Tweede Blad
het geheim van de zee.
Zaterdag 20 Juni 1925
Pe Bondsvoorzitter over de
Verkiezingen.
Heden wordt te Utrecht een vergadering
gehouden van den Alg. Bond van R.-K.
Rjjfckieskringorganisaties in Nederland,
welke gevolgd wordt om 2 uur door
een politieleen „Landdag."
Op de Bondsvergadering, die om 12
uur werd geopend, hield de voorzitter,
Jfr. A. Baron v. Wijnbergen, de volgende
lede:
Een maand geleden werd mij het voor
recht geschonken een woord te mogen
spreken te Rome op het graf van onzen
onvergetelijken Doctor Schaepman, in her
innering. te brengen ook hetgeen land <}n
jolk aan den politieken arbeid van hem
(e danken hebben, in bijzondere mate te
jnogen wijzen op de emancipatie der ka
tholieken van Nederland, waarvan de
eere voor een zoo groot deel onbetwist
baar aan Schaepman toekomt, om dan de
hoop en de verwachting uit te spreken,
dat op politiek terrein de door hem aan
geven lijn zou worden doorgetrokken, op
den door hem gewezen weg zou blijven
voortgegaan.
Gelet op den stand van zaken op dit
jogehblik bestaat, naar ik meen, alle
grond om aan te nemen,, dat de uitge
sproken verwachting zal worden verwezen
lijkt-
Ik zeg met nadruk: op dit oogen-
bük.
"Wie aandachtig beeft nagegaan het
geen de laatste maanden op katholiek-po
litiek terrein ten onzent ls voorgevallen,
kan weten, dat ook nu weer. en zelfs in
sterker mate dan voorheen, pogingen zijn
aangewend, die, voorzien of niet voor
een. moesten uitloopen op een afwijken
van de tot dusverre gevolgde lijn, op een
verlaten van den tot dusverre betreden
weg. zonder dat men zich rekenschap gaf
van de gevolgen daarvan.
Met groote voldoening en met dank
baarheid mag echter geconstateerd, dat
hel bij een pogen gebleven ia, terwijl thans
achteraf, zoo niet allen, dan toch de over-,
groote meerderheid van ons katholieke
volk oDenlijk blijdschap betoont over het
inmiddels vprkregen resultaat.
Slechts ééne opmerking zij naar aan
leiding daarvan gemaakt.
Uit andere landen wordt steeds met be-
vondering opgezien naar de positie der
Mnlieken van Nederland ook op staat-
hindig terrein. Wie de historie kent, weet,
dat opvoltrende generaties daaraan go-
werkt hebben; dat het voor een overgroot
doel aan den politieken arbeid van Dr.
Scliaenman te danken is, dat op heden de
katholieken van Nederland op politiek ter-
ren zijn, wat ze zijn. Welnu, dat eenmaal
verkregen goed te bewaren, het tot verdere
ontwikkeling te brengen, het met kracht te
verdedigen en te beschermen, wanneer het
in gevaar zich bevindt, mag niet aan zeer
enkelen worden overgelaten. Is een taak,
rustend op het katholiek volksdeel in zijn
geheel.
In de toekomst worde ziilks tijdig be
dacht, ondat niet enkelen een te zwaren
last te dragen krijgen, maar vooral ten
einde zich te vrijwaren voor gegrond zelf-
rerwiit, wanneer de uitslag eens minder
gunstig wezen mocht, dan thans het ge
val is.
hl^er zal ik er niet van zeggen.
Wio eenmaal na zware, moeizame be
stijging don ton heeft bereikt, vergeet o
too gennkVnliik de onaangenaamheden en
de moeilijkhoden van den afgelegden weg
En zoo staat dan weder op heden de
Katholieke partij in Nederland gereed om
op 1 Juli a.s. deel te nemen aan den poli-
liiken strijd, gelijk zij het deed tot dus-
mof do hoon en de verwaohting. dat
straks zal worden voortgezet de christe
lijke politiek.
En wanneer ik zeg de katholieke par
tij, dan bedoel ik daarmede niet alleen
de in den Algemeenen Bond georganiseer
de kiezers, maar ook de zoovelen, die zich
helaasl wel niet aansloten bij onze orga
nisatie, niettemin blijk gaven tot de ka
tholieke partij gerekend te willen worden
door trouw te stommen op de katholieke
lijst, hetgeen ik mag verwachten, dat ze
ook ditmaal weder zullen doen. nu vast
is komen te staan, dat in de naaste toe
komst de katholieke partij zich zal blij
ven voortbewegen in de tot dusverre ge
volgde richting en der traditie trouw zal
blijven.
Met leedwezen moet worden geconsta
teerd, dat naast de katholieke lijst, een
lijst van katholieke candidaten werd in
gediend.
Of velen daarop hun stem zullen uit
brengen? Tk verwacht het niet.
Pogingen mijnerzijds om alsnog hen,
die zulks mochten willen doen. daarvan
terug te houden, zal ik niet aanwenden.
Voor wie het gezaghebbend woord, ge
sproken op den Tweeden Neaerlandschon
Katholiekendag te Nijmegen: „Wij ver
trouwen, dat na -deze verklaring alle ka
tholieken, mannen en vrouwen, op de of-
ficieele lijst der Katholieke Staatspartij
hun stem zullen uitbrengen", niet vol
doende is, zal mijn woord gewis geen
waarde hebben.
Laat mij daarom in het algemeen een
krachtig beroep mogen doen op de katho
lieken van Nederland om 1 Juli a.s. hun
stem uit te brengen op de officieele ka
tholieke lijst.
O geker, ik weet het, niettegenstaande
de gegeven politieke voorlichting bestaan
nog altijd grieven tegen de reeeering, te
gen de Kamer, tegen de gevoerde politiek
en do daarmede verkregen resultaten,
grieven gerechtvaardigd, ja dan neen.
Vergeten we echter niet, dat tegen ieder
onzer ook grieven bestaan, en dat, zelfs
voor zooveel we ze gegrond moeten erken
nen, we toch niet gaarne zien. dat ze al
te breed uitgemeten worden.
Maar bovendien: Op 1 Juli a.s. gaat het
vóór alles om de groote principieele vraag,
in welke richting, naar welke beginselen
de volgende vierjarige periode ons land
zal worden geregeerd en bestuurd.
Kort en bondig is het uitgedrukt in on
ze verkiezin^splaat waarvoor gaarn© hier
ter plnatse den heer Collette een woord
van hulde zij gebracht.
Van bnitengemeene waarde ook voor
het staatkundig leven zijn de lessen, neer
gelegd in de Encycliek TJbi arcano Dei.
Die lessen in practijk te doen brengen,
daaraan willen wij, katholieken, dienst
baar maken mede onzen politieken arbeid,
overtuigd op die wijze tot heil van Kerk
en Staat, van maatschappij en huisgezin
werkzaam te zijn.
Maar willen wij dat, dan vraag ik toch,
of één katholiek zal kunnen weigeren
zijn steun te verleenen tot het bereiken
van dat verheven doel?
Ik weet het, wij kunnen het door ons
beoogde niet bereiken alleen. Samenwer
king met anderen is noodig, gelijk ande
ren, hetgeen zij nastreven, niet zullen
kunnen erlangen zonder ons.
Van de wijsheid, van het beleid, van
den goeden wil, van het wederkeerig
vertrouwen der afgevaardigden zal het
straks afhangen, of, indien de drie reeht-
sche partijen de meerderheid behalen,
weer zal kunnen optreden en zich hand
haven een rechtsch, een christelijk kabi
net.
Aan hel niet mogelijk blijken daaraan
wensch ik zelfs niet te denken.
Herhaaldelijk wordt voorcreliouden, dat
men toch d© teekenen des tijds heeft te
verstaan.
Welnu, wie dat vermag, zal moeten er
kennen, dat, wil ter wereld weder komen
een geordende samenleving, vóór alles de
christelijke beginselen zullen ten grond
slag geleed-moeten worden aan wetgeving
en staatsbestuur.
In gelukkige tegenstelling met hetgeen
we elders waarnemen, is het hier te lande
in het verleden reeds gelukt eene zooda
nige politieke constellatie in het leven te
roepen, waaronder het mogelijk zou we
zen ernstig te streven naar eene staatsin
richting, gelijk die naar christelijke begin
selen behoort te zijn. Hoe zou men, let
tend op het beeld, dat de huidige wereld te
aanschouwen geeft, een oogenblik zelfs
er maar aan kunnen denken zulks niet te
bestendigen en voort te zetten!!
Zeker, men bleef en zal wel blijven een
goed stuk beneden het ideaal.
Wanneer we echter bezien de tot he
den gevoerde principieele christelijke
politiek, door samenwerking van partijen,
alle rangen en standen omvattend, en wel
ker staatkunde steunt op geestelijk begin
sel wanneer we bezien de daarmede
verkregen resultaten, dan kan het in
het bijzonder in dezen tijd van steeds
verder gaande gezagsondermijning
niet anders dan plichtmatig heeten alle
krachten In te spannen, opdat kunne blij
ven voortgezet de christelijke politiek, dje
in 't verleden land en volk zoozeer ten ze
gen is geweest.
Van ons katholieke kiezers wordt slechts
gevraagd, dat wij, door allen zonder uit
zondering 1 Juli a.s. te stemmen op de ka
tholieke lijst, ons aandeel leveren in het
geen noodig Is om te komen tot het ge
noemde doel.
En dan hopen en vertrouwen we, dat
straks zal optreden en zich zal kunnen
handhaven een kabinet, dat de christe
lijke vaan zal heffen, en dienovereenkom
stig handhaven zal.
Dan zal ook op staatkundig terrein
vóór allés aan God de eere worden gege
ven, die Hem toekomt, tevens gevoerd
worden de beste welvaartspolitiek, wijl
ook in het openbare leven mag vertrouwd
worden, dat het overige zal worden toege
worpen, indien eerst'het Rijk Gods en Zij
ne gerechtigheden zal worden gezocht.
Nog slechts eenige dagen scheiden ons
van den beslissenden slag.
Bidden en werken wij, opdat de uitslag
gunstig zij
Buitenl. Weekoverzicht.
Amundsen teruggekeerd!
Met een juichkreet werd dit bericht
vernomen, zelfs hier in het nuchtere wa
terlandje. Men vreesde voor het leven der
koene luchtvaarders, die met zulk een ijl
en broos vaartuig, als de vliegmachine is,
den tocht naar het onbekende witte pool
gebied hadden ondernomen En hoe lancer
ze wegbleven des te stelliger werd de
vrees, dat er. iets niet in de haak moest
zijn met de vliegtuigen. Doch na een af
wezigheid van hiina een maand zijn de
pontvoerders toch heelhuids teruggekeerd.
Hebben ze de Pool bereikt?
Neen, zij zijn er wel dichtbij geweest,
n.l. op een afstand van „slechts" 275 K.M.
van de Pool verwijderd, maar hun eigen
lijke doel, de Pool, hebben zij niet be
reikt. Elders in ons blad kan men een ge
heel relaas lezen van hun tocht en van
hun behouden terugkeer. Uit hun waarne
mingen is gebleken, dat er zich daar geen
vasteland bevindt, maap slechts zee on
driifiis Dat maakt een fochfie naar do
Po*l nu niet be.uaaid aanlokkeliik
Voor de uitgezonden hulpexpedities is
de behouden terugkeer van Amundsen in
zeker onzicht een stron. Misschien kriigt
een van do hulpexpedities nog lust om
maar meteen door te vliegen. Ze zijn nu
to'-b in huurt.
Doch laten wij naar de meer hewoonha-
re streken teru "koeren. Ook daar zijn
avonturen te beleven, politieke avonturen,
d'.e echter minder gevaarlijk zijn.
Het P e 1 g i s c h e kabinet. Na
een langdurige crisis, schijnt thans het
kabinet gevonden te zijn in Beleië. dat
vnorloonig althans eenige levensvat
baarheid heeft Weer onder premierschap
van Poullet. Deze naam wekt een oneer-
hiediee bijgedachte on. daar noulet in 't
Fransch ..kuiken" heteekent. Wii dachten
de vorig© week, flat het ooeenblik a an co-
broken was. waaron dit kieken als slacht
offer zou vallen. Fn werkeliik stierf het
ook een politieken dood: maar het boest-
ie bleek een fenixie te zün. dat terstond
herrees uit zijn assohe. Want nauweliik.s
was door den tegenstand der moer con
servatieve Katholieken, onder aanvoering
van Segers, het Katholiek-socialistische
miniserie een onmogelijkheid geworden,
of 'n paar dagen later verrees Poullet
weer als formateur van oen drie-par'iien-
kabinet. Het herrozen kieken heeft zich nu
snel ontwikkeld tot haan en aanvoerder
van een toom.... kippen kar men
zelfs in deze beeldspraak niet zeggen,
maar wel: een stel vogels van diverse
pluimage. Want, zooals gezegd, het kabi
net bedoelt te zijn: een drie-partijen-kahi-
net, n.l. bestaande uit katholieken, socia
listen en liberalen, de 3 groote partijen in
België. Dat de liberalen er ook in verte
genwoordigd zijn, is eigenlijk meer schijn
dan werkelijkheid, want de 2 heeren, die
daarvoor doorgaan, zijn van een zeer on
bestemde kleur. De 10 ander© ministeries
zijn gelijkelijk verdeeld tusschen katholie
ken en socialisten. In de vorige combinatie
was dat ook zoo; daar hadden katholieken
en socialisten ook Ieder 5 zetels en de 11de
man (toen bestond het kabinet nog uit
11 portefeuilles, thans heeft men er 12
van gemaakt) was ook van onbestemde
kleur, (n.l. generaal Kostens.) Toch is er
wel verschil te merken. De katholieken
verzetten zich tegen do vorige combina
tie, omdat zij meenden, dat de socialisten
er een overwegende rol in speelden. In
dezp nieuwe combinatie is de rol der 5
socialisten wat minder belangrijk gewor
den on inzooverre heeft het optreden van
Segers c.s. succes gehad. Niet alleen .is
door de uitbreiding van het aantal por
tefeuilles de verhouding van socialisten
tot niet-socialisten van 5 6 gebracht op
5 7, maar is hun ook het belangrijke mi
nisterie van binnenlandsche zaken ont
nomen en gegeven aan een der „liberalen."
Bovendien is do heer Vandevijvere in dit
nieuwe ministerie de katholieke partij
aanmerkelijk komen versterken. Dat de
socialisten desniettemin na eenige aarze
ling toch genoegen hebben genomen met
de huidige samenstelling, vindt zijn oor
zaak in de omstandigheid, dat hun thans
het ministerie van buitenlandscho zaken
is toegewezen.
Crisis in F r a n k r ij k. Zooals
men weet, heeft de Fransch© minister-pre
sident dezer dagen een vluchtig reisje ge
maakt naar Marokko. Als motief werd op
gegeven, dat hij gegevens moest verzame
len. om de socialisten te overtuigen met
argumenten, dat de oorlog in Marokko
heusch noodzakelijk was. Natuurlijk was
deze reis meer dan een studiereis, maar
dat de heer Pamlevé eens wat doorslaand©
argumenten ging halen tegen de socialis
ten, was inderdaad dringend gewenscht.
Want deze heeren maken het Painlevó den
laatsten tijd zeer lastig. Zij loopen nu een
maal graag te koop met hun vredelievend
heid en gelooven de beweringen van Abd-
el-Krim grif. wanneer hij pathetisch uit
roept, dat hij.niets andera wil. dan zijn
ongelukkig land bevrijden van het juk der
vreemde overheersching. Waartegenover
Pa'n'cvé heel aandoenlijk uitroept, dat
Frankrijk geen-vrede kan sluiten, zoolang
het niet het gebied heeft bevrijd, dat aan
zijn zorgen is toevertrouwd. Men ziet het,
beiden zijn met de edelste bevT'jdingsbe-
dnel'ngen bezield.
Men kan over die „bevrijdingspogingen"
het zijne denken, doch men moet niet ver
geten, dat een koloniale mogendheid nu
eenmaal verplichtingen heeft, zoowel te
genover eigen onderdanen, als tegenover
het omringende hu:tenland; verplichtiugen,
die het hij de eerste de beste aanval van
een machtig stamhoofd met „bevriidings''-
aspiraties zoo maar niet ineens kan liqui
deeren. In dit opzicht houden de socialis
ten er wel wat al te simplistische theo
rieën op na evenals in de ontwapenings-
kwestie.
Doch met deze theorieën kunnen zij het
den heer PainWÓ lastig genoeg maken
Een interpellate in de Kamer is voorloopig
uitgesteld, omdat do min;ster-pres;dent zoo
kort na zijn thuiskomst nog geen m°dedee-
lingen wi'de doen. Do kwestj© had teveel
haken en ooeen: hij wilde eerst eens met zijn
'collega's overleg plegen, wat n:et en wat
wol in het openhaar gezegd kan worden.
Ondertusschen hoorpn w'j van het Ma-
rokkannsohp front niet veel. T)e Franschen
zijn hliikhanr niet erg fortuinhik eewoest
wat tusschen de Tegels van de officiee'e
berichten door wel te lezen was en bla
zen nu een beetje uit. ferwril Abd-el-Krim
zich weer iets meer met de Spanjaarden
gaat bezig houden Dat het o.a. aan het
Worgha-front (zoo genaamd naar het ri«
viert'? de "WorehrO nïe! n'uis geweest is.
blijkt uit het ontslag (of de ovc -'aa'sing)
van den daar bevel™. renden gen-raai.
Voor de curiositeit volgen uier eenige
metled cel in gen, weke een EngeUch p.ule-
inenlslid, kapitein-luitenant ter zee Ken-
worlhy in de Daily Chronicle deel tner da
eerst© verrassende aanval van Abd-el-
Krim op het genoemde Wergha-front Wij
laten zijn beweringen natuurlijk voor zijn
rekening. De Engelsohnian deelt mede, dal
Abd-el-Krim zijn eerste aanval deed met
slechts 12 000 man en dat zijn strijdmacht
middelerwijl tot 130 000 goed gewapend©
krijgslieden is aangegroe:d. Hiertegenover
zouden dan 00.000 Franschen staan met
honderd vliegtuigen hij zich. De Fran*
schen, zoo zegt hij verder, werden zoo vol-»
komen overrompeld, dat 22 van hun pos
sen vielen.
Een andere ongelukkige omstandigheid
d:e erbij moet gekomen zijn, was dat het
verstikkende gas uit de projectielen d:e de
Fransch© vliegtuigen wierpon. naar d©
valleien afzakte en daar de Franschen
aantastte. Daar de.zep van de Marokkanec
geen gasaanval was te verwachten, waren
zij niet voorzien van gasmaskers en moe*
ten zij onder hun eigen gas geleden of er
do wijk voor genomen hebben. Te tusschen
ligt do Wergha nog altijd 'ussrhen Abd-el-
Krim's linie en Fez en do groote oorlog
heeft voldoende aangetoond, we'k een ster
ke barrière zelfs een smalle rivier tusschen
hare af- en oploopende oevers kan z:jn.
Om nog even op de Fransche socialisten
terug te komen: behalve de genoemde
Marokkokwestie, hebben zij nog twee grie
ven tegen de regeering-Painlevé. n.l. de
kiesstelsplkwestie en de financieele kwes
tie. Wat hot eerste betreft, daarin zijn zij
juist Donderdagmiddag nog teleurgesteld,
toen hun geliefde evenredige vertegonwonr
diging in do Kamer werd afgestemd Wat
de financiën betreft, daarover zijn zij het
met den heer Gaiüaux hij voortduring on
eens geweest. Do heer Cailïaux dreigt nu
met aftreden, als de socialisten niet toe
geven.
Een breuk tusschen de socialisten en hot
ministerie is waarschijnlijk, doch daar
om behoeft het ministerie nog niet te val
len Want als het geen meerderheid bij
links kan vinden, is er toch groote kans,
dat het met behulp van rechts wel een
meerderheid vindt.
Azië. Het onmetelijke Azië, met
zijn talrijke, moerendeels zeer onontwikkel
de bevolking, dat reeds jaren en jaren het
f xploitatiegcbied- is geweest, der West*
Europeesche mogendheden, begint zich in
den laatsten tijd tn roeren en zich te ver
zetten tegen de vreemdelingen, die er den
I eoelen. Noemen wij slechts een paar
na in i "-itsrh-Indiü en
China.
In Afghanistan hoeft Italië een appeltje
te schillen met de regeering, die een Tta*
liaanschen onderdaan liet terechtstellen,
ofschoon op aandringen van de Ttaliaan-
schö regeering hot vonnis gewijzigd wad in
een geldboete. De geldboete is betaald, doch
het doodvonnis werd daarna toch ton uit
voer gelegd Men vreest tengevolge van
de represaille-maatregelen van Italië to
Afghanistan Cen enrn» '«"—i rL. vroom-
dc-'ingen
In China V 11 de I httlunü w r «r er
ger dan beter. De viDudbro hewPgine tegon
de vreemdelin mn slaat van streek op
streek over. Eenige moorden zijn reeds
voorgevallen, o.a op een pater en naar
men vreest ook op mgr. Taecone. nposfo-
lisch-vicarius. De beweging schijnt nidt
spoedig te luwen, dank zij de steun der
Sovjets. De troepen der buitenlandsch©
mogendheden kunnen weinig uitrichten
en moeten hun best doen, om zoo weinig
provoceerend mogelijk op te treden. an
ders wordt de herrie nog grooter. De En*
gelschen houden ervan anderen de kastan
jes uit hpt vuur te laten halen en probeo-
ren nu ook de Chineezen onderling tegen
elkaar op te zetten, waartoe zij bij d©
concurreerende Pbineosche generaals
kans genoeg hebben
De nationalistische beweging in Britsch-'
Tndië hpeft eon geduchte Irlnn gehad door
den dood van haar leider Das
Met het overlijden van Das verdwijnt
oen figuur, die epn groot overwicht had op
de niet onbeduidende extremistische elo-
menten. die no" altiid sabotage on terroris
me voorst;- mi ''o d"" an in Bengalen een
o .„.1 - T). had
FEUILLETON.
door ANDRé SAVIGNON
Geautoriseerd© vertaling
(Nadruk verboden)
Aanvankelijk moest hij het weerspanni
ge dier naar zijn tijdelijk verblijf sleuren.
Maar langzamerhand schikte de hond er
»ch in en volgde hem druipstaartend zon
der tegenstand; doch den heelen dag lag
hij te janken aan de ketting, die hem aan
do vaste wal hield.
De leden was dat Mengham geen hond
aan boord duld©, als hij er was en hij
Torkoos geen uitleg te geven van die hou-
dinjT Want als Prigent daartegen in
wacht, dat de kapitein aan boord de baas
*as en daar mee kon nemen, wie of wat
hij wilde al was 't een beer, dan zei
Mengham, dat hij de eigenaar van het
schip was en dat nog niemand zich in 't
hoofd had gehaald om aan de rechten van
®an reeder te tornen.
Toch kon men niet zeggen, dat Meng-
r"11 1 land aan honden had; hij maakte
jnimers geen bezwaar tegen Gendarme en
tnaarme was een rekel, waarmee ze
ak heel wat te stellen hadden. Dit was
ook al weer een geheim, waarover me-
-O0n zijn hoofd gebroken had. Doch mis-
'•jiien vond die koppigheid van Mengham
Cen°p Z^n 00rzfiak Di het feit, dat hij te-
L "^onneau geen enkel ernstig be-
to "ar n hebben dan alleen dat zijo baas
oer op hem gesteld was.
Het
was een bron van eeuwige ruzaetje»-
een wond, die altijd weer opnieu.w open
ging en een onuitputtelijke kwestie om er
over te discussieeren.
Wat Prigent betreft, hij voelde dat
Mengham geen enkel redelijk motief kon
laten gelden, maar hij beschikte niet over
woordenrijkdom of een stroom van argu
menten om hem te overtuigen en daar
leed hij beslist onder. Als de twist over
het dier zijn toppunt bereikte, werd Meng
ham plotseling doodkalm en zei dan met
zijn spottonden glimlach die den ander
schaakmat zette:
Maak je toch niet zoo dik Prigent.
Neem cen voorbeeld aan mij, ik behandel
die kwestie zoo kalm mogelijk.
Ofschoon verveeld door eeuwig en altijd
hetzelfde liedje, legde Gorsen bij zulke ru-
zie's steeds het bewijs af van de grootst
mogelijke onpartijdigheid, en van zijn hu
meur op dat oogenblik hing het af hoe
de oplossing van het geschil uitviel. Want
nu eens overtuigde hij^Prigent, dat 't niet
de moeite waard was om zooveel koffie
over eenhond te zetten, en dan weer
wreef hij Mengham onder zijn neus, dat
het geen pas had zijn menschen als slaven
te behandelen.
Nauwelijks aan wal ging Prigent regel
recht naar zijn hond; en nauwelijks aan
boord, of Mengham's eerste zorg was, dat
de hond zou verdwijnen.
Ik was al gauw op de hoogte van de
groote liefde van mijn oom en op de da
gen, dat de kapitein met andere bezighe
den zijn handen vol had, had-ik opdracht
te waken voor het wel en wee van den
balling.
Ik werd dan naar hem toegestuurd met
een of andere lekkernij, waaraan de
scheepskok had meegewerkt en zeer ou
der den indruk van het gewicht van mijn
zending, begaf ik mij naar het kleine
huisjo, waar Ramonneau treurde over de
afwezigheid van zijn baas.
Maar wanneer Mengham in zijn hu
meur was, deed hij vaak zelf het voorstel
om gezamenlijk naar Gwalpac'h te wan
delen om Ramonneau een bezoek te gaan
brengen. We stapten dan stevig door, ik
voorop, door de weiden en velden. Onder
weg gingen de drie mannen door met ru
ziemaken om het niet te verleeren.
Overigens waren die dagen met een
zwarte kool geteekend: de tegenwoordig
heid van Mengham bedierf het plcizier
van den kapitein, evenzeer als ze het
mijne en dat van Ramonneau bedierf.
Want men begrijpt dat er dan niet aau ge
dacht kon worden het dier los te maken,
dat op een kleine binnenplaats vast lag
en dat we om de beurt gezelschap gin
gen houden. Maar als mijn oom en ik al
leen waren, gave we den hond zijn vrij
heid en we maakten vroolijke bokkespron
gen door het gras.
Soms bleven we tot laat in den avond in
Gwalpac'h plakken en dan kregen we
meestal gezelschap van een nieuw perso
nage: een rijke inwoner van Lampaul. die,
naar het me leek, zich met groote geheim
zinnigheid bij ons voegde. Men bracht hem
in een klein, laag zaaltje", waar in 't mid
den eon tafel stond en de vier mannen
bestudeerden er hun zeekaarten en praat
ten heel ernstig. Die conferenties verveel
den me al heel gauw, ^ant ik begon er
aan to twijfelen of ze ooit iets van de be
weerde schat zouden vinden, die dat ver
beeldde ik me, tenminste het onderwerp
van hun besprekingen uitmaakte en waar
van 't geheim immers wel nooit ont-
ontsluierd zou. worden. Als regel sloop ik
daarom op mijn tcenen de kamer uit en
zocht den ongelukkiger! gevangene op.
Ik heb er vaak over nagedacht, dat we
soms oen hevige begeerte hebben naar
dingen, dio wo nooit zullen künnen herei
ken en het ook niet van ons zelf afhangt,
dat dit niet gebeurt, doch dat een of an
dere# speling van het noodlot ons als het
ware handelingen voorschrijft, die ons
voortdurend afvoeren van het voorwerp
onzer wenschen.
Eveneens dragen wij al te vaak 'n mas
ker voor het gelaat en nemen wij een hou
ding aan, die onze ware natuur verbergen,
alle vertrouwelijkheid van anderen af-
stooteu en zoo de genegenheid en hartelijk
heid van onze medemenschen van ons af
houden, waarop wij toch heimelijk ten
zeerste zijn gesteld zonder er ons misschien
ten volle van bewust te zijn.
En zoo blijft er rond sommige men
schen, die heelemaal zoo'n slecht karakter
niet hebben een soort van weefsel van
misverstanden hangen, dat belet, dat men
van hen houdt.
Alles zou veel beter gaan, dat geloof
ik vast, als er maar een beetje goeden
wil werd gebruikt en wanneer van tijd
tot tijd maar eens een gelukkig toeval er
voor zorgde, dat do maskers worden afge
rukt, die ons zoo'n onvriendelijk uiterlijk
geven en de schellen van onze oogen vie
len, dio ze verblindden.
Een knaap en een hond waren in dit
geval voorbeschikt om bij het wonder te
helpen.... iets waarvan ik toen nog niet
het geringste vermoeden had.
Aangezien/ het ino geweldig hinderde,
dat ik nog altijd tegen Mengham niets had
durven vertellen van wat ik wist betref
fende La Louarn, Yann en zoowel intri
ges, omdat een zonderlinge angst mij van
elke vertrouwelijkheid weerhield, over
peinsde ik hot noodlot, dat me dwong
even stom te zijn als Ram. En zoo klaagde
ik eens den hond als .volgt mijn nood
't Is gek, jij en ik, we doen bijna
precies 't zelfde. .Tij kan niet praten en ik
durf niet. Want or zijn dingen, die ik hom
niet durf vertellen. Maar wie weet? Mis
schien kan jij vandaag of morgen in do
gelegenheid zijn om hem 'n dienst te be
wijzen. Want ik ben er zeker van, Ram,
dat jij hem toch wel mag ouwe jongen.
Maar zal de gelegenheid zich ooit voor
doen?.
Toen ik me omdraaide bemerkte ik
Mengham, die zwijgend naar ons keek.
En hij grijsluehte als altijd, maar ik kreeg
den indruk, dat dit meer was uit- kracht
van de gewoonte.
Wat voer je daar weer uit? vroeg hij
Altijd en eeuwig dio hond. Kom, maak
'm maar los en loopen jullie allebei eens
met me mee.
En hij ging ons voor in het vertrek waar
mijn oom, Corsen en do geheimzinnig©
vreemdeling bij elkaar zaten
Op den drempel bleef ik aarzelend staan
- Kom binnen, beval hij.
Uit welk© duivelsehe berekening ora m©
t© overtuigen van de kwaadaardigheid van
Ramonneau, had hij dat gewild. Mijn oom
vertrouwde zijn oogen niet; hij was zelfi
heel ongerust.
(Wordt vervolgd)