Paasclici Catau. Op Goeden Vrijdag en Paasch-Zaterdag Er zou zeker niets van terecht zijn geko men, als zij dit avontuur had meegemaakt, want nadat mijn gehpele bemanning te water was geraakt, moesten wij ons zoo goed en zoo kwaad als dat gingv drijvende houden op wrakhout en drijvende Voorwer pen. Ik kan niet zeggen, hoe lang wij in het water hebben gelegen. Misschien is het wel anderhalf uur geweest, maar je hebt in dergelijke omstandigheden maar weinig idee van den tijd. Wij bleven zooveel mo gelijk bij elkander en schreeuwden onop houdelijk om de aandacht te trekken. Ik ben opgepikt door een boot van de „Glan Monroe" en verscheidene leden van de be- manning zijn eveneens opgepikt. De „Glan Monroe", zoo hoorde ik later, was direct na het ongeval voor anker ge gaan en heeft twee booten uitgezet om ons te gaan zoeken, maar dat heeft allemaal lang geduurd. Door ons schreeuwen opmerkzaam ge worden, wisten de twee reddingbooten van de „Glan Monroe" ons ten slolle te berei ken en zoo zijn 21 man van ons opgepikt. De bemanning van „De Jonge Catharina" bestond uit 25 man. Vier van de vermis ten heb ik niet meer gezien. Ik vermoed, dat de eerste machinist, J. B. H. Sissele, in de machinekamer is gebleven en niet meer tijdig aan dek wist te komen. De reddingsbooten van de „Glan Mon roe" hebben ons overgegeven aan het Duitsche bergingsvaartuig „Löwe". Dit vaartuig lag in de haven van Vlissingen en is op draadloos geroep om hulp van de „Glan Monroe" in zee gestoken. Ik heb onmiddellijk, toen ik aan boord van de „Löwe" was, appèl gehouden en bemerkte toen, dat vermist zijn: de le machinist J. B. H. Sissele, uit Den Haag, de lichtma troos Oosterman, uit Maassluis, de Duit sche matroos Reinders en de Duitsche sto ker Kubang. Al de overige mannen waren goed aan boord van de sleepboot geko men. Onderweg zijn er zes gestorven, meest door uitputting en door de koude. Toen wij in de redingboot kwamen, heb ik direct de riemen gepakt en ik trachtte ook de andere schipbreukelingen aan de riemen le krijgen, opdat zij in beweging zouden komen. Doch bij sommigen was er geen beweging meer in te krijgen. Een relaas van den 2en stuurman. Do tweede stuurman, die bij de aanva ring dienst op de brug had, deelde mede, dat men om drie uur voor Vlissingen was en de zeeloods aan boord kroeg. Hof, was zoowat half vier, toen de „Clan Monroe?' in het zicht kwam. Het was toen eenigs- zins heiig en het vaarwater was niet bij zonder breed. De voorgeschreven seinen waren gegeven. De stuurman hoorde op het Engelsche schip "nog het sein geven om achteruit te stoomen, maar toen was het te laat. De „Clan Monroe" voer hel Nederlandschc schip achter het midden aan en doordat de groote Engelsche boot zwaar geladen was, was de aanvaring zeer krachtig. De 9000 ton groote Jonge Ca tharina, eveneens zwaar geladen, o.m. met ijzer, zonk onmiddellijk. De tweede stuur man wist een luik in zee te werpen, aan jvelk luik hij met vijf anderen zich langer dan een uur hebben vastgehouden. Van de vier vermiste personen heeft men den lichtmatroos Oosterman nog wel gezien, maar deze is niet opgepikt. De eerste machinist Sissele lag te kooi, maar is, toen hij gewekt was, naar de machine kamer gegaan. Toen hij terug wilde komen heeft het binnendringende water hem den weg versperd en zoo moet hij op verschrik kelijke wijze aan zijn einde zijn gekomen. De indruk, dien de stuurman kreeg, was, dat men aan boord van het Engelsche schip eerst heeft nagegaan, of men zelf ook averij had gekregen. Toen is men eerst booten gaan uitzetten. Intussehen waren de schipbreukelingen ver weg ge dreven, zoodat het geruimen tijd duurde, voordat de 22 personen allen waren op gepikt. Volgens onzen zegsman was op dat oogenhlik alleen nog de 3e machinist Kool overleden. De andere o, wier lijken thans te Vlissingen zijn, gaven allen nog tceke- nen van leven en aan boord van de sleep boot „Loewer" heeft men tijdens bet over brengen van de schipbreukelingen naai' Vlissitigen alle denkbare pogingen aange wend om de levensgeesten weer geheel te 'doen terugkeeren. Deze stuurman was reeds 2 jaar op deze boot en maakte zijn laatste reis, alvorens op school verder te leeren voor eersten stuurman. De eerste stuurman, Meynderts, die on- 'der de slachtoffers behoort, was Zondag uit Antwerpen nog naar Vlissingen ge weest om zijn aanstaande, met wie hij na deze reis in het huwelijk hoopte te tre den, te bezoeken. De „Clan Monroe" verdwenen. Men meldt nog uit Vlissingen: De marconist der „Jonge Catharina", die eerst aan boord van de „Clan Mon roe" was gebracht is nu ook hier in het ziekenhuis opgenomen. De justitie uit Mid delburg is met een motorsloep van het Nederlandseh Loodswezen naar de Wie lingen vertrokken, doch de „Clan Mon roe" was verdwenen. Het schip zou vol gens berichten, na verkregen instructies van de reederij, niet de reis naar Ant werpen hebben voortgezet doch van koers zijn veranderd en weer naar zee zijn ver trokken, zeer vermoedelijk uit vrees, dat ingevolge een civiele actie der Nederland- sche reederij, het schip in beslag zou wor den genomen. De „Soerakarta". De „Soerakarta" is gistermiddag te on geveer drie uur vlotgekomen, eu te kwart over vier in de haven van Schiedam naast het groote dok van Wilton gemeerd. Zoo- dra het dok vrij komt, zal de „Soerakarta" daar gedokt worden. Toen de pogingen, om de „Soerakarta" gistermiddag vlot te krijgen herhaald wer den, was het bijzonder hoog water, nog hooger dan Woensdag zelfs. Bovendien had men de lading overge- tremd, zoodat het achterschip gerezen was, waarbij men door middel van waterballast het voorschip kon laten zakken. Door dezen maatregel was men in slaat, eenvoudig door nu recht vooruit te geven, de „Soera karta" vlot te krijgen. Aan dit vlotkomen werkten mede de sleepbooten: „Wite Zee' „Waterweg", „Hoek van Holland", JJsselmond" en Kralingen", allen van „Smit's Internatio nalen Sleepdienst", en twee booten van Wilton te weten „Drymmond" en „Slip way". Hei wrak van de „Schelde"' Nu de „Soerakarta" althans voor drie kwart is opgeruimd, is "Van der ?aVs Bergings-Mii begonnen me-, de opruiming van het wrak van de ..-Schelde". De bok ..Kolossus", lichtkracbt 170 ton, ligt thans bij de „Schelde". Het is de bedoe ling liet wrak door den bok te doen lich ten én hangende in de takels weg te slee pen. Kade verzakt. De Lage Loskade langs den Rijn te Arnhem is over een lengte van ongeveer 25 M. verzakt, in de eerste nlaats tenge volge van den ondeugdelijken toestand van de beschoeiing, waarop de kademuur rust, maai- mede door het uibaggeren van •de rivier voor den wal. Men vreest, dat dë kade op meer plaat sen zal bezwijken. Tragisch. Uit hel gezin van zekeren J. N., te Wouw. zijn binnen een tijdsverloop van slechts zeven weken de moeder, eea doch ter van 17 jaar en een zoontje van 14- jaar aan T. B. C. overW"» G^teren w -d het derde slachtoffer uit het gezin ter aarde be steld. Door den bliksem getroffen Tijdens een kort maar hevig onweer Woensdagmiddag is de 58-jarige landbou wer Roeks te Ambij, die bezig was op het veld te arbeiden, door den bliksem getrof fen en op slag gedood. Doodt'ijk ongeluk. De siroonienner Smit te Zuidbroek (Gron.) geraakte onder een slapel slroo- pakkeu en overleed aan de gevolgen. Moeder en kind verdronken. De vrouw van R. Grijpsma le Warfs!er- molen. is bij een poging lot het redden van haar kind. in de gracht aldaar geraakt en met het kind verdronken. Een noodlottige botsing. Nabij de gemeente Winsum (Gron.) ïs de heer J. Ezenga, wonende te Grijpsloot, met zijn motor tegen een boo-m gehotst en dadelijk aan de gevolgen overleden. De overledene laat 5 kinderen achter. Eerlijkheid beloond Een landman verloor op de Amersfoort- sclie markt zijn portemonnaie met f 95. Voor de juffrouw, die het verlorene ge vonden en op het politiebureau had gede poneerd, liet de landman een briefje van f 25 achter. Insluiper aangehouden. Te Herkenbosch drong gisteren een Duitscher de woning b'nnen van den pas- Ingezonden Mededeeling. HAARLEMMERSTR. 262-265. Bezoekt oms street Uwe kinderen. neven wij bii aankoop van 2 gulden een Joncensoakjes. Nieuwste Schortjes. Heeren Overhemden. Kousen en Sokken. Corseften. PIECK 10614 Verkoopt uitsluitend DEGELIJK GOED. toor, toen deze zich met zijn huishoud ster in den tuin bevond. Een derde hu?sg&- noot, die op een der bovenkamers ziek te bed lag, werd den indringer, die zich ver moedelijk wilde doen insluiten, om des nachts zijn slag le slaan, gewaar, en riep om hulp. Hij werd door den gemeenteveld wachter aangehouden en naar de gevange nis te Roermond overgebracht. Inbrekers gevat. De Arnhemsche politie heeft twee perso nen aangehouden, onder verdenking 600 te hebben gestolen uil een kantoor aan de Beekstraat, waar ze zich door inbraak toegang verschaften. Ook een derde per soon, die zich aan heling zou hebben schul dig gemaakf, is gearresteerd. Allen zijn üaar bet Huis van Bewaring overgebracht. Brutale diefstal. Te Koewacht heeft een dievenbende met twee karren een bezoek gebracht aan de schuur van dn landbouwer de M. en alle kunstmeststoffen 'opgeladen en vervoerd. P4ag een geheime branderij Twee rijksambtenaren en twee recher cheurs uit Maastricht hebben bij N. W. te Gulpen, in zijn woning een geheime bran derij ontdekt. De" toestellen en materialen werden in beslag genomen, benevëns een 50 a 60 liter alcohol van 80 percent, welke nog in het lokaal aanwezig was. W. is voorloopig* in de marechausseekazerne in bewaring genomen en -wordt ter beschik king van» den oficier van Justitie gesteld. Een passage 1e. Nijmegen Nijmegen zal binnenkort met een pas sage verrijkt worden. De firma Vroom en Dreesman laat n.l. eenige panden op de Markt en aau de Broerstraat afbreken om ze te doen verhouwen tot een eigen Pas sage met winkelgalerij. Molens De raad der gemeente Blaricum heeft met vijf legen twee stemmen, van de beide wethouders, zich verklaard tegen het voor stel van B. en W. tot aankoop en herstel ling van den windkorenmolen, niettegen staande de rente van de daarvoor benoo- digde leening ongeveer door de buur kon worden bestreden. Door dit besluit gaat dc oenïg overgebleven houdbare molen in het Gooi verdwijnen. Een koddig gezichi Ds. A. K. Straatsma te Zandvoort, ver telt in PniëJ: Ik weet van oen dominee, die voor het eerst in een- eenvoudige plattelandsge meente huisbezoek ging doen. Hij was al eenige dagen op weg en naderde een huis, waar fwee broers woonden met een huis houdster. Ze "waren allebei ziek, die broers en lagen heel broederlijk, in dezelfde bed stede. Dat was uou focli verschrikkelijk jammer, dat ze der» nieuwen dominee zoo weinig officieel konden ontvangen. Zoo, voor de eerste maal, in een blauwen, grauwen borstrokneen, dat ging niet, ze besloten om dan ten minste den hoogen hoed er bij op le zetten. Zoo vond de do minee ze in de bodstede, naast elkaar zit tend in den blauwen borstrok, met den „liooge" op. Burgemeester contra veearts. In de Zaterdag gehouden vergadering van den raad der gemeente Tienhoven is bij de rondvraag de vleeschkeuringswet ter sprake gekomen. Wethouder De Jong zeide, volgens bet verslag in de Schoonh. Grt, o.m. dat de keuringsveearts te Tienhoven er een eigen aardig systeem op na houdt. Als er een keuring plaats gehad heeft van een paard of koe en de veearts keurt bet af en er wordt een herkeuring aange vraagd waarbij het beest wordt goedge keurd, dan is Goedhart niet meer te hou den en beweegt hij aarde en hemel om zijn zin te krijgen. Dan haalt hij er den in specteur bij. Hot is ie»I de Vleeschkeuringswet een heele konkelboeleen omkoopersbende. en ik °-eloof, dat er geen waarheid bij is. Burgemeester C. W. Luijendijk zeide, dat hij in don korten tijd, dat hij bier is, zeer veel ondervonden beeft. Kwade trouw en laster hebben z.i. tot voor korten tijd vooral in Ameide gezegevierd. Zeer waarschijnlijk is van alles de oor zaak de toepassing van de Vleeschkeu ringswet. vSnreker zette dit nader uiteen en ver telde dat de kwade trouw was gaan zege vieren to°n bij gemeend had een zekeren Barton, die wegens een overtreding van de vleeschkeuringswet tot gevangenisstraf was veroordeeld en die „voor de geheele streek onmisbaar is en zepr veel veeartsen de loef afsteekt", te moeten helpen. ,Re vroegere gemeente-secretaris van Ameide beeft zelfs gezegd, vervolgde spreker, dat ik met Barten samen doe in rloode koeien. Fr waren drie redenen, dat ik Ba.rlen wilde helnen. Ten eerste Barten zelf, ten tweede de landbouwende bevolking, en ten derde ae gemeente Ameide en Tienlio- ven zei F. Ik zie niet graag iemand van mijn gemeenten in de gevangenis en daar om wilde ik Barten er buiten houden. Bar ten is voor de landbouwende bevolking on misbaar als verloskundige. En wat de derde re'7en betreft, de gemeentewaren lus ten ook wel eens een stukje vleesch dat goedkooper verkocht wordt, tón spijt van de slagers. Wat kan men beter doen, dan de ingezetenen on allerlei wijze tegemoet komen en helpen? Goedhart ontziel zich niet van de meest vooraanstaande keuringsveeartsen do dwaaste dingen te vertellen en ook van mij. hebben hem in de vergadering van TL en W. laten komen en daar heeft het zoo gpspannen, dat hij er maar uit weg gezonden is. De geest of de letter der wet. dal maakt een groot verschil. "Bii bet verdere, debat bleek o.m. dat de heèr Goedhart voor vasl is benoemd voor Ameide en daardoor ook voor Tienhoven. Er werd toen mei aWmoane stemmen een voorstel van wethouder De Jong aangeno men om aan Ameide voor te stollen, de re geling van gemeenscha nneliike fcëuring van vee en vleesch met Tienhoven te ver breken. De Voorzitter: Ik wil nu nog even een toelichting geven öp de beruchte zaak van Ameide. In bet openbaar wil ik hier dank zeggen aan Van Beek, den - gemeenteveld wachter. Hij heeft nip! geluisterd naar hel zoet* gefluit van het kapitaal, dat ge- heersebt beeft en wilde Mijven heerschen in Ameide. Hij heeft zich niet laten oro- koopen zooals' anderen, maar hij beeft zich gehouden aan eer en geweten BuitsüL Bsriclitsn Griep-epidemie. Uit Praag wordt geseind: In het Oostelijk deel van "Moïavië heerscht een griep-epidemie, die zoo hevig is, dat men van plan is, de scholen te sluiten. Ernstig auto-ongeluk te Hamburg. Naar uit Hamburg wordt gemeld, heeft de zeer groote belasting der in verband met. de vèrkeersstaking voor het vervoer van personen gebruikte vrachtauto's gis teren aanleiding gegeven tot een ongeluk, waarbij drie personen ernstig en tien licht gewond werden. Een auto, waarin 20 per sonen zaten, wilde met groote snelheid een anderen auto, waarin 15 personen gezeten waren, inhalen doch reod het voertuig aan, dat op het trottoir terechtkwam er tegen een huis opreed. De botsing Wa, zóó hevig, dat de spiegelruit totaal ver- nield en de muur ernstig beschadigd werd. Groote brand. Een Wolff-telegram uit Berlijn meldt dd. gisteren: In hel plaatsje Sommersdorf nabij Stet tin, is gisteren in een huis brand ontstaan. Het vuur greep zeer suel om zich heen ca legde bijna het heele dorp iu asch. Ontvoering te Chicago. De 12-jarige zoon van den heer Graft, oen der rijkste burgers van Chicago, is door onbekenden ontvoerd. Men vreest dat hem hetzelfde lot heeft getroffen als indertijd het slachtoffer van de moorde naars Loeb en Leopold, Een duistere diefstal Uit bet residentieslot te Dresden zijn een waardevolle porceleihen figuur uit den Kendlersclien tijd, een meerkol voor stellend, alsmede een 24 eM. hooge blauwe vaas uit de jaren 1725—30 gestolen. De diefstal schijnt zeer merkwaardig daar liij gedurende de gewone bezoekuren niet kon worden bedreven. Ook bad de dief een copie van het Kendlérscbé werk, en deze op de plaats van bet origineel ge zet, zoodal de inbraak, welke misschien; maanden geleden reeds gebeurd is, eerst nu ontdekt werd. De politie tast daarom nog volkomen in het duister. Het perso neel wordt niet verdacht. Een gemeenteraad van vrouwen Er hebben te Winsiow (Arkansas) ge meenteraadsverkiezingen plaats gehad, die tot resultaat hebben gehad, dat de stad zich in een vrouwen-regeering mag ver beugen. Mevrouw Maud Duncan, een jour naliste, is burgemeester es, terwijl ook alle raadsleden vrouwen zijn. LAND- EN TU8MBOUW Onze boter-invoer in bet eerste kwartaal 1925. Volgens een mededeeling van de directie van den Landbouw in ,Hber", bedroe- le invoer van boter in de periode van 1 Ja nuari tol en met 28 Maart 1925: 1. 189.000 KG. bruto. Daarvan kwamen bijna 1.014.000 K.G. (d. i 85 van het totaal) uit Australië. Het laat zich aanzien dat de hoterm- voer van dit jaar dien van 1924 zal over treffen, toen ongeveer 1.600.000 K.G. wer den ingevoerd, waarvan ruim 995.000 K.G. uit Siberië en slechts 314.000 K.G uit Australië. De invloed van licht on de hoedanigheid der boter. Dat licht een schadelijken invloed op de qualileit van boter uitoefent, zal velen be kend zijn. Deze zaak is in Duilscbland blijkens een bericht iu» het „Officieel Or gaan" van den F. N. Z„ nader onderzocht Bekend was reeds dat de roode, oranje en gele lichtstralen voornamelijk warmte stralen zijn, terwijl ze chemisch geheel onwerkzaam zijn. Daarentegen veroorzaken de blauwe en groene lichtstralen geener lei warmiswerking, maar zij kunnen zeer krachtige chemische werkingen teweeg brengen. Deze eigenschappen treden zeer duide lijk op, wanneer men boter eenigen tijd aan de werking van het zonlicht blootstelt. De boter neemt dan reeds vrij spoedig een talkachfigen smaak aan. terwijl ook liet uiterlijk verandert: de kleur der bo venste laag wordt wit. Hoe sterker de. be lichting is, des te sneller verandert ds boter. Daar het niet raadzaam is, de belich ting in de botermakerij te verminderen, wordt aanbevolen deze te doen plaats heb ben door gekleurd glas, rood, geel of bruin. Voor kiinstverlichting is eleetrisch licht het meest aan te bevelen: petroleum- of earbidlïebt. zijn minder gewenscht. De boter is bet gevoeligst voor het directe zonlicht. Mede om de inwerking van het directe zonlicht op melk, room of boter zooveel mogelijk te beperken, worden lokalen als het roomzuurlokaal, oproomlokaal en de boterkelder hier le lande aau den noord kant der fabriek gebouwd. Bij het aan brengen van lichtscheppingen in het dale worden de ramen bij voorkeur naar het noorden geplaatst. Met het oog op de zindelijkheid in de fabriek is het echter niet gewen-* lil, dn raamopp er vlakte te beperken. Alleen zorge over de blanken herroepen en mij den dood uws vaders vergeven hebt. Vergiffe nis om de liefde van God, wiens ge nade ook gij zoo zeer behoeft. Nu draaide alles voor de oogen des ne gers als in eenen cirkel rond, want voor hem had nog niemand geknield: voor hem had nog nooit een blanke bet hoofd gebo gen. Nu smeekte zijn heer óm genade, zijn heer dien hij zoo zwaar heleedigd had. Slechts door de beschikking van een al machtig Wezen kon zoo iets gebeuren, slechts uit liefde voor dat algoede Wezen kon Morgan knielen. Welk een schoon geloof moest het zijn, hetwelk den trots des menschen zoo weet ,te fnuiken en een met honderd dolksteken gewond hart tot verzoening, ja zelfs tot toederige bede om vergiffenis aan drijft. De nog kort te voren van wraakzucht gloeiende ziel van Zombo boog zich in den geest voor den God der Christenen; zijn gemoed vloeide over van weemoed. Hij richtte den geknielde op, weende heete tranen op zijne banden, die hij vol ontroering kuste, eu wierp zich toen voor Morgan neder, wiens voet hij op zijnen nek plaatste als een teeken zijner onder worpenheid en trouw, welke hij beloofde, voortaan nimmer weer uit bet oog te zuh len verliezen. Plotseling vertoonde zich een licht, als fcloegen verscheidene bliksems tegelijk het heerenhuis in, en onder een donderend gekraak stortte de voorgevel naar beneden De ontroering in de gemoederen was te groot geweest, dan dat men zou gelet hebben op het brandende huis, en de mis sionaris, die gedurende de verzoeuing tusschen den meester en den slaaf, zijn ge moed, dal de Voorzienigheid loofde en dankte, ten hemel ophief, riep, door het donderend gekraak in de gevaar dreigende, wezenlijkheid terug bracht: Weg, weg uit een huis, waar dood en verwoesting van alle zijden met onweer staanbaar geweld binnendringen. Zombo greep nu zijn meester, dien de rookmassa's bijna verstikten, met forsehe hand aan en ijlde met hem door de deur, die reeds stond te waggelen, naar buiten. Met vluggen tred volgde hen de geestelij ke, en nauwelijks waren zij eenige schre den verwijderd van de in lichtlaaie vlam staande woning, of zij stortte in elkander, terwijl de zich door de vlucht reddenden door eene wolk van rook en asch overdekt werden. Dit heet in waarheid een nacht van genade, sprak de geestelijke met aandoe ning, terwijl hij liet oog op den branden den puinhoop richtte, onder welken zij allen zouden verpletterd zijn, hadden zij nog slechts een minuut langer getoefd. XIX. Besluii. Evenals het licht der zon, dat uit het Oosten door den grauwen morgennevel henen brak, drong liet licht der waarheid in het gemoed van Zombo, tot wien de mis sïonaris bijna den geh celen nacht, terwjil Morgan uiterst afgemat, was ingesluimerd, woorden van liefde en bekeering sprak. De deugdzame missionaris was een men- schenkenner en beijverde zich om meer op het gemoed dan op het verstand van dit natuurkind, den onontwikkelden, maar diepgevoelendeu reus te werken, die zich aan hem sloot als de klimop'aan den eik. Wat Morgan betreft, door de laatste ontzettende gebeurtenissen gevoelde zich de tot God teruggekeerde buitengewoon geschokt en verzwakt en nadat hij nu on-' der (1e schaduw van hooge palmboomen een rouwmoedige belijdenis zijner schuld had afgelegd, week zijn lust tot reizen; te meer daar hij rich niet bestand achtte te gen zulk een vermoeienden zeetocht en slechts naar een zaligen dood verlangde. Hij bleef (laar, om in het oord, waar hij dagelijks op de graven zijner dierbare afgestorvenen bidden en zich door de bouwvallen van zijn voormalig aardsch geluk daadwerkelijk overtuigen kon, hoe ijdel alle rekeningen zijn. Morgan verkocht de bezittingen, welke hij op de hooge vlakte der bergen had lig gen, aan een wakkeren man en liet nu voor rich een eenvoudig huisje naast de puin- hoopen van zijn eenmaal zoo trotsch hee renhuis optrekken. Hier bleef hij tot het einde zijner da gen, rliende God en gaf zich alleen aan godsdienstige betrachtigen en bespiegelin gen over. Zombo, dien de missionaris, welke ge durende den regentijd bij Morgan bleef, van eenen woesten heiden in een geloovige herschapen en hem het heilig Doopsel toe gediend had, verpleegde onverdroten zijn meester, en zoo dikwijls hij diens gelaat aanschouwde, dat dagelijks magerder en blocker word, gevoelde hij zich door droef heid en berouw aangedaan. Nauwelijks was een jaar verloopen, en Zombo plantte naast de twee kruisen, on der welke Lvdia en hare moeder rustten, een derde kruis. Schop en spade lagen naast den Afri can op de aarde, die zooeven het stoffe lijk overschot zijns meesters in haren schoot had opgenomen. Na een langdurig, met Ghristelijken moed en kinderlijke onderwerping door gestaan lijden was- Morgan zacht en in de hoop op Gods barmhartigheid ontsla pen. en (le nu bekeerde heiden stond voor de drie grafheuvelen die voor hem zoo vol beleekenis waren. De missionaris ontmoette hem nog eeni ge malen en telkens vond bij zijn kwee ke ling meer vatbaar voor de heilige in drukken van Christus' leer en heilige ge boden. Zombo was in waarheid Christen, een voorbeeldig. Christen geworden. Ook hij wilde dit oord niet verlaten: want al de plaatsen, die getuigen waren geweest van zijn ontzettende gruweldaden, moesten nu van zijn berouw, alsook van zijn innige vreugde in God getuigen. Op eenmaal verdwenen nu ook de ge duchte rechters uit de roode rotskloof; het was Zombo, die hen gebood op te breken, hen met een algeheel uitroeiing en verdel ging bedreigende, zoo zij hieraan niet on middellijk voldeden. Hij was uit hun af schuwelijk verbond getreden en vloekte het uur, dat hem in die moordenaars- spelonk gevoerd had. Zombo erkende het aan zijn leven en dat van Morgan: „Zonder godsdienst geen geluk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 10