rTweed@ Blad
KLEINE TROTT.
Woensdag 14 Januari i925
sfapëMïËuws
INTREE-REDE VAN
PROF. ALBERT VERWEIJ.
Van Jacques Perk tot nu.
De nieuwbenoemde hoogleeraar prof. Al
bert Verweij heeft hedenmiddag zijn
ambt aanvaard met een rede over boven
gemeld onderwerp.
Na een korte inleiding ter verklaring
:der keuze van onderwerp en titel zijner
oratie sprak de redenaar in het kort als
[volgt:
Toen in het voorjaar van 1879 Jacques
Perk begon met het schrijven van zijn ge
dichten, opende hij daarmee een tijdperk
Van dichterlijke ontwikkeling, dart ook nu
'nog niet is afgesloten. De bewondering
voor de republiek der zeven provinciën,
het bezielende element van Potgieter's ar
beid scheen verdwenen en vervangen
door een vaderlandlooze liefde voor na
tuur cn kunst. Men ziet dirt het bost, wan
neer men zich voorstelt, hoe Potgieter zou
hebben deelgenomen aan het 3de eeuw
feest van Hooft, en hoe Perk dit deed. De
ijvaarheid is dat noch door Perk noch door
idio der anderen het Vaderland werd los-
I gelaten. Maar, wat wij in die jaren met
zeldzame verrukking beleefden, was een
1 bevrijding: het kwam ons voor dat in de
dichters, die aan ons voorafgingen, de ver
beelding meer dan de onze dooi* overleve-
ring gebonden was.
Dit inderdaad revolutionaire besef is de
Oorsprong geweest, van de Nieuwe Gidsbe
weging.
Overal zien wij na 1880 het redeneerend
element in de poöz:e teruggeweken en het
verbeeldingselement, het concrete beeld, op
het eerste plan gébracht. Een wijsgeerige
en historische rechtvaardiging zoekend
voor deze ontwikekling, grijpt men aller
eerst terug naar Shelley's Defense of Poe
try. Voor de klass-eke dichters en de hij
hen geschoolde renaissancegeleerden was
de verbeeélding een macht, dm tusschen de
zinnen en de rede instaat. De rede moet
keuren, of de voorstellingen, door de ver
beelding uit de gewaarwordingen gevormd,
al of "niet heilzaam zijn.
Wordsworth is do eigenlijke dichter van
<de verbeelding; van de „Imagination", die
bij stelt tegenover de .Fancy". Shelly,
[Wordsworth en Coleridge waren van
grooten invloed op ons, jongeren van 1880.
Door hen eigenlijk werden wij opgenomen
in die Europeesch^ strooming, die zoowel
de klass:eke Duiitsche dichtkunst als de
Engelsche van na Dryde bevrucht heeft,
aan wier zichtbare oorsprong Rousseau
6tond en die haar verborgen bron in Spi
noza had
Niemand zal*zeggen, dat wij iets onva-
derlandsch deden, toen wij poogden die
stroom terug te leiden naar het land waar
uit hij welde.
Wij moesten hoe langer hoe moer, vader-
landsch leven betrekken in den Europee-
echen verbeeldingsgroeiDit gebeurde on
middellijk door bet voortbrengen van een
nieuwe Nederlandsche dichtkunst. Tege
lijkertijd groefde' onze belangstelling voor
de vroegere Nederlandsche letteren. Naast
do grammatische en de historische liitera-
tuur-beschouwing was de aestetische op
gekomen, die zich. naar Flaubert's woor
den, zoo doordringend mogelijk voor het
werk op zichzelf interesseert. Niet aan
de Hoogescholen ontstond deze, maar hij
de dichters. Toch bestond er tusschen
hoogescholen. dichters en leeken een on-
mskenbare wisselwerking.
Wij komen nu echter voor de vraag te
staan, of het bijzondere, <L w. z. het kunst
werk op z:chzelf als eenmalig verschijn
sel, leerbaar is. Of het eigenlijk wel aan de
Universiteiten gedoceerd kan worden. Het
algemeen eis leerbaar, maar "het bijzon
dere. hoe zal dat worden medegedeeld,
daar het toch niet anders gekend kan wor
den dan doordat men het ziet en ervaart?
Dit zien n.l. vereisebt aanleg en vermogen.
JTot geschiedt alleen in de bewondering.
FEUILLETON.
door ANDRé LICHTENBERGER.
(Bekroond door de Fransche Akademie).
Nadruk verboden.
12)
Weer zet het ventje onnoozele oogen op
Dat zal het dus ook niet zijn.
Waarom hv*: ge dan niet te lunchen
gehad?
Het jongetje spuwt op den grond tot
groote verbazing van Trott, krabt zich
met eene hand op het hoofd en wroet met
het grootste gedeelte van de andere hand
i in zijn neus. Een serfe onverstaanbare
klanken wellen op uit zijn keel.
i Hebben ze je niets gegeven?
j Het kind maakt een bevestigend gebaar
Waarom heb je dan niets aan je ma
ma gevraagd?
1 Dat heb ik al gedaan.
j:En heeft zij jo niets gegeven?
Daar was niets meer in de kluis.
Deze tijding komt Trott ongelooflijk
voor. Waartoe dienen in hemelsnaam dan
de buffetten en de provisiekasten? Tel
kens wanneer men die in de gang of in de
keuken opent, ziet mo hoopen lekkere din
gen. Onmogelijk. Die kleine jongen moet
oen leugenaar zijn. Zijn mama heeft hem
alleen maar gezegd dat er niets meer is
om hem te straffen. Trott richt zich tot
hem met strenge stem:
Je bent niet braaf geweest. Wat hebt
Je aangevangen?
Enkel bewonderend verzinken wij ons in
het eene bijzondere voorwerp, gevoelen ons
één ermeo en beleven het. Hoe kan het be
reiken van zulk een zien betrokken worden
onder hert leerbare? Om die vraag te be
antwoorden herinner ik aan een van de
oudste begripsbepalingen, waarmee ooit
getracht werd het wezen van kunstvoor
werpen te omgrenzen: eenheid in verschei
denheid. Geen vingerwijzing is voor leeken
ijllichtender, dan die him aanwijst dat en
waarom er tusschen de deel en van het
werk een karakter iseerbare eenheid be
staat. Gaande langs den weg van onder
scheiding tusschen het geheel en zijn dee-
len, kan bij, die smaak heeft, hert rhythms
ten minste van zijn al gemeen e zijde, doen
benaderen, en trachten het in zijn bijzon
derheid te doen gevoelen. Dit is weinig,
maar het is voor hert onderricht niet waar
deloos. Het spant de aandacht, het door
breekt de beperktheid van den persoon.
De waarde van dichters en kunstenaars
ligjt hierin, dat zij in duizenden vormen
telkens weer een nieuw gezicht geven op
het leven. Tegenover de verstelsel'ing, waar
het verstand ons toe dringt, richten zij het
ideaal op van den volledigen mensch; het
ideaal van een schoonere wereld. Potgieter
verwachtte de herboorte van een vernieu
wing tot 17de eeuwsh vaderlander. Perk
zocht in innige gemeenschap met de na
tuur een gelukkig, een vroom mensch te
zijn. Na hem is. ingevouwen in d9 Natuur,
ook de Maatschappij, de heele menschc-
lijke samenleving in deze vrome liefde op-
gnomen. Liefde voor het leven, bewonde
ring voor zijn verschijnselen, eerbied voor
zijn ondoorgrondelijk wezen, is de eersite
les, die uit de dichtkunst van na 1880
opklinkt. Ook op dit oogenblik leeft in da
poëzie, zejfs in die van de jongste dich
ter®, nog de nawerking van diezelfde
vormdrift, diezelfde drang naar verheer
lijking van leven en werkelijkheid, die in
hen heit eerst uitbrak.
Met de gebruikelijke toespraak tot cura
toren, hoogleeraren en studenten eindigde
de hoogleeraar zijn met citaten verduide
lijkte rede. Met een afzonderlijk woord
van hartelijke waardeering werd sprekers
voorganger, prof. G. Kalff, herdacht.
UIT DE FEftS
RENTELOOZE STAATSLEENINGEN OF
IETS ANDERS?
De Maasbode schrijft:
Bij zijn brochure tot toelichting van do
wenschen van ,,St. Michaë'" voot het pro
gram van actie der R. K. Staatspartij,
doet prof. Veraart ten aanzien van het
punt der rentelooze leeningen een beroep
op zijn critici om mede te werken tot 'n
heldere en verhelderende behandeling van
dit vraagstuk, opdat het niet in een lou
teren stroom van woorden van het terrein
deT pracfiisehe politiek worde weggevoerd.
Vreemd kb'nkt dit beroep van dien kant,
waar* het geheele plan der rentelooze lee
ningen zelf nfets anders schijnt dan een
loutere woordenstroom, een poging om een
eenvoudigen maatregel van belasting-poli
tiek voor te stellen en in te voeren onder
de voor sommigen meer aantrekkeb'jke
vlag der rentebes tri j ding. Door deze om
standigheid wordt ^tusschen de behoefte
aan een verhelderende behandeling van
het geval er slechts grooter op en wordt
het te meer noodzakehjk hier woorden en
zaken te onderscheiden. Waartoe wij onze
medewerking niet zullen onthouden.
Volgens het door Prof. Veraart ontwor
pen concrete plan, zouden allen, d:e meer
dan een ton vermogen bezitten, in de ren
telooze leening .muerten deelnemen. De
ontwerper vraagt zich af:
„Wat zullen nu de economische gevolgen
van dezen maatregel rijn?
Bezien wij dat eerst voor de kapitaal-
bezittende burgers.
Dezen, als één geheel genomen, zten een
stuk kapitaal, dat geen andere beteekenis
had dan dat het zijn bezitters inkomen
opleverde, omzetten in een kanitaa1. dat
voortaan veen inkomen geeft. Dit betee-
kent, dat de rijkere bez:tters zich voortaan
iets meer in hun be hoef te1 even zullen moe
ten beperken, waarom het natuurlijk
te doen is!"
Ofwel, verhelderend uitgedrukt: de bezit
ters van meer dan een ton zouden extra
worden belast door de. derv'ng van de in
komsten. die zij anders zouden hebben
knnn"n trekken ir't liet TvdT-a"'. waiTvoor
zij in de rentelooze lceling moesten deel
nemen. Maar, als men dit gevolg wenscht
te bereiken, waarom dan niet zijn toe
vlucht genomen tot een formeele beiast ing-
verhooging?, waarom niet een wijziging
der Wet op de Vermogensbelasting voorge
staan. die hetzelfde effect zou sorteeren?
De heer Veraart houdt rekeniDg met den
eisch, dat in dezen tijd in het belang der
geheele Nederlandsche volkshuishouding
aan de kapitaalvorming geen belemmering
in den weg moet worden gelegd. Hij be
oogt, dat de rijkere bezitters door den
nieuwen op hen te leggen last zich in hun
behoefteleven zullen beperken. Maar wel
ken waarborg bedt het rentelooze-lee-
ningplan-Veraart, dat de gedwongen deel
nemers inderdaad zich in hun behoefte
leven zullen beperken en hun verteringen
zuïïen inkrimpen en dat zij niet hun be
sparingen en hun kapitaalvorming zuilen
verminderen?
Waarom dan niet liever openlijk en on
omwonden de bedoeling uitgesproken, dat
men geld in do Staatskas wil brengen
door inkrimping van de weeldeverteringen
der rijkere bezitters? Waarom dan dat ge-
coquetteer met de rentebestrijding?
Mmisfer Colijn wenscht blijkens de
aankondiging van een onlwerp-belasting
op weeldeverferingen ook te gaan in de
door prof. Veraart eigenlijk bedoelde rich
ting van een heff:ng, die gepaard gaat
met inperking der luxe-consumptie. Eu de
idee van een ai gem eene verteringsbelas
ting, die, met vrijlating van een flink be
drag per lid van een gezin voor bet gewone
levensonderhoud, door een sterke progres
sie naarmate het verteerde bedTag stijgt,
een krachtigen prikkel schept tot soberder
levPTLSvoering. begint zich baan te breken.
Zu'k een nleemeene ver ter i ngs-belas Ing
zou ongefwiifeld in groote mate aan prac-
tische uitvoerbaarheid winnen bij door
voering van het plan, dat op het oogenblik
bij den minister van 'F'nanciën in over
weging is, n.l. om de heffing van de In
komsten- en van de Vermogensbelasting
voortaan te doen geschieden door de amb
tenaren van eenzelfde dienstvak, alsook
door beperking van hare beffing tot die
verteerd*» bedragen, waarbij zonder meer
vaststaat, dat van wee'devertering moet
worden gesproken.
Deze laatste verteerde bedragen worden
immers ook nu reeds meestal door de be-
lasting-admin-'sHatie berekend ter con-
tToVerin? van de aangifte der belasting
schuldigen.
Nogmaals: in bet rentelooze-leening-
plan-Veraart kunnen wij niets anders
zien dan een gevaarlijke vermoTmtr'iig, die
een sympathieke gedachte tot onvrucht-
baarhe:d doemt.
BIEriKF.lll.AND
HET WERK VAN G.G.G.
'Mooie cijfers.
In de pa® verschenen vierde catalogus
van het GPert-Groote-Gonootschap wor
den enkele cijfers gegeven over het werk,
door G.G G. gedurende de eerste 3 jaren
van zijn bestaan verricht.
We ontleenen er het vo7gende aan:
Gedrukt werden:
19211922 brochuren 45 000
1922—1923 117 000
1923—1924 1344.342
Totaal 29fi 342
300 000
354.720
120.600
1921—1922 b'aadjes
1922—1923
1923—1924
Totaal 1.275 320
In deze cijfers zit een merkwaard-'ge
groei. Ze geven echter slechts aan hoeveel
ex. er gedrukt zijn. Van meer belang is
bet te vernemen hoeveel ex. over ons land
zi jn verspreid.
Ook hierover vinden we mooie, van
groeikracht getu'gende cijfers.
Verspre:d werden:
1921—1922 brochuren 19.916
1922—1923 55 783
1923—1924 75.861
1921—1922 blaadje®
19221923
1923—1924
Totaal 151 560
113.100
286 083
268.730
Totaal 667 913
9,20
10.20
10,30
UIT DE RADIO-WERELD.
Wal er vanavond te hooren is.
uur Radio Paris. 1780 M Concert.
Brussel, ,265 M. Concert.
h Alle Britse he Stations. Tijdsein
Big Bon en nieuws.
Londen, 865 M. Light British
Music. Rachel Hunt (Contralto).
Ernest Jones (Solo Banjo). Er
nest Pike (Tenor). Nora Drake
and George Bolton (Entertai
ners). The Wireless Orchestra.
The Orchestra: March. „The
Middy" (Alford), Intermezzo,
„Fairy Dreams" (Arthurk
„Three Yorkshire Dale Dances
(Wood). Naro Drake and Geor
ge Bolton, Entertaining. Rachel
Hunt with Orchestra: „Sweet
as Her Roses" (Cowen) (5), „Fai
ry Pipers" (Brewer) (1), Ernest
Jones: „Gavotte de Concert"
(Morley), „Marche Americaine"
(Kirby). The Orchestra: Punch
and Judy Ballet from „The
Punch Bowl". Hornpipe (Nor
man O'Neill) Ernest Pike: ,,Sin
eerity" (Clarke), Parted" (Tos
ti). The Orchestra: Selection,
,,San Toy" (Sidney Jones). Ra
chel Hunt: ,J Be Ho pin' You
Remember" (Coningsby-Olarke)
„Whene'er a Snowflake Leaves
the Sky" (Lehmann), „A Fairy
Went a-Marketing" (Goodhart)
Ernest Pike: „Dear Old Pal of
Mine" (Rice), „Maire, My Girl"
(Aitken) Ernest Jones: „Pompa
dour" (Morley), Swanee Echoes
(Kirby) The Orchestra: Suite,
,,From the Countryside" (Erio
Ooates).
Birmingham 475 M. Operette.
Newcastle 400 M Concert.
Hilversum 1050 M. Zang en re
devoeringen.
Brussel 265 M. Fr&gm. Cavalle-
ria Rusticana.
Radio Paris 1780 M Jazz
Radio Paris 1780 M. Fragm.
„Manon" (Massenet.)
Londen 365 M. Concert. The Or
chestra: „Cheero 1", The Palace
Girls' Dance (Finck), Nora Dra
ke and George Bolton return
The Orchestra: Selection, „The
Rebel Maid" (Montague Phil-
lips.)
Close down.
Leidsche Radlo-Vereeniging.
D© in begin van Januari opgerichte Leid
sche Radio Vereeniging hield gisteravond
in het clublokaal van Den Burcht haar
derde bijeenkomst, die door nrim dertig
Personen was bezocht.
In zijn openingswoord memoreerde de
Voorz., de heer Snoek, dat hij ©en onder-
houd heeft gehad met den heer Polak in
Het is een respectabele hoeveelheid.
En nog respectabeler is, dat ook de
kwaliteit der brochuurtjes en blaadjes van
G. G. G. doorgaans voortreffelijk is.
G. G. G. heeft in de afgeloopen drie
jaar krachtig werk verricht om „de ka
tholieke waarheid op elk terrein te doen
kentien en beminnen ..Ctr."
KERKNIEUWS
Pater Patritius Meijer O.F.M. t
Gistermorgen is in het St. Franoiscus-
Gasthuis te Rotterdam, waar hij vanaf 17
November van het vorig jaar ter verple
ging was opgenomen, overleden de Zeer-
eerw. Pater Patritius Meijer O.F.M.
Pater MeijeT wend geboren te Zaltbom
mel den 29sten Juli 1867 en trad den 3d en
October 1885 te Maastricht in de orde der
Minderbroeders. Op 4 Oct. 1887 geprofest,
ontving hij de H. Priesterwijding den 2en
September 1892.
Gedurende een tiental jaren, van 1894
1903, is Pater Meijer dan te Rotterdam
werkzaam als Kapelaan van de Leeuwen-
straatsche kerk. Hier richtte hij de Ver
eeniging „Do Gasthuispenning" op ter
ondersteuning van het St. Franciscus-
Gasthuis en werd van deze vereeniging do
eerste directeur.
Van Rotterdam vertrok pater Meijer
Den Haag, vertegenwoordiger van de Ncd.#
Radio Unie, die do vereeniging aanried.'
zich aa,n te sluiten bij deze Unie eu niet
bij de Ned Radio vereeniging. Bij de Unie
toch bedragen de kosten veel minder dan
bij de Ned. Ver. Op een vraag van den
Voorz wat d© he©r Polak voor e©n lezing
rekende, deelde deze med, dat zulks f 25
bedraagt doch als lid iaa' de Radio Uni©
krijgt de vereeniging meerdere lezingen
gratis.
Wat de keuze van het clublokaal betreft
zegt spreker dat er bij hem verschillende
verzoeken zijn ingekomen om t© vergade
ren in lokalen, waar geen verplichte coiv
sumptie is.
De Voorz hee^ft daarop aan de gemeente
gevraagd over een lokaal van de Indische
Postschool de beschikking te mogen heb
ben, doch dez© school is thans geheel in
gebruik bij Mathesis en eerst tegen Juni
beschikbaar. Ook over het gebouw Grave-
etein is gedacht, doch daar ontbreekt alle
comfort. Het is moeilijk daar een antenn®
aan t© brengen, er is geen vuur en licht
noch zijn er stoelen Ook aan den R. K.
Volksbond is gevraagd een lokaal te mom
huren, doch dez© vroeg t© veel geld. Ten-
slotte is men weer bij het gebouw Prediker
terecht gekomen, waar men voor f 50 per
jaar een» per week een lokaal ter beschik
king h©efti
De notulen der vorig© vergadering wor
den hierna door den secretaris, den heer
Van Hugten gelezen en onveranderd vast
gesteld Bij de ingekomen stukken was er
geen enkel© van groot belang, zoodat wij
hiervoor niets nad©rs behoeven te ^ermri-
den.
In beepiydtlttg kwamen Morna utahr* e en
huishoudelijk reglement, waarover op aan
gename wijz© van gedachten werd gewis
seld. Tn ©en der volgende verwtderm.ee n ral
een beslissing hieromtrent, genomen worden
Tenslotte kwam weer ter sprake of men
zich zou aansluiten bij d© Ned Ver. van
Radio Telegrafie of bij de Radio Unie. of
dat <j© vereeniging voorloopig zelfstandig
zal blijven bestaan. Na de voor. en nadee-
l©n van een en and©r in hot licht t© hebben
gesteld besloot men vooralsnog af te wach
ten om te zien hoe beid© v©reenigingen d#
belangen der radio-amateurs behartigen.
Verder werd nog de sam©nst©lling van
de Technische Oommissie besproken Som
mige aanwezigen bepleitten geen opname
van radio-handelaren in deze commissie,
wijl rij ©r over het algemeen weinig meer
van weten dan een doorsnee amateur an
deren echter wez©n op d© voordeelen di©
hun opname zou medebrengen. Het bestuur
deelde tenslotte m©de, dat een lijst, mot
namen opgesteld ral worden, waaruit de
led©n «elf kunnen kiez©n.
Nadat d© Voorz nog had medegedeeld,
dat d© volgende vervadpring wordt gphon-
den op Dinsdag 20 Januari te 8.15 uur in
het clublokaal van Don Burcht, werd d©
vergadering gesloten
aST" mfiSldiraris naar de Franciscaanse he
misise in Brazilië, waar hij ongeveer een
7-tal jaren werkzaam was.
Teruggekeerd naar Nederland, werd hij
aangesteld tot leeraar aan het gymna
sium der Franciscanen to Ven ray, waarop
zijn benoeming volgde tot kapelaan te
Gorinchem (19151923). Bij de oprichting
van do nieuwe parochie te Lochem in Oc
tober 1923 werd Pater Meijer benoemd
tot de eerste pastoor.
Van Lochem uit word Pater MeijeT
ten vorigen jare naar Rotterdam overge
bracht en daar opgenomen in het St. Frau
ciscus-Gasthuis, voor welks bloei hij als
kapelaan van de S. Rosalia zoozeer had
geijverd.
SFORT
VOETBAL.
DIOO. HAARL. VOETBALBOND.
Junioren-Competitie.
District L e I d a
Uitslagen van Zondag 11 Januari:
Lisso—E M S I 1—5
LeidenS J O 2—0
Programma voor Zondag 18 Januari:
12,45 uur: LisseL©iden Th v. B©zu
Hieronder laten wij den Comoerifio-
De kleine kijkt hom aan met ronde, on
noozele oogen. Geen antwoord komt over
zijn lippen. Trott begint ongeduldig te
worden.
Bon je gulzig geweest? Onbeleefd
soms? Heb je Miss gesard? Heb je je
versje niet goed opgezegd?
Nog maar steeds neen.
Ben je ongehoorzaam geweest?
Het kind laat de volgende bekentenis
van de lippen vallen.
Ik doe alles wat ik wil. Men beeft
mij niets gecommandeerd.
Maar wat hebben al die flauwe geintjes
te beteekenjen? Trott herneemt met opko
menden toorn:
Waarom hebt ge dan geen lunch ge
had?
Opnieuw antwoordt bet kind met gela
tenheid:
Daar is niks meer in de keet.
Het is dus waar. Trott is een en al ver
bazing. Hoe is het mogelijk? Hoe kan een
mama niets te eten hebben voor haar klei
nen dreumes.
Je zult dan wel honger hebben?
De uitdrukking der oogen van het
ventje laat aan duidelijkheid niets te
wenschen over.
11 Als ik dat geweten had zou ik je een
stukje van mijn broodje gegeven hebben,
want ik had heelemaal geen honger.
Maar nu heb ik het op, zie je?
Met een uitdrukking van gelatenheid
schudt het jongetje het hoofd. Inderdaad
hij heft het heel goed gezien.
Trott denkt een oogenblik na. Eindelijk
stelt bij een ingewikkelde vraag.
Maar waarom ia er niets in het buf
fet bij je mama?
Der is geen buffet.
Hè I Hoe vreemd l.
En in de kast?
Vader verdient niet veel soeps. Moeder
en broertje rijn ziek. Daarom ia er niet
veel te bikken.
Bikken 1 Foei tochl Wat een gemeen
woord is dat!
Trott weet dat hij niet met slecht opge
voede kinderen mag praten. Hij staat op
het punt rich te verwijderen, maar de
nieuwsgierigheid behoudt de overhand.
Waarom koopt je papa dan niets om
op te eten?
Daar is geen geld, sapristi.
Aba! dat is een reden. Doch die gaat
niet op. Therese immers koopt dikwijls
zonder geld; zij laat alles op rekening van
mama schrijven.
Zeg dan dat ze op het boekje schrij-
ven.
Het kind schudt het hoofd. Het schijnt
dat zoo iets niet gaat. Opnieuw laat hij
het zand tusschen zijn vingers stroomen.
Trott is overstelpt van verbazing, een
verbazing, die aan schrik grenst. Daar
zijn dus kinderen die volstrekt niet ondeu
gend zijn m wier mama's niets hebben om
hun eten te geven? Waar denkt O. L.
Heertje toch aan? Hoe is het mogelijk?
Trott izet zijn ondervragingen voort:
En vraagt je papa niet iederen dag-
aan O. L. Heer om u het dagelijksch brood
te geven?
Het jongetje schijnt niet te begrijpen.
Trott herhaalt zijn vraag:
Ik geloof van niet
Trott herademt. De oorzaak van het
mysterie is gevonden. Maar dat is een
groot kwaad.
WaaatlÜ Je papa verricht ziju go-
bed niet?
Ik geloof van niet.
Spreekt hij dan nooit over don goe
den God?
Dat geloof ik niet. Ja, misschien tooh
wel soms, wanneer bij vertoornd is en
goed kwaad.
Vreemd oogenblik om te bidden.
Hoe bidt hij dan wel?
Hij zegt: „Heere God in den hemel
nog toel" en hij zet een keel op van be
lang.
Trott peinst. Dat moei toch geen goed
gebed wezen. Nooit heeft mama hem ge
leerd zoo te bidden. Doch groote men
sch en misschien zouden.
En jij, hoe bidt jij?
Het jongetje begint te lachen met een
gluiperig gezicht en antwoordt niet
Zeg op hoe jij bidt.
Hert jongetje, grinnikt steed® door. Ten
slotte eindigt hij met te zoggen:
0. L. Heer is allemaal larie I
Trot blijft een oogenblik als verstikt
staan. O. L. Heer allemaal larie? 0. L.
Heertje, waartoe mama hem geleerd
heeft iederen avond te bidden; Hij, die
zorgt dat papa daarginds op de groote
zeeën, warop hij rondzwalkt geen onge
luk overkomt; Hij, die aan Trott ziju da
gelijksch brood geeft met zoetigheden,
boter, gebakjes, chocolade!
Trott voelt een blos naar rijn gezicht
stijgen
In twistgesprekken is Trott geen voor
beeld van geduld. Hij neemt de schop, '-n
doet een flinken slag nederdalen op het
hoofd van den scepticus, die haar lijdelijk
aanvaardt, terwijl hij zich met zijn elle
boog beschermt en tersluiks, stom van
verwondering toekijkt
Je bent ondeugend en de goede God
heeft groot gelijk je niet te eten te geven
als je hem op zoo'n manier je dankbaar
heid betuigt.
Waarvoor moet ik Hem dankbaar
zijn? dreint het ventje.
Deze vraag brengt Trott in verlegenheid
Dat ia waarachtig zoo: wanneer men on
deugend is of al te ongelukkig, dan geeft
men er weinig om tot don goeden God te
bidden. Men is boos op iedereen en men
gevoelt grooten lust te morren. Trott had
reeds twee passen gedaan om zich te ver
wijderen. Hij denkt na en keert op zijn
schreden terug.
Luister eens. Als jo je gebod niet ver
richt, dan kan 0. L Heer je niet verhoe
ren, dat is iets dat zeker is. Indien je
Hem om eten vraagt, dan zal Hij je iets
geven, maar ge moot het Hem vragen.
Het jongetje staat in tweestrijd. Dat is
niet zeker Wat Trot zegt, maar kom, men
waagt er niets mee met te vragen. V ie
weet wart er gebeuren kan? Dien anderen
dar heeft hij twee stuivers verdiend met
bedelen.
Waar zit ie, 0. L. Heer?
fWordt vervolgd).