Tweede Blad Woensdag 13 Juni 1924 UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP. Een vrouw noodzakelijk? De af- deeling onderwijs en een R.K, School- l,estuur De 48-urige werkweek Over 'n sigaar en Jn persoonlijk feit. fteeds bij heb begin va-n de agenda kwam een stagnatie, die men misschien wel met den naam „relletje" zou mogen betiter jjj eens stond heel de linkerzijde als Ma man tegenover een voordracht van cu- - [oren van het gymnasium omdat daar- 'at een vrouw voorkwam (no. 1 was mr. Wij herinneren ons niet, dat ook ®aar één keer de wensehelijkheid van een dergelijke benoeming in den Raad is be- 1 en daarop is aangedrongen. En nu jawvb bet ineens. Heeft zulks inderdaad STden schijn va-n een linksch „relletje" Traaraan' dan, helaas, niet één persoon der linkerzijde zich wist te onttrekken! Een warm debat is er gevoerd naar aan leiding van het afwijzend prae-advies van B en W. op een verzoek der R. K. Jongens scholen (Rapenburg c. a. en Haarlemmer straat ca.) om centrale verwarming. Den wethouder werd er e.en verwijt van ge maakt-: eerstens, dat hij de bewering van het schoolbestuur, dat de onkosten in-eens yoor centrale gasverwarming wat betreft groote schoolgebouwen (zooals de be doelde scholen enz.) wordt terugverkregen door het goedkoopere van de verwarming dat de wethouder deze bewering eenvoudig naast- zich neer had gelegd, alléén wijzend op de, ongetwijfeld groote, uitgave in-eens. En, vervolgens, werd ontstemming geuit over het- feit, dat dergelijke onderwijs-aan- mheden zoo vaak in den Raad worden hehande'.d op het laatste nippertje. Nu moést de Raad ja of neen zeggen^" omdat de onderwijswet (de gestelde termijn van 3maanden is.bijna verstreken) geen tijd meer overliet, voor verder onderzoelc, be treffende de vraag: heeft genoemd -school bestuur met zijn hier vermelde bewering al dan niet gelijk? Bovendien, schijnt het ons aan de hand Tan de onderwijs-wet heel duidelijk, dat de Baad niet do bevoegdheid had te weige ren Deze meening bleek ook het jongste entireV. Raadslid, de heer Zuidema, toege- die tevens met den heer Wilmcr het afkeurde, dat de wethouder eerst nu cijfers betreffende de onkosten van centrale en kachel-verwarming. Uit het betoog van heer Zuidema concludeerde dan ook irecn, dat hij tegen het prae-advies van B. en W. zou stemmen maar op het laatst nog nam hij con draai, om het goed te pra ten, dat hij zijn stem er voor zou geven. Do heer Zuidema was hier veel minder gelukkig dan in do avond zitting, waarin hij een uitmuntend betoog hield ter aanbe veling van het voorstel van B. en W. in- zalce de 48-prige werkweek. (De Anti-re v. Raadsfractie kan veel succes met het nieu- ire raadslid hebben). Ten slotte stemden tegen het prae-advies 5 Katholieke Raads leden, de heer Oostdam stemde er voor, terwijl Wethouder Meiinen met veel nadruk had verklaard, dat de Katholieke Wet houder Sanders, zoo deze aanwezig was ge west-, er eveneens voor gestemd zoo heb ben. Na langdurig praten zijn de voorstellen tan B en W. ongewijzigd aangenomen. Hoewel wij voor de gevoerde discussies viilen volstaan met naar het gisteren ge plaatste verslag te verwijzen, willen wij her even in het licht zetten een o.i. zeer juiste opmerking van den burgemeester. En wel deze: dat de organisaties onge- twijfelt met het nu d-oor B. en W. voor gestelde tevreden zondert zijn geweest, in dien B. en W. maar ee.rst méér hadden ge waagd, méér dan zij feitelijk zelf wenseh- dus minder eerlijk en oprecht waren geweest! Dat is o.i. volkomen juist opge werkt. Haar toch wij hopen dat B. en W-daarin niet een aanleiding zullen vinden, om voortaan: anders té handelen, om voortaan wèl een minder oprechte tac tiek te gaan volgen! Hier zij nog opgemerkt, dat de 48- urige werkweek geleidelijk zal wor den ingevoerd; dat geen enkele arbeider of ambtenaam in verband daarmede zal wor den ontslagen. 't Was Maandagavond elf uur geworden, waarom gelukkig besloten werd de voorstellen van B. en W. inzake meerderen peusioens-aftrek aan te houden. Weer was aan de orde het voorstel van twee „Democratische" leden om B. en W. uit te noodigen heb voor eenige jaren ge geven oneervol ontslag aa-n do brugwach ters van P. en R. alsnog in een eervol ont slag te wijzigen. Een voorstel van gelijke strekking was reeds een. en andermaal verworpen, doch ten vorigen jare aange komen, ma welke beslissing destijds B. en W. hadden verklaard, dat rij om overwe gende redenen geen gevolg wensehten te geven en de uitnoodiging derhalve voor kennisgeving door hen werd aangenomen. Na zeer langdurige boraadslagingen en bre-ede bestrijding door den 'burgemeester- voorzitter werdi ditmaal het voorstel ver worpen met 19 tegen 12 stemmen. Eindelijk zal deze zaak nu 'ns voor goed van de baan zijn. De andere aangenomen voorstellen vra gen geen nadere bespreking. Maar vrij willen toch nog even onder de aandacht brengen eenige „persoonlijke feiten". De heer Baart nam het gisteren d'en bur gemeester he.el erg kwalijk, dat deze hem meer dan eens„Braat" noemde. Ajsof het niet 'n cerc zou zijn, z'n naam te hooren verwisseld met dien van een lid van de Tweede Kamer der Staten-GeneraalMaar cr schijnt- den leden van de huidige vroed schap toch nog iets in het bloed te zitten van die oude deftige zich-zelf bewuste patriciërs, die eertijds Leiden's vroed schap vormden. 'n Ander soort van persoonlijk feit zij 't dan ook niet van zulke groote afmetin gen! had 's middags plaats gehad, toen mevr. van ItallieVan Embden het een der leden euvel duidde, dat hij een bran dende sigaar op een aschbakje had gelegd. mr be pebs HET ZEVENDE LEERJAAR TEN PLATTELANDE Do (clir. bist) ...-Nederlander'' er kent, dat er een „gerechtvaardigd vermoe den" bestaat, dat het chr. hist, amende ment op art. 203 der onderwijswet slechts door een vergissing van enkele leden is aangenomen. Het- blad schrijft dan: „Het gevolg van het aangenomen amen dement, in verband inet de aangebrachte wijziging in Artikel 3 van de Leerplicht wet, ia o.a., dat allo kinderen, dio de zes leerjaren van een zesklassige school door liepen, ook kinderen die nog niet ten volle 12 jaar oud zijn, van leerverplichting zullen rijn ontheven. Dit vinden velen, ook onder onze naaste vrienden, niet in orde. Een kind, jonger dan 12 jaar, zou reeds do school mogen verlaten, men acht deze mogelijkheid af keurenswaard. "Wij merken op) dat in de steden on in ■menig,dorp do scholen reeds 7 leerjaren tellen en waar het zevende leerjaar is, bestaat do gewraakte mogelijkheid niet. Het gaat hier in hoofdzaak om zuivere landbouwstreken, waar in den regel de ge zinnen talrijker zijn en de behoefte aan hulp van jongeren bij het werk grooter en voor de jeugd veel minder schadelijk is dan in do steden. Daar zullen thans do ouders, indien de school slechts zes leerjaren telt en hun kind heeft dio zes leerjaren doorloopen, het recht hebben zelf te bepalen wat ver der met hun kind zal geschieden, ook wanneer dit kind nog niet ten volle 12 jaar oud is." ALGEMEENE R.-K. LAND30UW-BEBRIJFSRAAD. Op 7 Juni j.l. hield do Algem. R.-K. Landbouw-Bedrijfsraad to Utrecht zijne jaarlijksche algemeene vergadering1, on der leiding van zijn voorzitter Prof. L. van Aken, ord. Praem. De voorzitter wees er in zijn openingsrede op, hoe ver heugd hij was telken jare, wanneer de Alg. R.-K. Landbouw-Bedrijfsraad weer in zijno algemeene vergadering' bijeenkomt en hij de afgevaardigden der werkgevers- en arbeidersorganisaties ziet te zamen ko men tot het houden van besprekingen over de hoogste belangen van ons bedrijfsleven. Men ziet daaruit ieder jaar dat do be- drijfsradengedachte nog voortleeft en stand houdt tegen al de ongunst der tij den in. Onze Bedrijfsraad dreigt hoe lan ger hoe meer een unicum te worden en een unicum is kostbaar en daarom moe ten wij al onze krachten inspannen om het kostbare stuk gerealiseerd solidarismo to behouden. Ten opzichte van 't werk der z.g. Commissie-Deckers sprak hij do hoop uit, dat de daar gevoerde besprekin gen alsnog tot eenig resultaat zouden lei den, om do samenwerking over de geheele linie te bewaren. Nadat do gebruikelijke agendapunten: vaststelling der notulen, aanbieding van het jaarverslag over 1923, goedkeuring der rekening en verantwoor ding over 1923 en vaststelling der begroo ting over 1925, waren afgehandeld, kreeg' het lid van het bestuur," de heer J. W. J. Koeverden, landbouwer te Buren (Gld.) het woord voor 't houden zijner inleiding over „Do Landbouw-Bedrijfsraden in do practijk". Spr. begon met de verhouding tusschen patroon en arbeider te schetsen, zooals deze zijn moest en zooals ze was en beschouwde haar dan van algemeen- menschelijk en van privaat-rechtelijk standpunt. Dan bepleitte spr. do wensehe lijkheid van een geregeld overleg tus schen de organisaties van beide groepen geregeld, omdat ook de verhouding tus schen patroon en arbeiders voortdurend was en organisatorisch, omdat alleen dan de onevenredige machtspositie van den patroon, als onzuiver element in het over leg, kon worden uitgeschakeld. De vorm, waarin dit geregeld overleg .plaats heeft, achtte spr. een zaak van secundair belang, al scheen hem de bedrijfsradenvorm voor alsnog de meest gewenschtc. Dan ging spr. uitvoerig na al hetgeen onze R.-K. Landbouw-Bedrijfsraden in de 4 jaren van hun bestaan reeds hadden gedaan en spr. meende, dat dit in de gegeven om standigheden een zeer belangrijke staat van dienst mocht worden genoemd. Over gaand© tot het onderzoek, waarom de Be- drijfsraden niet nog meer hadden gedaan, wees spr. allereerst op het nog onvoldoen de doorleven der Christelijke solidariteits- gedachte. De liberale beginselen zijn door ons, Roomschen, wel is waar verworpen in theorie, maar daarmee is onder ons nog lang niet de practijk van het Room- sclie Solidarisme volledig aanvaard en toe gepast. Spr. legde er den nadruk op, dat we meer moeten doen dan belijden met den mond. Er worden positieve daden van ons verwacht en geëischt, waaruit blijkt, dat wij welen -wat rechtvaardigheid on naas tenliefdo zijn. Op dit oogenblik is onder ons het begrip van het recht om rijn eigenbelang to dienen nog sterker ontwik keld dan liet begrip van den plicht tegen over den evenaaste'. Een tweede oorzaak noemde spr. lie ontbreken van georgani seerde verhoudingen in verschillende stre ken, waaruit volgt, dat we ook in.de rich ting van organisatie nog heel wat te doen hebben. Ten slotte achtte spr. onvoldoende bekendheid met en wantrouwen tegenover het stelsel eveneens een oorzaak, waarom de Bodrijfsraden nog geen hooger© vlucht genomen hebben. Aansluitend bij 't voor gaande wees spr. een drietal middelen aan, dio hem 't meest geëigend voorkwa men om den verderen uitbouw van het hedrijfsradenstelsel in den land- en tuin bouw te bevorderen. Do redo van d«i heer van Koeverden werd warm toege juicht, waarna zich een levendige gedach- tenwisscling ontspon, waaraan zoowel van werkgevers- als van werknemerszijde werd deelgenomen. Do vier stellingen, door den inleider voorgesteld, werden, met een door de vergadering gewenschte aanvulling van stelling 4, aangenomen. Zij luiden als volgt: 1. Ter -bevordering van een hlijven- den socialen en economise hen vrede in het landbouwbedrijf i3 geregeld organi satorisch overleg tusschen werkgevers en werknemers noodzakelijk. 2. Voorzoovcr daartoe geroepen heb ben do landbouwbedrijfsraden getoond geschikte permanente colleges te zijn tol het plegen van geregeld overleg en het optreden als scheidsgerecht. 3. Dat zij uit hoofde van haar taak tot nog too niet meer hebben verricht ei geen sterkeren invloed hebben kunnen uit oefenen op het sociaal-economisch leven in den land- en tuinbouw ligt oun. aan: a het onvoldoende doorleyen der Chris telijke solidarileitsgedachte; b. het ontbreken van georganiseerde verhoudingen in verschillende streken; c. onvoldoende bekendheid met en wan trouwen tegenover het stelsel. 4. De verdere uitbouw van het he drijfsradenstelsel in den landbouw kan o.m. worden bevorderd door: a. Sterko propaganda voor de toepas sing van de Christelijke solidariteitsge- dachto zoowel bij het individu als hij de organisaties; b. Het zooveel mogelijk organiseeren van boeren en tuinders en van landarbei ders; c. Een verder doorgevoerde verdeeling van hot arbeidsveld o.a. door het vormen van plaatselijke of gewestelijke commis sies, waardoor gemakkelijker contact wordt verkregen en veelvuldiger zal wor den gezocht; d. Geregelde bijeenkomsten dezer com missies of bedrijfsraden ten einde: 1 toe standen en verhoudingen in het bedrijfs leven te bespreken. 2. tijdig het afsluiten on vernieuwen van contracten voor te be reiden. Bij de rondvraag werd nog van werk nemerszijde gewezen op de wenschelijk- heid, dat er ook in de werkgeverspers het aanvaarden van arbitrage in alle arbeids geschillen ook den werkgevers als oen plicht zou worden voorgehouden. De wijze waarop dit zou dienen tc geschieden, kan hef best door hot bestuur worden be paald. De voorzitter deed de toezegging, dat het bestuur deze aangelegenheid in zijn eerstvolgende vergadering in overwe ging zou nemen. In zijn slotwoord meen de de voorzitter deze vergadering weer in alle opzichten geslaagd te mogen noe men. Daartoe hoeft vooral de heer van Koeverden veel bijgedragen. Hem in het bijzonder dankte spr. dan ook voor zijn goed doordacht en eerlijk betoog. Ten slotte wekte spr. alle aanwezigen op tot volharding in ons streven naar voortdu rend georganiseerd overleg tusschen pa troons en arbeiders. Fr. Mr. Ant. J. E. M. L. van Jo!e V.f Na een zeer korstondig lijden is Maan dag na voorzien to zijn van de H. H. Sa cramenten der Stervenden in het klooster d-er Eerw. paters Jesuieten „Mariëndaal" to Grave overleden do Eerw. fr. Mr. Ant. J. E. M. L. van Jole, in den ouderdom van 25 jaar. Mr. van Jole, van wien om zijn rijke gaven van verstand en hart in do toe komst zeer grooto verwachtingen werden gekoesterd, is rechtskundig adviseur ge weest van -het R.-K. Vakbureau. Noode zag men hem daar verleden jaar vertrekken, om den kloosterlijken staat te aanvaarden, omdat men in hem verloor een adviseur, dio aan zijn grooto scherp zinnigheid een niet minder groote oprecht heid en eerlijkheid paarde. Door zijn in nemendheid van karakter had hij daaren boven aller harten gewonnen, hetgeen wel is gebleken bij het afscheid dezer Roöin- sclie organisatie. In Mariëndaal was hij voorbeeld voor zijn confraters, dio 'hij stichtte door rijn vurig en .heilig geloosleven. „Msbd". In „Het Centrum" schrijft do heer A. C. de Bruyn, bestuurslid van het R.-K. Vakbureau: „Wij hebben destijds dezen even go- leerden als vromen, man van heeler harte gelukgewenscht met zijn besluit Thans staan wij aan zijn graf. Do ouders verliezen, een lieven zoon; de orde der Jezuieten mist een veelbelovend lid, de gemeenschap betreurt één zijner beste jonge mannen. Gods besluiten zijn wél ondoorgronde lijk. Zijn ziel ruste in Eeuwigheid". Do overledene heeft zijn universitaire studies to Lei don gemaakt, waar hij een zeer gezien cn geacht lid was van „St. Augustinus" 4 en zich ook toen reeds, bescheiden, maar mot veel animo UIT DE RADIO-WERELD. Wat er vanavond te hooren Is. 6.30 uur: F L (Eiffeltoren) .2600 M. Con-f eert. 8.00 P A 5 (Smith cn Hooghoudt)". 1050 M. Conpert met medetver king van do heeren Kurt Win ter (zang) cn Frits Westerling (begeleiding). 8.20 2 L O (Londen) 365 M. An evening of army reminiscen ces, zang en causerie. 8.20 5 NO (Newcastle) 400 M. Con cert van liet Stedelijk orkest. 8.20 5IT (Birmingham) 475 M. Klassieke muziek. 8.20 5WA (Cardiff) 350 M. Rete naar Nieuw-Zeeland. 8.20 5 S C (Glasgow) 420 M. Crieg- avond. 8.50 PTT (Postschool, Parijs) 450 M. Klassieko muziekavond 9.20 SFR (Radio-Paris) 1780 M. Festival Victor Masse. 9.30 2 B D (Aberdeen) 495 M. Voordracht over muziek met murikalo illustratie. .0.55 2LO (Londen) 365 M. The Savoy Bands. interesseerde voor do oplossing van hot sociaal vraagstuk in Katholieken zin. Bevoegdheid arts, apotheker enz. Het wetsontwerp Blijkens zijn Memorio van Antwoord aan do Tweede Kamer in zake het Ont werp tot aanvulling van de wet van den 24sten November 1922 tot aanvulling en wijziging van de wet van 25 December 1878, houdende regeling der voorwaarden tot verkrijging der bevoegdheid van arts, tandarts, apotheker, vroedvrouw en apo thekers-bediende, heeft do Minister geen bezwaar tegen het denkbeeld om een nicér algemeene overgangsregeling te maken om op ruimer schaal, dan hij aanvankelijk had voorgesteld, bezitters van ouder de roegere wetgeving behaalde diploma's op het gebied der artseneludie in de gelegen heid te stollen zich te onderwerpen aan aansluitende exaanens in de faculteit der ;eneeskunde, th.ans in het Academisch statuut geregeld, om bij het afleggen van aansluitende examens vrijstelling te er langen. Een gewijzigd ontwerp bevat de bepalingen die noodig zijn om dé gelegen heid open te stellen door aflegging van een aansluitend examen over te gaan naar den weg, die tot de promotie toegang verleent. Tevens is daarbij tegemoet gekomen aan den wensch oan den aanvankelijk voorgestelden eind termijn te doen verval len. Uit den Haagschen Gemeenteraad. Onder voorzit terschap van den burgen meester heeft Maandagmiddag de .Haag- sclie Gemeenteraad een openbare vergade ring gehouden. Aan de orde was, na enkele benoeniin- en bij het lager en middelbaar onderwijs, het voorstel tot wijziging van de gemeen- tehogrooting voor 1924 (regeling van het onderwijs in teekenen, lichamelijke oefe ning en handwerken.). B. en W. hebben voorgesteld, het on derwijs in do bovengenoemde vakken, het welk tot dusver hoofdzakelijk door vak onderwijzers gegeven werd, grootendeels too te vertrouwen aan de klasse-onderwij zers. Over dit onderwerp voerden verschei dene sprekers het woord. Na uitvoerige discussie kwam in stem ming do motie om het vak-têekenonder- wijs to handhaven niet alleen in het Gé, maar ook in het,5e leerjaar. Deze motie werd aangenomen met 29 tegen 11 slem- men. Een tweede motie-van Sandick om het gymnastiek-onder wijs te doen geven door vakonderwijzers van het 3e tot het Celeer jaar werd verworpen met 22 tegen 13 stemmen. Een molie-v. d. Bilt om het voorstel van B. on W. in zake het gymnastiek-onder- wijs vcor de hoogero klassen geleidelijk' in te voeren, werd aangenomen met 21 te gen 20 stemmen. Be motie-Albarda om het handwerkon- derwijs (e laten, zooals het nu is, werd verworpen mot 26 tegen 14 stommen. FEUILLETON HET STERVENDE LAND. 15) Genobg van wat, mijn jongen? ïk wil de aarde niet meer omwroeten, ,v'il..do beesten niet meer verzorgen, ik riu: mij niet meer afsloven; op zeven en wintigjarigen leeftijd wil ik niet meer Toor de boerderij werken. Ik wil mijn Wn 'lieer en meester rijn eni voor mij ordienen. Zij hebben mij aangenomen 0 do staatsspoorwegen. Ik begin mor- 'tfn; inorgen hoort ge? Rij verhief zijn stem als iemand, die in 511 Vaü W0Gde verkeert. ben benoemd. Daar is niet meer P terug te koanon. 't Is afgeloopen. Ik Eleonora met mij mede om 't lniis- ouaen te doen. Zij gaat met mij mede ar La Roche. Zij heeft er ook genoeg l!ü' z'l beeft een goede betrekking Ban°ïw Cen koffiehuis, waar zij meer bij u zal verdienen. Ten minste, dan to* b'ouwenEn daarom zijn wij lelip S"£c^e kinderenGa dit niet ver- lo^ riJr-00 gGen gezicht op als u thans Waj bobben onzen tijd bij u uifc- KU! J?der' Qn ^aiLS genoeg. Wij iheb- L- 0 gehad tot hij de komst van An- Tpn "tt bij terugkeert, kan hij u hel- Da 18 nu b8urt 1 jzen P,aclit8r stond neergemokerd onder lezo rf i was hij gewordenl bij morri-J^c. ^i° ^jn vaderhart dbor- u' Strak keek hij zijn zoon aan. Li ^jn jongen, mijn Francois, et mogelijk. Nooit heeft Eleonora zich over haar werk beklaagd. O ja, maar niet bij u! Gij zijt altoos goed geholpen gewor den. Heb ik u ook al eens uw onverschil ligheid verweten, dan is dit omdat de ja ren voor iedereen lastig zijn. Doch wijl ik een knecht ga huren en Driot binnen veertien dagen thuiskomt, zijn wij weer sterk genoeg. Ik tel ook nog mede, hoor. Ge vertrekt toch niet. Francois? Ja. Waar kunt go toch heter zijn dan bij ons? Hebt ge eten te kort gehad? i—Neen. Heb ik u kleederen geweigerd of zelfs maar geld to or tabak? Neen. Francois, sedert gij hij de soldaten geweest zijt, is uw hart veranderd. Dat is mogelijk. Doch ge zult toch wel niet willen heengaan, niet? De jongen voelde in zijn zak en reikte den brief over. Dit ia voor morgen vroeg, zei hij, wilt u mij niet gelooven, lees. De vader strekte de hand over den rug van den os uit. Doch hij beefde zoo fel dat hij tastte om den brief te grijpen. Dan als hij hean vasthad tusschen rijn vingers, in aanval van woede, instede van hem te oppnen, verfrommelde hij hem, scheurde hem in stukken, wierp hem onder rijn voeten en stampt hem in de losse aaide. t—Ziedaar! schreeuwde hij, daar be staat geen brief meer. Zult ge nog gaan? Dit zal niets beletten, antwoord© Francois. Hij wilde vóór z'n vader omgaan en zich verwijderen. j Doch op zijn schouders viel een zware hand. Een stem beval: Houd hier óp! En de zoon moest staan blijven. Wie heeft u aangenomen, Francois? Do hoofden van den dienst. - Neen, wie heeft u dit aangeraden? Ge hebt dit niet alleen gedaan. Daar is een heer geweest, die u geholpen heeft. Wie is die? De jongeman weifelde cen oogenblik, dan zich gevangen voelend, stamelde hij: 1 Mr. Meffray. De vader gaf hean een duw dat hij in het gras rolde. 1 Vooruit Span den bruine in en ik rijd naar den heer Meffray! Dit had hij uitgebulderd in rijn woedo. Doch toen hij zijn zoon zag gehoorza men en den weg naar de boerderij oploo- pen, toen hij alleen op den akker stond, werd hij angstig. Steeds had hij hulp gevonden in de moeilijke levensomstandigheden. Dezen keer, door het gevaar verrast midden in liet drukke werk, bedaarde hij en schouw de rond in het ruime veld en zocht een redder, een steun, iemand die zijn zaak verdedigde en behartigde. Zijn ossen, die uitrustten, bekeken hem met goedige oogen. Eerst zag hij tusschen de hoornen den toren van Sallertame. Doch hij schudde het hoofd. Neen, hier kon de pastoor hem niet helpen, deze oude en goede vriend, dien hij dikwijls raadpleegde. Tonssaint Lumineau kende hem onmachtig tegen do stadslui, tegen al het groote onbekende dat zich huiten zijn parochie uitstrekte. Zijn gezichtsblik verliet do kerk, ontmoette hoeven, en bleef hier niet stil, doch ver wijlde even bij do scherpe daken van Fro- mentièro. Achwas de markies er nog! Niets deed hem afschrikken, noch do gouden strepen, noch do titels, noch de woorden, die de armen niet begrijpen. Hij had een reis naar Parijs willen doen. Helaashet kasteel was ledig. Geen meester meer! Do oude boer zag nu neer op do twee versch geopende voren, die leidden naar do rustplaats van Mathurin, die erg verwonderd moest zijn. Wat zou hij zich ongerust en boos maken? '-1 Holal schreeuwde hij, Lumineau' Het was do stem van Mathurin, die on geduldig wachtte: f—Ik ben cr nog altijd. Komt gij niet? Neen, do ketting van den dissel is stuk. Ik breng het tuig terug. Goed. Verveel u niet, Mathurin, ik ga langs de weide: Rousille zal u komen halen. Dezen kant nam de boer, om niet door vragen van Mathurin gekweld te worden, en bereikte het pachthof. Dicht bij het ingespannen rijtuig op het erf stond Francois in Zondagsche kleede ren. Span de ossen uit' zei hij ruw. Dan, voor hem doorgaande, de deur openende, riep hij: 4 Eleonora? Niets antwoord^. Hij ging do groote kamer binnen, dan in de rommelkamer en vond er Rousille. Waar is uw zuster? Zooeven sprak zij met Francois pp het erf. Moet ik zp halen?. Neen, T is goed. Ik zal haar nog wel Rousille, ik en Francois hebben iets to doen in Challans. Wij zullen voor 't eten terug zijn. Ga Malhurin halen, hij zcu zich te zeer vervelen op Gaiüeleric. Zonder een woord meer, ging hij'nel erf op, waar Francois wachtte. Hij stapte in het rijtuig, gaf cen teckcn aan zijn zoon om naast hem plaats to nemen en met een zweepslag, dio liet paard niet gewoon was ging het vooruit. De bruine draafde snel weg. „Wat mag er gaando zijn, dat zij zoo hard rijden?" dochten do enkclo getui gen, die lien op den weg zagen voorbij rij den, getuigen aan wie niets ontsnapt, her-* bergiers voor hun deur, straatventers, boeron-sloopers: „Wal hebben zij tocli aan de hand? Do oude Lumineau slaat hot paard ab een knecht, dio bang voor zijn meester is, en hijr ijdt zelf en hij zegt niets aan zijn jongen". Do boer maakte zich werkelijk driftig onder het be peinzen Van zijn leed. Zijn woede groeide, aan. Hij grommelde tusschen zijn lan den do woorden, die hij den heer Meffray. zou toeslingeren en zijn anm die cen be- hoef to van vechtlust cn wraak vertoonde, zweepte den bruine. Francois, in legen- deel, uitgeput door de aangewende moei- te, zat er onverschillig bij en keek naar de akkers zonder een vast omlijnde gedachte Hij stapte het eerst uit op de Ghallansr plaats dicht bij do Nieuwe Hallen en hond I het paard vast aan den ring van cen pi- laar, j (Wordt vervolgd.) - J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3