lileicliE Courant" weeds Biad Zaterdag 7 Maart 1925 uuiieni. weekoverzicht. Zickie en dood. Onafscheidelijke gezel- van den winter, althans in onze stre- 1 met bun kille vochtigheid, mist en ffiudeu. In Engeland heeft op een ijk.ernstige w.jze een inliuenza-epi- gcbeerschl. De Engelsche koning en u (jeorge z jn er o.a. het slachtoffer 'gewogen. In Italië (het land van de ujeschijn!) zijn Mussolini en kardinaal sparri ongesteld, terwijl de dood in de«ze Q als slachtoffers heeft uitgekozen Zweodschen ex-premier Branting en Duitschen rijkspresident Ebert. Door overlijden van deze be.de staatslieden de socialistische gemeenschap ra ,a een gevoel»g verlies geleden. Bei- 'vloedrijke leiders behoorden tot de j. Uit Spanje bereiken ons steeds, geruchten, dal de leider der Moren iiarokKo Abd-el-Krim eveneens over- jii zijn. „iden van deze berichten van ziek- dood, kondigt de lente, het symbool "leven en wederopstand ng, zijn bi.jde ooisle reeds aan. En niet alieen in de uur komt een mildere almosleer zioh i breken, ook ra de buitenlandsche po- i schijnt een lente-zonnetje de som- schaduwen der internationale problo- Dop de vlucjit te gaan drijven. ,,Komm, -r Sonnenschein!" .dood van Ebert. Zalerdag- lend, nauwelijks een half uur na het [lijden van den Duitsohen rijkspresi- konden w.j in de stad het doodsbe- bullptineeren. Het bericht kwam on- iracht en bracht een heele ontroering zoowel in Duitschland zelf als in bu lenland. Friedrich Ebert, de vro'e- zade maker, was de eerste president I de jonge Duitsche republiek. Hoewel slechts een gewone opleiding had ge in, beeft hij toch de plichten van zijn ig amJjt met een waardigheid en gemak- jllieid vervuld, welke menige „hooger 'kkelde" hem benijden zou. Nagenoeg Duitsche bladen ook de rechtsche hebben waardecrende commentaren bij 3 dood geschreven en den overleden sidcnt geprezen als een man, die zijn waardige wijze en in eerlijk stre- naar onpartijdigheid heeft volvoerd, de communisten en de Völkischen en een uitzondering. Zij kunnen zelfs doodsbed niet nalaten den doode le&tsten trap te geven. ■vl pracht en rouwbetoon .3 Eb erts (bans in Heidelberg ter aarde be- Voor hem begint nu de rust na con van strijd, voor de overlevenden be- fin tegendeel na een korte irust, een periode van strijd. Strijd om den ridentszelel. Verschillende candidaten den reeds genoemd, o.a. Marx, Lu- en Cuno. Marx lijkt de meest ge ile Candida at. Zijn verkiezing tot resident zou zeker geen kwaden in- maken in het buitenland, waar men 81, dat er nu wel eens een rechtsche :Vnt zo ij Vunnen komen, die den zetel warm zou houden voor een eventueelen terugkeer van den keizer. Einde dezer maand heeft de eerste keuze plaats en men verwacht, dat een tweede keuze noo- dig zal zijn. De crisissen in het Rijk en in Pruisen hebben geleerd, dat een verkie zing, tot hooge ambten n> t op rolletjes gaat. De veiligheidskweslio. Bo vengenoemde vrees, dat ook de presi dentszetel meer naar rechts zal worden verplaatst, komt natuurlijk het meest tot uiting in Frankrijk, het land waar de vrees voor Duitschland nog zeer diep ge worteld zit. Die angst voor een herhaling van een overval door Duitschland heeft zelfs het aanzien geschonken aan een probleem, dat tegenwoordig overheer- schend is in de internationale politiek: do z.g. voiligheidskwestie. Uit dien drang om zich te beveiligen is voortgekomen de ontwapening van Duitschland, de bezet ting van het Rijnland, de militaire inter- gealliëerde controle, de vriendschap met Polen en Tsjeeho-Slowakije en nog veel meer. Frankrijk is van al dezo maatregelen de stuwende kracht geweest het had er als naaste buur het meeste belang bij en de andere geallieerden meenden hierin met Frankrijk te moeten meegaan. Dat ging alles goed zoolang de belangen parallel liepen, maar al spoedig kwamen de tegenstellingen. Frankrijk gaf teveel geld uit voor bewapening en voor leenin gen aan Polen en Tsjeeho-Slowakije en dacht er niet aan dat het ook schuld- eischers had in Engeland en Amerika. Engeland wilde bij het verstrijken van den termijn zijn troepen uit de Keulsche zone terugtrekken, waartegen Frankrijk zich heftig verzette. Frankrijk voelt heel veel voor bet Protocol van Geneve; En geland is bang, dat dit protocol speciaal voor hem te duur uit zal komen. Kortom Frankrijk gaat uit angst voor zijn veilig heid een kant op, waar Engeland liever niet heen wil. Dat moest tol si ceil3 groo- tere verwijdering leiden, en dat wilde men niet, aan" beide zijden niet. Dezer dagen echter heeft er een groote verandering in den toestand plaats ge grepen. Er werd n.l. melding gemaakt van een garantie-pact, dat *Duitscnland aan Frankrijk en Engeland lieeft aangeboden. Van -verschillende zijden kwamen bij stukjes en beetjes de onthullingen, er werden vischjes uitgeworpen om te zien hoe „de publieke opinie daarop reagceren zou. Er zou n.l. een pact tot stand moeten komen tusschen Engeland, Frankrijk, België en Duitschland. Engeland zag on middellijk, dat men hiermede op den goe den weg zou komen om de hangende pro blemen op te lossen. Frankrijk zou zijn garanties krijgen, de Keulsche zone zou ontruimd kunnen worden, het protocol van Genève niet meer noodig, Duitschland zou gewiliger worden om z'n verplichtin gen na te komen, het zon betalen, dat het een lieve lust was, kortom dat pact opende een rooskleurig verschiet. Cham berlain zeide dan ook Donderdag in het Lagerhuis, dat hij deze nieuwe actie van Duitschland ten zeerste toejuichte. In bij zonderheden kon hij nog niet treden, ver klaarde de Engelsche minister van bui tenlandsche zaken, maar wel kon hij zeggen, dat de voorstellen zeer aandachtig moeten worden bestudeerd. Zij bevatten een ruime vredes- en veiligheidsmogelijk heid voor de heele wereld en kunnen een nieuw stadium inluiden voor het werke lijk herstel van den toestand ln Europa. Aldus Chamberlain, die dus nogal en thousiast schijnt te' zijn. De Engelsche bladen hebben van te vo ren reeds terrein verkend en de openbare meening in Engeland en Frankrijk be werkt. „Observer", „Times" en „Manchester Guardian" bevatten berichten en artike len, waarin do Engelschen gewezen wor den op de moeilijke positie van Frankrijk en de blijkbare bereidwilligheid van dit land om tot een vergelijk te komen. Ze bevatten allerlei vriendelijkheden jegens Frankrijk en de Franschen en allerlei vage beloften, die Parijs aangenaam in de ooren moesten klinken. Het succes bleef niet uit: „Men werd hier aangenaam verrast door de berich ten over het inzicht, waartoe blijkbaar de Britscho openbare meening is gekomen dat de politiek van isolement niet langer mogelijk is, en dat de Fransche veilig heid als een Britsch belang moet worden beschouwd. Do verklaringen van de Ti mes daarover worden door de meeste Pa- rijsche bladen gunstig gecommenteerd", meldde do Times-corr. uit Parijs. Alles schijnt dus goed te gaan voorloo- pig. Alleen bestaat er nog aarzeling bij de Franschen, wat er nu gebeuren moet met Polon en Tsjeeho-Slowakije, want daarover zou het garantie-pact van Duitschland zich niet uitlaten. En dat beteekent, dat Duitschland geen zekerheid wil stellen, dat het geen pogin gen zal doen om zijn Oostgrenzen te doen wijzigen. In verband daarmee worden natuurlijk de noodigo tegenstribbelingen gemaakt, doch de kwestie schijnt niet onoplosbaar. De Poolsche minister van buitenland sche zaken is vooc alle zekerheid maar gauw naar Parijs gekomen, om pools hoogte te nemen. Do Polen vertrouwen dat Duitsche voorstel heelemaal niet. Chamberlain is gisteren naar Parijs vertrokken hij is op weg naar Genève en heeft daar '11 onderhoud gehad met Herriot. Wij zullen de resultaten moe ten afwachten. Misschien zal Chamber lain in Genève het een en ander kunnen mededeelen. In ieder geval is de hoop, dat er een nieuw lente-zonnetje zal gaan lachen over den toestand in Europa, niet ongegrond. Wij weten echter, dat Maart z'n staart nog altijd roert en dat April doet wat hij wil, zoodat verrassingen en buien niet uitgesloten zijn. De Koerdenopst a'n d. In 't begin van de week scheen het, dat de Turksche regeeringstroepen succes hadden te boe ken en dat in ieder geval de opstand zich niet vorder uitbreidde. De val van het kabinet wees er echter op, dat de op stand toch niet zoo onbeduidend was als men het in Angora wel gaarne zag voor gesteld. Ismet Pasja heeft than3 een nieuw kabinet samengesteld en heeft aangekondigd, dat er krachtige maatre gelen zullen genomen worden. Het laatste bericht over den opstand geeft desniettemin weer een succes voor de opstandelingen aan. In tusschen zijn de onderhandelingen met de Grieken over de patriarchaats kwestie ook al afgebroken. Daar in het Oosten schijnt de lentezon dus nog niet good te willen doorkomen. ifigelingen van ssn buitGiiinsnscti XI. 3 Maart. bestaat een Fransch spreekwoord, luidt: les absents ont tort, d. de afwezigen hebben ongelijk. De be- ?nis van deze uitdrukking is gemcen- deze: als in een gezelschap tegen md, die afwezig is, klachten geuit ien, kan men tegenover hem makke- iu het gelijk gesteld worden,, omdat persoon zich moeilijk kan 'verdedigen ene aats, waar hij zich niet bevindt, we nu de vorige week daags voor woensdag 's avonds in Leiden een adering meemaakten, dachten wij dit spreekwoord. Werd er dan van getrokken tegen afwezigen? O neen, 'maal niet, maar wij hebben al me- aal op bovenstaande uitdrukking: les lis ont tort, een verklaring van per- Üjko vinding toegepast, deze n.l.: de figen hebben ongelijk met niet te 'en, en zoo opgevat was het Fran- spreekwoord op die bijeenkomst ze ejet misplaatst. Wij bedoelen de vor- rtog, welke Geloof en Wetenschap de 5e week, 's avonds vóór Aschwoens- to een der lokaliteiten der Leidsche gehoorzaal hield en waarop dr. Ju- ersijn uit Antwerpen een lezing uit- 1 over onzen Dr. Schaepman. Het lor meegerekend, waren er niet meer 20, zegge twintig aanwezigen. "en de Leidenaars ook aan 'carnaval- D8?' vroeg Persijn aan de hoeren tot Bestuur, terwijl hij met een fijn tohje de zaal doorkeek. Er werd 'woord, dat dit eigenlijk niet zoo was, dat de leden van Geloof en Weten- 1 de pretjes van den huiselijken dezen avond blijkbaar boven al het e stelden. Ach ja, als de bestuurde- ezer nuttige vereeniging meer reke- gehouden hadden met een ander 900 spreekwoord: l'e s t o m a c c'e s t question sociale, zouden zij 'joonkomst niet gesteld hebben op ^vond. NietwaV? de maag is een appelijk vraagstuk, houdt althans 1/appelijke vraagstukken nauw Een Hollander stelt daags voor njets hooger dan zijn oliebollen, hi j'o een vergadering uit, hij komt vér q v,al sprcekt Persijn en al gaat öchaepman vanwege de olie- .ma^ö is een zaak van groote be- u het menschelük leven. Wordt er een geleerde bijeenkomst gehouden, ge volgd door een gezamenlijken maaltijd, de vraag is dan niet zoozeer, of het er w e- tenscbappelijk, dan wel of het eten-schappelijk is. Bij vele men- schen is de maag de weg, waar we langs moeten om bij zijn hart of bij zijn porte- monnaie te komen. Waf kun je bijv. niet bereiken met een borrel? 't Is ons uit goede bron bekend, dat iemand, dio in bet sociale leven in Limburg een zeer voorname plaats bekleedt, eens zeide: „ik zou me graag aansluiten bij een organi satie van bestrijders van drankmisbruik, maar. jelui moest eens weten, welke be langrijke voordeelen ik zelfs bij hoog staande lieden weet door te drijven door op zijn tijd een glas wijn te schen- lc e n". En een jonge bruid kan je geen beter raad geven, dan dat zij voor haar man een goed potje koke, overeen komstig een spreuk, welke wij onlangs op oen behangselbeschermer boven do toilet tafel lazen, toen we bij toeval builen ons dorp gelogeerd waren: Hast du des Mamies Magen, Hast du des Mannes Herz. Doe er maar 'ns wat tegen! Jules Persijn sprak dus over Schaep man. De heer Persijn was ons niet onbe kend, want wij hadden zijn kennis al ja ren geleden gemaakt op papier. We donken hier niet op de eerste plaats aan zijn twee deelen over Dr. Schaepman, welke nog steeds aanvulling behoeven met een derde deel, dat maar niet komen wil we gissen: uit gebrek aan belangstel ling bij het Nederlandsche publiek als wel aan een klein, maar fijn boekje, door Persijn in 1908 te Leuven bij de Vlaam- sche Drukkerij uitgegeven en dat bevat drie lezingen, welke Persijn in dat zelfde jaar voor de vacantieleergangen der Leu- vensche Hoogeschool gehouden had. K i e- z e n, Smaken, S c h r ij v e n, dat zijn de titels der drie lezingen en dat is ook de titel der brochure. In de eerste lezing gaat het over de keuze van literaire pro ducten, een belangrijk punt voor wie weet, dat volgens een lalijnsche zegswijze do ku n s t wel lang, maar het leven kort is en men dus wijs doet mot het weinigjo lijd, dat God ons op dezen aard bodem toegestaan hoeft, niet weg te smij ten aan waardeloos leesvoeder. De tweede lezing handelt over het proeven van het literair-schoone en over de bestanddeelen van den goeden smaak. De laatste lezing KERKNIEUWS GENOOTSCHAP VAN DEN STILLEN OMGANG Afdeeling Leiden. Regeling Bedevaart 1. De Bedevaart wordt gehouden in den nacht van 21 op 22 Maart. 2. De Bedevaart begint' met een korte Godsdienstoefening in de Kerk van O. L. Vr. Onbevlekte Ontvangenis (Hartebrug) op Zaterdag 21 Maart, 's avonds te half tien uur. 3. Do Godsdienstoefening bestaat uit gezamenlijk gebed voor het welslagen van de Bedevaart en voor de aangeboden In tenties, waarna toespraak door den Zeer Eerw. Directeur en Benedictie. 4. Bij het verlaten der Kerk begeven de Pelgrims zich in stilte naar het Sta tion. 5. De leden moeten zich houden aan de leiding van het Bestuur, terwijl als alge- meene regel is vastgesteld: a. het luide bidden of zingen vangt eerst aan na het verlaten van het Station. b. Bij het stilstaan der treinen wordt niet luide gebeden of gezongen. Kinderen hebben altijd wat Zorg daarom altijd Akker's Klooster balsem in huls te hebben om dadelijk te kunnen helpen bijbuilen, schrammen, ontvellingen, kneuzingen, brand-, snlj- en stootwonden, spierpijn, wintervoeten. Kloosterbalsem c. Het rooken moet als niet passend worden nagelaten. d. De leden kunnen in den tijd dat'niet gemeenschappelijk wordt gezongen of ge beden, zich onderling onderhouden, of in stilte bidden, voor eigen intentie. 6. Van het Centraal Station begeven al len zich in stilte naar de Mozes en Aaron- kerk. 7. In dc kerk gezamenlijk gebed en Predikatie. 8. Daarna voor de Kerk, in alle „Stilte" opstelion in rijen van 4. a. liet is volstrekt verboden gedurende den Stillen Omgang" te spreken of tee kenen van devotie als rozenkransen enz. zichtbaar te ck-agen; do geheele Omgang wordt zwijgende en slechts in stilt§ bid dend gemaakt; b. elk lid bidt in stilte voor intenties door hem zelf vast te stellen; 0. voor gemeenschappelijke intentie wordt door ieder Lid in stilte gebeden vijf maal het „Onze Vader" en „Wees ge groet". 1. op den Dam: voor Koningin en Va derland 2. op de Nieuwe Brug: voor de zeeva renden en voor hen die op zee zijn omge komen; 3. op de Lange Brug: voor do Kerk, den Paus en de eenheid der Christenen. 9. Tijdens den omgang rond de H Stee. dus: Enge Kapelsteeg, Rokin, Wijde, Kapelsteeg en Kalverstraat, wordt door elk lid in stilte gebeden vijf maal het 1„Onze Vader" en „Wees gegroet" om van God het spoedig en volkomen herstel der maatschappelijke orde af te smeeken. 1 10. Na het eindigen van den „Stillen Omgang", blijft do processie aaneengeslo ten en begeeft zich naar de Mozes en Aaronkerk. De leden worden verzocht, hierbij de aanwijzingen van het Bestuur getrouw na te komen, wijl dan aan alle leden een zit plaats verzekerd is. Alleen leden en weder op vertoon van de toegangskaart hebben toegang. 11. Te 8 uur wordt in de Kerk van Mozes en Aaron een H. Mis opgedragen, waaronder het"~H. Sacrament ter aanbid ding zal zijn uitgesteld. 12. In het belang der goede orde wor den do leden verzocht bij het naderen tot de H. Tafel de aanwijzingen van het Be stuur to volgen. De welwillende medewerking van de lo den wordt hier ingeroepen, om dit plech tig oogenblik, door groote orde, zoo waardig mogelijk te doen zijn. 13. In de kerk zal de Benedictie vijfc maal het „Onze Vader" en „Wees ge groet" worden gebeden tot intentie van Z H. den Paus, om de volle aflaat tc- verdienen. 14. De loden mogen de kerk niet ver< laten alvorens het gezamenlijk Dankge bed is verricht. 15. Als gelegenheid tot ontnuchtering is door het Hoofdbestuur van het Genoot schap te Amsterdam uitstluitend en al leen aangewezen voor de Leidsche Deel- nemors: Gornelus Broorehuis, Korte Leidsel^ Dwarsstraat 18 Vertrek per extra trein: Zaterdagavond 21 Maart: Vertrek Lei den nam. 10.47, Warmond 10.55, Voor hout 11.02, Piet Gijzenbrug 11.09, Aan komst te Amsterdam 11.49. Zondagochtend 22 Maart: Vertrek Am sterdam C.20, Aankomst: Piet Gijzen brug 6.57, Voorhout 27.04, Warmond 7.11, Leiden 7.19. P.S. Om moeilijkheden aan de trein te voorkomen, worden de leden verzocht, het insigne zichtbaar te dragen. Het Bestuur zal zitting houden voor het afgeven der reisbiljetten- op do Zondagen 8 en 15 Maart, na de H.H. Missen van 9 en half 11 uur, inde Catechismuskamer der Hartebragskerk, en voor Iet laatst op Woensdag 18 Maart, 's avonds van 8 tot 9 uur, in dezelfde localiteit. Bij het reisbiljet worden (evens do Toe gangskaart voor do Kerk on het insigne uitgereikt. Zij, die buiten Leiden woonachtig zijn vervoegen zich bij do Hoeren Correspon denten. SPORT VOETBAL. R K. FEDERATIE. Overzicht Het programma voor morgen is al bij zonder klein. In de tweede klasse 11 zijn slechts een drietal wedstrijden geannon ceerd, waarvan die in Gouda tusschen Donk en V E. P. ongetwijfeld de belang rijkste ontmoeting is, wijl do Woerdenseho cïub om haar positie te behouden van Donk zal moeten winnen. Of zulks zal ge schieden wagen we nog wel te betwijfelen. Intusschen zal Excelsior door een nieu we overwinnip" O" O-vtaf Floris haar i« si- gaat over schrijven. Want schrijven moet van tijd tot tijd, vooral tegenwoordig, iedereen, ook al is hij geen buitenmen- schelijke bespiegelaar. Een brief, een in gezonden stuk, een vakartikel, een toe spraak moeten bij gelegenheid alle mon- schen, die ontwikkeld willen keeten, be- 1 hoorlijk kunnen schrijven. Dit werkje hadden we indertijd gelezen, of liever be studeerd en goed ook, en de zuivere toon, waarin de heer Persijn zich in dit boekje uitte, bad zulk een aangename herinne ring in ons achtergelaten, dat we Per sijn aanzagen voor een knap docent, on getwijfeld ook waar het Schaepman gold, getuigen immers zijn twee frissche boe ken over dezen grooten katholieken Hol lander. Rn daarom gingen we naar hem luisteren. Nu weten we niet, lezer, hoe het u ver gaat, maar als wij een bock lezen van een ons persoonlijk, of Jiever lichamelijk on bekend schrijver, bouwt onze fantasie zich immer een voorstelling van den schrijver, een verschijnsel trouwens, dat bij velo menschen voorkomt. Dat men ra re uitkomsten krijgt, als men zulke fan tasie-voorstellingen toetst aan de werke lijkheid, wien zal het verbazen? Toch is 't wel eens raak. Zoo herinneren wij ons, hoe, toen we op do tentoonstelling van Nederlandsche letterkunde, in September 1923 te 's-Gra- venkage gehouden, het spiritueele gelaat van Louis Couperus zagen op het por tret van Haverman, meenen we dit konterfeitsel vrijwel overeenstemde met hot beeld, dat onze fantasie zich had ge vormd uit het weinige veel mag het in dit geval voor een Christen niet zijn uit het weinige, dat we van dezen voor een katholiek slechts spaarzaam te ge nieten schrijver gelezen hadden. Maar bij Jules Persijn klopte het weer heelemaal niet. Want Persijn, van wien we wisten, dat hij leeraar is aan een atheneum te Antwerpen en wiens wetenschappelijke en blinstzmnige waarde wij zoo aangenaam hadden leeren kennen uit zijn tijdelijk doceeren aan de Leuvensche Hoogeschool, hem hadden wij on.s voorgesteld als een langen, slanken man, 'n beetje door z'n haren heen, als je wil, een« pince-nez na tuurlijk en tiré quatre épingles, d.w.z. om door een ringetje le halen. Maar zoo dra wo den gemoedelijken Vlaming, een zwaargeladen aktetasch onder den arm, een beetje vlug, zelfs sckis, de zaal binnen zagen komen, bekenden we ons gedwongen onze vergissing. Breed van schouders, een flinken kop met haa?, een paar fris sche, gezonde, ongewapende oogen en een joviale spreekmanier, zoo deed de „spre ker van dezen avond" zich aan ons voor. Meer dan twee uur lang sprak Persijn ons over den grooten Doctor „op reis en op lezink door België", en dat op de wijze van een aangenaam en goedbeslagen do cent. Geen elokwentie, nog veel minder rhetorika, maar kost, weet u, k o s t. Eén zijde van Schaepman noem ze de Bel gische, als je wil werd belicht en tot onze verrassing, want van Schaepman's verhouding tot Vlaanderlaud wisten we zoo goed als niets en dat alles voor twintig menschen. „De hoorders maken de sprekers" (les auditeurs font les pré- dicateurs) moet Lacordaire, die wel er varing had op kanselgebied, eens gezegd hebben, d.w.z. van de hoegrootheid van bet gehoor en van de wijze, waarop het zich tijdens een spreek- of preekbeurt ge draagt, is ieder redenaar min of meer af hankelijk, korter gezegd: ieder gehoor oefent invloed uit op den spreker, een waarheid, die iedereen ondervindt, die van tijd tot tijd op den kansel staat. Een klein gehoor werkt doodend, een groot gehoor montert op. Maar Persijn behoort tot do uitzonderingen blijkbaar. Opge wekt, alsof hij voor 200 menschen stond, 'sprak hij voor 20. Wellicht beoefen de spreker de bekonde fransche spreuk: faire bonne mine a. mauvais jeu,of kende hij 't verbaaltje van dien pastoor, die eiken Zondagavond foeterde tegen de paar men schen, die naar zijn preek kwamen luis teren. „Maar meneer pastoor", zeiden z'n huisgeuooten, „u geeft een standje aan menschen, die 't niet verdienen. Niet de menschen, die komen, maar die i h u i s- blijven, behoeven een uitbrander". „Je lui hebt gelijk", antwoordde de ijverige herder, en den volgenden Zondagavond, toen er weer slechts een- klein groepje menschen om den kansel vergaderd was, dreef hij alle wrokkende gevoelens met geweld terug, trachtte een beminnelijken lach op zijn gelaat te leggen, boog zich over den rand van het spreekgestoelte en fluisterde zoel: „Ik heet u welkom, kleine kudde. Al de indrukken, welke wij dien avond opdeden tijdens het luisteren naar de rede van den heer Jules Persijn, dreven ons per slot tot deze uitdrukking: wat was onze Schaepman toch een „kaerel", welk een imposante figuur, een man, die niet alleen veel talen I en had, maar ze ook met een voortvarendheid zonder weerga wist aan te wenden, een man, i.ic eenvou dig nergens voor stond! Nu mag niet ver geten, dat ook dit uitwendig-schittcrcnde, die makkelijkheid van beweging en uit voering, dio uiterlijke begaafdheid, een aparte gave was. Dat dit niet iedereen ge geven is, kwam vooral uit in hetgeen spr. vertelde over de rede van Schaepman tc Kortrijk, welke rede voorafgeggaan werd door een fiksch maal. Bij dezen maaltijd zat Guido Gezcllc tegenover Schaepman, die den eenvoudigen vlaamschen dichter zoo overdonderde door zijn éclat, 'lat deze, die ongetwijfeld dieper was dan de Hollander, van verbazing geen woord „uiteren" (zoggen de menschen) kon en maar sprakeloos in zijn bord keek, of schoon Schaepman zijn vis a vis meerma len aan het woorcl trachtte te krijgen over diens aesthetiek. Gaven van verstand en hart, Schaep man had ze ongetwijfeld in buitenge wone mate, maar hij zou heel wat inindei waard geweest zijn, had hij ze niet zoc schitterend aan don man weten te bren gen. Denk maar eens aan zijn verbluffen do improvisatie tegen Van Vloten op hel Antwerpsche taalcongres! Denk aan zijr maaltijden bij zijn Antwerpschcn vriend Frederik Belpaire, bij wien hij de heele tafel beheerschle door zijn gekruide coii- verstatiekunst. Denk aan zijn herkulisch6 lichaamskracht, welke hem in staat stel de immer een ongeëvenaarde werkzaam heid te ontwikkelen, alles aan te pakken overal bij tc zijn, norgeus voor terug tc deinzen Dat zijn uiterlijke gaven. Voeg daarbl maar dat is natuurlijk weer iunerlijk de groote stuwkracht, welke hij haald» uit zijn katholiek beginsel hij was im mers een trouw zoon der Kerk, welke ht innig liefhad en we hebben wellicht al le faktoren bijeen, waaruit de beteekeni? van onzen doctor Schaepman resulteerde. Het jonge katholieke geslacht van thanc moet bij hem Ier schole gaan, niet zoozeei om literatuur te leeren, als wel om te gaan beseffen, dat zij onder leiding van een hoog en heilig beginsel moeten streven naar do daad, naar de openplooiilig al hunner krachten. Dan zullen zij onder vinden dc waarheid van het Scbaepman- niaansche vers, waarin do doctor onge twijfeld zijn eigen ervaring uitsprak: Een goede zaak beginnen, Gelooven cn beminnen, Volharden, kloek van zinnen. Verwint hef al! H. A. ULLEMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 7