Tweede Blad
Donderdag 4 December 1924
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD
(Vervolg).
De Voorzitter ontraadt, de motie-v.
3. Heuvel. Voor geld is tenslotte alles te
krijgen, maar men moet om de gevolgen
denken. Op een demagogische manier is
jarenlang betoogd dat de bestrating in de
hoofdstraten heter was dan die in die
volksbuurten.
Dat gaat nu niet meer geheel op.
Spr. moet lederen dag het Gerecht
oversteken, dat ligt in een „rijkelui's-
huurt" en daar is de 'bestrating horrible.
Dooreengenonwn is de bestrating in de
volksbuurten beter. Spr. ziet in de motie
een ondredelijken wensch.
De heer Deumer verklaart dat het ge
deelte Oude RiinGroenesteeg, even num
mers, van de Uiterstegracht in uitsteken
de conditie verkeert.
De heer Huurman znu wel met de
motie kunnen meegaan als zij alleen de be
strating van de Uiterstegracht betrof, wel
ke Spr. heeft aangehaald.
De motie wordt verworpen met 218
stemmen Vóór de S. D. A. P. en C. P.
Bij post 197, komt hei voonstel-v. d.
Heuvel en de motie-Huurman-Elkerbout
inzake de vervanging van de Groote
Havenbrug door een breed ere, in be
handeling.
De heer v. d. Heuvel vreest dat het
publiek dal van de brug gebruik imaakt,
de dupe zal worden van den strijd tus-
schen de tram en hei college van B. en
W. inzake het gezamenlijk dragen van de
kosten der verbreedmg. Spr. acht een be
slissing op dit oogenbUk beslist noodig.
De Voorzitter: Dus we moeten al
les alleen betalen.
De heer v. d. Heuvel is. met het oog
op het subsidie voor den Bijnsburgerweg
genoten, niet optimistisch omtrent het be-
drig dat de tram zal bijdragen.
De heer Knuttel: Dat betrof een
heel andere maatschappij!
De Voorzitter: 0, dat hindert niet
vonr mijnheer.
De heer TT u u r m a n merkt op dat de
lieer v. d. Heuvel voor de zooveelste maal
verzuimde een behoorlijke kostenbereke
ning te maken Sor. zou ook zelf de zaak
liever niet op do 1'ange baan schuiven.
Vandaar Spr.'s motie om de wenschelijk-
he;d van verbreeding uit te spreken.
Een gebrek van de S. D. A. P. is dat alle
horvorm'ngen dadelijk, onvoorbereid voor
uitvoering geschikt worden geacht. Spr.
hoont dat B. en W. ziin motie overnemen,
en den raad spoedig, desnoods in geheime
vergadering, met den toestand op de hoog
te fuilen stellen.
Weth. Mulder deelt mede dat B. en
W. de motie Eikerbout-Huurman overne
men. Zij denken er echter niet aan, het
voorstel van den heer v. d. Heuvel te steu-
De Voorzitter zegt toe dat B. en
V. op de mot-'e Eikerbout-Huurman prae-
advies zullen geven.' Spr. verzoekt den heer
v. d. Hguvel zijn voorste! in te trekken,
w^raan deze vo'doet.
Bij post 199 bespreekt de heer Groe
ne veld de mogelijkheid om een gedeel
te van den tuin van het Mil. Hospitaal
aan den Morschweg in te richten tot een
klein plantsoen
De Voorzitter: Dat heeft u drie da
gen geleden pas geschreven in een brief
aan B. en W. namens de S. D.-sche frac
tie(Gelach).
De heer Dubbeldeman: 'k Weet er
niets van.
De heer Groeneveld zal toch maar
doorgaan.
Een algemeene uitspraak van den raad
heeft de toelichting echter niet tot gevolg.
Bij post 213 licht de heer Kooistra
zijn amendement toe, om de kosten van
telefonische aansluiting van den comm. der
Burgerwacht niet meer voor rekening der
gemeente te nemen. Hij vindt de burger
wacht maar een „aardigheid".
De heer Witmans is niet overtuigd
van het nut dezer telefonische aansluiting.
De heer Dubbeldeman vraagt naar
do begrootingspost voor de telefonische
aansluiting van de brandspuïthnisjes aan
den Oude Biin en de Jan v. Goyenkade,
met het aanbrengen waarvan men thans
bezig is.
Dg Voorzitter en weth Mulder
verklaren beiden van niets af te weten,
't Zal wel op de vorige begrooting ge
regeld zijn. Betreffende de aansluiting
van den heer Steijns, licht de Voorzit
ter toe, dat die telefoon niet in de eerste
plaats wordt gebruikt voor de burger
wacht. doch voor de regeling van het ge
bruik der vele gemeentelokalen, waarmede
de heer Steijns is belast.
De heer Kooistra vertrouwt dit ant
woord niet.
De Voorzitter: Zoo de waard is,
vertrouwt hij zijn gasten, daar kan ik
niets aan doen.
De heer Oostdam heeft meermalen
aanmerking gemaakt op te hooge telefoon
kosten, maar deze post acht hij toch meer
gemotiveerd dan die van de aansluiting
van al die scholen.
De heer Z u i d e m a toont zich veront
waardigd over de uitlating van den heer
Kooistra jegens den Voorzitter. Men moet
parlementair blijven, en daarom kan Spr.
geen woorden" vinden om zoo'n optreden te
kwali f ice eren't Is meer dan erg.
De heer Kooistra beweert dat de
heer Zuidema geen recht heeft om zijn op
treden te veroordeelen.
De heer^uidema: U denkt, dat u hier
alles moogt zeggen.
De heer Kooistra beweert dat hij
den Voorzitter niet van misleiding heeft
bet:cht. (Gelach).
Na een rumoerige bespreking besluit
spr. zijn geheele amendement in te trekken
De heer Oostdam: Nu is hij zeer ver
standig.
Bij post 157 van het Onderwiis-hoofd-
stuk komt het amdement van den heer
Knuttel ter sprake, om den post „aan
schaffing leernr'ddelen L. School" van
f 18569 te brengen op f 25000 om de 0. L.
scholen van betere leermiddelen te kunnen
voorzien.
De heer Knuttel zegt in zijn toelich
ting dat er nog aardrijkskunde-boekjes
van voor den oorlog worden gebruikt, ter
wijl het voorkomt dat de leerlingen uit
eigen midden projectie-apparaten moeten
aanschaffen, wat spr. voor een stad als
Leiden ongehoord vindt.
Weth. M e ij n e n zegt dat alleen leer
middelen, die beslist noodig zijn, worden
aangeschaft. Dat de apparaten, als door
den heer Knuttel genoemd, beslist noodig
zouden zijn, moet sjir. betwisten. Er zijn
tegenwoordig, mooie ansichtskaar ten voor
te krijgen, d'e heel goed vohloen. We moe
ten de bezuiniging aanmoedigen, ook onder
de schooljeugd. De inventarissen van de
opgeheven v. d. Werffstraat- en Plant-
soenscholen zijn gebruikt om de leermid
delen der overige scho'en aan te vullen.
Daarin zit niets verkeerds.
Het voorstel-Knuttel ontraadt spr. ten
sterkste.
Nadat de heer Knuttel zijn voorstel
nogmaals heeft verdedigd, wordt het ;n
stemming gebracht, en verworpen met 21
8 stemmen verworpen. Vóór de heer
Knuttel en de S. D. A P.
De heer V e r w e y licht daarna zijn
voorstel toe, om den post van f 520.voor
de biblioteken der O. L. scholen, te ver
dubbelen. Spr. betoogt dat het uitgetrok
ken bedrag veel te laag is.
De heer KnTittel uit zijn ergernis
over het antwoord van B. en W. op het
eectieverslag waarin Spr. ook reeds op
merkingen heeft gemaakt in don gees! van
dit voorstel.
Het nu uitgetrokken bedrag is op f 10
per school na geheel noodig voor bet on
derhoud der boeken. Vele boeken zien er
onooglijk ujt en zijn te vies om aan te
pakken. En waaruit moet de aanschaffing
van nieuwe boeken worden bekostigd?
Het voorstel-Verwey is eigenlijk veel te
bescheiden.
Weth. Me ij n en zegt dat hem nooit
klachten hebben bereikt. Hoe komt dat
toch? De posten worden geraamd naar de
behoeften van het voorgaande jaar.
Slechts ééns in de 10 jaar ia de raming
iets te laag gebleken.
De heer V e r w e y meent dat men de
post gerust kan verhoogen, al was het
f 10.000, als er toch geen gebruik van. wordt
gemaakt.
De heer Knuttel verdedigt nogmaals
het voorstel.
De heer Witmans veronderstelt dat
de aanvragen van de onderwijzers dikwijls
worden besnoeid, misschien niet door den
wethouder maar dan toch door de school
hoofden. Spr. is vóór het voorstel.
Het voorstel, hierna in stemming ge
bracht, wordt verworpen met 1811 slem-
men. Vóór de heer Knuttel, de S. D. A. P..
de Dem. P. en de Vrijzinnig-Democraten.
In behandeling komt dan het voorstel
van den heer Knuttel, om een post van
f2000 uit te trekken voor een bijdrage in
de kosten van schoolreisjes.
Dit voorstel is niet in de secties behan
deld.
De heer Knuttel licht zijn voorstel
toe. Spr. acht de schoolreisjes een noodza
kelijk onderdeel van het onderwijs.
Weth. Meijnen ontkent dat de school
reisjes een intregreofend bestanddeel van
het onderwijs zouden vormen.
Thans wordt hier en daar door de kinde
ren zelf gespaard, waarin een mooi begin
sel ligt. Zij zul'en er dan ook meer van ge
nieten. Daarbuiten is er ook nog onderling
hulpbetoon. En wat zou de heer Knuttel
willen doen met het bijzonder onderwijs?
Dat hij niet bang is voor financieel© con
sequenties, is bekend, maar 't is toch te
hopen dat de meerderheid van den raad
voorzichtiger zal blijken te zijn.
Het voorstel wordt hierna verworpen
met 237 s'emmen. Vóór de heer Knuttel
en de S D. A. P.
De heer Verwey licht zijn voorstel
toe. om het verstrekken van schoenen mo
gelijk te maken aan kinderen die gebruik
maken ,ran Schoolkindervoeding en -klee-
d:ng. Spr acht het particulier initiatief
niet in staat om in deze behoefte te voor
zien.
De heer Knuttel verdedigt het voor
stel.
De heer Witmans herinnert eraan
dat hij indertijd de eerste subsid^e-aan-
vrage voor Sehoolkmdervoed'ng heeft ver
dedigd. Spr. gevoeU er nog veel voor, maar
kan het voorstel-Verwey zooals het nu is,
uiet steunen. D:t voorstel wekt den in
druk dat het gebruik van schoenen wordt
opgedrongen aan kinderen dié gewoon zijn
klompen te dragen. Een wijziging in dien
geest acht Spr. wel gewenseht.
De heer Heemskerk ziet in die voor
stel de bod'oelipg om het gebruik van klom
pen te doen plaats maken voor dit van
schoenen, wat Spr. moet afkeuren. Alleen
in geval van nood, mag de gemeente optre
den. Tn deze gemeente wordt het dragen
van klompen nog n;et als iets minderwaar
digs beschouwd, dus mag het gébruik van
klompen niet worden aangemerkt als een
bewijs van armoede.
De heer Wilbrink wijst op het vele
dat de gemeente reeds doet voor het
schoolkind. Bij een volgende gelegenheid
kan men eigenlijk beter komen ipet een
voorstel om de geheel© verzr»rgm<r der kin
deren voor rekening van de gemeente te
nemen.
De heer Knuttel: Dat zou ik zeer toe
juichen.
De heer Wilbrink: Ja, dat is bekend,
maar wij achten de ouders nog aanspra
kelijk voor die taak. We zijn reeds te ver
op den verkeerden weg. Volgen we de ge
dachte van den heer Witmans, nl. om de
vereeniging v. Schoolkindervoeding haar
taak uit handen te nemen, dan gaan we
den verkeerden kant uit.
De heer Oostdam wijst erop dat de
vereeniging reeds moeilijkbeden ondervindt
bij een doelmatige en rechtvaardige distri
butie van klompen, hoe moet het dan met
de schoenen gaan?
De heer Zuidema betreurt het dat B.
en W. hun afwijzend standpunt tegenover
dit voorstel motiveeren met die hooge kos
ten dat aan de uitvoering zou zijn verbon
den. Een meer principieele motiveering
had wel verwacht mogen worden.
Weth. Meijnen wijst in zijn beant
woording op de onbevredigende resultaten
van de overheidshulp in deze, dis het ver
antwoordelijkheidsbesef der opvoeders nog
ondermijnt. Het is bijna regel dat eenmaal
verstrekte kleeren nooit meer worden her
steld. Men neemt niet een3 de moeite, de
kousen te stoppen De vereeniging zou op
den duur zeker nog een reparatie-inrich
ting en een controle-instituut noodig'heb-
FEUILLETON
HET OPSCHIETENDE KOREN
door
RENÓ BAZIN,
Lid der Fransche Academie
(Eenige geautoriseerde vertaling)
32)
De goede vrouw liep hem hijgend na.
Ziehier, mijnheer pastoor, neean dit.
Zij gaf hem e^n hal ven frank. Zij bad.
zes kinderen.
Vader Dixneuf, de oude zouaaf, half
lam, zat met een verwrongen hals en een
blind oog in een rieten stoel voor het ven
ster.
Het zou eer mijn beurt zijn om een
inzameling te houden; overigens: ik ga
nooit naar de kerk.
Dan legde hij zijn hoofd weer grom
mend op het kussen van zijn stoel en
zeide:
Neem toch maar de centen, die op
den schoorsteen liggen, 't Is alles, wat ik
heb on laat mij verder met rust.
De priester nam er twee van en liet de
overige liggen.
Vrouw Juste Lappe, oen vlijtig en vroo-
Ujk vrouwtje, dat even dikwijls uit werken
ging als baar man, had het gehucht in
beweging gezien en begreep reeds het doel
.van het bezoek van den pastoor.
Zij wachtte niet op zijn bezoek, maar
om den boek van het huis, zeide zij:
1 Zeg, mijnheer pastoor, heeft Ravoux
gegeven?
t-4 Neen.
1 En Gilbert? i
Ja.
Dan geef ik ook; Lappe houdt het
bij besprekingen altijd met Gloquet.
Toen de pastoor uit het boseh ging, zei
hij hard op tot zich zelf: „Het gaat nog
zoo sleoht niet; dat had ik nooit gedacht...
Zou de Wolvengracht het boste deel van
de parochie zijn? Hoe zou dat komen? In
alle geval, ik ben op dreef. Nu het volle
veld in, Roubiaux".
Hij ging van den weg af en liep door
kaal gemaande graslanden tot op de Door
nenhoeve, waar de dochter van Gloquet
hem kwaad aan de deur zotte. Hij ging
verder en zocht de mannen in het veld op
Van verre zag hij de maaiers,wier lichaam
op en neder ging bij het zwaaien van de
zeis.
Langs een voetpaadje was een jongen
met guitig gezioht bezig zijn zeis te wetten
Deze bad niet veel goeds hooren zeggen
over pastoors en keek met een spottenden
blik omhoog, toen hij het ruisohen hoor
de van den toog.
Kleine, vroeg de priester, ik zie je
voor het eerst. Vanwaar kom je?
-1 Van AHier.
M Heb je de eerste H. Communie ge
daan?
Neen.
De jongen zag bleék, hij leek afgemat
door den zwaren arbeid
Ben je gedoopt?
•=-* Ik geloof bet wel, want ik ben er bij
geweest toen mijn zusjes gedoopt werden.
De priester herhaalde de reden van zijn
bezoek en de spotlach verdween.
Als ik inzamel, dan is het niet om
geld, maar dan is het voor je arme kleine
ziel. Ik ben ook een boerenzoon. Ik heb
gewerkt als gij. Doch ik heb mijn have en
goed, mijn vader en mijn moeder verlaten
om u allen, beter te beminnen. Zeg mij,
weet je niets van den goeden God? Maar
je wilt toch niet tot zijn vijanden behoo-
ren?
De zon was zeer beet en het voorhoofd
van den priester parelde van het zweet. De
maaiers draaiden zich om, om te zien wat
de jongen deed. De jonge man keek vroo-
lijk in de oogen van den pastoor, die hem
een goed man leek te zijn. Hij veegde zijn
zweet met de mouw af en sloeg lachend
op tzijn broekzak.
Er zit niets in om u te geven. Maar
Zondag zal ik u eenige stuivers brengen,
als ik er u een pleizier mede kan doen.
Toen de pastoor te midden van koren
schoven een beetje verder over het stop
pelveld was gegaan, kwam hij bij den
tweeden maaier, die iets van het gespreik
had afgeluisterd!
'Ja, schrijf mijn naam maar op. Ik
ben katholiek, gij weet het wel; ik laat
elk jaar een Mis lezen op den sterfdag van
mijn vader.
En uw broeder?
Ik weet het niet. Ga het hem vragen.
Dq priester ging in de richting van de
heg, waar de oudere en sterkere broer aan
het maaien was. Hij sprak hem op een
afstand aan en zonder het hoofd op te
richten of 'zijn werk te onderbreken, zei
deze koel:
Neen.
Wilt gij niecT
- Neen..
ben ook. Spr. brengt gaarne hulde aan do
veroen. v. Schoolkindervoeding voor haar
toegewijden arbeid. Het voorstel-Verwey
ontraadt Spr. ernstig.
De heer Deumer meent dat in het af
geloopen jaar de vereeniging per kind voor
een hooger bedrag kleeding heeft verstrekt,
dat volgens de armenwet geoorloofd is.
Het voorstel-Verwey wordit met 1910
stemmen verworpen. Voor de S. D. A. P.,
G. P. en Democr. Partij.
In antwoordt op den heer Zuidema zegt
weih. M e ij n e n toe, te zullen overwegen
of het mogelijk is, uitbreiding te geven
aan de gegevens betreffende de uitkomsten
van het onderwijs aan de gemeentelijke
kweekschool v. onderwijzeressen, waardoor
een duidelijker beeld van de beteekenia
die deze school voor Leiden heeft, zal kun
nen worden gevormd.
De vergadering wordt dan geschorst tot
8.15 uur.
Avondvergadering.
Aan de orde ia punt 422 waarbij ter
sprake komt bet volgende voorstel van
den heer Knuttel:
5o. Toe te voegen een nieuw volgnum
mer: subsidies aan oudernemingen op
het gebied van muzikale en dramatische
kunst f 5000 en dit bedrag te besteden
aan subsidies aan het Utreohtsch stede
lijk orkest en de Co-opera-tie indien de
ze bereid zijn daarvoor een nader over
een te komen aantal volksconcerten en
-operavoorstellingen te komen geven.
De heer Knuttel legt dit voorstel uit
als een aanwijzing om, waar de gemeen
te een aanzienlijk bedrag aan belasting
op de publ. vermakelijkheden heft, daar
eenige steun aan de kun3t tegenover te
stellen. Een en ander in het belang van
de verhooging der cultuur.
De heer V e r w e ij zegt van deze gele
genheid gebruik te willen maken om te
herinneren aan het verscheiden van den
groolen Herman Heyermans, die zich
ook mét weinig hulp moost behelpen Spr.
dringt aan op krachtLgen financieelen
steun aan de tooneelkunst.
De heer Oostdam kan er zich niet
meo vereenigen, dat aleeen het Leidsch
Muziekkorps wordit gesteund* dat zoo
zoetjes aan een gewoon dilettanten-orkest
is geworden. Waarom dan ook Atkalia,
Werkmans Wilskraoht, Perosi, e d. niet
gesteund. Het voors/t el-K nut tel kan spr.
uit hoofde van zijn al te groote kosten
niet steunen
De heer Eerdmans is het mot den
heer Oostdam eens dat het Leidsch Mu
ziekkorps het* overblijfsel is van een
vroegere organisatie nl. van de Schutte
rij. En wat de burgerij van do Schut
terij waardeerde was allerminst de mu
ziek. Echter is de kunst ook niet gediend
met het steunen van ieder diletantisme.
Tooh is spr. er tegenkom aan d;it corps
steun te onthouden. Het zijn alle Leide-
naars die er in spelen, en spr. meent dat
hier sprake is van een historisch verkre
gen recht.
De heer Groeneveld is wel geneigd
het voorstel-Knuttél te steunen. Betref
fende het subsidie van f 4000 aan het
Leidsoh Sted. Muziekkorps, geeft spr. toe
dat het geen 1ste klas meer is maar 't is
misschien nog het beste wat er is. Spr.
wil het subsidie maar handhaven.
Mevr. v. 11 a 11 i e meent dat in de
eerste plaats de dramatische kunst moet
worden gesteund die een bijzonder
slechten tijd doormaakt. De kunst moet
ons op ©en bepaald niveau houden.
De heer Sanders: Of de godsdienst.
Mevr. v. I taille: Dat ontken ik
niet, maar de kunst is ook noodzakelijk.
Spr. kan het voorstel-Knuttél steunen,
maar wil er de bepaling van losmaken,
aan welke instelling het subsidie moet
worden verleend.
De heer v. Hamel merkt op, dat de
heer Oostdam de laatste jaren geregeld
„kankert" (teekenen van protest) tegen
het subsidie van het L. S. M.-corps. Spr.
zou het geen nette behandeling jegens het
corps vinden, om het subsidie in te hou
den, waar 18 jaren geleden bij de op
richting op het subsidie is gerekend.
Daarbij presteert het. naar spr meent,
toch ook wel een en ander.
Weth. Sanders heeft aan hot door
de boeren Eerdmans en v. Hamel
gesprokene weinig meer toe te voegen.
Spr. moet nog opmerken dat die f 4000
eigenlijk niet ten volle een subsidie vor
men, een geheel en zomer geeft het
corps wekelijks volksconcerten. Misschien
UIT DE RADIO-WERELD.
Wat er vanavond t« hooren I».
5.08 uur Radio-Paris, 1780 M. Concert
5.20 uur Bmissel, 2*5 M. Concert.
6.20 uur Eiffeltoren 2600 M. Concert «U
zang.
7.20 uur Alle Engelsche stations: Tijck
«ein Big Ben en nieuws.
7.20 uur Hamburg 390 M. Tooneel eif
dansmuziek.
7.50 uur Berlijn 500 M. Fragmenten nV
oude operettes.
7.50 uur Londen, 365 M.t Chelmsford
1600 M., Bournemouth 885 IC
Cardiff 350 M., Newcastle 40&
M. en Aberdeen 49ö M.: Uitvotf*
ring van „The rose of Persia^
opera in 2 bedrijven.
7.50 nar Birmingham 475 M. Uitvoering
van ..Bethlehem" tooneelapeL
7.50 uur Manchester, 375 M. Zang.
7.50 uur Glasgow, 420 M. Concert.
8.35 uur Brussel. 265 M. Concert.
9.20 uur Radio-Paris !7oo M Concert
zou rijn plaats door een di let tan t encorpa
kunnen worden ingenomen, maar we
moeten ergens op kunnen rekenen. Tegen
het subsidie voor dramatisch© kunst als
door den hoor Knuttel gewild moet spr.
zich verzetten, omdat het daar thans de
tijd niet voor is. Bovendien zou oen der
gelijk subsidie ook aanleiding kunnen go-
ven to* heftige verwkkelingeu. gezien de
verschillende opvattingen bij de beoor
deeling van de candidaten.
De hoer Oostdam meent dat de heer
v. Hamel zich jegens hem wel wat be
leefder had kunnen uitdrukken. Spr. ziet
niet in, waarom hij een dergelijke beje
gening verdient.
De heer Knuttel wijst er neig ma ai»
op dat do gemeente iets moet stellen
tegenover hot bedrag dat zij door de be
lastingen aan de kunst onttrekt. Spr. zou
ook het subsidie van het L. M. Korps
niet gaarne z;en vervallen. Spr. beoordeelt
het niet uit een oogpunt van kunst maar
het heeft toch z'n beleekenis voor de ver-
vroolijking van het leven, vindt spr.
De heer v. Hamel is bereid het woord
..kankeren" te vervangen door „knabbe
len" (gelach). Maar het subsidio is 'toege
staan in 1906 al
De heer Oostdam: Wat hel» ik nu
aan 1906!
Het subsidie van f 4000.voor het L.
S. M. Corps wordit goedgekeurd, het voor-
stel-Knuttel verworpen met 1912 st.
Vóór de linkerzijde, de heeren van Ha
mel en Eerdmans, uitgezonderd.
Behandeld wordt dan het voorstel-Ver
wey, om op de begrooting in den ver
volge een som van f 1000 ui't te trek
ken, ten einde deze som te verdeelen on
der de plaatselijke voreenigingen, welke
zich bezig lioudttn met de ontwikkeling
van volwassenen
Do heer Verwey wijst op de nood
zakelijkheid om do arbeidersklasse wat
meer elementaire kennis, vooral taalken
nis, bij <te brengen. Een groot deel heeft
door verschillende omstandigheden geen
gebruik kunnen maken van de bestaande
gelegenheden om zich behoorlijk te ont
wikkelen Spr. acht' de gemeente verL
plicht om de particulier© instellingen, die
in deze richting iets willen doen. te steu
nen, b.v. de Commissie v. Arbeidsontwik-
keling die om fin. redenen niet meer haar
geheele terrein kan bestrijken. Wanneer
er andere inrichtingen zijn, moeten die
er ook gebruik van kunnen maken
De heer v. Stralen betoogt eveneens
dat de arbeiders wat meer moeten worden
ontwikkeld Dat is ook in het belang van
de maatschappij. Wat de gelegenheid voor
vervolgonderwijs betreft komt Leiden nog
wat achteraan.
De Voorzitter: Dus er gaan zoo-
veel uw gemeente voor.
De heer v. Sitralen bedoelt het zóó
niet. Spr. zegt dat de ontwikkelingsavon
den van de Comm. v. Arh.ontwikkeling
heel nuttig werken, maar er zijn geen mid
delen om het werk voort ite zotten. Verle
den jaar heeft de Baad al gratis d.|
Stadszaal afgestaan, nu moet er eigen
lijk ook een bedrag in geld worden gege
ven.
De heer Spend el rekent op aller in
stemming als hij zegt dat de Comm. Arb.
ontwikkeling nuttig werk doet. Maar een.
andere vraag is of de gemunte bier moet
optreden. Spr. wijst op de vruchten ven
De priester bleef achter hem, met den
hoed in de hand en volgde langzaam den
man, die de zeis zwaaide.
In naam van hen, die hier voor u ge
maaid hebben, sprak hij en die gestorven
zijn.
De beide mannen liepen over dezelfde
stoppels en hoorden beiden het kraken on
der elkanders schoenen.
In naam van uw kinderen, die zon
der God de ware levensvreugde niet zullen
smaken.
Beidien raakten dezelfde hooge halmen,
die neergeveld zouden worden.
In naam van uw verlaten ziel, die ik
zou willen redden.
De boer antwoordde niet meer. Er lag
woede in het geweld, waarmedo zijn
zwaaiende hand sloeg met de zeis. Toen
de priester dit izag, ging hij verder naar
andere akkers, naar andere harten.
Om acht uur ging hij niet naar het kas
teel van Fonteneilles, ook Vrijdags niet.
Eerst in den avond van Zaterdag zag men
pastoor Roubiaux, die niet moer geheel
dezelfde was, langs den ingang met de
heesters gaan. Hij leek vermagerd; zijn
toog was wit van bet stof; hij liep ver
moeid en steunde op een stok; maar het
kleine hoofd, dat niet lette op den weg,
luisterde zeker naar het gezang van het
nieuw leven.
Welnu. En de collecte? riep MicheL
Is zij afgeloopen?
Zij ontmoetten elkaar onder den groo-
teu beukenboom, dicht bij het kasteel.
Ik kan niet meer, maar er is hoop.
Ge hadt gelijk. Weet gij, hoeveel gewei-
egrd hebben, mijnheer Michel? Zos. Alle
anderen hebben gegeven.
Dat is buitengewoon, inderdaad.
Meer nog, ik heb mij zelf en hen loe
ren kennen. Nu zijn wij niet bang meer
voor elkaar. Integendeel. Mijnheer Michel
ik zou wel eens willen, dat gij ze gehoord
had't. Hoeveel verschillende acten van ge
loof. Hoe naïef.Welk een moede dik
wijls. Doch welk ©en hart openbaart zich'
in dat alles.
Hij gaf de bewijzen en verhaalde van de
op de hoeven ontvangen antwoorden, in
de schuren en op de akkers. Hij beminde
zijn volk nu meer dan vroeger. Hij was
bewogen, bedroefd en blijde tegelijk.
En zij, die mij weigerden, hebben
mij bijna allen daarvan de reden gezegdj
zij hebben hun verontschuldigingen aan
geboden; de een had een broer, die sluis
wachter was en als hij iets gaf voor de
kerk, dan vreesde hij voor zijn broer. Een
ander zei mij: „Ik ben staatsbeambte",
Och mijnheer Michel, de antwoorden van
velen waren zoo arm als zij zelf; zij we
ten van niets, «ij vreezen en beven; en
toch hebben de meest onverschilligen niet
heelemaal gebroken met den godsdienst Ze
voelen er nog iets voor. Ik zal zo nog mcr
liefhebben. Waar leefden zij tot nu toe
op? Op het kapitaal van hun genade? Op
hun doopsel en op het gebed van hun
voorouders? Maar op deze wijze leggen
zij een persoonlijke geloofsbelijdenis af,
En ik ga mij zoo aan hen toewijden, zoo*
veel voor hen bidden, dat allen tot bel
geloof moeten terugkeerem. Leve Fontei
neilles, mijnheer Michel.
(Wordt vervolgd.)»