RECHTZAKEH KANTONGERECHT TE LEIOEN. Op de rol komen voor 98 zaken voor openbare behandeling, 7 voor niet open baar. M. B. en P. v. d. Z., beiden te Lei- d e n, en niet verschenen, hadden op de door den Raad van Arbeid gezonden vraag om inlichtingen deze niet verstrekt, wat getuige Goslings bevestigde, en waarvoor de Ambtenaar f 10 of 10 dagen eischte. Is een lid van de burgerwacht (onbezoldigd agent van politie) gerechtigd een wapenstok te dragen? Voor het kantongertch is gisteren behandeld een zaak tegen den candi- daat in de rechten L. W., wien ten laste was gelegd, dat hij op den openbaren weg, het Rapenburg, een wapenstok bij zich bad gehad. Deze zaak was inzooverre merkwaardig, omdat beklaagde als lid van de Leidsche burgerwacht tevens is onbe zoldigd agent van gemeentepolitie, en nu ging het hier tevens om de vraag, of hij als zoodanig tot het dragen van een wa penstok gerechtigd was. De commandant van de Leidsche bur gerwacht, de heer Steyns, die als getuige was gedagvaard, verklaarde dat hij inder tijd heeft medegedeeld aan de leden der burgerwacht, dat zij gerechtigd zijn tot het dragen van wapenen. Hij heeft daar mede echter bedoeld doch dit had hü er niet tevens bij gezegd alleen die wa penen, die hun worden verstrekt en alleen bij oefeningen. Beklaagde kon dus daar door in de meening hebben verkeerd, dat hij in het algemeen tot het dragen van wapenen gerechtigd was. Naar aanleiding hiervan merkte be klaagde op, dat er dus, gesteld hij ware in overtreding, geen schuld aanwezig was. Beklaagde beriep er zich vervolgens op, 'dat het in beslag genomen wapen geen wapenstok is. Een der rijksveldwachters, die het wapen in beslag had genomen, wist niet positief te zeggen of het al dan niet een wapenstok was. De commandant van de burgerwacht daarentegen dat het wel een wapen, doch geen wapenstok was. Wat het dan wel voor een wapen was, kon hij niet zeggen. De ambtenaar van het O. M., mr. van 'der Eist, betoogde in een uitvoerig requi sitoir, dat het in beslag genomen wapen, al is het ook van metaal en niet van hout of gummi, een wapenstok is en dat be klaagde, nu gebleken is, dat hij deel uit maakt van de gemeentepolitie, toch straf baar zou zijn, omdat het wapen niet tot de uitrusting der politie behoort. Hij vroeg beklaagdes veroordeeling tot 4 gul den boete subs. 2 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van het in beslag ge nomen wapen. Beklaagde, die zichzelf verdedigde, be streed, dat het in beslag genomen wapen, een wapenstok is. Doch ook al was het wel een wapen stok, dan nog zou bekl. vrij moeten uit gaan. Dit volgt uit art. 3 sub 2 der Wa penwet. Immers, volgens dit artikel is het verbod tot het dragen van wapens niet van toepassing voor hen, die deel uitma ken van de gemeentepolitie. Het O. M. had, wilde bet met zijn dag vaarding succes hebben, ten laste moeten leggen, dat bekl., deel uitmakende van de gemeentepolitie, een wapen bij zich bad gehad, dat niet tot zijn uitrusting be hoort. Resumeerende, concludeerde bekl. tot vrijspraak, subs, ontslag van rechtsver volging, met teruggave van het onrecht matig in beslag genomen wapen. De kantonrechter schorste hierop de verdere behandeling van deze zaak tot a.s. Woensdag, om den wapenhandelaar als deskundige te hooren omtrent de rraag, of het wapen al dan niet een wa penstok is. W. J. E., koopman te Leiden, heeft met een auto te snel gereden, wat bekl. zich niet kan voorstellen. De agenten Teunissen en Slot verklaren dat beklaagde 35 K.M., zeker barder dan 15 K. M., heeft gereden. Eisch f 10 of 10 dagen hechtenis. J. van S-, te Leiden, heeft vanteel- ïand van G. v. d. Spek, spoorwegarbeider 'te Leiden, eenige kolen weggehaald. Getuige Van Tuijl, ook spoorwegarbef der te Warmond, heeft de man op zijn rooftocht ontmoet, In het geheel waren 'n 15 kooien weggehaald en wat spruitkool. Eisch f 5 of 5 dagen hechtenis. J. Br., te Leiden, heeft in den Bosch- huispolder kippen laten loopen op land van K. v. d. Vliet, die vooraf een civiele vordering stelde voor de geleden schade. Bekl. was niet verschenen, doch had geschreven dat hij de schade wel wilde vergoeden, waarvoor getuige dan wel eens bij bekl. zal aanloopen, wat nog wel van invloed zijn zal op bet vonnis. Eisch f 3 of 3 dagen hechtenis. M. M. S., vr. van R. te Leiden, heeft toegelaten, dat haar dochtertje te vroeg yersch brood verkocht had. Bekl. had geen order gegeven en wist niet welk dochtertje het verkocht had. Mej. Erades was er, om te bevestigen, dat het gebeurd was. Eisch f 3 of 3 dagen hechtenis. G. v. d. Z. vr. Gh. te Leiden had het- ïelfde gedaan. Mej. Starkenburg had het gehaald. Eisch f 8 of 3 dagen hechtenis. L. P. O., arbeider te Sassenheim, die vorige week was verschenen voor het zich zonder vergunning ophouden in de plaats van Baron van Heemstra, was er woer, doch nu ook de verbab'sant, de ge meenteveldwachter v. d. Eist, Deze als ge tuige gehoord, verklaarde dat de overtre der de broer van beklaagde was. Eisch vrijspraak. Bekl. informeerde nog of hij nu schadevergoeding kreeg, doch 'daarvoor kreeg hij geen hoopvolle toezeg ging. In de zaak van J. Gr. vr. O., te V o o r- 8 c ho ten, werd nu nog de melkboer Emeis gehoord, die niet veel nieuws naar .voren bracht, en niet kon verklaren, of de vrouw de keui-meesters a! gezien had voor de melkaflevering. Eisch f 100 of 20 dagen hechtenis. De gemachtigde meende, na het reeds door hem aangevoerde, thans van het woord te moeten afzien. Uitspraak in deze zaak over 8 dagen. M. W. D. vr. K. te K a t w ij k aan Zee, heeft ook te vroeg versch brood ver kocht. H. van Duin, 12-jarig scholier, bad het voor zijn vader gehaald. Eisch f 3 of 3 dagen hechtenis. W. F. Br., schipper te Leiden, heeft cp een boot zc**der achterlicht gevaren, waarvoor f 3 of 3 dagen hechtenis geëischt werd. Bekl. zag liever zijn baas gedag vaard, want, hij werkt niet graag voor be keuringen. De Kantonrechter zal nog eens zien. N. M. L., kantoorbediende te Leiden, heeft zonder licht gefietst, wat de Ambte naar f 3 of 3 dagen deed eischen. Het niet te hooge maandgeld zal de kantonrechter goedertieren doen zijn. J. G. O., slager te Leiden, heeft te lang laten werken en geen arbeidslijst voorhanden gehad. Eisch 2 maal f 3 of 2 maal 2 dagen. Df H. te Leiden, heeft met een on verlichte zolderschuit gevaren, waarvoor f 3 werd geëischt. J. Sch., arbeider te Noordwijk, heeft aldaar op de tramhaan geloopen waar zulks verboden was. Er werd vroeger nooit naar gekeken, zegt de beklaagde. De ambtenaar eischte f 2 boete P. v. d. Br., visscher te Leiden, heeft in een roeiboot een zegen vervoerd na zonsondergang. Bekl. ging naar zijn vischwater; het viel hem tegen dat de politie de zegen meenam. Of beklaagde wel eens stroopte? vraagt de Kantonrechter. Vroeger wel eens een enkelen keer, thans niet meer. Maar je schijnt toch wel te drinken. Bekl. lust 'm wel, en heeft nu een glaasje genomen om moed te hebben. Eisch f 3 of 3 dagen hechtenis, met ver beurdverklaring van de zegen. Hierna kwamen nog eenige leerplicht- zaken, waarbij, behoudens een paar geval len van 50 cents, f 3 boete of 3 dagen ge- eischt werd. Melkvervalschlng te Amsterdam. De Kantonrechter te Amsterdam veroor deelde den melkslijter H. Louw, tegen wien wegens vervalschen van melk met sloot water was geëischt 1000 gulden boete of 60 dagen hechtenis, tot 14 dagen prin- cieele hechtenis. Opruiing. Het Gerechtshof te Leeuwarden veroor deelde heden van 't eRve wegéns opruiing te Enschede tijdens de textielstaking tot 2 maanden gevangennisstraf met aftrek der preventieve hechtenis in overeenstemming met het arrest vano het Hof te Arnhem. Tegen Brommer werd een nieuw onder zoek op 19 Maart .gelast. OE RSJM3T1ÏEEK ALPHEN AAN DEN RIJN. Valsch geld. Door een ingezetene werd gisteren van een onbekend persoon oen valsche gulden in ontvangst genomen Het geldstuk is bij de politie gedeponeerd. Men zij op zijn hoede. BODEGRAVEN. Stille Omgang. Dinsdagavond was in het Patronaat een vergadering bijeenge roepen, teneinde te geraken tot het oprich ten van een genootschap voor don Stillen De heer Kauling opende namens de K. S. A. de vergadering en heette d9 aanwe zigen welkpm. Spreker zette het wezen der vereeniging op korte en duidelijke wijze aiteen, verklaarde, hoe ze ontstaan was, en gaf enkele inlichtingen omtrent den gang van zaken. Ruim 30 personen traden als lid toe. Alsnu werd eerst een bestuur De eerste stemming leverde geen resultaat maar bij tweede stemming werden gekozen de heoren Schein, Beijk en Van Dort, die de functies onderling zouden verdeelen. Nu werd gevraagd, welke personen reeds dit jaar deel wcnschten te nemen 16 personen gaven zich op, en de meesten verklaarden de autobus voor de meest ge- wenschte reisgelegenheid. Verder werd bekend gemaakt, dat men zich tot Zondag a.s. nog kon opgeven bij een der bestuursleden voor deelname. Hierna sluiting. LEIDEN Gevonden voorwerpen. Portemonnaie met inhoud; portemon- naie (ledig; damesbont; tabakspijp; glas van een autolantaarn; huissleutels; hon denhalsband; gouden zegelring; dames ceintuurs; handschoenen; bril in etui; damestaschje met inhoud; alpacca horloge in dito armband; rijwielhelastingplaatje; zilveren dameshorloge; heerenrijwiel; zil veren schakelarmband; moersleutel; gou den kettingringetje; brief geadresseerd aan J. Bernard; zakmes; armbandje met medaille; doublé armbandhorloge; zakje inh. strengetjes zijde; rekenboekje van Janssen; gouden ring met 2 steentjes; riem van een paardentuig; muuranker; ijzerzaag; gouden ringetje met steen; hou ten bak van een wagen; paar dameskousen, kindertaschje inh. zakdoek; gouden man chetknoop (muntstukje); jongenspet; rozen krans in étui; kruiwagen (speelgoed); gymn. schoen; bloedkoralen halsketting; manchetknoop; gebreide wollen muts; tasch inh. sinaasappelen; z.g. Vliegende Hollander; honden. - Gevonden in het Postkantoor: Actetasch. Gevonden in de electr. Tram (Stadslijn): Damesparapluie; wandelstok; lederen handkoffer inh. damesjapon; 6 postzegels; kruis van een rozenkrans; paar nieuwe dameshandschoenen; pakje inh. sigaren kistjes. Terug te bekomen en inlichtingen te verkrijgen ten politiebureele alhier eiken werkdag, behalve Donderdag en Vrijdag, tusschen 1 en 3 uur n.m. |i|'« i fi- -I» ivarifuseiwannr' Win (Aflv.) Hierboven vindt men een teekening van het welbekende café restaurant „Zomer zorg" aan den Stationsweg, zooals het wordt. Immers, niet onbekend kan het zijn, dat nu Zomerzorg is overgegaan in handen van de heeren Batenburg en Hellman, di recteuren van hotel Bloemink en van de lunchroom „De Naald" te Apeldoorn, dit café-restaurant geheel verbouwd en uit gebreid zal worden. De verbouwing ge schiedt onder architectuur van den heer Heuveling door den aannemer Veneman to Apeldoorn. Zoo men ziet zal het exterieur der zaak een ander aanzien krijgen door de verschillende verbeteringen die zullen worden aangebracht. - De veranderingen zijn echter niet min der groot voorzoover 't het inwendige van „Zomerzorg" betreft. De bestaande serre aan den linkerkant zal vervallen ovenals de breede ingang, hoewel deze op dezelfde plaats zal blijven. Wanneer men echter bij den nieuwbouw door den ingang binnenkomt is men dade lijk in het café-restaurant. Links bevindt zich dan de groote café-zaal met drie bil- lards, en een leestafel, rechts komt het restaurant, waardoor dus het kleine ver gaderzaaltje komt te vervallen. Het buffet wordt tusschen de tooneel- zaal en de bestaande zaal (links) ge plaatst, zoodat van twee kanten tegelijk bediend kan worden. De naast Zomerzorg liggende sloot zal worden gedempt. Aldaar zal een gelegen heid tot auto-stalling gemaakt worden. Ziedaar in grove trekken de verande- lingen. Als de gemeente zorg draagt nu ook zooveel mogelijk van haar kant mede te werken, om Stationsplein en omgeving te verfraaien, dan beteekent deze verbou wing van „Zomerzorg" zeker een sta'ds- verfraaing. Hoe tellen wij de veertig Ja, daarvoor is eigenlijk een zekere handigheid noodig! Van Asch-Woensdag tot Paasch-Zondag verloopen 40 dagen; op de Zondagen wordt niet gevast dat zijn er juist 6 dus hebben wij 40 vastendagen. Zoo telt men gewoonlijk. En die telling is niet onjuist. Maardoet zij geen afbreuk aan de opvatting van „de Vasten" als een aan- één-sluitend boetetijdperk, waarin juist de Zondagen als zoodanig op den voorgrond komen. Biedt zij Verder niet een gereede aanleiding voor de opmerking: Van de Vasten is feitelijk zoo goed als niets meer over, sinds de Kerk haar Vastenwet zoo verzachtte"? En schijnt die opmerking niet in te sluiten een zeker verwijt, dat de Kerk-zelf de waardeering van dien heili gen tijd deed-verminderen? Doch alsde gevolgde telling en de gangbare benaming tot zulk een besluit schijnen te voeren, zouden zij dan wel de meest juiste zijn? Alleen een klaar inzicht in het juiste karakter van deze heiligste der liturgische tijden kan hier voor misvatting behoeden. En laten wij dan maar voorop zetten, dat dit karatker niet allermeest gelegen is in het vasten. Het is begrijpelijk, dat deze uitwendige boetvaardigheid het gemakke lijkst aanspreekt, en daarom het eerst in een gangbare volksbenaming tot uitdruk king komt; maar dit neemt niet weg. dat zij slechts een bijkomstig middel ter heili ging is in dezen tijd, die van de oudste christentijden ai gegroeid is als een V o o rb e r ei d i n g voor P a s c h e n. Ik zeg hier met voorbedachte rade: voorberieding vap Paschen en niet van het Paaschfeest. Bij Paaschfeest denken wij allereerst aan den Zondag der Verrijzenis; dót is de vreugde-volle bekroning van het Verlos singswerk. Maar Paschen sluit meer in. Paschen beteekent het „sparend-voorbij gaan des Heeren", die aan de zielen, wel ke door Christus' bloed zijn verlost, de wrake van zijn ge-echten toon bespaart; daarom was het slachten en het eten van het Paaschlam, en het bestrijken der deur posten met zijn bloed op den laatsten avond, dat de Joden in Egypte verbleven (het eerste Joodsche „Pascha") de diep- treffende voorafbeelding van ons Paschen. Paschen herdenkt dus het volkomen verzoeningsoffer van Christus: zijn zoen dood op Calvarië, zijn rust in het graf en zijn troostend verblijf in het Voorgeborch te, en zijn alles-bekronende Verrijzenis tot een verheerlikt leven. Paschen omsloot daarom bij de oude christenen den Goeden Vrijdag, den heiligen Zaterdag en den grooten Zondag: het Pascha van den kruisdood (of kruis-Paschen), het Pascha van de graf rust, het Pascha der Verrijze nis (Verriizenis-Paschen). Dat heilig triduum werd ingezet in die nen rouw, die geleidelijk overging tot de hooeste vreugde. Die rouw begon op den Vrijdag en duur de tot den Zaterdagnamiddag; dan begon nen de groote doopplechtigheden, dip haar bekroning vonden in de plechtige Mis van den Paaschnaebt en aldus een overgang vormdan naar het groOte Alleluja van den Pa a sch dag. Met die rouw ging gepaard een aller strengst vasten, dat duurde van Vrijdag morgen tot na do Nachtmis van Paasch naebt. En omdat er in de allereerste eeuwen op vastendagen geen H. Misoffer werd opgedragen, maar slechts met de offerspijze van een vorieen dag gecommu niceerd werd, daarom fwaarschiinlijk al thans) Is op Goeden Vrijdag nooit een H. Misoffer opgedragen, maar slechts een „missa praesanctïfieatorum" gevierd, ge lijk wij die nog kennen. Van dit overoude gebruik zien wij in onze huidige liturgie en in onze, hernieuw de kerkelijke wetgeving nog de sporen. Op Goeden Vrijdag als vanouds nog een Vastendag en geen H. Mis; op Paasch- Zaterdag één H. Mis (de oude Nachtmis) en wel na de „Nonen" en vóór de „Ves pers" (dus omstreeks 11 uur in den morgen); en na die Mis en Vespers de avondgetijden) eindigt het vasten. dagen van de vasten? Ziedaar het Paschen: het heilig tri duum van Goeden Vrijdag, Paaseh-Zater- dag en Paasch-Zondag het Paasch feest). Dét Paschen nu werd vanouds voorbe reid door een heiligen tijd van veertig da gen, die niet allen vastendagen waren, evenmin als nu. Men zonderde aanvanke lijk zelfs meer dagen dan alleen de Zon dagen van het vasten uit. Die 40 dagen be doelden te zijn een tijd van geestelijke vernieuwing; en dè,t karakter is het hoofd karakter. Voor die geestelijke vernieuwing was het eerste middel de overweging en viering der groote lessen van Christus'" openbaar leven en prediking, welke gelei delijk aan zich ontwikkelde tot de rijke liturgie die wij nti bezitten, waarbij iede re dag een eigen Mis, een eigen Epistel, een eigen Evangelie heeft; geleidelijk voort overweegt die liturgie het leven van Christus, manend en biddend om vernieu wing van den innerlijken mensch; dik wijls herinnert zij aan de oude plechtig heden der opname in de Kerk van de doo- pelingen, omdat toch voor allen de herinnering aan onze geestelijke wederge boorte in het Doopsel, een uitstekende prikkel is tot hernieuwing van ons inner lijk leven. Van Passie-Zondag af concen treert zich de aandacht om den lijdenden Christus, hetgeen vanzelf aanleiding geeft voor krachtiger teek en en van rouw, en passend aansluit bij de gedachtenisviering van den Palm-Zondag en den Witten Donderdag 1). Gedachtig aan het woord van Christus, dat het booze uit onze harten alleen wordt uitgedreven door bidden en vasten, voeg den zich van de eerste tijden af bepaalde vasten-praktijken bij het gebed der litur gische viering. Zoo is dus vasten het tweede middel ter geestelijke vernieuwing Die Vasten-praktijk kan zich wijzigen, zooals onze H. Moeder de Kerk dat in Haar wijsheid noodig acht, evenals zij door een vernieuwde ordening de liturgi sche viering heeft weten te bestendigen; maar de hoofdzaak dezer heilige 40 dagen blijft de innerlijke vernieuwing; gebed en vasten zijn daartoe de middelen. Ziet ge nu hoe onredelijk het is te kla gen: „de Vasten is bijna niets meer", om dat de Kerk gemeend heeft in haar heili gingsmiddelen een zekere .wijziging te moeten brengon? Ja, die 40 dagen zijn nog wat zij altijd geweest zijn, zij moeten dat blijven, en zij zullen dat blijven, als de seloovigen het karakter daarvan maar blijven zoeken ddarin, waarin het gelegen is. Nu moeten wij terugkeeren tot onze tel ling. Op de Paaschviering bereidden de oude christenen zich 40 onafgebroken dagen voor: en als wij nu beginnen te tellen bij onzen „lsten Zondag van de Vasten" en eindigen met „Witten Donderdag" dan zijn er juist veertig dagen. Dat zoo immer geteld is, ziet ge nog in het Missaal, dat onzen lsten Zondag van de Vasten noemt: Dominica quadragesima, d.i. „de Zondag, die de 40e dag is", n.l. vóór Goeden Vrij- dag. Waar komen dan die eerste vier dagen van onze „Vasten" vandaan, zult gij vra gen? Die 40 voorbereidingsdagen hadden in de Kerk zulk een waarde, dat men zich op die dagen meer ging voorbereiden, en wel door vasten. En sla nu maar weer het Missaal op, dan vindt ge daar op Asch- Woensdag het opschrift: in capite jejunii d.w.z. bij het begin van het vasten. Asch-Woensdag is dus de aanvang van het Vasten, maar de daaropvolgende Zondag de aanvang der heilige 40 dagen. Ten slotte nog een enkel woord over de daaraan onmiddelijk voorafgaande we ken. Deze vormen een overblijfsel van de verwijderde voorbereiding voor Paschen. Geleidelijk aan ging de oude Kerk „aller hoogfeesten hoogfeest" tegemoet: 50, 60 ja 70 dagen duurde soms het geheel dier voorbereiding. Daarvan vinden wij nog sporen in den tijd, die aan Asch-Woens dag voorafgaat en welke in de Misgebeden en kerkelijke getijden reeds een veel ern stiger karakter vertoont. De drie Zonda gen voor dien tijd heeten nu nog: Dominica i n Septuagesima, d,}, dag, die valt in de 70 dagen vóór Pas(; Dominica i n Sexagesima, d.i. de Zo- die valt in de 60 dagen vóór Paschej Dominica in Quinquagesima, d{' Zondag, die valt in de 50 dagen schen. Ik spatieer hier het woordje „in", aandacht erop te vestigen, dat dit breekt bij den volgenden Zondag, Dos ca quadragesima; het Missaal telt precies juist: terwijl de eerste drie dagen niet precies de 70e dag em Paschen zijn, is die 4e Zondag wel pi de 40e dag vóór Paschen; ziedaar eigenardig bewijs, dat men vanouds Goeden Vrijdag niet bij het 40-tal, bij het Paschen gerekend heeft Wij meenen hiermede te mogen als De uiteenzetting dezer liturgische was een aanleiding tegelijk het kan van dezen tijd te belichten. Moge laatste vooral In het oog gehouden den. Zij de heilige tijd, die 40 dagen voorbereidt op Paschen, een tijd van telijk en veelvuldig gebed, een tijd aanhoudende versterving, waartoe moderne leen met zijn vele gemakfcg zijn overvloed van genotmiddelen zoo zaggelijk veel gelgenheid geeft; das zij vanzelf zijn een tijd van innerlijk nieuwing; want, als ons gebed boete op „Kruis-Paschen" ons vera met den stervenden Heiland, zal zij nade op „Verrijzenis-Paschen" ons deelen in het geluk van zijn „nieuw „St. Bavo". Th, 1) De overweging van het lijden h« Vasten door is een volksdevotie uitstekende die langzamerhand aan de liturgische viering gepaard Maar die liturgische viering is de i Wottenschappelijke Berinl Het drogen in de chemische techr Donderdagavond heeft ir C. J, Jr. voor het technologisch gezelschap sproken over het drogen in de chen techniek. Ter verduidelijking werden beelden gegeven In de chemische techniek, aldus ker, speelt het water een buitenge belangrijke rol. Verreweg de meeste mische producten ontstaan in of door tuasehenkomst van water, zoodjl de meeste van die producten in hun laatste stadium meer water bevatten wenschelijk is met het oog op de baarheid, de vervoerbaarbeid of de dere ver werkbaarheid. Het onLtrekkes dit overtollige water het drogen dan ook iets, waarmee men zich al overoude tijden heeft beziggehouden, vankelijk was het uitsluitend te don een voldoend droog eindproduct langzamerhand gingen ook overweg van warmte-en krachteconomie ds een rol spelen en 't was bedroevend zien, hoe men bij het najagen van laatste telkenB en telkens weer overti gen heeft gepleegd tegen de wetten pkysiea, welke overtredingen natuurt evenals altijd met e©n nooit fs zekerheid zijn bestraft. Het drogen is m zijn wezen een vi ping, maar het thermisch nuttig efeC een drooginrichting is altijd lager dai een verda-mpstation, o-mdat bij do meestal geen sprake kan zijn van winning van de afgewerkte warmte o-m zal men in het algemeen sleohti toevlucht nemen tot droge®, wannee dampen niet meer mogelijk is. een kend voorbeeld hiervan leveren de fabrieken Een droging onder 100° heeft bort het nadeel, dat men gebruik moet van lucht of een ander gas als drags waterdamp, en dit ga-s eischt eveneens warmte op, waardoor het effect weer wordt verlaagd Aan de van teekeningen wordt gedemonst dab een droging bij de hoogst mog temperatuur het voordeeligst is uit oogpunt van warmte- en krachtver! Verder speelt een rol bij de drogin hoeveelheid water, welke verdampt worden om 1 K.G. droog product fs gen. Spreker gaat nu achtereenvolgens drogingsconditïes voot beendermeel, derkalk, naaldhout, garens, papier, aardappelmeel, leder, caseïne en s tien producten, elk voor zich typisi zijn soort, om uit deze drogingscot af te leiden, welk drogingssysteem elk dezer producten de voorkeur de technische uitvoering van de ve lende drooginrichtingen wordt as- hand van lichtbeelden gedem ons tree Aan het einde van zijn rede zegt ker, dit onderwerp gekozen te hebbtf dat het de geest van den tijd is. schillende bewerkingen in de che techniek elk op zichzelf en als e< rond geheel te beschouwen. Zooals mie, die in het einde der 19e en hi der 20e eeuw dTe'gde te verdrinken onuitputtelijke massa van onovett lijk feitenmateriaal, dezen dood is, door zich te herzien en zich <>1 overzichtelijk te groepeeren in een die tegenwoordig bekend staat oud naam van de algemeene chemie, ook de chemische technologie, wil zeilden dood ontspringen, niet langj nadruk moeten leggen op de leer mische producten en hun bereiding- zich ook moeten sa-men vatten tot J gemeeno chemische technologie, leer der bewerkingen in het chemie® drijf omvat. Want de kennis van d® werkingen, van de grondslagen, zij berusten, de bezwaren die zij °P' en de wijze, waarop die bezwaren ondervangen, die kennis is bet, ingenieur in staat moet stellen, de stukken op te. lossen, welke hem volgen van nieuwe banen in zijn zullen worden voorgelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6