vier „waerdcyns" of „sta olmeesters" voor (le Leidschc draperie; voor de andere „hoofdneringen" der lakenbereiding heet ten die toezichthouders ook allemaal aan te wijzen door het gerecht „waran- derors", „provisenaers". „baill's" en „kna pen", welke verschillende benamingen men toen wel uit elkaar zal hebben kunnen hou den; met het oppertoezicht over de nijver heid waren „gouverneurs" belast. Jaarlijks werden ook vier bonmeesters benoemd voor elk bon (wijk), die voorna melijk voor het brandbluschwezen hadden 'e zorgen (waarbij ingesloten het openhak- ion en openhouden van bijten) en tot hun hulp vier emmerbewaarders hadden. Het toezicht op de aloude „gebuurten" was toevertrouwd aan op voordracht van de gebuurten zelf door het gerecht be noemde „heeren", die met een door hen- zelven gekozen raad en twee door de ge buurten gekozen tresoriers hadden te zor gen voor het bevolkingsregister der buurt en voor de „borgerliclie eenecheydt" (rust en vrede"): ook moesten zij de aalmoeze niers op de armen opmerkzaam maken. De tresoriers hadden de in de buurt vol gens uitspraak van heer en raden beloo- pen boelen te innen en te bewaren, de door heer en raden bepaalde uitkeeringen te doen en moesten in een daartoe bijeen te roepen buurtvergadering rekening doen, waarbij dan een „vroolijke maaltijd" werd aangericht, later vervangen door pond pon dsgewijze uitkeeringen Do „heeren van den gerechte" benoem den eindelijk, ook tegen Nieuwjaar dat was dan wel een drukke tijd voor die hee ren de dekens, hoofd- en overlieden der gilden, uit een nominatie van twee uit elk gild. Deze benoemden leerden begin Ja nuari in handen der burgemeesters den eed af. De posterijen werden aanvankelijk ver zorgd door de boden van het. gerecht, na 1663 door een postmeester. Dit werd ech ter zoo'n voordeelig haantje, dat de vroed schap in 1735 dit zaakje aan de stad bracht en voor het beheer vier postmees ters benoemde, die ieder 1000 gulden sala ris kreeen: hoven hen stond een directeur met ook een wedde van 1000 -f- vrije wo ning in het postkantoor in de Breestraat tegenover de Mooi Japiksteeg. Merkwaar dig dat dif laatste nog ongeveer zoo is. Er waven voorts ook klerken en bestellers, het geen bewijst, dat er toen reeds veel gecor- rpenondeerd werd Tn 1747 gingen de posterijen over aan do Staten van Holland en kwam het perso neel in dienst der provincie; de bnrgemees- t,pra behielden het toezicht en ontvingen daarvoor samen ƒ500. Behalve dit leertip functionarissen had de stad ook in dienst dpels op salaris, deels „om des proffits wille" stadsdok- toren, sfadschirurzijns. stadsadvocaten en -procureurs, vroedvrouwen, wachtmeesters 'der schutterij, notarissen, kosters, voorle zers, zieketroosters, cipiers, portiers, wijn roeiers, makelaars, klerken ter secretarie, stadhuisboden, schoutendienaars, enz. Klaagt men tegenwoordig wel eens over het groot aantal ambtenaren, ook in dit opzicht is er blijkbaar geen nieuws onder de zon. Trouwens: zonder voldoend perso neel kan de overheid haar werk niet goed verrichten. Als er maar geen teveel is, hebben we daarover niets in te brengen. AJO. NAAR EEN NIEUWE MISSIE EN WAT WIJ ER VONDEN I Mag ik, beste en welwillende lezers, zoo vrij zijn mij even voor te stellen? Een Pater van de H.H. Harten, in witte toog, scapulier erover, waarop een rond schild met 2 harten en een doornenkroon, en daarover een manteltje; geboren in Friesland's gouwen aan de zee, gedoopt in de Mon Père Kerk te Leiden, waar hij verleden jaar op den 22en Juni tot drie maal toe in de vurigheid van zijn Mis- sionarishart een beroep deed op het gebed en de missieliefde der parochianen en een goedgeslaagden aanval op hun beurs. Daarna is hij, na een aandoenlijk af scheidsfeest en laatste H. Mis bij de goede zusters van Leidschendam, en na en laat- sten zegen aan zijn dierbare Ouders, broers en zusters, terwijl hij op zijn lippen moest bijten én bijna niets zeggen of denken kon om toch zijn tranen terug te houden en het afscheid voor zijn dierbaren minder hard te maken, vertrokken naar zijn klooster in Ginniken bij Breda. Daar ont ving hij, na een plechtige H. Mis, opge dragen door z'n Apostolischen Prefect en geassisteerd door de nieuwe mede-missi onarissen, het missiekruis uit de handen van z'n hoogvereerden Pater Provinciaal, zegende ermee voor het laatst zijn dier baren vader en kennissen, besteeg de auto, en allen reden heen, om in Breda den trein te nemen, die hen voeren zou ver over de grenzen door België,. Frank rijk over Lourdes naar Genua in Ttalië Daar gingen zij den 16en Juli aan boord van de „Prinses Juliana" en bereikten 14 Augustus 's middags onder le Vespers van Maria's Tenhemelopneming hun nieuwe Missie, de Apostolische prefectuur van Bangka en Billiton. En nu zit diezelfde missionaris, uw aller dw. dr., maar vooral van de Chineezen, in een oude houten pastorie, waar de zou haar warme stralen door de naden der planken schiet, en tjitjaks (hagedisjes) langs de wanden op muskieten en vliegen jagen, z'n hart en z'n verlangens uit te storten voor de welwillende lezers. Ik zal dan geven een kort overzicht over onze reis, (want wie er meer van weten wil, abonneere zich maar op „De Vriend der H.H. Harten", adres: Paters der H.H. Harten, Ginneken hij Breda, en vrage de nummers vanaf December 1924), en daar na zeggen, wat we hier vonden, wat in 8 maanden tot stand kwam en wat er in de toekomst van kan en moet gemaakt wor den. Verveel ik de lezers, dan moeten zij het maar schrijven, want zelfs zulke brie ven zijn welkom in de rimboe, wijl ze groe ten brengen uit de lage landen aan de zee. Onze reis. 't Was den 9en Juli, feestdag van Onze Lieve Vrouw van Vrede, dat wij, Mgr. Thedosius Herckenrath, Apostolisch Pre fect, Pater van Soest, de broeders Gerard en Antonius plus ondergeteekende, uit Ginneken vertrokken. Na een vlug bezoek aan eenige onzer kloosters in België, nl. Leuven en Aerschot en ons Moederhuis te 's-Gravenbrakel, stoomden we 11 Juli naar Parijs, om er onzen Hoogeerw. P. Gene raal te ontmoeten en den zegen te vragen van O. L. Vr. van Vrede, wier Won der- beeldje wordt vereerd in de kapel onzer Zusters (Picpus Moederhuis). Vlug een bezoek aan Mont Martre, Notre Dame des Victoires, waar we ons Rozenhoedje baden, de Notre Dame de Paris, en eenige stra ten, en naar het station om een goede plaats te krijgen in den nachttrein naar Lourdes, wat gelukte, allen bijeen in een Compartëment. 's Zaterdagsmorgens half tien arriveer den wij in Maria's genadeoord. Voor hoe veel intenties hebben wij er al niet gebe den, maar zeker niet in het minst voor onze nieuwe missie, daar hebben wij ons Missiewerk gesteld onder de machtige be scherming van „0. L. Vrouw, Voorspreek ster der Zeevarenden". Onder die bena ming is onze goede Moeder Maria de Pa trones der Apostolische Prefectuur van Bangka en Billiton. Of wij er genoten heb ben, geestelijk genoten in Lourdes, dat kan ieder verklaren, die ooit in Lourdes ge weest is. Het hart haakt naar terugkeer naar de gezegende grot, om er vertrouwe lijker hart tot hart te kunnen spreken tot z'n Moeder en opgewekt te worden tot grooter vurigheid door het zien bidden. Noode dan ook scheidden wij 14 Juli des avonds half zes van het stadje aan de Gave en der Verschijningen, en in duize lingwekkende vaart voerde ons de snel trein in een stuk door over Toulouse, Mar seille, langs de hooge rotsige kust en de blauwe Middellandsche Zee naar Venti- miglia, het eerste station op ItaliaanscheVi grond, waar wij gelukkig de rammelende maag wat tot zwijgen konden brengen Nog 5 uur sporen, al maar langs de kust, met verrukkelijk uitzicht over de zee, tun nel uit tunnel in maar eventjes 72 keer, en we arriveerden 15 Juli des avonds om half 7, na een spoorreis van 25 uur. in Genua, waar reeds de ..Prinses Juliana" lag te laden. Onze Hoogeerw. P. Provin ciaal en Pater Alexius uit Ginneken haal den ons af, we aten voor 't laatst Holland- sehe kersen door hen meegebracht en praatten het honderd uit. Den volgenden morgen, 16 Juli, feestdag van 0. L. Vrouw van don Berg Karmel, lazen we de-H. Mis in de Kerk der Paters Carmelieten, toege wijd aan onze Lieve Vrouw van Voor spoed, bezichtigden de stad en het onzeg baar prachtige Campo Santo, 't Kerkhof met z'n honderden kunstvolle beeldhouw werken en gingen des middags om ruim 4 uur aan boord, weer uitgeleide gedaan door P. ProvinciaaJ, P. Alexius en P. Mi- quel, onzen Procureur-Generaal te Rome. Om 6 uur, het donkerde al, verliet de groote stoomer de haven, en achter ons lag Genua, hoog opklimmend tegen de hooge groene hergen, waartegen de geel witte huizen scherp en schel, maar 't oog verrukkend afstaken. De zeereis is voorbijgegaan, prettig en zonder verveling, zooals tegenwoordig meestal op de groote mailschepen, waar gezorgd wordt voor concerten en feestjes en alle geriefelijkheden. 26 Juli waren er kinderfeesten met wedstrijden en versna peringen, juist toen we uit den Golf van Aden den Indische Oceaan instoomden, en wedstrijden en afscheidsfeest voor de Grooten op 2 Augustus daags nadat we in Colombo op Ceylon voor 't eerst hadden kennis gemaakt met een Indische stad en het Indische leven, 't Was juist le Vrijdag en we bezochten de Kathedraal, een hoogst eenvoudige, ruime, frissche kerk. Op straat reeds was het ons opgevallen, dat zoovele mannen, trekkend de ricksja's (hooge wagentjes op 2 wielen met een man als trekkracht): op hun kalfbloote, bruine borst openlijk het groote witte scapulier van het H. Hart droegen, en ook anderen. We hoorden de groeten „Padre" en kwa men veel kerkgangers tegen, de vrouwen en meisjes zedig gekleed met witte glazen sluiers. In de kerk was een pater met een koster aan het nitdeelen van briefjes, ze ker de maandbriefjes van het genootschap. Wat werd daar aandachtig en zonder men- sclielijk opzicht en eerbiedig gebeden. Van den Pastoor vernamen wij, dat alleen in die kerk dien morgen 1000 Communies waren uitgereikt. En Colombo schijnt pl.ni 60.000 Katholieken te tellen en ongeveer 30 kerken en kapellen. Bij de kerken, waarvan een 'n prachtige gothieko, mooie scholen. We bezochten nog een oude Boeddha- tempel met seminarie voor Boeddhapries- ters. Een jonge seminarist leidde ons rond, toonde ons Boeddabe'elderi, waar voor hij eerbiedig zijn buiging maakte, en de geschreven Boeddliahijbel. In een hoek zat een oude priester klagend zijn gebeden te murmelen. De Inlandsche buurten zijn vuil en stoffig, en toeh zijn allo winkels aan de straat geheel open, het vleesch wordt bedekt met roodachtig stof Het huiselijk leven speelt zich meest af j de straat. Ruim 100 jaar geleden Ceylon een Holiandsehe kolonie, nu L. gelsch, maar men toont er nog een oj verwaarloosd Hollandsch Kerkhof. De hitte in 't Kanaal van Suez en Roode Zee viel me wat mee, omdat niets te doen hadden, maar anders, oti' ji< Tusschen de Golf van Aden en Ceyloj hebben we wat storm gehad, verscheid* non menschen bleven van tafel weg en ij de hut of op het dek, maar P. Marcelling cn ik hebben geen last van ?ecziekte g* f bad. Integendeel voelde ik me voor h«, eerst prettig, want het was nu hen],, frisch. Aan een passeerend stoomschip konden we zien, hoe de zee te keer gin?; onze boot danste dan ook aardig Meter? hoog ging de kop de lucht in, en dan do4 hij weer in de diepte, maar op de groei', li lengte van het schip merkte men het ni*j zoo erg. Maandagmorgen 4 Aug. voerra we de prachtige baai van Sabang in, eerste haven van Ned. Indië, lagen 5 Ad. gustus des middags 1.30 uur voor anker op de reede van Belawan-Deli en stooia. den 6 Aug. des middags om 5 uur de ha- ven van Singapore binnen, aan bakboori] Engelsch, aan stuurboord Nederlanden gebied, de eerste eilanden van onze Mis. sie, nl. de Riouwarchipel. De boot was om stuwd van lichte vaartuigjes met een roeier, die, als men een zilverstukje in hel water gooide, bliksemsnel uit zijn hoolj? dook en eenige seconden later liet stukje geld in z'n bootje, wierp, er zelf weer in. sprong, zonder dat het noledopje kante], de of maar overhelde. Een oude hppr dook zelfs met een brandend eindje sigaar in den mond, maar nauwelijks was z'n kop boven water of hij dampte er we#r lustig op los. Wie van de lezers doet het hem na? 7 Augustus, des morgens, voeren we tug. schen de eilanden Batam en Rinlangdoor van de Riouwarchipel, passeerden later de Lingga-arcliipel met Singkep en stoom den 8 Augustus van 5 uur des moreens tot 1 uur 's middags met een 12-miih vaart langs Bangka, aan bakboord Ban"l.i, aan stuurboord Sumatra. Billiton lag ver der weg. Eindelijk, 9 Aug., 's morgens 1 uur lagen we aan den steiger in Tand jon» Eriok. Dank zij God, na een voorspoedig reis. Pas des Woensdags, 13 Aug., kou- den wij per K. P. M.-stoomer naar Mum tok-Bangka vertrekken en hebben zoolans gelogeerd op de. bisschoppelijke pastorii te Weltevreden-Batavia en brachten ppo bezoek aan Buitenzorg. Laatste ïnkoopcj werden gedaan. - 13 Aug., 's middses 5 uur precies, sloom- de de „Van der Wijck" de haven uit, na 20 uur varen, laeen we op de reede van Muntok. Pastoor Vërbrugge, de laatst# Capucijn, was in Sambong gebleven, maar had den Catechist, Mijnheer Sehreinor, belast met onze verwelkoming. Zelf wat ongesteld, zond hij zijn schoonzoon, mijn- heer Kuijp, naar boord om ons te heern* BESCHRIJVING DEB PLAAT. No. 198. Zooals de lezeressen reeds in vorige Mode-rubrieken hebben kunnen le zen, zal er dezen zomer bij het modelievend publiek een voorliefde zijn voor zekere lila linten. Dit geeft de modeontwerpers na tuurlijk aanleiding voor allerlei origineele ideeën. Een ervan is, dat ze aan lila stof een zwarte garneering geven. We zien er hierboven een voorbeeld van; de stof dezer japon is een lila crêpe satin, terwijl voor de garneering zwarte glanzende satijn ge nomen is. Men lette op. hoe deze banden vanuit de zeer lage taillelijn zich over den zijnaad van het lijfje voortzetten. Van achteren zijn ze echter weg gelaten. Het smalle sjaal-lint. dat uit het kraagje komt, hangt los over de borst in een lus. Het onderste deel der tuniek heeft in het midden een stolpplooi en ter weerszijden daarvan een gewone platte plooi, terwijl een eenvoudige broderie in zwarte zijde dit gedeelte versiert. Het nau were rokje heeft van voren twee stolp plooien. De rug der japon ia recht en glad Hoedje in bijpassend lila Bankoksfroo; kousen grijsrose en schoenen zwart. Pa troon 1,35. No. 199. Een eenvoudige japon voor 's ochtends, en bestaande uit twee ver schillende stoffen: witte kasba voor den rok en de borststrook en blauwe crêpe ondée voor de rest. De rok heeft rondom behalve van voren ingeperste stolp plooien. De halsopening heeft over de borst een kleine snlit, bezet met blauwe knoop jes welke laatste zich naar beneden tot onder den ceintuur voortzetten. De cein tuur make men uit de witte stof en de don kere blokjes hierop bordure men later in bijpassend blauwe wol of zijde. Draag crê- me-rose kousen en witte schoenen bij dit costuum. Uw hoed zij wit, blauw of rood. Patroon 1.35. No. 200. Een kinderjurkje van witte 2rêpe: met uitzondering van het midden vóór gedeelte loopt er langö den onderkant een breede band van dezelfde stof in rood. Eveneens is het kraagje en het door de spleten gevlochten lint met strik van laatstgenoemde stof. Kousen in geel-rose tint en schoenen van rond of wit leer. Pa- Iroon 38 jaar 0.6714. No. 201. Een elegante wandeljapon van Marineblauwe rips, met gepliseerd borst stuk, mouw omgeslagen, kraagje »n linten van witte crêpe de chine. Men lette op hoe bet voorpand van het lijfje tot een puntig loeloopenden vorm versneden is De rok heeft van voren twee geperste plooien, waardoor een soort voorschoot ontstaat. Draag bij deze japon een rose-rooden hoed, grijs-roze kousen en zwarte schoenen. Pa troon 1.35. i No. 202. Een kort manleJeosluuiu voor den zomer van beige crêpe marocain.» De rok heeft van voren twee geperste plooien die tot op halverhoogte zijn vastgezet De mantel heeft korte heupceintuurtjes die ot op den zijnaad reiken, twee stolpplooien vanboven eindigend in een zijden pijltje en vanaf den ceintuur openhangend. De rug is volmaakt glad en recht. Een hoed in bij passende kleur beige, kousen eveneens ën schoenen donker bruin peau de suède. Patroon f 1.57 No. 203. Een chique model var. een mo dern mantelcosluum. Als stof neme men een bruiu-rose rips. De voorkant van den mantel heeft vier platte plooien die juist samen vallen met de zoomen der zakken Sluiting op één knoop en vijf kleinere knoopjes aan de mouwen. De rok heeft een kleine groep plisé van voren over het mid den en terweerszijden daarvan nog twee Btolpplooien, die voor de bovenste helft ge sloten zijn. De zakken hebben van boven elk twee strookjes van wit leer. De hoed in eenzelfde kleur bruin-rose stroo: kousen grijs-rose en schoenen zwart. Patroon 1.57H. No. 204. Een aardige zomerjurk van witte crêpe. Voor het ingezette schootje neemt men een gebrodeerde crêpe, die legenwoordig in heele mooie dessins te kriicen is. Deze strook valt samen met de beide stolpplooien. Het kraagje en de fraaie jabot zijn in dezelfde stof evenals de ceintuur, die in de zijden trapsgewijs verspringt en zoodoende ongeveer twee centimeter van den rand van het schoot je verwijderd blijft. Hoed in wit met bij de broderie passende garneering; kousen geel-rose en schoenen wit. Patroon 1.35. NIEUWE DESSINS IN STOFFEN. Hebt u ze al gezien, de moderne stoffen van zeer origineel dessin? Er is niet van één bepaalde soort te spre ken; o, er zijn onnoemlijk veel variaties in, maar dit aantrekkelijke, origineele heb ben ze allemaal: ze zijn druk-bewerkt met bloem- of ruitmotieven een hebben een on derrand van een effen kleur, die het fond van de bedrukte stof is. Zeer cachet-volle en origineele toiletten verkrijgt men met deze stoffen. Het elegante toiled heeft een onberispe lijke coupe, al is de lijn ook sober. Er valt echter meer verwijding van den rok op te merken. Er komt meer golving in de sil houette. De rug van de robe blijft echter geheel glad. Om weer op de nieuwe stoffen voor fijne toiletten, terug te komen: ik vind ze zoo bekoorlijk en zoo chic, vooral voor de mo dellen met den klokkenden rok, daar de effen rand der stof den golvenden onder kant der robe vormt en het bedrukte bo-> vengedeelte de strenge en sobere lijn dei- mode vertoo-nt. Ik zag druk-bewerkte stoffen met car- reau- en bloemeffecten, elkander afwisse lend en ten laatste overgaande in de neu trale kleur van het fond. Ook zag ik, het thans zoo-zeer-gewilde en flatteuse Kasba in groote verscheidenheid, van beige lin ten tot elegante toiletten omgetooverd, die eveneens deze allerlaatste nieuwigheid ver toonden. Het onderste gedeelte der toilet ten geeft de kleur der stof in een dankere tint te zien, die overgaat in een nog don kerder kleur of ander dessin, tot tenslotte de oorspronkelijke kleur van het toilet weer te voorschijn komt. Voor mantels en mantel-costuumo zien wij vele Engeleche stoffen in eigenlijke heeren-dessins. Deze stoffen leenen zich dan ook uitstekend voor mantels, die het type van „heerenjas" vertegenwoordigen. Deze mantels hebben een strenge onberis pelijke lijn, platten kraag en revers en een lang split. ANNIE M M. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De o)i ie geven olgens oniersfAruii

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 10