[Derde Blad.l
stjmisïïïëuws
kecht2flkefê.
j Vrijtiag 10 Octüöar 1924
BIliHEIILJIIlD
I De 8-Octnbsrfeesisn ie Alkmaar.
De correspondent van „Do Tijd" te Alk-
jmaflr bericht:
Voor de eerste maal zijn alhier de 8-
Ocloberfeesten algemeen ook door de
Jh_K. gevierd. Te 8 uur 's-inorgens
werd een reveille-tocht gehouden. Ten
huize van den burgemeester voerde de
voorzitter van de 8-October-Vereeniging,
de lieer A. H. P. Blauw, het woord en ves-
itigde o.m. de aandacht op de eendrachtige
-viering van het ontzet van Alkmaar. Spr.
had tijdens zijn aanwezigheid te Leiden
op dit feit de aandacht van H. M. de
Koningin gevestigd, die er haar vreugde
en voldoening over uitsprak.
Te 12 uur had bij het Victorieheeld de
•itraditioneele huldiging plaats, waarhij een
krans om het beeld werd gehangen en de
heer Blauw nogmaals het woord voerde.
's Middags werd ten aanschouwen van
duizenden een bloemencorso gehouden, dat
wel veel van den regen had te Lijden, maar
toch een succes is geworden.
's Avonds gaf de R.-K. Tooneelvereeni-
ging „Alherdingk Thijm" in ,,Het Gulden
Vlies" een uitvoering van ,,De Violiers"
ten beste terwijl in de „Harmonie" een
variété-gezelschap optrad en in de Groote
Kerk door den heer H. Slinger een orgel
concert werd gegeven; alles ten gerieve
yan de leden der 8 Octoher-Yereeniging,
Tenslotte dient nog vermeld, dat het,
ondanks den neerstroomenden regen,
's avonds in de straten zeer druk was en
het „Stedelijk Muziekkorps" op het Hof
plein concerteerde.
Mr. Dr. J. van Best.
„Het Volk" ze.gt uit goede bron to ver
nemen, dat mr. dr. J. van Best, die eeni-
gen tijd met zijn gezin te Brussel ver
toefde, naar Eindhoven zal terugkeeven en
zijn advocaten-practijk hervatten. Inzake
het faillissement zou een regeling zijn ge
troffen.
Uittocht der kapitalen.
De „Msbd." meldt nu, dat het bericht
van zijn correspondent over een bespre
king tusschen Nederland en België om de
kapitaalvlucht uit heide landen tegen te
gaven, onjuist is.
Critiek en anti-critiek.
Naar aanleiding van het ook door on<s
Overgenomen schrijven van Mej. Zwarten
dijk in do N. R. Crt. over het openlucht
spel, schrijft hel bestuur der' 3 October-
Vereeaiging aan hetzelfde blad:
De hoogdravende critiek van mej. J.
Zwartendijk im Uw Avondblad van 7 Oc
tober j.'l. heeft niet vermocht indruk op
mij te maken, en 't lijkt mij ook het meest
geschikt, de geheele beschouwing te laten
voor wat ze is.
Alleen al daarom niet," omdat de critiek-
schrijfsler blijk geeft na et eens geheel ter
zake kundig te zijn, en zonder voldoende
kennis van zaken oordeelvellingen doet en
persoonlijk wordt, wat in die omstandig
heden m. i. met te pas komt.
Dat alles is nu wel heel gemakkekjk en
goedkoop, maar van een hoogstaand kri-
•ticus mag men toch anders verwachten.
Mag ik mej. Z. nu eens even inlichten,
hetgeen 't Bestuur der 3 October-Vereeni-
iging voorstaat, n.l. het arrangeeren van
een feestdag, voor iedereen genie «haar en
zoo veel mogelijk voor iedereen bereikbaar
Het zal zich wel' verre houden van de
richting, d:e mej. Z. blijkt geeft voor te
staan, een richting, die bewezen heefi tot
'het onmogelijke te behooren, zelfs reeds
Dierkbaa^r vóór den oorlog. Immers, zoo
dra de groote kunstenaars hij de Leidsche
Lustrumfeesten hun intrede hebben ge
daan, zijn de uitgaven dermate ge-stegen,
dat aldus gearrangeerde feesten niet meer
konden worden gedekt, -tenzij een enkeling
zi-ch de luxe permitteerde, zéér belang
rijke lcosien voor eigen rekening te nemen.
En die tijden zijn voorbijl Waren niet
ïceds bij ALeonora de prijzen der toe-
gangsplaatsen meer dan het dubbele van
do thans geldende prijzen? (in 't midden
latende de sedert ingetreden waarde-ver-
mindering van het geld?. Is niet tóen
reeds aan den dag gekomen, dat een dus
danige opdrijving van kosten moest leiden
'ot 't ten gTooide gaan van Lustrumfesti-
Tnfehen? En is mej. Z. dan, zou ik zeggen,
ióó naief, om niet te kunnen hegrijpen of
te kunnen overwegen, dat een Openlucht
spel als door haar bedoeld, tot het men-
sckelijk onbereikbare is gaan behooren?
Omdat er niemand is te vind-en, dlie deze
ris;co zou durven op zich nemen? Het is
dwaas, een dusdanige critiek te schrijven,
zonder eerst nagevorscht te hebben, of
met dezelfde middelen meer te bereiken
Ware geweest, zich te hebben vergewist
-van het al- of niet mogelijke.
Da 3-Octoberdag blijve en dient ie zijn
•een feestdag voor iedereen, voor iedereen
genietbaar en begrijpbaar. Het groote pu
bliek is niet enkel intellectueel in die mate.,
"dat de hooge kunist het meest aangewezene
voor dezen feestdag is. En het Bestuur
der 3 October-Yereeniging begrijpt zijn
taak, gelukkig, en bedenkt zich weï tien
maal vóór te gaan in de richting als docr
mej. Z. voorgestaan. De hémel behoede
Leiden daarvoor! De echte Leidenaa-r is
trotsch op zijn 3 Ocïober-Vereenj'grag en
het zich begeiven op den wèg van mej. Z.
heteekende voorzeker tegelijk het ten
szAA-n <3^ hbvwvha vweenjiffj-vue
Met alle respect voor de hooge kunst en
voile bewondering voor Neerland's be
kwame kunstenaars en kunstenaressen, is
het noodzakelijk dat deze, zoo goed als
richting en politiek, verre blijven buiten t
werkterrein der Vereeniging. Liever iets
minder kunstzinnigs, misschien zelfs iets
stumperigs ih oogen als van mej. Z., dan
dwaasheden begaan, die tot ondergang
voeren. Wij, echte Leidenaren, zijn trotsch
op de feestvieringen, ten spijt de door U
geobserveerde legio zwarte plekken, ten
spijt het grootst te-kort van het Bestuur,
niet onder de beste kunstenaars te hebben
gezocht.
Mej. Z. vergete niet, dat jtuist de Leid
sche feesten schitteren doordat alles door
allen con amore wordt geboden, alléén
daardoor is het mogel'jk geworden den
Leidschen feestdag te maken tot een dag,
die hui-ten ons Vaderland hekend Is en op
welken feestdag Leiden wordt bezocht door
een aantal menschen alls nog nimmer
eenige festiviteit heeft getrokken.
Het bestuur der 3 October-Vereeniging
mag zich tevreden achten dien dag van
de 350-jarige herinnen'mg van Leiden s
Ontzet te hebben gemaakt tot een waren
en oawcTgetelijken voor vele duizendtallen
van stadgenooten en vreemdelingen, en 't
moge haar een voldoening zijn, dat het
van verschillende en bevoegde zijden te-
vredenheidisbetuigilngen heeft mogen ont
vangen.
Uitggaweha
Beknopt Handboek der Kerkge
schiedenis door W. No!et, Hoogleer-
aar te Warmond. N.Y. Dekker, Van
d'e Vegfc en J". W. van Leeuwen, Nij
megen, 1924.
I
De studie. van onderwijzers is van geheel
anderen aard dan die welke beoefend
wordt aa,n inrichtingen voor Middelbaar,
Voorbereidendho-o ger en Hooger Onderwijs.
Afgezien "van de eigenlijke leerstof is de
metthode geheel verschillend.
Gymnasiaal en Hooger Onderwijs leggen
de grondslagen voor zelfstandig weten-
schappelirjken arbeid, welke bij het vol
tooien der hoogere studiën bekroond wordt
met heit verdedigen van stellingen of inde
meeste gevallen van een wetenschappelijk
proefschrift," waaraan stellingen zijn toege
voegd.
De methode van het onderwijs is er ge
heel op gebaseerd, den candidaat tot zelf-
standig onderzoek te brengen. Het ambt of
de bediening, welke hij later wil uitoefen
nen, eischt menschen-, die een wetenschap-
pelijken ondergrond bezitten, waarop zij
zoo noodig zelfstandig methodisch voort
knnnen -bouwen.
D'e studie der onderwijzers evenwel is
meer een op zeer breeden voet voortgezet
lager onderwijs. Onwetenschappelijk mag
deze studie natuurlijk niet zijn in dien zin,
dat nauwkeurig rekening moet gehouden
worden met de uitkomsten en den stand
der wetenschappen in zooverre ze die noo
dig hebben.
Maar wetenschappelijk in clen strerg be
perkten zin, dat ze zich voor zouden berei
den voor zelfstandig onderzoek, waarvan
de uitkomsten streng systematisch worden
vastgelegd, is die studie allerminst.
Natuurlijk zijn er onderwijzers, die na
heb belha'len der noodzakelijke akten zich
met ijver en nauwgezette voorzichtigheid
op gen of ander vak toeleggen, diit acade
misch beoefenen zonder te veavallen in dil
le ttantisme.
Een dergelijke belangstelling staat bui
ten of in verwijderd verband met hun
eigenlijk arrabt.
De doorsnee-onderwijzers naderen ook
slechts zelden bot de bronnen, ook al om
dat hen uitzonderingen daargelaten
de noodige talenkennis en bijna altijd tijd
en gelegenheid ontbreekt.
Men weet dat het Nederlandsc-h Episco
paat van de leerkrachten bij het Katholiek
lager -onderwijs diploma's eischt, -waaruit
blijkt, dat. zij voldoende kennis bezitten
van verschillende godsdienstvakken., om
daarin met vrucht -onderwijs te kunnen ge
ven in allerlei inrichtingen.
Bekwame geestelijken hebben sinds een
paar jaren de opleiding voor die diploma's
op zich genomen.
Zoo heeft Prof. Nol-et in Den Haag aan
een aantal onderwrjzereissen en onderwij
zers een cursus van 40 uren. gegeven in de
kerkgeschiedenis voor heb exiamen te-r ver
krijging van heb „Godsdienstdiptoma B."
Deze cursus werd de grondslag van zijn
Beknopt Handboek der Kerkgeschiedenis.
Beknopt! maar'toch nog bijna 600 royale
pagina's druk, dus waarschijnlijk heel wat
meer stof behelzend, dan hij bij zijn cursus
'kon gaven.
In zekeren zin verrichtte Prof. Nolet met
heb samenstellen van dit werk pio-nniers-
arfeeid.
Natuurlijk zijn er reeds ee.n aantal hand,
en leerboeken der Kerkgeschiedenis bij
het middelbaar en hooger onderwijs in ge
bruik. Voor menschen, die met het vak
inieit eenigermate vertrouwd zijn, zijn deze
werken gewoonlijk vrij dor al beantwoor
den ze precies aan het d-oel, waarvoor ze
geschreven werden: voorbereiding van
eigen wettensehappelijken arbeid. Maar
voor een letterlievend mensch zijn ze een
penit'enitde. Het kleurige en aanschouwelij
ke ontbreekt er aan.
Anders is dit melfc het Handboek van
Prof. Noleb, dat in de eerste plaats voor
onderwijzers en hun docenten geschreven is.
Natuurlijk valt er op heit wetenschappe
lijk gehalte van het werk niet te tornen
de autoriteit van den geleerde is daarvoor
voldoende borg. Maar het is niet bedoeld
als leiddraald voor de beoefening vlan we
tenschappelijke studie en onderzoek. 'Daar
om zijn er ook geen bronnen vermeld. Voor
men'schen, die verder zonden willen stu-
deeren verwijst Prof. Noïet naar do bron
nen genoetód in helt uitnemende handboek
van PatCr Albers.
Prof. Nolet wil eenvoudig kennis mede-
de ellen en hij doet 'dit in den verhaaltrant.
Daardoor is het levendiger, kleuriger, on_
derhoudehder dan andere werken. Deze
verbaa'ibrajufc i» boeiend en onderhoudend
1 zonder evenwel in lagere populartccrt te
vervallen. Nieit de flair van het volksver
haal, maar een rustige voornaamheid; his-
toriestijl in den besten zin van heb woord.
Prof. Nolet geeft niet een -onbegrensde
hoeveelheid van. namen en jaartallen, maar
vat de groote lijnen in heb oog. Hij legt
stetk don nadruk op de representatieve
personen en feiten, waarvan hij klaar en
duidelijk de beteekenis uiteenzet. Hij laat
gëvoelen do organische geleding van d'e
geschiedenis van Gods Kerk op aarde.
Dat (hebben de onderwijzers in de eerste
plaat® noodig: een klaar inzicht in het
historisch verloop, heldere kennis, opdat zij
/naar de 'behoeften hunner klasse beknopter
•of breeder uitgewerkt een boeiend en dui
delijk overzicht aan htin leerlingen kun
nen geven.
Het boek geefc natuurlijk veel meer dan
de onderwijzer bij zijn ambtsvervulling
•practiseh noodig heeft. Maar zal hij zijn
leerstof voldoende beheersc'ben, dan is het
-wenischelijk dat hij veel meer weet dan
wat hij heeft mede te dee'len.
Als hier een vergelijking geoorloofd is,
dan zou ik willen zeggen: Prof. Nolet zou
zoo'n prachtig boek niet hebben kunnen
schrijven als hij' zelf niet mijlen ver boven
de stof stond.
Door de overzichtelijke indeeling, door
vet en cursief gedrukte marginale noten is
de pracfische bruikbaarheid van het werk
verhoogd.
De cursief gedrukte noten geven de
eigenlijke examenstof aan voor diploma B,
zoodia-t onderwijzers ver van studiecentra-
precies'weten, wat ze noodig hebben voor
-hun examen.
Beter is het natuurlijk dat de docent het
boek gebruikt als leiddraad, terwijl de
cand-idaten na de lessen ren en ander
grondig bestudeer en en zich eigen maken.
Een uitvoerig register vergemakkelijkt
het naslaan.
Tenslotte deeiéh we nog mede, dat een
afzonderlijke vragenlijst over de examen
stof verkrijgbaar is.
11.
Wannefer we het boek alleen voor onder
wijzerskringen geschikt achtten, zouden
we met het voorgaande kunnen eindigen.
Het wil ons evenwel toeschijnen, dat het
nog in e,en andere zeer dri:;/gen'de behoefte
voorziet.
Iedere EaitheLiek van eenige ontwikke
ling behoort 'te weten dat de Kerkgeschie
denis ee.n uitnemende apologie van het
Christendom is. Wie veel met andersden_
kenden meet omgaan en toevalligerwijze
over allerlei godsdienstkwesties komt te
spreken, ontdekt dikwijls tot zijn teleur
stelling, dat hij van de Kerkhistorie te
weinig op de> hoogte is, om dwalenden in
'b goede spoor te brengen.
Men ontmoet soms men-schen. die overi
gens niet onsympathiek tegenover de Ka
tholieke Kerk staan maar van verre blijven
staan door a-llerlei onjuiste voorstellingen,
bijv. van de A-laat. van Luthers optreden,
•van de Je-suiëten, van de Barthclomeus-
nacht, door de verwarring van Pauselijke
en Spaansdhe Inquisitie, enz. enz.
Nu is het natuurlijk het veiligst en zelfs
geboden dergelijke lieden den raad te ge
wen zich o<m inlichtjn,gen, tot een geestelijke
■te wenden. De practijk leert evenwel, dat
■velen dit niet willen of niet. durven en d*t
ontwikkelde leeken meermalen -het eerste
opruimingswerk in verwarde hersenen moe
ten tot stand brengen. We weten ook dat
dit met tact, voorzichtigheid en fijngevoe
ligheid moet geschieden.
Maar hoe zuilen we het doen, als we niet
allerlei schee-ve voorstellingen die den
menschen jarenlang ingehamerd zijn kun
nen losmaken en rechtzetten!
Be handboeken voor het middelbaar en
hooger onderwijs verwijzen bij allerlei
kwesties veelal naar de bronnen of zijn te
summier gesteld; voor een leek niet altijd
even 'logisch e.n duidelijk, omdat ze heel
vat wetenschap als bekend veronderstel-
lert
Voor de beoefening van bet leeken apos.
tolaat lijkt mij juist bet. Handboek van
Prof. Nolet met zijn heldere historische
uiteenzettingen bijzonder geschikt.
Dat komt door de methode.
Men voelt dat het boek uit de practijk
van het doceeren geboren is en geschreven
is voor menschen die behoefte hebben aan
groote aanschouwelijkheid.
•Daarom hoort het thuis in de boeken
kast van alle ontwikkelde leeken, die hun
dogmatische geloofszekerheid door his
torisch inzicht willen bevestigen, die tact
vol en met kennis van, zaken een aposto
laat. willen beoefenen, en die ten slotte de
uitdrukking van Gods liefdevolle wijsheid
willen zien, erkennen en verheerlijken in
da leiding van Zijn H. Kerk.
N. J. H. S.
HAAGSCHE RECHTBANK.
DE KNOEIERIJEN BIJ DE RIJKS
GEBOUWEN.
(Vervolg van de,Rechtszitting van gisteren)
Na de pauze deelt de president mede,
dat de behandeling van de za-ak tegen G.
van Dregt in verband, met de lange duur
der behandeling van de eerste zaak, heden
niet meer zal plaats hebben. De getuigen in
deze zaak worden morgenochtend 10 uur
terugverwacht.
De zaak tegen den rijksbouwmeester
Vrijman zal dan Zaterdagmorgen kunnen
plaats hebben, terwijl naderhand bepaald
kan worden, wanneer de vierde zaak. (die
tegen J. M. de G.) behandeld wordt.
Hierna werd voortgezet het getuigenver
hoor in de zaak-v. Tienhoven. De- gedeti
neerde rijksbouwmeester Vrijman legde
verklaringen af omtrent de levering van
heipalen door den koopman Mayer. De
onderhandelingen met dezen koopman zijn
gevoerd door v. Dregt; De koopprijs her
innerde getuige zich niet meer, hoewel hij
het waarschijnlijk acht, dat men hem deze
gezegd zal hebben. Dab er een tusschen-
persoon was, wist getuige; dab gebeurde
albijd 'bij dergelijke transacties. Heb geven
van een belooning van f 16000 vindt getuige
in verband met. heb beschikbaarstellen van
den koopsom- niet te hoog. Getuige heeft
gewéten, dat er wel eens te hooge declara
ties werden ingediend. Dit geschiedde om
geld te krijgen om achterstallige betalin
gen te kunnen doen. Dat er speciaal in dit
verband te veel is gedeclareerd, kan hij
zich niet meer herinneren. In goed vertrou
wen heeft get. de declaratie geteekend.
Schildwacht maakte de declaraties op. Get.
acht het volslagen onmogelijk de duizenden
declaraties te controleern. De hooge be
dragen, waarover het hier ging, hebben
getuige geen aanleiding gegeven, om ze
eens wat nader te bezien.
President: Hebt u ten slotte flO.OQO
ontvangen als uw aandeel in dezo zaak?
Getuige: Vermoedelijk wel. Zeker
weet ik het. niet meer.
Op een vraag wat hij met dit bedrag
heeft gedaan, deelt getuige mede, dat hij
daarmede vorderingen heeft voldaan aan
iemand, die geld had voorgeschoten aan
een aannemer, die een werk voor den
Rijksgebouwen dienst te Medemblik had
verricht. Het geld is dus niet in getuige's
eigen zak gekomen.
Getuige van Dregt verklaart, dat hij de
overeengekomen eeniheidprijs van f 1.20
aan V., in het bijzijn van den Duitsohen-
koopman, heeft medegedeeld.
Getuige V. zegt nog, van het valsche-
lijk opgemaakte niets afgeweten te heb
ben. Hij hoeft hiertoe de opdracht niet
gegeven.
Getuige Schildwacht verklaart het con
cept-contract van Van Dregt tp hebben
ontvangen.
Van D. kan zich dit.niet herinneren.
Op vragen van den verdediger deelt ge
tuige V. nog mee, dat. de gewoonte be
stend ten behoeve van den Rijksgebouwen
dienst soms gelden te leenen van aanno-
mers, tegen een rente van 10%.
-Het O.M. merkt op, dat bekl. hoewel hij
zegt niet zeker te weten of hij de f 10.000
heeft ontvangen,"toch een verklaring geeft
wat hij met dat bedrag gedaan heeft.
De president ondervraagt bekl. vervol
gens over het tweede feit. Bekl. geeft toe,
dat hij f 5000 aan de Groot heeft gegeven
voor betalingen. Dit geld zou verrekend
worden met de materialen, de winst zou
er dan bijkomen.-Deze bedroeg 10%.
De President: Met andere woor
den: er moesten gefingeerde posten op de
dec.lart.ie voorkomen om het geld terug te
krijgen.
Ook omtrent dit feit legt de accountant
van Riemsdijk verklaringen af. Getuige
geeft toe, dat de mogelijkheid bestaat, dat
er met geld, dat door gefingeerde posten
was verkregen, andere vorderingenten las
te van het Rijk zijn voldaan. Dit gebeurde
omdat de begrooting van sommige wer
ken ver waren overschreden en met dit
wüde bemantelen.
Getuige Evertse, bouwkundige, heeft op
last van de G. de f 5000omge,zet in materia
len en de posten daarvoor over eenige we
ken verdeeld. De G. had er bij opgegeven,
dat het bedrag met 10 pet. moest worden
verhoogd. Dat was trouwens usance als een
aannemer geld had voorgeschoten.
Getuige k- décharge de Blij. accountant
bij de belastingen te Rotterdam, heeft bij
firma's te Dordrecht en te Rotterdam een
onderzoek in de boeken ingesteld en daar
uit is hem gebleken, dat deze firma's gel
den hebben voorgeschoten en later met 10
pet. rente hebben terugontvangen.
Op een vraag van het O. M. zegt de ge
tuige, dat hij iets dergelijks in zijn prac
tijk nooit is tegengekomen.
Een hoofdcommies van het departement
van onderwijs, eveneens getuige h déchar
ge. acht het niets bijzonders, dat er in ge
val van levering door een buitenlandsche
firma een Nederlander als tusschenpersoon
optreedt. Dat brengt vele gemakken mee.
Het M. meent, dat zulks hier niet
ter zake doet. De Duitsche firma had im
mers een vertegenwoordiger te Rotterdam.
Een andere getuige heeft ook geld ge
leend ten behoeve van den rijksgebouwen
dienst en. daarvan 10 pet. rente ontvangen.
Het requisitoir.
Mr. Bauduin, requisitoir nemende, zegt,
om verwarring te voorkomen thans niet
over de toestanden aan het rijksbouwbu
reau te zullen spreken. Dit kan beter ge
schieden bij de behandeling van de zaak te.
gen V. Wel wil spreker constateeren dat er
zeer nauwe rela ties tusschen het bureau en
bekl. bestond. Wanneer er iets gebeuren
moest, waar mfen zelf niet voor uit wilde
komen, werd' deze bekl. in den arm geno
men en die was. wel zoo goed, valsche de-
claraties op te maken. Hij was de stroopop
daarbif! Spreker wijst op de familiebetrek
kingen, die tusschen eenige der bekl. be
stond en de gemeenschappelijke zakenbe-
langen zeer hartelijk waren, zoo hartelijk
zelfs dat zij op de ambtelijke belangen
overgingen. Aldus was*de toestand.
Spr. komt dan tot het eerste feit. Er
worden palen gekocht voor f 138.000; bekl.
wordt in de arm genomen en verkoopt ze
aan den staat voor f 184.000. Zoodoende
bleef er f 46.000 over. Het bedrag van
f 138.000 werd gedeponeerd op de Bank;
dat geld kon men eerst, terugkrijgen als
uitvoering was gegeven aan het uitvoerings
contract. Het middel om nu toch aan geld
1-8 komen, zonder dat men denken kon dat
bekl. te vroeg declareerde, was eenvoudig:
men antidateerde het. Door gebruik te
maken van dit vervalschte geschrift heeft
bekl. ten slotte de uitbetaling weten te ver
krijgen. De bewijsbestemmmg van het ge
schrift acht spreker in verband met de in
de dagvaarding vermelde instructies enz.
volkomen vaststaand.
Alle elementen voor het ten laste go-
legde feit zijn aanwezig: bekl. zal dan ook
niet aan een veroordeeling kunnen ontko
men. Het feit is zeer ernstig; aan den Staat
werden onrechtmatig f 46.000 onttrokken.
Hierbij komt nog do lichtzinnige wijze,
waarop gehandeld is. Toen de Duitsche
koopman het contract veihrak, heeft geen
der bekl. den Staat gewaarschuwd voor de
f 80.000 in marken, die op de Bank waren
blijven staan en dio lederen dag minder
waard werden. De totale schade voor het
rijk is derhalve f 120.000.
Voor het tweede feit refereert, spreker
zich aan 'hetgeen hij met betrekking tot
het eerste heeft opgemerkt.
UIT DE RADIO-WERELD.
Wal er vanavond te hooren is. 1 f
5.05 uur Radio-Paris, 1780 M. Voordracht
5.20 uur Brussel, 265 M. Concert. r
6.20 uur Berlijn, 500 M. Voordracht over
de Zuidpool.
6.35 uur Ej§f el toren, 2600 M. Opera-Con-
cert. j
7.20 uur Alle Engelsche Stations: Tijd,.
sein Big Ben, nieuws.
7.50 uur Berlijn 500 M. Benatzky-avond.
7.50 uur Londen, 365 M. Concert, zang
en voordracht.
7.50 uur Birmingham, 475 M. Concert.
7.50 uur Bournemouth. 385 M. Moderne)
Britsche muziek.
7.50 uur Cardiff. 350 M. Concert.
7.5Ö uur Manchester, 375 M. Concert en
uitvoering van een kluchtspel.
7.50 uur Newcastle, 420 M. Concert en
zang.
8.uur Hilversum, 1050 M. Voordracht;
over: Pluimveeteelt in Neder
land.
8.05 uur Aberdeen. 495 M. Geschiedenis
van Aberdeen en zang.
8.35 uur Brussel, 265 M. Nieuws en con
cert.
9.20 uur Radio-Paris, 1780 M., Concert. I
De ontvangst geheel op wisselstroom.
Een, mijlpaal!
Zoo duidt de teekenaar der radio-carica-
turen in het weekblad „Radio Expres" in
het deze week verschenen nummer van dab
blad het thans verkregen succes met de
ontvangst op wisselstroom aan.
De experimenteerende amateur heeft er
al menigen zweetdroppel bij gelaten enl
het was ditmaal een steile hoogte, die be
klommen moest worden langs een doornig
pad.
Maar ook dit vraagstuk heeft men nu
blijkbaar voor het grootste deel onder de
knie. Verleden week bevatte het blad uit
voerige technische gegevens over de benut
ting van het lichtnet om zoowel de lampei!
van den radio-ontvanger te laten branden'
als om ze van plaatspanning te laten voor
zien. 1
Geen accu's en geen batterijen meer! Dat'
wordt wel aanlokkelijk.
Maar acht u nu voor den gewonen ama
teur, die nauwkeurig schema en raadgevin
gen opvolgt, het succes ook verzekerd! Zoo
is.aan R. E. gevraagd.
De redactie, antwoordt beslist: ja!
,,Op voorwaarde, dat men niet werkt van
een lichtnet met abnormale spanningsva
riaties. Overigens is voor luidspreker-ont
vangst op volkomen succes te rekeneu, wan
neer men slechts een klein beetje geduld'
heeft voor experimenteeren. Zeker, men
moet de ontvangst op wisselstroom nog
steeds beschouwen als iet®, dat in bet pro-
■beer-stadium verkeert, maar het éffect uiti
den luidspreker kan werkelijk geheel ge
lijkwaardig zijn aan hetgeen op accu to
bereiken valt. En als men er een paar da
gen mee heeft gewerkt, is de ontvangst be-
driifszekerdev dan op de oude manier.
„Het feit-, dat men alle batterij gekraak
en verzwakking door zakkende accuspan-
ning kwijt i3, laat zich niet onderschatten.
En het heel zachte gezoem uit den luidsnre-
Icer. dat overblijft, en alléén hoorbaar is
alr er gee.n ontvangst is, is feitelijk veel
minder storend dan wat batterijen ons kun
nen aandoen D^t gezoem 13 veel gerinsrer
dan het na.aldseluid van de beste yama-
foon en bovendien nog minder storend. Als
een machtig telcfcnie-station muziek eeeft,
hoort men het zelfs heelemaal TiieU meer.'
In dit verband wordt- nog even gewezen
op een poging van een Fransche firma rm
met een verbazend eenvoudig apoaraahe,
dat tusschen lamefitting en lamn kan wor
den geplaatst eveneens op elk toestel wiss°l-
stroomaanwendin-or mogelijk te maken, on
dat Correteur Grille heet. Aangeduid wordt
waarom dat op zoa- eenvoudige whze ecMer
niet gaat en ook niet ltau gaan. Tegen illu
sies daaromtrent, d'e slechts teleuroUe'liug
geve- wc-i -, "=T^rS4'iwd.
«•n'tfotte n d.-.M!- wca
in de dacvaardin- Mt het uiterste he.eft be.
Perkt. Had hij alle valschhcden aange
bracht, dan zou de rechtbank alleen voor
deze zaak 14 degen noodis hebben Mei ■,o
strafmaat kan er echter re.keninn- mee war
den gehouden. Deze bekl. is echter met
zoo schuldig'als de andere bekl., die hun
ambtsplichten hebben geschonden. Maar
aan den anderen kant moet er reken mg
mee worden gehouden, dat de Staat ernstig
is benadeeld.
Ei3ch: 3 jaar gevangenisstraf.
De verdediging.
Mr. Nysingfc merkt op, dat pers en pu
bliek alleen spreken van <le malversaties
bij het Leidsche ziekenhuis. Dat is volko
men onjuist. Men heeft hier te doen met
ee.n wanbeheer voor den Rijksgebouwen-
dienst van het departement van onderwijs.
De zaken tegen dezen bekl. zijn voortgeko
men uit die wijze van beheer. Bekl. staat
buiten dat bureau. f?l zijn er relaties. Amb-
tenaar is hij echter niet. Wanneer er gel-j
den zijn verduisterd, is er een actie geweest
van de ambtenaren een actie waar deze
bekl. buiten staat. AUes wat er gebeurd is,
geschiedde op aanstichting van het Rijks
bouwbureau; dat is het kardinale punt in
deze zaak. Dit punt heeft het O. M. even
wel buiten beschouwing gelaten.
Dat van aannemers gelden werden ge-»
leend ten behoeve van den Rijksgebouwen-*
dienst en dat hierop 10 pet. rente werd gei
geven, is door de getuigenverklaringen
vast 'komen te staan.
Iedere firma, die met den Rijksgebouwen
dienst in aanraking kwam en geld vooW
schoot, heeft die 10 pet. genoten. Dat blnkj
duidelijk uit de accountantsrapporten. U<
firma's dienden declaraties in, zooal3
dienst dat wilde en wat men niet meesj
'hebben, gaf men terug. De dader is hiel
do Rijksgebouwendienst, die de declare tie#
op laat maken. Bekl. en anderen hebbefl
wanneer de rechtbank er een misdrij
wil zien, alleen middelen verstrekt voof
het feit. Noch juririsch noch feitelijk
bekl. echter de dader. Met welk doe
dienst zoo handelde, kan in de zaak tegeï
V, behandeld worden. 4