jebouw MANUFACTUREN
1
n
BREE3TRAAT 31, iegenower het Postkantooi*.
Hlansboezeroens, prima dril 2.i2vs 1.90 jj
Flanellen Sporthemden, zware kwaliteit1.90 1.7s 1
Zware Blauw Keper Werkjassen. &go ..sol
Blauw Keper Mansbroeken2.50 1 z.u I
Vakkleedïng in prima kwaliteiten. ,ra
mededeeling als zou spr. gezegd hebben,
dat het een cereplicht aan alle crediteu
ren was, dé instelling hunner organisatie
te blijven steunen, door te stemmen voor
min olijke liquidatie, onjuist is. Wel heeft
epr. beweerd dat de Middenstanders het
als een plicht opvatten en onderstreepte
dit nogmaals.
De Voorz. dankte Mr. Bolsius voor zijne
uiteenzetting en meddtverking. en sloot de
verandering op de gebruikelijke wijze.
Dames-Zangvereeniging. Op de vori
ge week gehouden bestuursvergadering
der R. K. Dameszangvereeniging, is be
sloten te trachten de vereenigipg met
eenige nieuwe leden te versterken. Dames
met eenige muzikale aanleg kunnen zich
daartoe aanmelden bij mejuffr. Korte-
kaas.
LiSSE.
Doorïelijk ongeluk. Zaterdagnamid
dag had het ongeveer 8-jarig zoontje van
den werkman A. v. d. L. do onvoorzich
tigheid van de in gang zijnde tram te
springen. Hij geraakte onder een der wie
len en was bijna onmiddellijk dood.
Het 350-Jarig bestaan der Leidsche Hoogeschool.
De uitreiking van het Eere-doctoraat in de
Rechtsgeleerdheid aan H. M, de Koningin.
volgende gezelschappen der Jur. Facul
teit: Juri Sacrum, Grotius en de Ver.
voor Staatkunde; de volgende gezel
schappon van de Litteraire Faculteit, n.l.
Litteris Sacrum; V. V. V. V.; M. F.; en het
Oriëntalistisch Dispunt alsmede 25 leden
Stoet van Curatoren eh Hoogleeraren;
Op plechtige, waardige wijze is van
daag het feest gevierd van het 350-jarig
bestaan der Leidsche Universiteit.
De stad vlagt! En, hoewel hel feest eigen
lijk do bevolking aangaat, leeft de burgerij
er blijkbaar hartelijk mol mede.
Om half twee vanmiddag verlieten cu
ratoren, liooglecraren en lectoren het
Academiegebouw om zich langs Rapen
burg (Westzijde), Doezabrug, Nieuwsteeg
en Kloksteeg naar de Pieterskerk *te«be-
geven, waar de plechtige herdenking zou
plaats hebben en H. M. de Koningin met
de doctorale waardigheid honoris causa
in de rechtsgeleerdheid zou worden be
kleed.
De stoet werd ditmaal niet, zooals bij
vorige eeuw- en balve-eeuwfeesten, voor
afgegaan door bereden dragonders.
Voor de statie liepen de beide pedellen,
gekleed in groot ornaat met de pedelsta-
ven in de hand.
Achter hen volgden de curatoren, twee
aan twee, namelijk: E. G. baron Sweerts
de T.andas Wyborgh, getooid in zijn
ambtskleeding als commissaris van de
Koningin: jhr. mr. Rh. Feith in zijn
ambtscostuum als lid van den Hoogen
Raad: Mr. R. B. Ledeboer in zijn ambts
costuum als procureur-generaal bij den
Hoogen Raad en mr, J. Limburg in zijn
ambtskleedij als lid van Gedeputeerde
Staten.
De president-curator, Jhr. Mr. De Gij-
selaar, liep niet in de statie mede, omdat
hij ongeveer., lezelfder tijd als burge
meester de Koninklijke Familie en Haar
gevolg aan de grens der gemeente moest
opwachten.
Achter curatoren volgde de secretaris
van het college jhr. mr. J. E. Boddaert.
Achter dezen kwamen de rector magni
ficus, prof. mr. A. J. Blok en de secreta
ris van den Academisclien Senaat, prof.
dr. W. de Sitter, beiden, evenals de an
dere hoogleeraren, met baret op en met
de toga omhangen en getooid met hunne
ordeteekenen.
Achter rector en secretaris van den Se
naat volgden, faculteitsgewijze, eveneens
twee aan twéé naar hun rang hoogleera
ren en oud-hoogleeraren van de facultei
ten van rechtsgeleerdheid, geneeskunde,
•wis- en natuurkunde, letteren en wijsbe
geerte en godgeleerdheid allen in toga
en met baret.
Achter de faculteiten liepen de lecto-
en.
Bijzondere aandacht trok prof. dr. Ein-
tein, in liet blauwe manteltje met blauwe
laret van Berlijnsch hoogleeraar.
Aan weerszijden van het Rapenburg
stond een groot aantal corporaties en de
putaties van studentenvereenigingen ge
schaard, die zich met vaandels en banie
ren, nadat eerst de statie van curatoren,
hoogleeraren en lectoren tusschen beide
rijen was doorgegaan, in de hierna Ie
noemen volgorde daar achter aansloten.
Het Collegium van het Leidsch Studen
ten-corps; het bestuur van de Ver. van
Vrouwelijke Studenten; Senaat van dén
Bond- van Leidsche Studenten: Bestuur
v. d. R.-R. Studenten Ver. „St.-Augusti-
nus"; het bestuur van de Indologen Ver.;
de besturen van de Juridische Faculteit,
Medische Faculteit, Philosophische Fa
culteit, Litteraire Faculteit en de Theolo
gische Faculteit der studenten; verder de
volgende gezelschappen van het Leidch
Studentencorps; de Lustrum-Commissie;
de Almanakredactie; de Schouwburg-
Commissie, en de Commissie vau Orde en
Vertegenwoordiging der Soc. „Minerva".
Daarna volgden 37 andere gezelschappen
van het L. S. C. met 74 bestuursleden en
150 leden, hierbij sloten zich aan de vol
gende gezelschappen der Ver. van Vrouw.
Studenten: de Vliet, de Tooneelclub, do
Muziekclub, de Juridische Kring, de Me
dische Kring, de Litteraire Faculteit, de
Philosophische Faculteit, de Theologen
Kring, het Naaimugje en Nullo, waarhij
zich nog 140 leden der V. V. S. L. voeg
den Vervolgens kwamen de gezelschap
pen van den Bond van Leidsche Stu
denten n.l do Tooncelver. D. E. D. I. L,,
de Muziekver. Les Ghevalliers de la Lune",
do Schaakclub S. C. A. E. C. en do deba
tingclub M. 1 gevolgd door 30 gewone le
den van den Bond. Hier achter kwamen
de gezelschappen van Sf.-Augustinus, n.l.
de Congregatie, Plato, Makker I, Makker
II. de Missiecluh, Agab, en Eigen Huis.
Uier achter sloten zich aan 25 leden van
We IjidologcDYCr. en dc besturen van de
tot dezq gezelschappen behoorende. Hier
na kwamen de volgende gezelschappen
der Theologische Faculteit Q. S. V.; Jahwé
Mini; C. R. P. C.; F. F. F.; Chrisotsomus,
en 25 leden dezer gezelschappen. De stoet
werd gesloten door besturen en leden van
de N. C. S. V,. Societas Studiosorum Re-
formatorum, V. C. S. B., Ned. Zionisten-
Ver., de Studenten-Gcheelonthouders-
Ver. en de Afd. Leiden van het Dietsch
Studenten-Verbond.
Aan den overkant van het Rapenburg
en verder langs den weg, welken de stoet
volgde, stonden dichte rijen menscben
geschaard om dezen ongewone stoet te
zien voorbijtrekken.
Aankomst van de stoet in de Pieterskerk.
Toen de stoet in de kerk aankwam, was
deze reeds voor het grootste deel bezet
door genoodigden en oud-studenten en
studenten, voorzoover deze in aanmerking
waren gekomen, met hel oog op de plaats
ruimte, voor een toegangskaart. Onder dc
talrijke autoriteiten waren de ministers,
vrijwel alle leden van het Corps Diploma
tique, verschillende leden van de Eerste
en Tweede Kamer; de leden van het dage-
lijksch bestuur en de meeste leden van
den gemeenteraad van Leiden; vertegen
woordigers van de Senaten der hooge-
scholen van Utrecht, Groningen, Delft,
Amsterdam, Nijmegen, door prof. dr. pa
ter De Langen Wendels en prof. mr. v. d.
Grinten, Rotterdam en Wageningen, en
vele andr ren.
Dadelijk na 1 uur 40, nadat de deuren
voor het publiek gesloten waren, deed dc
organist van de Pieterskerk, de heer C.
B. Duyster Sr., het Preludium pro organo
pleno van J. S. Bach hooren.
Inmiddels betrad de stoet het kerkge
bouw. Voorafgegaan door de beide pedel
len, begaf de heele stoet van curatoren,
hoogleeraren en lectoren zich langs het
gangpad naar het „Doophek". Pedellen,
curatoren, rector en secretaris liepen door
naar het „Ruim"; de andere hoogleeraren
gingen intusschen op hunne plaatsen zit
ten met uitzondering van de assessoren,
die hun plaatsen in het Ruim innamen,
en de dieseommissie, bestaande behalve
uit rector en secretaris uit de hooglee
raren P. J. Blok, Huizinga, Knappert,
Van Eysinga en Colenbrander, die zich
bij curatoren, rector en secretaris voegden.
Ook de lectoren namen vervolgens hun
zitplaatsen in. De hoogleeraren hielden
bij het binnenkomen, evenals bij het weg
gaan, de baret op.
Curatoren, de commissie van ontvangst
(diescommissie) en assessoren begaven
zich vervolgens, voorafgegaan door
pedellen, door het gangpad van rechts
weer naar den ingang, om H. M. de Ko
ningin en de overige leden der Koninklij
ke Familie met Hun gevolg af te wach
ten.
De Kerk, waarvan alleen het mid
denschip was gevuld; elders zou men toch
niels kunnen zien bevatte 2200 belang
stellenden.
Aankomst van de Koninklijke Familie.
Ongeveer kwart voor twee kwamen de
Vorstelijke personen met hun gevolg per
auto aan den grens der gemeente Leiden
op den Haagweg aan. Hier bevond zich
de burgemeester van Leiden om het Ko
ninklijk gezelschap te verwelkomen.
Nadat deze officieele begroeting had
plaats gehad, werd rechtstreeks langs
Haagweg, Noordeinde, Rapenburg en
Kloksteeg, welke laatste voor alle verkeer
was afgezet, naar de Pieterskerk gereden.
Aankomst van de Koningin in
de Pieterskerk.
Toen de Koninklijke Familie aan de Pie
terskerk aankwam, stond in de Kloksteeg,
met don rug naar de kérk, links van de
deuren, de eerewacht van de Leidsche
Studentenvereeniging tot oefening in de
Vrijwilligen Wapenhandel onder leiding v.
haar commandant, de heer J. D. Zimmer
man. met ontplooid vaandel opgesteld en
bracht aan de vorstelijke personen de mi
litaire eerbewijzen.
Aan weerskanten van de deur der kerk
stond een lid van de eere-wacht hij wijze
van schildwacht, genos'eer d
Precies op tijd te 2 uur arriveerden de
vorstelijke personen met gevolg in een vijf
tal auto's, voorafgegaan door die van den
burgemeester. In de eerste auto waren ge
zeten H. M. de Koningin, die gekleed was
in" een bruinrood gewaad met bruin-flu-
weelen mantel en een hoed versierd met
een paradijsvogelveer in dezelfde kleur;
H. K. H. prinses Juliana, in groen flu
weel met groene baret en Z. K. H. Prins
Hendrik in admiraalsuniform. In de
tweede auto was H. M. de Koningin-Moe
der gezeten, met een hofdame. H. M. was
gekleed in het paars, met een bruinen
hermelijnen mantel.
Het gevolg van H. M. de Koningin be
stond uit de grootmeesteres Gravin van
Lynden van Sandenburg, de hofdame Ba
ronesse van Heekeren van Keil, den
grootmeester Graaf Dumonceau, den ka
merheer en part. secretaris, baron van
Geen, den adjudant, kapitein Gey van Pit-
tius en de ordonnans-officier Jhr.
Sickinghe.
In het gevolg van Z. K. H. den Prins
was de adjudant kapitein Jhr. Laman
Trip, terwijl het gevolg van prinses Ju
liana werd uitgemaakt door de 1ste hof
dame, baronesse Sloet van Marxveld.
Het gevolg van H. M. de Koningin-
Moeder bestond uit de Grootmeesteres,
mevrouw de douairière de Beaufort, geb.
barones van Deden»; de hofdame van
dienst; den groot-officier ter beschikking
jhr. Schimmelpenninck en den kamerheer
Graaf van Limburg Stirum.
Nadat de - -'nkti.ike Familie en Haar
gevolg het kerkgebouw waren binnenge
treden, stelde de burgemeester de cura
toren en de hooglceraren, die deel uit
maakten van ""e commissie van ontvangst,
aan de Koninklijke Familie en de leden
van het gevolg voor.
Na deze begroeting begeleidden de pre
sident-curator, Jhr. De Gijselaar en de
rector-magnificus, prof. mr. A. J. Blok,
voorafgegaan door de beide pedellen, H.M.
de Koningin naar Haar zitplaats in het
Ruim, waar ook de overige leden der Ko
ninklijke Familie plaats namen. De presi
dent-curator liep links van de Koningin,
de rector-magnificus rechts.
Evenzoo begeleidden de curator, barpn
Sweerts de Landas Wyborg en de secreta
ris van den Senaat, prof. dr. De Sitter,
de Koningin-Moeder; de curator jhr. Feith
en prof. P. J. Blok, Prins Hendrik; de
curator mr. Ledeboer en prof. Knappert
Prinses Juliana en de curator mr. Lim
burg en de secretaris van curatoren, jhr.
Boddaert, de andere leden van de com
missie van ontvangst de hofhouding. De
stoet werd gesloten door de leden van de
commissie van ontvangst, prof. van Ey
singa en prof. Colenbraifcer.
Terwijl deKoninklijke Familie naar
haar plaats werql geleid, speeltje het or
gel de Priestermarsch van Mozart.
Zoodra de Koninklijke Familie en de
hofhouding gezeten waren, namen ook cu
ratoren en leden van de commissie van
ontvangst hun plaatsen in.
Zoodra de geheeje stoet binnen het
ruim was, begaf de'rector zich naar het
preekgestoelte, tot het houden zijner
oratie.
Het gemengd koor Sursum Corda on
der leiding van. den heer Hubert Cuypers
bracht hierna a capella het eerste cou
plet van het Wilhelmus ten gehoore.
Vervolgens hield de rector-magn., prof.
mr. A. J. Blok, hoogleeraar in het straf
recht en de strafvordering, zijne oratio,
welke getiteld was: De ontwikkeling van
het strafstelsel in Nederland.
De spreker begon met zijn hoorders een
hartelijk welkom toe te roepen op de his
torische plaats, waar na Leiden's ontzet
redders en geredden waren samengeko
men om God te danken, waar in den vroe
gen morgen van 8 Februari 1875 Zijn
zegen is afgesmeekt over de Hoogeschool,
waarop 6 November 1875 het herstel der
Academie is bezegld, en waar nu reeds
vier malen de eeuwfeesten en halve eeuw
feesten der Stichting zijn herdacht.
Dat het in het bijzonder het aan H. M.
de Koningin en de Koninklijke Familie
Iheeft behaagd den 350en verjaardag de
zer Universiteit te komen vieren, daarme
de het voorbeeld volgende in 1675 door
den Koning-Stadhouder, in 1775 door
Prins Willean V en in 1875 door Koning
Willem III gegeven, vervult den Senaat
met groote dankbaarheid. Die herdenking
brengt als van zelve mede, dat wij in onze
gedachten teruggaan tot hem, aan wiens
vooruitziende blik, aan wiens warme hart
wij de stichting der Hoogeschool te Lei
den boven alles te danken hebben, tot
Prins Willem van Oranje!
Na' uitvoerige mededeelingen omtrent
stichting en bloei dezer Hoogeschool,
brengt spr. namens den Senaat aan de
nagedachtenis van dien Prins en aan de
nagedachtenis van allen, die met hem aan
de stichting dezer Universiteit hebben me
degewerkt, eerbiedige huidel
Een dag als heden noopt, aldus ver
volgt spr., tot een terugblik èn tot een blik
in de toekomst. Het zou voor den rector
een aantrekkelijk denkbeeld zijn bij den
blik in liet verleden terug to gaan tot het
jaar, waarin de Academie werd ingewijd
en eene groote "voldoening te mogen aan,-
toonen dat hare oprichting van grooten
invloed was juist op dien tak van weten
schap, die hij geroepen was te dienen.
Dat denkbeeld zal niet kunnen worden
verwezenlijkt, want gedurende den bloei
tijd onzer Republiek en nog lang daarna,
is van eene ontwikkeling van het Straf
recht geen sprake geweest, al heeft de phi
losophic van het strafrecht haar voordeel
gedaan met wat Grotius, kweekeling de
zer Hoogeschool, in zijn beroemd boek
werk in 1625 daaromtrent had geleerd.
Van een invloed der Leidsche Universi
teit, in de beide eeuwen na hare oprich
ting op de ontwikkeling der strafweten
schap, kan dan ook niet veel worden ge
zegd. De straf werd dan ook beschouwd
volgens Huber, als „eene wreekinge van
misdaedt, tot afschrikkinge van andere
door de ovorigheyt gedaan".
Ten slotte moest voor de denkende, voe
lende menschheid de vraag Daar voren
rijzen, of do straf, berekend op wreking
der misdaad en afschrikking van anderen,
desnoods door de wreedste middelen, wel
gerechtvaardigd was.
De wetgeving der Fransche revolutie van
1791 heeft de bescherming van het indi
vidu tegen de willekeur gebracht, welke
leiden moest tot de hestudeering van de
vraagstukken van juridisch-dogmatisehen
aard en tot de overweging van voorschrif
ten, betreffende soorten en male van straf.
Spr. ging nu na, wanneer en hoedanig
Nederland deel nam aan de beweging tot
invoering van vrijheidsstraffen en tot de
bevoegdheid tot het opleggen van een
maximum- en een. minimum-straf. Eerst
sedert 1813 heeft de strafwet zich in de
richting van het Nationale Wetboek van
1809 ontwikkeld en werd het stelsel van
verzachtende omstandigheden, ook voor de
crimineele feiten ingevoerd.
Uitvoerige beschouwingen werden hier
na gewijd op het gebied van het kinder
recht, aan het beginsel der individualisa
tie der straf, dat langs den weg der clas
sificatie den schuldigen wil onderwerpen
aan de straffen, welke voor hen het ge
schiktste zijn, 't welk dan ook in 1911
heeft voorgezeten hijde oprichting der
bijzondere strafgevangenis te Schevenin-
gen, waardoor mogelijk is gemaakt een
doelmatige tenuitvoerlegging der gevange
nisstraf op personen, die voor afzonderlij
ke opsluiting ongeschikt bleken te zijn.
In dit verband werd hulde gebracht
aan de hoogleeraren Liszt, Prins en G. A.
van Hamel, die door stichting van de In
ternationale Strafrechtsvereeniging kracht
dadig hebben samengewerkt om de weten
schappelijke grondslagen te leggen, waar
op het strafrecht der toekomst zou worden
opgetrokken.
Individualisatie door classificatie be
oogen de psychopathen ontwerpen, welker
spoedige afdoening thans met grond mag
worden tegemoet gezien. En sedert de in
trede van het nieuwe kinderrecht, is ook
het tweede, daarin neergelegde beginsel,
de opvoedingsgedachte, bezig zijn invloed
te doen gevoelen -.op de strafrechterlijke
behandeling van volwassenen Den mis
dadiger op te voeden en hem te dwingen
aan die opvoeding actief deel te nemen,
dit beoogt ook de nieuwe regeling der
voorwaardelijke invrijheidstelling.
Doel en uitwerking van strafrechter
lijke vonissen nader toelichtende, zegt
spr., dat de pogingen tot de verheffing
van misdadigers, vooralsnog in een aan
tal gevallen op een mislukking zullen uit-
loopen, waar voor het tot stand brengen
van hervormingen, naast een nuchteren
blik en een koel hoofd noodig is het ge
loof aan de allesvermogende en allesdoor
dringende kracht van het goede en een
sterke wil om de moeilijkheden te over
winnen.
Heeft spr. hij den aanvang zijner rede
de stichters dezer Universiteit met er
kentelijkheid herdacht, een woord van
hulde brengt hij aan hen, die in den loop
der eeuwen zoo krachtig aan haren groei
en bloei medewerkten, terwijl hij eindigt
met een opwekking tot de jongeren, de
tegenwoordige, studenten om den naam
der Universiteit hoog te houden, en over
eenkomstig 'a Prinsen wensch het blok-
huys hechter te maken, tw. de moeilijke,
doch verbeven taak, die ons en het nage
slacht is op de schouders gelegd.
Nadat de rector zijn oratie beëindigd
had, zong het koor Psalm 118 van Swee-
linck.
Hierna daalde de rector van het spreek
gestoelte en begaf zich tot voor H. M. de
Koningin. De heide pedellen plaatsten zich
op eenigen afstand, schuin achter den
rector aan weerszijden van dezen.
Vervolgens richtte de rector zich met
krachtige stem tot H. M. de Koningin.
Met Hare Majesteit verlof ga ik dan nu
over tot de plechtigheid der promotie, al
dus de rector-magnificus.
Regina nostra:
Lubenter in me reeïpio provinciam,
quam rnihi dedit Senatus Academicus, ut
in Maiestatem Tuam summos in iuris dis
cipline honores honoris causa conferam.
£ccipiat igitur Maiestas Tua quod Ei
pro insignihus meritis iustum praemium
debetur:
Quod honum felix faustumque sit.
Pro potestate Lego- nobis concessa,
ex auctoritate mea
amplissimique Senatus Academici con
sensu et nobilissimae Facultatis Iuridicae
decreto:
ego Te, Regnam Wilhelminam Heienara
Paulinam Mariam Principcm Arausionen-
sem iuris Doclorem honoris causa dico
creo renuntio, trihuoque Maiestati Tuae
quiequid iuris atquo honoris vel bic vel
alibi locorum, sive lege sive longa consue-
tudine, rite creatis iuris Doctoribus haberi
concredique solet.
Het is het recht het voorrecht r- van
dèn promotor aan dezo formule eenige
woorden toe te voegen ten einde in het
licut te stellen, wat den Senaat heeft be
wogen Uwer Majesteit het eere-doctoraat
in de rechtsgeleerdheid te verleenen.
De Senaat heeft gemeend, dat hij aan
de gevoelens van piëteit en dankbaarheid,
die ieder onzer voor den grooten Stichter
der Hoogeschool koestert, niet heter uiting
kon geven, dan door U, zijn nazaat, de
grootste eer te bewijzen, waarover de Se
naat beschikken kan.
Hij heeft gezocht naar een middel om
Uwer Majesteit duidelijk te maken, hoe de
woorden, door U op 21 Juni 1905 in de
senaatskamer der Academie gesproken,
nog steeds weerklank vinden in onze har
ten. Gij hebt Uzelve toen gelukkig gepre
zen or op te mogen wijzen, dat de handen
door haar Stichter tusschen Leidens Hoo
geschool en het Huis van Oranje gelegd,
nimmer zijn verslapt. Het eerbetoon thans
aan U, en uilsluitend aan U, gebracht,
strekke Uwer Majesteit ten bewijze, dat
de Leidsche Universiteit, steunende op dat
Koninlijk woord, zich nog altijd beschouwt
als dc. Academie der Oranjes, en dat zij
van haar kont, wat zij kon, wilde doen om
Gemeentelijke Aankondig!
GEMEENTELIJKE VISCHVERKI
Aan den gemeentelijken visch*
Vischmarkt 18, tel. 1225 is DINSDAG
krijgbaar: SCHELVISCH a f
KABELJAUW a 30 cent per
SCHOL a f 0,17 per pond, HARlfj
f 0.05 per stuk en ZEEUWSCHE
SELEN a f 0.05 per Kg.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgen^
Leiden, 9 Februari 1925.
Katholieke Ageing
LEIDEN.
Dinsdag. R. K. Bond van Handels-,
toor* en Winkelbedienden
Franciscus van Assisië", ft
gebouw, te 8 uur.
Dinsdag. Ledenvergadering H.
Bondsgebouw te 8 uur
Dinsdag. Ledenvergadering ,,Sb.
Bondsgebouw te 8 uur.
Woensdag Leidsch Kruisverbond, I '3
gebouw, te 8 uur.
Woensdag. Ledenvergadering B. K.
brieksarbeiders, Bondsgebom c'
8
Woensdag. Rechtsk Bureau 7,308>3i s'
Donderdag. Wetenschappelijke voord
over het Katholicisme door
Verhaar. Universiteitsgek 83
Kloksteeg 23. te 8 uur.
Donderdag. Ledenvergadering „Eigen
Bondsgebouw te 8 uur.
ZOETERWOUDE (H. RJ
Dinsdag. Jaarvergadering R K. Volk bi
in het Patronaatsgebouw, u
uur
h
De avond-, nacht- en Zondagsdku
Apotheken wordt van Maandi It
F e b r tot en met Zondag 15!
waargenomen door de Apotheek vai b
heer C. B. Duyster, Nieuwe Bij
Telef. 523.
dien hand te stevigen. Doch zij
toe dit middel niet hebben mogen ki f;
wanneer daarvoor geen andere grond
wezig ware geweest dan bet
van een plicht van piëteit tegenover
Willem en het hetoonen van onze
aanhankelijkheid en genegenheid vc
en Uw Huis. Want de Academie
bovenal aan hare waardigheid ver;
het eeredoctoraat, van des te meer
de, nu het zoo zelden wordt loegt
uitsluitend te verleenen aan hen,
dit om hunne verdiensten toekomt.
Zoodanige verdiensten heeft de
bij Uwe Majesteit aanwezig geaü
het gebied van het recht. Zij bet
niet de theorie van een bepaald one
van het recht, neen zij liggen
terrein van de practijk, in Uw strei
het recht zooveel mogelijk in de h
landsche als in de buitenlandsche
kingen te verwezenlijken.
Met name rijst als van zelf voor
de herinnering aan den tijd, toen k
van ons volk was saam geweven
wijze, waarop Nederland den wei
rechts zou weten te bewandelen',
herinnering, waaraan onafscheideli
verbonden de overtuiging der ga
natie, dat Gij toen voor het rechl
Uw volk U gesteld hebt op de brei
een geestkracht en een toewijding,
bij die van Prins Willem niet ten
bleef.
Die herinnering alléén- al rechligi
de eer, die wij, Majesteit, U -wilde
toonen, te kleeden in den vorm va
eeredoctoraat in de rechtsgeleerdheil
Omdat het geen geschenk is, di
uit mijne handen ontvangt, doch ee
kenning van wat Gij voor Uw volk
verricht, mag ik als rector Uwe Maj
daarmede eerbiedig geluk wenschen.
Wanneer ik naar oud gébruik mij
spraak mag hesluiten met een perst
woord, dan moge ik daaraan
den diep gevoelden wensch, dal U*
jesteit aan de zijde van Uwen echl{
den Prins der Nederlanden, nog
jaren mogen worden gegeven, het
land en deze Hoogeschool ten aegci
Doch ik zou de gevoelens van di
naat slechts ten deelo vertolken, w
ik in zijn heilwensch niet betrok
Koninklijke Moeder, die in Uwe je
is voorgegaan in toewijding en
voor Haar nieuwe vaderland, wano
niet uiting gaf aan onze voldoeniil
Gij gehoor hebt gegeven aan
wensch, dat Uwe Dochter, onze Pi
fihans hier zou tegenwoordig zijn
hebben gemeend den toegang tot
hart het best te kunnen bereiken
Haar getuige te doen zijn van do
door de Academie aan Hare Moed
bracht.
Majesteit, wij bidden Haren Oud
ons zeiven toe, dat Zij zich verder
ontplooien in overeenstemming
Hunne hoop en overeenkomstig
wachtingen, en dat voor Haar ee
komst moge zijn weggelegd van v»
tig geluk.
Wij geven Uwer Majesteit de
ring, dat de Leidsche Universiteit
met hart en ziel zal medeleven.
Daarna reikte de rector de bul
M. over.
De hul is 30 hij 40 c.M. groot'
roode en zwarte letters op perkamfj
een student geschreven. Het zegel i
k er-oranjekleurig en was verval
zilveren doosje.
Rede Koningin.
In aansluiting op de rede van <jf
tor-magnificus heeft H. M. de
de volgende rqdc gesproken:
Mijnheer de rector-magnif#
Zelden zoo ooit is het voorgek"
de lotgevallen eener universiteit