Op con morgen bij lïeï opstaan zakte LIJ
machteloos in elkaar.
"Wat boteekent dat? vroeg zijn
vrouw.
Ik weet niet. Het la ntets.
Wat? Niets? Jc hebt koorts! Gauw
weer in bed!
Ik moet naar kantoor!
Neen, jo hebt koorts, je bent ziek.
Maar....
Hou je mond! Ik zal den dokter laten
komen en je voorloopig een warme kruik
geven. Dat kan nooit kwaad.
Zo schudde zijn kussen op, legde zijn
dekens goed, gaf hem er nog eon extra
deken bij en liet de jalouzieüu zakken,
zóodat er in do kanjer een gedempt licht
heerschte.
Wat doe je?
Niets. Probeer maar wat te slapen,
vent!
Vont? En wat zei ze dat lief! Was er
êen wonder gebeurd?
Al zieker on zieker werd Beukels. Hen
riet te ontpopte zich tot een handige, kalme
én zachte verpleegster. Ze liet hem geen
(•ogenblik alleen, ze wist van geen ver
moeidheid.
En toen de zieke zich ongerust begon
to maken over zijn kantoor, bang werd
voor zijn ontslag, omdat het zoo lang
duurde, troostte ze hem:
Maak je daar maar niet bezorgd
over, jongen. Ze weten, wat ze aan jou
ïebben, en ze zullen zich wel tweemaal
bedenken, voor ze een ander voor jou in
de plaats nemen.
Ongelukkigerwijze kwam met de ge
zondheid van Beukels ook het vroegere
karakter van Henriëtte weer terug.
Het was oen vrouw, die alleen maar
hankelijkheid kon toonen.
tegenover een zwak wezen haar aan-
Zoodra haar man in krachten toenam,
werd Lij weer Haar slachtoffer. Hel ge
kakel begon weer bij de minste poging
die bij deed, om zich te verzetten.
Beukels, doe eens even open. Het
meisje is om een boodschap. Beukels haal
eens even mijn muiltjes van de slaap
kamer?
Op een morgen ging Beukels, uitgeput,
regelrecht naar den dokter, inplaats van
naar zijn kantoor.
Dokter, ik zou u zoo graag wat wil
len vragen
Ga gerust uw gang!
Wat zou ik moeten doen om....
Heelemaal beter te worden?
Neen.... om weer ziek tc wor
den
Dubbelzinnig.
Waarom blijf je daar staan, buurman,
vroeg de hoer. Heb je stukken?
Mijn ezel kan de vracht niet tegen de
ihelling -opkrijgen, antwoordde de andere.
Geen won-dor; de vracht is ook veel te
zwaar voor één ezel, sprak de eerste weer.
- ''Vooruit maar; ik zal wel een handje hel
pen.
De verstrooide professor.
Professor (verstrooid): Het is me
aangenaam u te ontmoeten. Hoe maakt het
uw ech tgenoote?
Maar ik ben niet getrouwd!
Ah, niet! Dan natuurlijk, is uw vrouw
ook nog niet getrouwd!
Niet zoo bedoeld!
IJ kunt me zeker geon 10 pop leenen?
Neen; maar hoe wist u dat?
Hoog in ïuchl
Zij: m vlieger): Voelt u zïoïï zoo ge
lukkig als een koning, als u door de luoht
zweeft.
Getrouwde vliegert Veel gelukkiger. Dan
ben ik alleen.
Kinderlijke vraag.
Corpulente vader tot kleine meid aan ta
fel: Je moet niet zoo kieschkcurig zijn.
Vieze varkens worden niet vet.
De kleine: En u dan, pappie?
Ook een reden.
Waarom verzoenen Karei en Laura zich
niet met elkaar?
Ze willen wel, maar ze kunnen zich niet
herinneren, waarom ze ruzie gemaakt heb
ben.
Huwelijksreis.
En heb je op je huwelijksreis ook Napels
gezien?
Ik weet liet lieusch niet». Mijn man
had steeds do spoorkaartjes.
Hij was niet scherp.
In ieder geval zon ik u raden den man
eerst een niet te scherp briefje te schrijven
en eens te zien hoe hij daarop reageert,
raadde de advocaat.
Goed, zei do ander. Hij ging zitten en
begon ie schrijven. Na oenige oogenblik
ke n vroeg hij:
Och kunt u me ook zeggen: ploert,- is dat
met een d of een t.
Die keek op zijn neus.
Schilder: Zegt u me eens eerlijk uw
meening over deze schilderij.
Bezoeker: O ,ze heeft hoegenaamd
geen waarde.
Schilder: Dat weet ik wel, dat. uw
mèening geen waarde heeft, maar ik zou
haar toch graag eens liooren.
Een beste klant.'
Klanft Meneer, mag ik asjeblieft een
ons boter en een half ons kaas? Moeder
zal u oen gulden brengen als vader ihuis
komt.
Heel goed, zegt de boterkandclaar,
die aan zulke inkoopen gewend is.
Maar ik wou graag nu geld terug
hebben, want moeder hoeft gold voor den
muntmeter noodig. 1
De Zwarte Zee.
Matroos A., lichtelijk aangeschoten:
Heb jij de Z.... Zwarte Zee wel eens
gezien?
Matroos B., in dezelfde conditie: Of ik!
T.... twee jaar geleden in GGadix.
Matroos A.: GGadix? Jo bont g
gek. Daar is de Zw.Zwarte Zee heele
maal niet.
Matroos B.: Wwaarachtig! Des
n.... nachts!
Ook een beschouwing.
Eerste dame (terwijl zij een Encyclope
die in 24 doelen beschouwt): „Wat een
moeite om zulk een uitgebreid werk samen
te stellen."
Tweede dame: „Ja, ja; men heeft men-
schen, die zoowat niets te doen hebben."
Altijd bij de zaken.
„Mejuffrouw", zei een handelsreiziger
tot een dame. bij wie hij een blauwtje bad
geloopen, „als ge mij dan niet de eer wilt
aandoen mij uw hand te schenken, wilt u
mij misschien wel met een klein ordortje
begunstigen."
De laatste mede.
Boer (die in do winkelkast van een mode
zaak een bordje met „laatste mode" leest):
God zij gedankt, dat die dwaasheden ein
delijk weer ophouden.
Zoete troost,
Toerist (hijgend): „Hoe lang gaat f
naar bovon?"
Gids: „Tot aan don top, dan gaat 't
naar beneden."
Voor de toillettafel.
Jaren geleden maakte oen herningel
oude dame liet volgend lijstje van soho®
■heidsartikelen op én raadde alle vrouwi
aan ze aan te schaffen en te gebruiken:
lo. Zelfkennis, een spiegel waarin m(
zichzelf het duidelijkst ziet,
2o. Onschuld, 'n eerste kwaliteit poufl
bla-nc, heel mooi, maar erg besmetÜi
en voortdurend zorg vragend om z'n
Ie behouden.
3o. Bescheidenheid, 'n rouge m-im
gpeft 'n praclitigen blos op de wangen.
io. Tevredenheid, 'n onfeilbaar midi
legen rimpels.
5o. «Waarheid, 'n eerste klas lippend
dio.de lippen zacht en mooi houdt.
6o. Vriendelijkheid, (inwendig crcbruü
Modern.
Rechter tot getuige: En wat is uw
roep?
Getuige: Een beroep heb' ik niet, Éd«
achtbare, mijn vrouw gaat uit wassen!
Als z'n moeder.
Kleine Jau_ praal crp school zooveel d
de onderwijzer hem eindelijk een brie(
aan zijn vader meegeeft, dat luidt:
Geachte Heer Snoek, Jan praat v
veel.
Uw dw. 'J. Blok.
Den volgenden dag brengt Jan het
woord
Waarde heer Blok, u mioest zijn moodi
eens hooren!
Uw dw. F. Snoek,
ONZE RAADSELWEDSTRIJD.
Lieve Kinderen,
We zijn al weer zoover en onze gewoon
te getrouw, komen we dan vandaag met
onze prijsraadsels voor den dag en wel
raadsels, die door u allen, zonder ander
scheid kunnen gemaakt worden.
En juist om niemand te ontmoedigen en
allen in de gelegenheid te stellen mee te
doen, juist daarom zijn de raadseltjes zoo
gemakkelijk. Wel zijn ze nu juist niet, om
ze zoo maar uit den mouw te schudden
dan in een ommezien er mee klaar te zijn,
maar dat is de bedoeling ook niet. 7"
moet een beetje moeite doen, anders is de
voldoening niet groot ook. En dat hoort
erbij, niet waar? Wie mee doet, moet de
r vei'tuiging krijgen, dat men de opgaven
heeft kunnen vinden al is bet dan ook, met
een klein beetje hulp van hoogerhand,
waarmee ik bedoel, van vader of moeder
of grootmoeder. Die grootmoeders vooral
schijnen zich org te interesseeren voor
deze raadseltjes en mitsgaders onze ru
briek, en zijn deswege altijd bereid de be
hulpzame hand te bieden, waar het klein
kind hulp noodig heeft. Dat weet ik nog
wel uit miin tijd en zoo js het in dezen
tijd natuurlijk nog. De Grootouders zijn de
toevlucht aller kinderen, waar vader en
moedor door drukke bezigheden verhin
derd zijn te helpen.
Nu dan! Als dat zoo is, en het is zoo,
dan is dat toch voor mijn kleine vriendjes
en vriendinnetjes heelemaal geen heksen
werk om deze raadseltjes klaar te spelen.
Loos ze maar eens aandachtig na.
zNo. 4 en No. 5 voor de grooten, zullen
wel een beetje meer tijd vereischen maar
is de vacantia niet lang genoeg om te
denken en dan.... zoo'n sommetje moet
een jongen van de 5de klasse toch weten
te vinden, ik wil nog niet spreken van
kindoren van 12 jaar en ouder.
Ea dan liet „ladderraadsel"? Ja, wat zal
ik zeggen! Het is een nieuwe vorm, maar
overigens net als elk ander raadsel in dien
geest, waar sprake is van het zoeken van
een woord, uit bepaalde letters van te
zoeken woorden.
üö*andere drie opgaven, zullen geen
moeiMiWieden opleveren en zullen wel
door alle kinderen binnen het half uur
gevonden zijn.
Dit wil ik nog even zeggen, en dit geldt
ook voor do kleinen, al zou je ook al eens
door ongeluk maar vier raadsels kennen,
toch opsturen. Er blijft nog een kansje.
Tk waardoor ook de moeite er aan besteed
'en de zorg, waarmee alles gemaakt is.
Ik snrak daar van zorg en moeite!
Wcpf dan, dat ik ter dego zal kijken
raar hot schrift en naar het papier en
r.aar de zorg, waarmee alles gemaakt is.
It-, zag onder anderen den voricen keer de
oplossingen soms geschreven op een stuk
papier, dat beter op een andere plaats
thuis hnordo. dan bij mij op de schrijftafel.
Ik deponeerde dien brief dan ook heel
gauw In de papiermand. Van dergelijke
brieven en vodden ben ik vies en het ge-
fuigt niet van veel smaak en opvoeding,
'wïo dergelijke dingen in zee stuurt. Laten
we daaraan denken, want ik zal er terdege
$p letten.
En ook wat het schrijven aangaat, er
gun kinderen die alles maar gauw. gauw
willen afmaken on dan als gevolg van
flat vlugge werken, schrift leveren, dat bij
na niet te lezen is. Kijk, dat kricbclwerk
ik wil niet knoeiwerk zeggen maakt
op mij altijd een onprettigen indruk:
zoo'n werk moet al heel wat zijn. eer ik het
ter plaatsing aanbied. (Dit geldt vooral
voor afd. 0.).
Daarentegen voldoet keurig schrift en
met zorg gemaakt werk, oneindig beter.
Dat werk stemt prettig onkomt voor
op in de rij; wordt het eerst geplaatst en
is in den regel ook het beste van inhoud,
want dat werk is doordacht en is met
zorg behandeld.
En nu wil ik, vooral met het oog op de
opstellen, verhaaltjes, sprookjes en vers
jes, nog even jullie van onze afspraak van
den vorigen keer herinneren; beschrijf
ieder velletje papier slechts van één kant:
dat is voor de zetters gemakkelijker en het
hoort zoo. En danen dat zou ik jullie
wel willen toeroepen tot je ooren ervan
tuiten wat je inlevert moet eigenge
maakt en eigen gedacht werk zijn.
Afgeschreven versjes, en afgeschreven
verhaaltjes en sprookjes leg ik op zij en
de nieuwe- gaan voorop. Eigen werk telt;
al het andere is. me geen kuip voor den
neus waard.' Afschrijven of „plagiaat ple
gen" zooals dat met een vreemd woord
heet is geen kunst, is ook geen ver
dienste. Denkt daaraan mijn vrienden-
En nu aan 't werk. Ik verwacht groot en
klein op het appèl. Allen, die ons blad en
onze rubriek lezen, moeten meedoen. De
kinderen van Leiden en die van de dorpen
rondom Leiden, allen, die de Leidsche
Gourant ontvangen en lezen verwacht ik.
Ik verwacht er 300 of zou ik me vergis
sen?
Vóór 1 Mei moet alles binnen zijn.
De brieven worden gestuurd aan:
„De Leidsche Courant",
Afd.: K i n d e r r u b r i e k.
Rapenburg 10. Leiden
v
DE RAADSELS.
A. Voor de Kleintjes van 6 tol 11 jaar
No. 1.
Kunt ge dit goed lezen:
A
ande vru
ch
Tenkent men
den H
Oom
No. 2.
Maak t liet volgend versje eens af, dan
kan ik zien wie van jullie een dichtertje
qf dichteres je wordt.
Blank en Zwart
door H. G. de Lille Hogerwaard.
Een heel klein ncgerinnetje
Kwam uit het warme
Een blond en blank klein kereltje
Kwam van 't Noorder
Zij spraken elk hun eigen
Die d' ander niet
Verlegen stak de negerin
Haar vinger in den-
Zij dacht vast in haar negertaal:
Wat babbel jij toch', zeg?
Het blanke, blonde kereltje
Stak beide handjes
Hij hield ze heel stijf in zijn
Dacht zeker in zijn
Als ik dat moisje een handje
- "Werd 'k ook zwart, heelemaal!
W
Zoo blijven dan de negerin,
En 't blonde ventje staan.
Geon. die een woord meer zeggen durft
Elk kijkt de ander
De Moeder van den kleinen baas
Ziet 't tweetal om den
Wacht! denkt zij ik geef
Blank en Zwart
Een lekker dik stuk
Weg is nu alle „vreemdigheid"
Het tweetal lacht en straalt,
Geen wonder ook als je zoo op eens
Zoo heerlijk wordt
Het ijs is nu gebroken en
Zij spelen saam nog lang.
Begrijpen doen z'elkaar toch wel,
Niet één is er meer
No. 3.
Hoeveel cent is driemaal dc helft van
het vierde deel van 1 gulden?
No. 4.
Vul in:
Het paard is g.... ens....
De koe is nen t
De hond is wen t
De kat is ven v....
No. 5.
Wie van jullie is knap? Hieronder staan
dc lettergrepen van 5-drieleltergrepige
woorden. Zoekt ze dan eens?
men
jas
re
ne
0
ma
ver
bui
bloe
gm
pel
geur
schijn
gel
B. Voor de Grooten, van 11 jaar en ouder.
No. 1.
Welke vrucht bestaat uit:
le een man, die in de keuken hcerscht.
3e. een dier uit den stal, en
3e. een boomvrucht?
No. 2.
1 2 3-1 zijt ge zelf.
2-3-4 vindt ge in ieders aangezicht
I 1-3-4 wordt geg 'ten.
4-3-2 maakt de apotheker, en
1-3-2 is koud.
Vul nu 1, 2, 3, 4 eens in.
No. 3.
Een hoofdstad in Amerika
Schrijft men met 1 tot 10
En 9, 10, 10, 3 is bij
Den timmerman te zien.
1. 2 dat is uw vader, kind!
5, 6 uw mee, teer bemind
Door allen, groot en klein,
Terwijl 1, 3, 8, 5, 6
AVel zal de beste zijn
3, 8 dat is weer 7, 8
Raad nu die hoofdstad, geef wel acht.
No. 4.
Een garnizoen, sterk 1000 man,
Heeft voor 26 weken proviand, dat
weet ik er van.
Maar. hoe lang zal de voorraad strekken,
Als na 5 weken, 300 man vertrekken.
No. D.
L a d d o r r a a d s e 1.
le sport, een meubel, dat in geen
zitkamer ontbreekt.
2e sport, de naam eener maand.
3e sport, een stad in Noord-
Brabant.
4e sport, iets door den schoen
maker gebruikt wordt.
5e sport, een roofdier.
6e sport, een zangvogel.
7e sport, een insect.
8e sport, een zoute vloeistof.
De woorden bestaan alle uit vijf letters
en de middelste letters vormen, van boven
naar beneden gelezen, een jongensnaam.
Welke naam wordt bier bedoeld?
C. Voor allen.
Maak een verhaaltje of opstel over een
der volgende onderwérpen:
Wie niet wil hooren, moet voelen.
Jong gewend, oud gedaan.
De Lente.
Een Reis met hindernissen
of;
een versje over: De Lente komt. De Paasch
vacantie, De Ooievaar, Het Voorjaar, De
Meimaand, Het Paasch feest, Hoc* deze
winter was
of:
Een Sprookje maar.zelf verzinnen.
En laten we nu eens een enkel woord
zeggen over.de prijzen.--Ze liggen voor me
en kijken me an, alsof ze zeggen willen:
„zou jc soms ook eentje in de wacht wil
len slepen" en in stilte zou ik daarop wil
len antwoorden „heel gaarne", zoo'n prijs
je lijkt 7uij ook wél, maar ik gun om net
zoo lief een mijnor vriendjes of vriendin
netjes. En als ik dat Zeg, is dat immers
een bewijs, dat zoo'n prijs waard is, dat or
in fig. zin altijd, om gevochten wordt. Ziet-
daar! Moet ik nu nog meer van deze prij
zen zeggen? Mij dunkt, dat ik het hierbij
laten kan enzég ten slotte dat de prij
zen volstrekt niet minder zijn, dan die van
den wedstrijd in de Kerstvacantie en die
waren toen, alle in den smaak gevallen,
hoorde ik van de gelukkige winners en
winsters, niet waar? 4 Reden te meer nu,
om mee te doen.
En die prijzen zijn nu:
1. Toiletgarnituur.
2. Koperen rozenbowl.
3. Een paar vaasjes.
4. Doos luxe postpapier.
5. Aschbakje of speldenkussen
6. Spaarpot.
7. Troostprijs een boek.
8. Troostprijs een boek.
9. Troostprijs een boek.
Vr agen:
Mietjes groene strik?
Vaders gebroken pijp?
Mijn rechter handschoen?
Oom Dirk's overjas?
Onze Putter?
De opgepeuzelde leverworst?
Pieler's ongeduld?
Een giraf?
Onze glazen kast?
Mijn npef Chris?
De bok?
Jantje's les?
Opperbest schoensmeer?
Die slagreeen van gisteren?
Adriana's fluweelen rokje?
Eén ruiker viooltjes?
Onze rommelkamer?
Mijn hart?
Vaders laarzentrekker?
Anna's speldenkussen?
Miin kleine luchtballon?
Mijn broeders krulhaar?
Onze mooie laurierboom?
Onze huispoes Alios?
I
Een bord room?
Een bundel schapenwol?
Richard's geheugen?
Mijn verjaardag?
De bruine suiker?
Miin vriend Robert?
Mijn broeders bouwdoos?
Een bak met jonge kreeften?
Het mooie gouden papier?
Onze hanglamp?
Een zware karper?
Neeltjo's ponje?
De vos in den stal?
Zietdaar mijn vriendjes liet bedoelde
de vacantie te maken. Voel plcizier ermee?
Een goede daad.
Er was eens een meisje, dat beek heel
graag een pop woe hebben. Ze had het al
zoo dikwijls aan liaar vader gevraagd.
Eindelijk was de dag aangebroken, dat zc
de pop mocht koopen. 't Was een mooie
dag, (loch erg koud, want het had hard
gevroren. Het meisje ging met haar va
der de pop halen. Ze waren ongeveer hal
verwege, toen zij een arme vrouw zagen
aankomen. Deze ging regelrecht op hen
af en vroeg aan haar vader een aalmoes,
maar vader had juist geen geld bij zich
cn zei, dat zij morgen maar eens terug
moest komen. Maar de vrouw zei: „ik heb
zeven kindertjes en deze hebben gezegd,
dat ik niet terug mocht komen of ik moest
wat meebrengen. „Nu", zei 1 meisje op-
Nu aan 't werk. Hoc- meer, hoe lieva
Laat ook de achterblijvers van weleer
toonen, dat ze zich gebeterd hebben
niet meer tot den groep dér Jan Salï
beliooren^ maar thans meestrijden in
voorste gelederen van onm. keurbende, di
in haar banier schreef: „Wie niet waagt
niet. wint!"
Tot ziens dus allen voor 1 Mei a.s.
Mei veel succes en met vriendenliaa
en clan voor U en huisgenooten „Zalig Pa
schen" en prettige vacantie.
De Redacteur.
En het beantwoorden der vragen, cn
beantwoording der brieven, én liet vervol
van ons sprookje moet tot de volgend
week blijven liggen, omdat ik jullie meteti
een nieuw Vraag- en A n t woord e i ïsp'el \ri
leerén zelf te maken.
Jullie schrijft de vragen en antwoordt
op afzonderlijke kartonnen kaarties en o
flink doorgoschud en gemengd te zjj
aan alle kinderen of groote menschen di
meedoen uitgedeeld en voorgelezen. Op d
vragen van den een volgen de antwoorde
van den ander. Ge begrijpt dat er cle ed
sfe antwoorden op de wonderlijkste
gen kunnen volgen. Bijv.: Als op Rich;
geheugen? eens geantwoord wordt: Is
aagsel en zand gevuld of andere dw
samenvoegingen.
Tn een verloren uurtje is het een aardi
tijdverdrijf.... en ieder van u is in staat
zöo'n spel zelf te maken.
Hier komen de vragen en dc antwoor
den.
Antwoorden
Is in 't bosph verloren.
Wordt eenvoudig in do kachel geworpen
Werd verkeerd aangetrokken.
Wordt behoorlijk uitgeklopt.
Eet 's morgens het meest.
A Was een halve meter lang.
Bereidt mij groote zorgen.
Werd door onze stad rondgeleid.
Viel om en brak met. zijn geheelen inhoud
Komt overmorgen bij ons.
Is aan zijn horens te herkennen.
Wordt in zijn bedje geleerd.
Verkoopt mijn buurman Gornelissen,
Veroorzaakte een groote overs I rooming-
Is olijfgroen van kleur.
Wgrdt in versch water gezet?
Wordt druk door muizen bezocht.
Klopt liet sterkst., wanneer ik loop.
Is onder de kast geschoven.
Is met zaagsel en zand gevuld.
Ontplofte:
ls lichtblond van kleur.
T.s bevroren; doch 't is mijn schuld niet.
Heeft daar net twee vette muizen
opgepeuzeld.
biet de keukenmeid uit de hand vallen.
Ts voor een paar kousen verbruikt.
Gaat daag'iijks achteruit; hoe zal dat
eindigen?
Valt op den 3den Maart.
Smaakt goed: ik heb ze daar juist
Ts erg verkouden.
Ts van beschilderd hout.
Werd op onze vischmarkt verkocht.
Is in twee stukkon gescheurd.
Kost dertien gulden.
Werd daar juist schoongemaakt.
Ts op z'n Paaechbest gekleed.
Eet liever haver dan hooi.
••pel. Dit is een uitstekend werkje om i
De Redacteur.
eons: „O vat' v, ik heb toch geld bij fljj
Ja, zei vader maar daar moet je toch ee®
pop voor koopen? O neen vader, dafl
hoog ik de pop niet te hebben en nu kreeS
do vrouw 't geld en Suze ging met haaf
vader naar huis zonder pop, maar
was toch gelukkig want ze liad goed
daan, dat wist ze wel. Zeg vader, zei Jb
vindt Onze Lieve Heertje dat nu nietfM
dat ik dat gedaan heb? Nou of Onze D
dat fijn vindt, dat geloof ik wel. Toe»
Suze 's avonds te bed leg en droomde, ^a*
ren vader en moeder een nieuwe pop weze
koopen voor Suze en toen deze nu on'
waakte, za ter toch een pop voor haa
bed. Nu was zo overgelukkig, dat kunne
jullie wel begrijpen.
Jan Bakker, Hillego®'