He zwellende zeilen rij'zen
en dalen ginder veer,
de blanke meeuwen wiegen
ver hoorbaar over bet meer;
hef heerlijk landschap haadt er
in blond en rorag licht1
o verre, zomersdhe dagen,
o heerlijk droomgezicht
E:lacie! sneeuw op de daken;
en. door de morsige stee,
spoên roodgeneusde gestalten
in ulster en cacbe-nez.
Maar onze Hollandsche dichter Heye,
tan wien z>oo vele liederen op de lagere
Be li ooi gezongen worden ik hoop daar
nog eens op terug te komen dicht op
een Januari-nachl het volgende:
[Wat wordt uw goede naam bezwaard,
'.Alsof ge een ouden paal zoudt lijken,
Met schrale lokken grijzen baard
Keen, winter! *k Zag nw kunstwerk
prijken
En sehittren op mijn vensterglas
Of 't vol van diamanten was.
M<> dunkt, ge z'jt een fiere maagd,
Met ernstig oog maar onbetrokken!
D:e sterren op het voorhoofd draagt,
En sneeuwkrista'len in de lokken;
En die. bii ;edcr in de buurt,
Des nachts op 't vensterglas borduurt.
O Kostbaar weefsel, fijn als rag,
o Kanfwerk! rijk aan bloem en bladen.
Wat 'k menig nacht wel wakker lag,
Of ik de kunst er van mocht r !en;
Of ik van 't maagdlijn, dat u wrocht',
Den vingertop ontdekken mocht!
Wel wist ik, dat zij iedereen
'Zoo'n winterbruiloftistooi wil schenken,
Maar, als de mijne t mooist mij scheen,
Dan was 't, als moest ik er bij denken
Dat zij. o Armen! voor uw haard
Daar allerschoonst patroon bewaart.
Dus zag ik 't vriendlijk aanschijn
nooit,
Kon ik den vinger nooit ontdekken,
'k Voel toch:... wie zoo mijn venster
toodt
Met duizend kanten slingertrekken.
Met zooveel bloems en sterrenschijn
Die kan geen stroeve Grijsaard zijn!
De dichter Heye was, zooals aan deze
toovzen wel valt op te merken, geen groot
'genie; maar hij was een zonnig en opge
wekt mensch, d:e steeds in zijn vele volks
liedjes den zonnigen kant van het leven
Boekt. Een optimist, wien vooral in andere
liederen een vriendelijke humor niet
vreemd was. Zoo als ik zei, we komen op
■hem binnenkort terug.
N. J. H. S.
IBiarT.-..-v.-=iiB—
MODEPRAATJE.
TWEEDE DEEL.
No. 107. Voor onze lezeressen, wier
karen reeds grijzend zijn, zien we hier
een elegante japon, d-ie goed hij haar
leeftijd zaJ passen en toch zoo geheel het
karakter der tegenwoordige kleeding
(heeft. Als stof neme men het mooie Otto
man met de eigenaardige ribslijnen, don
kerbruin of zwart zijn geschikte kleuren.
De overslag op de linkerborst wordt ge
sloten op een groot aantal kleine met zijde
overtrokken knoopjes en lusjes. De taille
ds omgeven door een ingezette, eenigszins
Sn gebogen lijn loopende band, terwijl een
dergelijke band midden van voren over de
xok naar beneden loopt. De rips der stof
wordt voor beide in de breedte-richting
genomen. De mouwen nauw op de polsen,
loopen tot ver over den rug der hand. Van
onderen wordt de japon gegarneerd door
een mooie jtrook bont: bruine stof, vraagt
beveret bont en zwart het real electrique
of bijpassend skunks. Kousen zwart,
6<- It oenen eveneens. Patroon f 1.35
No. 108. Een mantelcostuum voor
oudere dames; als stof diene een donker
blauw© serge. De rok is recht (doch niet
al te nauw) en heeft een overslag, welke
met zwarte beenen knoopen gesloten is.
Do mantel wordt vanuit de taille eenigs-
ziivs klokkend gemaakt, al naar gelang men
breedere of minder geaccentueerde heu
pen heeft. Voor de bontgarneering aan
kraag, manchetten en onderkant, alsmede
voor een mof, neme men zwarte skunks
(wat vrij duur is) óf het goedikoopere seal
electrique óf (wat nogal vroolijk staat)
iAmerikaansche opossum. Zooals men zien
kon is de bontrant van onderen niet heele-
maal gesloten, zoodat een stuk van het
©verslaande pand open blijft. Hoed
zwart met veer of crosses, kousen en
Bchoenen eveneens zwart. Patroon f 1.75.
Een eenvoudige broderie.
Hoeveel vrouwen en meisjes zouden niet
met animo eens een borduurwerkje willen
beginnen hetzij voor versiering van
haar kleeding of voor huiselijk gebruik
als zooiets maar niet zoo'n tijdroovend
werk was. Als het een beetje ingewikkeld
ds en nogal modieus, is de japon, waarvoor
het bestemd is, soms al weer uit de mode
als men er mee klaar is.
Kan ik daarom m'n lezeressen behagen
idoor haar zoo van tijd tot tijd eens een
Idee aan de hand te doen voor iels heel
éénvoudigs, dat zich daarom vlug laat bo
lwerken en niet zoo aan „mode" onderhevig
le, dat het eigenlijk maar één seizoen ge-
feirageii kan worden?
Ziehier onze eerste proef. Het is een
•impele vierkantsvorm met vulling uit
kruis-en rechte steken samengesteld. On
II.
Wanneer men vanaf het bordes „de
groote pers" betreedt, ziet men rechts de
glazen bodenkamer een goede uitkijk
post, maar een leelijk ding.
Vlak daarachter ligt aan den straatkant
de kamer van den wethouder van Onder
wijs, een eenvoudig Ingericht vertrek,
welks geschiedenis al even eenvoudig is:
't was voorheen bodenkamer en kreeg bij
zijn verheffing tot wethoudersverblijf
wat grooter afmetingen en beter meubi
leering.
Aan deze kamer grenst hef, niet al te
groote werkvertrek van den burgemeester,
waarvan meer te zeggen valt. Het diende
oudtijds voor de „burger lagewacht" en
werd in 1682 bestemd voor de curatoren
der Academie, die tot dusverre in de Aca
demie-zelve, of. in een herberg verga
derd hadden. Stel u dit laatste tegen
woordig eens voor!
Trouwens, ook toen vond men, dat aan
curatoren een waardige vergaderplaats
toekwam, want het vertrek werd kostelijk
ingericht; de stad legde er 2827 gulden, 2
etuivers en 8 penningen voor uit, ongere
kend de tapijten, welke nog IJ03 gulden
en 14 stuivers kostten. Deze tapijten zijn
er nu natuurlijk niet meer, do betimme
ring enz nog wel.
De groote schouw werd, blijkens het in-
gegrift jaaTtal, reeds in 1581 geplaatst.
Het fries en de lijst, welke het schoor
steenstuk omsluit, zijn rijk gesneden,
waarbij de wapens der toenmalige burge
meesters niet ontbreken. Het schilder
stuk, een Justitia, is werk van Theod. van
der Schuer, die zich verbond de doeken
boven den schoorsteen, boven de deur en
aan 't plafond voor 500 gulden te beschil
deren. De Stedelijke regeering bleek na de
voltooiing zóó tevreden, dat zij hem 550
gulden uitbetaalde. Boven de deur werd
door hem een Minerva geconterfeit en te
gen het plafond een allegorie der weten
schappen, zoodat onze burgemeester, die
tevens president-curator is, wel in een
passende omgeving zit.
Aan do burgemeesterskamer grenst het
vertrek voor den wethouder van finan
ciën, waarvan weder niet veel te zeggen
valt. Wel is interessant de nu volgende
Commissiekamer, oorspronkelijk bestemd
als Rekenkamer, totdat hiervoor in het
midden der 17e eeuw het vertrek onder
den toren werd aangewezen, tot dien tijd
in gebruik bij de Weesmeesters, die toen
naar boven gingen. Deze verwisseling had
mogelijk plaats omdat onder den toren
gemakkelijker gelegenheid was om de
gelden te bergen.
dezen grondvorm kan men een oneindig aan
tal variaties maken en een paar aardige
voorbeelden hiervoor vindt men in de
beide afgebeelde casaques.
No. 109. Make men in witte alpaga; over
de borst hangt een losse strook zwart sa
tijn, waarop blokken wit geappliceerd
zijn; zij vormen meteen do lijnen van het
borduurmotief. Een zwart leeren ceintuur
gaat door een gleuf in de strook; kraag-
omboording en strik van zwart satijn. De
broderie make men in frissche tinten geel
en rood. En wat zoudt ge er van zeggen
een bijpassnde hoed te maken met een ge
lijke broderie? Patroon der casaque f 0.75
No. 110. Witte crêpe marocain neme
men voor dit model. De donkere rand van
onderen en langs de mouwen die de lijn
van het borduurmotief volgt, is havanna-
bruin crêpe marocain. De broderie voert
men uit in goud en men kan verzekerd
zijn van een fraai effect. De gespleten
borst sluit voor den hals met een bruin
overtrokken knoop. Het hoedje kan in
bruin en wit met goudbroderie bijpassend
gemaakt worden. Patroon f 0.75.
't Vertrek bleef voor de verzorging der
weesgoederen bestemd tot 1852, toen bij
wet de weeskamers alom werden opgehe
ven. Aan twee zijden der zaal zijn nog de
van letters voorziene loketkasten aanwe
zig, waarin de eigendommen der wee zen
werden opgeborgen.
Na 1852 werd de zaal voor verschillen
de doeleinden gebruikt. Eerst vergaderde
er de Kamer van Koophandel, daarna
hield er de Schutterij-kapel haar repetities,
wat wel 6torend zal geweest zijn voor de
overige localiteiten. Toen de muziek ver
dween naar het vertrek boven de Waag,
waar zij niemand hinderde, werd het lo
kaal bestemd tot werkvertrek voor den
archivaris. Toen deze naar het nieuwe
gebouw aan de Boisotkade ging hij
heeft daar lang niet zoo'u mooie kamer,
maar wel meer licht werd de oude
weeskamer bestemd tot Commissiekamer;
als zoodanig doet ze druk dienst.
De zaal heeft een fijn gedétailieerde be
timmering in donker eikenhout, waarbij
de diepe kruisvensfers karakteristiek aan
sluiten. Aan de zijde, niet door bovenbe
doelde hooge kasten ingenomen, staat een
oude schouw, welke zich 's winters ergert
aan een doodgewone kachel. Naast den
hoogen schouw eik^n so!)otwerk met boog-
pnneolen en fijn gesneden draagkopjee.
Langs do wanden zijn vaste banken aan
gebracht. tevens ais kasten te gebruiken
en do zoldering vertoont in 't aa'cht gela
ten moerbalken met kinrlorbintjes. Een
toch (portaal vormt de ingang, waarnaast
een gegoten ijzeren kapstok de mooie
stemming staat te boderven. Daar mag
beusch wel eens een ander kleerenrek voot
komen.
Nu links van de groote pers.
Daar komt aan de straatzijde eerst de
Secretarie, wier chef sinds eenige jaren
een afgeschoten kamertje heeft. Ieder, die
er wel eens moest zijn, weet, dat de ruim
te er veel te bekrompen is. Mogelijk wordt
later wat meer localiteit gevonden als de
politie het Raadhuis verlaat.
Mooi gehuisvest is de gemeentesecreta
ris, wiens vertrek een echte boekenka
mer, eiken betimmerd door een small en
doorloop van de secretarie gescheiden is.
Die doorloop is oudtijds bewaarplaats ge
weest voer het Stadszilver (thans in de
Lakenhal), later voor het nieuw archief.
De hooge loketkasten zijn er nog en zullen
wel weer dienst doen, want de bergen pa
perassen groeien steeds aan.
Vanuit de kameT van den Secretaris
komt men in de vergaderzaal van B. en
W, welk vertrek ook te bereiken is van
uit de gang, welke van „de groote pers''
naar „de kleine pers" voert. We merken in
deze gang op de deuren mei houten tra-
lieën, waarover later,
De vergaderzaal van B. en W. vroe
ger de kamel- van burgemee&teren
kreeg haar tegenwoordige gedaante in
1662. De zoldering is koofvormig en ver
sierd in H midden met het gebeeldhouwde
VOOR DE HUISVROUW.
Het reinigen van cocos en biezen matten
Men kan deze schrobben met een meer
of minder harde bezem of boenen met
lauw zeepsop of sterk pekelwater. Daar
na spoele men ze met schoon en veel
koud water na en hangt ze ten slotte tegen
een muur of schutting te drogen.
Spiegels en schilderijen
moet men niet met spons en zeöm afwas-
schen, want als het water achter het glas
dringt kan de spiegelende zilverlaag of
de plaat bedorven worden. Men neme der
halve een zachte lap, waaraan wat spiri
tus en wTijve hiermee de spiegel schoon
en droog tot hij glimt.
Geverfd houtwerk
mag niet met zeepwater worden afgeno
men omdat dit de verf aantast. Goed warm
water zooBoodig niét een flinke scheut
spirijus is voldoende; men neme met een
stevige doek af en wrijve droog af met de
zeem. Als alles goed droog is kan men met
een droge zachte doek nawrijven.
RECEPTEN.
Sinaasappelccnfituur.
1 K G mooie sinaasappelen (waaronder
1 citroen); H K.G. suiker; li Liter water.
wapen der stad, geflankeerd door vier
engeltjes: voorts in de hoeken met de wa
pens der vier burgemeesters uit dien tijd.
Dit plafond is natuurlijk in den loop der
tijden gewit geweest, maar in 1889 werd
de witsellaag verwijderd.
De schouw met gebeeldhouwd fries rust
op gedraaide marmeren kolommen en is
tot aan de zoldering doorgetrokken. Onder
den rand vindt men nog de koperen hand
vaten, waaraan men zich vasthield als
men de voeten aan 't open haardvuur
warmde of zich bukken moest voor de ver
zorging van dat vuur.
Het geschilderde schoorsteenstuk stelt
voor de ontwikkeling van Welvaart,
Handel en Wetenschap onder den invloed
van Vrede en Gerechtigheid een prach
tig onderwerp ook nog voor dezen tijd
van onvrede. Het werd In 1664 geschil
derd door Ferdinand Bol, die er 900 gul
den voor ontving. Daar koopt men tegen
woordig zoo'n stuk niet meer voor.
De kamer werd in 1889 gerestaureerd.
De wanden zijn behangen mei gobelins,
de zijwanden met herderscènes, de wand
tegenover de Breestraat met een groot
doek, voorstellend de intocht van Koning
Alexander te Babylon. Dit mooie stuk
tapijtwerk is afkomstig uit het in 1823
afgebroken huis „Rijksdorp" te Wasse
naar en'toen gekocht voor 50 heele gul
dens. Dit kost tegenwoordig een behoor
lijk behangsel van dezelfde grootte. De
overige gobelins zijn in 1635 in Amster
dam gemaakt voor zeven gulden per vier
kante el.
In deze zaal werden na de Hervorming
in veiligheid gebracht de beide altaar
stukken van Cornelia Engelhrechtsz en
liet laatste Oordeel van Lucas van Lei
den, welke nit de kerken afkomstig wa
ren. Ze hangen thans in de Lakenhal.
Behalve de burgenieeeteren vergaderden
hier ook een tijdlang het gerecht en „de
breede raad"', d.i. het college, gevormd
door „de veertigen" met de Vroedschap,
welke zelve weer gevormd werd door de
schepenen en de oud-burgemeesters. De
mod werking van dit college werd al
dus' mr. Van Overvoorde, onze gids voor
deze bijdrage inzonderheid vereischt
voor de invoering der Stedelijke belastin
gen.
Later vergaderde deze „breede raad"
in de tegenwoordige raadszaal, welke be
reikt wordt vanuit de kamer van B. en
W. en van af „de kleine pers", waar een
tochtportaaltje de ingang camoufleert.
Deze zaal ligt in den bijbouw van 1635
en werd in 1737 nieuw ingericht. Het
plafond vertoont weer hier in stuca-
doorwerk de wapens der toenmalige
burgemeesters, terwijl boven den monu-
mentalen schoorsteen waaraan menig
een zijn hoofd stoot! het stadsAvapen
prijkt.
Het schoorsteenstuk, voorstellend een
episode uit de geschiedenis van Scipio
Africanus, werd in 1641 afgeleverd door
De vruchten wasschen en 24 uur laten
staan in koud water, dat men in dien
tijd nog 2 keer vernieuwt. Daarna in
nieuw water koken (de vruchten geheel
onder water) totdat een speldenknop ge
makkelijk in de schil dringt. Nu de
vruchten er uit halen en vlug door koud
water halen, waarna laten uitlekken tot
den volgenden dag. Al deze operaties
hebben ten doel de bitterheid der schil te
verminderen.
De appels nu in zes parten verdeelen
en a'oorzichtig de pitten er uithalen. Men
weegt de vruchten en neemt evenveel
suiker aan gewicht als men sinaasap
pelen heeft. Maakt van de suiker een
siroop (1 deel water op 4 deelen suiker)
en kookt deze, om er daarna de parten
sinaasappel in te doen en ze 30 a 40 min.
te laten doorkoken. Tenslotte worden de
vruchten in een pot gerangschikt en met
de eenigszins afgekoelde siroop overgoten.
PATRONEN NAAR MAAT.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging a-an het bepaalde bedrag
plus 15 cent porto, aan het Comptoir des
Patrons, Molenstraat 4 B, Den Haag. De
maten op te geven volgens novcns'aande
teekenio-n.
den to Antwerpen wonendon oud-Leidé-
naar Jan Lievensz, die er 1500 guMen
voor ontving plus een gouden ring, welks
99 gulden en 17 stuivers kostte. Dat kan
een aardig ringetje geAveest zijn.
In deze zaal, welker Avanden insgelijks
bekleed zijn met mooie gobelins ver
vaardigd in 1608, gerestaureord in 1887
werd voorheen de officieele Staten
vertaling van den Bijbel bewaard, hierheen
overgebracht uit de Trèves-zaal te Den
Haag. Jaarlijks werden deze geschriften
geïnspecteerd dóór een deputatie uit de
Synode, die steeds met groote statie weerd
ontvangen, doch wier voornaamste werk
bestond in het nuttigen van den door de
stad op den Burcht aangeboden maaltijd
Let wel: dit laatste is geen insinuatie
of hatelijkheid van ons, dook een mede-
deeling van mr. dr. Overvoorde, die nog
kort geleden in de N. R. G r t. van zichzeli
verklaarde. in een artikel over de Leid*
sche academie-gebouAven dat men „took
■zeker wel geen verkapt clericaal" in hean
zou zien.
Waar de handschriften nu zijn is om»
onbekend. Mogelijk blijkt hot wel eens ei
dan hoort men 't wel.
Gelijk boven gezegd vergaderden in deze
zaal oudtijds de veertigen «net de vroed
schap. Wat zullen die nauw gezeten ben-
ben, want de tegenwoordige 33 Raads-le
den klagen al. Maar 't is waar: voorheen
was er geen publieke tribune, thans dooi
een mooi eiken hekwerk van de zaal af
gescheiden; en ook zullen do keereu vroe^
ger wel niet aan zoo 'n hoefijzervormigen
tafel gezeten hebben, welke veel ruimte
in beslag neemt. Bovendien zullen vroe
ger de beraadslagingen allicht wat spoe
diger geëindigd zijn dan thans en dan in
het in deze zaal wel te houden.
Hoe 't zij, voor het tegenwoordig ge
bruik is de localiteit maar net voldoen
de, omdat immers ook de pers en de ste
nografen werktafels behoeven, terwijl de
ventilatie zeer onvoldoende is: ramen open
zei ten gaat niet wegens het leven in de
Breeslraat, deur openzetten van aangren
zende vertrekken of van de gang geeft
tocht, wat ook een euvel is van den elec-
trischen ventilator, die bovendien hinder
lijk snort.
Mocht de Raad nog grooter wwden 1
voortgezette annexatie kan immers ne*
zielental der gemeente weer een sprong
doen maken dan zal naar een ander
vergaderlokaal moeten worden omgezien,
want verboiiAven aan deze historiseht
vertrekken, het ware een onvergeeftijkt
wandaad.
We zijn intusschen zoo laug in dv
Raadszaal blijven toeven, dat de Avando
ling door de overige vertrekken moet avoi»
den verschoven.
AJO