Tweede Blad Vrijdag 19 Septembar 1924 UIT DE PERS ,4 EDERLAN0-BU1 TEN-EUROPA EN DE TROONREDE Het Huisgezin schrijft: Merkwaardig mag het heet en, welk een betrekkelijk groote plaats het nederland- sche gebied overzee in de korte Troon rede inneemt. Vroeger moesten de „koloniën" zich veelal met een korte en stereotiepe ver melding tevreden stellen; thans wordt ruime aandacht aan haar gewijd. Is d'it mede gevolg van het feit, dat wij tegenover Nederland buiten Europa an ders staan dan weleer; dat wij interna tionaal breeder hebben leeren kijken en beseffen dat Oost- en West-Indië er niet uitsluitend zijn voor onzen handel en om er goede baantjes te krijgen? Begrijpen wij beter de beteekenis der beide Indiën in verband met onze inter nationale betrekkingen; óók dat wij ten gevolge van ons koloniaal bezit niet een klein landje in een uithoek van Europa, maar een groote mogendheid het vijftig millioen zielen zijn? En dringt het ook meer lot ons door, dat wij groote, te lang verwaarloosde ver- plichingen tegenover Indië hebben, ver plichtingen van ontwikkeling en bescha ving eenerzijdë, verplichtingen als Chris ten natie anderzjds? Juist wat dit laatste betreft, hebben wij in vroegere Troonreden onder dit minis terie meer dan in deze tot bevrediging en hoop stemmende klanken vernomen. Zoo werd in de Troonrede van 1918 de hooge beteekenis erkend van den ar beid der Christelijke zending. Zoo werd in dio van 1919 aangekondigd een wijziging van artikel 123 van het Re- geeringsreglemenJt betreffende het over heidstoezicht op de Christelijke zending. Zoo werd in die van 1922 verzekerd, dat aan de geestelijke en stoffelijke be langen der bevolking, ook der overzeesche gebiedsdeelen, de onverdeelde aandacht der Overheid zou worden gewijd. Zoo heette het in die van 1923, dat de bevordering van de geestelijke en stoffe lijke belangen der bevolking, ook van die der overzeesche gebieden, een onderwerp van aanhoudende Regceringszorg blijft uilmaken. Zeker, thans wordt gezegd, dat de aan staande opening der xechtshoogeschool te Batavia wederom een schrede is op den weg der geestelijke ontwikkeling van ïndi'ë, maar daarnaast is nog zooveel te doen en te laten wat tot verheffing van den inlander srekken kan. De socialistische, meer nog, de commu nistische propaganda in Indië rust niet, de zedelijkheid lijdt er geweld, het inter nationalisme en het bolsjewisme dreigen met afscheuring van Nederland. Daartegenover mag nets verzuimd wat de bevolking aan ons land zou kunnen binden: een rechtvaardig bestuur, opvoe ding tot zelfregeering, de zegen van het Christendom. Tegenover de drieste propaganda der revolutie-partijen en het laisser faire-stel- sel der liberale school heeft een Christen regeering haar plicht te doen zonder iwakte en zonder weifeling. VOOR ééN KEER MET HEM EENS. De Volkskrant schrijft: Zelden of nooit zijn wij het met den heer Simon Maas eens. Daarom verdient het een streepje aan den balk, dat hij difrnaal ee,n redevoering heeft gehouden, waarop we weinig af te dingen vinden. Een redeneering, die getuigt van zooveel gezonden zin en zoo nuchtcren kijk, dat g? *re hem dit bezit niet voor een keer, maar blijvend zouden willen toewenschen. De beer Maas heeft dan gesproken bver "Jl de nieuwe tariefwet. Al dc fraaiigheden, die zoowel de N. R. t Ort. als de sociaal-democratische pers daar tegen debitecren, heeft hij uiteengerafeld. Het praatje vooral, dat het hoogere recht van drie percent de artikelen duurder moet maken. De bewering, vooral door de vereeniging van ijzerhandelaren gecolporteerd, dat de buitenlandsche fabrikant de drie percent op den prijs legt en dat de binnenlandsche fabrikant het natuurlijk ook doet. De heer Maas heeft nog eens duidelijk doen uitkomen en zijn oordeel door het geval met- het Schcenenwetje geïllustreerd dat belemmering van invoer de binnen landsche nijverheid in de gelegenheid stelt, haar productie op/te voeren en dus goed- keoper voort te brengen. Deze belangrijke factor, waarvan we de beteekenis voor de schoenindustrie hebben kunnen vaststellen, wordt door de tegen standers der tariefwet stelselmatig gene geerd. Het meest verbaast ons dit van de so ciaal-demoeraten, die toch dezen zomer uit de besprekingen op bet congres van het N. V. V. hebben kunnen leeren, dat er onder hun geestverwanten zijn, die dezen vorm van bescherming niet afwijzen, maar in het belang juist van de arbeiders toejuichen. Wij moeten niet vergeten, dat de meeste onzer werklieden industrie-arbeiders zijn, en dat, willen we op den duur voor onze sterk toenemende bevolking een middel van bestaan kunnen vinden, uitbreiding on zer industrie onze toevlucht behoort té we zen. Er is geen ande.re uitweg. En willen we ook, dat onze arbeiders in de industrie en behoorlijk stuk brood kun nen verdienen, dan dienen we te zorgen, dat onze nijverheid niet door buitenlandsche concurrentie tot den rand van de bestaans mogelijkheid of daar beneden wordt ge drongen. Me.t te jammeren, zooals het Volk bij het Sigarenwetje deed, dat dan de Duit- schc sigarenmakers het loodje zouden leg gen, lost men voor de eigen arbeiders het vraagstuk niet op, brengt hen integen deel steeds verder van huis. Het doet ons pleizier, dat de heer Ma-as, dien we overigens maar matig bewonderen, in dit ge,val het gezond verstand heeft la ten spreken, en, beter dan de sociaal-demo craten, minder door de politiek beïnvloed, cok liet belang der industrie-arbeiders heeft gediend. KERKHIEUWS Paicr Pesch S.J. 70 jaar. De bekende Duilsche Katholieke geleer de, Pater Heinricli Pesch S.J., heeft den 17dc-n dezer zijn 70sten verjaardag ge vierd. Pater Pesch word in 1854 te Keulen ge- horen, ging in 1872 naar do universiteit te Bonn én studeerde daar theologie. Toen deze faculteit gesloten werd, wijd de hij zich aan de rechtstudiën. Reeds had hij zich voor het examen van referendaris aangemeld, toen hij het besluit nam, in de Sociëteit van Jesus te treden. Na het noviciaat studeerde hij drie ja ren philisofie te Valkenburg en was dan in het opvoedings-instituut „Stella Mali- tuna" te Feldkirch werkzaam, tot hij tot het volbrengen zijner theologische stu dies naar Slonyhurst in Engeland gezon den werd, alwaar hij in het jaar 1888 door bisschop (later kardinaal) Vaughan pries ter werd gewijd. In 1892 werd Pater Pesch aan het pries ter-seminarie te Mainz verbonden. Ter vermeerdering zijner kennis van de volks-economie ging Pesch als 46-jarig priester' naar de universiteit te Berlijn. Inmiddels was hij ook schrijver en rede naar in actie. Van Berlijn uit ging Pater Pesch naar Luxemburg, waar hij aan de redactie der „Stimmen aus Maria Laach" verbonden werd. De redactio zou een groot leerboek uitgeven over nationaal-cconomie, doch, daar haar geldmiddelen niet toereikend waren om het werk te voltooien, keerde Pesch in 1910 naar Berlijn terug. Hij werd rector van de zusters en verpleegden van het gesticht de Goede Herder in Mariëfelde. Zijn groote wetenschappelijke prestatie is zijn voor de christelijke nationaal- cconomie zoo belangrijk vijfdeelig werk „Lehrbuch der Nalionalökonomie", waarin een rijkdom van gedachten is vastgelegd. Om dit hoofdwerk van den schrijver groepeert zich oen heele reeks andere Averken op economisch gebied. In 1923 werd hem door de faculteit der staatswetenschappen van de universiteit te Keulen het cere-doctoraat verleend. Thans werkt de groote geleerde aan de nieuwe uitgave van het 2de en 3e deel zijner „Nalionalökonomie". Het 4e en 5e deel wordt door oen jongeren orde-broeder bewerkt. B8NEIE9iLAniD Het „eenvoudige rekensommetje" betreffende de „étiketten". In artikel 6' van hefc nieuwe kiesregle ment voor den Bond van R. K. Rijkskies- kringorganisatie-s wordt voorgeschreven dat het kringbes tuur bij het maken van de bindende voordracht (voor de Commissie van Advies) en het Bondsbestuur bij zijn aanwijzing rekening houdt „met de ver schillende maatschappelijke groepen," Het. kringbestuur van Drenthe heeft, naar men weet. daarme.e rekening gehou den en een landbouwer, een middenstander en een arbeider voorgedragen (het heeft hen ook, wat het niet had moeten doen, als „vertegenwoordiger" elk van zijn stand voorgedragen). Een inzender in de „Tijd" stemt met de door Drenthe gevolgde methode in, waar- cp de redactio met „een eenvoudig reken sommetje" trachtte te bewijzen, dat de inzender zich vergist. We hebben van een en ander mededeeling gedaan. Kijk eens, zei de „Tijd", Drenthe heeft een vertegenwoordiger van de landbouwers een van de middenstanders en een van de arbeiders op de voordracht geplaatst en een vertegenwoordiger van den „hoogeren stand" alvast uitgeschakeld. Dat is al mis. Maar van de drie door Drenthe voorge dragenen kan er maar één gekozen wor den, zoodat in ieder geval nog twee stan den worden uitgeschakeld en voor Drenthe dan niet in de Commissie van Ad vues ver tegenwoordigd zullen zijn. Bij haar „eenvoudig rekensommetje" ziet de „Tijd" één ding over het hoofd, zoo zegt op haar beurt nu het „Huisgezin", nl.: dat het niet de bedoeling van het kiesregle ment is, dat alle maatschappelijke stan den of groepen voor eiken kieskring ia de Commissie van Advies worden verte genwoordigd (dit kan trouwens niet, daar de meeste kieskringen maar één, dc overige tv.ee vertegenwoordigers krijgen in de we- der-helft van het Bondsbestuur), doch dat in die weder-helft de verschillende maat schappelijke groepen zullen zijn vertegen woordigd. Om dit mogelijk te maken, zullen zij ook cp de bindende voordrachten moeten voorkomen. Kieskringen als Rotterdam, Amsterdam, Den Haag enz. zullen allicht geen land bouwer op hun voordracht brengen, andere geen middenstander; weer andere wel een vertegenwoordiger der leidende standen of (en) een vrouw. Het Bondsbestuur, dat uit de voordrach ten kiest, zal zich omtrent de samenstel ling dier voordrachten (Drenthe heeft het door de „etiketten" bijzonder gemakkelijk gemaakt.) eerst oriënteeren. Het zal, rekening houdend met een ver tegenwoordiging der maatschappelijke groe pen, uit elke voordracht den beste of de beste nemen. Let er op, dat het zal meevallen, al ver klaart de „Tijd" de zaak ook „wiskundig onmogelijk." H. M. de Koningin-Moeder in het Sint Antonius Gasthuis te Utrecht. Tegen half vier Woensdagmiddag be zocht H. M. do Koningin-Moeder, zooals reocls in 't kort gemeld, het St. Antonius Gasthuis te Utrecht. De- Koningin-Moeder, vergezeld door ba ronesse v. Ittersum en den kamerheer Graaf van Limburg Styrum, werd in de vestibule van het gesticht ontvangen door den directeur-geneesheer, dr. Boekelman, en de moeder-overste Zuster "Wiilhelmina. Een dochter van dr. Boekelman bood Hare Majesteit een tuil lila orchideeën aan In de regentenkamer werd H. M. vervol gens officieel verwelkomd door Mgr. v. d. Wetering als voorzitter der Regenten, waarna het Zuslerkoortje haar toezong het „Domino salvam fac reginam nostram". f Do Koningin-Moéder maakte vervolgens een ommegang door het Gasthuis, waarbij dr. Boekelman en Zuster Wïlhelmina Hare Majesteit begeleidden. Ton slotte nam H. M. inzage van de tee- keningen voor de uitbreiding van het ge sticht. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gouda en Omstreken. In de vergadering van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Gouda en Omstreken werd mededeling gedaan van een antwoord van de directie der Ned. Spoorwegen, waarin afwijzend beschikt werd op het verzoek der Kamer om de trei nen 266 en 248 in het belang van reizigers naar Schoonhoven, Boskoop en Waddinx- veen te Gouda te doen stoppen. Ter sprake kwam het dreigend gevaar van weder in werking stelling van het tij dens den oorlog door Duitschland tijdelijk opgeheven invoerrecht op kaas. De meening werd -uitgesproken, dat Ne derland, in verband met c.redietverleening aan Duitschland (welk crediet nog niet is geëindigd) onder bepaling, dat er levens- middelenwoor gekocht möeten worden, wel zou kunnen ageeren tegen de eventueele weder in werking stelling van het invoer recht. Besloten werd, na contact met andere in stellingen, de noodige stappen bij de regee ring te doen. De Rijksbetaalmeesters. Verwacht wordt, dat de opheffing van het ambt van rijksbetaalmeester, waartoe in beginsel is besloten, in de eerste helft van 1925 zal kunnen geschieden. Heht Gij pijn in en lendenen Blijf daarmee toch niet loopen. Akker'3 Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren brengen, U snel behaaglijke verlichting, kalmte en rust bezorgen. Kloosterhalsem verdrijft de pijn Elcctrische boekhoudmachines bij hel Rijk Op de begrooting van het departement van Financiën voor 1925 is een post van f25.000 uilgetrokken voor de aanschaffing van elcctrische boekhoudmachines, welke noodig zijn in verband met de voorgeno men opheffing der betaalmeesterskantoren waarvan de werkzaamheden met behulp dezer machines, naar verwacht wordt, door het thans beslaand personeel der afdeeling Generate Thesaurie zulten worden verricht R.-K. Slagersgezellenbond. Tot geestelijk adviseur van den Ned. R.-K. Slagersgezellenbond „St. Joris" is benoemd de welcerw. kapelaan L. Brink te Amsterdam. Gemengde Serichïen Een ontrouw curator. Verduistering van ongeveer f 100.0001 Men meldt uit Nijmegen aan de ..Tel.": De vorig6 week liep hier ter stede een ge rucht, dat de heer D. G. M., van beroep rentmeester van het Kroondomein, die sinds jaren alhier een kantoor heeft, voort vluchtig was met medeneming van een groote som geld. Men sprak van eenigo tonnen. Wij hebben daarvan geen melding ge maakt, omdat bevestiging van het gerucht niet te krijgen was en de heer M., die veel op reis was, Maandag jl. als naar ger woonte op zijn kantoor vva-s verschenen. Hij had daar het werk geregeld en de ge wone bezoeken ontvangen. Na afloop is hij met zijn auto weder op reis gegaan. Het kantoor was tot op heden openge bleven en bet personeel had tot vanmid dag alle loopende zaken afgedaan. Intusschen is nu toch een bevel tot zijn aanhouding door de justitie uitgevaardigd. UIT DE RADIO-WERELD. Wal er vanavond Ie hooren is 5.20 uur Brussel 265 M. Concert. "Wer ken van Belgische componisten, i 6.35 EL (Eiffeltoren) 2600 M. Mo derne Spaansche muziek. Wer-1 ken van Albeniz, Falla en Gra-i nados. 8.20 2LO (Londen) 365 M Concertl. 8.20 5IT (Birmingham) 475 M. concert on uitvoering van een tooneelstuk. 8.20 M 5WA (Cardiff) 350 M. Twee tooneelstukjes. 8.20 2ZY (Manchester) 375 M. Wag ner-avond. Fragmenten uit Tannhauser, Meistersinger en Lohengrin. 8.20 5NO (Newcastle) 400 M. Zang en cello. 8.35 5SC (Glasgow) 420 M. Concert en voordracht. 8.35 Brussel 265 M. Nieuws en con cert. 8.50 6BM (Bournemuoth) 385 M. Opera-concert. 8.50 2BD (Aberdeen) 495 M, Con cert en zang. 8.50 Berlijn 500 M. SkandinaafschiJ avond, werken van Grieg, Sten- hammer, Ibsen en Strindberg. 9.00 NSF (Hilversum) 1050 M. Voordracht van prof. dr. Jac. van Ginneken S.J. hoogleeraar aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. 9.20 SFR (Radio-Paris) 1780 M. Opera-concert. 10.20 SFR Dansmuziek. Wij vernamen dat de heer M. wordt ge- .zocht, verdacht van verduistering in zijn kwaliteit van curator van den heer J. J. L. van Heunen. Deze laatste was indertijd zeer gefortuneerd. Hij liet o.a. het zgn. kas teel op de Mookerheide bouwen, dat eenige jaren geleden werd verkocht. In 1917 werd de heer L. onder curateele gesteld en de bewuste rentmeester als zijn curator be- noemd. Deze moet het vermogen van den heer L. slecht beheerd hebben, zoodat er laatste lijk nog slechts f 100.000 onder zijn berus ting was. z Het bevel tot aanhouding van M. is uit gevaardigd omdat men hem verdenkt van verduistering van laatstgenoemd bedrag. De rentmeester, die omstreeks 50 jaar cud is, heeft zijn domicilie te Heemstede, waar zijn vrouw en twee kinderen wonen. Hij zelf was gewoonlijk op reis en vertoef de alleen te dezer stede voor de behande ling van zaken. Vandaar, dat men in zijn verdwijning Maandag jl. zelfs in zijn naas» te omgeving niets bijzonders heeft- gezien. Verdronken, Gisterenmiddag vermiste de heer A. G. uit de Trompstraat te Loosduinen zijn 7- jarig zoontje, dat bij hem in de pakloodtf op het terrein van de Coöp. Groentenvei- lirtg aan het spelen was. Toen het kind ook niet thuis bleek te zijn is men in de ha vens op de veiling gaan dreggen. Eerst des avonds om Jl uur werd het lijkje van deiï jongen opgehaald. Het kind schijnt spelen derwijs Ie water geraakt te zijn en zonder cm hulp te hebben kunnen roe.pen verdron ken. anders had het ongeval op een zoo druk veilingsterrein niet onopgemerkt kun nen plaats hebben. Doodelijk ongeluk. Gisterenmorgen ongeveer half tien uur. had in de Emmastraat te Arnhem een droe vig ongeval plaats met doodelxjke.n afloop. De schilder B. Kerner, die bezig was met het afnemen van jalouzieën, viel plotseling door het breken van zijn ladder van een hoogte van 15 meter. De ongelukkige was onmiddellijk dood. Hij laat een vrouw en een 13-jarig dochtertje na. Het auto-ongeval te Zwolle. De 25-jarigo ongehuwde kleermaker B. Kok, die, gelijk gemeld, gisterenmorgen te Zwolle onder een auto geraakte en daarbij ernstig werd gewond, is des middags aan de gevolgen overleden. Een portefeuille met f 122.000 gevonden. Men meldt aan de "s-Hert. Crt." uit- Wy- chen: Dinsdag 16 September passeerde een mo torrijder de Graafsche baan. komende van FEUILLETON DE NIEUWE DOKTER Naar.het Fransch van JULES PRAVIEUX. (Eenige geautoriseerde vertaling.) U) Wat dit materiaal betreft, spreken die Romans slechts over liefde? Liefde. Wiat drommels, inoet ik daarmee aanvangen? Mejuffrouw Francois© heeft een groo ten invloed op baar vader, dat weet ik. En wat een-vrouw wil.Als zij dokter Bravières wil huwen, dan zal zij hem hu- Wen. Een vereischte -is het nu, dat zij wil «n opdat zij wille is het noodzakelijk, dat zij heminne Ik verlang niets liever, dan dat de jonge Bravières en de jonge FranQoise elkander lief hebben, maar opdat iets plaats vinde, is het niet voldoende, dat *nen er naar verlangt. Er heerschte een oogenblik stilte en »eiden zochten, in gedachten verzonken, ®on oplossing. Plotseling riep de eerwaarde heer Mo- Kié uit: Als u mevrouw Poucet eens gingt Opzoeken, om het welslagen van uw plan te bevorderen. Ge weet dat zo reeds heel Wat huwelijken heeft tot stand, gebracht. J Is haar lust en. haar leven, r Mevrouw Poncet, was 't antwoord, terwijl hij zijne lip optrok, is een. zeer £oed menseh, een brave vrouw huiten kijf, ®aar zij is zeer zonderling. Aan gevoels- ^aken ruimt zij hare achting een te groo- 3 plaats m. Philosophisch is zij een ab- onnaal geval. Maar dezen namiddag nog zal ik madame Poncet gaan opzoeken. Het moet innmers Madame Poncet was een weduwe van minstens vijftig jaar, die in het gehucht, op drie kilometers van Brenay verwij derd, een soort kasteeltje bewoonde van een vreemden en wonderlijken bouwtrant, dat zij de villa der Heide had gedoopt. Zonder kinderen, zonder eenigo andere bloedverwanten dan verwijderde neven, was zij na den dood van haar man zich daar komen vestigen op een bezitting, die zij van haar familie had geërfd; hier had zij een villa laten houwen naar het mo del, dat zij in een roman beschreven had gezien. Zij, die haar (en tijde van hare jeugd hadden gekend, waren eenparig in hare verklaringen, dat madame Poncet mooi was geweest, maar hare schoonheid had van haren glans reeds veel ingeboet en zou sedert gcruimen tijd geen spoor meer heb ben achtergelaten, indien madame Poncet door de kunstmiddeltjes der kappers ze niet op den rand van den. afgrond had vastgehouden. In de verbeelding der in woners beschikte zij over een fortuin van ettelijke millioenen; dit was echter over dreven. Mevrouw Poncet mocht zich in het bezit verheugen eener rento van der tigduizend frank, die zij besteedde aan een verblijf te Nizza gedurende den win ter en te Parijs gedurende do lente. Voor Brenay-sur-Andarge was zij de toonaan- geefster der mode. De dames van de stad wachtten elk nieuw seizoen, tot mevrouw hare toiletten had gedragen om de kleuren te kennen, die in de mode waren en te welen wat er gedragen werd. Dan deden zij hare bestellingen aan dc groote maga zijnen van Parijs. De kasteelvrouwe van de Heidevilla vervulde zoodoende voor de dames de rol van een levende illustratie der onbezielde modebladen, die zij uit Pa rijs ontvingen en met de meeste nauwge zetheid bestudeerden. Door madame Poncet als een zonderlin ge te bestempelen, liet pastoor Tliarot haar volkomen recht wedervaren; inder daad zij geleek niet op iedereen. Droome- rig, sentimenteel en romantisch aange legd, behield zij onder de valsche vlech ten, dio haar reeds grijzende haren bedek ten, een wonderlijke jeugd des gemoeds en een frischheid van verbeelding, die pas ontloken scheen. Men vertelde dat haar huwelijk gelukkig was geweest. Om de waarheid te zeggen, waren dan ook vele cn groote ontgoochelingen haar deel ge worden. Toen de boeren van do streek den dood vernamen van mijn/lieer Poncet, riepen zij uit: „Wolk een verlossing voor zijn vrouw. Zoo'n echtgenoot te hebben gehad. Zij zal geen anderen op de markt gaan zoeken". En waarlijk, mevrouw Pon eet ging niet op zoek naar een nieuwen man en zij deed wel: haar geluksideaal was geen marktartikel. Zij wees alle hu welijksaanzoeken, die haar werden ge daan, van de hand. De ontgoocheling bij mevrouw Poncet draaide niet uit op verbittering. Om zich (e (roosten, begon zij mede te vverken aan liet geluk van dcti evennaaste. Onvermoeid ijverde zij om jonge menschen tot een huwelijk te brongen. Wanneer het haar ter ooi'9 kwam, dat een jonge man en een jong meisje elkander behaagden en een goed paar zouden kunnen vormen, dan liet zij hare villa in den steek en kende geen rust, voordat zij hen voor den amb tenaar van den burgerlijken stand en voor den pastoor had gebracht. De fami lies, die een schoonzoon of een schoon dochter zochten, de moeders die wilden, dat hun zonen een levensstaat kozen, wendden zich tot mevrouw Poncet als tot een beschermgodin van den huiselijkcn haard, en steeds snelde zij haar ter hulp. Men zou kunnen meenen, dat door die manier huwelijken tot stand te brengen, mevrouw Poncet zich op die wijzo op haren evennaaste trachtte te wreken voor hare tegenslagen. Niets was minder waar. Zelfzucht was niet in haar ziel doorge drongen; hare groote levensvreugde was, zich ervan bewust te zijn, dat bijna alle huwelijken, waaraan zij don eersten stoot had gegeven of waaraan 'zij had medege werkt, goed gingen; hot zou haar hart Izecr hebben bezorgd te vernemen, dat het anders was. Aan hare klanten wensch- te zij met de meeste oprechtheid van hare ziel toe, dat dc zon van hun huwelijks geluk eeuwig bleef schijnen aan een eeuwig blauwen hemel. Op den weg naar bet gehucht, midden door do bosschen, las de eerwaarde heer Tharot zijn brevier. Onophoudelijke ver strooiingen, waaraan zijn wil part nog deel had, kwamen hem overvallen gedu rende de vespers. „Ik ga nu een stap doen, dacht hij, die mij volstrekt niet aanslaat en ik wilde, (tel ik Sf ïceós van af was. Ik weet niet precies hoe mevrouw Poncet tmij zal ontvangen; ik leef immers met haar op gespannen voet. Doch waarom ook gaat zij hardnekkig voort, in mijne parochie romans te laten rondslingeren, die zij aan iedereen uitleent, romaus, waaraan een min of meer verdacht tintje is. Ik heb haar verzocht er mee op te houden en daar zij er zich niets van aan trok, heb ik niet gewild, dat zij dit jaar deel zou uilmaken van het damescomité, belast met het inzamelen van den Sint Pieterspenning. De ontvangst zal koel zijn. De pastoor ging voort met zijn god vruchtige lezing, terwijl hij iu zijn geest den Ein van den tekst trachtte vast te houden, doch zijn aandacht, doorgaans zoo goed geoefend, ontsnapte hem geregeld. „Ja, zei hij bij zichzclven, zij zal kwaad zijn, dat is iets, wat zeker is, maar in tusschen zal ik haar spreken over een hu welijk, dat moet gesloteu worden. Ik ken haar, zij zal er zich opwerpen, als mijn kippen op de maïskorrels". Op do villa aangekomen, deed pastoor Tliarot zich aandienen en bijna onmiddel lijk verscheen mevrouw Poucet in de zaal. Van stonde af aan kreeg hij de vaste overtuiging, dat zij de kleine kastciding vergeten was, die haar pastoor gemeend had 'haar tc moeten toedienen. Mevrouw Poncet ontving den pastoor met eerbied. Zonder eenige inleiding ontvouwde hij het doel van zijn bezoek. „Om redenen, die hij meende tc moeten verzwijgen, achtte hij het wenschelijk, dat de nieuwe geneesheer, dokter Bravières, mejuffrouw Ghantcau huwde; daarom kwam hij mevrouw Poncet opzoeken, wier toewijding om dergelijke, kiesche onderhandelingen tot een goed einde to brengen hij kende, omdat zij hom zou bijstaan om dit plan naar wensch te doen slagen". Terwijl hij sprak, over- toog een glans van voldoening de trekken van mevrouw Poncet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 7