Tweede Blad
Bakpoeder
x Zaterdag 13 Juni 1925
u-
Hugo de Groot en zijn land.
Nederland vangt heden door du
(jrotius-Tentoonstelling te 's-Gravenhago
iu nationalen kring, zoo straks ge
volgd door het buitenland, do herdenking
an Hugo Grotius aan.
Niet den man, dien wij kennen uit do
vnderlandsche geschiedenis, en die ter
grille van zijne politieke en godsdienstige
overtuigingen naar Loevestein werd ver
tonnen, vanwaar hij ontvluchtte om ver
volgens als banneling in den vreemde to
Jeven en te sterven. Maar den man, die
jc Parijs in 1625 zijn werk: „De jure
jxjli aP pacis", handelende over het
.recht van den oorlog en den vrede*
schreef en daarmede het modernste vol
kenrecht, gelijk wij het in dezen tijd meei
dnn tevoren zien uitgroeien en ontwikke
len. grondvestte.
Grotius heeft in dat boek den oorlog als
rechtsmiddel veroordeeld: onweerlegbaar
ïongetoond, èn op historische, èn op mo
ede, èn op juridische gronden, dat in
en geschil tusschen twee Staten evenmin
ils tusschen twee personen- de kracht
an het door een van beiden te onlwikke-
en geweld beslissend kan en mag zijn.
Reeds vóór hem waren er geleerden,
pliilosophen en moralisten geweest, die
ilgemeene regelen van moraal in de ver
houdingen der volken hadden nagespeurd
i'jrotius grondveste de wetenschap van het
tolkenrecht; toonde aan, dat er een zooda
nige afzonderlijke wetenschap is, en heeft
afzonderlijke wetenschap is. en heefl
daardoor tot haar ontwikkeling bijge
dragen.
Men moge over de ontwikkeling in dt
,iedert verlpopen drie eeuwen minder of
cieer optimistisch denken de ontwik
keling zelve kan men niet ontkennen
>n j ui s t diegenen, die haar als niel
voldoende beschouwen, moeten zich in d(
Verste plaats doordringen van de nood
zakelijkheid, om.terwille van het alge
meen welzijn en het. rechtsbewustzijn dei
weid die ontwikkeling te versterken en
ie versnellen.
Men noemt Nederland het land van
Grotius. Omdat Grotius in Nederland,
loevallig, geboren werd? Neen, maar om
dat men het niet uitsluitend als toeval
beschouwt, dat juist een jurist van Hol-
Iandschen huize van die dagen het vol
kenrecht in zijn principieele strekking
nan de wereld kwam ontdekken In Gro
tius' tijd waren de Nederlanders meei
nog dan in de eeuwen -tevoren dt
flippers van Europa".
De uitvinding van het haringkaker.
ïcor Willem Beukelszoon van Biervliet,
die aan de ontwikkeling der scheepvaart
op omliggende landen zulk een stoot gaf,
keft, indirect natuurlijk, geleid tot de
uitwisseling van producten door middel
fan de stoutmoedige, voor niets terugdein-
lende, energieke Nederlanders van de vijf
tiende en de zestiende eeuw.
Zij kwamen, lang voordat andere vol
ken uit het Westen deze zee bevoeren, in
'ie Middellandsche Zee en aan den Le
vant zij waren de eersten, die toegang
•oi de Scandinavische havens wisten to
verkrijgen, en de voortbrengselen van dat
land brachten naar Engeland en elders.
Moest niet voor de Nederlanders van die
Jagen als een levensbelang gelden, dat in
iet verkeer der volken, primitief opgezet
ïn ontwikkeld, zekere algemeene regelen
w.erden erkend? Moest niet de aandacht
van een zoon van dat land, scherpzinnig
als Grotius, getrokken worden door het
bestaan, het onwillekeurig eu onbewust
wen van zulke regelen? Grotius heeft,
men dit mocht meenen, zeker niet
kunstmatigs geschapen ten behoeve van
zijn cosmopolitische landgenooten; waro
bet door hem naar voren gebrachte kunst
matig geweest, de tijd, die alles dat onecht
is verwoest, had het niet laten bestaan
blaar Grotius heeft, juist omdat zijn blik
de omgeving van zijn land gescherpt
was als die van geen ander, gezien, lang
voordat anderen het zagen en gevoelden,
dat er is een volkenrecht, zijnerzijds op
gronden van natuurrecht gevestigd, maa"
voortspruitend uit gewoonten en gebrui
ken.
Daarom en niet om het toch altijd
min of meer toevalMge fe.it, dat Grotius er
is geboren wordt Nederland thans meer
en meer geheeten het land van Gro
tius. Daarom, en ook omdat Nederland
sedert 1899, toen de eerste Vredesconferen
tie te 's-Gravenhage werd gehouden, is ge
worden de zetel van het werk van Den
Haag; do zetel van het land, waar de
rechtsontwikkeling in het Hof van den
Volkenbond, in de Academie voor Internat
tionaal Recht en andere instituten haar
beste uitingen vindt.
Den Haag, onze residentie,- is sedert 1899
zetel van het Permanente Hof van Arbi-
tragen, een lichaam, waarvan dan pp z:ch-
zelf weinig kracht moge uitgaan, maar
dat niettemin een novum werd in de be
trekkingen der volkeren. Den Haag is se
dert ruim drie jaren de zetel vau het be
langrijkste orgaan; dat do Volkenbond telt:
vau het Hof, dat in die eersto drie jaren
door een Nederlandsch jurist van gTOoten
naam werd gepresideerd.
Als men Grotius met den Volkenhond sa^-
menbrengt, dan bedenko men wel, dat
niets hem daarmede verbindt d^ji de
principieele gedachte. In den
loop der eeuwen zijn er tal van publicisten
geweest, die ontwerpen hebben gemaakt
voor een organisatie der Staten; ontwer
pen, die voortijdig moesten heelen op een
oogenblik, dat nauwelijks de zelfstandige
Staat leefde in de gedachten der men-
schen.
Grotius behoefde zulk een Slatenorga-
n:satie niet om zjn volkenrecht ingang te
doen vinden: hij geloofde in do le
venskracht van zijn eigen schepping.
Maar do Volkenbond, gelijk deze thans
als een eerste, zwakke poging om diie
gedachten van vorige eeuwen te verwezen
lijken is ontstaan, verwezenbjkt voor
een deel een groot deel zelfs Grotius' leer.
De politiek heeft in de eeü\ven, die het
uitkomen van Grotius' boek van ddt oogen
blik scheiden, zijn leer vee^l verstoo'en:
niet op het recht baseerde men zich, maar
op de macht. De Volkenhond draagt als
meest levenskrachtige kiem in zich den
wensch om anders te handelen, om recht
boven macht te stellen.
In den Volkenbond zijn, voorloopig nog
theoretisch, zoo straks wellicht pract:sch,
alle Stalen gelijk, hetzij groot of klein, het
zij machtig of weinig machtig. De Volken
bond aanvaardt de loer van Grotius nog
niet ten volle; wel theoretisch, maar niet
practisch. Nog is niet erkend Grotius' be
ginsel, dat slechts die oorlog gewettigd is,
die wordt gevoerd tegen den Staats-mis-
dadiger, den overtreder van het volken
recht.
Het Protocol, 'n vorig jaar te Genève ge
sloten, zetto een goeden stap in die rich
ting; nog is het te vroeg gebleken, maar
ook do uitwerking van dat Protocol zal zjch
doen gelden!
Nederland, dat een traditie heeft op hot
gebied van het recht tusschen de volken,
heeft ook in den Volkenbond een taak te
vervullen. Men behoeft maar de namen te
noemen van een Van Karnebeek, een Lo-
der, een Eysingd, een Limburg, een Van
Rees, en tal van anderen, die in verschil
lende organen van dien Volkenbond hun
goede krachten aan zijn werk hebben ge
geven op een wijze, die tegelijk hen en ons
land eerde- Maar al was, wat zij deden,
niet alleen persoonlijk, al kon, en kan dit
worden opgevat als te geschieden namens
ons land hun werk leefde en leeft
n i e t in de haften en de hoofden van ons
volk. Juist dat moet anders worden; an
ders worden in het land van Grotius; in
het land, vanwaar de eerste gedachte aan
do grondbegrippen voor dezen Volkenbond
is uitgegaan.
Een dag als deze is geschikt om zich van.
zijne nalatigheid bewust te worden, en
tot het inzicht te komen, dat ook van een
klein volk en zoo heel klein zijn wij
niet eens een groote kracht ten goede
kan uitgaan, indien maar werkelijke
overtuiging in dat volk leeft..
Overtuiging wint niet veld uitsluitend door
het aantal dergenen, die haar aanhangen;
overtuiging wordt ook gedragen door haar
intensiteit.
Moge de Volkenhond meer waardeering
vinden.
Maar moge hij ook zich die waardeering
nog meer en veel meer waardig maken,
door te to on en, dat hij beseft, dat het
Christendom grondslag kan en moet
zijn voor den wereld-vrede!
Buitenl. Weekoverzicht.
Evenals de vorige week zal ook dit over
zicht zich voornamelijk moeten bezig hou
den met de Veiligheidskwestie -en wel met
het garantiepact op de eerste plaats, en
vervolgens met de ontwapeningsnota. Als
dessert kan men daarna nog een bescliou-
winkjo wijden aan België, China. Samos
of Marokko, maar de hoofdschotel blijft
de internationale bespreking tusschen
Frankrijk, Engeland en Duitschland. Dat
is tenminste krachtige kost, ofschoon wel
eenigszins onverteerbaar!
Garantie-pact. Daar de beide
ministers van buitenlandsche zaken
Chamberlain en Briand eens met elkaar
wilden praten over de Duitsche voorstel
len en het Fransc.he antwoord daarop
(waarover Parijs en Londen het n.b.
glooiend eens waren op enkele kleinighe
den nal) reisden zij verleden week Zater
dag naar Genève om in de schaduw der
bergreuzen en langs het koele water aan
het meer van gedachten te wisselen. Zij
hadden gelijk, dat ze niet in de smoor-
heete steden bleven zitten. Daar waren
zij nooit tot-' een goed einde gekomen. Nu
was daarentegen het „accoord van Ge
nève" spoedig bei'Cikt.
Maar waarover dat accoord loopt, weten
wij nog steeds niet precies.
Het eerste overzicht gaf een telegram
van Havas, een ïnededeeling, die de we
reld met uitzondering van Frankrijk
deed schrikken en die bijzonder in
Duitschland een allerongelukkigsten in
druk maakte. Het bericht wekte o.a. den
indruk alsof Frankrijk en Engeland met
elkaar een overeenkomst hadden geslo
ten tegen Duilschland, waarbij Engeland
zich verplicht zou hebben Frankrijk's
grenzen te' waarborgen met al zijn strijd
krachten tegen iederen Duitschen aanval
een éénzijdig pact dus. Bovendien
meldde Havas, clat men Duitschland niet
eerder tot den Volkenbond zou toelaten
dan alvorens het 't veiligheidspact zou
hebben onderteekend.
Tenslotte zou Frankrijk ten allen tijde
door de gedemilitariseerde Rijnzóne mo
gen trekken om zijn bondgenooten te hel
pen, terwijl Duitschland zelf er met zijn
legertje buiten mocht blijven.
Gelukkig bleek weer eens te meer dat
Havas geen betrouwbare berichtgever is.
Zelf trok het bureau do bewering, dat
Duitschland eerst moest teekenen alvorens
tot den Volkenbond te worden toegelaten,
weer in. De waarheid was, dat het pact
riet eerder in werking zou treden, voor
dat Duitschland zich bij den Bond had
aangesloten. De verklaringen van Bald
win in het Lagerhuis gaven verders recht
zettingen van de tendenzieuse Fransche
berichtgeving. Baldwin deelde mede, dat
de regeeringen van Frankrijk en Enge
land, na zorgvuldig onderzoek van het
Duitsche voorstel van 9 Februari, tot vol
ledige overeenstemming zijn gekomen over
zekere beginselen, welke tot basis van een
veiligheidspact zouden moeten dienen.
De minister voegde hieraan toe dat er alle
reden is om op do instemming hiermede
van België en Italië te rekenen (De Ita-
liaansche staatsman Scialoja meende ech
ter van niet.) Deze gemeenschappelijke
opvattingen zullen aan de Duitsche regee
ring worden medegedeeld en deze zal dan
moeten verklaren of ze zich er mee kan
vereenigen. Zoo ja, dan zullen de onder
handelingen over een westelijk veilig
heidspact met Duitschland kunnen worden
voortgezet.
Met nadruk deed de heer Baldwin ver
der uitkomen, dat de overeenkomst, welke
wordt overwogen, niet eenzijdig is, maat
volstrekt het karakter van wederkeerig-
hedd draagt. Engeland zal zoowel Frank
rijk's grenzen tegen Duitschland, als
Duitschland's grenzen tegen Frankrijk
verdedigen. Op de bijzonderheden van het
Fransch- Britsche vergelijk weigerde de
heer Baldwin in te gaan. Het Lagerhuis
zal moeien wachten op den terugkeer van
den minister van buitenlandsche zaken,
Chamberlain, en als dan het Fransche
antwoord aan Duitschland zal zijn ver
zonden en de Fransche regeering geen
bezwaren maakt, zullen aan het Britsehè
parlement nadere mcdedeelingen kunnen
worden gedaan.
Het komt ons gewonseht voor, ook met
onze commentaren te wachten, totdat de
officieele documenten gepubliceerd zijn.
Dat zal niet zoo lang meer duren. Volgens
berichten uit Berlijn is de Duitsche re-
georing er reeds toe overgegaan de voor
naamste inhoud van de' oorspronkelijke
Duitsche voorstellen, zooals ze 4- maanden
geleden aan de geallieerden werden go-
daan, te publiceeren.
Men kan die voornaamste inhoud elders
in ons blad onder de rubriek „Buitenland",
aantreffen En daar het Fransche ant
woord op die voorstellen reeds is goedge
keurd door den Franschen ministerraad
en vandaag of morgen waarschijnlijk aan
de Duitsche regeering zal worden over
handigd, zullen wij er spoedig het naadje
van de kous van weten. En dan is er tijd
genoeg om bespiegelingen te houden.
De ontwapeningsnota'. Aan
het eind van do vorige week is de ontwa-
Ingezonden Mededeeling.
AKKER's
Kloosterbalseml
I bij doorloopea, zonnebrand j
zadelpijn, opefv Kuid.
en insectenbeterv,
verzacht, zuivert
erv gereeest
50ct.p.pot.
peningsnota aan Duitschland overhan
digd. Naast vele kleinigheden, die werke
lijk den indruk wekken alsof men alles
bij elkaar heeft gesleept om de lijst van
vreoselijke tekortkomingen maar zoo groot
mogelijk te maken, komt er toch ook een
vrij ernstige beschuldiging in voor, n.l.
dat de inrichting van het Duitsche mili
taire stelsel zoodanig is, Tlat in korten lijd
weer een groot militie-leger op de heen
gebracht kan worden. Men kan van mee
ning zijn, dat er in den tegenwOordigen
tijd met mannetjes alleen geen oorlog ge
voerd kan worden, maar dat er ook mu
nitie noodig is in zulk een mate, dat
Duilschland dat onmogelijk in 't gehèim
kan aanmaken. Men kan ook meenen, dat
het doeltreffender is, de oorlogsgezindheid
weg te nemen, daar men liet uitbarsten van
oorlog of opstand door dwangmaatregelen
toch niet voorkomen kan. Maar dat alles
neemt niet weg, dat een staat, die loyaal
op zich heeft genomen zich te ontwape
nen, ook alles moet wegdoen, wat do ont
wapening min of meer illusoir maakt. Men
gelooft, dat do Duitsche regeering zooveel
zij kan aan de geallieerde eischen tegemoet
zal komen, al klinkt in de Duitsche bla
den een andere toon.
De aanvankelijke indruk bij de lezing
van de overzichlen, die van de geallieerde
nota zijn gepubliceerd, schrijft h^t „Hbld."
kan geen andere zijn, dan deze, dat de
Duitsche regeering al heel dwaas zou
doen om do bevrijding van de Keulsche
zone van de buitenlandsche bezetting en
de overdracht van de militaire controle
op den Volkenbond iu gevaar te stellen,
door een weigering om te voldoen aan de
door de geallieerden geuite verlangens.
die op den duur voor de vernietiging van
het z.g. „Duitsche gevaar" weliswaar van
geen beteekenis zijn maar die in elk
geval op grond van het vredesverdrag
geenszins onredelijk kunnen worden ge
noemd. Al zullen in enkele opzichten -
zoo o.a. wat betreft do vernietiging van
fabrieksmateriaal, die in deze tijden van
noodzakelijke zwlnigh'M 1 v;,it Verkwistend
lijkt nadere over!' :in',en -<\:en ge
allieerden en Duitsehers over d» prnrtisrlm
uitvoering der geslelde voo. vr len nog
wel noodig zijn.
Dat de geallieerden trouwens voor do
practijk toch wel .eeni nog hebben en in iel
de theorie van het v 'lrag wel eerie
„accommodements" wil'e« treffen, bliikt
uit hun bereidwilligheid om nlilmns in
groote plaatsen cd. de kazerneer:ng van
de-Schutzpoüzei een der nanwijzineen
h. i. van het militaire karakter der politie
organisatie willen toelaten.
België. - Het kabinet Fnuikt ia
eindelijk gereed gekomen.'Maar toen het
klaar was, bleek men nog nooit zoover
van het einddoel verwijderd geweest, te
zijn als nu. De Katholiekon hebben zich
namelijk teruggetrokken van ren samen
werking met de socialisten, waartoe /,ii
zich eerst, gedrongendoor overwegingen
van noodzakelijkheid, hadden laten ver
lokken. Het land moot toch geregeerd wor
den, maar hoe? Katholieken, noch socia
listen, noch liberalen kunnen het alleen.
Allerlei combinaties tusschen deze 3 zijn
al geprobeerd. Waf nu? Maar weer nieu
we verkiezingen? Men hoort ook reeds
praten van een scheuring in de Katholie
ke partij:.de wensch zal hier wol de vader
der gedachte zijn.
Marokko. Plotseling i- le Fran
sche minister-president en minister van
Oorlog naar Marokko vertrokken en wel
per snelste verbinding, per vliegtuig.
Het zoo plotselinge vertrek van den
Franschen premier heeft natuurlijk to
Parijs groot opzien gewekt. Sommige ver
klaren de reis van don heer Painlevé uit
zijn verlangen om vau maarschalk Lyautey
do noodige gegevens te verkrijgen, ter ho-
antwoording van zekere bezwaren van
socialistische zijde. In het socialislischo
kamp n.l. zouden velen van meening zijn,
dat de autoriteiten in Marokko do gele-
Ingezonden Mededeeling
WAFELEN
naar Octkcr's*Rcccpt, gebakken met
DrOetker's
Baclcin vervangt de C;ist.
250 gr. boter ƒ0.70 ol marg. 0P0
2 oetlepcls suiker (50 gram) 0.02'/,
6 eieren.0.36
500 gram tarwebloem „0.16
1 pakje Dr. Oetker's Backin 0.071
1 pakje Dr. üctker's Vanille*
suiker0.05
'/j liter melk0.08
1-citroen0.05
een weinig rum 0.15
"71.25
Bereiding: Nadat de boter tot room gerocru
is, worden onder aanhoudend roeren suiker,
eieren, het met Backin vermengde meel cn
melk toegevoegd; vervolgens mengt men de
geraspte citroenschil, Vanillesuiker cn rum
door het deeg en beslaat het tot er zich
blaasjes vormen. Bak nu in een heetgemaakt
wafelijzer de wafelen op een matig vuur. Men
lette erop het ijzer voor elk gebruik met een
stukje spek in te smeren
Men lette vooral op Backin van Dr. Octkcr
cn dat op elk pakie ris Eenige Importeurs
E. Ostermann Co., A'dam, vermeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich
dircci tot deze Importeurs, die >p aanvrage
ook :en grit: s*rcccptcnboek|c toezenden.
F£UILLETON.
het geheim van de zee.
door ANDRé SAVIGNON
Geautoriseerde vertaling
(Nadruk verboden)
19)
Ik ben heelemaal niet bang, sneed ik
op. In werkelijkheid was ik allesbehalve op
toijn gemak.
Nou, dat is best. In dat geval kunnen
de jongejuffrouw wel een boodschap
meegeven. Vanavond ga je zeker naar Por-
Sal. naar je moeder?
Ja, antwoordde ik.
Goed zoo. Dan moet je morgenochtend
e®ns uitkijken aan de haven naar de „Zee
meeuw". Een kotter. Weet je wat dat is?
m moet je eens heel beleefd vragen naar
1 matroos Le Louarn, naar hem alleen
i geen ander, versta je? Le Louarn en
ia moet je hem zeggen, dat ze d'r zijn
dat ze op hem wachten. Heb je me goed
«grepen? En herhaalde hij: Le Louarn.
at is 'n naam, die je niet vergeten kan.
ze£ 't me nou eens na.
Ik zal zeggen: zo zijn er en ze wach
ten op je.
Doch opeens schoot me een moeilijkheid
,a ''e gedachte.
1 En als hij me dan vraagt wie? En
.|";o mo sturen?
OoT ?um> zea man en- aarzelde een
matt beerde vervolgens tot zijn
kers terug en zachtkens begonnen zij
,n'euwe beraadslaging op eenigen af
Toen hij weer bij me terug kwam,, gaf
hij mij twee stuivers.
Hier neem dit geldstuk en geef dat
dit geldstuk en geen ander, hoor. En
onthoud deze woorden: Le Louarnze
'zijn er en wachten op je. Hij zal je niet
vragen „wie?" of „waar?" of „wanneer?''
Hij is snugger genoeg, hij zal het wel be
grijpen. En vooral niet kletsenvoegde
hij er bij op een dreigenden toon. Je
vraagt naar Le Louarn (hij schreeuwde
dien naam uit om hem mij niet te laten
vergeten, of dat ik me niet zou vergissen,
zonder le weten, dat ik goede redenen had,
om hem in mijn hersens te griffen), doe de
boodschap en geen woord verder tegen
iemand of anders
Hij balde zijn vuist om mij schrik aan
te jagen. Maar de anderen en ook het oude
wijf kwamen tusschenbeide en zeiden:
Kalm aan, kalm aan.
Ik stak het geldstuk in mijn vestzak en
maakte me gereed om mijn weg te ver
volgen zonder nog een seconde te wachten
ik had reeds eenige stappen gedaan,
toen een stem me kortaf beval:
Ho.
Alweer stonden ze zachtkens te overleg
gen en toen kwam een mo achtena en riep:
Niet daar langs!
Maar dat is toch de weg naar Porsal!
Ha, snap je me niet. Kom dan maar
mee. Hij greep mo hij mijn kraag, trok
mo van den rechten weg af en met een
sprong was hij over de sloot me oplichtend
alsof ik een veertje was.
Die kant op, dat is korter, zei hij en
wees me den hollen weg.
Ik voelde, dat hij mij bedroog, dat hij
mo van den rechten weg afbracht en me
een gTooten omweg liet makon. "Waar
schijnlijk had hij en zijn makkers nog iets
van doen met de politie en waren ze bang,
dat ik bij mijn aankomst le Porsal mijn
wedervaren zou vertellen en zoo de politie
op hun spoor zou brengen.
Het was duidelijk, dat ze mij in het on
zekere wilden brengen welke richting ze
zouden inslaan, zoodra ik vertrokken was.
Maar, toen ik, na een honderd meter ge-
loopen te hebben, voorzichtig mijn hoofd
omdraaide om een blik achter mij te wer
pen, was het vehikel als bij tooverslag ver
dwenen en de mannen mee. Alleen de hoo
rnen stonden er nog en hieven hun blader-
looze takken hemelwaarts. Doch ditmaal
vertoonde zich geen enkel hoofd meer.
Een kwartier lang liepen wij zoo voort
door een terrein, dat al moeilijker werd;
de regen begon te vallen juist toen we een
wegje bereikten dat langs een lagen muur
liep.
Spring er over, beval mijn gids.
Ik deed het en we waren in een bosch,
waar het zeer donker was.
Nou altijd maar recht toe recht aan,
wees hij me. Je zal dadelijk een voetpad
zien. Dat moet je volgen een minuut of
twintig. De eerste weg aam je linkerhand
gaat naar Porsal.
Hoeveel kilometers? vroeg ik.
Twintig zoo wat.
En hij raadde me:
Je zal verstandig doen onderweg er
gens te gaan slapen, in een schuur of zoo
en morgenochtend verder te gaan. En pas
een beetje op en loop niet voor niks hier
rond, wapt anders krijg je last met de
boschwachter. Goeie avond, en vergeet niet
wat we je gezegd hebben.
Met deze woorden liet hij me alleen en
ik kon weer vrijelijk ademhalen, blij. dat
ik dezen sinjeur kwijt was. Zonder me om
te keerem verhaastte ik mijn stap, met hel
gevoel, dat hij mp volgdo tot aan het eind
van den weg om na te gaan of ik me wel
hield ban zijn voorschriften. Maar hij en
zijn vrinden hadden me te veel ontzag in
geboezemd dam dat ik ook maar eon oogen
blik lust zou gevoelen om terug te keoren.
Ik bereikte spoedig den weg, dien hij mij
aangeduid had. Een stortregen kletterde
nu op de blaren; doode takken, die onder
mijn voeten kraakten vermeerderden nog
mijn onrust, aangezien ik mij op 'n ver
dacht uur op een particulier eigendom be
vond. Het maakte dat ik als een boosdoener
voorzichtig voorwaarts sloop, toen ik het
geluid van stemmen hoorde en op cenigen
afstand twee mannen ontwaarde. Ook zij
hadden mij bemerkt en wachtten me af
zonder zich te verroeren. Het was onmo
gelijk voor me om terug te gaan, want dan
hadden zo zeker gedacht dat ik iets in mijn
schild voerde. Ik stapte dus moedig voor
waarts en vond tot mijn verrassing de
twee jagers tegenover me, met wie ik in
den herberg kennis had gemaakt.
Wel het schijnt dat we elkaar voort
durend moeten ontmoeten, zei do' jager,
die ze meneer Perzeau hadden genoemd.
En hij vervolgde verwonderd:
Maar wat doe je hier 's avonds om
zeven uur in mijn perk? Heeft de ouwo
Mengham je hier heen gestuurd om een of
ander wrak te ontdekken?
Ze hebben me voor den gek gehouden,
antwoordde ik. Ik ben verdwaald. Ik zoek
den weg naar Porsal.
Dan ga je juist de verkeerde kant op.
Ze hebben me verzekerd, dat, als ik
maar doorliep, ik aan mijn rechterhand
de weg zou vinden, die er heen leidt.
Precies, maar dat is geweldig oin.
Minstens vier of vijf mijl, vertelde mijn
ondervrager.
Hij moest de bittere teleurstelling op
mijn gezicht gelezen hebben, want lachend
stelde hij me voor:
Ga maar met ons mee. Je ben: zoo
nat als een poedel, die ze uit 't water heb
ben gehaald.
Ik nam het met beide handen aan, want
de regen viel bij stroomen neer Eindelijk
kwamen wij in het huis van meneer Per
zeau aan en enkele minuien later zaten
we in do keuken bij een flink vuur.
Doe je jas maar uit, dan kan hij
drogen, zei hij tegen me.
De deed het en terwijl ik hem over een
stoel hing, viel het muntstuk, dat ik voor
Le Louarn had gekregen op den grond en
rolde tot voor de voeten van den heer des
huizes.
Sapristie... pas op. je verliest je
heelo fortuin, riep hij vroolijk.
En daarna het geldsiuk bekijkend, dat
hij opgeraapt had, zei hij:
Wat oen raar stuiverstuk. H b je
misschien nog meer van dat soort?
Een hand, een dolk en twee cijfers
een 3 en een 9... Dat is allergekst Een
beetje grof van afwerking, maar toch d«
moeite waard. lf
(Wordt vervolgd