Tweeds Blad Zaterdag 12 Juli 1924 De Nederlandsche Staatsinrichting, Bisitenl. Weekoverzicht. HET STERVENDE LAND. DE CAND10AATSTELUNG. Op den vastges telden dag. Koste loos verkrijgbaar. Waarom juist 20 hokjes. Geen zorg! Mis geraden. Om welke reden ook do gemeente moet vermeld wor den. In optocht. Makkelijk een verzuim. Wat nu? De oordeelvelling Zonder vorm van proces. De eindbeslissing. Wanneer volgens ons nieuw algemeen Kiesreglement de voorbereidende werk zaamheden zijn verricht, en de candidaten, tra^van een aantal als R.-K. Kamerleden zal optreden, definitief zijn aangewezen, moeten op den daartoe vastgestelden dag d6r officieele candidaatstelling gewoon lijk den voorlaatsten Dinsdag der maand j£ei hij den voorzitter van liet hoofd- alemhureau de lijsten worden ingediend. Dezo min of meer koude plechtigheid geschiedt ter secretarie der gemeente, waar het hoofdstembureau gevestigd is, dus bijvoorbeeld te Maastricht, te Leiden, te Utrecht. De indiener behoeft echter niet al te vroeg op stap, wat met den zomertijd een buitenkansje is; weliswaar kan hij met zijn bagage 's morgens om 9 uur al terecht, maar als hij 's middags om 4 uur zijn taak volbracht heeft, dan is hij ruimschoots op tijd. Nu moet hij maar juist dien dag der candidaatstelling weten, zoo zal men op merken. Terzijde gelaten de gewichtige quaestie, of dat nu eigenlijk niet meer is dan zijn plicht, wordt hij als trouwens ieder burger ten overvloede aan dién dag herinnerd. Minstens drie dagen te voren immers brengt in elke gemeente van ons le burgemeester het belangrijk feit (er openbare kennis. Maar, kan elk persoon zoo'n lijst indie- jn, mag hij er candidaten op plaatsen, die en zooveel als hij verkiest, moet hij rich houden aan een bepaald formulier of hoeft hij slechts op een onverschillig stuk papier wat namen to krabbelen? Die vra- gen stellen is ze beantwoorden. Want voor eerst. is natuurlijk wel degelijk een be paald formulier vastgesteld; exemplaren oran-worden gedurende drie weken vóór en op den dag der candidaatstelling koste loos verkrijgbaar gesteld. Op zoo'n formulier riet men vooreerst een twintigtal hokjes staan voor do namen der candidaten op deze wijze: ,M.,r Voorletters of w I,AAM Voornamen Woonplaats 8 enz. tot 20j Waarom er juist 20 hokjes gezet worden in niet meer of minder, spreekt van zelf. Op een on dezelfde lijst mogen immers hoogstens 20 namen voorkomen. De namen ilf kunnen en mogen kris, kras door alkaar gezet worden, zooals de onder- leekenaars zelf verlangen. Men behoeft ïich niet te storpn aan alphabet, waardig heid of geslacht. Met deze onaantastbare vrijheid der onderteekenaars kan wellicht een of an- candidaat zich heelemaal niet ver enigen. Hij kan misschien zich geenszins levreden stellen met het nummer, waarop hij geplaatst werd, ja zelfs mogelijk met do candidaatstelling zelf geen genoegen nemen. Geen zorg. Want met de lijst moet zijn (volgens bepaald formulier) ichriftelijke of als hij zich toevallig op ?en vóór-zomerreis je huiten het Rijk be vindt. telegrafische verklaring óverlegd worden, dat hij, de candidaat, in zijn can didaatstelling op de bepaalde lijst bewil ligt. De lijst zelf moet verder volgens dit onderteekend worden: Hnndleekeningen der Kiezera Gemeente op welker kiezerslijst zij voorkomen 3 tot minstens 40 Kijk, concludeert wellicht iemand, de lijst moet dus door 40 man of vrouw on derteekend worden. Misgeraden, want 25 ondertoekeningen zijn al voldoende. Maar dan moeten die ook zijn van lieusche, echte kiezers, die in den kieskring voor de Tweede Kamer kiesbevoegd zijn. Daar echter een vergissing gauw gebeurd en mogelijk een of andere onderteekenaar niet gerechtigd was zijn naam te zetten, mag men voor de zekerheid! meer menschen laten onderteekenen: om daartoe gelegen heid te geven worden alvast wat meer hok jes gezet, dan strikt noodzakelijk zijn. Als maatstaf, als kenteo'c.en, al3 eenigst doorslaand bewijs voor kiesbevoegdheid geldt ten slotte, zooals we weten, het ge plaatst zijn op de kiezerslijst. OnY .deze reden moet do onderteekenaar achter zijn naam ook do gemeente vermelden, waar hij als kiezer genoteerd slaat. Is deze gemeente toevallig do stad, waar het hoofdstemburcau gevestigd is, dan is hij 'van allo verdere formaliteiten vrij. Want de Burgemeester, die immers voor zitter is van het hoofdstembureau, kan ^ich gemakkelijk even van de waarheid overtuigen. Wat anders is het, als do ondergeteekende man of vtouw elder3 ge boekt is. In dat geval moet n.l. bij de inleveinng der lijst ook nog een verklaring van den betrokken burgemeester gevoegd worden, dat de onderteekenaar(ares) niet gejokt heeft doch werkelijk in zijn ge meente op de kiezerslijst staat. Wanneer alle paperassen in orde rijn, begeeft tenminste één der onderteekenaars, welbewust van het groot gewicht zijner 4aak. zich op den bepaalden tijd naar het hoofdstembureau, om de lijst in te dienen. Desgewenscht kunnen de candidaten in optocht meetrekken. Met een min of' meer vriendelijk gezicht aanvaardt de voorzitter het document, doet het onverwijld op do secretarie neerleggen en geeft den indiener een ontvangstbewijs. Deze verdwijnt van het tooneel. Niettegenstaande de grootste nauwkeu righeid kan toch zelfs op een met' do grootste zorg samengestelde lijst makkelijk een verzuim voorkomen. Een ongeluk ligt in een klein hoekje. Verschillende dier ongelukken echter kunnen nog goed afloo- pen.~ Want als het hoofdstembureau bij zijn onderzoektot bevinding komt, dat een lijst niet door 25 geschikt© personen was onderteekend, de candidaten hiet be hoorlijk er op staan, een of andere ver- eisckto verklaring van candidaat of burge meester .ontbreekt, dan geeft het van die misslagen dadelijk kennis aan den indie ner, die binnen drie dagen zijn verzuim kan herstellen. Deze goede man, dio misschien in volle gerustheid dacht rijn zaakje er heel knap afgebracht te hebben, kan intusschen spoorloos verdwenen zijn; hij is misschien een tochtje langs den Rijn gaan maken of heeft wat hij des levens broosheid mo gelijk is de groote reis naar de eeuwig heid aanvaard. Wat nu? Voor het herstel der verzuimen is zijn vertrek geen onover komelijk bezwaar. Want bij verhindering of ontstentenis des indieners kan een der overige onderteekenaars in de volgorde, waarin rij de lijst hebben onderteekend, zijn plaats innemen. Wanneer de indiener of zijn plaatsver vanger in staat gesteld rijn de gemaakte fouten te verbeteren of zo het doen willen, moeten ze zelf weten gaat het hoofdstemliureaü uiterlijk op den achtsten dag na de inlevering rijn vonnis uitspreken zoowel over de lijsten zelf, als ook over dé candidaten, die zich er heel vreedzaam op bevinden. De zitting, waarin, deze oordeelvelling- geschiedt, is openbaar en wordt met dag en uur^n een nieuwsblad aangekondigd. Ongeldig worden verklaard de lijsten, die niet op tijd of volgens het bepaald for mulier rijn ingeleverd of niet door het ver- eischt aantal geschikte kiezers zijn onder teekend. Welke alleen zulké gteschiktfei kiezers rijn, hebben wij reeds vermeld. Tot de ongeschikte worden bovendien rij gerekend, die de arrogantie hebben begaan om meer dan Üfén Kjst te onderteekenen. Op hét officieele stembiljet komen even min die lijsten, waarop alle candidaten worden geschrapt, om de eenvoudige reden dat er geen geldige slem op zoo'n blanco- lijst kan worden uitgebracht. Die schrap ping is behoeven wij het nog te zoggen? niet willekeurig, maar geschiedt een voudig om nalatigheid aan de wettelijko voorschriften. Wanneer b.v. de candidaat niet netjes en behoorlijk met naam, toe naam en woonplaats in zijn hokje schit tert, als zijn bewilliging ontbreekt, als hij no. 21 of lager staat, of de stoutheid heeft begaan rich in denzelfden kieskring op nog een andere lijst of zelfs lijsten te laten zetten, dan wordt hij zonder vorm van proces, zonder pardon „afgevoerd". Djt „zonder vorm van proces" he teekent ech ter niet, dat men hot met de schrapperij of ook ongeldigheidsverklaring eens moet zijn. Elke kiezer kan in beroep gaan hij Gedeputeerde Staten, die de eindbeslissing geven. FR. CÜNIBERTUS SLOOTS, Weert. O. F. M. Het is nu de lijd van de eindexamens en van de vacanties, do tijd om te genieten van het verrukkelijke zomerweer. Er is een gouden gloed van zon; er is een windje, dat de heerlijke geuren aanwaait van builenRuiten, waar de hoornen en de hosschen zijn, waar de velden liggen en de groene weiden, waar het water blinkt en schittert en de duinen golven. Daar op een duin zitten, geloof ik, Mac Donald cn Herriot en dé laatste wipt' den Engelschman een beentje "en laat hem van de glooiing naar heneden rollen. Maar dat zal wel niet zoo. zijn. Ik denk, dat ik het zelf hen; maar misschien zijn het mijn gedachten, die hui ten ver weg - rond dolen en ergens wegrollen, de hemel mag weten waar naar toe. Het is zulk goddelijk wer: de zon speelt, de wind stoeit, alles is zoo mooi... Maar daar is Mac Donald weer. Hij zit in Parijs nu, en is verkouden. Zijn dierbare collega Herriot heeft zoo juist oen glas water met Emser-zout naast hemmeergezet. Ze praten. 1 i Groote genade, wat kunnen die mjenr schen praten, zwamneuzen die ze rijn. „Mon cher Mac Donalde ,hoe kom je er toch in vredesnaam bij om de eminente mannen van do Commissie van Herstel te willen vervangen door andere obscure lui? Mon dieu, en dan nog te praten van dat internationale hof van Justitie daar er gens in het Noorden, in de huurt van de Noordpool?" „Tlie Hague" kucht Mac Donald. „Eek? Aak? La Haye' Juist daar Is het. Hoe kom je op het idee?" „Meening van de Bruche, uche, Britsche regeering, my dear". „Jongen, wat hebben ze te keer gegaan, Poincaré en de rest. Ik heb water en bloed gezweten. Ik transpireer nog; jammer dat je als minister-president je jasje niet kunt uittrekken. Maar a propos, ze hebben ge zegd, dat ik mij daar hij jou op dat aller aardigste buitentje in de luren heb laten „In de 1Shocking 1" „AbominableMaar wij moeten dat ver anderen. Nog een hoestpastille? Wij moesten gauw een gemeenschappe lijke verklaring schrijven. Neen, vermoei je maar niet, ik zal wel schrijven. De Commissie van Herstel blijft ritten waar ze zit". „O Yesl Maar de Britsche regeering ïs van meening, dat een andere organisa tie „Die doen we d'r bij. Maar krijgt niets te zeggen", „Tja, maarals die Amerikanen dan maar willen schokken?" „Ja, die Amerikanen, daar heb ik niet aan gedacht". „Stop er één in de Commissie van Herstel. Daar is nog een stoel leeg". „Maar als-t-ie- z'n mond opendoet" „Dan duwen ze er een' stuk kauwgom in l" De pers komt binnen. Nare kerels die pers-muskieten. Mac Donald begint: „Mijne heeren. Wlij staan aan het be gin van een volledige suLsïantieele over eenstemming. (Hij roert in rijn glaasje met Emser-zout en besluit om van de Roer maar niets te zeggen). Maar alles gaat niet opeens, ik kan niet tooveren. pardon, wij kunnen niet tooveren. (Aan doenlijke te.ekenen van overeenstemming tusschen de beide premiers). Verder staat alles op dat papiertje, dat wij samen" (slokje Emser-zout-water) Herriot: „Maar d'r staat niet alles op. Er kunnen nog problemen aan worden toegevoegd". Mac Donald: „Vervolgens moet ik u er vooral op wijzen, dat er.(hij slurpt hét laatste droppeltje uit z'n glas) niet meer uitgehaald, moet worden als er in zit In die gemeenschappelijke verklaring, be doel ik". i Da pers af. r, „Nou en.wel bedankt, m'sieur Mac. Donalde. Nu zullen ze heusch niet meer zeggen, dat ik me door jou in de luren heb laten leggen' Als ik je nog eeris noodig heb, zal ik je wel roepen, hoor". Mac Donald af, kuchend en niet al te frisch in het hoofd, met een vaag voorge voel, dat hij strak3 in Engeland niet zeer enthousiast zal worden ontvangen. Het misverstand. Maar de zaak is eigenlijk veel te ernstig en te be langrijk zelfs bij het mooiste zomer weertje om erover te ginnegappen. Voor degenen, die liet naadje van de kous willen .weten, het volgende: Herriot keerde van do Chequers terug en sprak van volledige overeenstemming. Kort daarop schrijft de Britsche regee ring een uitnóodiging voor de Londen- sche conferentie aan alle geallieerden, be halve aan Frankrijk dat was niet noo dig, waht die conferentie was immers de vrucht van de besprekingen op de Che quers. Die uitnoodiging ging vergezeld van een program, waarin eenigo opzien barende dingen voorkwamen, waarover wij verleden week reeds hebben gespro ken en waarvan de voornaamste was, dat voortaan niet de Commissie van Herstel (die overwegend Fransch is) een in ge breke blijven van Duitschland wat betreft de nakoming van het Dawes-plan zou constateeren, maar een nieuwe (niet over wegend Fransche) organisatie, terwijl bij oneenigheid de zaak zou worden voorge legd aan het Haagsche Hof van Interna tionale Justitie. En aan het slot van dit document stond: „De Britsche regeering heeft de eer met het bovengenoemd doel (n.l. over deze voorstellen, te discussi eeren) de geallieerde regeeringen, uit te nooddgen een conferentie te Londen op 16 Juli bij te wonen". "Wat lag meer voor de hand, dan dat Frankrijk en Engeland het reeds daarover waren eens geworden. Hetgeen een groote concessie zou beteekend hebben van de kant van Frankrijk. Al spoedig bleek even wel, dat Herriot het volstrekt niet eens was met dat program en uit de verwarde ^verklaringen" was wel zooveel op te ma ken, dat er ergens een stommiteit was ge pleegd. Herriot, wien men verweet, dat Jiij zich op de Chequers door Mac Donald dn de luren had laten leggen, kwam ge ducht in de knel, zóó zelfs dat men dacht, dat hij wel eens ten val zou kunnen wor den gebracht nog vóór den 16on Juli. Mqc Donald kwam (oen lïaastig naar Pa rijs, niettegenstaande hij nog niet her steld was van een aanval van bronchitis en zijn verlangen om de pas herstelde sa menwerking te behouden was zoo groot, da't hij het heele Britsche plan liet varen en nagenoeg op alle punten' het Fransche standpunt aanvaardde. De Commissie van Herstel behoudt haar bevoegdheid, om in geval van een moed willig en flagrant in gebreke blijven van Duitschland, dit te constateeren. Zij zal ook vaststellen wanneer de Roerbezelting zal worden opgeheven. Wat dus wil zeg gen, dat de Franschen met de hulp van de Belgen, door middel van de Commis sie kunnen dóen wat rij willen, hun zin kunnen doordrijven. De eenige concessie, die gemaakt is van. Fransche zijde, os de aanbieding, dat de Amerikaansche commissaris-generaal voor de betalingen 1 waarvan het rapport der deskundigen spreekt aan de commis sie zal worden toegevoegd. Jammer genoeg blijkt uit een telegram van Washington, dat Amerika déze ópïoiSM sing denkelijk niet kan goedkeuren. Z(j willen er nog eens over denken, maai. trekken een zuur gezicht. Dat wordt een mooie boel. Over de Roerkwestie wordt niet gespro ken, daarover bestaat dus waarschijnlijk' zelfs nog geen „begin van overeenstem-* ming", ofschoon er van Duitsche rijd* herhaaldelijk op wordt gewézen!, dat' Duitschland met het deskundigen-rapport alleen wil meewerken als de Roer ont ruimd wordt. De Amerikanen willen hun geld ook niet geven als het rapport niet in z'n ge heel wordt aanvaard, als derhalve do eco nomische oenheid van Duitschland niet' wordt hersteld. Bovendien wenschen zij garanties, dat het geleende geld niet ver loren zal gaan door een militaire of poli tieke actie van eenige geallieerdo regee ring, door een herhaling van hét Roer- avontuur. Als Frankrijk ln de C. v. H. z'n zin kan doordrijven is inderdaad zulk een garantie nog niet gevonden. Dat Poln-« caré zulk een uitbundige hulde aan Her riot brengt is een veeg teeken. Duitschland is zeer teleurgesteld en wil met alle geweld op de conferentie verte genwoordigd zijn, daar het niet wenscht, dat hem de voorwaarden en de verplich tingen van het deskundigen-plan zullen; worden gedicteerd. Met andere woorden: wat er van da? deskundigen plan moet terechtkomen, Is een raadsel. Men kan zich echter troosten met de ge-* dachto, dat het er in allo romans zoo naar toe gaat. Nooit zijn éfe gelieven zoo ver van elkaar verwijderd als tegen het einden toch krijgen m mekaar op de laatste pagina. Het is te hopen, dat do a.s. Londensche conferentie zoo'n laatste' pagina zal zijn en' tevens het begin van een nieuw boek, het boek van den werke- lijken vrede. Opstanden. Helaas, men spreekt van vrede, "vrede en er is geen vrede. In Marokko b.v. gaat het er heet naar too. -Het is er heet; uit Algiers werd dezer da- gén een' temperatuur van 149 graden Fah renheit gemeld en het zal in Marokko, dat er betrekkelijk niet ver vanaf ligt, wel niet veel minder heet zijn. Bovendien; wordt er heet gevochten. Gelukkig vliegen er ijsvliegtuigen boven de belegerde blok huizen, die stukken ijs naar beneden la ten vallen, juist in de glazen Ranja of kwast met spuitwater, 'n Ideale drank, kwast met- spuitwater Maar, ik had het over Marokko en wil de maar zeggen,dat de Spanjaarden er nog een harde dobber hebben, terwijl de her haalde nederlagen er niet toe bijdragen om het pi^estige van de militaire regeering in Madrid te verlioogen. De militaire re- gecring, die nota bene de burgerlijke re geering heeft omver geworpen wegens de nederlagen in Marokko. Ook in Brazilië is een opstand uitge broken. In Sao Paolo was een stelletje on tevredenen, die op een goeden dag besloot zelf te gaan regeeren. Troepen werden ge zonden, 400 man omver geknald en do rust1 was weer hersteld, aldus berichtte de Bra- ziliaansche regeering. Maar andere berichten zeggen, da? Sao Paolo nog in handen der rebellen is. Nu beginnen er weer 'n paar in Santa' Cruz in Bolivia; ook in Albanië is het on-* rustig. En dat alles bij bet mooie weer; het is onbegrijpelijk. M o s k o u. De naam van deze stad geeft mij altijd een gevoel van frischheid', misschien om de laatste lettergreep van dien naam, misschien omdat het er in cLen! winter ook werkelijk frisch is. Dat neemt evenwel niet weg, dat het er nu toch heel broeierig sdhijnt te zijn. Terwijl de Bolsje wieken aan alle kanten om erkenning zeu ren en om kapitaal om het kapitalisme te' bestrijden het eerste krijgen ze wel maar met het tweede lukt het met* erg J zijn do Moskousch9 heeren klaarblijkelijk! aan 't zoeken, boe ze bet best de regeerin- gen, die hen erkend liebbeni, omver zullen' werpen. Op het oogenblik schijnen ze be- zig hun actie te concentreeren op den Bal-* kan en wel bijzondeT in Bulgarije. De bedoeling van Moskou zou rijn ge bruik te makeu van de in do verschillende S'güiLLETQü Je bent nog altijd' even lief, ant woordde bij. Om je te- zien, wil ik kilome tre afleggen. Moeder Nesmy wilde niet ht ik tot bier kwam om wille van de reiskosten, doch ik heb haar gezegd: „Ik cot nog liever niet". En dat is waar Rou- tille Zij kon zich niet inhouden van hot lachen -' Je kon steeds goed praten, Jean Nes- foy. ik bespeur geen verandering bij je. Er zijn er goenzei hij, terwijl hij *ijn hagelwitte tanden liet zien. En onmiddellijk vergat zij hare onge rustheid, Het scheen aan beiden dat rij elkaar niet verlaten hadden, zoo gemakke- 'jk rolde do woorden over bun lippen. De kaars beefde onder bun woorden, p Zeg eens, RousiUe, hoe staan onize zaken.^Ben je gelukkig? Niet al te zeer. Wij hebben op Fro- roentière niet veel geluk. We hebben bier «eden verkoopdag gehad, 't Is spijtig Toor onze meesters! Onze edelen in de Bocage zouden dat wiet toegelaten hebbenI zei de jongen, de lü flrat oplichtend. Overigens, hei-nam RousiUe, sedert -taiiQoLs vertrokken is, is hier niets meer (Ion haak. Driot is ontroostbaar ove!r z'jn héengaan. Nu nog? -Ja, au nog! Men meende dat hij op- «eruin^ was bij rijn terugkomst. Welnü, dezen avond weende hij. Wat heeft hij ge daan. Is bet uit angst dat onze pachthof ook verkocht wordt? Was het iets anders? Uit hem kon men niet wijs worden. Misschien heeft hij oog op een meisje van hieT? Ik zou het willen, Jean, voor hem en voor ons, want zijn huwelijk zal het onze bespoedigen. Al onze hoop ligt in mijn broeder André, want als hij niet trouwt, dan zijn wij grijs alvorens ons op het al taar te kunnen vereenigen. Vader zal mij niet laten vertrekken zoolang er geen an dere huishoudster dn de familie is. En hier te komen wonen met Mathurin Hij veracht ons beiden te erg. Wij zouden steeds ruziën op Fromentière. Nooit zal vader toestemmen' om met Mathurin op de hoeve te blijven Spreekt hij ooit over mij, als hij werkt? vroeg Jean Ik ga nooit 't veld in, antwoordde Rousille, maar op zekeren avond heb ik hem tót mijn rieken broeder hooren zeg gen: „Val den jongen uit Bocage niet aan. Ik heb hem wel mijn dochter gewei gerd en ik heb goed gedaan, doch hij werkte dapper, hij had liefde voor onzen bodem" Achter het tralietje kleurde van fierheid het gelaat van den ouden knecht. Dat is waar, dat ik den akker hier lief had, om u Rousille. Dus, wil André niét trouwen? Dat 'zeg ik niet. Hij is nog 'altoos be droefd. Dooh 'de 'tijd zal hem wel genezen'. Wii zullen André voor ons hebben. Den dag vaq. uwen brief heeft hij mij met veel liefde gesproken. Hij heeft mij beloofd mij te helpen, doch zei niet hoe. Is het voor binnenkort? Ik denk van ja, Rousille, want hij sprak die belofte heel heslist en kranig uit en scheen zeker van rijn stuk. Nu sprak zo opeens stiller. Hebt gij iets gehoord? vroeg rij. Neen, niets. In het bakhuis verroerde zich iets. Zie mij aan, RousiHe, daar is niets, dat verroert, antwoordde de jongen. Weder draaide rij l^r gezicht naar hem toe, lachend zei rij: Men riet wel da/t .gij nóóit schrik hebt. Waar waart gij zooeven verborgen* alvorens ik het blind opendeed? Tusschen bet stroo. De wind waaide eitg koud, die mijn ledematen verstijfd heeft en wijl ik niemand zag, heb ik een beetje geslapen. 1=1 Ja? En wie heeft je gewekt? Turk, toen hij uw knecht begeleidde. Hoe, de knecht? zei Rousille verwon derd. Ik heb den hond hooren blaffen; doch ik dacht dat hij een arbeider aanviel of dat hij je herkend had. ?=-* Je weet goed, Rousille, dat hij nooit tegen mij blaft, sedert wij samen op jacht zijn gegaan. Neen, ik ben zeker, dal de knecht uitgegaan isHet slot is terug gevallen Ik heb drie, vier passen aan den anderen kant van het huis gehoord en hét gerucht van een geworpen steen. Dat was de lmecht, zeg ik je, of je broeder. Ik ben er zeker van dat een man van Fromen tière uit is gegaan. Zij verbleekte een weinig en richtte zich' dan op. Maar neen, zeide zij. André gaat niet ap de lier als gij komt! André gaat ook niet n'aar Challans, gelijk FrancoisIs misschien Mathurin niet uitgegaan om ons te bespieden?Pas op, Jean Nesmy, wees voorzichtig. Hoor, luister'-... Zij nam de kaars en lichtte nu even in bet vertrek. De vlam wierp -een roóden schijn op de meubels. Het is waar dat er rich iets in het bakhuis verroert. Stil werd de deur geopend, die grijnsde in haar hengsels. Rousille werd doodsbleek. Doch rij had een moedig hart en dragende de kaars in haar hand, ging zij heel stil tot bij de deur, ontgrendelde deze en opende ze plotseling. 't Was Turk, die rond haar kwispelde. Een felle tocht blies geweldig van den anderen kant. -- Is dan de deur van buiten niet geslo- ten? I Het jonge meisje keek in de richting van hét venster en zag het gezicht van Jean Nesmy. Dan ging zij naar het bakhuis, waar alles op z'n ouds stond. Dooh de deur, dié .toegang tot de laatste kamer gaf, deze van André, stond open. De wind blies bijna de kaars uit, die rij met haar geplooide hand beschutte. De wind kwam over het erf. Ja, André was uitgegaanZij liep naar rijn bed, dat nog netjes opgemaakt was Een twijfel kwam op, dien rij snel ver joeg. Zij dacht aan Fran<jois. De tranen van André, het waken, rijn ontroering „Ach mijn Gód!" fluisterde zij. Snel boog zij zich, lichtte onder het bed om te zien naar rijn schoenen en zijn reislaarzen; alles was verdwenen. Zij opende de kleerkast; zij was*ledig. Zij kwam terug in 't bakhuis, klom den; zolder op om zijn zwarten reiskoffer té zien, dien 'hij uit Afrika meegebracht had. Ook die was weg. Alle bewijzen waren er. Het ongeluk was zeker. Dan gausch uit het veld geslagen, kwon£ zij geheel van streek naar beneden; zij kon haar geheim niet langer bewaren en schreeuwde: 1 Vader I Een stem antwoordde dof: 1 Wat os er? Driot is niet meer hier! Zij liep al schreeuwende: Driot is weg. Zij ging door de kamer en riep vlug door het tralied venstertje, naar een schim, die zij meende te zien: Vaarwel, Jean Nesmy! zei zij, zon der te blijven staan. Kom nooit wederl Wij zijn verloren! I Zij verdween en ging door de keuken-' kamer tot in de groote keuken, waar dé vader sliep. Deze was uit het bed gesprongen, kwam blootsvoets in zijn broek aan. Uit zijn! eersten diep slaap gewekt, had hij haat nog niet goed begrepen en kwam haar te gemoét. li Waarom schreeuwde jij zoo? vroeg hij. Ver kan ^ij niet zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 9