Nederlanders zijn geen Italianen. Ne
derlanders missen dat hartstochtelijk le-
venei vibrato. Zij missen de explosieve
bezieling, die leeft in Gasimiri's koor,
- waardoor de inzetten soms gemaskeerd
worden tot bazuinstooten. In Nederland
is zeldzaam dat parelend geluid, waarmee
de Sixtijnsche tenoren soms boven do
partijen uitzweven.
Dit moet men in aanmerking nemen bij
de beoordeeling van 't gehoorde. Ook
dient men in aanmerking te nemen, dat
een kerkkoor zonder eenige versterking
den' dirigent ten diensto stond.
Maar juist do liefdevolle energie van
en do absolute toewijding der koorleden,
heeft ons op die uitvoeringen vergast,
waaraan wij gaarne onzen lof schenken
en we hopen van harte, dat het genot
van het hooren dezer muziek ons in do
toekomst niet gespaard zal blijven.
Donderdagavond.
Met een zesstemmig Coenantibus van
Michael Halier deed het koor zijn intrede
Haller is een der beste vertegenwoor
digers der Regensburcrerschool uit de 2o
helft der 19o eeuw. Hij was een grondig
kenner van Palestrina, componeerde voor
al in zijn a cappella-werken contrapuu-
tisch. omdat bij niet hield van wat bij
noemde „Harmonieschwindel". De voor
dracht van dit werk was technisch gaaf;
vooral het slot beviel ons heel goed.
Toen volgde het vierstemmige „Ave
Maria?' van J. Arcadelt van ong. 1555.
Dit fijne en innige werkje werd over 't
algemeen ook heel teer gehouden. Mij
troffen bijzonder de inzetten van "et be-
nedictus" en „Sancta Maria". Bij zoo*n
werkje moeten de tenoren zich nog wat
lyrischer cultiveeren. Grooter krachtsont
wikkeling is heelemaal onnoodig. Maar
beschouw dit nu niet als een onvriende
lijkheid. 't Was heusch heel mooi.
Niet minder hebben we genoten van het
magistrale „Tantum Ergo" van Pales
trina. Hoe breed en statig is hier de rut
werking van Sacramentum. In deze hym
ne meent men soms een sonoor orgeldreu-
nen te hooren. Een enkele maal had ik
een inzet iets forscher gewenscht, iets
meer willen laten uitkomen. Maar 't is
heel moeilijk 't iedereen precies naar den
zin te maken.
UiUEtt's Cantica Sacra hoorden we ten
slotte nog een forsch „laudate Dominum".
Ett leefde in t' begin der 19e eeuw te
München en nam zich bij zijn vocale com
posities steeds Palestrina ten voorbeeld.
V r ij d a gm o r g en.
De kerk, vol licht en bloemen, is reeds
vroeg gevuld en het publiek is wat rus
tiger dan Donderdagavond. Zinnend en
mijmerend orgelspel zweeft door de gewel
ven en schept een sfeer van rust. En
daarboven uit hoort men de eeuwig
schoone muziek van feestelijk klokgelui.
Als wij den HoogEerwaarden jubilaris
in bruisende vreugde ons welkomstlied
hebben toegezongen, begint de solemneele
hoogmis.
Toen het Gregoriaansche Yeni Creator
gezongen werd, hebben we tevens gebeden,
dat de H. Geest ook mocht bezielen den
dirigent en zijn koor. Want nu zou im-
yners die wonderschoone Missa Papae
Marcelli van Palestrina worden uitge
voerd. En we gelooven dat onzer en veler
bede vervuld is.
Daar zetten de eerste tenoren het Kyrie
in, en weldra wuifden in de kerk heen en
weer die sluiers van het schoonste en
teerste melodieënweefsel, dat ooit gecom
poneerd is. Het Kyrie was in alle ppzich-
tpn nobel van bouw en nobel van klank;
we hebben het met groote ontroering aan
gehoord.
Bij het Gloria vreesden we voor een
inzinking: we misten hierin de frisehheid
van het Kyrie; het klong wat brokkelig.
Bij „Gratias agimus" herstelde het koor
zich: toch bleef het „Gloria" het zwakste
gedeelte van de geheele uitvoering, ook
door enkele onzuiverheden. Een lichtpunt
was weer „qui tollis".
Maar met het „Credo" ging alles weer
bergopwaarts. En dit massale gedeelte
der compositie is juist technisch zoo
zwaar. Uit mijn korte notities releveerde
ik het volgende: Mooi en innig was~„et
in carnatus est" en een stralende vreugde
schitterde ons tegemoet bij „et homo fae-
tus est". Grandioos van declamatorische
kracht was „Et Escendit in soelum" en er
schokte een hevig blijde ontroering door
de passage „cujus regni non erit finis".
Ten slotte herinneren wij nog aan de wijze
waarop met het doorwerkte „amen" het
Credo besloten werd. Dat was zeer mooi.
Teen volgde vóór de prefatie een orgel-
mijmering, die ons geheel fcepaalde bij
de voorbereiding tot het. groote werk der
consecratie.
Daarna weer van het koor het Sanctus,
teer van opzet, steeds breeder uitjube
lend.
Dirigent en uitvoerders bleken hierin
geheel zeker van hun zaak. Eveneens was
dit het geval bij het Benedictus, dat geheel
een zwevend, mccliteerend karakter draagt,
doordat de baspartijen hier uitgeschakeld
zijn.
Ook het Agnus Dei met zijn rijke poly
phonic kon ons voortdurend blijven boeien
Na de hoogmis hoorden we weer het
prachtig Tantum Ergo van Palestrina.
Dirigent, koor en toehoorders mogen te
vreden zijn. Het zal ieder getroffen heb
ben, dat deze uitvoering technisch en mu
zikaal veel heter af was dan de Missa
Isle Confessor, die verleden jaar ter ge
legenheid van de Missieweek werd gezon
gen Dit moge aansporen tot nog meerdere
studie en verdieping.
Na deze prestaties was bij bet plechtig
Lof van Vrijdagavond moeilijk meer een
sfjeing tc verwachten. De aard der com
posities kon daar trouwens moeilijk toe
leiden. Onder leiding van den heer Timp
voerde het mannenkoor op verdienstelijke
wijze „O Salutaris" van "Wiltberger uit.
In het „Ave Maria" viel naast den zang
in het eer-te gedeelte een ongewone en
expressieve orgelbegeleiding te waardee-
Tfn.
Van het jongenskoor hoorden wc nog
J?ct zeer fijne „Regina Coeli Jubila" van
Practorius, een leerling van onzen Swee-
linck. Dit was bet eenigo werkje van
oudere componisten. Het Magnificat van
Bavaucllo kenden we tot dusverre niet;
echt Italiaansch werk, zonnig van karak
ter.
Ook liet Te Deum van Perosi was ons
tot dusVerre zoo goed als onbekend. Ook
hierin speelt de zon van het Zuiden. Het
is gebouwd op% Gregoriaansche motieven.
Toch zouden we, om het goed to kunnen
beooröcelen en waardeeren, dat werk nog
een paar malen moeien hooren. Enkeie
heel mooie partijen zijn ons wel opgeval
len, zoo b.v. Te ergo quesumus en het
slot. Het lijkt ons een gelukkige gedachte
van den componist aan 't eindo gedurendo
eenige maten het orgel te laten zwijgen
en alles te concentrceren op de stemmen.
"Wij denken ons evenwel aan het slot
van een reeks plechtigheden een Te Deum,
dat machtiger aandoet, pompeuzer als
men wil. Maar ten slotte zijn er verschil
lende omstandigheden die de keuzo bepa
len.
Nogmaals resumeexend, willen we gaar
ne verklaren, voor alles ten slotte heel
dankbaar to zijn. Er is veel en hoogst lof
felijk werk gepresteerd.
N. J. H. S.
ZILVEREN PRIESTERFEEST
PROF. P. G. GROENEN.
Een intieme viering.
De plechtige H. Mis
op het Seminarie.
Hoewel het zilveren priesterjubileum
van den Warmondschen hoogleeraar in
breeden kring van Katholiek Nederland
wordt gevierd, begon de jubileumhcrden-
king gistermorgen op het Groot Seminarie
te "Warmond toch in betrekkelijken een
voud.
De datum viel immers in den vacantie-
tijd, zoodat zoowel de universiteitsstuden
ten, waarvan prof. Groenen de moderator
is, als de theologanten van het Groot-
Seminarie, waar, zooals bekend, de jubila
ris do H. Schrift doceert, naar alle kan
ten over 't land waren verspreid. Boven
dien was voor de bijwoning der Plechtige
H. Mis slechts een beperkt aantal uitnoo-
digingen verzonden, zoodat do aanvang
der feestelijke viering een intiem karak
ter droeg. Toch hadden vele studenten
hun vacantie onderbroken om dezo plech
tigheid bij te wonen.
De fraaie gothischo kapel met haar uit
bundig jubileerpnd hoogaltaar van laat-
got'hischen stijl was in allen eenvoud ver
sierd. Hier en daar wat groen en bloe
men, zóó aangebracht en opgehangen", dat
zij de kapel feestelijk stemden zonder zich
zelf to zeer op den voorgrond te dringen.
Te half elf begon de H. Mis met al den
liturgischen luister, die de theologantcu
van het Groot-Seminarie aan de kerkelij
ke plechtigheden kunnen bijzetten.
De jubilaris werd geassisteerd door do
Z.eerw. heeren G. L. J. Hoogeman, pastoor
te Amsterdam en pastoor Groenen uit het
aartsbisdom Utrecht, resp. als diaken en
subdiaken. Beide assistenten zijn neven
van den jubilaris.
De liturgische gezangen zoowel als de
Gregoriaansche Missa „Fons bonitatis"
werden door theologanten van het Semi
narie voortreffelijk uitgevoerd. Ons trof
het, hoe goed een weldoorvoelde en met
gloed van innerlijk begrijpen gezongen
Gregoriaansche Mis zich aanpassen kan
bij het Liturgische jubel- en dankoffer,
ook als het wordt opgedragen in vollen
luister.
Een juichend Te Deum was het slot de
zer plechtigheden.
Onder de genoodigden bevonden zich
behalve de familie van den jubileerenden
hoogleeraar: Z.Exc. minister Aalberse,
prof. Barge, boogleeraar te Leiden, mr.
Tepe van het Centraal Bureau der K. S.
A. te Leiden, dr. Meulemans uit Heer
len e.a. Vervolgens afgevaardigden van. do
B.-K. Studenten, pater dr. G. Vrijmoed
O.F.M., moderator van de R.-K. Studs te
Delft, bestuur en afgevaardigden der
Unie van R.-K. Studenten van Nederland,
het bestuur van de Leidscho R.-K. Stti-
dentenverceniging „St. Augustinus", af"
gevaardigden van do Meisjes-Studenten
Congregatie, enz. enz.
Na afloop van de H. Mis vereenigden
allen zich in do groote refter, die ook al
versierd was met groene slingers, waar
Prof. Groenen met een daverend Io Vivat
werd begroet.
Mgr. H. J. Taskin, president van het
Groot-Seminarie, wilde zich de gelegen
heid niet laten ontglippen om den jubila
ris hier reeds het eerst van allen geluk te
wenschen met diens zilveren jubileum,
hetwelk hij deed in oprecht hartelijke
en eenvoudige woorden, den jubilaris tou-
wenschend, dat de volgende 25 jaren van
zijn priesterleven even blij, opgewekt en
glorievol mochten zijn als de vooraf
gaande.
Daarna werd de luncht gebruikt.
De Receptie.
Droeg de H. Mis en daarop volgende
lunch meer een intiem karakter, de re
ceptie, die van 2 tot 4 nur in den middag
werd gehouden, was een ware pelgrimage
van vrienden, bekenden, studentencorpo
raties, collega's enz. die duidelijk deed
uitkomen hoe talrijk cn uitgebreid de re
laties van Prof. Groenen zijn.
Het was een voortdurend komen en
gaan cn slechts aarzelend doen wij een
greep uit de namén van de velen, die
hun hartelijke belangstelling en warme
vriendschap kwamen betuigen. Noemen
wij slechts, behalve degenen, die reeds bij
de plechtige H. Mis tegenwoordig waren;
prof. dr. Alpbons Steger.wcthouder Sanders
uit Leiden, de burgemeesters van War
mond en Sassenheim, mr. Bolsius en dr.
Niemer uit Leiden. Verder deputaties van
de R.-K. Sludentenvereenigmgen uit Am
sterdam, Delft en Rotterdam, oen deputa
tie van „Auxilium Studiosorum" ten bate
van noodlijdende studenten in dé Cen
trale Rijken. Vervolgens vele Eerw. Hoe
ren Geestelijken uit het Bisdom, collega's
en oud-collega's van den hoogleeraar, ver
schillende oud-leerlingen onder wie de
,"\VeJeerw. heer J. Btrotmann uit Leiden de
Wonden
Ërzaakt door branden, snijden
oten, builen eninsectenbeten
ijk behandelen met AKKER'a
KloosterbaEsem
Oostersche Kerk „vertegenwoordigde",
ten. slotte een 50-lal theologanten en nog
vele andere belangstellenden uit Warmond
en omgeving.
De gastvrije kamer van prof. Groenen
was in één rozenkas veranderd. Bloem
stukken bedekten tafels, schrijfbureau,
boekenmolen, stoelen en in een hoek was
een lawine telegrammen neergestort.
Een opsomming te geven van de vele
andere stoffelijke bewijzen van hulde en
hoogachting, welke den jubileerenden
hoogleeraar ten deel vielen, verbied ons
zoowei de bescheidenheid als do onmacht
zo allo recht te doen wedervaren.
Wij moeten volstaan met to verklaren,
dat zij alle getuigden van do diepgevoel
de hoogachting en hartelijke genegenheid,
die prof. Groenen in wijden kring mag'
ondervinden.
Na de vacantie zullen de universiteits
studenten van Leiden, die den jubilaris
zoo gaarne noemen „onze Groenen", het
feest op hun manier herdenken, terwijl
de theologanten na afloop der vacantic-
dagen eveneens in eigen kring een hul-
digingsfeest zullen vieren.
ZILVEREN PRIESTERFEEST
RECTOR A. E. C. HUF.
De voorbereiding.
Wanneer wij ons nederzetten, om (e
trachten op papier weer te geven, hoe het
zilveren priesterjubileum van den Zeer
Eerw. beer A. E. C. Huf, rector van het
St. Clemens Retraitehuis te Noordwijker-
hout, is gevierd, dan wo'en we, dat dc-'ze
schets een, ondanks onze goede bedoelin
gen en pogingen, zeer onvoldoende zal zijn
Immers, het is niet wel mogelijk in do
juiste woorden een beeld lo geveu, op wel
ke grootsche wijze rector Huf door zijn
„parochianen" is gehuldigd.
Het feest van rector Huf loch was oen
heel bijzonder feest Daar, in bet stille,
landelijke dorpje aan den voet der dui
nen, daar staat het huis van afzondering,
als het ware omhuld door een wazigeu
sluier, die slechts opgelicht wordt door hen
die daar binnentreden, om in geestelijke
afzondering enkele dagen door te brengen.
Doch daar in dat huis leeft rector Huf
sinds enkele jaren en afgescheiden als hot
ware van de wereld is hij niettemin bij
de zoo talrijk velen, die, Gode zij dauk,
het Retraitehuis een of meerdere ipalen
bezochten in het midden van het volle,
werkelijke leven.
En die allen zijn na slechts een
enkel bezoek vrienden geworden van den
beminden priester, die in zijn eenvoud cn
hartelijkheid zoo gewild is in den om
gang, die, door zijn priesterlijke deugd
en vaderlijke zorgen, God weet, hoe ont
zettend veel zicleleed heeft gestild, hoeveel
opbeuring en troost heeft geschonken aan
hen, die zulks vroegen.
Dat die velen talrijk zijn is deze dagen
op ondubbelzinnige wijze gebleken uit de
zoo alzijdige deelname aan dit heugelijke
feest.
Reeds maanden tevoren had zich uit de
oud-relraitanten een comité gevormd tot
huldiging van rector Huf. Dit comité be
stond uit de navolgende personen: Aug.
Lindner, eere-voorz., Overveen; II. Stule-
meyer, voorz, burgemeester van Bergen
op Zoom, J. W. A. Beynes, 2e voorz.,
Haarlem, dr. C. J. Vinkesteyn, 's-Graven-
hag, W. Vinko, Bussum, Eug. Hoelen,
Amsterdam, L. J. M. Krul, 's-Gravenhage,
B. H. Kroon, penningmeester, Amsterdam
en W. de Ruyter, secretaris, Noordwijk.
Dit comité rekende bet zich een eere
plicht eraan mede te werken, dat déze dag
voor den jubilaris een onvergetelijke zou
worden en men was van meening, dat dit
niet beter zou kunnen geschieden dan door
een schitterend^manifestatie van de har
telijke sympathie en van de groote erken
telijkheid van alle oud-Retraitanten.
Aan dien oproep is. door velen gehoor
gegeven en hoewel natuurlijk niet allen
konden tegenwoordig zijn, hebben toch
ontelbaar velen, hetzij persoonlijk, hetzij
schriftelijk hun gelukwenschen overge
bracht'.
Naast dit hoofd-comité had zich ook uit
de ingezetenen van Noordwijkerhout een
comité gevormd, bestaande uit de navol
gende heeren: D. v. d. Berg Wzn A. Broek
hof, J. van Dijk, H. S. van Hembergen,
J. M. Hoogenstraaten, N. de Jong, H. N.
de Klerk, A. H. van Noort, J. W. van Pa-
rera, J. van Schoten Azn., J. van Schoten
Nzn. en S. Warïuerdam. i
De plechtige intocht.
Op grootsche wijze is rector Huf Don
derdagmiddag omstreeks 5 uur ingehaald
aan het station Piet-Gijzenbrug.
Toen ZijnEerw. met den trein uit Lei
den arriveerde waren daar met den secre
taris van het hoofd-comité, den heer W.
do Ruyter en enkele comité-leden, o m.
aanwezig de ZeerEerw. heeren J. J. M.
Jansen Smit, rector van het St. Bavo-Ge-
sticht en G. Waterreus, pastoor der St.
Victor, benevens do WclEerw. heeren ka
pelaans W. v. d. Voort en W. H. Polder.
In de stationswachtkamer werd de Eerw
jubilaris, vergezeld van verschillende, fa
milieleden, met e-en kort woord toegespro
ken door rector Jansen Smit, die erop
wee?, dat deze dag voor rector Huf een bij
zonder gelukkige was en de avond, die zou
beginnen, er een zou zijn, die lang aange
name herinneringen zal geven. Noord
wijkerhout. aldus spr., acht zich gelukkig
dit feest te mogen vieren. Het heeft zich
alle zorgen gegeven om U waardig te ont
vangen en namens allen roept spr. den ju
bilaris een hartelijk welkom toe. Spr. hoop
te voorts, dat rector Huf nog vele jaren
zijn mooien arbeid moge voortzette© en
noodigde hem vervolgens uit tot eenrond-
j gang door het dorp, waaruit do jubilaris
zou kunnen zien, hoe Noordwijkerhout als
vriend geheel met hem medeleeft'.
Rector Huf, cndër den indruk van het
geen zou gaan gebeuren, noemde het ver
bluffend niet alleen door zijn geestelijke
vrienden, maar ook door Noordwijkerhout
<e worden ontvangen. Spr. voelde zich
dankbaar gestemd door de woorden van
rector Jansen Smit en vooral trof het
hem, dat hij genoemd was een vriend van
N oordwij kerhou t.
Hierna werd door het gezelschap plaats
genomen in een vijftal auto's, terwijl do
jubilaris met zijn heer-broer, kapelaan F.
Huf, uit Hoorn en eenige andero Eerw.
Heeren Geestelijken In een keurig in de
puntjes verzorgd en met vier paarden be
spannen rijtuig, van den heer L. Beuk uit
Noordwijk aan Zee, plaats nam.
Doos. den Noordwijkerhoek ging het
nu naar het in vlaggentooi gestoken dorp,
alwaar bij de bebouwde kom een stoet van
jonge ruiters en fietsers, versierd met
pauselijke kleuren, stond opgesteld, bene
vens het fanfarecorps „Jeanne d'Arc".
Toen de jubilaris tot hier genaderd was,
werd hij toegesproken door een lid van
het uitvoerend comité, den heer H. N. de
Klerk, dio hem hartelijk gelukwenschte
met zijn zilveren feest. Spr. wees er op,
dat, hoewel ruien wist, dat rector Huf de
zen feestdag liever in alle stilte met zijn
familio zou doorbrengen, de Katholieke
mannen van Noordwijkerhout dit heuge
lijk feest zoo niet zonder meer konden la
ten voorbijgaan. Allen voelden zich door
drongen van eerbied, liefde en dankbaar
heid jegens dezen afgezant Gods en daar
om verzocht spr. den jubilaris hen in tri-
omphtocht naar zijn geliefd Retraitehuis
te willen vergezellen. Spr. eindigde met
den wensch, dat deze tocht een voorafbeel
ding moge^zijn van dien tocht naar den
hemel, als hij het loon voor zijn werken
zal gaan ontvangen.
Onder overgrootc belangstelling van de
zijde der ingezetenen en onder gelui der
klokken werd alsnu naar het St. Clemens-
liuis gereden, dat als het ware in een lust
hof was herschapen. Van builen stonden
tal van laurieren en palmen, terwijl de ver
schillende zalen als het ware een gedaan
teverandering hadden ondergaan. Do groo
to recreatiezaal was een en al witte bloe
men, voor een groot gedeelte geschonken
door de heeren W. de Ruyter, C. J. L. v.
d. Meer en C. P. Alkemade uit Noordsvijk,
terwijl St. Bavo-Stichting tal van pal
men ter beschikking had gesteld.
De versieringscomité's der beido paro
chies hadden hun zorgen aan het aanbren
gen besteed, terwijl de heer W. de Ruy
ter voor de inderdaad keurige opstelling
had gezorgd.
Nadat rector Huf zich van zijn reisge
waad had ontdaan, kwam hij weer terug
tot den ingang van zijn huis, waar een
dichte menschcnmenigte voor het hek
stond geschaard/Terwijl de jubilaris thans
in het midden zijner familio stond, zon
gen de zangers der beide parochiekerken
de Jubiié-Cantate van W. II. van Bescu-
won.
Daarna hield de heer W. de Ruyter de
volgende rede:
Hooggeachte jubilaris
Hartelijk, hartelijk welkom roepen wij
U toe in het St. Clemens huis. dat U zoo
innig Hof is geworden. O, wolk ren heer
lijk geluk stroomt er thans ook in onze
harten, nu wij het groote voorrecht ge
nieten, U bij dezen plochtigen intocht to
mogen vergezellen en U op Uw zilveren
priesterfeest te begroeten.
"Welk een dankbare herinnering moet
het thans voor U zijn, U die in de 25 ja
ren van Uw,heerlijk priesterleven zooveel
werk mocht verirchten, in het bijzonder
voor de de duizenden oud-relraitanten, die
in dit gebouw ware rust door en
dankbare liefde van U mochten ondervin
den.
En nu, nu wij U hier ontvangen, stroomt
ook ons hart van geluk en vreugde over
en is het niet te verwonderen, dat wij allen
met U dit heerlijk feest meevieren.
Wat moet er thans op dit oogenblik in
Uw hart omgaan! Zeker, wij weten het,
in Uw nederigen eenvoud wcnschte U de
zen ontvangst niet,maar op dezen gelukkigen
dag, welke do goede God voor U heeft be
stemd, mochten en konden wij niet nala
ten onze dankbare erkentelijkheid op een
openlijke, grootsche wijze to toonen.
Zeker, wij weten ook, dat U zoo iets
niet verlangde, maar niet alleen de oud-
retraitanten, maar do Katholieken van
Noordwijkerhout wensch ten van deze
schoone gelegenheid gebruik te maken om
U, hoogvereerde jubilaris, te huldigen en
IJ plechtig in te halen en hier te ontvan
gen op een wijze, zooals U het verdient.
Ach, wij, eenvoudige - menschen, wij
schieten te kort om woorden fe uiten, wel
ke bij dezen pleebtigen feestdag U toekomen
Maar wees er van verzekerd, dat wij in
den geest U alles, ja alles toewenschen,
wat U maar gelukkig kan maken, en wat
do goede God voor U heeft weggelegd.
Móge deze dag.en vooral morgen voor U
en Uwe lieve familie onvergeteiijko dagen
blijven. Moge U altijd bijblijven, dat wij
ons aan U gehecht voelen, zooals paro
chianen niet meer kunnen voelen voor hun
herder. Moge het U gegeven zijn in de
volgende 25 jaren wederom zooveel en
kostbaar werk te .verrichten als in het af-
geloopen tijdperk, onder welken vorm ook,
terwijl wij U tevens van ha:te toewen
schen, dat U in gezondheid en altijd met
diezelfde blijmoedigheid en vurigen ijver
moge werken door voor onzo geestelijke
belangen steeds te waken.
Mij is de hooge eer le beurt gevallen U
hier te ontvangen en een hartelijk welkom
toe te roepen. Welnu, jubilaris, treed
thans in Uw huis, hetwelk door de Versie-
rings-cormnissie van Noordwijkerhout in
een lusthof is veranderd.
Spr. besloot dezo welgemeende woorden
met een: Lang leve onze beminde jubila
ris, zijn "familie en het Retrailenhuis,
welke wensch door allen met een krachtig
hoerah! werd beantwoord.
Hierna werd door een dochlcrljo on ejj
zoontjo van don heer Do Ruyter een meer
dan 2 Meter-hoog bloemstuk den jubilaris
aangeboden.
Da jubilaris danklo zichtbaar ontroerd
voor dezo meer dan hartelijke ontvangst
en zegdo toe, dat zijn eerstvolgcndo II. Mis
voor de ingezetenen van Noordwijkerhout
zou "zijn.
Onder zang werd rector Huf vervolgens,'
voorafgegaan door oen stoet van bruidjes
door de schitterende recreatiezaal geleid
naar de kapel, alwaar Zijneerw. eenigo
oogenblikken doorbracht in gebed, terwijl1
do zangers het Voni Creator van Jos.
Stollcwerk vertolkten.
De receptie.
Daarna begon de druk bezochte recep
tie. Een der zalen was daartoo onherkenl
baar veranderd. Do anders kale muren
waren door do goede zorgen van den heer
Kcrckhof, chef bij de fa. Vroom cn Droes-
mann te Leiden, op keurige wijzo met gor
dijnen en tapijten behangen, terwijl fraaie
karpetten het geluid der vloer deinp'en.
Het was een echt fecstolijko ontvangzaal
geworden.
- En dio receptio paslo zich daar zoo heer
lijk bij aan. Het was er een als we er nooit'
gezien hebben. Daar kwam oud en jong,
rijk en arm, van allen rang en stand om'
rector Huf te coniplimentoeren en op een
wijze, dat hij er bijna verlegen mee werd
Daar verscheen op de eerdé plaats de
retraiteclub van N'hrvut zelf, die het zich,
naar do heer A. H. v. Noort, het uitdruk
te, een eer rekende eerste to mogen zijn,
om den jubilaris (o complmienieeren en
te danken voor het vele aangename hun
bezorgd. Ree'or Huf dankte voor do wen
schen en uitte de verwachting, dat zij zoo
vereenigd mogen blijven door dio echte
liefde.
.Daarna kwam de retraiteclub St. Petrus
uit Den Haag, van wie de jubilaris een'
fraai schilderij ten geschenke had ontvan
gen.
Dan was het do beurt aan de rctraite-
club uit Ilillegom en vervolgens, versche-.
nen in lange rijen tal van 'ingezetenen
van Noordwijkerhout, waarorder liet co
mité, do zangers, degenen, dio den stoet
gevormd hadden en vele anderen.
Gedurende deze receptie zorgde het fan
farecorps voor do noodige afwisseling
door verschil lend o muzieknummers.
's Avonds na het diner was er opnieuw
receptie. Toen kwamen de cud-rctraitanten
van Lisse, tevens oud-parochianen, wijl
rector Huf verschillende jaren aldaar ka
pelaan is geweest.
Wegens verhindering van den heer P.
Warmerdam, werd hier het woord gevoerd
door den heer A. G. Schrama, dio den ju
bilaris dankte voor al hetgeen hij voor de
parochie Lisso in het algemeen dn voor do
retraitanten later in het bijzonder heeft
gedaan.
Onder overhandiging van een couvert
met inhoud uitte spr. de bcvSte wensehon
voor do toekomst.
Het slot van den avond werd gevormd
door do huldiging van het hoofdcomité,
Daarvan waren aanwezig do heeren Aug.
Lindner, H. Stulemeyer, J. W. A.- Beynes
W. Vinko en W. de Ruyter.
Het woord werd gevoerd door den heer
H. Stulemeyer, burgemeester van Bergen
op Zoom, oud-wethouder van Rotterdam.
Deze schetste in het kort do totstandko
ming van het comité, waarvan hot meeste
werk door secretaris en penningmeester is
verricht en als voorz. was 't spr. ccn aange
name taak den jubilaris te mogen toespre
ken, omdat te spreken over rector Huf,
wanneer men 8 jaar retrailant is, gemak
kelijk is.
Als rector hoeft Zijneerw. veel te zor
gen, zoowel voor do geestelijke als stoffe
lijke belangen. En omdat hij weet, dat er
tusschen beide een wisselwerking beslaat,
wist hij met liefde en tact cn met groot
aanpassingsvermogen dit vraagstuk ten."
opzichte van iederen rang en stand op te
lossen.
Alhoewel zelf temperamentvol wist hij
toch steeds zijn zelfbohcersching te bewa
ren en zijn vaderlijk gezag over allen rang
en stand to deen gelden, en zulks op een
wijze, dat hij daardoor de harten der re
traitanten altijd won, omdat zij wisten, dat
hij het deed uit liefde, die' hij alleen kon
vinden bij God, wiens uitverkoren dienaar
hij was. Met opoffering van eigen belan
gen was hij alles voor allen, omdat hij vu
rig verlangde, dat allen God zouden ken
nen zooals hij.
Do oud-retraitanten b.-bben echter blijk
willen geven van hun dankbaarheid. Zijn
woord: „Ik bjm eenvoudig rector Huf",
was steeds karakteriseerend, want rector
Huf was»een persoonlijkheid.
Die dankbaarheid wilde men uiten in
tweeërlei vorm, n.l. een prachtig bloem
stuk, waarvan de kleuren in verschillenden
vormde verschillende gevoelens weerga- t.
wen, en een portefeuillo met inhoud als
zinnebeeld van do intensiteit van dio ge
voelens.
De namen van al degenen, dio een bij-
drago liebbeh geschenken, ten getale van-
ruim 1100, w.o. verschillende retraite-
clubs, zijn gcealligraphecvd in ccn fraai
gedenkboek, waarin- do volgende opdracht
staat geschreven:
Aan rector Huf, enz.
„aangeboden op den 15en Augustus 1924,
bij gelegenheid van do plechtige viering
van zijn Zilveren Priesterfeest, cm den
vromen Priester, den liefdevollen verzor- I
ger van do geestelijke en stoffelijke he- 1
langen der retraitanten, tc danken voor
zijn innig bartelijken omgang, waardoor
in de zielen der retraitanten do liefde tot
God en tot den even-mcnsch werd bevcs-, j
tigd en aangewakkerd, Christus en Zijn
Kerk.tot eero cn den zielen tot zaligheid", i
Met clcn wensch, dat Zijneerw. zoowel
tot eigen gee t dijk welzijn cn tot heil van
velen nog lang jaren mogo verken in
's Heeren wijngaard, al is het dan on een
verborgen plaats, bcslcot do heer Slule-
mcyer zijn indrukwekkende réde.
De jubilaris dankte bewogen veer zoo
vele blijken van liefde cn toegenegenheid^