Leiden hooft als zoodanig o.a. bezeten
Paulus Buy.1?, Roiubout Hoogcrbeets, Pie-
ter Bungeradyck, David van Royen, man
nen, wier naam nu nog een goeden klank
bezit.
Dat pensionarisschap beslaat niet meer.
Deels kan men de functie overgegaan ach
ten op den stadsadvocaat, die in moeilijke
gevallen wordt geraadpleegd, deels is ze in
handen van allerlei deskundige functiona
rissen, wier aantal zich in den loop der
tijden met den omvang der .stadszaken uit
breidde.
De voornaamste dezer is de gemeonte-
sei-retaris, hoedanig ambtenaar er vroeger
ook was denk b.v aan Jan van Hout
maar toen als tweede in rang, immers na
den pensionaris. Tegenwoordig is de se
cretaris de rechterhand van burgemeester
en wethouders die als college de plaals
der vroegere burgemeesters innemen en
het hoofd van het gansche apparaat ter
Secretarie.
Ik moet het evenwel over vroeger heb
ben Zoo'n secretaris had voorheen het vol
gende te doen: notulen te honden der ver
gaderingen van Vroed.schap, burgemeesters
en gerecht: alle uit de daar genomen be
slui len voortvloeiende stukken op te stel
len: alle daarbij te pas komende registers
bij te houden: te zorgen voor de verzend'ng
en uitreiking der acten, protocollen, reso-
lutiën, schepenbrieven en hoe die stukken
meer heetten.
Als onze tegenwoordige gemeentesecreta
ris dat allemaal alleen moest doen kwam
hij nooit klaar. Het stadsbestuur had ech
ter voorheen nog niet zoo'n grooten om
vang, zoodat Jan van Hout. Leidens meest
invloedrijke secretaris, tijd vond om het
gemeenteraohief dat vrij verwaarloosd
was in orde te brengen en te houden,
waadoor hij alle opvoleers aan zich ver
plichtte.
BESCHRIJVING DER PLAAT.
No. 189. Vele vrouwen, vooral de lichte
blondines, zijn dit seizoen verrukt van de
nieuwe mode-Lint een grijzige lila-staal
kleur. In deze tint is ook de popeline welke
als stof genomen kan worden voor boven
staande japon. Het ingezette borststuk met
revers en kraag zijn van witte popeline;
het eerste met groepen van dwarse kleine
plooitjes gegarneerd; bet laatste mei breede
dubbel gestikte zoom. Uit genoemde revers
komt een frontje met opstaande kraag, van
dezelfde witte stof, en met 3 grocte lila.—
knoopen gesloten. De ceintuur kan uit de
lila-stof gemaakt worden, maar biioassend
gelakt leer zal eveneens fraai staan. De
rok heeft van voren twee stolpplooien. De
hoed van bijpassend wit vilt met lila rozen,
kousen lich Tose-grijs en schoenen «wart
of grijs. Pnfvoon f 1 35
No. 'M "Eer rfwoivl'-" luohêge
zomerjurk, zal, naar we hopen, de weldra
door iederen gezochte kleeding zijn. Zie
hier een aardig model en zeer gemakkehik
te maken. Een wit katoenen crêpe, bedrukt
met kleurige bloemmotieven, diene als stof.
De ceintuur mag van leer zijn en met een
gesp van simili-zilver of bont emaille. De
strook over do borst en om de halsopening
stelle men samen van uitgeknipte bloemmo
tieven uit de stof (appliguèe). Het zakje
op de linker heup wordt omboord met een
bijpassende Meur en voor de over elkaar
véllende strookjes onder aan de mouwen
gebruike men speciaal gedeelten van het
drukpatroon. Kousen grijs-rose en schoe
nen bruin leer of wit. Patroon f 1.35.
No. 191. „Le roi est mort, vi've le rod":
•Het winterseizoen met z'n avondpartijen,
is voorbij en reeds kondigt zich de zomer
nan met gelijk festijn. Daar heeft de vrouw,
zelfs zij die matig naar feestelijkheden
gaat, een avondrobe voor noodig. Een goed
model hiervoor vinden we op de plaat: het
is een robe van rose crêpe de chine met
een ingezet middenpaneel van bijpassend
zilver broché. In de beide zijden is de rok
gepliseerd en deze gedeelten zijn iets lan
ger dan de rest. Een ceintuur, eveneens
pliseerd, zit laag om de heupen en gaat
rechts onder een Meine lus door. De hals
opening is gegarneerd met een smal strook
je zilverkant en vanaf de schouders v-"m,
juist langs het middenpaneel smalle losse
iStrooken 1 door enkele steken vastgezet;
zo hangen vanaf de ceintuur vrij en ein
digen in fijne zilveren franje. Kousen
grijs-rose en schoenen bijpassend broché
of zilver. Patroon f 1.50.
No. 192. Toont ons een japon, eveneens
bestemd voor avondtoilet. Men neme licht
lila crêpe satin als stof. De tuniek ïs
onderen gegarneerd met een fraaie rand
van broderie in goud. Over de boTst loopen
twee smalle strooken welke hoven aan door
twee splitten gaan en var 'Ven
In den naad van den heuphand. Kousen
grijs-rose en schoenen bijpassend lila sa
tijn of broché (goud). Patroon f 1.50.
No. 193. Een chique mantelcosluum
voor den zomer. Voor stof gebruike men de
zoo moderne moulané in de fraaie grijs-
roode tint. Het lijfje der japon is van witte
wollen crêpe en heeft een ceintuur van de
roode stof. Om den hals en over bijna de
geheele lengte van het midden-vóór looift
een eenvoudige broderie van vierkante vor
men met opvullend bloemmotiefje of blokje
in fijne wol van bijpassend roode kleur.
Hetzelfde borduurwerk zien we op de
mouwen en de Meppen der zakken. Hoed
in bijpassend rood vilt; kousen hriee en
schoenen roodbruin of zwart. Patroqn
f 157S.
No. 194. Een elegante maar eenvoudige
japon van marine-blauwe rips. De rok
heeft over het midden een stolpplooi en de
taille verloopt met een ronde lijn. Het lijfje
is gegarneerd met twee smalle strooien
*t Ging toen echlér ook al te druk loo
pen, want in 1596 werd van het secretaris
ambt dat van griffier afgescheiden, welke
nieuwe functionaris het schrijfwerk van
de schepenbank kreeg te verrichten. Ook
zijn er herhaaldelijk tweede pensionaris
sen en ondersecretarissen geweest, wat
mede op uitbreiding der werkzaamheden
wijst.
Heel dit administratief apparaat is blij
ven bestaan tot 't eind der 18e eeuw; de
Fransche ovctfheersching wierp toen al 't
oude ineen, na 't herstel onzer vrijheid ont
stond gaandeweg de tegenwoordige toe
stand.
AJO.
ÏM Voor Huis en Hof
BEMESTING.
In verband met de bestrijding van
plantenziekten en beschadigingen.
Het is een bekend feit, ook in de dieren
wereld, dat de voedingstoestand waarin
een individu zich bevindt, van zeer groot
belang is bij het optreden van de een of
ander ziekte. Eén van de belangrijkste
middelen ter bestrijding van de kwaal is
dan ook, te zorgen, dat bet aangetaste, dier
(of de mensch) in zulk een toestand gaat
verkeeren, dat het weerstandsvermogen
verhoogd wordt. Vervolgens tracht men
zooveel mogelijk toestanden te scheppen,
waarin de betrokken bacterie, schimmel of
het betrokken schadelijke dier zich niet
thuis gevoelt.
Hoewel een plant in vele opzichten niet
to vergelijken is met een dier, is do be
strijding der ziekten en kwalen ook op der
gelijke gronden gebaseerd, met dit groote
verschil, dat het, voorzoover ons bekend is,
nog niet is gelukt een plant pillen, poeiers
of een drankje i n te laten nemen. M. a. w.
de bestrijdingsmiddelen kunnen alleen aan
den buitenkant o p de plant gebracht wor
den en niet erin. Hierdoor is het curee-
ren van plantenziekten minstens zoo moei
lijk als dat van dieren zouden we zoo
zeggen.
Hebben we een zieke of een beschadigde
plant, dan is dus onze taak om op te
sporen, wal de oorzaak is en dat is soms al
heel moeilijk en hebben we de oorzaak ge
vonden, dan is het zaak, om te weten te
komen, welke factoren gunstig en welke
ongunstig werken op het verloop der ziekte.
In bijna alle gevallen is het echter aan te
bevelen, de plant gemakkelijk opneembaar
voedsel toe te dienen, want de factoren, die
gunstig of ongunstig werken kunnen we
alleen in de kas scheppen, in den tuin ech
ter niet, aangezien we hoofdzakelijk het
oog hebben op atmosferische invloeden, als:
vochtigheidstoestand van de lucht en tem
peratuur. De vochtigheidstoestand van den
bodem kunnen we, wanneer het geen
groote oppervlakte betreft nog wel eenigs-
zins regelen dcor gieten, maar de kwestie
van zon of schaduw hebben we buiten ook
niet in onze hand. v
De chemische middelen, die we ter be
strijding gebruiken, kunnen hoofdzakelijk
in twee groepen worden ondergebracht, n.l.
jde insecticiden en de fungieiden, waarvan
de groep der fungieiden (zwamdoodende
middelen) het belangrijkst is. De zwammen
nu vooral zijn vatbaar voor weersinvloeden
Het bekende wit in de rozen b.v. wordt
tegengegaan door voortdurend vochtig
houden, en in de hand gewerkt door te veel
stikstof, omdat stikstof het onslaan van
lange dunwandige cellen tengevolge heeft;
hier geeft men bij het optreden der ziekte
dus geen chilisalpeter. Ook de roode Spint,
die op zeer veel cultuurplanten voorkomt,
leeft graag in een droge, schrale omgeving;
zoo ook aardvlooien en bladluizen. Spuiten
met schoon water en dan herhaaldelijk, is
dus voor dergelijke kwalen aan te be
velen.
De gewone en zeer bekende aardappel
ziekte treedt echter weer het meest op bij
broeiig vochtig weer.
Bij planten, die regelmatig gemest zijn,
d. w. z. die van alle vier de voornaamste
voedingsstoffen voldoende onder hun be
reik hebben, zal men niet zoo veel last
van zwam of schimmelziekten hebben als
bij planten, die van één voedingsstof over
matig veel hebben en van een andere weer
te weinig. Hoewel het aanbeveling verdient,
bij een slechten groei in den zomer een
overbemesting van chili b.v. toe te passen,
moet men er dus heel voorzichtig mede zijn
en niet meer geven dan strikt noodzakelijk
is om de planten over hel doode punt heen
te helpen. 10 a 15 gr. per M2. is meestal
wel voldoende. Van de andere voedings
stoffen kan men niet zoo gemakkelijk een
overbemesting toepassen, wat wel jam
mer is.
V. H.
N.B. Vragen op 't gebied van land- en
tuinbouw aan de Redactie van „De Leid-
sche Courant."
Vraag 1. Tk kwam in 't najaar in 't
bezit van een knol van een Amaryllus met
een reeds tamelijk groote z;'knol in een
pot geplaatst met aarde. In de kon de en in
donker geplaatst, bewaarde ik deze zonder
water toevoeging. In Februari plaatste ik
de pot in de verwarmde kamer, doch ver
van de kachel: in de zon en gaf water. Er
hl
ontwikkelde zich uit de groote
plant die 4 groote bloemen gaf,
kaar uitkwamen.
Thans jfijn er 2 bloemen uifgi
afgesneden. Als nu ook de andere
uitgebloeid zijn is mijn vraag,
zaak verder moet aanpakken. De
knol gaf wel bladeren maar geen 1
De groote knol gaf bovendien
Kan ik de bollen splitsen en
Moet ik ze na het bloeien weer ii
laten staan en droog houden?
Antwoord. Na den bloc i a<
groei houden, dus gieten, tegen 't
droger, maar niet te droog. In he
jaar (Februari) verpotten in een de<
grond, een deel mestaarde en
mestgrond (wat graszoden aar de is
stekend); vooral geen wortels besch
De knollen kunt F nu van elkaar h
apart oppotten (bollen zijn 'f ei:
V r a a g 2. Ik bezit een Valloto d
pl.m. 2 jaar bloeide en al haar b
verloor. De knol (bol) gaf verledc
twee nieuwe bladeren, dit jaar
er bij doch geen bloemen. Ik gaf
die ik even boven de aarde liet uit
matig water, buiten de zon en in de
geplaatst. Wat moet ik doen
bol weer bloemen te doen geven?
qualiteit van de grond hier misschi
tief zijn? Ik gebruikte een lichte hl;
Antwoord. Als 't een, Valloto
kunnen de bloemen nog komen. Pk
plant desnoods buiten in den vollen
in een goed grond mengsel (zie
's Winters in een koele kamer
veel en 's winter weinig water. Fah
Maart verpotten. Gebruik vooral
groote potten en pot matig vast op.
neerde potten (potscherven), een
standplaats en vloeunest is vooi
planten aan te bevelen.
van wit crêpe do chine, links en rechts
over de borst, en een fraai eeplisierden
jabot eveneens van wilte crêpe de
chine ontspringt even onder de hals
opening. Kousen grijs of beige en ien
zwart. Patroon f 1.35 (zonder jabot).
ONZE MORGENJAPONNEN.
Voor de eerste morgen-uren, nadat wij
zijn opgestaan, slaan wij het liefst, de dooi-
ons vrouwen zoozeer geliefde peignoir van
kimono-model om. Dit kleedingstuk zit los
en luchtig om de schouders, wij voelen het
haast niet en toch beschermt het ons tegen
do Mlte, die ondanks den tijd van het jaar,
in de ochtenduren in huis merkbaar is.
De Kimono is wel „het" Meedingstuk
voor het oogenblife van uit-bed-stappeu.
Wij hebben er maar naar te grijpen en er
ons in te hullen en ziedaar, wij voelen ona.
presentabel!
En toch mogen wij ,0ns in de verdere
morgenuren meestal niet meer vertoon en
in dit toilet, maar hehooren wij iets meer
gekleed te zijn, vooral wanneer van ons
gevraagd wordt, dat wij dezen of genen te
woord staan, die ons tamelijk vreemd zijn.
Wij kiezen dus een morgenjapon die het
cachet van „gekleede japon" draagt, ons
goed past en bovendien soepel en gemak
kelijk is en ons niet belemmert in onze
bezigheden.
De morgenjaponnen, welke ik op het oog
heb, zijn niet wijd wat de Kimono wèl
is) maar hébben meer de lijn van de mo
derne dag-japon. Het model beslaat
meestal uit drie deelen n.l. een rugpand en
twee voorpanden. Bovenop do schouders
valt do naad. Do mnmven zijn nauw en
aangeknipt en reiken tot de elleboog. Met
het doel voor oogen, dat er in zoo'n japon
huiselijke bezigheden verricht worden, is
héél lange mouwen niet aan te raden. De
rechter-voorbaan slaat over de linker en
wordt ter hoogte van de taille-lijn door een
koord of lange ceintuur van dezelfde stof,
vastgehouden.
Do rechter-voorbaan kan afgezet worden
met een andere, tegenstelling-vormende
kleur, waarmede do japon ook gevoerd kan
worden. Deze gameering herbaalt zich
dan eveneens aan de mouwopslagen en aan
de zakjes. Zakjes is aan een morgenjapon
geen luxe, vooral wanneer de bezitster er
van ..vrouw des huizes" is, die in de mor
genuren overvallen wordt door een leger
van leveranciers en zij haar beurs steeds
bij de hand moet hebben. Deze zal zonder-
zakken-in-de-japon steeds zoek zijn!
ANNIE M. M.
VERMANNELIJK NS.
In „De Maasbode" vonden we onlangs
een en ander betreffende de onafhankelijk-
mannelijke, robuste manieren en de weini
ge vrouwelijke hartelijkheid, waarmee
sommige meisjes optreden.
Zulk een meisje heeft zoo iets over zich
dat onmiddellijk alle poëzie der liefde op
den achtergrond schuift. Het lijkt heele-
maal niet op een vrouw, uiterlijk ten min
ste niet, want het aandoenlijke hij zulke
mannelijke me:sjes is juist het echt vrou
welijke hart, dat zij zoo angstig verbergen
achter onafhankelijke manieren, terwijl zij
inwendig snakken naar een sterken arm,
■die haar steunen kan, zij leggen in uiter.-
lijk en kleedng alle bekoorlijkheid af en
verlangen toch innerlijk naar niets, dan
naar wat mannelijke bewondering.
Een man zal haar vriendschappelijk op
den schouder kloppen en haar in vertrou
wen vertellen van zijn liefdevoor een
ander meisje. Maar geen man verlangt een
onderhoud met haar, of zal haar hand
vasthouden, die le veel op zijn eieen ge
harde, stevige hand gelijkt.
Onder haar jongenski eederen, haar blou
se met stropdas, die een afkeer voor alle
vrouwelijke élégance moet uitdrukken,
draagt zij mogelijk lingeries in crêpe de
Chine en in haar eigen kamer zou men
haar in een snoezige négligé kunnen vin
den. Zij heeft heelemaal geen afkeer van
mooie dingen en, als zij zich maar goed
wilde kappen en kleeden, zou ze er best
aardig uit kunnen zien en het ook prettig
vindoji, maar zij heeft nu eenmaal een
vreemde manier van redeneeren en be
weert: „Ja, het is wel prettig mooie din
gen le dragen en er aardig uit te zien,
maar ik vind het toch nog prettiger, dat
de mannen mij als ernstig beschouwen en
niet als opuervlakkig. Ik wil niet, dat zij
mij verdenken, dat ik mijn best doe om
hen te lokken door mijn uiterlijk of door
mooie maniertjes."
Maar, zij kan toch niet verlangen, dat
een man verliefd wordt, omdat ze zoo goed
'tennis speelt, of misschien wel schermen
kan met haar stevige armen of omdat zij
hem in een wedstrijd verslaat, terwijl hij
haar nog nooit een wiegeliedje heeft hoo-
ren zingen of een'ge ontroering bemerkt
heeft van een zacht, gevoelig hart. Liever
bijt hij zich de lipepn stuk dan van aan
doening blijk te geven, want zegt hii. men
zou mij kunnen verdenken, dat ik coquet-
teer met mijn teerhartigheid om een man
aan te trékken." En intusschen blijft ze
alleen met haar trotseh doch teer hart, dat
ze zoo angstvallig verstopt. Een man. die
haar wel een flinke vrouw vindt, maar te
flink en te koud, omdat zijn mannelijke
aard graag wat beschermende liefde geeft,
gaat aan haar voorbij, want hoe kan hij
raden, dat het slechts een masker is, dat
zij draagt, om de vrouwelijke teederbeid te
verbergen, hoe kan hij weten, dat hij dat
masker kan laten vallen door één enkelen
kus?
Laat ons meisjes, meisjes blijven en hul
len we ons niet het minst in d:e aanmin
nige schroomvalligtheid, welke haar in
vloed niet mist bij hen, die nog rein van
harte zijn. De anderen, inderdaad, tellen
bij ons niet mede.
SCHADELIJKE SCHOONHEIDS
MIDDELEN.
In Amerika begint men zich ernstig te
bemoeien met de samenstelling van de z.g.
cosmetica. Vele Amerikaansche dames
hebben, evenals de Enge'sche en Fransche
de gewoonte zich te verven.
Bijna alle gebruiken poeder en er zijn
nog tal van andere middelen welke wor
den aangewend om de schoonheid van de
huid te verhoogen of om de haren te ver
ven^
In Amerika werd in het jaar 1921 .oor
75 millioen dollar cosmetica gefabriceerd,
een respectabele som. Vele van die stoffen
bevatten vergiften in grootere en kleinere
hoeveelheden zooals lood, kwikzilver, bis
muth, arsenicum, zilververbindingen, enz.
In de eerste plaats lood: dit bevindt zich
in vele haarverven, maar is ook aanwezig
in huidzaTven en huidverven, Ook is het
soms gevonden in huidpoeders. In Ameri
ka zijn tallooze gevallen van loodvergiftir
ging waargenomen, welke op deze man er
veroorzaakt waren
Vervolgens komt het kwikzilver: dit is
vaak een bestanddeel van buidzalf (cream)
en van stoffen om de huid te biceken. Ook
hiervan zijn vergiftigingsgevallen bekend
geworden.
Het bismuth is vaak een bestanddeel van
huidpoeders (poudre de riz enz.): ook dit
kan ziekteverschijnselen teweeg brengen.
Dat arsenicum een gevaarlijke stof is,
behoeven we niet te vernielden, dal liet eek-.
ter voorkwam in een haaigroeimit
menigeen verwonderen.
Ook het resorclne dat in vele baa
voorkomt, is niet altijd onschad
mige menschen zijn er zeer gevoel
en krijgen er huid-uitslag van.
Zilver- én pyrogalluszuur komen
haarverven voor: zij zijn ook niet i
del'jk en moeten met voorziehtighé
gewend worden.
Het gevaarlijke van al is het pi
nyleendiamine, df.t ook als haarkli
del wordt gebruikt. In Frankrijk, I
land en Oostenrijk is het verbc
Amerika schijn :t niettegensiaan
schadelijken invloed nog wel a's bas
middel te worden gebruikt.
PATRONEN NAAR MAAI
Papieren patronen op maat ff
kunnen besteld worden onder toe
of bijvoeging van het bepaalde
plus 15 cent porto, aan het Compl
Patrons. Molenstraat 48 B. Den B
maten op te geven volgens on Ier
teek"";-w