ie Leidsche Courant"
Vierde Blad
Saterdag 28 Maart 1925
BiiitenLWeekoverzicht.
Het Rijkspresidentschap.
jfofgen hebben in Duitschland de verkie-
jjngen plaats voor het rijkspresidentschap.
peze verkiezingen zullen waarschijnlijk
piol dienen om een president te kiezen,
Üoch meer om vast te stellen, dat geen der
candidaten een absolute meerderheid heeft
'cebaald, zoodat een tweede stemming noo-
rjjg zal zijn. De Berlijnsche correspondent
van de ,yTel." heeft de volgende kansbere-
liouiag gemaakt.
1 Zooals de kansen thans staan kan men
pp grond der laatste Rijksdag-verkiezingen
leen globale berekening maken van het
'eantal stemmen, dat de verschillende
kandidaten zullen behalen. Daarbii moet
!mpn in het oog houden, dat bij de Rijksdag
herkiezingen de belangstelling algemeen
Vas, zoodat 80 pet. der kiezers bun bripf-
jje afgaven. Het is niet waarschijnlijk, dat
;er dezen keer zoo druk gestemd zal wor
den. Waarschijnliik echW zullen de ver
kondingen wel dezelfde blijven.
Dit vnoron gesteld berci-A^t men dat
tfarres tien A twaalf milHoen stemmen
jal behalen. Zijn candidatuur wordt ge-
'jleund door de Duitsch-Nationalen, de
Volkspartij, de Economische Partij, de
Duitsch-Socialen en een gedeelte der Völ-
;Iachen B r a n n kan theoretisch op
'acht millioen socialistische stemmen re-
Wn. Marx wordt behalve door het
Centrum ook door de kleine partij der
Hannoveranen gesteund. Men taxeert hem
Dp 4.200.000 stemmen. De democratische
blader» verwachten, dat bun candidaat, dr.
Hel 1 p a c h, twee millioen stemmpn zal
behalen. Het cijfer schijnt nogal geflat
teerd. Anderhalf millioen Beieren hebben
ilen plicht op hun minister-president d r.
Held te stemmen. T h fi 1 m a,n n, de
'communist rekent op 24 millioen kiezers,
ten berekening die moeilijk te controleeren
halt, daar geen partij zoozeer aan ups en
'downs onderhevig is als de communisti
sche. Generaal Ludendorff kan, !n-
jlieD hii zijn candfdatuur handhaaft, en
Ee Nationaal-Sodalfstische bewegin^ niet
'leheel en al verloonpn is. op 800 000 A
.000 000 stemmen rekenen.
Volgens deze prognostic zouden ongeveer
{9 TTvllinpn stemmen uitgebracht moeten
rorden. Tr-aarvan Jarres er ruim een der
de meet behalen. Bij de tweede stemming
gunnen de rechtsche paftiien met tame-
ijke zekerheid op de Nationaal-Socialis-
|tcn en een gedeelte der Beierscbe Volks-
lartii rekenen. Hef meeat logisch 'Wiift,
jlat de Reuublikeinsche partijen zich daar
na on Marx concentreeren. maar door
Wvee? .nbasen moet de sfriid nog gaan,
alvorens men zoo ver is' Het Duitsche
jkiesreebt maaVt het mogelijk, dat zpKs bij
'de tweede verkiezing nog nieuwe candida-
len geste'd worden. Theoretisch blü'f dus
na den ?0steu Maart nog een oneindig
•banfal mogelijkheden bestaan.
Het Veilighefdspact. Behal
ve de presidentskeuze in Duitschland,
jvaarvnor niet zoo heel veel belangstelling
leataal. omdat de stemming van morren
:joch piets ordeyert is „the tonic of the
'dav" hef Duitsche voorstel omtrent het
iTeilirheidcnact. dat de rdaats wil innemen
van het Protocol van Geneve. Voor dege-
nen, di<» bpt nog niet wilden gelooven,
hoeft Chamberlain deze week in bet T,a-
lerhuis no" eens verzekerd, dat bet Pro-
locnl van Genève vpnr de Fngelsche re-
jpp'rmabsoluut beeft afgedaan, dat bet
j doed is, morsdood Op de rede van den
socialist Henderson, die het Protocol
ilehhts schi.fndood achtte en die zfch ver
télt© te een elke regeling/ die er toe zon
runnen leiden, dat de wereld weer in twee
vijandige kampen zou worden verdeeld,
antwoordde de Britsche minister van bui-
i Ioniandgrbe re ken. dat de Duitsche voor-
FEUILLETON,
ZOMBO, DE SLAAF.
'12)
Afgetobd door kommer en harteleed,
teerde de vader van Hamm, na zijnen
Udensmakker de hand te hebben gedrukt,
[net neergebogen hoofd naar de plantage
terug; terwijl Zombo, om de beangstigende
gewaarwordingen, die zijne borst door-
koelden, te verdrijven, als een razende in
nen milneSChijn rondliep, zich snel als do
kind naar het rotsgebergte spoedde, en de
lucht met zijn jammerkreten vervulde.
Als door een sterken arm aangegrepen,
[tond hij op eenmaal stil by het ontdok
en van een voorwerp, hetwelk zich bij
'Jet licht der maan in de richting der
Plantage zijns meesters bewoog. Of het
■jen mensch of dier was, dit kon hij niet
onderscheiden; het was hem ook volko
men onverschillig, want tuk op den strijd,
PUde hij zelfs het ergste wagen. Het zon
derlinge verschijnsel kwam al nader en
Ja or; Zombo hield den blik onafgewend
P hetzelfde gericht; een kreet van vreug-
je ontsnapte eensklaps zijnen hijgenden
wazem, en terwijl hij het naderende we-
M togemoet ijlde, hief hij in het volgend
eenen ne2erknaaP. die ver-
voor kern wilde vluchten, zegepra-
JWe in de hoogte.
H°e is uw naam, knaap? vroeg
Eanj ontsteldeD jongen, dien bij
'JDrak t0j ?.idderend d®n naam Hamm uit-
lusafl Jna door züno omarmingen en
tada!11 s™00rde* It ben een vriend uws
r.' era« kleine Hamm, ik heb met hem
stellen omtrent een "West-Europeesch vei
ligheidspact geen eenzijdige machtsgroe-
peering beteekenen, maar een algemeene
samenworking van de bij het Veiligheids-?
probleem betrokken mogendheden. De
Britsche regeering is overtugid dat
Duitschland het eerlijk meent met de ont
wikkelde denkbeelden. Omtrent deze denk
beelden deed Chamberlain nu nadere me-
dedeelingen, die bevestigden wat hierover
alreeds in groote lijnen bekend was ge
worden, al blijken ook niet alle details die
openbaar zijn gemaakt, juist te zijn.
Duitschland wil een veiligheidspact met de
westelijke mogendheden, waarbij .de hui
dige grenzen in het westen zouden worden
gewaarborgd, waarbij het arbitrage-be
ginsel zou worden aangenomen en waar
bij Duitschland ook de artikelen 42 en 43
van het Versailler-verdrag betrekking
hebbend op het verbod van versterkingen,
troepenlegering of -concentratie en mobi
lisatiemogelijkheden aan den linker-Rijn-
oever en in een strook aan den rechter-
Rijnoever teT breedte van 50 K.M. als
grondslag zou aanvaarden.
Chamberlain achtte het een gunstig tee-
ken dat Duitschland nu vrijwillig aan
vaardt, wat het tot dusver slechts onder
drang van het Versailler-verdrag duldde
en dat het van elke gedachte aan oorlog
als middel om tot een wijziging van het
vredesverdrag te komen afziet, zoowel in
het Westen als in het Oosten.
Op een interruptie van Lloyd George
verduidelijkte Chamberlain dit laatste
door te zeggen, dat Duitschland wel de
grenzen in het Westen wil garandeeren,
maar dat het wat het Oosten betreft, alleen
wil beloven Af te zien van daden van ge
weld, maar blijft hopen on de mogelijkheid
door onderhandelingen of met behulp van
den Volkenbond een herziening te verkrij
gen van de bepalingen van liet vredesver
drag.
Op dezen grondslag, zoo meent de Brit
sche regeering, kan men verder onderhan
delen .En Chamberlain gaf al heel duide
lijk te kennen, dat meh te Londen de nood
zakelijke medewerking van Polen ver
wacht. Men weet echter dat het tot dus
ver te Warschau nog van zeer geringe ge
neigdheid om het zachtkens te zeggen
tot zulk een medewerking blijkt.
Men rekent te Warschau op Frankrijk
en op de begeerte hier om het verdrag
van Versailles onverzwakt te handhaven.
Frankrijk blijft nog altijd eenigszins
wantrouwend staan tegenover de Duitsche
voorstellen en draait slechts schoorvoe
tend bij. De Franschen zoowel als de Po
len zijn wel bereid om aan de bespreking
over nieuwe veiligheidspacten deel te ne
men, maar alleen met een volkomen hand
having van het verdrag van Versailles en
met strikte handhaving van eenmaal ver
kregen rechten, d.w.z. met behoud an all
ies wat men heeft.
Ook de Russen zijn niet gerust over de
Duitsche voorstellen. Zij vreezen een nieu
we oriënteering van Duitschland en nau
were aansluiting bij het Westen, een aan
sluiting, die gericht zal zijn tegen Sovjet-
Rusland.
En zelfs in het eigen land kunnen de
Duitsche voorstellen geen genade vinden
in de oogen van allen. De Duitscb-natio-
nalen, speciaal de uiterst rechtsche vleu
gel, scheldt zeer luide tegen Sfresemann,
daar men in zijn voorstellen ziet een er
kenning van het afgedwongen vredesver
drag en een vrijwilig afstand doen van El-
zas-Lotharingen.
Maar de Duitsch-natfonale leiders dur
ven daarom toch nog niet op een conflict
aa.n te sturen, dat tot een regeeringscrisis
zou leiden en de Duitsche Volkspartij weer
naar links zou kunnen drijven, waar im
mers Stresemann voor zijn buitënlandsche
politiek wel steun zou kunnen krijgen.
Intusscben worden de diplomatieke be
sprekingen ijverig voortzet.
De Egyptische verrassing
Egypte bracht deze week een verrassing.
Nauwelijks was het nieuw gekozen parle
ment bijeengekomen, of het was ook al
reeds weer ontbonden. Slechts tien nj-en
beeft het nieuwe Egyptische parlement
geleefd.
De verkiezing van Zaghloel-pasja als
voorzitter beeft den premier Ziwar-pasja
aanleiding gegeven met zijn ministerie ont
slag te vragen. De koning echter weigerde
dit ontslag te verleenen en dus werd be
naar u gezocht en met hem om u ge
treurd, vrees niets, Zombo heeft u hef.
Waar zijt gij zoo lang geweest?
De kleine Hamm, "die door dit ongekun
steld betoon van vriendschap, vertrouwen
in Zombo begon te stellen, wees naar het
rotsgebergte en verhaalde, dat hij, voor
een slang vluchtende verdoold was ge
raakt, en daarna bij menschon gekomen,
die in een roode rotskloof woonden en
in grooto kotels vergif kookten om de
kudden van booze planters te vergeven
en hen zei ven te dooden.
Bij dit verhaal van den kleinen Hamm
fonkelden de oogen van Zombo als vuur
bollen, en terwijl een onheilspollende glim
lach om zijne lippen zweefde, vroeg hij
den jongen negerslaaf hoe bij weder den
weg tot de plantage gevonden had, en of
de roode rotskloof, in welke ae negers
vergift kookten, hier ver van verwijderd
lag.
Hamm beantwoordde de laatste vraag
ontkennend, en zeide, dat een van die
mannen hem had opgedragon aan zijnen
vader te boodschappen, dal de negers In
het gebergte gerecht houden over de
booze planters; wie alzoo eene klacht had
in te brengen, die moest do roode rots
maar bij nacht en duisternis komen be
zoeken.
Zombo, bijna krankzinnig van vreugde,
maakte do dolste gebaren en sprongen, en
ijlde toen als op de vleugelen des winds
naar de plantage terug, om zijnen lijdens
makker zijn Hamm zijn geliefd, eemgst
kind in de armen to voeren.
sloten bet parlement te ontbinden en nieu
we verkiezingen uit te schrijven.
Volgens de officieele opgaven van de
Egyptische regeering, had de regeeringa-
parlij een kleine meerderheid behaald. Het
bleek evenwel bij de stemming over het
voorzitterschap, dat deze meerderheid op
een fictie berustte. Nieuwe verkiezingen
helpen natuurlijk weinig of niets, ten
minste als zo spoedig gehouden worden.
Daarom gaat de Egyptische regeering een
ander middel toepassen en heeft zij een
commissie benoemd om een nieuwe kies
wet te ontwerpen, die zoo zal moeten
worden opgesteld, dat van een nieuwe
overwinning der Egyptische nationalisten
want dat is het resultaat der jongste
verkiezingen ten slotte gebleken te zijn
geen sprake zal kunnen zijn. Tevens heeft
dit het voordeel, dat de verkiezingen kun
nen worden uitgesteld.
Maar wanneer deze kieswet er komt,
zal zij in werking treden zonder de mede
werking van het parlement, want er is
geen parlement.
Nu staat er echter in de Egyptische
grondwet: geen maatregel kan wet wor
den, tenzij hij door het parlement aange
nomen en door den koning bekrachtigd is.
De correctie, die dp regeering in de sa
menstelling van het parlement wil aan
brengen, zal mitsdien gepaard moeten
gaan met eenige schendingen van de
grondwet
BIUN^f3L£HD
DE KIEZERSLIJST.
Wie kan kiezer zijn?
Van 23 Maart af ligt op de secretarlo
van alle gemeenten de kiezerslijst ter in
zage, zooals die door het gemeentebestuur
opnieuw is vastgesteld. Tot en met den
15en April is elkeen bevoegd, verbetering
van de lijst aan te vragen op grond dat bij
zelf of een ander in strijd met de wet
daarop voorkomt, niet voorkomt of niet
behoorlijk voorkomt.
Het is met het oog op de Kamerverkie
zingen gewenscht, dat de kiezers en kie
zeressen en vooral zij, die het thans voor
?t eerst worden, van deze gelegenheid tot
controle gebruik maken.
Bij de uitgebreidheid der lijst zijn aller
lei vergissingen mogelijk en menigeen, die
te goeder trouw meende kiezer te zijn,
heeft toen het te laat was, ontdekt dat
zijn naam niet op de lijst voorkwam. Is de
kiezerslijst eenmaal vastgesteld, dan is er
aan de zaak niets meer te veranderen.
Wie heeft mr het recht op de lijst te
staan, wie is kiezer? Om het kiesrecht
voor de Tweede Kamer te bezitten, is ver-
eischt dat men op 1 Februari 1925 Neder
lander was en ten minste gedurende de
voorafgaande 18 maanden in het rijk of
zijn koloniën of bezittingen was gevestigd,
terwijl men vóór of op 15 Mei 1925 den
25-jarigen leeftijd moet hebben bereikt.
Ieder kan dus zelf nagaan, of hij op de
lijst moet voorkomen.
Men zorge dus nu; dat onaangename
verrassingen zich in Juli niet kunnen
voordoen. Men controleere de kiezerslijst
en doe het spoedig!
Het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Uit Vlaanderen,. Ned. ïndi§ en
Z u i d-A f r i k a.
Gistermorgen werd in „Pulcbri Studio"
te 's-Gravenhage de Stamdag gehouden
van het „Algemeen Nederlandsch Ver
bond".
Een talrijke, schare was opgekomen om
dezen dag te vieren.
De voorzitter van het Hoofdbestuur, de
heer P. J. de Kanter, opende deze Stam
dag, heette alle aanwezigen hartelijk wel
kom en sprak er zijn vreugde over uit, dat
ondanks de moeilijkheden, die er aan ver
bonden zijn, de stamdagen toch slagen.
Spr. hoopte, dat ook deze dag mee zou mo
gen werken tot versterking en verheffing
van den Nederlandschen stam.
Mevrouw C. Drijfhout van Hooff-de
Meester zong daarna eenge liederen, n.l
„M:jn Land", .„'t Is de Mandel", „Mijn
liefken is mijn sommer" en het „UnieLed",
aan den vleugel begeleid door den heer M.
R Drijfhout van Hooft
Het koord was vervolgens aan den heer
Omer Wattez, voorzitter van den Groep
X
De giftmengers
Nog in den jare 1882 bestond er op
alle Fransche en Engelsche Antillen
een geheim genootschap, dat der gift
mengers.
Die sekte bestond uit weggeloopen ne
gerslaven, die, een heimelijke vierschaar
vormende, op bepaalde tijden In bijua on
toegankelijke, en bij deslaven van het
eiland alleen bekende, schuilhoeken in het
gebergte vergaderden.
Op zulke verborgene plaatsen diende
iedore slaaf voor de rechtbank der gift
mengers zijn klacht in, legde de beweeg
redenen zijner wraak bloot en nadat bij
een verschrikkelijken eed had afgelegd,
dat hij zelfs onder de wreedste folterin
gen, nooit de plaats, waar zij zitting heb-
den, zou verraden, ontving hij zooveel
vergift, als hij noodig had om vee of
blanken om het leven te brengon.
In het jaar 1823 werd een aantal dezer
giftmengers te Guadeloupe terecht gesteld
Hier en daar echter verschenen ook we
der in den lateren tijd, waarin deze ge
schiedenis voorvalt, zulke geheime recht
banken, ofsohoon zij zelden lang stand
hielden.
Zulk een vierschaar bestond er nu,
volgens het verhaal van den kleinen
Hamm, op eenon afstand van ongeveer
twee uren van de plantage Morgan, in
eene bijna bloedroode rotskloof, die alleen
voor de ingewijden toegankelijk was.
Over deze omstandigheden was Zombo
zoa verheugd, dat hij gedurende den gan-
sclien volgenden dag eiken wensoh zijns
Vlaanderen tot het houden van een rede
over: „Geestelijke en economische ontwik
keling en groei van het Vlaamsche volk
van 1830 tot heden".
De heer Omer Wattoz wil beginnen met
te verklaren dat hij geen kwaad wil spre
ken van zijn land, maar ook Vlaanderen
geen uitbund gen lof toezwaaien.
Spr. wil h'er de waarheid spreken.
Vlaanderen wordt niet verdrukt maar
bestreden. Wie bestreden wordt, kan
zich verdedigen. Dit hebben wij sinds 1830
gedaan.
Er kan geen eenheid zijn in een land,
waar twee talen gesproken worden. Waar
gestreden wordt, worden ook overwinnin
gen behaald. En ook wij hebben orerwin-
n ngen behaald, aldus spr.
Maar hoe komt het dan, dat do Vlamin
gen wel de meerderheid* maar niet de
macht hebben in hun land.
Dit komt omdat de Vlamingen verdeeld
zijn. Men heeft op hen toegepast de*
spreuk: „Verdeel en Heersch"!
In Vlaanderen gaat het Verbond weinig
vooruit. Ind en pogincren aangewend wor
den in Antwerpen of Gent afdeol ngen op
te richten, verschijnt dadelijk hot spook
der politiek, 't Moet hoofdzakelijk een cul-
türeele strijd zijn.
In 1830 was er in Vlaanderen geen krant
die in de Vlaamsche taal verscheen. Thans
zijn er tallooze week- en dagbladen.
In Gemeente- en Provinciale Raden, ja
zelfs in het parlement hoort men Neder
landsch spreken.-
Lang is de Vlaamsche beweging uilslui
tend een letterkund'ge geweest, maar nu is
het een sociale geworden.
De krachten niet versnipperen tusschen
Vlamingen onderling. Dat is niet op zijn
plaats.
Do heer de Kan ter dankte de heer Omer
Wattez voor zijn toesnraak. Staande zon
gen de aanwezigen daarna „Zij zullen hem
niet temmen".
Het woord was vervolgens aan den heer
Noto Soeroto over: „Ind^S en Neder
land."
Spr. zag zich hi*T genoodzaakt te Opre
ken over wolft'eke kwesties.
Men heeft hom .wel eens verweten dat
spr. „van kleur verschoten is". Maar niets
is minder "*aar.
Wij, Indonezen, hebben van de Neder
landers veel geleerd, aldus de heer Noto
Soeroto, en wij zullen nog veel van hen
leeren.
Politiek heeft een strijdend, een mili
tant karakter, maar ook een verzoenend
karakter.
De aard der Indonezen is in 't algemeen
niet agressief.
A's men hun wieedhe'd, oproerigheid
verwijt, dan blijkt daaruit, dat men het
wezen der zaak niet begrepen heeft.
Klassenhaat en klassenstrijd kunnen spr.
niet bekoren omdat deze denkbeelden de
critieklooze, onontwikkelde Indonezen
brengen tot oen amok-makende verniel
zucht.
De verhouding ïndiëNederland moet
beheerscht worden door een ideale,kolo
niale politiek, die ruimte laat voor verlan
gens en redelijke aspiraties der Indische
volken.
In verre toekomst zal het Groot-Neder-
landsche Rijk, Moederland en Koloniën,
zich afteekenen als een Statenbond.
Dit einde der koloniale politiek zal
schoon zijn.
Wie meent, dat een koloniale politiek
eeuwig kan duren, miskent de waarheid.
Een groei kunstmatig tot stilstaan bren
gen heeft vernietiging ten gevolge. Men
moet niet zoeken naar hetgeen dat scheidt,
maar naar hetgeen vereenigt.
De werkelijkheid staat echter ver van
sprekers ideaal af. Sprekers landgenooten
worden in den laatsten tijd bezieid door
wrevel en haat jegens de Nederlanders.
Het Indische volk vertoont een angstwek-
wekkende boosheid. Wij moeten voor onze
rechten opkomen, frank en vrij, maar met
redelijkheid en zonder verbittering. Men
heeft gezegd, dat Nederland Indiö exploi
teert, dat er jaarlijks vele millioenen uit
Indiö vloeien. Maar is men dan vergeten,
dat de rijkdommen van de moederaarde
aan de geheele wereld toebehooren. En
wij, Indonesiërs, zijn niet bij machte op
onze eigen zaken te passen.
Wij, Indonesiërs, moeten onze plaatsen
veroveren met de wapenen van kunde en
ervaring.De hoofdlijnen moeten in banden
blijven van de Nederlanders.
meesters zorgvuldig in acht nam, en hem
naar de oogen zag. Ook jegens Wiggins
was Zombo zoo voorkomend, dat deze
zich niet onthouden kon,, te zeggen:
De zweep heeft weldadig bij den
Afrikaan gewerkt, en als hij zoo voortgaat,
zal bij ook mijne gunst verwerven.
Zombo veinsde bij dat alles eene groote
opgeruimdheid om te doen gelooven, dat
hij inwendig zeer tevreden was, dat de
planters zoo gunstig jegens hem gestemd
waren. Eerst toen de nacht daar was, en
hij zich zonder stoornis uit het heerenhuis
kon verwijderen, om te doen wat hij ver
koos, eerst toen gaf hij zijne borst lucht.
Zoo snel als de kracht zijner spieren in
staat was hem voort te stuwen, rende hij
naar het gebergte, nadat hij vooraf den
vader van den kleinen Hamm bezocht en
den knaap nog omtrent menig punt, maar
vooral omtrent den weg naar de roode
rots, ondervraagd had.
Binnen het uur was Zombo aan den
voet van het gebergte, die tot grondlaag
diende van de daarop rustende rotsen.
De hemel was bewolkt, en de maan was
slechts nu en dan zichtbaar.
Een diepe stilte heerschte in de natuur
en slechts het ruischen der lange palm
boombladeren, door welke wind suisde,
liet zich vernemen.
Zoo vlug en gemakkelijk als een berg
geit snelde Zombo over het gebergte heen.
Daarna klauterde hij tegen de rotsen op,
welke hij, hoewel een geoefend klimmer
zijnde, niet dan met groote inspanning be
klom. Lang matte hij zich op die wijze af,
nu verscheen plotseling do maan van
achter een reusachtige wolk en door hem
gezocht wordende roode rots vertoonde
De rede van den hoer Noto Soeroto
werd langdurig door de verg -l«ng toe
gejuicht.
Vervolgens kreeg prof. G. Brom het
woord, om (e spreken over: „Ons mooio
land".
Ons land, aldus prof. Brom, is een laud
van riviermonden, niet van ontspringen
de bronnen. Zoo durft ons volk het ook
aan met oude waarheden.
„Ons mooie land" is ook een oude waar
heid. Wisten we maar, dat ons laud mooi
is. Maar de meeste Nederlanders weten het
niet. Als we een voet in Antwerpen of in
Gleef gezet hebben, spreken we van „ons
kleine land". Daarom: weg met die ver
achting voor ons eigen land.
Wanneer wij ons gevool laten sproken
en eerbied voor iets bobben, dan wordt dat
aangezien voor zwakte, maar het is kracht
Dat is hetgeen, dat ons samenbindt.
De kinderen moeten onderwezen wor
den in de schoonheden der natuur. Als
men in het buitenland geweest is en men
komt dan weer terug in ons eigen land,
dau merkt men pas, hoe mooi het is.
Maar men wil daar niet aan. Zeg eens,
dat Hattum mooier is dan Napels, en de
menschen verklaren u voor gek.
Wij behooren hier, onder deze lucht en
onder deze wolken, die passen precies bij
onzen landaard.
Onze Holland8che natuurliefde is iets
geheel eigens, buitenlanders kunnen on«
daar zoo goed op op inerkzaam maken.
Met een opwekkend woord om „ons
eigen land" lief te hebben en te waardee-
ren, eindigde prof. Brom.
Nadat gezongen was het eerste couplet
van „Wilhelmus" sprak prof. J. J. Smith
uit Kaapstad, over: „Zuid-Afrika".
Het was spr. aangenaam hier te komen
en te zien dat er een Nederland is en ook
een Vlaanderen.
Sprekers land ia een groot land, groot
in omtrek, maar klein in bewoners. Maar
toch groeien we. Er zijn nu reeds 800.000
Nederlanders sprekende inwoners. Er be
slaat een levendige belangstelling in Zuid-
Afrika voor alles wat den Dietschen stam
betreft
In den korten tijd, dat het Afrikaansch
gebruikt wordt, heeft de Zuid-Afrikaan-
sche Letterkunde reeds veel goeds tot
stand gebracht.
Wij zien. op tegen de Nederlanders, en
wij verwachten kritiok van hen, zooals een
kind kritiek verwacht van zijn ouders.
Ons streven is doortrokken van v Diet-
sche idealen. Gij kunt zeggen: Napels zien
en dan sterven, maar Rpr, zegt: Zuid-Afri
ka zien en dan leven.
Na de rede van prof. Smith werd:
„Kent gij dat volk vol heldenmoed" ge
zongen.
De heer Knoops, sprekende namens
de afdeeling Berlijn van het Verbond,
merkte op, dat de afdeeling Berlijn mede
gewerkt had tot stichting van den Neder
landschen Bond in Duitschland. Na moei
lijke jaren doorgemaakt te hebben is de
Nederlandsche beweging in Duitschland
nu weer op den goeden weg.
Spr. roept de hulp in van het Verhond
om te komen tot een goede organisatie van
de Nederlandsche Jeugd in Duitschland
De heer De Kan ter sloot daarna de
morgenzitting.
Hel Kamerlid C. Knigge.
Geruchten
over onbetrouwbaarheid
Het Kamerlid, de heer G Knigge, ver
zoekt ons melding te maken van he' rap
port van een Eereraad betreffende geruch
ten, welke over hem in zijn w oor plaats
werden verspre d.
Deze. Eereraad bestond uit de heeren:
Jhr. nrr. J. W. M. Bosch van Oud Ame-
lisweerd, president der Arrondissements
rechtbank te Utrecht, oud-lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, wonende to
Utrecht;
Mr. J. B L. G. G Baron de Wykersloofh
de Weerdesteijn, lid van den Raad van
State te 's-Gravenhage, oud-lid van de
Tweede Kamer der Slaten-Generaal, oud
lid van Gedepuleerde Slaten der provincie
Utrecht, wonende te 's-Gravenhage;
G. M. J. Aleven, directeur der Naara-
looze Vennootschap tot Courant- en Druk
kerij-Exploitatie Gooi Sticht te Hilver
sum, wonende te Hilversum
De Eereraad heeft zich allereerst bezig
gehouden met de formu'eer ng van het on
derwerp. waarover zijn onderzoek zou Ino-
zoch aan zijne oogen. Nu verdubbelde iij
zijnen ijver, en met behulp van eenen
mot ijzer beslagen bergstok, welken hij uit
de plantage medegenomen had, sprong hij
over een diepen% afgrond, die ieder an
der dan Zombo mot ontzetting zou vervuld
hebben.
Eens gleed Zombo's voet, door rusto-
looze inspaning afgemat, langs do boi
ling eener steile kloof uit, en toen zijn
rondtastende handen naar eon steunpunt
zochten, meende hij in zijne nabijheid een
schoone cactus met roode en blauwe bloe
men, door de maan boscbeuon, te zien. Hij
greep er naar, doch zijne hand sidderde
op hetzelfde oogenblik van het koude Kle
verige lichaam terug, hot welk zij bad aan
gevat; hel was namelijk eene grooto slui
merende slang, wier gladde veelkleurige
huid in den maneschijn schitterde Loor
de hevige beweging welke Zombo maakte,
stortte hij nog dieper naar beneden, tot
hij oindglijk gelegenhoid vond, zich aan
sterke, laag afhangendo wortels vast te
houden.
Omtrent dertig voet boneden hem ver
lichtte de maan een pad; Zombo liet zich
afzakken, viel zonder zich te verwonden
en geraakte nu op eenen weg, die bem
naar zijn vermoeden gemakkelijk en zeker
naar de hoofden der roode granietmas
sa's leiden moest. Na verloop van een
half uur bereikte hij ook werkelijk de
plaats. Ofschoon van alle zijden omringd
door steile rotsen, die het aauzïen hadden
van op elkander gestapelde geraaiuteu,
vertoonde zich echter hier aan zijnen blik
voor zooverre de maan bem veroorloofdo
te zien, een bijna betooverend vergezicht.
Palmboomen, aloës en bananen bedekten