doen, omdat schimmels over het algemeen meer kunnen verdragen dan boonen. Dus zou het middel erger dan de kwaal zijn. Pronkhoonen, die tusschen twee haakjes ook uitstekend Ingemaakt kunnen worden en die ook als boon goed smaken, hebben het minste last van al deze kwalen. In den bloementuin beginnen we ook zoo hier en daar lpizen te bespeuren; wie ze spoedig bestrijdt, bestrijdt dubbel (1 kg. groene zeep plus 100 L. water). Ook het „wit" in de rozen is gearriveerd of was er eigenlijk al, maar we zagen het niet. Een goed middel is 's avonds spuiten met 1/10 pet. Salicylzuur, dus 1 gram Salicylzuur in 1 L. water. Aangezien Salicylzuur niet in water op lost, moet men het eerst in een kopje met een weinig brandspiritus oplossen en dan de benoodigde hoeveelheid water bijmen gen. Overigens maakt ook bier bet oog van den meester het paard vet, d.w.z., men moet den tuin zoo nu en dan goed inspec teerenden bij het optreden van de een of andere kwaal of schadelijk gedierte direct maatregelen nemen. Meldt ons uwe moeilijkheden en wij zul len samen trachten ze op te lossen. V. H. de ZEGEN van den karreman. Hij was een beest, gewoonlijk dronken, al vanaf 10 uur 's morgens. Hoog op zijn been en met afge'oopen schoenen, droeg hij om de knokige schouders een lange' blauwe kiel, die door den regen van kleur verscholen was; een mager gezicht met twee met bloed beloopen oogen; om kort te zijn, Moufflard zou uitstekend als model kunne dienen aan een schilder, die „la bêie humaine" op het doek wil brengen. 's Avonds, als hij de vuilniskar en de drie paarden op stal had gebracht, slofte hij met de zweep rond den hals en de handen in de zakken naar de herberg „De Konijnen." „De Konijnen'' was een beruchte kroeg, in heel dat stadsgedeelte bekend. Haar muren waren volgehangen met veelkleurige aanplakbiljetten en elke vertering, groot of klein, kostte maar tien centimes. Alle knappe koppen kwamen dan ook daar bij elkaar. Vanaf zes uur 's avonds was het nobel gezelschap volledig bijeen: zinkwerkeTS, leidekkers. bronsg:eters, poetsers, autobus bestuurders. Ben je ziek? vroeg hem Thirot. Ziek? antwoordde hooghartig de aan gesprokene. Nu, dan gaan we een partijtje maken. Neen, ik ga heen, naar mijn doöh- tertje, die doet morgen haar Eerste H. Communie. En je noodigt Je vrienden niet uit? Neen, wijl mijn vrouw overleden is. En Moufflard verdween in de opkomende duisternis. Het was, zooals Moufflard gezegd had, Hij had een dochtertje van elf jaar en dat ging haar eerste H. Communie doen. Arm klein plantje, geboren ver van de zon, in een krot op een binnen-"Taats. Ze was opgegroeid, bleek als sommige bloe men, die op verkeerde aarde gebloeid zijn en als een kleine heilige onderworpen in haar lot. Als ze met u sprak, plooiden zich haar lippen tot dien treurigen glimlach, die zooveel zegt aan hen, die het leven ken nen en tiaar te groote en blauwe oogen «dienen alles voorbij te zien tot daar, waar haar moeder was heengegaan. Het kind heette Zoé. Fantasie van een beschonken peter op een avond, dat hij een voorstelling van „Zoé-Ghien-Chien" had bijgewoond in een kleinen schouw burg. Het kind zou dien naam hebben verafschuwd, als het de kracht bezeten had, iets hier beneden te kunnen ver foeien. Het stelde zich nu tevreden met hem te betreuren. Want, zeide ze glimlachend tegen zich zelve, dat was op de wereld haar lot, niets te hebben van datgene, wat ze zoo gaarne verlangde, noch een stukje blauwe lucht, noch een bloem, noch een vogel, zelfs niet de voldoening een prettiger naam te bezitten. Terwijl ze vader's soep kookte, had ze haar catechismus geleerd. Ze sprak hem zoo weinig mogelijk over deze gewichtige gebeurtenis, want hij wilde niets van den pastoor weten, heelemaal niets. En het kind heeft alles voor zich ge houden. Twee jaar lang heeft ze den catechismus geleerd, zonder dat vader ook maar eens het boek vond slingeren. Een dame uit Parijs had een jurk ge geven; de pastoor heeft de rest erbij ge voegd. De arme kleine beeft niets gekend van de heerlijke en heilige voorbereiding tot dien grooten dag, zooals men dat in elk roomscb gezin pleegt te doen; geen zuster, geen broeder om haar zalige emo ties te deelen. Examen? Retraite? Biecht? Communie? Woorden, die ze nooit durfde uitspreken. Hoe jong ook haar hart is, alles moet bet voor zich alleen houden en het is slechts daarin besloten, dat de voorbereiding tot dietn grooten dag het vaderlijk krot mag binnen komen. Wel beeft, ze den datum aan vader moeten zeggen. Hij heeft de schouders vergaderingen koelden, zoodat de oigenlijke vroedschapszittingen heelemaal een was sen neus werden. Omstreeks het midden .dor eeuw hielden die „corresponden- tios" of „haTmoniën" wel officieel op te lïo.-laan, maar officieus zetten ze tot het einde der republiek hun werk wel voort. De goede verstandhouding tuéschen do tb oogore colleges en hun ambtenaren werd riet weinig bevorderd door de gebruike lijke gezamenlijke maaltijden, waarvan het zilverwerk nog lot ons is gekomen en in de Lakenhal prijkt. Voornamelijk 10 No vember en 24 Juli (St. Maarten- en St. 'Jacobsavond), twee verkiezingsdata, wa ren feestdagen, waarop voor stadsrekening flink werd gegeten en gedronken. Ook de maaltijden en drinkgelagen op het stads wacht bij dienstreizen en spelevaarten in den omtrek waren voor de regenten en hun hooge ambtenaren alles behalve on aangenaam. Zoo was het oudtijds lang niet vmverpelijk tot de „hooge oomes" te be- hooren. '70. In den groententuin kan men nu begin nen met het zaaien van de verschillende soorten hard- en zachtschillige boonen, de z.g.n. sperciehoonen, princesseboonen, snij- boonen, bruine, gespikkelde en gele boo nen enz. Het artikel boonen is in den tuin zeer belangrijk, en geen wonder, want het is een zeer gewilde groentensoort en dat vooral, omdat de meeste soorten uitstekend ge weekt" en ingemaakt kunnen worden. De hardschillige, dat zijn die soorten, waarvan alleen het rijpe zaadje kan gege ten worden en waarvan de schil te hard is om te worden geconsumeerd, o. a. bruine boonen, kievitsboonen, citroenboonen etc. worden niet zooveel door den groenten- kweek er en door den liefhebber geteeld; dat laten we meestal aan de landbouwers over. Aangezien boonen veel warmte verlan gen en wij in ons klimaal, naar men be weert vooral in den laatsten tijd, nogal eens gebrek hebben aan dat artikel, is er aan het kweeken ervan nogal risico ver bonden. Stamboontjes, dat zijn de niet klimmen- beschrijving der plaat. No. 187. De lange tuniek drukt meer en meer z'n cachet op velerlei audere klee ding en zien we dat zelfs de mantel- fcostuums dien invloed niet ontgaan. Als voorbeeld o.a. dit ensemble van marine blauwe travers. De rok is sober gehouden en heeft' in de beide zijden slechts een lange stolpplooi, die ter halver hoogte be gint. De mantel heeft in overeenstemming met den rok eeneens in de beide zijden stolpplooien die van boven in een kanteel- vormïgen naad verloopen, terwijl daar ter plaatse twee zwarte knoopen zijn aange bracht. Sluiting van voren met vier even eens zwarte knoopen. Voor de voering neme men lichtgrijze effen of gebloemde voerzijde. Een hoedje in licht blauw, lila of zwart; schoenen zwart en kousen licht beige. Patroon 1.55. No. 188. Een elegante, niet te min nog eenvoudige namiddag robe van grijs lila. popeline. De rok Is gepliseerd over het vóórmidden gedeelte. Het lijfje heeft een voorpand met een overslaande en op vijf knoopen sluitbare strook. Deze strook welke van onderen overgaat in eeD cein tuur en van boven verloopt in een staande «traag, is van zwarte satijn; van deze stof de soorten, die dus geen stokken behoe ven, legt men 3 5 stuks in een zeer ondiep gaatje, pl.m. 1 V& c.M. diep, in goede losse, vochtige aarde. De afstand is eenigszins afhankelijk van de soort, maar voor de meeste soorten is 30 c.M. op den regel voldoende, terwijl de regels 25 a 30 c.M. uiteen komen; ook kan men aaneensluitende rijen zaaien in voor af gemaakte geulen. Dan legt men geen polletjes, maar dan komt op iedere 8 c.M. een boontje. Vooral voor hardschillige soorten is dit op rijen zaaien wel aan te bevelen; men kan ze op die manier met de zaaimachine zaaien. Voor klimmende boonen heeft men na tuurlijk stokken of rijshout noodig om ze tegenop te laten klimmen; liefhebbers kunnen het ook tegen muren en schuttin gen doen en dan touwtjes spannen, om ze eraan vast te binden; ook kan men ze langs kippengaas laten klimmen. Slokboonen hebben ook meer ruimte noodig. Op den regel geeft men ze onge veer 50 60 c.M. en de regels komen ook ongeveer 60 c.M. uiteen, terwijl men pa den ertusschen houdt, van 50 c.M: als men ze tenminste op bedden van 2 regels heeft. Tusschen de hoornen kan men ih het begin nog wel wat planten bijv. sla. Als de hoornen beginpen te klimmen, moet men ze zoo nu en dan heel losjes vast hinden om te zorgen, dat de jonge kopjes niet kapot waaien. Bij dat vastbin den moet men erop rekenen, dat de sten gels dikker worden, dus mogen ze niet strak gebonden worden. Wie boonen bestellen wil, die denke er aan, dat er vele soorten zijn die geen dra den hebben: dit bespaart het zoo ver- wenschtc „afhalen". Men bestelle dus, ten zij men veel personeel heeft, „zonder dra den". Voor het zaaien van boonen neme men liefst een stukje grond waar geen versche natuurpiest' op gebracht is, aangezien men last kan hebben van- verrotten of van de sjalottenvlieg, welks maden de boon in kiemenden toestand ten gronde richten. Verdere kwalen waaraan de boonen lij den kunnen zijn o.a.: zwarte bladluizen, die men hespuiten kan met zeepsopwater (1 kg. gr. zeep op 100 T-. water of naar ver houding minder), Fhrips die men bestrij den kan door herhaaldelijk met schoon water te sproeien (dit is trouwens ook een goed middel tegen bladluizen, het z.g.n. „Spint", en meeldauw en vooral het „roest"; krijgt men dit eenmaal in de boo nen, dan is er meestal niet veel meer te redden. Zoodra men het nierkt kan men de aangetaste deelen afplukken en ver branden; overigens is er niet veel tegen te zijn ook de wijdere strooken om de polsen. Op de linker borst brengt men een klein zwart omboord zakje aan en van voren, boven den ceintuur, een broderie in zwarte zijde. De hoed bijpassend lila of zwart: kousen licht grijs-rose en schoenen zwart. Patroon f 1.35 eenvoudige'garneeringen wet b0ul0gnesteek. Op het middengedeelte der plaat zien we bovenaan de bewerking van den boulogne- steek en vervolgens enkele toepassingen ervan. Al naar gelang van het te gar- neeren voorwerp neme men dikkere of dunnere strengen katoen, zijde of wol, die men naar smaak met dezelfde of een andere kleur in den boulognesteek op het voorwerp vastnaait. We zien op de teeke- ning o.a. een combinatie van een hoed, met sjaal, waarhij men desgcwenscht ook het taschje kan maken:, alle drie deelen behooren natuurlijk in een zelfde kleur combinatie genomen te worden. Verder ziet men op de teekening nog een zakgar- neering welke van ondpren met een aparte kwast verrijkt is: het is een aardige ver siering voor lichte zomerrokken. huishoudgeld. D» „Ptov. Drentsche en Asser Ctgeeft over dit onderwerp een artikel waaruit we het vozende overnemen: „Meer dan men oppervlakkig zou den ken, geeft ook het huishoudgeld stoornis in menig gezin. Er wordt gesproken over do vrijheid der vrouw, over haar ontwa king en grooter verantwoordelijkheidsbe sef. maar vele mannen kunnen er toch nog n:et in komen hun vrouwen vrij te laten in wat betreft de besteding van het huishoud- ge!d. Dat is iets een schijnbare kleinig heid 'dat men'ge vrouw hoogst onaange naam is. Een kleinigheid, die haar zeer prikkelt en een kruis voor haar wordt in haar hir's. „De man wil de koorden van de beivrs vasthouden en in eenige gevallen is dat ook goed. Hij moet, waar hij het geld in huis brengt, een overzichtbehouden. Maar hij behoeft zich toch n:et te bemoeien met de details van de uitgaven uit de huishoud beurs. „De man, die een vrouw huwt, maakt haar tot zijn gezellin en gelijke, tot. zijn helpster, deelgenoofe en raadgeefster. Maar om haar taak goed te vervullen, moet zij vertrouwen hebben, middelen om huis te houden en zekere vrijheid in de besteding van het geld. Ieder, die gerijpt is en dan voor een taak wordt geplaatst, heeft behoefte aan vrijheid bij zijn werk. Zoo staat het ook met de' huisvrouw. In dien nu een man de nit,gaven voor huis- houd'ng te veel uitpluist en critiseert, be lommert bij zijn vrouw in haar werken en bij haar plannen. De uitgaven kunnen op verschil1 ende dagen zeer uiteenloopend zijn: dat. z:en vele critisohe mannen soms niet in. Zij spreken spoertig over te ru'me uitgaven en zelfs de geduldigste vrouw er gert dat op den duur. als een bewijs van wantrouwen en bekrompenheid. Do con trole en de critiek wordt inderdaad een kruis voor haar, „De vrouwen zijn de jaren van onmon digheid te boven en wie huisvrouw woTdt met ornst en goede voornemens wil in de eerste plaats vrijheid, verantwoordelijk heid en vertrouwen. Zij voelt zich bere kend voor haar taak, wensebt die naar beste krachten te volbrengen, welke wensch door elk verstandig echtgenoot geëerbie digd dient te worden. „Maar nrjn vrouw kent de waarde van 'het geld niet, zal menige man tot veront schuldiging antwoorden. In de meeste ge vallen is de proef niet genomen, doch blijkt dat het geval te zdjn, dan is het plicht als echtgenoot haar dat te leeren met liefde en geduld, zooals een verstandig echtgenoot het deed op de volgende wijze: Bij het. begin van het jonge huishouden stelde bij zijn onervaren vrouwtje een bil lijk bedrag als maandgeld ter hand, met de liefderijke woorden: „Nu vrouwtje nu moet. ge maar eens zien, of ge daarmee toe komt, ik weet bij ondervinding, dat het ge noeg is, doch mocht gij te kort komen, tob er dan niet over', maar laten wij samen nagaan, waarin de fout schuilt. Hier is een huishoudboek, en daarin staan de woorden geschreven: „Pas op de kleintjes, de grooten zullen wel op zich zelf passen." „En met dat blijk van vertrouwen en de zekerheid van toegevendheid aanvaardde zij met nauwgezetheid en lust de onbe kende taak, zich vast voornemende te wil len toekomen. Eerst was de vrees voor te kort zoo groot, dat zij voor elke uitgave terugdeinsde; na eenige maanden wist zij opgehaald1 als ïemanïf, aan wïcn die zaak heelemaal onverschillig is. Het arme kind is gekomen tot den dag, dlie den grooten dag voorafgaat. In de keuken liggen uitgespreid het mooie witte jurkje, het witte mutsje, de witte sluier; al het mooie, fijne goed, waaraan ze heelemaal niet gewond is. En alleen in het sombere vertrekje krik', ze rond met droomerige oogen. Oh, gelukkig zij, die beruin-d worden Gelukkig zij, die in dit uur, waarop dp ziel van heilige begeestering overvloeit, een hart vinden, waarin zij zich kunnen uit storten. Gelukkig zij, waarvan de moeder den sluier kan opzetten en die op he' stipend voorhoofd een moederlijkekus mogen ontvangen. Gelukkig zij, die niet alleen zijn hier beneden. Alleen, zoo vreeselijk in Let uur» van smart en, misschien nog erger, van giv/Oie vreugd. Aan tafel. I)e karreman zit ineengedoken in een teek worst te eten. Tegenover hem het meisje, dat gaat, komt, om hem heen draait met eon treu rigen blik, als wilde het iets zeggen. Het maal gaat door, is bijna afgeloopen en het kind heeft niets durven zeggen. Kaas, beveelt de vader. Kaas. Hoor je niet? Wat mankeer je? Heb je weer iets gebroken? Opeens voor hem, aan zijn modderige voeten ligt het kleine meisje op de knieën, het hoofd achterover en in de oogen ligt een uitdrukking, die een tijeer zou ver murwd hebben, een zielesmeeking, een goddelijk gebed. Vader, oh, vader, vanavond in den catechismus heeft men ons gezegd, dat we vergiffenis moesten vragen aan onze ouders voor al het kwaad, dat we tegén hen gedaan hebben. Ik vraag vergiffenis aan u en moeder. En dan uw zegen. De andere meisjes worden door haar vadprs gezegend. Ik vraag u ook mij te zegenen. Kleeren, mooie boeken, geld, dal kan me allemaal niet schelen; het eenige, wat ik verlang, is uw zegen. Ach, vader, in naam van moeder, in uw eigen naam, stoot me niet af. Geheimzinnige diepte van liet godsdien stig gevoel in de ziel van den menseb! Die man, die karreman, die bruut, die sedert dertig jaar geen traan vergoten had, die geen twintig woorden kon zeggen zonder Vloeken tegenover dat kind, die voor hem geknielde onschuld, begint plot seling te lieven. Onwillekeurig slaat hij met de vingers tegen de tafel. volkomen wat noodig was en na een i gen tijd hield zij zelfs over, „waardoor z;j man lief en haar huisgezin menige aard'ge ver rassing kon bereiden en nu vrij ge'ooven dat wederzijdsch vertrouwen bet onnoochf» zal maken, er ooit meer eem woord over te wisselen. Het onervaren vrouwtje is aan de hand van haar verstandigen echtgenoot op- gegroeid tot een goede zuiir ge huisvrouw, in staat ook later, als zij alleen mocht ach terblijven, de financiën van baar en hart kinderen te beheeren. „Maar om alle geschillen omtrent geld kwesties te vermijden, diene men die onl op een zuiver standpunt te stellen. Eens de inrichting gereed zijnde, moet ook abc wa* tot de huiehouding behoor:, door di vrouw worden bestreden en niet zoonh vaak gebeurt, dait de man de winkel rekeningen of dergelijke be'aalt. Waa blijft de grens? „De man bepale de som, die lr'i voo levensonderhoud kan missen en 1 ai e d wijze waarop zij besteed wordt met. ver trouwen over aan zijn wederhelft Van d tien gevallen aal eene liefhebbende vTom dat vertrouwen volkomen verdienen en zeti vaak de verwachtingen overtreffen, 'ct wijl juist dat streven haaT geluk utimaaV Moet er worden bezuinigd, zoo neme ied< een deel daarvan on zich, doch is bet nu noodig. waarom zou dan ook de vrmr zn'ch niet enkele genoegens gunnen? Zo samenwerkende _c-n overlevende zal 6 band van wederz'j.'scfie liefde en aclbm steeds hechter worden en eene klip me< vermeden worden, waarop bet huwehik bootje ZOO l'cbt btr> PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat gemaal kunnen besteld worden onder toezendii of bijvoeging van bet bepaalde bed-r: plus 15 cent porto, aan het Comploir d Patrons. Molenstraat 48 B. Den Haag 1 maten op te geven yolgens onderstaan teekenrng

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 8