,0e lelsciffi Courant" /ierde Blad Zaterdag 16 Mei 1925 De Encycliek-Meeting. UIT OE PERS UJK No. V. Innezonde^ Mededeelinp Gelijk telken jare, maken ook thans weer e veertien afdeelingen ran den Ned. R. K. olk&bond rond de stad Leiden zich op ter erdenking van de uitvaardiging der ncycliék Jtonrm Novarum" door Paus eo XIII. Het stemt tot vreugde, dat de belangstel- ng voor deze jaarlijks terugkeerende her- ■nking zich, en niet alleen bij de arbei- irs, in stijgende belangstelling mag ver- 'ugen. Kon in 1922, na de meeting te Liase, orden getuigd van een grootschen op- cht, waarvan vriend en vijand lof sprak, ,n heerlijke redevoeringen en van enthou- aste toehoorders, in 1023 was de ge- cente Wassenaar getuig© van een nog bitterender optooht, met nog grooter elname terwijl ten vorige jare in de i meen te Noor dwijlcorh out een demonstra- werd gehouden, die alle voorgaande owel door deelname als door enthou- isme in de schaduw stelde. En dit jaar i ,1 de meeting gehouden worden te Kat- ijk aan den Rijn, op Hemelvaartsdag a.s., i wij durven voorspellen, gezien de spre- t ns, die daar het woord zullen voeren en aanmerking nemend het terrein waar i meetfhg zal plaats hebben, dat dit jaar ker niet bij zijn voorgangera zal ten hter blijven. Als wij op het programma den naam en prijken van een Pater Vrijmoed uit 3 ilft, gevierd' redenaar en vurig propagan- st, en daarnevens den naam van den i er Jos. Maenen uit Heerlen, voorzitter e n den Limburgschen Werkliedenbond, die et het grootste succes als spreker optrad - congresen en Katholiekendagen en die vendien door zijn jarenlange vereeni- e ngspraktijk als bij uitstek deskundige a oot worden aangemerkt, dan zijn wij n rluigd, dat bon derden vol verwachting 0 cl: op Hemelvaartsdag naar Katwijk zul- - begeven en dat niemand onvoldaan liswaarts zal keeren. s De Encycliek-herdenking zal aanvangen half drie met een Lof in de Parochie- - rk. daarna optocht met ontplooide banio- 'n n en muziek door Katwijk aan den Rijn ar het meetingsterrein, in den pratoh- en tuin der Paters Jezuiefen !nWij willen besluiten met een oproep niet "oen aan de R.-K. arbeiders, maar aan ,G o Katholieken: Neemt deel aan deze herdenking; betoogt |->"or hel R.-K. Vereeniigiingsieven en brengt )T' arna in practijk de wijze lessen, die de ide sprekers U zullen geven. Per fiets, r( r tram, per boot, per autobus en te voet optocht: r AllennaarKatwijk! 4- A PATER VICTOR CATHREIN S.J. Pater Victor Cathrein S.J. vierde Za~ dag zijn tachtigsten verjaardag, d Z.Exc. Mr. Aalberse herdenkt hem in >t t laatste nummer van H^ t Katho- rtek Sociaal Weekblad, iv Wij ontleenen daaraan het volgende: af „Velen met mij zullen moeten getuigen, ■>r t zij aan Cathrein ontzaglijk veel te V nken hebben. De jongeren onder ons llen moeilijk geheel begrijpen, wat Ca- ,t( rein en Pesch voor ons geweest zijn, >v ïn wij nog jong waren. Katholieke stu- 'oiitenvereenigingen bestonden nog niet. ij hadden, aan een openbare universi- in t -studeerende, geen katholieken profes- «r noch een moderator, tot wie we ons ik aden wenden, wanneer onze studie ons, Katholieken, vaak voor ernstig© moei- iheden plaatste. Vooral voor de juris- waren toen de boeken van Cathrein Pesch een uitkomst. Hadden wij hen et gehad, wat zou er van ons geworden li! FEUILLETON. n Eindelijk waren zij allemaal vereenigd nel de lijken, wachtend in angstige en pchtige spanning op het oogenblik dat ijnheer Renard zijn licht zou laten stra- U zegt dus dat het nummer 5 ia, oog mijnheer Renard. Ja, het zal overigens gauw afgeloo- n zijn. Dit zeggende smeet de heer Tringle het een weg met een breed gebaar. De plaats was leeg, Julot Casque d'Or d het niet de moeite waard geoordeeld den wettigen bezitter terug te leggen. Ha, riep de heer Tringle. Het lijk wegl Opeens ontdekte hij het briefje dat Cas- 0 d'Or achtergelaten had. Hij raapte 1 op en las: „Jullie zljt een hoop slecht gevoede kinkels. Jullie verveelt me. Ik naar betere oorden. Geteekend: Lijk i. 5" Ziedaar! barstte hij los. De komedie ™rdt verder gespeeld. D6 heer Renard haalde de schouders op telde de voeten der lijken, die onder de kens lagen. Eentweedrievier Jn Het getal is er. De heer Tringle trok het laken terug en 'dekte eindelijk lijk no. 5. Een smart- set weerklonk: Gustaaf o Gustaaf! zijn?.... Aan het antwoord op deze vraag kan ik niet dan huiverend denken. Cathrein's Moralphilosopnie was voor ons een ware uitkomst. Ik weet niet meer hoe ik aan dat boek kwam. Maar toen ik het gevonden had, ging er een Juichkreet in mij op, en vele nachten achtereen deed ik niets dan lezen in Cathrein's twee dikke deelen. Dat was een openbaring. Daar vond ik alles waarnaar ik zocht. Hij gaf een degelijken positieven ondergrond. Veel werd nu klaar en helder, waarover wij onderling soms zwaar disputeerden, en steeds dieper waren gaan beseffen wat on9 ontbrak. Hoevelen onzer heeft Cathrein den goe den weg gewezen? Ik kan niet andera dan met een gevoel van eerbiedige hoogachting en innige dankbaarheid denken aan dezen grijzen Jesuiet, die ons tot geestelijken vader go- worden was. En nu bij zijn tachtigsten verjaardag viert, zullen velen met mij hem gaarne en openlijk hun oprechte hul de bieden. Na een overzicht gegeven te hebben van den schat van werken, door den ge leerden Jesuiet gepubliceerd, besluit het artikel: „Met welk een dankbaar hart jegens God moet deze grijsaard thans terugzien op zijn tachtig levensjaren! Dankbaar, omdat Hij, zonder Wien wij niets kunnen noch vermogen, hem zooveel heeft laten doen tot glorie van Zijn naam en tot heil der menschheid! En danken wij allereerst God, dat Hij ons een man als Victor Cathrein heeft ge schonken, wij voelen diep ook onze dank baarheid jegens dezen man, die de heer lijke gaven, welke God genadig hem gaf, zoo heerlijk heeft gebruikt!" VROOM ONFATSOEN Men schrijft aan De Tijd: „Sinds de oorlog vooral de Duitsche en Oostenrijksche fortuinen heeft ontredderd, is geregeld een beroep op ons land ge daan voor de leniging van allerlei noo- den in Midden-Europa. Ook nu nog gaat de actie voor Hongaarsche kinderen voort, voor de voeding van arme studenten te Boedapest, voor de Duitsche diaspora- behoeften, enz. enz. Maar ook in ons eigen land houden de nooden aan. En indien het mijn beter of slechter gesitueerde landgenooten vergaat als den schrijver dezer regelen, dan ver loopt geen dag, of de post laat in hun brievenbus een stroom los van gedrukte bedelbrieven, vaak vergezeld van een schoonen postwissel, dien men maar voor het invullen heeft met kleine of liefst groo- te bedragen voor arme kloosters, nieuwe kerken, devotie-ondernemingen, liefdadig heidsverenigingen en vrome doeleinden van allerlei aard. Deze actie gaat nog veelvuldig vergezeld van ingezonden stuk ken, die het hart der krantenlezers moe ten vermurwen, van tijdroovende per soonlijke bezoeken, van collectes buiten de kerkzakjes, van spaarcentjes in thuis be zorgde wekelijksche, maandelijksche of ook wel in de huiskamer gezette col lectebusjes, van bijdragen voor dit en dat eindeloos. Niet altijd zijn de liefdadigheidsspecu lanten even kieschkeurig op de gebezigde middelen. Het is mij althans gebeurd, dat bij mij, onder het voorwendsel van zaken te komen doen, een afgezant van een noodlijdend gesticht mijn kantoor binnen stapte. Andere malen werden mij devo- tionalia van slechten smaak voor dure prijzen om den wille van het „goed werk" opgedrongen. Ook werd ik wel aangezocht om „onder belofte van geheimhouding" lijsten met namen van goed gefortuneerde en weldadige stadgenooten aan werf- agenten voor arme kloosters te verstrek ken of zelateurs en zelatrices bij mijn familieleden en vrienden te introduceeren. Dat over het algemeen de bemiddeling van goedhartige menscken vaak wordt inge roepen voor loterijen met charitatief doel, bazars, fancy-fairs, enz. van half gods- diens t-ig en half mondain karakter, laat ik op het oogenblik onbesproken. Ook de circulaires, Waarin wordt ge tracht het medelijden" voor religieuze noo den te bewegen, kunnen vaak niet door den beugel van de betamelijkheid. Vooral het aanbieden van gebeden of de opdracht van H.H. Missen en de deelachtigheid aan geestelijke gunsten riekt niet zelden si- Het was mevrouw Pruneau, die haar man herkende. De heer Tringle meende te stikken van woede. Wat begin je nou weer? Mijnheer de Commissaris, houdt deze vrouw aan. Mij aanhoudenI O, mij aanhouden! jammerde het arme schepsel en begon te schreien. Mijnheer, houdt u stil, zei.de rech ter driftig. Madame u herkent dus uw man? Helaas? weeklaagde mevrouw Pru neau. Natuurlijk! Dat is duidelijk. Ge hebt oed gezien den eersten en den tweeden eer, aangezien zich toen mijnheer Loriot op die plaats gelegd had. Op dit oogenblik nam dokter Serin-Gli- bert het woord. Mijnheer, zei hij tot Sidoine, U heeft meer dan één keer dit lichaam verplaatst. Was het stijff Ach neen! Ik heb heel wat moeite ermede gehad, omdat zijn knieën door bogen. Dat dacht ik al! Voor 'n lijk heeft 't 'n gezicht dat mij verwondert De dokter ging naar het lijk, nam den pols legde zijn oor op de hartplaats en knikte. Madame, vroeg hij aan mevrouw Pruneau, leed uw man aan beroerten? Neen mijnheer, zuchtte de arme vrouw. Zonderling. Maar zegt u eens, vroeg mijnheer Renard, is deze man wel dood? Dit ia een geval van beroerte, zei Mijnheer Serin-Glihert. Hij ia op straat neergevallen. Men heeft hen? voor dood monistisch. Zoo heb Ik op het oogenblik vóór mij een kloosterlijk rondschrijven liggen, waarin dergelijke geestelijke gun sten in rubrieken als koopwaar worden aangeboden in mindere of meerdere hoe veelheid, naarmate zoo of zooveel gulden worden gestort. Afgezien van den ergernlswekkenden indruk, welken dergelijke circulaires op andersdenkenden maken want tenge volge van slordig bijeengebrachte adres lijsten verdwalen zij ook wel bij dezen, gelijk mij bleek moest reeds het gezonde roomsche verstand, de goede sensus ca- tholicus de rondzenders van dergelijke bedelblaadjes weerhouden van zoo vroom onfalsoen. Willen ze van de verschillende graden hunner dankbaarheid jegens hun weldoe- ners-in-den-stellenden, vergrootenden- of overtreffenden trap te voren een gedrukte belofte afleggen, dat zij dit dan ten minste doen in een vorm, die niet stuitend, aan het verheven karakter der zaak meer pas send is. En die dit vooralI aan niet-Katholicken geen aanleiding geeft tot even onjuiste als hatelijke commentaren!" EEN VEEG TEEKEN De Maasbode schrijft: De met zooveel zorg voorbereide Dienst plichtwet zal door deze Kamer niet meer in behandeling worden genomen. Alhoe wel de voorgestelde wijziging ten doel had een ingrijpende bezuiniging op de defen sie-uitgaven te verkrijgen, wenschte de meerderheid er niet over te spreken. Tal van maatregelen, waarbij een groot deel van de mannelijke bevolking van ons land betrokken was, zouden ter sprake komen en daaraan waagt de Kamer zich niet meer. Niet alleen reorganisatie van het landstorm-instituut en het daardoor weder overcompleet raken van tal van of ficieren en onderofficieren vormde een bezwaar, maar vooral het voorstel tot in stelling van de derde herhalingsoefening bleek een onoverkomelijke hindernis in den verkiezingsstrijd. Voor de S.D.A.P. kwam daar nog bij de moeilijkheid geschapen voor haar ont wapeningswetje. Met enkele amendemen ten op deze dienstplichtwet toch zou men hetzelfde hebben kunnen hereiken, als met het propagandistisch Initiatief-voorstel en dat moest voorkomen worden. Door den heer Ter Laan werd boven dien opgemerkt, dat deze Kamer veroor deeld was en dat deze Regeering zooals in den laatsten tijd herhaaldelijk bleek er niet meer mee werken kon. Wel merkte de voorzitter geestig op. dat hij het gewagen van een „veAordeelde Kamer", die hij nochtans presideeren moet, een bedenke lijke beeldspraak achtte: maar de opmer king over het onmogelijke van samenwer king tusschen Regeering en Kamer werd niet weersproken. We vinden dit ontloopen van de moei lijkheden door de Kamer, een veeg teeken en vragen ons af of het eigenlijk nog wel zin heeft in deze dagen ernstige en meer malen diep ingrijpende wetswijzigingen te behandelen. Een ingrijpende bezuiniging wordt af gewezen, omdat gelijktijdig beslist zou moeten worden over de dorde herhalings oefening. Waarom kon niet het eene wor den aangenomen en het andere, dat er geen enkel verband mede hield, worden afgewezen? Als over eenige dagen de pen sioenwetten in behandeling komen, pn tal van wettelijk verkregen rechten ook van gepensionneerden weer teruggenomen zul len worden, zal dan wel het bezuinigings motief beslissend zijn? We zullen afwach ten, maar ons vertrouwen in het volgen van een vaste lijn In deze dagen door de Kamer is niet groot. EEN ZWARTKIJKER OVER DE ROOMSCHE REIS. Wij lezen in De V olkskr an t van Donderdag: Vandaag vang-t de Rome-reis van het R. K. Werkliedenverbond aan. In het „Geldersehe Volksb'ad" geeft Pie- ter Porr daar eenige „gedachten" over, die de goede stemming der pelgrims of van hun achtergebleven betrekkingen wel niet sullen kunnen bederven, noch de thuisblij- vers „van spijt, ergernis of jaloerschheid uit bun vel zuUen doen springen." Bij 'Pieter Porr bestaat ergernis over het geval. opgenomen en hier gebracht. Gustaaf! Gustaaf! snikte mevrouw Pruneau. Is er geen middel om de levens geesten weer op te wekken? vroeg Mijn heer Renard. Mijnheer Serin-Glibert maakte een ont wijkend gebaar. Soms lukt het. Ik zal, zei Mijnheer Serin-Glibert, trachten hem een prik te geven. Wellicht, indien de gevoeligheid niet of niet geheel verdwenen is, zal een plaatselijke pijn 'n reactie teweeg brengen, die den bloeds omloop zal herstellen. Hij haalde een étui uit zijn zak, nam een radeermesje en stak snel de punt in den arm van het lijk. De reactie was er onmiddellijk. Het lijk trok de hand terug, die de heer Serin-Glibert vasthield. OpgepastI zei Mijnheer Serin-Glibert Ik geloof dat hij ontwaakt. Inderdaad, het lijk knipperde met de oogen, rekte en wrong zich, deed moeite om van plaats te veranderen en eindelijk zette hij zich rechtop met de oogen wijd open. Gustaafl O lieve Gustaaf! kreet ma dame Pruneau en ijlde naar haar man toe Doch de dokter hield mevrouw Pru neau in het vuur van haar teederheid tegen. Geduld mevrouw, zei hij, een oogen blik. De heer Pruneau, tot het leven weer gekeerd, keek de omstaande menigte met verbaasde oogen aam Hij begreep er niets van, krabde zich op 't hoofd en gaapte dokter Serin-Glibert aan. Werklieden, arbeiders „of hoe ze heetem mogen", alsmede onderwijzers en ambte naren moesten, zegt Pieter Porr, niet op reis mogen gaan: zulke „praestatios" pas sen niet voor hun rang en stand. Pieter Porr heeft van rang en stand blijkbaar een ouderwetsoh-bekrompen op vatting. Waarom zou iemand, wiens middelen dat veroorloven, niet een reis mogen maken, ook al is haj „maar'' arbeider, ambtenaar of onderwijzer? Mag iemand, omdat hij niet tot den hoo- geren stand behoort, niet het geld dat an deren aan bioscoop, sigaretten, sport, café bezoek besteden, op zij leggen, tot hij zoo veel heeft opgespaard, dat hij daarvan een reis kan ondernemen? Mag hij niet eens een keer genieten van hetgeen de wereld buiten zijn dageli/kechen kring, moois, leerzaams, verheffends ople vert? Mag ook hij r'oh niet eens een k<Jer ont spannen, zijn Wik verruimen, zijn kennis vermeerderen? Mag hij niet in dit bijzondere geval nu de reis Rome en den Paus geldt In dit jubeljaar in de hoofdstad der katholie ke wereld zijn geloof gaan verdiepen en verinnigen? Is er voor den katholiek iets mooiers en hoogers dan een tocht toch geen luid ruchtige plezierreis! naar het middel punt zijner Kerk, waartoe de Paus zelf z:jn kinderen uilnoodigt? H Het middel dat de benauwd- M J5 heden verlicht is AKKER's B Abdijsiroop Moet dit voorrecht alleen tot de rijken en grooten beperkt blijven? Is het juist niet mooi, toont hef niet do algemeenheid en solidariteit der leden van de kathol'eke gemeenschap, dat ook de „kleinen" in de gelegenheid zijn, aan een wie weet hoeveel jaren gekoesterden hartewensch gevolg te geven? Indien er, zooals Pieter Porr verzekert, menschen zijn. wtien „dat reizen" van werklieden een doorn in het oog is, dan zijn het domme, bekrompen menschen. Men zal ze, al insinueert Piefer Porr dit ook, althans niet onder onze Werklie- denverbonders vinden, die naijverig mogen zijn op het voorrecht, dat den meer geluk kigen ten deel valt, maar zich in geen ge val tot oen gevoel van spijtigheid rillen laten ''erle:den Het is. zooals een eenvoudige arbeider ons schreef: wij gunnen aan onze vrien den, die zich dat kunnen veroorloven, gaar ne de heerlijke reis naar Rome, waarheen ■wij hen in den geest vqlgen, overtuigd dat wat hun tot zogen wordt het ook zal zijn voor onze heele Arbeidersbeweging. "Wat Porr schrijft spruit voort uit een onedele beweegreden, uit een verkeerden kijk op toestanden en verhoudingen, uit de overweging, dat arbeiders, onderwijzers en ambtenaren, ook al zijn ze door gelukkige omstandigheden, door extra-bezuiniging op andere uitgaven daartoe financ:ee1 in staat, niet op reis behooren te gaan. Alleen rijke en voorname menschen mo gen volgens hem reizen. Tegen deze uitsluitingszucht komen wij met nadruk op, en wij hopen dat al onze werklieden-pelgrims op hun bedevaart geestelijke schatten zullen vergaren, ze ker, maar daarnaast een aangename en leerzame ontspanning zullen genieten, waarop zij nog 'lang kunnen teren en waar van zij, ieder in zijn kring, straks aan anderen zullen meedeele'/i. BINNENLAND Waar gaan j*e heen? Onder den titel „Ontwaak, Leerling!" is te Utrecht een soholieren-blaadje versohe nen, dat nota bene verkrijgbaar wordt ge steld voor een dubbeltje aan een kiosk. Hot heet op ongeregelde tijden te zullen ver schijnen naarmate er geld is en de redactie houdt zich anoniem. Het wil de leerlingen Gustaafl liep mevrouw Pruneau op hartsverscheurenden toon. Mijnheer Pruneau keek haar boos aan en zei pijnlijk: Wat is er? Het was niet gemakkelijk hem uit te leggen wat er gaande was, want niemand had juiste inlichtingen over hetgeen met hem was voorgevallen. Maar wat is er dan toch met me aan de hand? smeekte de heer Pruneau. Niets, niots, mijn beate mijnheeer Pruneau, zei Mijnheer Gilbert. Wacht. Laat ik uw pols eens voelen! 't Is goed. Voelt ge u sterk genoeg om op te staan? Na heel wat moeite en met hulp van mevrouw Pruneau en den dokter kon de heer Pruneau zich eindelijk recht houden Dokter, u wilt zich wel.met dezen man belasten, zol de heer Renard. We kunnen de zaak verder als afgedaan be schouwen. Dames en heeren, ik heb de eer u te groeten. En de rechter, na eerst allen met zijn hoed gegroet te hebben, ging heen. ge volgd door de heeren Sauteul en Lambert EPILOOG De geschiedenis van lijk no 5, rlie nooit bestaan heeft, is geëindigd. Zij eindigt op een vroolijke en bevredigende wijze. Er zijn nochtans kleinzielige menschen, die niet tevreden zijn, indien men hen niet mededeelt wat er verder met de helden van dit avontuur gebeurde. Er blijft mij niets meer over, dan hen in te lichten. Indien ik u de vele moeite moest Le der middelbare «obolen bet hoofd op huC brengen, om mee liet school vrezen ie hefl- pen hervormen en roept hun daartoe aldus op: „Gij, opgeschoten schooljeugd, kunt even goed voor uwe rechten opkomen als een vakvereeniging van werklieden. Alleen, tof nog toe is hot niet gebeurd, maar wat nog niet is gebeurd, kan gebeuren. Zet doori Indien ge een briefkaartje schrijft met een betuiging van uwe instemming, of u op geeft als abonnó van het op te richten b'ad; we zijn er! Door middel van ingezonden stukken kunt ge ook uw klachten kenbaar maken aan hot onderwijzend personeel dor Middelbaro Scholen, dat van onze bewe ging, gevolg van ons „Ontwaken", wel no titie moot r.omen, wil men niet op den duur den strijd tegen onze macht verliezen. D« Redactie, die zich zal vormen, zal geheet opgaan in uwe ideeën, maar zal tevens wa kend uitzien over het werkelijk heil van het onderwijs. Doch er is daarin veel U» verbeteren Voorloop g zullen we ons be palen tot het bestrijden van fouten, dPor de leenaars begaan tegen onze mensehvor- ming. Als ieder dit leest, onze beweging steunt, blijven we voortgaan met ons werk. anders helaas, zullen we moeten wachten* tot ge werkelijk rijp zult geworden z:jn Maar dat hopen we niet! Suft niet! Ondertusschcn blijven wj naar hef sue ces van onz<* act1'© met reikhalzend verlan gen uitzien en blijven ons aanbeve'en voor uitingen van sympathie voorloopig te stu ren aan: Beheer: „de ontwaakte Teerling". Doet liet, je wordt niet gecompromit teerd, je krijgt geen strafwerk, want leeraars hebben hier tol nog toe nik? mee te maten, krijgen het voorloop'c ook niet Het wordt een uiting van ons, leerlingen. Die moeten toonen ook mee te leveft. nief alleen als lesiesleerders, maar ook alt menschen belangsteltend in hun lot, da< zoo goed mogenijk dient te zijn. door on* toedoen ook." Is het een kwajongensstreek of een door de Sovjet in zijn .hersens gepikte jong» hervormer? vraagt „De Tijd'' De staking in het schildersbedrijf. Van patroonszijde wordt uit 'a-Graven- hage gemeld: In de Donderdagavond te 's-Gravonhage gehouden vergadering voerden de voorzit ters der drie patroonsbonden het woord. Medegedeeld werd, dat de staking in Til burg evenals die in de andere plaatsen ceo goed verioop heeft, n.l. dat de patroons zich uitstekend houden. De voorzitter van den Bond van Xederl Schilderspatroons hield zioh in hoofdzaak bezig met de bespreking van de door dé gezellen-organisaties gezonden „Open brief". Hij meende, dat er geen reden was om dergelijke geschriften de wereld in te zenden, en zal dit te ge'egener tijd. als de patroons eventueel weer met de gezellen aan één tafel mochten komen te z'tten, evenals hier bespreken. Van de gelegenheid, welke geboden werd, om lid van de organisatie te worden, werd door een 15-tal aanwezigen gebruik .ge maakt. Ton slotte werd besloten do gezellen, die op 4 April j.l. in dienst waren bij de pa troons, de dienstbetrekking op te zeggen. Deze maatregel wordt genomen, omdat de patroons, nu de staking zoo lang .duurt, n:et meer kunnen garandeoren. dat zij na afloop der slaking alle gezellen wonr terug nemen' Het is echter niet de bedoeling de gezellen, die geruimen tijd aan werkplaat sen verbonden waren, te weren en na af loop wiet meer terug te nemen. De bedoe ling is alleen, zich te vrijwareu togen evcn- tuoele schade, welke mocht voortvloeien uil terugnemen van allen Op uitnood'ging van het kléin-comité vair actie der gezellen aan enkele patroons gedaan om ren onderhoud bveT het onder schrift van een gepubliceerde foto. werd niet ingegaan; aan het comité werd kennis gógeven, dat het zich, indien besprekingen gevvenscht worden, tot de Hoofdbesturen heeft te wenden. SPORT VOETBAL NEDERLANDSCHE VOETBALBOND Overzicht Zoo langzamerhand verdwijnt liet offi cieel voetbal om plJïnts te maken voor dt schrijven, die Sidoine had oin zijn overlij densakte te laten vernieligen, om zijn ver zonden reiskoffers terug te hekomen en om zijn brieventasch uit de handen van Mijnheer Grobsky los te krijgen, zou ik een nieuwen roman moeten schrijven. Doch lk kan er niet toe besluiten omdat ik er een hokel aan heb de mensehen iets wijs te maken. Ik zal u daarvan alleen zeggeu dat Sidoine met zijn vrouw eu oom Schutz na het verlaten van het doo- denhuis, recht naar papa Larmoia gin gen. Bij hem brachten zij enkele dagen door alvorens nieuwe kamers gevonden te hebben. En zij hadden verschillende da gen noodig om elkaar do beleefde lotge vallen te vertollen. En zij slaagden e* slechts in eenige raadsels op te helderen. De heer Pruneau genas spoedig. Madam# Eulalie werd door don huiseigenaar ont slagen, die aan de eclitgenooten Grobsky een flinke- schadevergoeding moest beta len. De heer Ripincelli, aangeklaagd wegens valschfceid van aangifte bij den burger lijken stand, werd tot tien jaar dwangar beid veroordeeld. De heer Tringle kreeg de geelzucht. Zijn toestand boezemt de grootste zorg In. Julot Casque d'Or werd filmartiat en verdient jaarlijks een paar ton. Hoe het met den agent Trepied en de Grobsky's verder gegaan is, weet ik housch niet. Eï NDK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9