise en tante Lena
een oude verwante, die na den dood van
den ouden jonkheer als dame d'honnour
in Annelise's huis gekomen was samen'
onder de groote beuk in den huistuin.
(Wordt
"kd.y