VOOR DE VROUWEN.
plan, welke zeer welsprekend is voor het
karakter der school:
Per week wordt besteed aan de vakken
in de klassen I II III IV-VI
Lezen 3* AA AA AA
Schrijven v VA IA IA IA
Rekenen 3K AA AA 3%
Ned. taal r- 1^ IK 2K
Aardrijkskunde *-»
Kennis der natuur
Aansehouwingsond. 115^ 15^
Zingen A A *A
Teekenen K K
Lichamelijke oefening Kil 1
Nutt. handw. (meisjes) 3 3
Handenarb. (jongens)
(j. en m.) 3K VA IA IA
Spelen 2 lA 3 3 3
Zonder nadere toelichting blijkt hieruit,
wat op deze school de hoofdvakken zijn.
Eet groote verschil met de gewone lagere
school vormt wel de handenarbeid (hout-
slöjd', kartonslöjd, riet vlecht werk. oelten-
hreien), waardoor deze kinderen een voor
sprong hebben op hun meer begaafde mak
kers, wat echter niemand hun misgunnen
zal. Integendeel: zij hebben wel noodig, dat
oog en hand wat meer veelzijdig worden
geoefend.
"Wat nu te zeggen van de resultaten de
zer school. Waar geen gaven van ver
stand zijn, vermag zij deze niet te schen
ken, maar voor zoover aanwezig, brerfgt zij
die zeer stellig tot de grootst mogelijke
ontwikkeling. Heel het leerplan is daarop
aangelegd, terwijl ik voor het onderwij
zend personeel, dat ik meermalen aan
den arbeid zag, niet anders dan lof heb.
Er heerscht een opgewekte geest in heel
de school, wier hijzonder karakter slechts
hij nauwkeuriger toezien tijdens de lessen
en het spelen blijkt. Dit is mede een fac
tor van belang voor 't welslagen.
AJO.
ZIEKENVERPLEGING IN HET
HUISGEZIN.
Nu de herfst naar hartelust zijn scepter
zwaait en de wisselende weersgesteldheden
kilte, regen, mist en felle windvlagen al
licht eenige onzer huisgenooten met griep
en influenza op het ziekbed brengen,
zal 't onzen lezeressen zeker niet onwel
kom zijn als wij hier ditmaal een woordje
spreken over de ziekenverpleging in het
huisgezin.
Een eerste eisch voor een goede zieken
verpleging in huis is de beschikking te
hebben over een vertrek dat gemakkelijk
als ziekenkamer kan worden ingericht. Een
zieke moet vooral in een rustige omgeving
zijn; daarom brenge men hem in 'n kamer
welke zoover mogelijk verwijderd is van
alle rumoer, zoowel binnen- als buitens
huis.
Als het weder het eenigszins toelaat
moet in de ziekenkamer steeds een ratim
open staan; evenals voor den gezonden
mensch, ja zelfs nog meer, is zuivere, fris-
sche lucht voor den zieke een noodzake
lijke levensbehoefte.
Het daglicht moet rijkelijk in de kamer
kunnen vallen, terwijl ook voor de avond-
nren en voor den nacht dient gezorgd voor
voldoende verlichting. Evenwel moet men
or om denken, door lampekappen, gor
dijnen enz. het licht te temperen.
Is de temperatuur huiten kil en koud,
dan zorge men, dat door een doelmatige
verwarming een aangename temperatuur
in het ziekenvertrek heersche; ter voor
koming van een te droge atmosfeer plaatse
men een open schaal of een ketel water op
de kachel.
Bloemen mogen wel in de ziekenkamer
staan, mits ze niet te sterk ruiken en niet
te schel van kleur zijn; in 't algemeen ver
dijde men alle dingen met bonte_ kleuren
tn het vertrek. Tegen den avond dienen de
bïoemen verwijderd te worden.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat spijs-
$esten, gebruikt eetgereedsohap. uitschei
dingen van den zieke, vuil lijfgoed en
heddegoed zoo spoedig mogelijk uit het
vertrek gebracht moeten worden. Vooral
met schoon Kjf- en heddegoed moet men
in dagen van ziekte niet zuinig zijn; lie
ver een keertje meer wasschen dan den
patiënt met vuil goed te laten loopen. In
schoon goed gevoelt de zieke zich behaag
lijker en zal men bovendien minder gauw
last hebben van doorliggen van den patiënt'
Hoe zorgvuldiger de ziekte verpleegd
wordt, des te sneller zal zijn herstel in
treden. „Volkskrant.1'
MODE.
In Parjjs klaagt men, dat de vrouwen,
vooral de dames buiten Frankrijk, te
slaafs de heerschende mode volgen. Ge
woonlijk komen de klachten niet van dien
kant en de groote kleermakers in Parijs
lanceeren de zonderlingste, onvoegzaam
ste en ongezondste mode maar verwach
ten toch dat de vrouwen over de gebeele
wereld die zullen volgen. Nu zijn ze er
echter zelf de dupe van. Van de modekleu
ren een zekere tint groen en een ze
kere tint bruin wordt zóóveel gevraagd
dat de fabrikanten niet „bij" kunnen wer
ken en de kleermakers met him andere
stoffen zitten blijven en niet genoeg ja
ponnen van dien éénen tint kunnen afle
veren.
Nu schelden zij de gedweeë modepop
pen voor marionetten en automaten, om
dat zij maar alles aantrekken of het haar
staat of niet, omdat het mode is.
Wat de onvoegzame mode betreft hoe
wel men al een poos geleden hoorde, dat
te Parijs volstrekt geen aanstoot-gevende
kleeding werd gedragen toch klinken
ever de gansche wereld protesten tegen
het hedendaagsche gevaar.
In België is een herderlijk schrijven
van alle Bisschoppen voorgelezen, waarbij
den priesters wordt verboden vrouwen tot
'den biechtstoel toe te laten, die niet ab
soluut behoorlijk zijn gekleed. In Enge
land klaagt de pers over de gansche linie
ide onvoegzame mode aan. In Polen heeft
zich een coalitie gevormd van Kamerleden
'die een campagne beginnen tegen de he
dendaagsche indecente kleeding. Men wil
de modewinkels verbieden zulke modellen
ten toon te stellen en zal er zelfs een
wetsontwerp van maken. Geestelijken van
alle gezindten steunen deze beweging.
't Is dus niet alleen in 't „stijve" Hol
land dat er geageerd wordt tegen de uit
spattingen van vorstin Mode/
DE VROUW IN DE KEUKEN.
Groepeert u, geachte lezeressen, maar
eena *Uen gezellig om mij heen, want ik
ga. weer eens op mijn catheder zitten.
HoeraNu krijgen wij zeker iets fijns,
Iets lekkers."
Misschien wel een fijn dineetje of pud
ding of gebak! Ho, ho, dames! Niet allen
te gelijk! Er is geen" haar op mijn hoofd,
die aan zoo iets denkt. De feesten aijn
ïoorbij ea de tijden zijn ei' niet naar »m
zoo maar zonder aanleiding dineetjes of
Boepeetjes te bereiden. Ook pudding en
gebak zijn geen dagelijksche behoefte.
O, mijnheer! Wat is u ernstig vandaag.
Zeker niet goed geslapen van nacht?
Wat zal ik u zeggen, dames! Ik ben
niet ernstig want dat past niet in jullie
leuk gezelschap. Ook heb ik goed geslapen
maar ik ben een beetje ,,in de boonen."
Ik weet niet goed, hoe ik het moet aan
leggen, om een ïïollandsch wintergerecht
uw sympathie te doen krijgen, die het ook
al langzamerhand hoe het komt weet
ik niet begint te verliezen. Ik heb het
nu eens in mijn hoofd gezet, om jullie te
spreken over het bereiden van erwten en
booneü.
„Hèjakkes, hoe eng!"
Ziet u, dames, die uitroep, of iets der
gelijks, had ik wel verwacht. Maar, sap
perloot, weet u wat ik „eng" vind? Dat
door onkunde en bijgevolg ook door slech
te bereiding deze waarlijk voedzame ge
rechten hoe langer hoe meer van onzen
tafel verdwijnen.
Arme winkelier! Overal ziet men uitge
stald de nieuwe oogst van groene erwten,
capucijners en bruine boonen. Bij den een
al mooier dan bij den ander; ja sterren
en andere figuren maakt men er van om
ze maar de aandacht van het publiek te
doen trekken en toch„Bruine boo
nen vindt noen te zacht, te papperig en
zoo flauw-zoet hèjakkes„En capucij
ners, nu ja, als ze gaar zijn, zijn ze nog
hand. Die moet je eten met een stopnaald;
al wie er op zit mag meerijden!" „En
erwtensoep, nou, eens of twee xnaal in
den wintertijd, als men eens niet weet
wat te kooken-. Je krijgt sommige erwten
zoo slecht gaar, weet je! Mep kan ze nog
zoolang in de week zetten; er zijn erwten,
die het vertikken, om gaar te worden.
Dan moeten ze doorgewreven worden, en
wat een werk is dat niet!" „En witte boo
nen zijn heelemaal geen kost!"
U hoort wel, dames, dat ik zoo ongeveer
weet hoe vele Hollandsche huismoeders
over erwten en boonen denken en spreken
En toch vind ik het treurig, dat zulke
hoogst voedzame gerechten, die in staat
zijn om sterke geslachten te teelen, zoo'n
antipathie endervinden, omdat ze meestal
niet goed toebereid worden opgediend. Tk
zou 'b aan iedere Hollandsche huismoeder
willen toeroepen, vooral aan huismoeders
met groote gezinnen: „Voed uw kinderen
toch veel en dikwijls met erwten en boo
nen en gij zult gevrijwaard blijven van
die kinderziekten, die in ons h ag land
van nevel en mist, zoo inheenisch is, na
melijk bloedarmoede. Erwten en boonen
zetten bloed aan, sterken de spieren en
stalen de zenuwen; juist dat ia het wat
kinderen van 10 tot 15 jaar dikwijls het
meest ontbreekt. Zij gevoelen zich slap en
zwak en zonder eetlust, zijn gouw moe en
hun oogen staan flauw in hun hoofd. Het
zwakke voedsel is dikwijls daarvan de
hoofdoorzaak. Gewend men nu de kinde
ren van jongs af aan het gebruik van
erwten en boonen dan zal men van dit
alles niets bij de kinderen bemerken en
men houdt den dokter buiten de deur.
Nu, dames, wil ik u maar het eerst eens
leeren, hoe bruine boonen toebereid moe
ten iv orden, opdat ze een smakelijk en
dikwijls verlangd gerecht worden, dat wil
zeggen: zoo eenmaal per week. Want „al
le dagen bruine boonen. dat ia ook zoo
lekker niet!" Men wascht de bruine boo
nen goed schoon en zet ze in een pan,
waarin men ze wil kooken met de dubbele
hoeveelheid van hun gewicht aan water
(1 K.G. boonen, 2 liter water) 2 uur te
weeken. Daarna zet men ze op het vuur
om gaar te kooken. Als ze half gaar zijn,
brengt men het water, waarin de bruine
boonen kooken, met zout op smaak, (2 eet
lepels zout op 1 K.G. bruine boonen is
voldoende). Men snijdt i K.G. vet pekel-
spek aan kleine dobbelsteentjes en snijdt 2
flinke uien heel fijn; fruit spek en uien
even licht aan in een biefstukpan en werp
spek en uien bij de bruine boonen, die
men dan verder gaar laat kooken. Als de
boonen gaar zijn, zal men met verrassing
zien, dat ze alle of bijna alle heel geble
ven zijn, heelemaal niet papperig en ook
niet flauw van smaak. Integendeel, zoo
toebereid hebben ze een aangename aro
ma en door hun aangenamen smaak wek
ken ze de eetlust op.
De meeste huismoeders begaan met het
bruine boonen kooken twee fouten. Ten
eerste ze laten de boonen te lang weeken;
en ten tweede ze kooken de boonen zon
der zout. Nu is het waar, als men bruine
boonen of capucijners' of erwten met zout
water opzet, blijven ze lang weerstand
bieden of worden in 't geheel niet gaar.
Daarom moet men ze eerst half gaar koo
ken en dan kan men er gerust zout bij
voegen.
Men diene de bruine boonen op zoo uit
hun nat geschept met de dobbeltsteentje3
spek en iijne uien op een dienschaal. Geef
er gebakken spek en spekvet bij en een
schaaltje licht bruin gebakken gesneden
uien en zet ook voor het gebruik van
iedeT wat gemengd zuur of piccalilly op
tafel. Ook zonder dit laktste smaken brui
ne boonen., zooals boven toebereid, uitste
kend. Een ieder ga naar zijn eigen midde
len te werk.
Capucijners bereidt men op dezelfde ma
nier als bruine boonen. Alleen laten zij
zich ook goed smaken als lunchsehotel
met gestoofde runderlappen en vleeschjus
in plaats van spekvet. Enkel als bruine
boonen toebereid, is het ook een echte
voedzame spijs, zonder vleesch.
Witte boonen kookt men ook zooals
bruine. Ook niet te lang weken (twee
uur is voldoende) als ze half gaar zijn,
doet men er enkel zout in, en in boter ge
fruite, klein gesneden prei. Gaar zijnde
schept men de boonen op een dienschaal,
en doet er klein gesneden gebakken ham
bij en gefruite prei. (De prei moet in bo
ter gefruit worden in een biefstukpan,
met een deksel er op, zoodat ze gaar
smoort, zonder bruin te worden.
En nu rest nog onze traditioneele erw
tensoep. „Eenige echte Hollandsche kost".
Maar ook de nachtmerrie van menige
huismoeder, omdatze die akelige
erwten niet gaar ka-n krijgen. De groote
fout, die meest door u allen begaan wordt,
is, dat gij de groene erwten in de week
zet. Erwten moeten niet geweekt worden.
De blees of schil van de erwt is dik, en
gedroogd is ze steenhard, door weken
wordt ze elastisch. En komt ze nu lang
zaam aan de kook, zooals de meesten weer
doen, dan krimpt de erwt in en de elas
tisch geworden blees biedt een groote te
genstand, zoodanig, dat in vele gevallen,
de erwt van binnen gaar is, en toch de
erwt in zijn geheel blijft omdat die ake
lige blees niet kapot wil. Nu, dames, jul
lie behoeft je niet meer kwaad, te maken
op die erwten, als je maar de methode
volgt-, die ik u heb opgegeven. Als men des
anderen daags erwtensoep wil eten, (1 KG.
erwten geeft 5 liter goed gebonden erwten
soep) wascht men des avonds te voren de
groene erwten in frisch water goed schoon
en laat zo op een vergiet uitlekken. Nu
duet men in een pan waar men de erwten
soep in wil kooken, (ik veronderstel dat
men 1 KG. erwten heeft afgewassen) 6 li
ter water, en brengt dit aan de kook. Als
het goed bruisend doorkookt, werpt men
de erwten er plotseling in en doet de
deksel dadelijk weer op de pan. Na een
paar minuten, roert men in de erwten en
laat ze ma-ar kooken. Na- verloop van een
klein uur kan men al de blazen van de
erwten scheppen. Zoodoende koken de
erwten doordat de blezen, door plotselin
ge onderdompeling in kokend water dade
lijk stukspringen, 's avonds te voren al
gaar. zonder eenige moeite. En of dit nu
erwten _zijn van de nieuwe oogst of over
jarige, dat is hetzelfde, gaar worden doen
ze allemaal.
Des anderen daags brengt men de erw
ten al rberende, weer aan de kook. Laat
ze nog eenigien tijd gedekt doorkoken,
dan werpen ze de blazen naar boven,
welke nog overgebleven zijn en welke met
een schuimspaan kunnen verwijderd wor
den. Dan voegt men er 2 eetlepels zout
bij. fijn gesneden en schoongewassehen
prei en selderij met knol en 5 flinke fijn
gesneden uien en voor garnituur (ieder
naar smaak) een rookworstje of een stuk
je pekelspek, cf wat varkenskluifjes. U be
grijpt, men kan de erwtensoep, althans
wat garnituur betreft, bereiden naar eigen
middelen. Laat nu alles nog een goed
uur naast het vuur zacht koken en ge
hebt een echte Hollandsche erwtensoep.
Op het laatst is dikwijls omroeren, ver-
eisehte, om aanzetten te voorkomen.
Nu, dames, bereidt zoo uw boonen en
erwten en u zult ondervinden, dat er niet
meer de neus voor wordt opgetrokken,
integendeel uw huisgenooten zullen de ta
fel eer aan doen.
Bewaar deze courant, dames, en doet ©r
uw, voordeel me©.
L. G. BOL.
NUTTIGE WENKEN.
Nieuwe wollen dekens.
De onaangename lucht van nieuwe
wollen dekens, die eerst op den langen
duur verdwijnt, kan men „wegwerken"
'door de dekens zooveel mogelijk in de
buitenlucht, en als het kan, tevens in de
zon te hangen. Ook is het uitstekend, voor
dat doel de dekens een nacht in koud
zoutwater te zetten, ze nat over een rek
of lijn, die eerst goed moet worden schoon
gemaakt, te hangen en ze in de buitenlucht
te laten drogen. Voordat ze geheel droog
zijn, moeten de dekens af en toe worden
geklopt.
Hef wasschen van zijden jumpers.
Zijden jumpers, gehaakt of gebreid, be
derven dikwijls in de wasch door rekken
of krimpen. Het is een goed idéé om den
jumper op een handdoek te rijgen, met
een klein steekje, alvorens hem te was
schen. Laat den jumper op den handdoek
drogen. Op die manier voorkomt ge krim
pen of rekken.
Bruin bij zwart.
Bruine schoenen bij een zwart mantel
pak staat leelijk daar hooren lakschoe
nen of andere lage zwarte schoentjes bij.
WERKZAAMHEDEN IN DEN TUIN
Hoewel het weer niet zoo aanlokkelijk
is als in het voorjaar, toch dient men nu
den tuin niet uit het oog te vorliezen, aan
gezien in den winter het fundament voor
den volgenden oogst moet gelegd worden.
Oogenblikkelijk moet worden toegege
ven, dat het oogsten van groenten en
fruit en het plukken van bloemen aan
genamer bezigheden zijn voor den liefheb
her, dan de winterwerkzaamheden, zooals
reinigen, mesten en spitten, maar de lief
de kan nu eenmaal niet van een kant ko
men. Allicht is men geneigd, zoowel in
groenten- en fruittuin als in den bloemen
tuin, het onkruid wat minder met schele
oogen aan te ien, als de oogsttijd voorhij
is. Van die gelegenheid maakt men dan
oogenblikkelijk gebruik, om zoo spoedig
mogelijk zaad te vormen en zoodende een
reserve te hebben voor het komende jaar,
Onkruidzaden kunnen namelijk zooveel
koude en vocht verdragen en ze blijven
zoolang kiemkrachtig, dat ze haast niet te
vernietigen zijn.
Zaak is het dus, om te zorgen, dat on
kruid nooit gelegenheid krijgt zaad te
vormen; dat is de eenige doelmatige ma
nier van verdelgen.
De wortelonkruiden, zooals de kweek-
grassoorten, de distels, paardebloemen,
'paardestaarten, Polygonum en andere,
dienen met wortel en tak uit den grond
gehaald en vernietigd te worden.
De vaste planten, die bijna alle uitge
bloeid zijn, moeten dicht hij den grond
afgesneden worden. Het afval van deze. en
van alle andere gewassen en vooral van
die, welke aangetast zijn geweest door een
bacterie-, of schimmelziekte, moet zorg
vuldig verzameld worden en zoo mogelijk
verbrand. De meeste (of alle) schimmels
en bacteriën, die plantenziekten veroorza
ken, laten hun sporen in den bodem ach
ter, die voor de volgende generatie zor
gen, wijl ze absoluut winterhard zijn.
Zoo ook dus afgevallen, aangestoken of
zieke vruchten en zieke aardappelen.
Is het land eenmaal bloot, d.w.z., is al
les, wat één-jarig is, opgeruimd, en dat is
nu met de bloemen het geval en van de
groenten resten ons alleen nog wat kool
soorten en prei, dan kan men mesten en
spitten.
Dit zijn twee werkzaamheden, die in
belangrijkheid voor elkaar niet behoeven
onder te doen; alleen mesten is niet vol
doende en alleen spitten evenmin.
Bij de behandeling van het bemestings-
vraagstuk dienen we, in verhand met ver
schillende factoren, eerst te bepalen, of
het natuurmest (paardenmest, koemest,
varkensmest, kippenmest, etc.) zal zijn of
kunstmest.
Op de vraag, of natuur- of kunstmest
aan te bevelen is, voor een -zeker stuk
land, kan men dan pas een goed antwoord
verwachten, als de stuctuur, de ligging en
de bemestingstoestand van dat stuk land
hekend zijn.
Tenslotte is de transport-kwestie, vooral
voor den bezitter van een kleinen tuin,
van belang. In dit verband wijzen we er
op, dat kunstmest heel transportabel is in
tegenstelling met natuurmest.
Ook van belang is het, dat natuurmest
niet gegarandeerd kan verkocht worden
en dat men van kunstmest precies te we
ten kan komen, hoeveel en welke voedem-
de bestanddeelen ze bevat.
Men kan ook gedeeltelijk natuur- en
kunstmest geven, maar dan liefst niet te
gelijk, zulks in verhand met het feit, dat
de kalkhoudende kunstmeststoffen annno-
niakverlies geven, als ze in aanraking ko
men met ammoniakhoudende natuurmest-
stoffen. Aangezien voor den winter spit
ten zeer aan te raden is, in verband met
het bevriezen van den grond, dient men
ook te weten, welke kunstmeststoffen snel
en welke langzaam oplossen en ook of ze
voor of na het spitten, d.i.d. of de op of
onder den grond moeten gebracht worden.
Zooals men ziet, zijn dit .slechts, wat
men in de Tweede Kamer zou noemen,
„algemeene beschouwingen''. Ter gelegener
tijd zullen we op dit belangrijke bemes-
tingsvraagstuk aerugkomen. V. H.
Vragen op het gebied van bemesting
aan de redactie van „De Leidsche Courant"
VOOR JAARSBLO E IERS.
Aangezien onze zomers toch al kort ge
noeg zijn, is het zaak, to zorgen, dat men
zoo laat mogelijk in den herfst en zoo
vroeg mogelijk in het voorjaar bloemen in
den tuin heeft.
Eigenlijk zou men moeten zorgen, den ge.
heelen winter door bloemen te hebben.
In niet al to strenge winters en in een
weinig beschutten tuin is dat ook zeer wel
mogelijk. We schrijven nu November en
als we dan de nog (of al) bloeiende planten
de revue laten passeeren dan blijkt dat de
moeite nogal waard.
Enkele zijn ei' wier schoonheid met één
flinke nachtvorst vernietigd zal zijn, zooals
bijv.. Dahlia's, Afrikaantjes (Tagetes), late
rozen, goudsbloemen en dergelijke, maar er
zijn er ook, die wel een weinig vorst kun
nen verdragen, bijv. de viooltjes, muur
bloemen, Kerstroos. Deze bloeien nu reeds
of anders spoedig en ze worden spoedig ge
volgd door winteraeonieten, silenen en
door de heesters als Hamamaelis. Torsythia
(met mooie gele stervormige bloempjes),
winterjasmijn (Jasminium nudiflomm) ook
met gele sterretjes, Cydonia Japonica (Pirus
-Japonica) met prachtig mode bloemen, de
vroeg bloeiende Rhododendrons en de Ja-
pansehe azalea's en niet te vergeten de
bollen, het sneeuwklokje, crocussen, nar
cissen enz.
Dit lijstje, dat nog wel verdriedubbeld
kan worden met bij het publiek minder be
kende. maar meest zeer mooie planten en
heesters (de wilde, die ons geen moeite ge
ven. vooral het groot en klein hoefblad
hebben we ook nog niet genoemd), doet ons
zien. dat wè den tuin niet alleen hebben,
om er in den zomer van te genieten.
De voorjaarsbloeiers, die we in Juni bijna
alle gezaaid bebben, kunnen nu ter bestem
der plaatse uitgeplant worden.
De afstand waarop ze geplant worden, is
natuurlijk afhankelijk, van de afmetingen,
die de planten aannemen kunnen.
Violen, vergeet-mij-niet ©n silenen heb'
ben genoeg ruimte, als ze op een afstand
van 20 c.M. komen; duizendschoon (Dkm-
thus barbatus), vingerhoedskruid (Digita-
lus) en campanula medium, moeten li
stens 30 c.M. hebben; muurbloemen p
bis en Papaver nudieaule (zeer arris,
bloempjes op elegante stengeltjes) k-./.
bet met 25 c.M. wel doen.
In een berder zet men hier en daar
groepje neer, het'beste voldoet een one?
getal bijv. 3 of 5. De planten die hoog J!
den. vingerhoedskruid wordt het hooc!'
dan volgt campanula, duizendschoon. mJ
bloem, papaver. Arabis, viool, vergeet-mj!
niet en Silenen, zet men meer achterau
en de lagere vooraan.
Silene en Papaver nudieaule hebben nor
al eens last van de koude. Het verdier
daarom aanbeveling er wat blad of
strooisel tusschen te strooien.
De andere Kier genoemde soorten
wel sterker, maar om een vroegen bloé
te kunnen verwachten, moet men ze toe)
een beetje beschermen, bijv. met een piu,
takken erop of erom heen. Dit. is meteeo
een goed middel, om de vogels, <h'e J
Januari verzot zijn op ieder jong apruilj]
te weren.
Zij, die vakken of bedden te plantej
hebben, kunnen tulpen en vergeet-mij-nifj
combineeren en ook tulpen en Avabis. J)1
tulpen bloeien dan eerst en als ze. Hit®,
bloeid zijn, kan men de verdorde stengelj
weghalen en dan genieten van de verpee)
mij-niet of Arabis.
Over den grond waarin geplant wqrj)
hebben we nog niet gesproken, omdat k
vanzelf spreekt, dat die grond goed lós»
maakt moet worden en bemest, liefst
korte oude mest of met kunstmest, die eek
ter bij lage tempera-tnron niet zoo erg «I
voldoen. V. H.
PAUS PI USX! ALS
BERGBEKLIMMER.
Zooals men weet was de huidige Pjj
een liefhebber der bergen en als Alpini
had hij een groote vermaardheid ook
dat hij veel van zijn tochten publieMrJ
Deze publicaties zijn thans met zij» a
dewerking in boekvorm uitgegeven en hi
over vertelt de Romeinsehe correspond
van de ,,N. R. Crt." het volgende:
„Wanneer men zoo zit in het .,ge
van de gletschers en toch niets ander? i
zien krijgt dan de druilige wolleen; oV
wereld, die men weet als 'n klaarblauw
hemel boven witblinkende toppen,
beperkt tot een schijf groenen heuvel
vat tusschen de wattendekens bover, 1
in pijpesteeldikte neersuizen de watert#
len beneden; gedurende de dagen, dati
schouders in plaats van den knapsai
.regenjas, de voeten, overschoenen
plaats van gespijkerde zolen dragen, koe
wel heel sterk de herinnering op i
Alpinist dr. A. Batti, die u, omdat k
liem tot Pius XI maakte, alleen nog
trappen van het Vaticaan mag bestijg,
in de weinige vrije uren. welke do ofi
ciee-le bezoeken den van na hire eenzaini
boekenwurm over1 ate om ziek zelf
zijn.
Hij was geen berr -'strger mei gvoecc
Tyrolerkleed en verzilverden Pickel,
als men op de sta tions van tand rad baM
en op de goed gerolde straten van mob
badplaatsen, bij uitzondering zelfs
Alpenweiden treft. Integendeel, wannt
Ra-tti den Matterhorn of den Monte
aanvatte deed hij het nooit, van den nul
kelijken, zooveel mogelijk gladgesfeeb
kant. Zijn bestijgingen waren iets c'
niet afgezaagds. Ze loonden zelfs beschr
ving ten nutte van later komenden, r
ware Alpinist denkt altijd aan wie 1
hem klimmen gaat. Daarom sclirijyeu i«
velen onder hen.
Ook Ratti publiceerde indertijd in
schriften zijn ervaringen ter instrota
van collega's. Toen hij Paus gewori
was wist dus ieder, dat de reeks als lo
goed afgesloten beschouwd kon work
Een handige uitgever zag dus een, b
op groot succes; hij stelde Zijne Be:-
heid voor een complete editie te
van Zijn toehtbeschrijvingen, kreeg
stemming en deed in aangenaam ktf
type en met fraaie illustraties het b;
verschijnen. Voorin het portret van k
XI met de officieele handteekening. B'
moet Ratti geweest zijn alsof hij zijn
tament onderschreef, de „laaste wooK
van een alpiniste a qui l'homme survit
De bladzijden waarin Batti het in?!4
nend bestaan boven de grens der
ge sneeuw beschreef, behooren tot
beste proza., dat in de laatste tien»
jaren door Italianen geproduceerd v'
bevoegde beoordeelaars hebben het T
stateerd niets gezwollens, geen 1
te veel, maar een duidelijkheid,
lezer meeleven doet.
Zie hier een paar fragmenten nife '1
stijging van de Dufourtop uct
punt van den Monte hoe-i
maar veel moeilijke1' lJ-
de Monb Bic
Do tOebt beg hoh-ekkebjk
tot aan de hut Marinelli. Daar
te ons een eersfcé7 w(d i3 ^a-ar niet erw
maar toch erg onaangename tegen-
We vonden de hut slecht gesloten
Bneeuw er in gestoven, 't Kunnen zoo -
twee ad drie kubieke meter
vast in elkaar geklompt, alsof n b°-
nen geworpen was. Men kan zich £e*
Lelijk voorstellen wat voor gezichten
daartegen trokken. We hadden zoo
uitgezien naar heb oogenblik. dat
wat konden verkwikken om een f
Dank zij een verstandige verdeeliog
arbeid werd de indringster in kortf°
de deur uitgezet en voelen w©
in ons huis. Gekookte sneeuw er
vleeschextract vormden wel niet o'1
maar zeker de nuttigste
van het avondmaal. Telkens g" 1
oss even naar buiten om te [C;
weer ons wachtte en het soh lUL70d
nieten, dat de avond daarboven 0
de plechtige stilte stonden de »i
vendig te fonkelen boven liet diep
bijna gezegd fluweel blauw van
mei. Indrukwekkend torenden
rotsmassa's en verheven toppen.
1 tige slagschaduwen strekten 230