Voor Huis en Hof
i min HODCDLJlD. H!
ireci. cwardiigtaeid rijn zoons doet ont
hoofden. Het doek werd door De Moor
geschilderd in 1687 en gerestaureerd in
1890. Een toepasselijk vers staat er op
een versierde plank in gulden letters
onder.
Hef plafond wordt gevormd door een
groot geschilderd doek van A. Terwesten,
eveneens uit 1687. Het bestaat uit een
medaillon met voorstelling van da gerech
tigheid en vier hoekstukken met alweer
de wapens van toenmalige burgemeesters.
Die heeren gingen wat prat op hun bla
zoenen.
De boog, die de twee afdeelingen van
de zaal scheidt, is aan den onderkant en
aan de naar schepenen, gekeerde rijde
van snijwerk voorzien. Vroeger waren er
cok mooie gebrandschilderde vensters,
welke echter spoorloos verdwenen rijn.
In de schepenkamer werden niet alleen
do civiele en orimineele procedures be
handeld, maar hadden ook de overdrach
ten plaats van huizen en renten en wer
den de huwelijken voltrokken van de paa
ien, die piet tot de Hervormde Kerk be
hoorden. Huwelijken tusscihen Hervorm
den werden oudtijds rechtskrachtig door
de predikanten gesloten, maar andere ge
zindten hadden Schepenen erbij noodig.
Toen het z.g.n. „burgerlijk huwelijk" al
gemeen werd ingesteld, verschenen in de
schepenkamer de paren van alle gezindten
behalve wanneer zij „le klas" trouwden
en dan gelijk nu nog naar de Raads
zaal gingen.
Sinds de Schepenkamer voor bureau
werd bestemd welke bestemming ein
digde zoodra het nieuwe, politiebureau
klaar is en er beneden ruimte komt
werd een kleinere trouwkamer ingericht,
bereikbaar langs een gangetje, niet zon
der aanwijzing te vindJen. 's Is er knus,
an eer ook niet.
Na de oprichting van de rechtbank ge
bruikte deze de oude Schepenkamer voor
zittinglokaal, later de commissiekamer
(voorheen weeskamer), wat al even ooi-
practiisch bleek. Overwogen werd toen de
lakenhal tot rechtbank in te richten, wat
gelukkig nooit geschiedde, want wie weet
wat men ervan gemaakt zou hebben I De
sinds weer verdwenen rechtbank
verhuisde naar het Rapenburg in het
gebouw, waar thans het kantongerecht
zetelt.
Sinds de rechtspraak op het stadhuis
werd uitgeoefend werden de beschuldig
den van en naar 'e Gravenstein de ge
vangenis gevoerd door de Diefsteeg,
els zijnde de kortste weg. De naam dezer
elraat is hierdoor verklaard.
De leeskamer der Raadsleden tevens
wachtzaal bij deftige huwelijken en com
missiekamer bevindt rich ten deele
achter den leeüjken, modernen gevel,
•welke in 1906 naast het Raadhuis opge
trokken werd en waarbij, vergeleden het
eenvoudige huisje van concierge Brakel,
zich heel wat beter bij ons stadhuis aan
past. "Wat 'n rare smaak heeft mien soms
toch 1
Inwendig ziet het er beter uit. Voor de
aankleeding van dit dubbele vertrek heeft
men gebruik gemaak van de in bet Raad
huis nog aanwezige gobelins, volgens wel
ker afmetingen de betimmering werd
aangebracht. Eenige dier gobelins deels
versleten en gestopt, deels welbewaard
zijn afkomstig uit het kasteel „Ende
geest" te Oegstgeest, waar ze, naar de
sage luidt, gevonden werden achter ge
woon behangselpapier. Indien di't waar
is, dan valt de zuinigheid te prijzen van
den kasteelheer, die deze oude wand
tapijten wel als behangsel binnen meende -
te kunnen benutten. Ze zouden anders
waarschijnlijk wellicht verloren rijn ge
gaan.
Achter het Raadhuis rijst de toren op,
waarvan het zware onderstuk nog geheel
den ouden vorm heeft behouden. Alleen
de slanke spits is van later en datum.
Detee spits, welke aan die van de oude
Kerk en de Zuiderkerk te Amsterdam
herinnert, gaat boven een vierkanten on
derbouw tot een steenen achtkant over,
dat zich boogerop tweemaal insnoert om
daarna te eindigen in een open, peervor
mige bekroning. Rond de drie verdiepin
gen loop en open balustrades. De oude
windwijzer, met den beschermheilige St.
Pieter, werd na den brand van 1573, wel
ke het vernieuwen van de spits noodzake
lijk maakte, in 1577 vervangen door een
leeuw met het wapen van Leiden. Ook
deze is thans verdwenen de spits werd
omstreeks 1760 gedeeltelijk vernieuwd
en door een eenvoudig kruis vervangen.
In 1870 vreesde men voor den toren en
werd de voet ing aan een nauwkeurig on
derzoek onderworpen; in 1887 werd voor
f 2664.98 aan den toren verwerkt.
Het oude uurwerk is in de tweede helft
der 17e eeuw door een nieuw vervangen;
uit dien tijd dateert ook het carillon. Dit
bestaat uit 85 klokken, waarvan de
grootste, die in 't midden hangt, 1.20 M.
hoog en 1.475 M. in middellijn is. Behal
ve de wapens der toenmalige burgemees
ters natuurlijk! staat er ook een La-
tijnsöh vers op, dat het jaartal 1680 aan
geeft. Voor deze klok alleen werd f 5980
betaald. Alle klokken hebben vootfs La-
tijnsche opschriften, deels ontleend aan
psalmen, deels op Leiden betrekking heb
bend.
In de middeleeuwen was het Raadhuis
menigmaal getuige van de oproerige be
wegingen der volders en van de twisten
tusschen de Hoeken en de Kabeljauwen,
waarbij in 1481 het gebouw zelfs door
een ernstige buskruitontploffing werd be
schadigd. In de moeilijke dag/en van het
beleg hadden hier de beraadslagingen
plaats, waarbij Yan der Werf, Janus
Dousa en Jan van Hout aan de Meimnoe-
digen een riem onder 't hart wisten te
steken.
In 1617, toen de twisten tusschen Re
monstranten en Contra-Remonstranten de
stad in beroering brachten Gomarius
en Arminius waren immers beiden pro
fessor aan de Leidsche Hoogeschool
trachtte het Remonstrantsche stadsbe
stuur zich te vrijwaren voor een overrom
peling door de tegenpartij door de Bree-
straat aan beide zijden van het Raadhuis
af te sluiten door een zware palissade,
geheel naar de eischen van de krijgs
kunde uit dien tijd gebouwd door een
Keulsche deskundige.
De vier burgemeesters, die bevreest wa
ren voor een aanslag en blijkbaar de
Schutterij de meerderheid der bevol
king was Gomarist niet vertrouwden,
vroegen iin September de Vroedschap
machtiging om krijgsvolk aan te nemen.
Er werden 2 vendels geworven, elk van
150 man, die 2 Oct. naar het Raadhuis
optrokken. Reeds den volgenden dag be
gonnen de standjes, waarbij met steenen
werd gegooid en een burger werd doodge
schoten. De schans werd toen gebouwd en
in Januari 1618 een derde vendel waard-
goldexs in dienst genomen. Bovendien
werd van de schutters een nieuwen eed
gevorderd, welke echter door meer dan
600 onder hen werd geweigerd, zoodat
door het Arminiaansche Gemeentebestuur
niet op het corps kon worden vertrouwd.
Midden 1618 werden binnen de schans 4
kanonnen opgesteld.
Het einde van de macht der Vroedschap
naderde inmiddels? Den 27s1en Juli beslo
ten de Staten tot afschaffing der waard-
gelders in Holland; 23 Augustus werden
die te Leiden ontslagen, nadat twee da
gen te v^ren de kanonnen reeds waren
verwijderd. Den 20sten en 22slen October
kwamen de soldaten van den Prins van
Oranje naar de stad, weldra gevolgd
door den Prins zelf, waarop de Armini
aansche vroedschap door een Gomaristi-
sche werd vervangen en het bolwerk, he
kend als „de Arminiaansche schans" werd
geslecht. Het had gelukkig geen ernstige
diensten behoeven to bewijzen.
Bij de komst der Fransoken, in 1795,
werd voor het Raadhuis de Vrijheidsboom
opgesteld, maar bij de eerste anti-Fran-
sche 'beweging in April 1813 kwam de
Oranjegeest weer boven. Het Raadhuis
de oude Schans zou nu zijn te pas geko
men werd zonder tegenstand overrom
peld en de opgewonden boeren vermees
terden de nog uit 't beleg dateerende oude
harnassen en wapenen, waarmede zij hun
rumoerige tocht, door de stad. vervolgden.
Op het Raadhuis werden de gehate con
scription jstén verscheurd en een wapen-
winkel aan den overkant werd geplunderd
Prins Wdlem V deed reeds 20 Dec. te
Leiden zijn intocht, waarbij hij werd
begroet op 't Raadhuis, dat sindsdien
slechts den vrede heeft gekend.
Moge het zoo blijven tot heil der stad.
AJO.
PLANTENZIEKTEN IN DEN WINTER.
Nuttige wenken voor bloemenliefhebbers.
Hoewel de natuur in den winter oogen-
achijnlijk in rust verkeert, is het toch de
beste tijd voor het bekampen van vele be
smettelijke plantenziekten en plantenpara-
sieten. Dit geldt zoowel voor vrucht'boomen
als voor sierboomen.
Aan bestrijd'ng van ziekten en onge
dierte in. den winter zijn belangrijke
voordeden verbonden:
Ten eerste doodt men de overwinterde
parasieten.
Ten tweede kan men bij planten em hoo
rnen in rusttoestand veel Krachtiger wer
kende middelen gebruiken dan bij bebla-
derde en men heeft dus meer zekerheid de
paravs-'eten te dooden;
Ten derde is het veel gemakkelijker on-
bebladerde hoornen en planten met het
8proeimateriaal overal goed te raken dan
bebladerde.
Wil men de bestrijding van planienkwa-
len goed aaneen laten sluiten, dan moet
men 't in drieën uitvoeren, n.l.: afzoeken en
verbranden van aangetase takken, afzoe
ken en dooden van zichtbare parasieten en
de eieren daarvan (rupseneieren, luizen
eieren, slakkeneireren, enz.) en het doo
den van insecten en andere schadelijke,
dieren en (het voornaamste) het vernieti
gen van onzichtbare ziektekiemen; die in
den vorm van verschillende soorten sporen
op de boomen en planten den winter
doorbrengen.
Om schadelijke dieren te vernietigen,
d'ent men er zich eerst rekenschap van te
geven, welke dieren nuttig en welke scha
delijk kunnen zijn. Schadelijk zijn o.a. de
verschillende soorten rupsen en larven,
luizen (bladluizen), bloed luizen, doplirzen
en schildluizen, veenmollen, ralten, em°l-
ten, meikevers enz.
Nuttig on onschadelijk zijn: mollen,
spitsmuizen (molmuis) onze-lieve-Heere-
beestje, aardwormen (pieren), spinnen,,
vele soorten torren en kevers (loopkevers,
doodgravers etc.) en vele soorten zweef-
vLegen en sluipwespen.
Zooals we hierboven reeds opmerkten,
Is het voornaamste werk echter het ver
nietigen van ziektenveroorzakende zwam-
of schimmelsporen en. hoewel er nog
vele andere bestrijdingsmiddelen voor ver
schillende doeleinden zijn, willen we (voor
den liefhebber vooral) plantcn-carboli-
neum als het voornaamste noemen. Deze
carbolineum onderscheidt zich van tim«
merananscarhoüneum, doordal ze met wa*
ter gemengd kan worden en doordat ze
eenigszins ontdaan is van sommige, voor
de planten te gevaarlijke stoffen. Nimmer
mag men van. gewone carboliaeu-iu. gebruik
maken.
Met een oplossing van 6 tot 3 pet. kan
men in het voorjaar (FeJ>ruari) alle
vrucht boomen en alle rierstruiken (ook
rozen dus) zonder gevaar voor schadelijke
gevolgen bespuiten (perziken uitgezonderd
die slechts 5 pet. kunnen vedragen).
Dat wil dus zeggen, dat men 04 0f 92
liter water neemt en daarin oplost 6 of
8 later vruchtboomcarbo'ineum. Heeft men
geen 100 liter noodig, dan kan men van
aJlas naar evenredigheid -natuurlijk min
der nemen.
Met deze oplossing bespuit mea de ver
schillende hoornen of heesters voor hei
opengaan der knoppen zeer zorgvuldig,
zorgende, dat beslist niets overgeslagen
wordt.
Hiermede doodt men: de overwinteren
de eieren van bladluizen op rozen,
appels, peren en alle andere boomen en
heesters; child- en dop luizen op
appels, peren, ruizen; b-1 o e di u iz e n op
appels; eieren van verschi'Jeude vlin
dersoorten op allerlei gewassen
(vooral tusschen schorsspleten) 'Ten slot
te bestrijdt men er eenigsz'ns de kanker
onzev vruchtboomen mede en men bereikt
er ook mede, dat verschil'ende ontsieren
de mossen en algen, die zich dikwijls op
boomen (bessen vooral) bevinden, gedood
worden. De boomen krijgen dus over hei
algemeen een gezonder voorkomen.
Hot voor deze bespuiting ceeeigeode in
strument (pulverïsateur), dat men in de
praktijk van den tuinbouw gebruikt, is
voor den nmt-gefortunee^deu liefhebher te
duur. Heeft men veel boomen, dan kan
men het door een goed onderlegde tuinman
laten doen en anders schaffe men een ko
peren handspuitje aan. Als men niet veei
te spuiten heeft, gaat het daar ook we;
mede.
Tegen het w i t in do rozen (vooral legen
muren) moet men, voor de knoppen zich
openen, spuiten met 114 pet. Bordeauxs
pap (in den handel verkrijgbaar) en ove*
rigens zijn er nog vele andere mengsels,
die voor den liefhebber echter niet zoo ge
makkelijk toe te passen rijn
Ondergeteekende geeft in ieder geval aft
zonderlijk gaarne inlichtingen. V. H.
Vragen aan de redactie van de „Leid*
sche Courant", Rapenburg 10,
fV»-.Sï-'r i^S'"s.sE:!brS:i"sEi 1^
MODEPRAATJE.
Het is thans nu er in de mode een
fitille periode is ingetreden de tijd voor
de zorgende huisvrouw om allerlei herstel
lingen, veranderingen en aanvullingen te
doen aan haar garderobe. Het moment
leent er zioh zoo uitstekend voor, daar alle
winkels het overgebleven goed tegen lage
prijzen opruiipen, zoodat men vooral voor
modernieeeren of voor daagsche heel een
voudige jurkjes, geschikte inkoopen kan
«oen. Wees daarbij op uw hoede en laat
n niet verlokken door een nogal betaal
baar prijsje dingen te kiezen waarvan
gij vooruit "tfeet dat ze slechts een enkel
se-zoen gangbaar zijn en dus over heel
korten tijd reeds, als zijnde „uit de mode"
n;et meer gedragen kunnen worden. Op
<Le manier zoudt gij altijd ouderwetsch
gekleed blijven.
Veranderingen van oude japonnen (vele
vrouwen bewaren nog altijd afdankertjes
van jaren herwaarts), zijn thans al heel
wel mogelijk, daar het nu een keer
gemakkelijker is uit een wijde japon een
nauwere te maken als omgekeerd.
Men kan er niet genoeg voor zorgen dat
de taillenaad geen aandacht trekt Alle
plooien moeten er uit verwijderd worden,
waarna men er als finishing touch een
keren cetaUiurtje om bevestigt. Een kleine
halsopening is zeer in trok tegenwoordig
«n als ze bij het oude model niet le groot
Is, zal het een aardige variatie zijn er
Ju eens ««n klein wit rijden of kanten
kraagje (rond modefl) op te zetten. De
mouwen mogen recht met middelmatige
wijdte, of nauw zijn en tot op de pols ge
sloten. De rokken make men naar ver-
ipisohte korter of langer doch men bedenke
daarbij dat al te kort volstrekt niet
gedistingeerd is Als de wijdte van de
oude Tok het toelaat kan er ook een recht
model met overslag in de linkerzijde van
gemaakt worden. Deze overslag geheel of
gedeeltelijk bezet met knoopen is een
fiardig staande garneering.
No. 111. Een bekoorlijke jurk voor
oudere schoolgaande meisjes zien we hier
afgebeeld. Als stof kan men hCauwe gabar
dine nemen. Het rok gedeelte is vrij een
voudig, doch het lijfje heeft een overslag
die op zes witte of paarlemoeren knoopjes
«gesloten wordt. Deze overslag is met smal
wit tresband gegarneerd en voor de syme-
aan den aderen kant van de
/middellijn een plooi die eveneens met wit
tresband gegarneerd wordt. Dit treshand
get zich langs do voorkant der zakken en
rondom de heele heup voort, terwijl van
boven de halsopening, op het voormidden
'na, er mee gegarneerd is. Tenslotte zien
/we ook aan den rok ongeveer 10 c M.
Van onderen evenals boven langs de
manchetten, een dergelijke -band aan
gebracht. Een bijpassende hoed in blauw
VTJt met witte garneering; kousen parel
grijs fil d'ecosse Patroon tet 14 jaar f 1 10
öaarhoven f 1.35.
No. 112. Een eenvoudige japon voor
's middags waarvoor als stof een gedempt
violette wollen crêpe marocain genomen
kan worden. De heele japon bestaat van
onderen tot boven uit één stuk, docli in de
taille wordt de lengte onderbroken door
een losse ceintuur van bijpassend violet
satijn, in welke slof men eveneens maakt
de groote rozet of bloem met afhangende
linten die dient ter maskeering vax dfi
sluiting. Van hetzelfde satijn zien »ce
tenslotte langs de halsopening en van
onderen langs de zoom een niet te breed e
biais. Bij deze japon drage men licht
grijze kousen en zwarte schoenen van
peau de Suède. Patroon f 1.35.
No. 113. Het hier afgebeelde kinder
jurkje is van blauwe popeline. Recht en
zeer eenvoudig van model heeft het eenige
garaeering noodig: hiervoor diene een
kraagje, mouw omgeslagen en strook langs
den onderkant, welke alle drie van heel
licht beige satijn gemaakt worden.
Kraagje en manchetten zijn bovendien
nog omgeboord met een bijpassende tres.
Het voor d^.n hals geknoopte lint kan de
zelfde kleur hebben als de satijn, hoewel
een kleine oppositie van rood; gToen of
geel ook wel mooi is. Kousen licht grijs,
schoenen zwart. Patroon tot 8 jaar f0.75;
tot 14 jaar f 1.10.
No. 114 Nog^ een kinderjurkje voor
heel jonge meisjes. Als stof neme men
grijze popeline. De horst is gegarneerd
met een oDgezelle strook van onderen in
een punt eindigend, omboord met een
smal strookje roode zijde en bezet met
bijpassende roode galalilh-knoopjes. Het
rekje heeft rondom een aantall goed plat
gestreken stolpplooien, en wordt om de
taille gegarneerd met een rood leeren
ceintuurtje dat in de midden door twee
spleten onder de stof doorgaat. Het
kraagje is van roode zijde,met in de pun
ten een klein borduur motiefje in de zelfde
kleur. Kousen heel licht blauw, schoenen
•zwart Patroon* tot 8 jaar f0.75: tot 14
jaar f-1.10.
No. 115. Een zeer moderne tuniek
japon in wit en zwart. De onder japon is
van witte crêpe satin', met een sluiting
midden over de borst en een smal staand
kraagje met afhangende strik, dat als een
dor laatste en meest charmante Parijsche
vindingen geldt. Dit kraagje is van de
zelfde stof a"s de eigenlijke tuniek: n.l.
zwarte ottoman een den laalslen tijd zeer
gevierd weefsel De rips dezer stof wordt
van onderen als een aparte band, in
andere, dus verticale richting genomen. De
tuniek sluit op vijf stof overtrokken
knoopjes. De revers is gevoerd met de
witte crêpe satin en heeft knoopsgaten en
knoopjes de eerste in wit, de tweede in
zuarl. Ook de knoopen langs de sluiting
der witte japon behooren zwart te rijn.
Kousen in zalmkleur en de schoenen
zwarte peau de suède.
No. 116. Een zeer eenvoudig cosluum
van zwarte crêpe marocain. De sluiting
van het jasje is omboord met zwart satijn:
evenzoo loopt er een strookje dezer stof
door de taille. Iets lager zien we een
breede tailleband gesloten op drie knoo
pen. Do hals van het manteltje is gevoerd
met beige satijn, van boven omgeslagen
en sluitend ter linkerzijde met dTukknoo-
pen. De mouwen eindigen in twee wijdoTf
slrooken beide met satijn omboord. De rok
is streng en recht; van onderen en langs
de be'de plitjes in de zijden is de zoom
met satijn gegarneerd. Kousen zalmkleur:
schoenen zwart. Patroon f 1.55.
No. 117. Zeer correcte japon van
bruine crêpe marocain met een ingezette
en gepliseerde borst van een zelfde kleur
satijn. Het kraagje en de das zijn beide
van bijpassende kant. De knoopjes van het
overslaande voorpand worden met satijn
overtrokken, terwijl het ceintuurtje in
bruin of verguld leer genomen wordt. Hoed
bijpassend bruin vilt. kousen beige, schoe
nen zwart of donker bruin. Patroon f 1.35.
PATRONEN NAAR MAAT.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag
plus 15 cent porto, aan het Gompfoir des
Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De
maten op te geven volgens onderstaand»'
teefcenin„