Ar» ecdoten. ,.2oo da-'s goed," zei hij. 'loonde of-ie ïle i^ondo blikken van vrouw on dochters i; int opmerkte. Kr word niet vorder over gesproken. <i.n negen uur werd er w.--r gescheld. ..He. wie zou dat zijn?" verwonderde Unaraa. _r ..'a-Zal eons gaan kijkon." zei hij nu. ]i)lij dat io wog kon, haastig de kamer uit, om niols te laten merken. 1 Mot con zak op don rug stapte de melk boer de gang in. ..G'n avond, meneer, hier bin ik met 't Tiar-hic," laat den zak van z'n schouder glijden, legt 'm voor zich op den vloer. Ken zacht geknor in den zak protest ■tegen te harde behandeling of verzoek om or uitgelaten te worden melkboer •negcort dit, Bertell kijkt met ietwat ang st igon blik naar den zak, als 't varken maar niet al te veel loven maakt om de l)uren boven. „Dat valt nie-moo, zwaarder a.s-'k dacht, je het-'r 'n koopio an, meneer, effectief 'n koopio, 't zit 'r vast an, ,'A ken 'ai goeie worden.Als uwes nou mar 'ns zeegon wil waar-ie woze mot." Meneer aarzelt even of io V doen zal, wilde z'n vrouw en dochters er mee ver rassen. 't varken eerat even laten zien in de kamer. Als ie 't zoo in 't hokje zette, zou 't geen aardigheid zijn. ..Hij moet hierin, Jansen handbe weging naar 't hok onder do trap maar eerst zou-'k 'm even binnen willen laten zien." ,.Dat kèn, meneer, met alle soorten van genocge. mevrouw zal d'r effectief plezier in hebbe, 't is 'n roo beesie, reikt den zak over voorzichtig, meneer, de krop goed dichthoue, niet Ae wijd opedoen. Zoó laat nou mevrouw en de jongedames mar 'ns zien. zal ric-r wel cffe wnehte." Meneer gaat naar binnen, de melkboer blijft in de*gang slaan, kijk intusschen met 'n gezicht van wat-kenno-dio-stads- mense-toch-in-d'r-hoofd-liale de toekom-, sligo verblijfplaats van 'l varken eens aan. „Veel te. klein," oordeolt-ie, good om knijne in Ie mes-te." Een paar gillen, luide gillen, doordrin gende gillen, gillen, die 'm door merg en been drongen, onderbraken z'n beschou wing. "Meneer in de kamer komend, had voor zichtig den zak op 't tapijt gelegd. Met 'n geheimzinnig lachjo keek-io naar do ver wonderd-nieuwsgierig© gezichten van 1 vrouw en dochters. „Hè, pa!" „Wat is dat?" ,,'t Loeft, 't lé-é-é-eft" elkaar kruisende uitroepeD door vader genoten in 't leuk gevoel, 't alleen to wéten, dat ze nooit raden zouden „Wat denk jullie?" vroeg-ïe, nieuwsgie righeidspanning verhoogend. „Laat 'ns zien," wedervroeg vrouwekoor. Voorzichlig-geheimzinnig hurkte hij bij den zak neer, futselde 't ilouwtjo los. maak to voorzichtig den zak een cmdjo open. 't Varken voelend, dat z'n vrijheid te heroveren viel, stak zijn spitsen kop door do opening, slingerde hem oen paar maal varkensachtig licen en weer om ruimte to maken. Meneer, daarop niet rekenend, viel achterover. de zak ontschoot 'm. 't Vol gend oogenblik holde 't varken door de kamer, z'n varkenskop blijkbaar kwijt ge raakt door 't gegil van ma en dochters, door 't hartig woordje dat pa hem op zijn uitstapje meegaf. Een half uur later verliet de melkboer met z'n zak op z'n rug de woning. In dien zak droeg-ie 't varben. Do ruimte onder do trap ligt nog altijd onbenut. GEETJE Het kind en de telefoon. Kleine zu9 luisterde voor 't eerst nieuws gierig aan de telefoon en hoorde haar va ders stem. Plotseling barstte zij in tranen uit. Wat is r nu kindje, vroeg de moeder bezorgd. O. moeder, snikte het kind. vader zit in dat gaatje, hoe halen we hem er uit. ïri ee" restauratie. Bezoeker: Zeker een abuis, kellner. Ik heb kalfslever besteld en ge brengt kalfs leer. Hij had er voor betaald. Een spoorwegwachter ziet een man over den spoorweg loopen. Maak dat je daar vandaan komt! Daar mag je niet loopen) roept hij hem toe. Nu. dat is wat moois! antwoordt de man, ik heb een plaatskaartje en zou over den weg kunnen rijden, als ik niet een oogenblik te laat was gekomen. Waar 't hem om te doen is. Bij een stillen overweg wordt een auto door de locomotief van een sneltrein ge grepen en totaal vermorzeld. Een voorbij ganger, die even later op het terrein van Let ongeluk verschijnt ziet de gewonde chauffeur tusschen de stukken en brokken van den auto zich bewegeu. Is hier 'n ongeluk gebeurd? vraagt hij, Ja, fluisterde de gewonde. Haakte de locomotief den auto? Ja. Floot de machinist bij den overweg? Neen Is er al een inspecteur der spoorweg maatschappij geweest om de schade op te nemen? Neen Dank je, ik kom naast je liggen- Tenor: Toen ik mijn oersta ©oac. hier in de muziekzaal gaf moesten y\ menschen bezwijmd worden weggedragca Vriend: O, maar je stem is in di tijd ongetwijfeld veel verbeterd. Gemoedelijk. Struikroover: Uw gGld of uw leven! Tourist: Ja, ziet u, op 't oof heb ik toevallig geen geld bij me, ma* ik zal u legaatje maken H Arme kind. Waarvoor -is uw man zoo aan hi brullen, buurvrouw? Mijn man? Hij zingt de kleine slaap. Nou, als ik dat wurm was, zou ik i gauw houden of ik sliep. De verstrooide professor. In een dar straten van Leiden onfmoj mijnheer K. professor S D© professor liep met z'n rechterbeen o het trottoir en met zijn linkerbeen in goot. Mijnheer Iv Hoe maakt u het profe sor? Prof.-: Ik weet het waarachtig Toen ik van huis gang was ik volkom* gezond, maar het laatste half uur loop kreupel. EEN KABOUTERSPROOKJE. V. Prins Wichtel staat verbaasd. Wicht cl heeft £oi>n oogen genoeg. Niets ontgaat- hem. Harl hij gedurfd en was het oirbaar ge- werst in bet Kaboulerland dan bad bij het uitgeproest van het lachen. burgemees ter bad iets weg van een dikken kikker. En dan die roodc neus. veel te dik voor dat kleine ronde hoofdje. Die lange baard, sneeuwit die lot op den borst viel; die staalblauwe nogen. zoo diep weggezonken in '1,. kassen, dat er maar een paar spleet jes zichtbaar waren maar die vuur konden schieten, wanneer bij van woede de vuist balde cn op gevoelige wijze recht sprak over <lo zijnen; had hij gedurfd, dan was er gelegenheid te over geweest, om zijn vol gemoed uit te storten in lachbuien, want grappig was dit tooneel en was deze heele omgeving. Het scheen, daf alleen de Burgemeester hel recht van spreken had: dG anderen le ken meer op doodbidders zoo ernstig cn sirak 'stond hun aller gezicht; zelfs de twee kanaries in hun gouden kooi, zwegen stil on zaten als vol eerbied op hun stokje Jc luren, naar dat" stelletje kleine menseli jks, gezeten aan die lage tafel, op pvenlage stoeltjes, bedekt met rood, zacht fluweel. Rood scheen de lievelingskleur dezer aard mannetjes te zijn Rood was het behang dpzGr kamer: rood waren de. stoeltjes en de fauteuils; rood was het laken, dal de lange tafel dekte; was het puntje aller neuzen zelfs. En nog Tuc,.r scheen Prins Wichtel belachelijk, maar gedachtig aan bet voord van.de Fee, bedwong hij iedorGn lach, die om zijn mondhoeken kwam spelen en met een ern stig gezicht, zoo ernstig als dat van den Burgemeester zelf luisterde hij naar wat ei." t lclpine manneke zooal te beweren had. En hoe bevalt het Zijne Hoogheid hier'' Zeer goed Burgemeester. En zou nu Zijne Hoogheid niet wen- sclien wat tc gebruiken? Hepl gaarnp Burgemeester. Dan zal ik mijn bevelen geven? En weer zweeft een kleine Fee als op donzen voetjes lot voor den Burgemeester en na zijn bevplen te hebben gehoord, ver dwijnt zo weer, zelfs zonder een blik te hebben geworpen op Prins Wichtel. die vol bewondering haar nastaart, en zich reeds pi heugt bij de gedachte dadelijk voor die vriendelijke, lieve nymfjes te zullen worden bediend. De tafel is gedekt Zijne Hoogheid; vilt U zoo goed zijn mij te volgen En Prins Wichtel volgt dat dikke kikker tje. met roode neus en neemt plaats aan de tafel, waarop alles schittert cn blinkt en fonkelt van goud pn zilver en Irrisl&l Kleine Fccties met zilveren schalen bedie nen Prins Wichtel. Lpkker vindt hij de kleine broodjes niet ongelijk van vorm aan onze „kaakjes": heerlijk de frïssche melk in kristallen bekers rondgediend en fiin vooral de vruchten, zoo kcrsvpvsch ge plukt en dan<lat vroolijke- gezicht dier kleine meisjes in kleurige dunne pakjes gestoken cn van de wonderlijke muziek, die klonk als engelenzang. Alles, alles, was even treffend als mooi! En smaakt het onzen gast nog al? Uitstekend Burgemeester! Uitstekend! Tk had nipt gedacht-, dat hier in dit won dere land zonder zon en zonder licht, dan alleen kunstlicht, alles te krijgen is wat de kabouters noodig hebben voor hun levens onderhoud - Ja, Zijne Hoogheid! Hier is alles aan wezig, oin ons te voeden Pn te klceden. We kennen geen gebrek;' geen armoede en honger» Zijn hier geen armen Burgemeesterf ftegfi, Prins Wichtel! Hier is werk in overvloed en hier wordt gewerkt door ieder een En wie werkt, verdient voldoende om sicli alles aan te schaffen, wat- noodig ia It© leven. En dit alles zal ik Zijne Hoogheid Haten zien. Ik zal u wijzen onze werkplaat sen, waar het gond en het zilver en andera metalen worden verwerkt tot kostbare en •ehitterpnde voorwerpen Lk ral u laten zien onze groeven waar onze edele metalen worden gedolven en ge zuiverd en naar de smederijen worden ge bracht. Ik zal u laten zien, waar onze hamers worden gesmeed en andere ijzeren gereed schappen worden pasklaar gemaakt. Ik zal u laten zien, hoe de kleine kabou ters zich vermaken en op school hun best doen om te leeren, wat hun door de mees ters met zachtheid cn liefde wordt inge studeerd. Ik zal u laten zien, hoe wij ons weten te vermaken en hoe onze rustdag wordt door gebracht in sppl cn zang Gn kaluie rust of dartele blijheid en vroolijke uitgelaten heid. In één woord: ik laat u zien, het leven dGr Kabouters, zooals het is en zooals slechts weinige menschcnkinderen liet ooit Ivom nu mijn edele Gast; komt het rij tuig staat klaar; mijn bevelen zijn gege ven Voor het uur van slapen slaat, kunt u nog zien: het wondere eiland, c*en tochtje dat u wel ten genoege zal zijn. Ik zal niet van de partij zijn. Regeerings- raken houden ons terug Ik dank u, Vader aller Kabouters. Ik dank u, bij voorbaat. Nooit werd mij vrien delijker ontvangst bereid De Redacteur. (Wordt vervolgd). CORRESPONDENTIE. Robbedoes. Dezen keGr was het mis, hé? Dat viel je niet mee, is het wel. Maar, wie kan het toeval dwingen? Dus was A11 e r z i e 1 e n" eigen gemaakt werk! Laat ik je dan de hand drukken en mij zelf felicitceren, dat ik'n medewerkertje heb, die zulke mooie versjes, met vaders hulp kan maken Dat lange verhaal ver wacht ik nog. En nu veel groeten thuis, vooral aan Vader, die ook een vriend van dichten is. Dag! Margaret ha W armerdam. Ze venhoven Heb jij dat zelf geschre. ven mijn kind, of is Moedertje zoo goed geweest de pen in jouw plaats te hantec- ren. En dan wat. een keurig velletje papier heefiz moeder daarvoor gebruikt! Het was haast te mooi en bijna had ik het briefje in d© papiermand gedeponeerd, waar liet eigenlijk hoorde. Dag Margaretha! Een volgenden keer beter! Jo Krabbel. Ik zal heusch je ver haaltje laten afdrukken Gndat schuil- naampje vind ik zeer goed. En dan hoop ik dat we elkaar vaker ontmoeten, want ik geloof, dat jij nog meer pijlen op je boog hebt. Of vergis ik me! Stuur maar in, maar altijd zelf maken, hoor Joke. Groetjes thuis! Ellen Boertée. Wat een keurig verhaaltje is dat! Kijk vandaag eens! Ik zal het in vieren laten plaatsen, dan wor den het artikeltjes van gewone lengte. Jam mer dat Fortuna jou niet gunstig was. Maar daarom niet getreurd Ellen en denk maar als Uilespiegel: hierna beterGroe ten aan vader en moeder pn de zusjes van me! Zal je? Dag Ellen! Nogmaals dank voor verleende hulp. Tot wederdienst steeds bereid! Arnold Duindam. Zoo mijn jon gen, had jij zooveel moeite gehad met de raadsels? Nou, zq waren voor B ook niet zoo gemakkelijk, maar des te meer voldoe ning heeft men, als men ze dan vindt, hé. Het verhaaltje laat ik plaatsen, temeer, omdat jij het leuk vindt als iets van je in de krant- komt. Daarom ook schrijf ik de zen briGf. Maak veel groeten aan alle huis- igenooten! Hef verhaaltje van Kitty laat ik ook plaatsen. Jo van Rijn en Marie Ver- hart-, K a t w ij k. Welkom beiden in ons midden! Zeker vriendinnetjes, kunnen jullie doen als Annie Godijn en Miep Grim bergen. Waarom ook niet? Saampjes ver haaltjes maken on versjes dichten, gaat immers veel beter, dan alles alleen te mogten doen Ik -v©rwaohfc dan ook heel wat van mijn „Katwijker-Duo" Dag jon gens! E m i 1 Duym Jr.. Kooipark! Jij bent een van mijn beste medewer- kertjes en jij verdient een pluimpje apart. Zeker Emil laat ik Vrede plaatsen en zoo er ruimte is vandaag komt er de helft nu al in, anders Zaterdag. Ga zoo door mijn \ricnd, niet om spinazie te eten, zooals de volksmond zegt, maar om een goed schrij ver te worden. Ik geloof dat jij aanleg hebt Dag mijn vriendje! VeGl groetjes aan je ouders, broertjes en zusjes. Gerard Griindcma n n. Witte Singel. En had jij in Utrecht zoo veel pleiz.ier gehad? Dat vind ik pleiziorig voor je. En toch had je nog tijd om mij Cpu mooi briefje te schrijven. Flink zoo, mijn jongen! Jij weet hoe het hoort en hoe ik het graag heb. De raadseltjes waren goed Gn hpt prijsje wacht op jo tot- Paschen Maak veel groetjes aan Vader cn Maatje pa de broertjes. Dag Gerard! Tilly v. d. Kallen. Wel Tilly, als jij no 1 was van de dertig, dan moet ik je even de hand drukken. Dan ben jij een flink kind Gn verwondert bet me niets, dat jij al zoo keurig werken kunt. Als ik cr om denk, zal ik 16 Maart jou komen felicitce ren, ben ik er niet, neem dan den wil voor de daad: dat doe ik ook zoo dikwijls! Maalc eens een verhaaltje, Tilly! Zal jc? Dag kind De volgende week ga ik door met het be antwoorden der brieven. De Redacteur. Arme Moeder. Slot. Hoezeer zij ook oen afschuw heeft voor den moordenaar, nu men haar niets vraagt, kan zij het niet over zich krijgen hem to verraden, wien zij een schuilplaats verleend heeft. Zoodra echter de gerechtsdienaars ver trokken zijn en ook de menigte zich ver wijderd heeft, begeeft zij zich naar zijne schuilplaats, geeft liem een paar stukken geld en zonder een woord le spreken cf acht te geven op do dankbetuigingen, die hij stamelt, wijst zij hem met een enkel gebiedend, gebaar ccn achterdeur, waar door hij zich kan verwijderen, zonder door het stadje to moeten gaan Maar de edele vrouw wacht nog zwaar der beproeving, want een oogenblik na zijn vertrek hoort zij opnieuw rumoer op den weg naar haar woning. Op een draag baar brengt men het lijk van den ver moorde cn bij liet huiveringwekkend wal mend licht der fakkels en lantaarns, schouwt de ongelukkige moeder in het door woede cn pijn vertrokken gelaat van haar zoon. Welk een vreeselijke ontdekking voor het tceder minnend moederhart, dat slechts eenige oogenblikken geleden in zalige verwachting de terugkcercnde te- gcnsloeg. De met- zulk een groot verlangen verwachtte zoon wordt vermoord in haar huis gedragen en hem, die hem van het leven beroofde, heeft zij onder haar dak opgenomen en een schuilplaats verleend, hem aan de handen van de bevoegde macht, misschien wel aan het gerecht ont trokken. Met een ontzettende kreet, een jammer klacht uit het diep geschokte hart. valt zij op liet ontzielde lichaam van het ge liefde kind neder Bittere overwegingen doorpriemen als scherpe martelwerktuigen haar ziel Zij -is moeder, ja! haar ecnigste zoon ligt le- \cnloos voor haar, vermoord door een el lendeling. Maar zij is ook Christin en God verbiedt den christen wraak to nemen zelfs op zijn biltersten vijand. Vreeselij ke tweestrijd voor het zwaar getroffen moederhart. Mag zij do straffende hand van het gerecht weerhouden of moet zij den dienaars daarvan den weg wijzen waarlangs zij den misdadiger liet ontko men? Maar dan zou zij wraak nemen, die alleen .God toekomt-, in zijn plaats treden, dat hij verboden heeft. Welk een foltering, die overwegingen voor d© zwaar beproefde! In hare radeloosheid werpt zij zich op do knieën en. met- de gevouwen handen naar boven uitgestrekt, bidt zij: Barmhartige God, lieve Jezus, Gij die aan het kruis, uw beulen, zoo grootmoedig vergiffenis schonk en voor lien bad, die ons leert, uw voorbeeld le volgen en onze vijanden lief te hebben, geef mij de kracht, mijn naamloos leed als Christinn© moedig te verdragen .Wees mijn ongeluk- kigen zoon, die zich thans voor .Uwen rechterstoel te verantwoorden heeft-, een genadig rechter en.vergeef ook hem, die hem van het leven beroofde, breng hem, door berouw en boete tot u terug en sta ook mij bij. dat ik hem vergeef, wat hij misdeed. Zoo bleef zij in gebed verzonken tot- het middernachtsuur sloeg en hoewel hare oogen door tranen verduisterd waren, ge voelde zij zich gesterkt door volledige overgave van Gods heiligen wil, in het vast© vertrouwen, dat Hij haar smeekge bed en zuchten zou verhooren en de ziel van den vermoorde, die, zooals zij later vernam en waarvoor zij gevreesd had in de laatste maanden in slecht gezelschap geraakt, en diep gevallen was, ter wille liarer oneindige smart en hare moedige zelfopoffering om den misdadiger vergif fenis te schenken, een genadig rechter te zijn. Onnaspeurlijk zijn Gods wegen, want ook de moordenaar ontkwam het aardsche gerecht niet Uit vrees voor ontdekking, had hij zicl\ in struikgewas verborgen, waaruit hij het niet waagde te voorschijn le komen; dagen achtereen lag hij daar, totdat hij door wroeging verteerd en door den honger gemarteld het veege uitgeput te lichaam voortsleepte naar Piaseuiza, waar hij zich aan het gerecht overgaf. Tante Elise. De Guiter.streken van Han en Kees. door ELLEN. Ze zaten in 't prieeltje! Vader las de krant, moeder naaide en Jetty schonk thee in. Buiten in den tuin zat Han aan zijn bloemetjes te prutsen terwijl Kees in een luien schommelstoel een Indianen boek zat te verslinden. Miesje speelde een eindje verder met haar pop. 't Was een warm herfstdag, do bijtjes zoemden nog vroólijk in 't rond. Han keek eens in de richting van den boomgaard. Jongens wat hingen die takken al zwaai*, de peren zou den zeker al rijp zijntoch fijn zoo'n boomgaard bij je huis.... ja, maar hij mocht er niet aankomen, hij vond het doodjammer. Maar hij zou wel eens een plannetje beramen rne-b Kees, zijn twee lingbroer en dan zouden ze wel eens een flinke bres in die groote voorraad slaan! Juist las Kees hoe AVinnetou, de hoofd man der apachen, zijn vijand bij de keel greep en niet één slag van 'zijn bijl den schedel spleet-, toenhij gestoord werd door Bctje, de oude dienstmeid die op haar sloffen het tuinpad afkwam. ,,Hier mijnheer, do post" zei ze tot va der en gaf hem een brief Vader scheurde hem dadelijk open., ook moeder en Jetty waren nieuwsgierig. De jongens gingen echter door met hun bezigheden. „Er ko men zoo dikwijls brieven" dacht Kees, ,,'t is misschien voor zaken, als 't wat voor ons is zal vader 't wel vertellen", en hij verdiepte zich weer in zijn boek. Maar lang duurde het niet want plotseling klonk vader's stem. „Zeg jongens; Han, Kees en Miesje, komt- eens hier ik heb jo wat te vertellen, too Han roep Leni eens, zo zit in de huiskamer haar werk te aken, maar gauw wat hoor! Toen ze nu even later allemaal in het priöltje zaten begon vader Jullie weten allemaal dat tante Jeanne gaat trouwen cn nu heeft ze ge vraagd of moeder en ik naar de bruiloft komen, jullie allemaal méevragen kon ze niet-, T is toch al zoo druk.er zijn zoo véél gasten, maar dan moeten we min stens een week blijven heeft tante ge vraagd, moeder kan haar zoo heerlijk een handje helpen. Zeg Jetty, vervolgde vader tot zijn oudsco. „jij kan wel zoolang moe ders plaats vervangster zijn nietwaar?" „O best Pa", antwoordde Jet blozend. „Ze is al 19" kwam Leni ter bevesti ging. „Ja, ja ik geloof liet best", zei vader lachend en kneep Leni in het dikke wan- getje. „Maar nu jullie bengels, zal je niet ic veel kattokwaad uithalen en het moeder tje Jclty niet te lastig maken, 'b is jammer dat hot vacantia is, op school zou je juist zoo goed geborgen zijn!" Gedwee en met schijnheilige gezichten beloofden de jon gens hun best te doen. maar teen vader zich weer tot moeder wendde gaf Han Kees een trap onder tafel en glunderde schuin naar den boomgaard Kees begreep en een ondeugende flikkering kwam in zijn oogen. „Reuzig, jol" fluisterde hi/ ,,En" vervolgde vader jullie spreekt al lemaal je spaarpot eens aan en dan geef je samen een mooi cadeau aan Oom en Tante, wij zullen hot wel meenemen De dagen die volgden waren erg drul Jet liiclp moeder trouw met pakken Woensdagmorgen zouden zo yerbrekkè Moeder zag er toch wat tegen op, twijfelde wel eens of Jet tegen haar taa opgewassen was cn de jonaens waren zs ondeugend! Maar Jetty zelf was vol mm ze praatte moeder al die muizenissen n het hoofd. „Foei meisje" zei dan „waarom zuil zwartgallig© gedachten, u gaat nog feestvieren cn de jongens stuur ik na builen als ze me t.e lastig worden!" „Zeg Jetje" kwam nu vader met zi lioofd om de deur, kom eens meo, ik moi eens wat met je bepraten". Jet- ging mee, vader liep voorop, hij li< de trap af de gang door en stond plots ling voor de provisiekamer. „Vreemd dacht Jetty, wat zou vader hier moetei Vader deed de kast open en daar sto den flesschcn limonade, wijn. likeur, ee paar trommels koek enz. Verbaasd blö Jet voor al die lekkernijen staan „Ja" vader di© stilletjes van liaar verbazing noot. „Dab hebben moeder en ik zoo s men geregeld, als wij aan het feestvier* zijn. moeten jullie hier ook mee kun» doen, ik heb het maar hier gezet, ma je moet niets aan de anderen vertelli voor de groote dag daar is, 'n leuke ve rassing, hé kind?" „Eenig vader! dolletjes! u denkt to ook aan alles!" Z© stonden alle» op 't perron, d© tre was in do verte al zichtbaar, een dik rookpluim kondigde zijn komst aan. Mo der gaf Jet nog eenig© vermaningen, d ze goed voor Miesje zorgen moest Juist was ze hiermee klaar, toen de tre dampend cn gillend Let station inreed. (Wordt vo.vcb! Van mijn Kerstboompje. Ik heb een prachtig boomnj». Waarvan ik u vertel. Hij liangt vol goed cn zilvc* En boven in een ster. Dat mc^ie dunr© boompje, Met engelenhaar versierd. Bracht Christus Kind op aarde, In kerstnacht hier gevierd En d'onlcibaar schoon© kaarsjes Die flikkeren hel on schoon, Ter eere van Gods Kindje Dat daalde van Gods troon. Do lichtjes van mijn boompje. Vertellen u 'n gedicht Van 't stalleken en de kribbe En van Maria's goddelijk wicht. Gij spraakt van liefde en vrede, En kwaamt daarvoor op aard. Maar heel veel booze menschen, Zijn zooveel liefde niet waard. Ik verlicht nu weer mijn boompje Ter eer van Bethlehem's Kind En zingt hem mijn schoonste liedj' Die mij zoo heeft bemind. Dat boompje in mijn kamer, Staat tot Driekoningen-dag. Want dan moet het Kindje vluchteB Voor helsch Herodes macht. Dan gaat alles van mijn boompj®, Goud, ster en engelenhaar, Tes&men in 'n doo« Weer tot het volgend jaar. Jan Röhioy, Oude Vest 1' De Sneeuwman. Buiten in het park, Stijgt dc vreugd' in top. Dansen blij de kind'ren Om de witte pop. Al die kleine handje© Hebben meegedaan Eer die groote sneeuwman Hier zoo fier kon staan. Al die kleine handje# Werkten mot veel vuur, Hielpen sneeuw aandragen O, zoo menig uur. Maar de zon gaat schijnen Warmer wordt de lucht En de brave sneeuwman Ergert zich geducht Door zijn warme stralen Smelt de witte heer, En de tranen dropp'len Langs zijn wangen neer Cecrv v. d,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 16