pMHlMDlr VOOR DE VROU ïTiytlime dan wij, wat .zwaai' op de hand- i 6che Noordelingen. In deze Daghoekbladen vindt men een prachtige interieurbeschrijving van de Keulsche Dom, zoo frisCh, zoo gaaf en te gelijk- zoo beheerscht, dat ze door een vol rijp kunstenaar zou kunnen zijn geschre ven. Voor mijn gevoel is werk als dit, van Erens ook altijd het beste. Het eigenlijke impressionistisch proza, waarin Van Deyssel met daverend woord gebaar en breede gesticulaties zoo te keer kon gaan is niet de meest gelukkige uitingsvorm van Erens. Schrijft hij het 4och een enkele maal, dan levert hij na tuurlijk geen prullewerk; daarvoor is zijn talent te sterk en te gaaf. Maai' het is toch niet zijn sterkste werk Zijn beste werk is dat waarin hij mij mert en droomt, waarin hij peinzend zich verdiept in de schoonheid van zijn onder werp en mediteerend het in verband zet- anet de diepste werkelijkheid der dingen. Daardoor komt het misschien ook, dat de waardeering van zijn arbeid eerst zeer langzaam gekomen is. Wie zooals- sommige figuren uit de be weging der Tachtigers luidruchtig kabaal maakten, door buitenissigheden, scheld partijen of door de pose van onbegrepen genie vooral de oppervlakkige jeugd wis ten te boeien en mee te sleepen, hadden een spoedig maar op den duur toch ras verbloeiend succes. Anders ging het met Erens. Als mensch te fijn om door marktge schreeuw de aandacht op zich te vesti gen, werkte hij onverpoosd voort aan zijn eigen innerlijke ontwikkeling, reisde veel, schreef zijn reisbrieven, zijn schetsen, zijn rustige critische beschouwingen, zon der zich te laten verleiden tot onrustige en opzienbarende productie. En ondertus- 6chen verdiepte hij zich stelselmatig in de oudere en jongere Europeesche littera tuur, alles ziende en doende onder het licht van zijn Katholieke levensbeschou wing. Willem Kloos heeft voor eenige jaren de Imitatio van Thomas a Kempis ver taald; een vertaling, die door Katholieken niet onverdeeld geprezen kon worden. In zijn voorrede, was Kloos zoo gena dig, het Katholicisme langer leven te voorspellen dan het Protestantisme. In zijn bespreking van dat werk maak te Erens de volgende aardige opmerking: „Het preciese naleven van de geboden der Kerk, dat wil zeggen, niet alleen in daden, maar ook in gedachten en verlan gens, brengt een voldaanheid, blijdschap, genot en geluk teweeg in den innerlijken mensch, waartegen de genoegens der we reld niet opwegen. En zoo zou men niet alleen verstandig, maar ook slim han delen, door zich stipt volgens de geboden der Kerk te gedragen en men zou met een paradox kunnen beweren, dat de Ka tholieke godsdienst is uitgevonden, om de mensehen niet in een volgend, maar reeds in dit leven gelukkig te maken. Van de gelukzaligheid der kluizenaars in de woestijn, die door duizendeta dergelijke mensch en werd bewoond, hebben we niet het flauwste idee. Over de landen van Egypte hebben gelukswolken gezweefd, dde door ons, moderne mensehen, levende ih spoorweg- en fabrieksdampen, niet meer zijn te bereiken met begrip of vermoeden" Verkiezing s-v aria Och, wat was dat vroeger toch een an dere tijd met dat meerderheidsstelsel 1 Om de haverklap kon er een verkiezing wezen. Veranderde ambitie, verhuizing, sterfge val, dit kon allemaal een vacature veroor zaken, waarvoor dan het kiezerscorps in district of gemeente in het geweer moest. Men kon nooit weten wanneer zoo iets kwam en daardoor had men voortdurend paraat te blijven. De besturen der kies- vereenigingen vonden daarin een voort- durenden prikkel tot werkzaamheid, de leden waren op hun qui vive en aspirant- candidaten hadden telkens een kansje. In dien goeden ouden tijd vergaderden de kiesvereenigingen dan ook iederen win ter meerdere malen, vooral op de dorpen, want in de steden is men altijd een beetje lakscher geweest. Politieke sprekers reis den heen en weer, de beginnelingen op het platteland, de getrainden ook in de steden. Er waren beginnelingen, die het nooit tot getrainden brachten (spreken tol allerlei publiek is ook een gave), maar die vielen dan wel af bij gebrek aan gunst en recommandatie. Zoo ontstond een corps van redenaars, die met de politiek van den dag op de hoogte waren en er min of meer onderhoudend over keuvelen konden. Die tusschentijdsche verkiezingen wa ren speciaal voor de rechtsche partijen ook een prachtige voortdurende leer school om toch alle zeilen bij te zetten, want telkens en telkens kon het worden waargenomen, dat bij herstemmingen al wat linksch was zich vereenigde tegen den rechtschen candidaat. Bij de eerste stemmingen werd wel het lieve liedje van verdraagzaamheid aangeheven, doch dat was louter om stemmen te winnen van de zoogenaamde kleurlooze middenstof. Wie zuiver rechts was, liet er zich nooit door vangen, omdat telkenmale bij her stemmingen dat liedje niet meer werd ge hoord. Dan was min of meer verholen het linker parool: er onder met dien man der Rechterzijde, 't Is in dien tijd ge weest, dat Schacpman en Kuyper elkaar gevonden hebben, want beider geestver wanten hadden gelijkelijk van het linker blok le lijden. Dat is nu allemaal anders geworden, be halve de linker onverdraagzaamheid. Al leen is deze nu wat minder merkbaar. De evenredige vertegenwoordiging heeft, alle partijen op zichzelf aangewezen; heeft de tusschentijdsche verkiezingen (die leer rijke gebeurtenissen) verdrongen, beeft in menig opzicht den dood in den politieken pot gebracht. Als er nu een verkiezing is geweest, staat heel het raderwerk tot een volgende gelegenheid stil en deze blijft als regel jaren uit Aspirant-candidaten hebben gedurende al dien tijd ook geen kans meer, want de vervulling van vaca tures gaat volgens het lijstje, 't Is heel ge makkelijk (de rechtvaardigheid van het E. V.-stelsel laat ik hier huiten beschou wing), maar gezellig is anders. O, die kiesvereenigingsvergaderingen waren vroeger zoo aardig, vooral op het platteland. Er waren toen ook nog niet zooveel vereenigingen als tegenwoordig, waardoor de mensehen avond op avond worden opgeroepen, zoodat de samen komst van de kiezers een der gebeurtenis sen van het winterseizoen placht te we zen. En als het bestuur dan wat gelukkig was geweest bij do keuze van een spreker, wel, dan ging men daar graag naartoe. Je zag mekaar nog eens, zat gezellig hij el kaar in de groote gelagkamer (patTonaats- gebouwen waren toen nog een onbekende weelde) en boorde nog wat op den koop toe. In dien tijd gebeurde bet nooit dat er een vrouw ter vergadering kwam. Dochter of eclitgenoote van den kastelein was als regel de eenige, die er zdch voor interes- roerde en die had dan wel wat anders te doen dan luisteren. Haar drukke bezig heid op zulke avonden was oorzaak, dat in menig dorp bij toerbeurt in de verschil lende koffiehuizen moest vergaderd wor den, anders gaf dat scbeele oogen. Ieder lokaal was wel niet even geschikt, maar door bijtrekking van de huiskamer des kasteleins werd wel plaats genoeg gewon nen en het spreekwoord van de vele schapen bestond toen ook al. Ik herinner me zoo'n vergaderlokaal hier in de buurt, waar de kasteleinskamer een paar trapjes op was. In het begin ging alles goed, maar op den duur trok de rook daar zoo onbarmhartig naar toe, dat zelfs de meest aan een rookend ge hoor gewende spreker het niet langer kon harden. Tabak en sigaar moesten wat worden getemperd, wat eigenlijk bij een politieke vergadering niet te pas kwam. In dien goeden tijd waren de besturen ten plattelande er ook op bedacht, hun leden in alle deolen der soms uitgestrek te gemeente gelijkelijk met politieke man na te doen hedeelen, zoodat nu hier, dan daar hijeen werd gekomen, soms een uur uit elkaar. Ik herinner me een gehucht, waar met den besten wil ter wereld niet meer dan een goed dozijn kiezers bij el kaar waren te trommelen, doch ook voor dezen werd eens per jaar een spreker ge- noodigd, voor wie deze dan (zoo is het mij tenminste overkomen) zelf maarvoor- zitteren moest ook. Eerlijk bekend: dat was nu niet allergezelligst, maar getuigde toch van de goede zorgen des bestuurs voor zijn leden. Een tweede uitnoodiging om naar die wereldstad te komen heb ik evenwel afgeslagen. Ik zie dat gehuchle lijke herbergje nog voor me en ik zou het wel kunnen terugvinden ook, als bet ten minste sindsdien niet afgebroken is, wat me niet verwonderen zou. De tegenwoor dige eischen Och ja, 't is tegenwoordig allemaal an ders, zooals ik boven al beschreef. Veel zal wel heter zijn, dat moeten we nu eenmaal zoo vinden op gevaar af van het verwijt te hooren, niet met onzen tijd te zijn meegegaan, wat immers een leelijk ding is. Ik hen^intusschen zoo vrij het verdwijnen der tusschentijdsche verkie zingen te betreuren uit dit oogpunt: dat de ons bedreigende gevaren nu niet zoo goed meer worden ingezien. Links kan zich niet meer hij herstemmingen tegen ons ver eenigen en daardoor lijkt het linksche gevaar kleiner, wat echter heelemaal niet het geval is. Zoo'n gevaar schuilt immers niet in eenig kiesstelsel, maar in de men sehen. En deze zijn nog altijd gelijk vroe ger, behalve dat wij minder waakzaam zijn geworden. We denken dat er geen gevaren meer schuilen, omdat we immers toch E. V. hebben, en veroorloven ons nu zelfs allerlei onderlinge haarkloverijen, welke al voerden tot het stichten van ne- venpartijen. Hierop ga ik evenwel te dezer plaatse niet verder door. Dit geschiedt elders in de krant. Hier nog slechts deze opwekking: nu de verkiezingen in aantocht zijn, spie gele men zich aan het werkzame verleden De noodzakelijkheid om de kiezers voor te lichten omtrent de politieke vraagstukken van den dag, is nog altijd groot., ja groo- ter dan ooit, wijl immers het leven zoo veel ingewikkelder is geworden en daar mede ook de politiek. En het gesproken woord gaat er soms beter in dan het ge schrevene, dat dan als nawerking weer meer aandacht kan vinden. We moeten maar nooit stilzitten, dat is het beste. Op het oogenblik is er geen klagen over. Het AdvisecTend College, het nieuwe sunfje voor de R. K. Staatspartij, is sa mengesteld en zal nu wel zorgen dht het leven erin blijft tot volgend jaar, want een reeks werkzaamheden valt le verrichten, welke haar beslag pas vindt hij de stem mingen in de kiesvereenigingen voer de definitieve lijst. Ik hen nieuwsgierig hoe het nieuwe instituut bevallen zal. Ik hoop van goed (er is genoeg voor gewerkt om een bevredigend resultaat te verkrijgen), want we kunnen niet aan 't probeeren en veranderen blijven. Eens moet hot te volgen systeem zich consolideeren, opdat het kiezerscorps lêere er zich bij aan te passen. Al dat veranderen geeft maar onzekerheid. Het volmaakte zal niet be reikt wezen, maar waarmede' is zulks in dit ondermaansche wel liet geval. Laten wij, die in de oude R.-K. Staatspartij, die van Schaepman, vereenigd zijn, zoo goed de politieke zaak voor elkaar brengen, dat wie nog buiten onze partij staan, tot do overtuiging zullen komen, dat het I eigenlijk nergens heter is. AJO. 0 0 0 MODEPRAATJE 0 0 0 Afb. 5. Kussen met borduurwerk voor een heerenkamer. Afb. 6. Bedgarnituur met gaatjesborduursel. smalle baan, van voren In het midden, welke loopt tot het bovenste gedeelte van den rok en in de taille met knoopen bezet is. De lange mouwen, die nauw om de polsen sluiten' vallen wat wijder over de hand. Afb. 3. Japon ipet plisseerok met tres bezet Ook hier zien wij weer, dat van voren het midden sterker betoond is door een langwerpige garneering. Zij bestaat uit een tres om een knoopenrij. De tres herhaalt zich aan de lange mouwen. De rok, die aan de lange taille genaaid is, is geheel geplisseerd. Bij de keuze van het materiaal moet men er op letten, dat de te kiezen stof geschikt moet zijn om te worden geplisseerd. Afb. 4. Tafelkleed met borduurwerk voor een heerenkamer. Wanneer wij ons in gedachten met een of andere handwerken bezighouden en ons afvragen welk materiaal en welke kleuren wij zullen kiezen, dan is het niet voldoende alleen rekening te houden met de eischeh der mode. Wij moeten in de Verschillende handwerkjes. Afb. I. Wandeltoilet. Onze afbeelding doet zien, hoe ook in de vrouwenkleeding het karakter van die van den man meer en meer naar voren komt: het gladde vest-achtige lijfje, de omgeslagen kraag en de lange, smalle das. Id overeenstemming met het doel kan men voor dit toilet stof, ripsstoS, zijde of fluweel gebruiken, terwijl voor het geheel in zachte kleuren gewerkt borduursel gebruikt wordt. De gladde taille, die iets of wat blouse-achtig overhangt, kan men aan het lijfje vastnaaien, waarbij zij in het midden sluit, of men maakt beide stukken afzonderlijk, waardoor gemakkelijk verwisseling kan plaats hebben. In dit laatste geval maakt men de bevestiging onzichtbaar met drukknoopen. De smalle ceintuur sluit aan de linkerzijde. Afb. 2. Japon uit twee soorten stof met volantrok. Interessant aan dit eenvoudig costuum uit gladde en gestreepte stol Is de Afb. 2. Japon uit twee soorten stof met volantrok. Afb. 1. Wandeltoilet eerste plaats rekening houden met de wijze van inrichting van de banier, waarvoor het handwerkje bestemd is en met den smaak van den persoon, die het krijgen zal. Voor een heerenkamer moeten andere stotfen en andere kleuren gekozen worden als voor een dames-boudoir. De heerenkamer eischt een modern lijnmotief, terwijl de kleuren sprekend moeten zijn, dus geen bonte kleuren, zooals wij die wel eens voor tafelkleedjes zien. Als materiaal kiest men natuurkleurig linnen of donker groen, donkerbruin of zwart duffel. Het voor een ronde tafel bestemde kleed wordt rondom met borduurwerk versierd terwijl de grootte natuurlijk afhangt van de grootte der tatel. Men moet er vooral aan denken, dat het borduurwerk zelf niet over de randen van de tafel heen hangt. De hoofdlijnen zijn in los sen spansteek gewerkt, waar door een eigenaardige werking verkregen wordt. De daar- tusschenliggende bladmotie ven worden in gewonen steek uitgevoerd. In overeenstem ming hiermede worden ook de binnenste hoofdlijnen van het groote middenmodel uit gevoerd in spansteek, de overige figuren in lossen sleelsteek. De buitenkant van het kleed wordt afgewerkt met franje, terwijl het geheel e kleed met satijn gevoerd moet worden. /Vroolijke kleuren voor een heerenkamer zijn zwart, groen en blauw in donkere schadeeringen, evenals geel. Afb. 5. Kussen met borduurwerk voor een heeren kamer. Wat zoo juist van het tafelkleed gezegd werd, geldt ook voor het kussen, dat moet dienen voor het versieren van een heerenkamer. Voor een ongeveer 40 c. M. breed en 55 c. M. lang kussen zal het borduur werk ongeveer 10 c. M. breed zijn. Op donkere stof kiest men voor de grootere figuren groen of blauw in midden-schadeeringen, terwijl men voor de kleinere figuren zachtgeel of brons kan kiezen. De uitloopers borduurt men in twee schadeeringen van den donkeren kleur. Afb. 3. Japon met plisseerok met tres bezet. Op lichten grond kan men de afsluitende lijnen en de omlijning in zwart uitvoeren en met groen of blauw aan vullen. Het kussen wordt met kapok gevuld. Verder wordt het kussen op de gewone wijze afgewerkt en «men make vooral de sluitnaad onzichtbaar. Aan iederen bovenhoek make men een lange kwast. Afb. 6. Bedgarnituur. Onze afbeelding toont en gemakkelijk te maken borduuiwerk in puntmodel Hel model, dat uit twee elkaar kruisende gebogen lijnen bestaat, past geheel bij het sierlaken. Terwijl het motief voor hel hoofdkussen gelijk is aan dat van het laken, ziet men voor het voetkussen vier hoekmotieven afgebeeld. Afb. 4. Tafelkleed met borduurwerk voor een heerenkamer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 8