Tweede Blad Bakpoeder x Zaterdag 13 Juni 1925 u- Hugo de Groot en zijn land. Nederland vangt heden door du (jrotius-Tentoonstelling te 's-Gravenhago iu nationalen kring, zoo straks ge volgd door het buitenland, do herdenking an Hugo Grotius aan. Niet den man, dien wij kennen uit do vnderlandsche geschiedenis, en die ter grille van zijne politieke en godsdienstige overtuigingen naar Loevestein werd ver tonnen, vanwaar hij ontvluchtte om ver volgens als banneling in den vreemde to Jeven en te sterven. Maar den man, die jc Parijs in 1625 zijn werk: „De jure jxjli aP pacis", handelende over het .recht van den oorlog en den vrede* schreef en daarmede het modernste vol kenrecht, gelijk wij het in dezen tijd meei dnn tevoren zien uitgroeien en ontwikke len. grondvestte. Grotius heeft in dat boek den oorlog als rechtsmiddel veroordeeld: onweerlegbaar ïongetoond, èn op historische, èn op mo ede, èn op juridische gronden, dat in en geschil tusschen twee Staten evenmin ils tusschen twee personen- de kracht an het door een van beiden te onlwikke- en geweld beslissend kan en mag zijn. Reeds vóór hem waren er geleerden, pliilosophen en moralisten geweest, die ilgemeene regelen van moraal in de ver houdingen der volken hadden nagespeurd i'jrotius grondveste de wetenschap van het tolkenrecht; toonde aan, dat er een zooda nige afzonderlijke wetenschap is, en heeft afzonderlijke wetenschap is. en heefl daardoor tot haar ontwikkeling bijge dragen. Men moge over de ontwikkeling in dt ,iedert verlpopen drie eeuwen minder of cieer optimistisch denken de ontwik keling zelve kan men niet ontkennen >n j ui s t diegenen, die haar als niel voldoende beschouwen, moeten zich in d( Verste plaats doordringen van de nood zakelijkheid, om.terwille van het alge meen welzijn en het. rechtsbewustzijn dei weid die ontwikkeling te versterken en ie versnellen. Men noemt Nederland het land van Grotius. Omdat Grotius in Nederland, loevallig, geboren werd? Neen, maar om dat men het niet uitsluitend als toeval beschouwt, dat juist een jurist van Hol- Iandschen huize van die dagen het vol kenrecht in zijn principieele strekking nan de wereld kwam ontdekken In Gro tius' tijd waren de Nederlanders meei nog dan in de eeuwen -tevoren dt flippers van Europa". De uitvinding van het haringkaker. ïcor Willem Beukelszoon van Biervliet, die aan de ontwikkeling der scheepvaart op omliggende landen zulk een stoot gaf, keft, indirect natuurlijk, geleid tot de uitwisseling van producten door middel fan de stoutmoedige, voor niets terugdein- lende, energieke Nederlanders van de vijf tiende en de zestiende eeuw. Zij kwamen, lang voordat andere vol ken uit het Westen deze zee bevoeren, in 'ie Middellandsche Zee en aan den Le vant zij waren de eersten, die toegang •oi de Scandinavische havens wisten to verkrijgen, en de voortbrengselen van dat land brachten naar Engeland en elders. Moest niet voor de Nederlanders van die Jagen als een levensbelang gelden, dat in iet verkeer der volken, primitief opgezet ïn ontwikkeld, zekere algemeene regelen w.erden erkend? Moest niet de aandacht van een zoon van dat land, scherpzinnig als Grotius, getrokken worden door het bestaan, het onwillekeurig eu onbewust wen van zulke regelen? Grotius heeft, men dit mocht meenen, zeker niet kunstmatigs geschapen ten behoeve van zijn cosmopolitische landgenooten; waro bet door hem naar voren gebrachte kunst matig geweest, de tijd, die alles dat onecht is verwoest, had het niet laten bestaan blaar Grotius heeft, juist omdat zijn blik de omgeving van zijn land gescherpt was als die van geen ander, gezien, lang voordat anderen het zagen en gevoelden, dat er is een volkenrecht, zijnerzijds op gronden van natuurrecht gevestigd, maa" voortspruitend uit gewoonten en gebrui ken. Daarom en niet om het toch altijd min of meer toevalMge fe.it, dat Grotius er is geboren wordt Nederland thans meer en meer geheeten het land van Gro tius. Daarom, en ook omdat Nederland sedert 1899, toen de eerste Vredesconferen tie te 's-Gravenhage werd gehouden, is ge worden de zetel van het werk van Den Haag; do zetel van het land, waar de rechtsontwikkeling in het Hof van den Volkenbond, in de Academie voor Internat tionaal Recht en andere instituten haar beste uitingen vindt. Den Haag, onze residentie,- is sedert 1899 zetel van het Permanente Hof van Arbi- tragen, een lichaam, waarvan dan pp z:ch- zelf weinig kracht moge uitgaan, maar dat niettemin een novum werd in de be trekkingen der volkeren. Den Haag is se dert ruim drie jaren de zetel vau het be langrijkste orgaan; dat do Volkenbond telt: vau het Hof, dat in die eersto drie jaren door een Nederlandsch jurist van gTOoten naam werd gepresideerd. Als men Grotius met den Volkenhond sa^- menbrengt, dan bedenko men wel, dat niets hem daarmede verbindt d^ji de principieele gedachte. In den loop der eeuwen zijn er tal van publicisten geweest, die ontwerpen hebben gemaakt voor een organisatie der Staten; ontwer pen, die voortijdig moesten heelen op een oogenblik, dat nauwelijks de zelfstandige Staat leefde in de gedachten der men- schen. Grotius behoefde zulk een Slatenorga- n:satie niet om zjn volkenrecht ingang te doen vinden: hij geloofde in do le venskracht van zijn eigen schepping. Maar do Volkenbond, gelijk deze thans als een eerste, zwakke poging om diie gedachten van vorige eeuwen te verwezen lijken is ontstaan, verwezenbjkt voor een deel een groot deel zelfs Grotius' leer. De politiek heeft in de eeü\ven, die het uitkomen van Grotius' boek van ddt oogen blik scheiden, zijn leer vee^l verstoo'en: niet op het recht baseerde men zich, maar op de macht. De Volkenhond draagt als meest levenskrachtige kiem in zich den wensch om anders te handelen, om recht boven macht te stellen. In den Volkenbond zijn, voorloopig nog theoretisch, zoo straks wellicht pract:sch, alle Stalen gelijk, hetzij groot of klein, het zij machtig of weinig machtig. De Volken bond aanvaardt de loer van Grotius nog niet ten volle; wel theoretisch, maar niet practisch. Nog is niet erkend Grotius' be ginsel, dat slechts die oorlog gewettigd is, die wordt gevoerd tegen den Staats-mis- dadiger, den overtreder van het volken recht. Het Protocol, 'n vorig jaar te Genève ge sloten, zetto een goeden stap in die rich ting; nog is het te vroeg gebleken, maar ook do uitwerking van dat Protocol zal zjch doen gelden! Nederland, dat een traditie heeft op hot gebied van het recht tusschen de volken, heeft ook in den Volkenbond een taak te vervullen. Men behoeft maar de namen te noemen van een Van Karnebeek, een Lo- der, een Eysingd, een Limburg, een Van Rees, en tal van anderen, die in verschil lende organen van dien Volkenbond hun goede krachten aan zijn werk hebben ge geven op een wijze, die tegelijk hen en ons land eerde- Maar al was, wat zij deden, niet alleen persoonlijk, al kon, en kan dit worden opgevat als te geschieden namens ons land hun werk leefde en leeft n i e t in de haften en de hoofden van ons volk. Juist dat moet anders worden; an ders worden in het land van Grotius; in het land, vanwaar de eerste gedachte aan do grondbegrippen voor dezen Volkenbond is uitgegaan. Een dag als deze is geschikt om zich van. zijne nalatigheid bewust te worden, en tot het inzicht te komen, dat ook van een klein volk en zoo heel klein zijn wij niet eens een groote kracht ten goede kan uitgaan, indien maar werkelijke overtuiging in dat volk leeft.. Overtuiging wint niet veld uitsluitend door het aantal dergenen, die haar aanhangen; overtuiging wordt ook gedragen door haar intensiteit. Moge de Volkenhond meer waardeering vinden. Maar moge hij ook zich die waardeering nog meer en veel meer waardig maken, door te to on en, dat hij beseft, dat het Christendom grondslag kan en moet zijn voor den wereld-vrede! Buitenl. Weekoverzicht. Evenals de vorige week zal ook dit over zicht zich voornamelijk moeten bezig hou den met de Veiligheidskwestie -en wel met het garantiepact op de eerste plaats, en vervolgens met de ontwapeningsnota. Als dessert kan men daarna nog een bescliou- winkjo wijden aan België, China. Samos of Marokko, maar de hoofdschotel blijft de internationale bespreking tusschen Frankrijk, Engeland en Duitschland. Dat is tenminste krachtige kost, ofschoon wel eenigszins onverteerbaar! Garantie-pact. Daar de beide ministers van buitenlandsche zaken Chamberlain en Briand eens met elkaar wilden praten over de Duitsche voorstel len en het Fransc.he antwoord daarop (waarover Parijs en Londen het n.b. glooiend eens waren op enkele kleinighe den nal) reisden zij verleden week Zater dag naar Genève om in de schaduw der bergreuzen en langs het koele water aan het meer van gedachten te wisselen. Zij hadden gelijk, dat ze niet in de smoor- heete steden bleven zitten. Daar waren zij nooit tot-' een goed einde gekomen. Nu was daarentegen het „accoord van Ge nève" spoedig bei'Cikt. Maar waarover dat accoord loopt, weten wij nog steeds niet precies. Het eerste overzicht gaf een telegram van Havas, een ïnededeeling, die de we reld met uitzondering van Frankrijk deed schrikken en die bijzonder in Duitschland een allerongelukkigsten in druk maakte. Het bericht wekte o.a. den indruk alsof Frankrijk en Engeland met elkaar een overeenkomst hadden geslo ten tegen Duilschland, waarbij Engeland zich verplicht zou hebben Frankrijk's grenzen te' waarborgen met al zijn strijd krachten tegen iederen Duitschen aanval een éénzijdig pact dus. Bovendien meldde Havas, clat men Duitschland niet eerder tot den Volkenbond zou toelaten dan alvorens het 't veiligheidspact zou hebben onderteekend. Tenslotte zou Frankrijk ten allen tijde door de gedemilitariseerde Rijnzóne mo gen trekken om zijn bondgenooten te hel pen, terwijl Duitschland zelf er met zijn legertje buiten mocht blijven. Gelukkig bleek weer eens te meer dat Havas geen betrouwbare berichtgever is. Zelf trok het bureau do bewering, dat Duitschland eerst moest teekenen alvorens tot den Volkenbond te worden toegelaten, weer in. De waarheid was, dat het pact riet eerder in werking zou treden, voor dat Duitschland zich bij den Bond had aangesloten. De verklaringen van Bald win in het Lagerhuis gaven verders recht zettingen van de tendenzieuse Fransche berichtgeving. Baldwin deelde mede, dat de regeeringen van Frankrijk en Enge land, na zorgvuldig onderzoek van het Duitsche voorstel van 9 Februari, tot vol ledige overeenstemming zijn gekomen over zekere beginselen, welke tot basis van een veiligheidspact zouden moeten dienen. De minister voegde hieraan toe dat er alle reden is om op do instemming hiermede van België en Italië te rekenen (De Ita- liaansche staatsman Scialoja meende ech ter van niet.) Deze gemeenschappelijke opvattingen zullen aan de Duitsche regee ring worden medegedeeld en deze zal dan moeten verklaren of ze zich er mee kan vereenigen. Zoo ja, dan zullen de onder handelingen over een westelijk veilig heidspact met Duitschland kunnen worden voortgezet. Met nadruk deed de heer Baldwin ver der uitkomen, dat de overeenkomst, welke wordt overwogen, niet eenzijdig is, maat volstrekt het karakter van wederkeerig- hedd draagt. Engeland zal zoowel Frank rijk's grenzen tegen Duitschland, als Duitschland's grenzen tegen Frankrijk verdedigen. Op de bijzonderheden van het Fransch- Britsche vergelijk weigerde de heer Baldwin in te gaan. Het Lagerhuis zal moeien wachten op den terugkeer van den minister van buitenlandsche zaken, Chamberlain, en als dan het Fransche antwoord aan Duitschland zal zijn ver zonden en de Fransche regeering geen bezwaren maakt, zullen aan het Britsehè parlement nadere mcdedeelingen kunnen worden gedaan. Het komt ons gewonseht voor, ook met onze commentaren te wachten, totdat de officieele documenten gepubliceerd zijn. Dat zal niet zoo lang meer duren. Volgens berichten uit Berlijn is de Duitsche re- georing er reeds toe overgegaan de voor naamste inhoud van de' oorspronkelijke Duitsche voorstellen, zooals ze 4- maanden geleden aan de geallieerden werden go- daan, te publiceeren. Men kan die voornaamste inhoud elders in ons blad onder de rubriek „Buitenland", aantreffen En daar het Fransche ant woord op die voorstellen reeds is goedge keurd door den Franschen ministerraad en vandaag of morgen waarschijnlijk aan de Duitsche regeering zal worden over handigd, zullen wij er spoedig het naadje van de kous van weten. En dan is er tijd genoeg om bespiegelingen te houden. De ontwapeningsnota'. Aan het eind van do vorige week is de ontwa- Ingezonden Mededeeling. AKKER's Kloosterbalseml I bij doorloopea, zonnebrand j zadelpijn, opefv Kuid. en insectenbeterv, verzacht, zuivert erv gereeest 50ct.p.pot. peningsnota aan Duitschland overhan digd. Naast vele kleinigheden, die werke lijk den indruk wekken alsof men alles bij elkaar heeft gesleept om de lijst van vreoselijke tekortkomingen maar zoo groot mogelijk te maken, komt er toch ook een vrij ernstige beschuldiging in voor, n.l. dat de inrichting van het Duitsche mili taire stelsel zoodanig is, Tlat in korten lijd weer een groot militie-leger op de heen gebracht kan worden. Men kan van mee ning zijn, dat er in den tegenwOordigen tijd met mannetjes alleen geen oorlog ge voerd kan worden, maar dat er ook mu nitie noodig is in zulk een mate, dat Duilschland dat onmogelijk in 't gehèim kan aanmaken. Men kan ook meenen, dat het doeltreffender is, de oorlogsgezindheid weg te nemen, daar men liet uitbarsten van oorlog of opstand door dwangmaatregelen toch niet voorkomen kan. Maar dat alles neemt niet weg, dat een staat, die loyaal op zich heeft genomen zich te ontwape nen, ook alles moet wegdoen, wat do ont wapening min of meer illusoir maakt. Men gelooft, dat do Duitsche regeering zooveel zij kan aan de geallieerde eischen tegemoet zal komen, al klinkt in de Duitsche bla den een andere toon. De aanvankelijke indruk bij de lezing van de overzichlen, die van de geallieerde nota zijn gepubliceerd, schrijft h^t „Hbld." kan geen andere zijn, dan deze, dat de Duitsche regeering al heel dwaas zou doen om do bevrijding van de Keulsche zone van de buitenlandsche bezetting en de overdracht van de militaire controle op den Volkenbond iu gevaar te stellen, door een weigering om te voldoen aan de door de geallieerden geuite verlangens. die op den duur voor de vernietiging van het z.g. „Duitsche gevaar" weliswaar van geen beteekenis zijn maar die in elk geval op grond van het vredesverdrag geenszins onredelijk kunnen worden ge noemd. Al zullen in enkele opzichten - zoo o.a. wat betreft do vernietiging van fabrieksmateriaal, die in deze tijden van noodzakelijke zwlnigh'M 1 v;,it Verkwistend lijkt nadere over!' :in',en -<\:en ge allieerden en Duitsehers over d» prnrtisrlm uitvoering der geslelde voo. vr len nog wel noodig zijn. Dat de geallieerden trouwens voor do practijk toch wel .eeni nog hebben en in iel de theorie van het v 'lrag wel eerie „accommodements" wil'e« treffen, bliikt uit hun bereidwilligheid om nlilmns in groote plaatsen cd. de kazerneer:ng van de-Schutzpoüzei een der nanwijzineen h. i. van het militaire karakter der politie organisatie willen toelaten. België. - Het kabinet Fnuikt ia eindelijk gereed gekomen.'Maar toen het klaar was, bleek men nog nooit zoover van het einddoel verwijderd geweest, te zijn als nu. De Katholiekon hebben zich namelijk teruggetrokken van ren samen werking met de socialisten, waartoe /,ii zich eerst, gedrongendoor overwegingen van noodzakelijkheid, hadden laten ver lokken. Het land moot toch geregeerd wor den, maar hoe? Katholieken, noch socia listen, noch liberalen kunnen het alleen. Allerlei combinaties tusschen deze 3 zijn al geprobeerd. Waf nu? Maar weer nieu we verkiezingen? Men hoort ook reeds praten van een scheuring in de Katholie ke partij:.de wensch zal hier wol de vader der gedachte zijn. Marokko. Plotseling i- le Fran sche minister-president en minister van Oorlog naar Marokko vertrokken en wel per snelste verbinding, per vliegtuig. Het zoo plotselinge vertrek van den Franschen premier heeft natuurlijk to Parijs groot opzien gewekt. Sommige ver klaren de reis van don heer Painlevé uit zijn verlangen om vau maarschalk Lyautey do noodige gegevens te verkrijgen, ter ho- antwoording van zekere bezwaren van socialistische zijde. In het socialislischo kamp n.l. zouden velen van meening zijn, dat de autoriteiten in Marokko do gele- Ingezonden Mededeeling WAFELEN naar Octkcr's*Rcccpt, gebakken met DrOetker's Baclcin vervangt de C;ist. 250 gr. boter ƒ0.70 ol marg. 0P0 2 oetlepcls suiker (50 gram) 0.02'/, 6 eieren.0.36 500 gram tarwebloem „0.16 1 pakje Dr. Oetker's Backin 0.071 1 pakje Dr. üctker's Vanille* suiker0.05 '/j liter melk0.08 1-citroen0.05 een weinig rum 0.15 "71.25 Bereiding: Nadat de boter tot room gerocru is, worden onder aanhoudend roeren suiker, eieren, het met Backin vermengde meel cn melk toegevoegd; vervolgens mengt men de geraspte citroenschil, Vanillesuiker cn rum door het deeg en beslaat het tot er zich blaasjes vormen. Bak nu in een heetgemaakt wafelijzer de wafelen op een matig vuur. Men lette erop het ijzer voor elk gebruik met een stukje spek in te smeren Men lette vooral op Backin van Dr. Octkcr cn dat op elk pakie ris Eenige Importeurs E. Ostermann Co., A'dam, vermeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men zich dircci tot deze Importeurs, die >p aanvrage ook :en grit: s*rcccptcnboek|c toezenden. F£UILLETON. het geheim van de zee. door ANDRé SAVIGNON Geautoriseerde vertaling (Nadruk verboden) 19) Ik ben heelemaal niet bang, sneed ik op. In werkelijkheid was ik allesbehalve op toijn gemak. Nou, dat is best. In dat geval kunnen de jongejuffrouw wel een boodschap meegeven. Vanavond ga je zeker naar Por- Sal. naar je moeder? Ja, antwoordde ik. Goed zoo. Dan moet je morgenochtend e®ns uitkijken aan de haven naar de „Zee meeuw". Een kotter. Weet je wat dat is? m moet je eens heel beleefd vragen naar 1 matroos Le Louarn, naar hem alleen i geen ander, versta je? Le Louarn en ia moet je hem zeggen, dat ze d'r zijn dat ze op hem wachten. Heb je me goed «grepen? En herhaalde hij: Le Louarn. at is 'n naam, die je niet vergeten kan. ze£ 't me nou eens na. Ik zal zeggen: zo zijn er en ze wach ten op je. Doch opeens schoot me een moeilijkheid ,a ''e gedachte. 1 En als hij me dan vraagt wie? En .|";o mo sturen? OoT ?um> zea man en- aarzelde een matt beerde vervolgens tot zijn kers terug en zachtkens begonnen zij ,n'euwe beraadslaging op eenigen af Toen hij weer bij me terug kwam,, gaf hij mij twee stuivers. Hier neem dit geldstuk en geef dat dit geldstuk en geen ander, hoor. En onthoud deze woorden: Le Louarnze 'zijn er en wachten op je. Hij zal je niet vragen „wie?" of „waar?" of „wanneer?'' Hij is snugger genoeg, hij zal het wel be grijpen. En vooral niet kletsenvoegde hij er bij op een dreigenden toon. Je vraagt naar Le Louarn (hij schreeuwde dien naam uit om hem mij niet te laten vergeten, of dat ik me niet zou vergissen, zonder le weten, dat ik goede redenen had, om hem in mijn hersens te griffen), doe de boodschap en geen woord verder tegen iemand of anders Hij balde zijn vuist om mij schrik aan te jagen. Maar de anderen en ook het oude wijf kwamen tusschenbeide en zeiden: Kalm aan, kalm aan. Ik stak het geldstuk in mijn vestzak en maakte me gereed om mijn weg te ver volgen zonder nog een seconde te wachten ik had reeds eenige stappen gedaan, toen een stem me kortaf beval: Ho. Alweer stonden ze zachtkens te overleg gen en toen kwam een mo achtena en riep: Niet daar langs! Maar dat is toch de weg naar Porsal! Ha, snap je me niet. Kom dan maar mee. Hij greep mo hij mijn kraag, trok mo van den rechten weg af en met een sprong was hij over de sloot me oplichtend alsof ik een veertje was. Die kant op, dat is korter, zei hij en wees me den hollen weg. Ik voelde, dat hij mij bedroog, dat hij mo van den rechten weg afbracht en me een gTooten omweg liet makon. "Waar schijnlijk had hij en zijn makkers nog iets van doen met de politie en waren ze bang, dat ik bij mijn aankomst le Porsal mijn wedervaren zou vertellen en zoo de politie op hun spoor zou brengen. Het was duidelijk, dat ze mij in het on zekere wilden brengen welke richting ze zouden inslaan, zoodra ik vertrokken was. Maar, toen ik, na een honderd meter ge- loopen te hebben, voorzichtig mijn hoofd omdraaide om een blik achter mij te wer pen, was het vehikel als bij tooverslag ver dwenen en de mannen mee. Alleen de hoo rnen stonden er nog en hieven hun blader- looze takken hemelwaarts. Doch ditmaal vertoonde zich geen enkel hoofd meer. Een kwartier lang liepen wij zoo voort door een terrein, dat al moeilijker werd; de regen begon te vallen juist toen we een wegje bereikten dat langs een lagen muur liep. Spring er over, beval mijn gids. Ik deed het en we waren in een bosch, waar het zeer donker was. Nou altijd maar recht toe recht aan, wees hij me. Je zal dadelijk een voetpad zien. Dat moet je volgen een minuut of twintig. De eerste weg aam je linkerhand gaat naar Porsal. Hoeveel kilometers? vroeg ik. Twintig zoo wat. En hij raadde me: Je zal verstandig doen onderweg er gens te gaan slapen, in een schuur of zoo en morgenochtend verder te gaan. En pas een beetje op en loop niet voor niks hier rond, wapt anders krijg je last met de boschwachter. Goeie avond, en vergeet niet wat we je gezegd hebben. Met deze woorden liet hij me alleen en ik kon weer vrijelijk ademhalen, blij. dat ik dezen sinjeur kwijt was. Zonder me om te keerem verhaastte ik mijn stap, met hel gevoel, dat hij mp volgdo tot aan het eind van den weg om na te gaan of ik me wel hield ban zijn voorschriften. Maar hij en zijn vrinden hadden me te veel ontzag in geboezemd dam dat ik ook maar eon oogen blik lust zou gevoelen om terug te keoren. Ik bereikte spoedig den weg, dien hij mij aangeduid had. Een stortregen kletterde nu op de blaren; doode takken, die onder mijn voeten kraakten vermeerderden nog mijn onrust, aangezien ik mij op 'n ver dacht uur op een particulier eigendom be vond. Het maakte dat ik als een boosdoener voorzichtig voorwaarts sloop, toen ik het geluid van stemmen hoorde en op cenigen afstand twee mannen ontwaarde. Ook zij hadden mij bemerkt en wachtten me af zonder zich te verroeren. Het was onmo gelijk voor me om terug te gaan, want dan hadden zo zeker gedacht dat ik iets in mijn schild voerde. Ik stapte dus moedig voor waarts en vond tot mijn verrassing de twee jagers tegenover me, met wie ik in den herberg kennis had gemaakt. Wel het schijnt dat we elkaar voort durend moeten ontmoeten, zei do' jager, die ze meneer Perzeau hadden genoemd. En hij vervolgde verwonderd: Maar wat doe je hier 's avonds om zeven uur in mijn perk? Heeft de ouwo Mengham je hier heen gestuurd om een of ander wrak te ontdekken? Ze hebben me voor den gek gehouden, antwoordde ik. Ik ben verdwaald. Ik zoek den weg naar Porsal. Dan ga je juist de verkeerde kant op. Ze hebben me verzekerd, dat, als ik maar doorliep, ik aan mijn rechterhand de weg zou vinden, die er heen leidt. Precies, maar dat is geweldig oin. Minstens vier of vijf mijl, vertelde mijn ondervrager. Hij moest de bittere teleurstelling op mijn gezicht gelezen hebben, want lachend stelde hij me voor: Ga maar met ons mee. Je ben: zoo nat als een poedel, die ze uit 't water heb ben gehaald. Ik nam het met beide handen aan, want de regen viel bij stroomen neer Eindelijk kwamen wij in het huis van meneer Per zeau aan en enkele minuien later zaten we in do keuken bij een flink vuur. Doe je jas maar uit, dan kan hij drogen, zei hij tegen me. De deed het en terwijl ik hem over een stoel hing, viel het muntstuk, dat ik voor Le Louarn had gekregen op den grond en rolde tot voor de voeten van den heer des huizes. Sapristie... pas op. je verliest je heelo fortuin, riep hij vroolijk. En daarna het geldsiuk bekijkend, dat hij opgeraapt had, zei hij: Wat oen raar stuiverstuk. H b je misschien nog meer van dat soort? Een hand, een dolk en twee cijfers een 3 en een 9... Dat is allergekst Een beetje grof van afwerking, maar toch d« moeite waard. lf (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3