1
KALENDER DER WEEK
_T'1
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
heeft in deze week" iedere H. Mis Gloria,
geen Credo en de Prefatie van Pascheu
(invullen: vooral in dezen tijd).
Waar het in het Misboek niet wordt aan
gegeven, zegge men in het Gemeenschap
pelijke der Heiligen gedurende den
Paaschtijd achter don Introitus twee
maal en achter het Offertorium en do
Communio éénmaal Alleluja. Graduale en
Tractus worden vervangen door het Alle
luja-vers.
ZONDAG 19 April. Beloken Pa-
echen. Mis: Quasi m o d o. Credo.
Kleur: Wit.
In de Kerkelijke taal draagt deze Zon
dag den naam van Dominica in Albis
(d. i. Zondag van het afleggen der witte
kleeren) De op Paaschzaterdag gedoopten
droegen vroeger geheel het Paaschoctaaf
witte gewaden ter herinnering aan de
onschuld in het H. Doopsel verkregen. In
die witte gewaden waren zij iederen dag
bij het H. Misoffer tegenwoordig: vandaag
voor 't eerst in gewone kleeren. In dit ver
band moeten ook de Misgebeden van de
zen dag worden verstaan.
De nieuwgedoopten moeten als pasgebo
ren kinderen een opreehte begeerte heb
ben naar de onvervalschte melk der Chris
telijke Leer (Tntroitus). Hun geloof moet
sterker worden. Als uit God geboren zul
len zij, door de genade van het H. Ge
loof aan Jezus Godheid, aan Vader. Zoon
en H. Geest, die wel Drie, maar toch Eén
zijn, de wereld (ketterij en ongeloof) over
winnen. (Epistel). Wanneer hun door
God gewilde reinheid des harten mocht be
smet worden door eenïge zonde, kan die
reinheid weer worden teruggewonnen,
dank Gods goedheid, door het H. Sacra
ment. der Biecht, ingesteld op den dag der
Verrijzenis, toen Christus aan Zijne Apos
telen verschoen. Deze verschijning, alsmede
die van acht dagen later, waarbij de onge-
loovige' Thomas overtuigd werd, verhaalt
ons de Evangelist Joannes. Door dil Evan
gelie te laten lezen maakte de H. Kerk de
bedoeling van den Evangelist tot de hare:
opdot de pasgedoopten gelooven mogen,
dat Jezu9 Christus is de Zoon Gods en
geloovende het (eeuwig) leven mogen heb
ben in Zijn Naam. Alleluja-vers en Offer
torium spreken ons van Christus verrijze-
nis. De Communio is naar aanleiding van
Thomas* ongeloof een laatste opwekking
tot gelooven. Dit alles moet ons herinne
ren aan ons eigen doopsel en ons opwek
ken om de reinheid des harten (Paasch-
h:'<rht en Paaschcommunie) te bewaren als
wij eens met Christus willen verrijzen ten
eeiiwio-en leven.
fJAAMOAG. 20 April. Mis v. ,d. dag.
Quasi m o d o (als gisteren) 2e gebed
Concede (ter eere van Maria) 3e voor Kerk
of Paus. Kleur: Wit.
DINSDAG. 21 April. M i s v. d. H. Am-
se 1 m u s, Bisschop en Kerkleeraai'. In
medio. Credo. Kleur: W i t.
De H. Anselmus werd op aandringen
v o Willem II Koning van Engeland tot
Bisschop van Kantelberg verheven. Te
genover de te verregaande eischen des
Konings toonde Ansehuus zich een krach
tig handhaver van de rechten de»' Kerk
„Christus wil geen slavin tot bruid; niets
verlangt Hij zoozeer in deze wereld als de
vrijheid' Zijner Kerk" waren zijne woor
den. Hij werd in ballingschap gezonden.
"Ma den dood van Koning Willem keerde
lij weer naar Engeland terug en stierf te
Kantelberg in 1109.
WOENSDAG. 22 April. Mis v. d. H.H
S o t er en Ca jus. Pausen en Martela
ren. Sancti tui. 2e gebed Concede. 3e voor
Kerk of Paus. Kleur: Rood.
DONDERDAG. 23 April. Mis v. d. H.
G e o r g i u s, Martelaar. Protexisli. Vor
der als gisteren.
.,Dc groote Martelaar' zooals men Ori
gins in het Oosten noemt en vereert, klom
in het leger van keizer Diocletianus tot een
aanzienlijke Bang in het leger op. Bij het
uitbreken eener vervolging tegen de Chris
ten on legde Georgius, als Christen, liet be
velhebberschap neer en beleed zijn geloof
openlijk. Bij Nieomedië werd hij ont
hoofd.
VRIJDAG, 24 April Mis v. d. H. Fi
de 1 i s van Sigmaringen, Marte
laar. Proexistie. Kleur: Rood.
De eerst zoo beroemde advocaat Fidelis
van Sigmaringen werd pater Gapucijn en
door de Congregatie tot Voortplanting des
Geloofs uitgezonden als Missionaris. Met
ijver werkte hij aan het Missiewerk en ver
diende als e e r s t e Martelaar dier
congregatie zijn leven temogen ge
ven in 1622.
ZATERDAG. 25 April. Mis v. d. H. M a r-
c u s, Evangelist. Protexisli, 2e gebed uit de
Mis: Exaudivit. (Zie in het misboek achter
'don oen Zondag na Pasclien). Credo. Pre
fatie v. d. Apostelen. Kleur: Rood.
Vóór de H. Mis wordt vandaag de bid-
processie gehouden, welke genoemd wordt
„De Groote" (beteekent: oudere) Litanie (in
tegenstelling met dp ..Kleine" (beteekent:
jongere) Litanie, weitje op de Kruisdagen
wordt gehouden. De namen: „groote"
(oudere) en „kleine" (jongere) duidpu op
do vroegere en later invoering.
Onder do bidprocessie wordt, de Litanie
van Alle Heiligen gezongen met herhaling
van iedere aanroeping en bede. Deze bid
processie dagteekent van de 4e eeuw en is
eeno verchris tel ijking van een heidensclie
•processie, welke den 25on April plaats had
door de velden, ter eere van den bescherm
god tegen brand in het koren. Vandaar
wordt nu de processie gehouden of min
stens de Litanie gebeden om Gods o n-
tt'sbaren zege n af te smeeken
tover de vruchten der aarde.
Wordt na de Litanie de H. Mis van St.-
'Marcus gelezen of gezongen, dan zooals ho-
Jen is aangegeven. Ook echter mag volgen
de Mis: Exaudivit. (Zie in het misboek
achter den 5en Zondag na Pasclien). Zon
der Gloria, en zonder Credo. 2e gebed Con-
j^de (of als de H Mis van St. Marcus in
i geheel niet gelezen wordt: v. d. H. Mar
cus) 2e voor Kerk of Paus. Prefatie v.
Pascheu. Kleur: Paars.
De EL Marcus, leerling v. d. H. Petrus,
heeft het H. Evangelie gepredikt vooral
in Egypte, waar hij de Kerk van Alexan
dria stichtte. Als patriarch van Alexandria
gaf hij zijn leven voor het geloof, dat hij in
Zijn Evangelie (Evangelie volgens don H.
Marcus) had opgeteekend op verzoek van
de geloovigen van Rome.
ALB. M. KOK,
Lisse. pr.
Maar gij kunt u toch vergissen....
Ja. Maar wat betreft het wezen dat men
„God" noemt, daar ben ik zeker van dat
hij niét bestaat.... absoluut zeker.
Zoudt gij gelijk hebben tegenover de
geheele menschheid.
Ik heb gelijk tegenover de mensch
heid.
Deze woorden werden langzaam uitge
sproken met een trotschen eenvoud, met
een zeker rvthme in de stem, een soort
van zin op sterkwater.
En toch.. riep zijn vrouw nit, die
zich aan eiken stroohalm vastklampte.
En toch.wat?.
Als er toch eens een bestond....
eeD God.
Nu dan, antwoordde het menscheliik
geraamte, terwijl het wilde doen als een
moeder die toegeeflijk is voor baar kleine
bange kindje dan zal ik terugkomen.
om het je te zeggen
Ze waren vreeselijk om aan te zien, die
bleeke lippen, zooals ze trachten zich nog
te plooien in een glimlach voor hooghar
tige ironie.
En, terwijl hij zijn laatste krachten bij-
eenzamelde, voegde hij er aan toe met een
beweging waarin hij al het hem blijvende
gezag legde.
Nii wil ik versta me goed
Ik wil dat je mij met rust laat.
Genoeg.ik zal gehoorzamen.
En de arme vrouw keerde zich om, ter
wijl ze haar tranen afwisckte.
Hat was zijn laatste woord.
Heel vermoeid bewaart de si ervende
het stilzwijgen en volgt met aandacht het
ontbindingsproces, dat zich in hem vol
tooit.
Leven en dood strijden om ziju arm
lichaam. Een akelig zweet overdekt het,
als wilde het door alle poriën de ontbin
ding verjagen. Maar de dood zet zich vast,
wint en kondigt zijn komst aan door lange
rillingen die het lichaam doen schudden,
„zgoals de herfstwind aan het uiteinde van
den tak, het doode blaadje afschudt in de
groote wijde ruimte.
Hij volgt dat keele proces, hij het ge
raamte.... De groote wedstrijd loopt ten
einde: het eindpunt nabijNog slechts
enkele minuten, dan komt de overgang in
het mysterie van 't hiernamaals en in
stink tmatig als een arbeider, die 's avonds
na een vermoeide dagtaak zijn gereed
schappen hij elkaar zoekt, begint de ster
vende zijn dekens af te krabbelen met zijn
lange beenige vingers, gekromd als haken
aan 't uiteinde van zijn stijve armen.
Hij krabde een uur lang, regelmatig,
bijna methodisch, om als 't ware geen
kruimeltje van zijn loven hier lieneden te
laten; opeens slaakte hü achter elkaar drie
harde zuchten.
Toen was alles gedaan.het was twee
uur in den nacht.
Zijn vrouw werpt zich op de knieën in
een langdurig gebed, door snikken onder
broken. Zij sluit de doode oogeu en gehol
pen door haar dienstmeisje maakt ze het
lijk in orde terwijl het nog niet heelemaal
versteven is.
Nu, zeide zei tegen haar meisje, Ma
rie, ga nu slapen, ik zal wel waken.
Mevrouw, wil alleen hier blijven?..
Ja.
Maar.
Ik zal je roepen als ik je noodig
mocht hebben
Als het dienstmeisje naai* haar kamer
is en mevrouw heel alleen in de sterfka
mer, buigt ze zich over haar man heen:
zij kust dat voorhoofd, waarachter de her
senen reeds heelemaal koud zijn.
Charles.roept ze, gij hebt mij ge
zegd. dat gij zoudt terugkeeren' als er een
God bestaat.Charles.boe weet gij
het, antwoord me.
Het stijve lichaam in het bed verroerde
zich niet
Charles.... herhaalde de vrouw met
een akelig verlangen antwoord te krijgen.
Charles beslaat er een God?
Toen gebeurde er iets vreeselijks
een ooglid van den doode ging omhoog...
heel langzaam alsof bet een bovenmen-
schelijken last moest torsen.... Toen het
andere.... en als ze beide wijd open
stonden kwam er achter de verglaasde
oogen een schijnsel op dat sterker werd
steeds sterker.en zich rood kleurde,
men zou gezegd hebben dat die oogen
twee luchtgaten waren van de heL
Dat duurde eenige seconden.vreese-
lijke oogenblikken daarna ging 't licht
weer weg.
Toen-den volgenden morgen het dienst
meisje vroeg al in de kamer kwam, stoot
te zij met dp voeten tegen iets dat op den
grond lag: het was mevrouw, die in zwijm
was gevallen, voor de deur met bet hoofd
op den vloer.
Zij riep een buurdame, toen een pries
ter. die juist in de kerk de eerste Mis
wilde gaan lezen, en aan dien priester,
vertelde mevrouw wat in deze schets is
neergeschreven.
GROOTMOEDER EN KLEINKIND.
De kleine Lucie Vernier was hel kind van
fooneeLspelers, die tragische.roTen in een
klein theater in een der voorsleden van
Parijs vervulden.
Tot haar tweede jaar was het kind door
een boerenvrouw op hel land opgevoed,
want door hun beroep hadden haar ouders
geen tijd zich met het kind te bemoeien, en
toen het kleine schepseltje in het ouderlijke
huis terugkeerde, nam tegelijkertijd de
grootmoeder haar intrek bij haar zoon en
schoondochter, om de zorg voor haar klein
kind op zich te nemen
Van 's morgens tot 's avonds was de 60-
jarige met de kleine bezig, want haar zoon
en dochter brachten hun tijd door met re
petities in den schouwburg bij te wonen of
thuis te repetceren. Van k ud af was de
kleine gewend de langdradige tooucelz n-
ncn door haar ouders te hooren uitgalmen
dikwijls wanneer de grootmoeder haar in
de donkere achterkamer op de knieën wieg
de, rich te het kind zich op en 'u'sierde op
merkzaam naar de klanken, die' vanuit dc
donkere kamer door de ges'oiea deur tot
haar doordrongen. Somtijds, wanneer de
Vcrn'ers n de provincie op tournée waren,
begaf zich do grootmoeder den geheeicu
dag mot do kleine naar buiten. Als ze dan
do laatste buizen achter zich hadden en
zich geheel buiten waanden, zette de oude
vrouw zich op een klein veldstoeltje, daar
toe medegenomen, schoof den bril terecht
en verdiepte zich in een cou ani. Het meis
je speelde intusscben 'n het gras, en ver
heugde zich in iedere bloem, iedere kapol
en trachtte de stemmen de» voge's na te
bootsen.
't Was een eenvoudig en lief k nd. Zij
groeide onder de zorg der oude vrouw voor
spoedig op en toen zij zes jaar was gewor
den, vervulde zij met baar bolder stem
metje de k'o ne woning, 't zij dat ze ve s-
jes voordroeg of l edjes zong, of op honder
den vragen van haar grootmoeder een ant
woord vei 'angde. De ouders begonnen lang
zamerhand ook Trof. aandacht te schenden
aan de lieftalligheid van het kind en hun
e; gen liefde werd net weinig ges ree! d door
do vroegtijdige ontwikkeling van de kleiue
Lucie.
Op een avond ze de z j voor haar vade
een. gedicht 014 en de toonee'spcfer riep op
gewonden: ..D;it kind heeft talent! Z'j moet
naar hei theater! Daar hoort zij thuis!"
„Dat is een goed? gedachte", zeide de
moeder.
„Neen maar," riep de vader, ,daar vali
mij wat in. Wij repetceren voor den win
ter een groot stuk, waarin ik de hoofdvo
vervul. Ik ben wachtmeester en moot een
k'nd redden. De d reefeur heeft nog 11 e-
mand voor de kinderrel, ik zal hem voor-
ste'len Lucie daarvoor te nemen."'
-„Jullie bent dol", rep de grootmoeder
heftig. ..Een 6-:arg k'nd!Zoo'n teer
schepseltje!Dat boudt Lucie niet uil;
hef maakt haar ziek!"
„Nou, nou, moeder, zoo erg is het niet.
Dat zal volstrekt geen kwaad doen, en, wat
ook niet. te versmaden is: 't brengt een goed
stuk ge'd aan en Luc e leert meteen wat van
he! vak. Laat alles maar aan nr'j over"
De protesten van de oude vrouw waren
vruchle'uos. Reeds den volgenden dag be
gon haar vader baar te ïeeren, wat zij in
de kinder' ol moest zeggen, wat tusschen
haakjes, niet veel was.
Vernier kwam met zijn voor5'e! bij den
directeur en na twee proeven, waarbij Lucie
zich uitstekend hield, stemde h:j met vreug
de toe, in gedacht' reeds avond aan avond
het hirs gevuld z\ende door den roep, die
van het „wondeend"' uHging.
De avond \vn dm-eroïère kwam en toen
Lucie met haar va.'er op het tooneel ver
scheen, had de ge.Vole schouwburg s'echts
oogen voor het kii.d. Het tooneel stelde een
legerplaats voor eu daarop volgde een ge
vecht en Vernier ïu -t midden door den
kruitdamp het k ud redden. Lucie b'cef
even kalm, alsof zij a' ijd in zulk een ru
moer had verkeerd en viel geen oogenb'ik
ir't haar rol. Herhaaldelijk moest na rfloop
der akte „gehaa'd" worden en onder
starmacht'g anp'aus verlangde het pubtiek
bet „wonderkind' te z:en. Achter de coul'S-
sen ging het op dezelfde wijze. Aflen ver
drongen zich om Venrer en z'jn dochferlje
en de directeur overhandigde het kind, dal
van dit alles niets begreep, een engage-
men'scontract in cpfaia forma. De acleuvs
wensuhfpn Vernier geluk met het succes
van het kind. en de vrtrawen overlaadden
haar met omhe'zïng n en geschenken.
Vernier wensebfe z:eb zelf eveneens ge
luk met het ooede idee, dat hij had gehad,
want de directeur was zeer loyaal geweest
en voor Vernier's oo~en fonkelden in don
geest reeds de talrijke goudstukken, die '1
kind hem zou aanbrengen. He stuk beleef
de meer dan honderd voorstcF'ugen; iede
ren avond stond de naam „Lucie Vernier"
met groote letters op programma's en aan
plakbiljetten. en iederen avond was de
schouwburg uitverkocht.
Tot zoover ging alles naar wensch.
Afleen scheen Lucie na. afloop van drie
maanden aan groote vermoeidheid te lij-
deu. Haar gezichtje was smal en bleek ge-
worden, maar tevergeefs beproefde de
groo-lmoeder, die zich nog maar alt:id vol
strekt niet met dat aTes kon vereenigen,
dc ouders daarop opmerkzaam le maken
„Maak u toch ïrfct bczorcl. moeder",
was telkens ?t woo-d b'nn'enkort wordt
het repertoire verauT-n-d en dan heeft Lu
cie a' den tijd om op haar veraal te ko
men."
En nu rus'Ie Lur'e! Haar gezicht was
nog biceker dan de kussensloopen. waaroo
zij lag en het k' - tie vermagerde handje
greep lelkens als door angst opgeschrikt
naar do hand van l otnioedpv. die in de
halfdonkere aehtp kamer aan bet bod van
haar hevcl'ng zat.
De arme vrouw) TVe'k e?n .ontzettende
marteling was het voor baar lieveling
daar zoo ellendig te r en neerliggen! Ieder
oogen Wik streek zij met de hand over he'
gloeiende voorhoofdje van he' k nd. Zij
vifosde het maar a le zeer: do onverbidde
lijke dood zou h"t haar ontrukken.
Bij de gedachte daaraan vervulde een
machtelooze woede het harl der arme
vrouw De ouders zelf hadden door hun
eicenl'efde en geldzucht het k'nd zoo ver
gebracht
De vader was diep terneergeslagen. De
ongelukkige gevoo'de z'jn schu'd. en wan
neer Lucie de koortsaóhtige groote oogen
opsloeg, meende hij daarin een stil verwijl
te lezen.
Een dokter werd gehaald, een man, die
onder een ruw uiter'ijk een goed hart bad.
Hij onderzocht het kind, bromde iets on
verstaanbaars voor zich heen, wat de groot
moeder als zoovele onheilspellende woor
den meende te moeten, beschouwen, en ein
delijk, toen bij zich gereed maakte te ver
trekken, het hij zich ontvallen: „Voor den
duivell 't Is hersena andoen in gen wd
een heel ergeIk zal doen wat ik kan!
Leg haar ijs op het hoofd. Van avond kom
ik terug!"
Voor den vorm had hij nog een recept
geschreven maar zijn woorden lieten, geen
hoop meer.
Een 'uur later lag Luc.e in hevige koorts
fantasieën. Zij zal rechtop in haar bedje
en met angstigen blik in de oogen riep zij:
„De vijand... hij komt', of: „Snel, red
uwoorden, do zij eiken avond in haar
rol had te zeggen.
Aan het bed van het kind stonden de
ouiiers en ek woord der kleine iijderes
drong als een dolks.eek in huu harten. De
grootmoeder zat als vernietigd.
Toen werd het kind gedurende eenige se
conden wat rustiger, maar plotseling vloog
zij weer overeind, kaarsreechtin haar bedje,
het bleeke gezichtje van augSl verwron
gen.
„De vijand", riep zij, „de vijand!" Zij
strekte de arm naar haar vader uit en viel
daarop dood in haar kussen terug.
Twee dagen later werd Larie Vernier,
„het wonderkind", begraven.
De kleine kist verdween onder dc bloe
men en kransen, door de collega's van. don
Oiïgelukkigen vader gezonden. Op sommige
siond: ..Lucio Vernier, onze lieve kleine
collega."
De vader liep met zware schreden aeli-
te.- het lijkje. Daarop kwamen de collega's
netjes geschoren en in het zwart, babbe
lend over hun eigen aangelegenheden.
„Tooncelspelcrs", zc den de mens"hen op
straat die den treurigeu stoet zagen voor-
b kaan.
De moeder volgde in een rijtuig. Bc oude
grooiinoeder had verklaard, dat zij de
kracht niel beza' het kind naar de laatste
1us,plaats te begeleiden, en was thuisgeble
ven. Doch torn de kist in de groeve was af
gedaald, toen het grasheuveltje was opge
worpen, b'oedverwanten en vrienden waren
heengegaan en ook (le doodgraver het kerk
hof had verlaten, kwam de oude vrouw uit
haar schuilhoek te voorschijn, waar zij
zich had verborgen gehouden.
Diepe stilte beerschte alom. De zou ging
roodgloeiend onder; alleen een kleine klok
liet z'ch hooren, (lie den levenden toeriep,
dat zij de rustplaats der dooden moesten
verlaten.
De oude vrouw zonk op het graf van baar
lieveling neer. Ui! haar arm? oude oogen
fmpen de tranen over do vermagerde wan
gen en haar strakke Wik rustte op den heu
vel, tlio het eenige wezen verborg, dat haar
aan het leven bond. Alsof zij vreesde de
kleine doode fe storen, fluisterde zij zaelil:
„Linie... mijn hartje... mijn kleine Lu
cie! Ik ben bet, ja Hoor je me u'ef?
De nacht brak aan en de grootmoeder
had zich met uitgebreide armen op den
kleinen aardhettvel geworpen. Slechts één
wensch, éé.11 gedachte vervulde haar: ook te
sterren, deze wereld te verlaten, de gruw
zame were'd, die geen barmhartigheid
kept, zelfs- niet voor oude mermeben en on
schuldige kinderen
Don volgenden morgen, (oen de doodgra
vers hun tank kwamen hervatten, vonden
z'j op hef graf van hef ..wonderkind" dc
arme oude vrouw u:fgestrekt wier wensch,
weer met haa- k'nd vereenierd fe zijn, was
vervuld geworden.
HET WAS LENTE.
De vogeltjes hadden hel druk niet het
crzamelen voor hun iietsjes en sleepten
•le strootjes en veertjes overal vandaan
In den tuin danste eeu wolkje van mug
gen en maakte de gekste capriolen. Een
enkel bijtje waagde hek eens rond te zien
De knoppen der boomen hadden zich
reeds gedeeltelijk uitgewikkeld en de
kleine groene blaadjes waren al koste
lijke versierselen. l)e zon overgoot alles
n;et gouden gloed en het was alsuf or
nog nooit kwaad in de wereld was ge-
Voor de open deur van de serre van
de villa ,.Mon Repos" zat een jonge man
in een gemakkelijke stoel en zag droomerig
voor zich uit. Of) ziju fijn besneden gelaat
lag een trek van weemoed. Het was alsof
die zwarte oogen nimmermeer zouden
schitteren, en die mond. nimmermeer zich
voor een lach zou ontplooien.
Op een tafelt ie naast heiu lag een boek,
doch hpt was dichtgeslagen.
Zoo zat hij daar eiken dag, wanneer bet
schoon weder was. Hij woonde nog niet
lang in liet vriendelijke Fries oho dorpje
Hel was hier ook *ün "eboortcland geens
zins. doch -Mon Renos" behoorde aan een
riiiier familieleden, hij wien hij Ti gastvrij
tehuis had gevonden.
Zie, hij wil opslaan en wil trachten een
kleine wandeling in den tuin le maken.
Maar.... wat richt hij zich moeizaam
overeind. Zijn hand tast eerst naar een
sfeunsplFen knik. Is hij verminkt?
Zie, boe vreemd grijnt hij met dien penen
arm Als hij er toevallig mede tegen bef
afebu» raakt, dan "tikt hef afeeli-r hard
"Ten kunslarm? Nu staat h»i hangend over
zën kritk en strompelt weg. Voet ie voor
voeli«» schuifelt hij voort, want ook ziin
oene been is misvormd en als bij er op
stennI dan zakt het dien door.
Een arme verminkte!
Neen. in heni zoudt ce niet herkend heh-
hen den Vloeken kapitein van het le regi
ment chasseurs, die met het Wnnke zwaard
in de oene' hand en de revolver in de
andere de voorste was bii het bestormen
van hef fort Mordienne, dat door de Rmt-
srhers in "Nnnrd-Frankriik bezet was
Toen kwam hij. ongewond. als overwin
naar nif den strijd en sierde daarna het
l'ordre de merite zijn tnnique, maar toen
de oorlog afeeloonen was. lag hij reeds
maanden in het hospitaal en liet was tot
groote verbazing van den kolonel-doktor
geweest, dat liii er het leven had afge
bracht. Fervol was ziin naam vermeld en
het vaandel, dat hij bij Franoue den vijan
den ontwrongen had. me» wien hij man te
gen man worstelde, had zijn naam doen
noemen als een held.
Zijn verminking en de uitputting cloo*
den strijd hadden hem tot een gebroken
man gemaakt. Zijn carrière was gebroken,
zijn pensioen ontoereikend om hem door
bet leven te voeren en met dankbaarheid
had hij tenslotte den voorslag aangenomen
van eeu zijner familieleden, die in Holland
deze villa bewoonde. Hij was er nu reeds
drie maanden en wist dat er nooit iemand
van weggaan zou spreken.
Zijn bruid die hein trouw was gebleven
ondanks zijn verminking, had besloten
zijn verpleegster le zijn en zoo waren ze
tezamen 11a gehuwd te zijn in hel
gastvrije Jfon Repos" aangeland.
Zie, daar strompelt hij voort, doch het
vermoeit hem te zeer en hij zet zich weer
over aan zijn droomerijen.
Plotseling ziet hij op!
Hoor! Muziek in de verte!
Muzikanten.
Achter in het dorp, waarvan jc den
toren kunt zien door de takken van den
hruinen beuk heen, zijn xe op liet oogen^
blik.
Kijk, die schoolkiluiertjes eens draven,
met klappende klomnjes om van het heer
lijke te genieten. Zoo iels komt niel e!k
oogen blik voor op dat dori».
Kapitein de Morencv luistert. Hij denkt
aan den tijd, toen hij marcheerde on de
tonen van zijn eigen regiment. Wal was
dat lang gcbdr.u.
Weer ziet hrj zich uittrekken ten strijde,
toegejuicht door de geestdriftige menigte.
Weer hoort hq^het dreunen van don voet
stap zijner kameraden, van wien bonder
den den dooi in marcheerden onder den
klank van die muziek.
Weer hoort hij het gedonder der ka
nonnen.
Het geheele verleden leef» weer voor
hem n»» Zijn oogen schilferen. Hij wil
zich fier verheffen en gaan zien aan het
hek, dneb plotseling voelf hq de zwaarte
van zijn kunstarm en weigert hem wee*
zijn been en mistroostig ziukf fiij op zijn
stoel.
De muziek i* opn«honden.
Maar rumoer van voetstappen en klonv-
pengebons zegt. dat dc (roep naderbij
komt. Daar zijn ze al.
Ach! muzikanten. Duit-xherv zijn het
Jc ziet hel direct aan hun gezicht. 'fo
dragen nog dc oude uniform var» het
Duilsclie leger. Twee hebben dc insignes
van feklwrbel nog op bun mouw.
Twee looi vu kreupel.
Eeu wordt vuorfyeleid door een kame
raar!. die h<>m bij den urm hoeft. Hij is
biiud.
Daar zijn zc'b.j het hek genaderd
Ken va 11 dc mennet» treedt cbrn tuin bin
nen, slapt op kapitein de Murency toe,
nueint ei 11 stramme hooding aan. iue| den
fcoperci bo! "ii onder d ai arm en vraagt:
--- V'ilien sic 1st es crfaubl hier zu
nittsiziereu?
Kapitein de M •rcncy zi'-f een nogenblik
verstoord. Ih' Dnit-che tee! brnchl. hem
veel smart in I '.nneriuy D" otwrlog is
thans vinr'bi'i Dij y.W-1 naar tien vermink
ten muzikant, den Miivli» iw| ziin jotvcne-
gezicM. d zon vdaten start te wachten
hij het hek
--- fïtrf. Kohip"n sic nuf herein
De nuirikanf salueert e-,' 1 N>.e»t«>in
dc Mo. 'II»'V ziet niel we'-'H.dfcu naar d"U
models raal <u w«- t ziin trom», die
het erf opkomt Ken schare immens v«d"f.
Dok mevrouw Moreiicv is iir serre
gekomen en glimlacht o^us te-»•»> haar
man /ij keuif die afleiding goed Dc
muzikanten shdTon zich op in een fcviiwr.
TJct is pen kleurige "roep. K- w
daar slaan in hun bbuwe un:r 1 m f
zilveren knorrn-n cc er-.-.r« t
op
Het zonlicht wc. o- hun - e
instrumenten en li,:kkert geel «p Tfc» K
ren tooneel van khmr co ckius Pr» l>'!"
de muzikant heeff zich mdwee
laten aanwiizen en kniwpe r„ n
rn hel voorhoofd verzonken rwH"»», als
of het hem oiin rf.vd TV» c*V-;ni h«»m
fr- branden ITij ze- een rwarfen bril on
Daar heffen ze de boren* n^r, don o„d
en knettert hun fanfare lus
Hef iv een vrooJijke minscli
E«n lied uit een oor!mp. fwu de u
werdcll „hes.-:--teii':'' door J.» opwekkende
klanken.
Kapitein de Muvenrv lnislei-i met Man
ning. Die muziek herkende b»r e«» ha-! f ij
van verre vernomen in Noc-rd-Vrnnhrph.
wanneer hij vanaf een hcuwd in de verte
de Duitsehe helmen zag en bot leger na
derbij kwam.
Hef is alsof (le ooren van den blinde
tnper uitdrukking krijger».
Het lied is uit
Dettlsehlandr. PeulscklanJ t?"rri
de ondpte muzikant hef vrd'TW*» l»ed
aan. E11 de mennen gri»ecn k-ssfi-w na.-r
hun horens. En het klink! ;»'s ^11 kreet
vol van I'chlo voor liet vaderland
Hef lied stijgt 00 als en gebed
eon smartkreet krijten hef dc koperen
horens uit.
lleutscbland. Den to* Mand. iiber el!» s
De arme blinde muziUnl is ir» v*nr«> v
ring. Twee dikke tranen droppelen uit
zün oogen.
Weer is het lied uit.
Kapitein de Morency is een Frans'-h-
man. Hij was een vqaml van Ao IW^-s
en had gevochten voor wal hij afs id en ten
van vrübPid en rei-ht vond in een kamp
teven onrecht en wreedheid-
Maar 1111 luisterde hij met aandoening
raar dit lied. Nu gevoelde bii. «lat dear
mannen stonden, blakend van v.-»d—-
landsWefde. evenals hü- Broeders in de
aanbidding van wat hen aller» heilig r
En de oorlog was voorhij. zoodat d<» din
gen reeds anders begonnen le zien.
Kameraad riep hij hen toe
En zij keerden zich om en traden og
hem toe Ook de blinde schuifelde mede
Zijt gij in den kriig geweest? vroeg
hij. Mi» dunkt, gij züt allen soldaten
Jawohl. antwoordden er eeniggn te
gelijk. klok dc hlinde knikte.
Zief pij 11 ic» meer? vroeg de vrouw
van Morency deelnemend
Nrclits niéhr, gniWHg»* Era»», was het
antwoord.