KALENDER DER WEEK
1
N.B. Als niet anders wordt aangegeven,
heeft in deze week iedere H. Mis Gloria;
geen Credo en de gewone Prefatie.
ZONDAG 23 Nov.: 24e en laatste
Zondag na Pinksteren Mis:
Die it Dom in us; 2e gebed v. d. H.
Clemens, Paus en Martelaar. 3e v. d. H.
Fclicitas, Martelares. Credo. Prefatie v. d.
Allerli. Drieën-beid. Kleur: Groen.
Het einde v. h. Kerkelijk jaar doet ons
denken aan het einde van al het aardsche:
aan 't einde van de wereld, wier onder
gang. gepaard gaande met ontzettende ver-
gclirikking en verwarring, het Evangelie
ons beschrijft: aan 't finde ook van onze
eigen ballingschap op deze aarde. (In-
troiitus) Bezorgd voor onze zaligheid vraagt
onze Moeder de H. Kerk aan God onzen
wil op te wekken tot een leven Gode waar
dig, steunend op de kennis van Zijn
D. Wil (de eboden), vruchtdragend in
goede werken (Gebed, Epistel), onze harten
to onthechten aan het aardsche (d°t voor
bijgaat) en, genezen van iedere zonde-
wondc (Postcommunio), te trekken tot
Hem. die blijft in eeuwigheid (Stilgehed)
Want dan zullen wij met vertrouwen het
oordeel tegemoet kunnen zien (Evangelie)
en deel hebben aan de erfenis der heiligen
(Epistel) Vragen wij met de H. Kerk de
taligheid voor ons zeiven en voor alle
menschen :-ot. onwikbaar geloof en ver
trouwen en zij zal ons geworden. (Com-
munio).
MAANDAG 24 Nov.: Mis v d. H.
.Joannes h. Kruis, Belijder. Os
Ijusli 2e gebed v. d. H. Ghrysagonus, Mar
telaar. Kleur: "Vil.
De H. Joannes, om zijne groote liefde
ran het kruis, bijgenaamd „van het
Knr's" beoefenaar van de volmaakte zelf
verloochening, is met de H. Theresia de
groote hervornu geweest van de orde der
-^geschoeide Karmelieten in de ICeeuw.
DINSDAG Nov.: Mis v d TT Ca-
t h a r i n a, taapd - Martelares. Loque-
hnr Kleur: Rood.
Te H. Caitharina, uit adelijke ouders ge
boren. bezat eene wonderbare geleerdheid
Ko:zer Maximinus Daza verweet zij zijn
verwoed vervolgen tegen de Christenen.
Op hevel des keizers moest zii nu in debat
'treden met een vijftigtal heidensche wi.is-
geeren, waarin zij het Christendom schit
terend verdedigde. De wijsgeeren bekeer
den zich. Ca tb ar ma werd daarom veroor
deeld om te worden vastgebonden- aan een
wiel vol scherpe punten. Toen dat 'wiel in
beweging werd gebracht om Catharina
te verscheuren snrong het door een won
der in stukken. Daarop is zij onthoofd.
Wij zien de heilige Catharina dikwijls
afgebeeld met een gebroken wiel aan hare
Voeten, wat ons moet herinneren aan de
marteling, die zij had moo'en ondergaan
WOENSDAG 26 Nov.: Mis v d. H
Silvester, Abt. Os jusfi 2e gebed v. d.
H Petrus van Alexandria, Martelaar.
[Sleur: Wit.
Silverster, rechtsgeleerd©, stond eens
bij het geopende graf van een zijner bloed
verwanten. Toen hij het misvormde lijk
zag, zeide hij: „Ik hen, wat hij geweest is.
en. wat hij nu is, zal ik eenmaal zijn."
Kort daarop las hij de woorden van Chris
tus: ,,Wio na Mij wil kómen, verloochene
zich zeiven, neme zijne kruis op en volge
Mij." Silvester trok zich in de eenzaam
heid terug en stichtte do Congregatie der
Silvostrijnen wier eerste Abt hij geweest
is Bijna negentig jaren oud stierf hij in
11267.
DONDERDAG 27 Nov.: Mis v. d. H.
'A1 b r i c u s. Bisschop en Belijder. Sacer-
dotes. (Zie in het feesteigen der heiligen
v. h Bisdom Haarlem) 2e gebed A Cunctis
3e naar keuze v. d. priester. Kleur: W i t.
Albricus volgde ijn heiligen neef Gre-
porius op den bisschoppelijken zetel van
Utrecht. Na .jen achtjarig bestuur over
leed hij in 784 en werd hij begraven hij
zijn hedigen neef in de Abdij van Suste-
ren, waar nog ziin geheele schedel en een
Gedeelte zijner kleederen bewaard wordt.
VRIJDAG 28 Nov.: Mis v. d. vorigen
Son dag Dicift Dominus. Geen Gloria. 2e
gtbed A Cunctis, 3e naar keuze v. d. pries
ter. Kleur: Gruen,
ZATERDAG 29 Nov.: Vigiliedag
v. d. H. Andrea M i s v. d. H Ra d-
bo ud. Bisschop en Belijder. Sacerdotes.
(Zie in het feostc'mn der heiligen van het
Bisdom Haarlem) 2e gebed v. d. Vigilie, 3e
v. d. H. Saturnus, 4e voor den Paus.
Laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: W i t
Ook is geoorloofd de H. Mis v. cl. Vigilie:
Dominus. (Zie vooraan in het Misboek hij
het Eigen der Heiligen) Gee.. Gloria, 2e
gebed v. d. H. Radboud, 3e en 4è als hoven
I Kleur: Paars.
Het zeven tien-ja rig bestuur der Utrecht-
selip kei'k door den Radlxrad was zeer
moeilijk door de invallen der voormannen
De heilige zich gedwongen Utrecht te
Terlaten en verbleef in Deventer, van
waaruit hij vele m.-eilnke en gevaarvolle
reizen ondern a door zijn geteisterd Bis
dom. Onder rijne bescherming staat de
Vereeniging tot bevordering van het Noder-
landsch Room'sch Hooger Onderwijs: de
St Radböu«stóebting.
Lisse. ALB. M. KC I, Pr.
CHILISALPETER.
r Bijna onder aa.n de p--jnt van Zui-d-
Araerika ligt de Republiek Chili, aan de
eene zijde begrensd door de Stille Oceaan,
waar het niet dikwijls „stil" is, en aan
de andere zijde door het Andes-gehergto
of. zooals de Zuid-Amerikanen zeggen:de
bCordillera de los Andes".
Aangezien deze provincie een groote
kttgte heeft, (ongeveer 39 Breedtegraden)
beft men er ook zeer ui (eend o open de toe
standen aan wat klimaat enz betreft.
Zoo treft men er o.a. ook z.g.n. regen
loze streken aan, dat zijn streken, waar
het soms in geen jaren Tegent. Zoo nu en
dan een zwaren mist is alles waar de be
woners het mede moefen stellen: drinkwa
ter moet meestal aangevoerd worden.
Tn d:e streken, waar dus geen gevaar is
voor het wegspoelen van hot zoo gemakke
lijk oplosbare salpeter, vindt men hjt, heel
dkwij's, in gezelschap van andere zouten
als keukenzout (Na Gl) en natriumsül-
faat (Na2 S 04).
In de provincie Tarapaca en meer in het
hijzonder in de omgeving van de kust
plaats Iquique wordt de meeste salpeter
gewonnen.
De salpeferhoudende grond, cah'che ge
noemd, bevindt zich meestal 1 Meier on
der de oppervlakle.
Deze „caliche", die van 70 tot 20 pet.
salpeter bevat wordt op de een of andere
manier uitgeloogd en u: (gedampt, in zak
ken gedaan en naar de verschillende cen
tra verscheept
In 1830 werd voor het eerst salpeter uit
Chili in Europa ingevoerd en sindsdien is
de uitvoer dermate toegenomen, dat ge
vreesd werd .dat de voorraad betrekkelijk
spoed:g uitgeput zou zijn. Aangezien de
voorraad in 1890 op 50 milboen ton ge
schat werd, is er van uitputten van den
voorraad nog geen sprake en tegen dien
tijd is de wetenschap wel zoover gevor
derd. dat de natuurlijke, onuitputtelijke
stikstofbron, we bedoelen de dampkr'nes-
lucht, wel op een winstgevende wijze be
nut kan worden.
Tof nu toe is de Chil-isa'peter de meest-
gezoebte stikstofmest en d:<t is wellicht toe
te schrijven aan het feit, dat ze tegen
woordig tamelijk zuiver is, zeer gemakke
lijk oplest en spoedig door de planten op
genomen kan worden. Dit in tevenstelling
met de zwavelzure ammomak. die niet zoo
goed voor z.g» overbemesting dienst kan
doen.
Chil' salpeter bevat zooals men weet één
van de voornaamste planfenvoed'ngsstof-
fen, name'ijk stikstof: de andere *-oorna-
me planfenvoedincrsstoffen, die meestal niet
voldoende in den bodem aanwezig zijn.
zijn: Phosphor. Kali en Ka'k.
Aangez:en de stiksfofheudende zouten
bijna a% zeer gemakkolUk oplossen en
als gevolg zeer gemakkei'ik uit den bodem
wegspoelen, is shkstof van deze vier mis
schien wel d° belangrijkste.
Stikstof werkt vooral de bladvorming in
de hand en dus wordt chili veel aange
wend, vooral a's de gewassen reeds op het
land staan, hij die gewassen, waarbij het
ons hoofdzake'ijk om bl^d te doen is a's
bv.: kool, salade, andijvie, spinazie enz.
B:j andere gewassen is ze nafuurbik even
noodzakelijk, maar men komt zoo licht in
de verleiding te veel fe geven, met als ge-
velk een onevenwichto'like groei in hef
Had, terwijl de hoofdzaak (knol, zaad,
bloem) niet stevig worrlt.
Ook moet men hij een ru;mp (te ruime)
chili-g'ft rekenen ot> het verbreiden dér
p'anfen aangezien d:f een gevolg is van
een te hooge concentratie van het bodem-
vocht. Men moet namleijk riet vergeten,
dat de in den handel zijnde chili pi?in.
15 5 pet. onmiddel'ij'k oplosbare salpeter-
stikstof bevat Vooral in een droge perio
de. als het boderavooM aks 't ware inge
dampt is, moot men hiermede wel degelijk
rekening houden.
U:t het hoven besprokene volgt meteen,
dat chili eers' moet gegeven worden in hef
voorjaar, als de groei aanvangt, aangezien
ze anders weggesnoeid zou zijn voor de
planten goed functioneevpn. Is pr eenmaal
groei, clan kan men 1 a 2 weken na het
uitstrooien de resultaten reeds waarne
men. Chili is voor de olant wat ijzer .is
voor het menseheliik l'chaam: het geeft
een mooie diepgroene kleur, geen bloedar
moede dus.
Het beste lijkt het. ons chili toe te die
nen pl.rn. 14 dagen na hef zaaien of plan
ten van een gewas en indien noodig nog
eens als de planten ha'fwas zijn.
Al naar dpn anWl van dn bodem en al
naar de hehoeffo der rdon'on. geve men 20
tot 40 gr. per M2 onder den grond bren
gen is soms wel gewenscht, maar niet*
noodzakelijk
Goed regelmatig uitstrooien is echter
noodzakelijk. Vooral voor rilanten. d:e door
een of andere oorzaak (klimaat, ziekten,
ongedierte) niet vooruit - willen, is chili
heel dikwij's hot middel. Ook voor den leek
is ze zeer goed fe gohrivken. mits h;j nooit
fe veel in eens geeft en het nooit op de
Haderen laat vallen.
Voor pofnlanfen doet men een handie
vol in een f lurken gieter water en geve er
om de 14 dagen een hegieting mede.
Chili is giftig en zeer brandbaar; men
boude het dus buiten bereik van
en vuur. V. H.
Vragen op 't gebied van Land- en Tuin
bouw aan de redact'e van de „Leidscho
Courant".
Vogellijm als potplant.
De Vogellijm (Yiscum album L.) is een
z.g. halfparasiet. een plant, die wel op an
dere gewassen groeit, wijl zij in de aarde
geen wortels kan maken, maar, dank zij
heb bezit van groene bladeren, assimilee-
ren kan. d.w.z. koolzuur opnemen en ont
leden en tot (organisch) voedsel benut-
ben. Met hare wor leiachtige weefsles
dringt zij in het levende hout van hare
voed8terplant en ontneemt deze de voor
haar leven noodige sappen met dc daarin
uit den bodem opgenomen bodenlzouten.
De vraag is nu. wanneer een vogellijm-
plant nit zaad zich op een boompje ge
hecht en bevestigd heeft of zij dan door
middel barer eigen bladeren in staat zou
zijn zich te handhaven en in leven te blij
ven, als de bebladerde takken van hare
voedstel-plant geheel boven haar worden
weggesneden en ook elders geen beblader
de takken aanwezig zijn, zoodat de blaad
jes van de parasiteerende Vogellijm ge
heel de functie der bladeren van de voed
stcrplant zouden hebben over te nemen.
De Gardeners' Chronicle van 15 Nov.
j.l. geeft op deze vraag een antwoord. Op
de in October j.T. te Parijs gehouden tuin
bouwtentoonstelling stenden velo bezoe
kers verbaasd en vol belangstelling bij
een groep van over dc vijftig in pot ge
kweekte heestertjes, die op den top hun
ner stammetjes van ongeveer een voet
hoogte, kleine struikjes van de gewone
Vogellijm droegen. Deze planten werden
tentoongesteld door den heer J. Graef uit
Orleans, en waren het resultaat van 10-
jarige pogingen om deze populaire para
siet in een aantrekkelijken vorm te kwee
ken, ze vrucht te doen zetten en geduren
de verscheidene jaren in den vorm te hou
den van een levend struikje, in den trant
van Japausche dwergboompjes, geschikt
voor huis- of tuinversiering.
De kwoeker verhaalde, dat zijn vogcl-
lijmstruikjes werden gekweekt, uit zaden,
welke op kleine takjes van jonge paradijs
appelboompjes werden gezaaid. Deze laat
ste werden, toen zij goed beworteld wa
ren, in potten gezet en de vogellijmbessen
werden in een gleuf van de schors ge
drukt, precies zooals in de natuur ge
schiedt
Eenige jaren gaan voorbij aleer de vo
gellijm een klein bundeltje gevormd heeft
met ongeveer 19 a 20 blaadjes, wijl de
groei de eerste jaren zeer traag is. Wijl
het stammetje der voedsterplant precies
boven het vogellijmstruikje geheel was af
gesneden en op de etiquetten was vermeld
dat sommigo exemplaren beide vormen,
de mannelijke en de vrouwelijke op het
zelfde boompje droegen rezen twee vra
gen op, waarop de heer Graef de volgen
de inlichtingen gaf. Om de beide geslach
ten op dezelfde plant te krijgen, was hij
verplicht, vele zaden op denzelfden tak
te brengen; gelukkig kon hij het geslacht
der toekomstige vogellijmplanten bepalen
aan de hand van kleine verschillen in de
zaden.
Ten opzichte van de vereeniging van de
vogellijm met. het appelboompje, merkte
de heer Graef op, dat de top van het jonge
appelboompje niet teruggesneden wordt
tot aan de parasiet, voor en aleer de vo
gellijmstruikjes voldoende blaadjes heb
ben ontwikkeld om de voedingssappen te
verwerken en de plant in staat te stellen
te leven cn te groeien
Do heer Graef deelde voorts mede dat
hij exemplaren van vogellijm bezat, die
voortgingen te groeien en bessen te dra
gen, vijf en meer jaren nadat de voedster-
plant teruggesneden was.
9 DE DBEI KRONEN.
Eenige jaren geleden is te Weenen een
oud gebouw onder den moker gevallen, en
het nieuwe, prachtvolle hoekhuis, hetwelk
dn zijne plaats verrees, herinnert mis
schien alleen nog door den naam aan de
p'aats, waar eens het beroemde hotel „zu
den Drei Kronen" stond.
Dit hotel is beroemd geworden om een
vrooli.ike geschiedenis, daar tijdens het
Wcener-Congres voorgevallen.
Toen eens do drie verhonden vorsten,
kc'zer Frans van Oostenrijk keizer
Alexander van Rusland en koning Frede-
rik Wilhe'ra van Pruisen, in den Hofhurg
aan tafel zaten, viel het gesprek op de af
zonderlijke wandelingen, die de hooge gas
ten maak'en en hoe zij genot vonden in
het bestudeeren van de verschillende ty
pen van het Weener volksleven
Bij deze gelegenheid sprak keizer
Alexander: „Ik heb al veel merkwaardigs
gezien maar één ding nog met. hoewel ik
er gaarne de proef van zou nemen."
Welnu, en dat is? vroeg keizer
Frans.
Ik hoorde, vervolgde Alexander, reeds
zooveel van de spraakzaamheid der Wee
ner appelvTOUwen; ik zou dat toch gaarne
eens willen ondervinden. Help mij daarin
eens, mon cher frère Franz! (zoo placht
Alexander steeds den keizer van Oosten
rijk te noemen.)
Ha, zeide de keizer, Uwe Majesteit»
zou het dus gaarne met onze appel vrou
wen aan den stok krijgen? Nu daar kan ik
u aan helpen, maar ilc verwittig u, dat ge
woorden zoudt kunnen hooren, die u min
der zouden bevallen. Ik zou het dus maar
laten.
Neen, neen, mon cher frère Franz,
ik wil en zal deze Weener merkwaardig
heid leer en kennen en ik verzoek u drin
gend m;j daarin te helpen.
Zoo gij het dan met geweld wilt mij
is het goed. Om deze vrouwen te Teoren
kennen, behoeft ge zelfs niet eens naar de
markt te gaan. want dc beroemdste van
allen is luier dicht bij. Voor do poort van
het paleis juist buiten den ringmuur, zit
de zoogenaamde Appelkatrien. Het is
waar, dat hare appelen uitmuntend zijn,
maar zij staat hekend voor de grootste
kwadcfong van geheel Weenen. Zoo gij u
dus, niettegenstaande mijne waarschu
wing, aan haar waagt, zult ge iets beleven.
Dat zou kostelijk zijn, riep Alexan
der. Nochtans dien ik toch te weten, hoe
ik het moet aanleggen om baar aan den
gang fe krijgen.
Dit is zeer eenvoudig. Gij gaat er heen
en vraagt den prijs van eene maat appe
len. Dan biedt gij dc helft of het derde van
hetgeen zij vraagt en dan zal zij wel ter
stond beginnen.
Goed sprak Alexander, dat wil ik
aanstonds beproeven. Het is nu toch juist
het uur mijner gewone wandeling.
De keizerlijke vrienden scheidden met
een hartelijken handdruk. Frans I keerde
in zijne vertrekken terug en Alexander
trok eene eenvoudige burgerkleeding aan
en verliet het paleis.
Spoedig had hij de beruchte Appelka
trien bemerkt en knoopte een gesprek aan
hetwelk wij als een geschiedkundig feit
woordelijk meedeelen.
Wel vrouwtje, hoe gaat het? vroeg
de keizer.
Nu, antwoordde de koopvrouw, het
zou goed genoog gaan, zoo die zanikers
daar binnen alles niet zoo duur maakten.
Hierbij wees z:j op den Hofburg, waar
de hooge gasten hun verblijf hielden.
Zoo, meende Alexander lachend, men
zou eer denkeu, dat juist door het bezoek
van zoovele vreemden er veel geld onder
de menschen zou komen.
Dat is waar. was het antwoord maar
de wartm zelve worden zóó duur, dat er
bijna geen aankomen aan is. Ik zelf moet
met verlies verkoopen, wil ik mijn naam
behouden van de eerlijkste en goedkoopste
appel vrouw te zijn.
fZoo dus gij zijt de goedkoopste ap
pelvrouw? Wel zeg mij dan hoeveel deze
appels hier kosten?
Vijftig kreuzers de maat.
O, dat is werkelijk overdeven! Twin
tig kreuzers geef ik, geen duit meer. Gij
zijt niet de goedkoopste, maar wel de
duurste appelvrouw, die ik nog ben tegen
gekomen
Daar brak de storm los. Als een waterval
viel er een stroom van verwenschin.gen op
het hoofd van den haar onbekenden klant;
met gebalde vuisten stond zij vlak voor
den werkelijk verbluften vrager te schreeu
wen, tot eindelijk een heer, d;e intusschen
genaderd was en Alexander herkende,
bleek van schrik de vrouw bij den arm
vatte en haar toefluisterde: Om Godswil,
Kalrien, maak u niet ongelukkig, dat is
de keizer van Rusland.
Wat? riep de vrouw, buiten zich zel
ve vau woede. Dat zou een keizer zijn?
Dat geloove de koekoek! Zeg Sophie, zoo
wendde zij z:ch tot eene gezellin, zet hem
uwe maal op, dan heeft hij ten minste
een kroon op den kop! (Geschiedkundig).
Nu kon Alexander zich niet meer inhou
den. Hij lachje luidkeels en verwijderde
zich. hoogstbevredigd over zijne ontdek-
k'ngsreis naar de spraakzaamheid der
Weener appelvrouwen.
Hij zette z:jne wandeling voort, maar
zijne avonturen waren nog niet ten
einde: nauwelijks was hij in de groote
laan gekomen, toen hij een jong Russisch
zee-officier in groot uniform bemerkte, die
zoekend rondzag en klaarblijkelijk niet te
recht kon komen. Alexander trad op hem
toe met de woorden: Gij zoekt iels tan
ik n soms helpen?
De jonge officier groette vol eerbied den
vreemden heer, in wien hij, trots zijne
burgerkleeding, den m-'ilitair herkende en
die hem in zijne landstaal aansprak, waar
na hi j an f woordd e
Misschien zou dit wel kunnen. Graaf
Nesselrode. do Russische staatskanselier,
heeft mii be'ast eenige brieven, zoo even
uit Rusland aangekomen, terstond per
soonlijk aan Z. M. keizer Alexander te
overhandigen Hiï heeft m:j bevolen naar
den Hofburg te gaan en nu hen ik aan het
overwegen, hoe ik het zal aanleggen om
h:j den monarch- toege'aten te worden.
Zoudt gij mij dit soms kunnen zeggen?
Nu zult ge den keizer toch niet kun
nen spreken, zeide Alexander. Eerst eeni
ge minirien heef' hij dan Hofburg verlaten
om le gaan wandelen en zal over een paar
ureu pas terugkonven Wilt ge intusschen
mU op mijne wandeling vergezellen?
De jonge man s tornde toe. Zij g'ngen
voort onder een druk gesprek, waaruit de
ezaar vernam, dat de zee-offictor zeer
jong dienst genomen had er. nog nooit aan
het hof was geweest en ook. dat hij den
keizer niet van aanzien kende.
Plotseling Heef Alexander staan én zei
de met waardigheid: - Geef mij nu do
brieven want ik ze'f hen de keizer.
Gij de keizer? riep de officier
lachend, uit. Dat is kosfel'ik! Wien wilt ge
nu voor den gek houden?
Geloof, wat ik zog: Ik ben Alexander
I, keizer al'er Russen.
Mijn hoste heer. dan kan ik evengoed
zeggen: Tk hen de keizer van China.
Zeker kunt ge dat en waarom zoudt
gij de keizer van Clv'na niet zijn?
Goed, zoo ge mij het recht laat kei
zer van China te ziin. kunt gij van mijn
kant keizer van Rusland b'ijven.
Alexander lachte hartelijk, doch wötó
p'otvselin? ernstig, toen hij een wandelaar
zag aankomen en vroeg den officier of
hij Duifsch verstond. Toen deze zo:de van
neen, liep hij haastig den naderende te
gemoet. sprak eenige woorden tot hem en
zeide toen tot den officier:
Nu .zult ge nog een gekroond hoofd
Teeren kennen; deze heer is de koning van
Pruisen.
Daarop sprak hij tot den vreemdeling,
die werkelijk de koning was: Sire, ik
heb de eer Uwe Majesteit een mijner zee-
officiereu voor te stellen.
Dat wordt hoe langer hoe mooier!
lachte de officier; dc keizer- van Rus7and,
de keizer van China en nu nog de koning
van Pruisen! Daar moet een glas op ge
dronken worden.
De beide vorsten stomden vroolijk toe en
het drietal begaf zich naar de „Drei". Zij
gingen aan een tafelfje zitten en lieten
wijn brengen. Topn zij elkanders gezond
heid dronken, sprak de czaai: Nu moest
er nog geschut hij komen, dan was de toost
volledig.
Daaraan kan ik u helpen! riep de
overmoedige zeeman, greep zijn pistool en
schoot door het venster. (Nog lang word 't
gat in de ruil als een merkwaardigheid ge
toond.)
Mijne kon'nkliike broeders, sprak hij
neemt mij niet kwalijk: het geschut as wel
klein, doch is het weinig, het is uit een
goed hart.
Toen zij opstonden, liet de officier niet
af of hij moest de rekening betalen. Z'j
gingen samen voort en naax het paleis.
Daar werden zij door allen eerbiedig ge
groet, hetgeen den zeeman toch wat ver
legen maakte. Toen echter de gouverneur
van Odessa Alexander naderde en hem
met „Sire" toesprak, zag de jonge man, die
den gouverneur kende, zijne vergissing in
en gaf zijne brieven onder vele veront
schuldigingen aan den keizer over
Alexander verwijderde zich glimlachend,
maar het voorval was niet zonder invloed
voor den zeeofficier, want dos anderen
daags ontving hij een ratnoodiging aan
de keizerlijke tafel en werd later een der
voornaamste vlootvoogden van Rusland.
Aan 't avondmaal op den Hofburg bracht
de czaar een heildronk uit „op de zani
kers van daar binnen" en toen keizer
Frans hem verwonderd om uitleg vroeg,
vertelde de vorst zijn wedervaren en voeg
de ei- ten slofte bij:
„Waf waar is, moet men openlÜjk belij
den. Appelkatrien verdient hare he-
roepidheid volkomen." K. S.
WETENSWAARDIG.
NEDERLANDSCHE BANANEN.
Ieder heeft wel eens gehoord van ,.Leid-
sche koffie", „Fricscbe tabak", „Delftsche
slaolie" en in de Leidsche winkels "wel-
eens „versche" V' da's aangc b. 'r ge
zien.
Van Nederlandscho bananenhr\r' men
wellicht nog niet zoo dikwijls gehoord.
'it Is daarom misschien wel interessant,
te weten, dat bananen wel degelijk in ons
land gekweekt kunnen worden en ook zoo
nu en dan gekweekt worden
In het laatste nummer van ..Floral.ra"
wordt nog melding gemaakt van iemand,
die een vruchtdragende banaan in zjin
kassen heeft.
Trouwens ieder, die, evenmin als schrij
ver dezes, in de tropen verkeerd hooft zal
wel eens een hananenplant gezton hebben,
wijl ze veelvuldig als sierplant gebruikt
worden.en dan mors buit'" n Do
Musa Ënsete" wordt heel veel als s'or-
plant gebruikt en heeft prachtig gevormde,
frisch groene bladeren, die 1 a 2 M lang
kunnen worden in ons land.
Er zijn vele soorten bananen óf Musa's,
O a M' -r -o 'V- -- n<mris,
Musa Cavendishi. In Engeland waar
meer moeite gedaan wordt om bananen in
kassen te kweeken dan in ons land.
gebruikt men de „Musa Cavendishi". om
dat deze plant niet zoo hoog wordt en.
tamelijk spoedig vrucht draagt
Door diegenen, die nogal eens bananen
in kassen gekweekt hebben, wordt beweerd,
dat de cultuur wel haast loonend te makea
is, aangezien de in Europa gek week W;
vruchten lekkerder van smaak schijnen 14
zijn dan de geïmporteerde.
Of dat waar is, valt niet zoo gemakke
lijk te beoordeelen. maar in elk geval is heï
jammer, dat ze door de liefhebbers, die
een warme kas tor beschikking hebben,
niet meer gekweekt worden dan nu hot ge
val ie.
Een mooie gezonde Musa (Banaan)
moge een sieraad voor de kas zijn, een.
vruchtdragende is tegelijk sieraad en bron
van inkomsten, aangezien één plant in ons
land wel 200 vruchten geven kan en hot
kweeken valt misschien nog wel mee.
Een drinkgewoonte.
Menschen, die gezamenlijk een glas
drinken, plegen dat nóóit naar de lippen
'fe brengen. zonder een heilwenscli lo
uiten, schrijft de Dr. Crt. Op hef oogen-
blik is Prosiit! of Proost i in de mode.
een Latijnscb woord, heteekonendo: .Het
zij (u) voordeelig" of het hekome u! An
deren zeggen: Santjes! voor Santé-1 Ge
zondheid! Het meer gemoedelijke: Daar
ga je! lijkt op een verbastering van het.
Hehroeuwsche Legajiem! Ten leven! Zoo
veel dus als het Fransche: Snofé -Te
welzijn!
Waar die gewoonte vandaan komt?
Hoe oiid ze is? Daar zijn de geleerden
het niet over eens, daar zijn heel wat
gissingen over gewaagd. Den Brnmanen
zullen wij het vaderschap mof vereoeVen:
die zijn zoo veraf en "zoo Oud! Maar dat
de Germanen het van de Romeinen ge
leerd hebben, dat zegit ons een mededee-
ling van een gezant die met een staat
kundige opdracht namens den Romein-
•schen keizer bij Attila. dén Hunnen-koning
gast aan tafel was. Taeh dc tafélgenonlen
gezeten waren. reikfe de wijnschenker
Aftila een volle bokaal; hij nam die aan
en begroette den oudsle in rang Wie zoo
gocerd werd, stond op en mocht nief weer
gaan zitten, voor hij den beker leegge
dronken en teruggegeven had aan d"n
schenker. Alle gasten betuigden zoo Aftila
hun hulde door een beker te ledigen owW
het uitspreken van een heilwensch De
Romeinen hadden het gebru'k van de
Grieken overgenomen Het woord propi-
nare, toedrinken, van een Gviekschen stam
zegt dit reeds Onder do Grieken waren
fameuze eters en drinkers ook onder
de zeer beroemde mannen, -van wie ons
veel anecdotes bewaard .ziin. Zulks H:;' t
wel uiit dit grafschrift, een nunfd'cbf dat
onvertaalbaar is: Veel heb ik gedronken,
véél gegeten, veel van de menschen ,re-
lasterd; nu lig ik hier in unüi graf- Ti-
moleon van Rliodoz.
Alexander de Groote dronk eens z'.in
gast Proteas toe met een bokaal, die fweo
maatjes inhield. Deze bcnni'wooïddo den
heildronk met een gelüke hoeveelheid,
nadat hij eerst een lied ter eere van den
koning gezongen had. dat ieder luid toe
juichte Daarna nam Proteas nog eens
zooveel wijn. cn dronk dien in één teug
op; Alexander, die niet do mindere w'jde
zijn, dror.k evenveel, maar plotseling viel
hij achterover in zijn stoel en lie; den
beker op den grond vallen
Het toedrinken en dc heilwensch moge
een terken van vriendelijkheid en vriend
schap lijken, ^bo onschuldig is hun oor
sprong geenszins Tn een oude Engelsor.e
komiek werdt verhaald, dat het gebru'k
zou atamren uit een rijd, dat de Deen
met dc Engelschen voortdurend in viiaed-
schap leefden: de Denen overvielen <!e
Fngelcsiien bij voo'keur aan een gemeen
schappelijk maal, wanreer de Brit beHa
handen gebruikte om de bokaal nno
lippen te brengen. Hii wr *r«rhnwde rn «i
een nik en een gebaar zijn buurman «n
landgenoot om bera te beschermen ,,jpn
den mogelijken onvevhoedsohen aaoval-
van een kwaadwilligen Deen Doch net
gebruik is veel ouder, te oud voor do/a
verklaring Dr oorsprong dagleekenf vy'
eer uil den tijd. dat men den man
voor de besfc gelegenheid hield om "in
politieker, leger stander uit den weg te
ruimen door een druppel of waf snelwer
kend vergif in Óen beker te mengen. Voor-
heelde n van zulke gilmoorden kenl de
geschiedenis genoeg: welnu, o-m den gast
geruft le sle'len dronk de gastheer zelf
eerst uit den beker, voor hij hem over
reikte of liet overreiken. Daaruit ontstond
de gewoonto elkander toe le drinken met
een wenscheen