Tweede Blad Donderdag 4 December 1924 STADSNIEUWS GEMEENTERAAD (Vervolg). De Voorzitter ontraadt, de motie-v. 3. Heuvel. Voor geld is tenslotte alles te krijgen, maar men moet om de gevolgen denken. Op een demagogische manier is jarenlang betoogd dat de bestrating in de hoofdstraten heter was dan die in die volksbuurten. Dat gaat nu niet meer geheel op. Spr. moet lederen dag het Gerecht oversteken, dat ligt in een „rijkelui's- huurt" en daar is de 'bestrating horrible. Dooreengenonwn is de bestrating in de volksbuurten beter. Spr. ziet in de motie een ondredelijken wensch. De heer Deumer verklaart dat het ge deelte Oude RiinGroenesteeg, even num mers, van de Uiterstegracht in uitsteken de conditie verkeert. De heer Huurman znu wel met de motie kunnen meegaan als zij alleen de be strating van de Uiterstegracht betrof, wel ke Spr. heeft aangehaald. De motie wordt verworpen met 218 stemmen Vóór de S. D. A. P. en C. P. Bij post 197, komt hei voonstel-v. d. Heuvel en de motie-Huurman-Elkerbout inzake de vervanging van de Groote Havenbrug door een breed ere, in be handeling. De heer v. d. Heuvel vreest dat het publiek dal van de brug gebruik imaakt, de dupe zal worden van den strijd tus- schen de tram en hei college van B. en W. inzake het gezamenlijk dragen van de kosten der verbreedmg. Spr. acht een be slissing op dit oogenbUk beslist noodig. De Voorzitter: Dus we moeten al les alleen betalen. De heer v. d. Heuvel is. met het oog op het subsidie voor den Bijnsburgerweg genoten, niet optimistisch omtrent het be- drig dat de tram zal bijdragen. De heer Knuttel: Dat betrof een heel andere maatschappij! De Voorzitter: 0, dat hindert niet vonr mijnheer. De heer TT u u r m a n merkt op dat de lieer v. d. Heuvel voor de zooveelste maal verzuimde een behoorlijke kostenbereke ning te maken Sor. zou ook zelf de zaak liever niet op do 1'ange baan schuiven. Vandaar Spr.'s motie om de wenschelijk- he;d van verbreeding uit te spreken. Een gebrek van de S. D. A. P. is dat alle horvorm'ngen dadelijk, onvoorbereid voor uitvoering geschikt worden geacht. Spr. hoont dat B. en W. ziin motie overnemen, en den raad spoedig, desnoods in geheime vergadering, met den toestand op de hoog te fuilen stellen. Weth. Mulder deelt mede dat B. en W. de motie Eikerbout-Huurman overne men. Zij denken er echter niet aan, het voorstel van den heer v. d. Heuvel te steu- De Voorzitter zegt toe dat B. en V. op de mot-'e Eikerbout-Huurman prae- advies zullen geven.' Spr. verzoekt den heer v. d. Hguvel zijn voorste! in te trekken, w^raan deze vo'doet. Bij post 199 bespreekt de heer Groe ne veld de mogelijkheid om een gedeel te van den tuin van het Mil. Hospitaal aan den Morschweg in te richten tot een klein plantsoen De Voorzitter: Dat heeft u drie da gen geleden pas geschreven in een brief aan B. en W. namens de S. D.-sche frac tie(Gelach). De heer Dubbeldeman: 'k Weet er niets van. De heer Groeneveld zal toch maar doorgaan. Een algemeene uitspraak van den raad heeft de toelichting echter niet tot gevolg. Bij post 213 licht de heer Kooistra zijn amendement toe, om de kosten van telefonische aansluiting van den comm. der Burgerwacht niet meer voor rekening der gemeente te nemen. Hij vindt de burger wacht maar een „aardigheid". De heer Witmans is niet overtuigd van het nut dezer telefonische aansluiting. De heer Dubbeldeman vraagt naar do begrootingspost voor de telefonische aansluiting van de brandspuïthnisjes aan den Oude Biin en de Jan v. Goyenkade, met het aanbrengen waarvan men thans bezig is. Dg Voorzitter en weth Mulder verklaren beiden van niets af te weten, 't Zal wel op de vorige begrooting ge regeld zijn. Betreffende de aansluiting van den heer Steijns, licht de Voorzit ter toe, dat die telefoon niet in de eerste plaats wordt gebruikt voor de burger wacht. doch voor de regeling van het ge bruik der vele gemeentelokalen, waarmede de heer Steijns is belast. De heer Kooistra vertrouwt dit ant woord niet. De Voorzitter: Zoo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, daar kan ik niets aan doen. De heer Oostdam heeft meermalen aanmerking gemaakt op te hooge telefoon kosten, maar deze post acht hij toch meer gemotiveerd dan die van de aansluiting van al die scholen. De heer Z u i d e m a toont zich veront waardigd over de uitlating van den heer Kooistra jegens den Voorzitter. Men moet parlementair blijven, en daarom kan Spr. geen woorden" vinden om zoo'n optreden te kwali f ice eren't Is meer dan erg. De heer Kooistra beweert dat de heer Zuidema geen recht heeft om zijn op treden te veroordeelen. De heer^uidema: U denkt, dat u hier alles moogt zeggen. De heer Kooistra beweert dat hij den Voorzitter niet van misleiding heeft bet:cht. (Gelach). Na een rumoerige bespreking besluit spr. zijn geheele amendement in te trekken De heer Oostdam: Nu is hij zeer ver standig. Bij post 157 van het Onderwiis-hoofd- stuk komt het amdement van den heer Knuttel ter sprake, om den post „aan schaffing leernr'ddelen L. School" van f 18569 te brengen op f 25000 om de 0. L. scholen van betere leermiddelen te kunnen voorzien. De heer Knuttel zegt in zijn toelich ting dat er nog aardrijkskunde-boekjes van voor den oorlog worden gebruikt, ter wijl het voorkomt dat de leerlingen uit eigen midden projectie-apparaten moeten aanschaffen, wat spr. voor een stad als Leiden ongehoord vindt. Weth. M e ij n e n zegt dat alleen leer middelen, die beslist noodig zijn, worden aangeschaft. Dat de apparaten, als door den heer Knuttel genoemd, beslist noodig zouden zijn, moet sjir. betwisten. Er zijn tegenwoordig, mooie ansichtskaar ten voor te krijgen, d'e heel goed vohloen. We moe ten de bezuiniging aanmoedigen, ook onder de schooljeugd. De inventarissen van de opgeheven v. d. Werffstraat- en Plant- soenscholen zijn gebruikt om de leermid delen der overige scho'en aan te vullen. Daarin zit niets verkeerds. Het voorstel-Knuttel ontraadt spr. ten sterkste. Nadat de heer Knuttel zijn voorstel nogmaals heeft verdedigd, wordt het ;n stemming gebracht, en verworpen met 21 8 stemmen verworpen. Vóór de heer Knuttel en de S. D. A P. De heer V e r w e y licht daarna zijn voorstel toe, om den post van f 520.voor de biblioteken der O. L. scholen, te ver dubbelen. Spr. betoogt dat het uitgetrok ken bedrag veel te laag is. De heer KnTittel uit zijn ergernis over het antwoord van B. en W. op het eectieverslag waarin Spr. ook reeds op merkingen heeft gemaakt in don gees! van dit voorstel. Het nu uitgetrokken bedrag is op f 10 per school na geheel noodig voor bet on derhoud der boeken. Vele boeken zien er onooglijk ujt en zijn te vies om aan te pakken. En waaruit moet de aanschaffing van nieuwe boeken worden bekostigd? Het voorstel-Verwey is eigenlijk veel te bescheiden. Weth. Me ij n en zegt dat hem nooit klachten hebben bereikt. Hoe komt dat toch? De posten worden geraamd naar de behoeften van het voorgaande jaar. Slechts ééns in de 10 jaar ia de raming iets te laag gebleken. De heer V e r w e y meent dat men de post gerust kan verhoogen, al was het f 10.000, als er toch geen gebruik van. wordt gemaakt. De heer Knuttel verdedigt nogmaals het voorstel. De heer Witmans veronderstelt dat de aanvragen van de onderwijzers dikwijls worden besnoeid, misschien niet door den wethouder maar dan toch door de school hoofden. Spr. is vóór het voorstel. Het voorstel, hierna in stemming ge bracht, wordt verworpen met 1811 slem- men. Vóór de heer Knuttel, de S. D. A. P.. de Dem. P. en de Vrijzinnig-Democraten. In behandeling komt dan het voorstel van den heer Knuttel, om een post van f2000 uit te trekken voor een bijdrage in de kosten van schoolreisjes. Dit voorstel is niet in de secties behan deld. De heer Knuttel licht zijn voorstel toe. Spr. acht de schoolreisjes een noodza kelijk onderdeel van het onderwijs. Weth. Meijnen ontkent dat de school reisjes een intregreofend bestanddeel van het onderwijs zouden vormen. Thans wordt hier en daar door de kinde ren zelf gespaard, waarin een mooi begin sel ligt. Zij zul'en er dan ook meer van ge nieten. Daarbuiten is er ook nog onderling hulpbetoon. En wat zou de heer Knuttel willen doen met het bijzonder onderwijs? Dat hij niet bang is voor financieel© con sequenties, is bekend, maar 't is toch te hopen dat de meerderheid van den raad voorzichtiger zal blijken te zijn. Het voorstel wordt hierna verworpen met 237 s'emmen. Vóór de heer Knuttel en de S D. A. P. De heer Verwey licht zijn voorstel toe. om het verstrekken van schoenen mo gelijk te maken aan kinderen die gebruik maken ,ran Schoolkindervoeding en -klee- d:ng. Spr acht het particulier initiatief niet in staat om in deze behoefte te voor zien. De heer Knuttel verdedigt het voor stel. De heer Witmans herinnert eraan dat hij indertijd de eerste subsid^e-aan- vrage voor Sehoolkmdervoed'ng heeft ver dedigd. Spr. gevoeU er nog veel voor, maar kan het voorstel-Verwey zooals het nu is, uiet steunen. D:t voorstel wekt den in druk dat het gebruik van schoenen wordt opgedrongen aan kinderen dié gewoon zijn klompen te dragen. Een wijziging in dien geest acht Spr. wel gewenseht. De heer Heemskerk ziet in die voor stel de bod'oelipg om het gebruik van klom pen te doen plaats maken voor dit van schoenen, wat Spr. moet afkeuren. Alleen in geval van nood, mag de gemeente optre den. Tn deze gemeente wordt het dragen van klompen nog n;et als iets minderwaar digs beschouwd, dus mag het gébruik van klompen niet worden aangemerkt als een bewijs van armoede. De heer Wilbrink wijst op het vele dat de gemeente reeds doet voor het schoolkind. Bij een volgende gelegenheid kan men eigenlijk beter komen ipet een voorstel om de geheel© verzr»rgm<r der kin deren voor rekening van de gemeente te nemen. De heer Knuttel: Dat zou ik zeer toe juichen. De heer Wilbrink: Ja, dat is bekend, maar wij achten de ouders nog aanspra kelijk voor die taak. We zijn reeds te ver op den verkeerden weg. Volgen we de ge dachte van den heer Witmans, nl. om de vereeniging v. Schoolkindervoeding haar taak uit handen te nemen, dan gaan we den verkeerden kant uit. De heer Oostdam wijst erop dat de vereeniging reeds moeilijkbeden ondervindt bij een doelmatige en rechtvaardige distri butie van klompen, hoe moet het dan met de schoenen gaan? De heer Zuidema betreurt het dat B. en W. hun afwijzend standpunt tegenover dit voorstel motiveeren met die hooge kos ten dat aan de uitvoering zou zijn verbon den. Een meer principieele motiveering had wel verwacht mogen worden. Weth. Meijnen wijst in zijn beant woording op de onbevredigende resultaten van de overheidshulp in deze, dis het ver antwoordelijkheidsbesef der opvoeders nog ondermijnt. Het is bijna regel dat eenmaal verstrekte kleeren nooit meer worden her steld. Men neemt niet een3 de moeite, de kousen te stoppen De vereeniging zou op den duur zeker nog een reparatie-inrich ting en een controle-instituut noodig'heb- FEUILLETON HET OPSCHIETENDE KOREN door RENÓ BAZIN, Lid der Fransche Academie (Eenige geautoriseerde vertaling) 32) De goede vrouw liep hem hijgend na. Ziehier, mijnheer pastoor, neean dit. Zij gaf hem e^n hal ven frank. Zij bad. zes kinderen. Vader Dixneuf, de oude zouaaf, half lam, zat met een verwrongen hals en een blind oog in een rieten stoel voor het ven ster. Het zou eer mijn beurt zijn om een inzameling te houden; overigens: ik ga nooit naar de kerk. Dan legde hij zijn hoofd weer grom mend op het kussen van zijn stoel en zeide: Neem toch maar de centen, die op den schoorsteen liggen, 't Is alles, wat ik heb on laat mij verder met rust. De priester nam er twee van en liet de overige liggen. Vrouw Juste Lappe, oen vlijtig en vroo- Ujk vrouwtje, dat even dikwijls uit werken ging als baar man, had het gehucht in beweging gezien en begreep reeds het doel .van het bezoek van den pastoor. Zij wachtte niet op zijn bezoek, maar om den boek van het huis, zeide zij: 1 Zeg, mijnheer pastoor, heeft Ravoux gegeven? t-4 Neen. 1 En Gilbert? i Ja. Dan geef ik ook; Lappe houdt het bij besprekingen altijd met Gloquet. Toen de pastoor uit het boseh ging, zei hij hard op tot zich zelf: „Het gaat nog zoo sleoht niet; dat had ik nooit gedacht... Zou de Wolvengracht het boste deel van de parochie zijn? Hoe zou dat komen? In alle geval, ik ben op dreef. Nu het volle veld in, Roubiaux". Hij ging van den weg af en liep door kaal gemaande graslanden tot op de Door nenhoeve, waar de dochter van Gloquet hem kwaad aan de deur zotte. Hij ging verder en zocht de mannen in het veld op Van verre zag hij de maaiers,wier lichaam op en neder ging bij het zwaaien van de zeis. Langs een voetpaadje was een jongen met guitig gezioht bezig zijn zeis te wetten Deze bad niet veel goeds hooren zeggen over pastoors en keek met een spottenden blik omhoog, toen hij het ruisohen hoor de van den toog. Kleine, vroeg de priester, ik zie je voor het eerst. Vanwaar kom je? -1 Van AHier. M Heb je de eerste H. Communie ge daan? Neen. De jongen zag bleék, hij leek afgemat door den zwaren arbeid Ben je gedoopt? •=-* Ik geloof bet wel, want ik ben er bij geweest toen mijn zusjes gedoopt werden. De priester herhaalde de reden van zijn bezoek en de spotlach verdween. Als ik inzamel, dan is het niet om geld, maar dan is het voor je arme kleine ziel. Ik ben ook een boerenzoon. Ik heb gewerkt als gij. Doch ik heb mijn have en goed, mijn vader en mijn moeder verlaten om u allen, beter te beminnen. Zeg mij, weet je niets van den goeden God? Maar je wilt toch niet tot zijn vijanden behoo- ren? De zon was zeer beet en het voorhoofd van den priester parelde van het zweet. De maaiers draaiden zich om, om te zien wat de jongen deed. De jonge man keek vroo- lijk in de oogen van den pastoor, die hem een goed man leek te zijn. Hij veegde zijn zweet met de mouw af en sloeg lachend op tzijn broekzak. Er zit niets in om u te geven. Maar Zondag zal ik u eenige stuivers brengen, als ik er u een pleizier mede kan doen. Toen de pastoor te midden van koren schoven een beetje verder over het stop pelveld was gegaan, kwam hij bij den tweeden maaier, die iets van het gespreik had afgeluisterd! 'Ja, schrijf mijn naam maar op. Ik ben katholiek, gij weet het wel; ik laat elk jaar een Mis lezen op den sterfdag van mijn vader. En uw broeder? Ik weet het niet. Ga het hem vragen. Dq priester ging in de richting van de heg, waar de oudere en sterkere broer aan het maaien was. Hij sprak hem op een afstand aan en zonder het hoofd op te richten of 'zijn werk te onderbreken, zei deze koel: Neen. Wilt gij niecT - Neen.. ben ook. Spr. brengt gaarne hulde aan do veroen. v. Schoolkindervoeding voor haar toegewijden arbeid. Het voorstel-Verwey ontraadt Spr. ernstig. De heer Deumer meent dat in het af geloopen jaar de vereeniging per kind voor een hooger bedrag kleeding heeft verstrekt, dat volgens de armenwet geoorloofd is. Het voorstel-Verwey wordit met 1910 stemmen verworpen. Voor de S. D. A. P., G. P. en Democr. Partij. In antwoordt op den heer Zuidema zegt weih. M e ij n e n toe, te zullen overwegen of het mogelijk is, uitbreiding te geven aan de gegevens betreffende de uitkomsten van het onderwijs aan de gemeentelijke kweekschool v. onderwijzeressen, waardoor een duidelijker beeld van de beteekenia die deze school voor Leiden heeft, zal kun nen worden gevormd. De vergadering wordt dan geschorst tot 8.15 uur. Avondvergadering. Aan de orde ia punt 422 waarbij ter sprake komt bet volgende voorstel van den heer Knuttel: 5o. Toe te voegen een nieuw volgnum mer: subsidies aan oudernemingen op het gebied van muzikale en dramatische kunst f 5000 en dit bedrag te besteden aan subsidies aan het Utreohtsch stede lijk orkest en de Co-opera-tie indien de ze bereid zijn daarvoor een nader over een te komen aantal volksconcerten en -operavoorstellingen te komen geven. De heer Knuttel legt dit voorstel uit als een aanwijzing om, waar de gemeen te een aanzienlijk bedrag aan belasting op de publ. vermakelijkheden heft, daar eenige steun aan de kun3t tegenover te stellen. Een en ander in het belang van de verhooging der cultuur. De heer V e r w e ij zegt van deze gele genheid gebruik te willen maken om te herinneren aan het verscheiden van den groolen Herman Heyermans, die zich ook mét weinig hulp moost behelpen Spr. dringt aan op krachtLgen financieelen steun aan de tooneelkunst. De heer Oostdam kan er zich niet meo vereenigen, dat aleeen het Leidsch Muziekkorps wordit gesteund* dat zoo zoetjes aan een gewoon dilettanten-orkest is geworden. Waarom dan ook Atkalia, Werkmans Wilskraoht, Perosi, e d. niet gesteund. Het voors/t el-K nut tel kan spr. uit hoofde van zijn al te groote kosten niet steunen De heer Eerdmans is het mot den heer Oostdam eens dat het Leidsch Mu ziekkorps het* overblijfsel is van een vroegere organisatie nl. van de Schutte rij. En wat de burgerij van do Schut terij waardeerde was allerminst de mu ziek. Echter is de kunst ook niet gediend met het steunen van ieder diletantisme. Tooh is spr. er tegenkom aan d;it corps steun te onthouden. Het zijn alle Leide- naars die er in spelen, en spr. meent dat hier sprake is van een historisch verkre gen recht. De heer Groeneveld is wel geneigd het voorstel-Knuttél te steunen. Betref fende het subsidie van f 4000 aan het Leidsoh Sted. Muziekkorps, geeft spr. toe dat het geen 1ste klas meer is maar 't is misschien nog het beste wat er is. Spr. wil het subsidie maar handhaven. Mevr. v. 11 a 11 i e meent dat in de eerste plaats de dramatische kunst moet worden gesteund die een bijzonder slechten tijd doormaakt. De kunst moet ons op ©en bepaald niveau houden. De heer Sanders: Of de godsdienst. Mevr. v. I taille: Dat ontken ik niet, maar de kunst is ook noodzakelijk. Spr. kan het voorstel-Knuttél steunen, maar wil er de bepaling van losmaken, aan welke instelling het subsidie moet worden verleend. De heer v. Hamel merkt op, dat de heer Oostdam de laatste jaren geregeld „kankert" (teekenen van protest) tegen het subsidie van het L. S. M.-corps. Spr. zou het geen nette behandeling jegens het corps vinden, om het subsidie in te hou den, waar 18 jaren geleden bij de op richting op het subsidie is gerekend. Daarbij presteert het. naar spr meent, toch ook wel een en ander. Weth. Sanders heeft aan hot door de boeren Eerdmans en v. Hamel gesprokene weinig meer toe te voegen. Spr. moet nog opmerken dat die f 4000 eigenlijk niet ten volle een subsidie vor men, een geheel en zomer geeft het corps wekelijks volksconcerten. Misschien UIT DE RADIO-WERELD. Wat er vanavond t« hooren I». 5.08 uur Radio-Paris, 1780 M. Concert 5.20 uur Bmissel, 2*5 M. Concert. 6.20 uur Eiffeltoren 2600 M. Concert «U zang. 7.20 uur Alle Engelsche stations: Tijck «ein Big Ben en nieuws. 7.20 uur Hamburg 390 M. Tooneel eif dansmuziek. 7.50 uur Berlijn 500 M. Fragmenten nV oude operettes. 7.50 uur Londen, 365 M.t Chelmsford 1600 M., Bournemouth 885 IC Cardiff 350 M., Newcastle 40& M. en Aberdeen 49ö M.: Uitvotf* ring van „The rose of Persia^ opera in 2 bedrijven. 7.50 nar Birmingham 475 M. Uitvoering van ..Bethlehem" tooneelapeL 7.50 uur Manchester, 375 M. Zang. 7.50 uur Glasgow, 420 M. Concert. 8.35 uur Brussel. 265 M. Concert. 9.20 uur Radio-Paris !7oo M Concert zou rijn plaats door een di let tan t encorpa kunnen worden ingenomen, maar we moeten ergens op kunnen rekenen. Tegen het subsidie voor dramatisch© kunst als door den hoor Knuttel gewild moet spr. zich verzetten, omdat het daar thans de tijd niet voor is. Bovendien zou oen der gelijk subsidie ook aanleiding kunnen go- ven to* heftige verwkkelingeu. gezien de verschillende opvattingen bij de beoor deeling van de candidaten. De hoer Oostdam meent dat de heer v. Hamel zich jegens hem wel wat be leefder had kunnen uitdrukken. Spr. ziet niet in, waarom hij een dergelijke beje gening verdient. De heer Knuttel wijst er neig ma ai» op dat do gemeente iets moet stellen tegenover hot bedrag dat zij door de be lastingen aan de kunst onttrekt. Spr. zou ook het subsidie van het L. M. Korps niet gaarne z;en vervallen. Spr. beoordeelt het niet uit een oogpunt van kunst maar het heeft toch z'n beleekenis voor de ver- vroolijking van het leven, vindt spr. De heer v. Hamel is bereid het woord ..kankeren" te vervangen door „knabbe len" (gelach). Maar het subsidio is 'toege staan in 1906 al De heer Oostdam: Wat hel» ik nu aan 1906! Het subsidie van f 4000.voor het L. S. M. Corps wordit goedgekeurd, het voor- stel-Knuttel verworpen met 1912 st. Vóór de linkerzijde, de heeren van Ha mel en Eerdmans, uitgezonderd. Behandeld wordt dan het voorstel-Ver wey, om op de begrooting in den ver volge een som van f 1000 ui't te trek ken, ten einde deze som te verdeelen on der de plaatselijke voreenigingen, welke zich bezig lioudttn met de ontwikkeling van volwassenen Do heer Verwey wijst op de nood zakelijkheid om do arbeidersklasse wat meer elementaire kennis, vooral taalken nis, bij <te brengen. Een groot deel heeft door verschillende omstandigheden geen gebruik kunnen maken van de bestaande gelegenheden om zich behoorlijk te ont wikkelen Spr. acht' de gemeente verL plicht om de particulier© instellingen, die in deze richting iets willen doen. te steu nen, b.v. de Commissie v. Arbeidsontwik- keling die om fin. redenen niet meer haar geheele terrein kan bestrijken. Wanneer er andere inrichtingen zijn, moeten die er ook gebruik van kunnen maken De heer v. Stralen betoogt eveneens dat de arbeiders wat meer moeten worden ontwikkeld Dat is ook in het belang van de maatschappij. Wat de gelegenheid voor vervolgonderwijs betreft komt Leiden nog wat achteraan. De Voorzitter: Dus er gaan zoo- veel uw gemeente voor. De heer v. Sitralen bedoelt het zóó niet. Spr. zegt dat de ontwikkelingsavon den van de Comm. v. Arh.ontwikkeling heel nuttig werken, maar er zijn geen mid delen om het werk voort ite zotten. Verle den jaar heeft de Baad al gratis d.| Stadszaal afgestaan, nu moet er eigen lijk ook een bedrag in geld worden gege ven. De heer Spend el rekent op aller in stemming als hij zegt dat de Comm. Arb. ontwikkeling nuttig werk doet. Maar een. andere vraag is of de gemunte bier moet optreden. Spr. wijst op de vruchten ven De priester bleef achter hem, met den hoed in de hand en volgde langzaam den man, die de zeis zwaaide. In naam van hen, die hier voor u ge maaid hebben, sprak hij en die gestorven zijn. De beide mannen liepen over dezelfde stoppels en hoorden beiden het kraken on der elkanders schoenen. In naam van uw kinderen, die zon der God de ware levensvreugde niet zullen smaken. Beidien raakten dezelfde hooge halmen, die neergeveld zouden worden. In naam van uw verlaten ziel, die ik zou willen redden. De boer antwoordde niet meer. Er lag woede in het geweld, waarmedo zijn zwaaiende hand sloeg met de zeis. Toen de priester dit izag, ging hij verder naar andere akkers, naar andere harten. Om acht uur ging hij niet naar het kas teel van Fonteneilles, ook Vrijdags niet. Eerst in den avond van Zaterdag zag men pastoor Roubiaux, die niet moer geheel dezelfde was, langs den ingang met de heesters gaan. Hij leek vermagerd; zijn toog was wit van bet stof; hij liep ver moeid en steunde op een stok; maar het kleine hoofd, dat niet lette op den weg, luisterde zeker naar het gezang van het nieuw leven. Welnu. En de collecte? riep MicheL Is zij afgeloopen? Zij ontmoetten elkaar onder den groo- teu beukenboom, dicht bij het kasteel. Ik kan niet meer, maar er is hoop. Ge hadt gelijk. Weet gij, hoeveel gewei- egrd hebben, mijnheer Michel? Zos. Alle anderen hebben gegeven. Dat is buitengewoon, inderdaad. Meer nog, ik heb mij zelf en hen loe ren kennen. Nu zijn wij niet bang meer voor elkaar. Integendeel. Mijnheer Michel ik zou wel eens willen, dat gij ze gehoord had't. Hoeveel verschillende acten van ge loof. Hoe naïef.Welk een moede dik wijls. Doch welk ©en hart openbaart zich' in dat alles. Hij gaf de bewijzen en verhaalde van de op de hoeven ontvangen antwoorden, in de schuren en op de akkers. Hij beminde zijn volk nu meer dan vroeger. Hij was bewogen, bedroefd en blijde tegelijk. En zij, die mij weigerden, hebben mij bijna allen daarvan de reden gezegdj zij hebben hun verontschuldigingen aan geboden; de een had een broer, die sluis wachter was en als hij iets gaf voor de kerk, dan vreesde hij voor zijn broer. Een ander zei mij: „Ik ben staatsbeambte", Och mijnheer Michel, de antwoorden van velen waren zoo arm als zij zelf; zij we ten van niets, «ij vreezen en beven; en toch hebben de meest onverschilligen niet heelemaal gebroken met den godsdienst Ze voelen er nog iets voor. Ik zal zo nog mcr liefhebben. Waar leefden zij tot nu toe op? Op het kapitaal van hun genade? Op hun doopsel en op het gebed van hun voorouders? Maar op deze wijze leggen zij een persoonlijke geloofsbelijdenis af, En ik ga mij zoo aan hen toewijden, zoo* veel voor hen bidden, dat allen tot bel geloof moeten terugkeerem. Leve Fontei neilles, mijnheer Michel. (Wordt vervolgd.)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3