„Ge leifaiie Cnant" Tweede Blad de zich hiertoe ook 't meestkwam 't mannenkoor flink tot zijn recht. De so pranen kunnen hun toon nog wat afron den in de hoogte; de kwaliteit van het geluid, dat overigens beschaafd en forsch klinkt, zal dan in fijnheid toenemen. Anton van der Horst bespeelde het or gel als solist en zorgde voor de beleidin- gen. Met Bach's „Toccata in f dur" zette hij den avond in. Onmiddellijk voelt men, dat hier een knap en technisch organist aan het instrument zit, maar niet minder gevoelt men zijn talent, zijn muzikaal aanvoelen ön zijn fijnen smaak. In de be geleidingen kwam dit wel 't mooiste uit. DAar had hij zich aan te passen en bleef toch persoonlijk; oen keuze doende, trekt hij do registers, die tinten geven in aller- hand kleur. Francis Koene, orkestmeester van het Utrechtsch orkest, was de tweede solist. Zijn spel is zeer individueel. Groot is zijn gevoels-expressie, machtig gepassioneerd. Zijn toon en streek zijn breed. Dwingend tot luisteren naar de grootheid van zijn muzikale zie], geeft hij ons steeds meer soms overdadig maar komt de zacht heid, dan klinkt zij schuchter en teer. Zonder twijfel is Koene reeds nu een violist van beteekenis. De vertolking der „G mol sonate" van Locatelli, voor viool en orgel, doet mij mijn waardeering uit- spreken voor dezen talentvollen kunste naar. Ook het obligaat-viool in de Bach- aria's zijn door Koene gespeeld en wij hebben ervan genoten. Opnieuw valt mij de eer te beurt, van mevrouw Noorde wier te mogen zeggen, dat ik geen zange res ken, die zóó gewijde muziek zingt als zij. Door de reinheid van haar heerlijke stem, den voornamen eenvoud in haar voordracht, om de gaafheid der techniek is zij als geschapen voor deze kunst. Haar eenvoud emotioneert. Feilloos is haar beheersching. De samenvoeging van détails is bij mevrouw Noordéwler zoo goed gezien, dat niets ontbreekt aan haar engel-rein gezang. Zeer onder den indruk van dezen mooien avond breng ik naar voren, dat Sursum Corda mooi heeft gezongen, en ieder jaar, zou ik zeggen, vooruit gaat. De zangers en zangeressen zingen met liefde, volharding en plichtsgevoel. Iets goeds is tot stand gebracht, een mooi con cert is gegeven. Dank hiervoor komt toe aan allen, die medewerken, maar niet 't minst aan den dirigent, die alla? voorbe reidde. J. K. uit de radio-wereld. Wat er vanavond te hooren is: 0.30 uur FL (Eiffeltoren) 2000 M. Concert 8.20 uur 5NO (Newcastle) 400 M. Grieg- avond. 8.20 uur 2ZIJ (Manchester) 375 M. Koor, uitvoering van oude muziek. 8.20 uur 5WA (Cardiff) 350 M. „Abraham Lincoln" a play bij John Drink- wa ter. 8.20 uur 2LO (Londen) 365 M. Moderne Britschc muziek. 8.20 uur 5IT (Birmingham) 475 M. „The school for scandal" door Sheri dan. 8.30 uur PC'GG (Den Haag) 1070 M. Con cert met medewerking van me vrouw E. E. van Riemsdijk— Noorduyn (le viool) en de hee- ren W. Hoogstraaten (2e viool) P. C. A. Wij ga (alt) en C G. la Fontaine (cello). Programma: 1 Quartette XV K no. 458 Bes dur (Friïhlingsquartett), Allegro vivace a&sai, menuebto moderato Adiago, Allegro assai, W. A. Mo zart; 2. Andante uit liet strijk kwartet, Tschaikowsks; 3 Scher. zo uit het strijkkwartet; Brahms 4. Quartett no. 6 opus 18 Be,s dur, Allegro con brio, Adagio ma non hroppo, Scherzo allegro. La Ma- linconia adagio, Allegretto quasi allegro, L. v. Beethoven. (Radio-Express.) 8.35 uur Brussel 270 M. Concert 8.50 uur SFR (Radio-Paris) 1780 M. Skan- dinavische muziek. 9.05 uur PTT (Pestschool, Parijs) 450 M. Causerie en Concert. 9.20 uur SFR (Radio-Paris) 1780 M. Con cert. 10.20 uur SFR Dansmuziek. vers zijn aangehouden. De vrouw meent in deze de daders te herkennen. Oplichter aangehouden De marechaussees uit Ulft hebben iu de heide onder Zeddam een individu aangehou den, dde zich onder don naam Dr. Koole- mans-Beyner schuldig maakte aan he,t on bevoegd uitoefenen der geneeskunde. Bij onderzoek bleek do aangehoudene zich aan verduistering van eenige aanzien lijke bedragen onder Zeddam en Bergh to hebben schuldig gemaakt. Hij is naar Arn hem overgebracht. Donderdag 5 Juni 1924 UIT BE PERS het nieuwe kiesreglement. In Het Huisgezin treffen we volgende beschouwing aan: •Eén ding staat vast: dat geen enkele denkrichting onder ons, geen afwijkende groep, geen ontevreden fractie meer reden kan hebben, zich buiten het groote katho lieke verband te houden. Om twee redenen nieb Vooreerst niet, omdat een hoogstaande commissie het politiek advies vaststelt. En op de tweede plaats niet omdat men de veiligheidsklep der vrije, candidaten heeft. De commissie van advies beeft een onge meen zware taak. Onze beste menschcn op allerlei terrein moeten daarin zitting hebben. Onze beste mensdhan uit het oogpunt van onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onbaat zuchtigheid, daarnaast van ruim inzicht en groot recli tvaardiglicidsgevoel. Indien we door een voorbeeld onze bedce. ling mochten verduidelijken, zouden we wil len zeggen, dat een man als professor Ster ger zeker in de commissie van advies zitting zou moeten hebben. Deze commiss'e staat niet voor de taak, eau politiek advies samen te stellen, dat allen bevredigt dit is een onmogelijkheid maar voor de opdracht, een advies to geven, dat en als geheel, en in zijn onder deden ons een uitstekende samenstelling van onze Kamerfractie waarborgt en reke ning houdt met. de verscheidenheid in ger aardheid. welke men in de onderscheidene deelen van ons land aantreft. Voor zoover het kan, moefc.de commissie van advies ni&fc-de „vrije" candidaten over bodig maken dat kan ze met, vermits al de voorgedragen candidaten, die niet .gead viseerd worden, per se vrije candidaten zijn, maar de serieuze vrije candidaten. f De kiezers kunnen in deze richting mede werken door niet te gemakkelijk, bij wijze van sport, of om een in beperkten kring en in zijn functie verdienstelijk man 'n pleizier te doen, candidaten voor te dragen. Ze moeten door middelmatigen en minder dan middelmatigen voor het front te bren gen, de taak der commissie, van advies niet vergemakkeliiken, die dezulken onmiddellijk en onverbiddelijk schrapt; ze moeten do advies-commissie voor een moeilijke keus stellen. In het algemeen zouden we dit willen zeggen: met een theoretisch volmaakt re glement. bereikt men het beoogde doel niet-, indien onder hen, dio leiding te geven en leiding te volgen hebben, niet de goede geest wordt aangetroffen; en omgekeerd zal een reglement, waarop men af te din gen vindt; ge,en slechte uitkomst behoeven op te leveren indien onze katholieke kie zersgemeenschap inderdaad, een gemeen schap in den vollen zin van het woord is. STADSNIEUWS D!0C. R. K. JONGEVROUWENBGND IN HET BISDOM HAARLEM. (V ervolg). Spreker begon zijn inleiding met uiteen to zetten het doel van het jeugdwerk voor de Roomsche meisjes, haar zedelijke ver heffing, n.l. De goede opvoid'ng der Roomsche meis jes tot degelijke huismoeders is con waar borg voor een goede maatschappij. De hiervoor te volgen weg ligt, gelukkig niet verborgen, maar helder geïdealiseerd. Sinds de maagdelijke Moeder van Jesus het Goddelijk Kind ter wereld bracht is de weg van de Katholieke moeder gebaand. Het jeugdwerk is de oefenschool voor de huismoeder. Weliswaar staat het kind bij die vorming daar ver vanaf, doch de gods dienstige en zedelijke vorming ligt, daar- FEUILLETON HET STERVENDE LAND. 6) - De oogen naar do schoorsteenplaat ge richt, meende de oude hun meesters tus- sclien Eleonora en Rousille te ontwaren. Daar roerde iets in zijn binnenste van in gehouden ontroering, een traan parelde in zijn oog. Doch Mathurin sloeg met do vuist op de tafel en koerde zijn twistziek gelaat naar den vader:' Meent gij,dat zij nog aan ons denken? Ach neenMot St. Jan, dan peinzen zij °P ons. Ik durf wedden dat do opzichter u weder over betaling gesproken heeftI De schooier spreekt van niets anders. Toussaint Lumineau ging achteruit, dacht na en zei dan stil: Het is waar. Doch, Mathurin, men weet niet of hem de meesters zoo hebben üitT sl31e,k<H1, Mij vindt zoo dikwijls iets Goed en wol! maar wat hebt gij ge antwoord? Dat ik met St. Mich iel zou betalen. Met wat? Sedert enkele oogenblikkon waren de meisjes bezig in do rommelkamer, waar ze noiclen, vorken en lepels poetsten, te hoo ien naar 't geluid. Do mannen bleven al- s avonds alleen in de kamer waar ze do dierenbelangen spraken. De v.'1 d reeds verleden jaar in de kamer a en oudste de grootste som ontleend, i' 7 van 2iin moeder geërfd had. Hij dus enkel hulp van den jongste ver- aan ten grondslag. En daarom moet het jeugdwerk geïdealiseerd worden door de gedachte, den eerbied en de. liefde voor die roeping hoog te houden. De maatschappelijke samenleving heeft behoefte aan goede moeders. Wat verstaat men echter onder die benaming? Wij Room- sclien wenschen moeders van onvervalscht geloof en nauwgezette plichtsbetrachting, wier levensdoel is- haar gezin in Roomschen geest op te voeden. Echter hebben we ook noodig vrouwen met practïsclie aanleg, die liun gezin eco nomisch weten te, behecren en haar gezin een maatschappelijken welstand weten te geven. Zij moeten het zonnetje in huis we zen, waar echtgenoot en kinderen gaarne vertoc.vcn. Waar maatschappelijke kennis en opvoeding bij zooveel moeders nog ont breekt, daar heeft het jeugdwerk hierin een positief doel. Vroeger werkte men alleen negatief, door de kinderen van de straat te houden en voor verleiding te bewaren en hoewel ook zulks feitelijk positief werk is, kan men er zicli thans niet meer mede tevreden stellen. Onder maatschappelijke vorming verstaat men de meisjes ontwikkeling le geven, noo dig voor het maatschappelijk leven. Doel van die maatschappelijke vorming moet dus wezen het kind voor te bereiden, zij haf dan ook verwijderd, voor de taak, dio haar als moeder wacht. Deelname aan het openbare maatschappe. lijke en sociale leven is voor de vrouw een zekere vereischte, althans zoozeer, dat zij er eeaigermate aan kan deelnemen. De verstandelijke ontwikkeling der vrouw is voor haar eenigszins noodzakelijk, om met haar man in goede harmonie te leven. Dit is mogelijk, indien zij met hem weet mede te leven in de sociale kwesties. Die verstandelijke ontwikkeling geschiedt volgens practisch overleg, waaraan heb ver volgonderwijs dienstbaar gemaakt moet worden. Over de beroepskeuze zegt spreker, dat de meisjes uit den arbeidersstand hoofdza kelijk geroepen zullen worden tot het moe derschap. Anderen zullen hun weg kiezen in administratieven arbeid of onderwijs. Met deze keuze dient rekening gehouden te worden. Het tijdelijk beroep van het kind zal met het later be,roep zooveel moge lijk in -overeenstemming moeten gebracht. Jammer, dat zoovelen alleen uitzien naar de hooge loonen van ateliers en werkplaat sen, terwijl de dienstbetrekking steeds min der personen trekt. Spreker spoort dan aan toe te zien, hoe de meisjes zich gedragen op haar ateliers of in haar werkplaatsen. Iedere Katholieke vrouw moet het verhe ven apostolaat van Maria trachten na te, streven om aldus hafir schoone roeping te yorvullen. Door het jeugdwerk moet. de hooge zede lijke waarde van de vrouw in eere hersteld worden. Het zich-zelf zijn, vrouw zijn in den juis- ten zin van het woord, dat is de zedelijke waarde de,r vrouw, door geen emancipatie, door geen twintigste -eeuw te niet te doen. Die zedelijke waarde te verhoogen en te versterken dab is de taak van de leiders van het jeugdwerk. Spreker weidt dan verder uit over de wijze, waarop de leiders hun taak moeten opvatten om de jeugdverzorging in goede banen te voeren en besluit met deu wensch, dat allen, overtuigd door zijn idealistisch woord aan den arbeid mogen gaan tot heil van de jeugd. De Vooriz. dankte rector de Groot voor zijn begeesterende rede, waarna weder voortgegaan werd met de agenda. De kascoimmissie bracht gunstig rap port uit over het beheer van dén penning meester. Hierna werd de 's morgens afgebroken gcdachtenwisseling over den vorm van de tegenwoordige organisatie van den Jon genvrouwenbond, voortgezet. Pater y. d. Bosch zette zijn meening hieromtrent nog eens uiteen en vroeg of het niet mogelijk is een federatief karak ter te geven aen den Jongevrouwenbond, diocesaan zoowel als plaatselijk. Verder vraagt spr. of de groepen niet meer uitgebouwd kunnen worden en of de financiering niet beter kan geregeld wor den. De Voorz. antwoordt hierop, dat het Centraal Bestuur do moeilijkheden ook wel inziet, doch liet heeft de leiddraad to wachten, maar hij twijfelde er zoo sterk aan, dat hij stil sprak om niet door de meisjes verstaan te worden. Ik. heb gedacht dat Francois ons zou helpen. De jongste, die uit zijn sluimering ge wekt werd. door de heftige bespreking, drifte: 1 Ha, neen, maar neen! Reken er niet op. Dat kan niet! Hij durfde niet opkijken en sprak deze woorden uit als een scholier, die de top pen van zijn voeten bekijkt. De, vader boosde echter niet. Stilletjes zei hij: Ik zou het u nochtans teruggeven, Francois, evenals ik doe met Mathurin. D'r komen ook hetere tijden, 't Geluk zal ook wel eens komen. En hij wachtto, kij kend naar den dichten haarbos van zijn zoon, dio steeds met den kop op de tafel lag. Deze scheen een vast besluit genomen te hebben en na een tijdje antwoordde hij op wreveligen toon: 1-1 Vader ik kan niet. Ook Eleonora niet Dat geld is ons geld, niet waar en ieder een kan er mede doen wat hij begeert. Het onze is geplaatst. Wat kan ons dat schelen dat de Markies een jaar wacht wijl hij zoo rijk is, volgens uw zeggen. ,Wat kan ons dat schelen, Fangois? Nu eerst werd de stem van den vader levendig en gebiedend. Hij vloog niet in gramschap. Eerder voelde hij zich belee- digd, alsof hij zijn bloed niot herkende, alsof hij plotseling vaststelde, zonder het te begrijpen, de groote verandering die van het eeno geslacht in het andere plaats greep en hij sprak: Gij spreekt niet naar mijn zin, Fran- volgen. Iedere parochie op zichzelf kan trouwens het beste uilmaken, hoe het jeugdwerk wordt ingericht. Uitvoerig werd hierover van gedachten gewisseld, waarna pater v. d. Bosch een motie indiende, waarin uitgedrukt 'werd, dat het werk der patronaten eenigszins in zijn voortgang belemmerd wordt door de plaatselijke besturen. Rector Möller, voorzitter der Dioc. Jeugdcommissie, voelt zich hierna ge drongen hierover een woordje te spreken. Zijn Eerw. ontried het bestuur deze mo tie in stemming te brengen na een verga dering, waarin alleen afbrekende critiek werd naar voren gebracht, zonder het pro to hooren. Spr. wildo niet uitvoerig hierover uitweiden, wijl daarvoor geen gelegenheid was. Echter wilde hij erop wijzen, dat de Dioc. Jeugdcommissio in do vijf bisdommen is ingesteld na een besluit van liet Episcopaat. De leden van de Jeugdcommissie zijn allo benoemd door Mgr. den Bisschop en spr. is door Z. D. H. zonder voordracht tot voorzitter dier commissie benoemd. Mocht echter deze motio worden aan genomen dan zou spr. ter bovoegder plaat se zijn meening daar tegenover zetten. Spr. weidt hierna tenslotte nog eeniger- mato uit over het doel van de vorming van den leiddraad. De ZeerEerw. heer Pastoor Lucasscn meende, dat; rector Möller eenigszins ver keerd oordeelde, als hij meende, dat met dezo motie* wantrouwen tegen de Jeugd commissie werd bedoeld of afbrekende critiok in den strengen zin werd gevoerd. Gaarne wildo spr. het-Centraal Bestuur voorstellen pogingen aan te wenden om de gewenschto veranderingen te verkrij gen. De Voorz. voegt hieraan toe, dat het hier niet bepaald tegen den leiddraad gaat, doch dat er wellicht verbetering aange bracht kan worden zonder den leiddraad te veranderen. Rector Möller zegt hierop, steeds bereid te zijn e.v. voorstellen in behandeling te nemen. Pater v. d. Bosch trok hierna zijn mo tie in, waarop do Voorz. de vergadering dankt voor de behandeling van dit punt. Na een geanimeerde rondvraag^, volgde sluiting met den Chr. groot. MUZIEK. Sursum Corda. Voor menigeen heeft een kerkeoncert veel aantrekkelijkheid. Het groote aan tal toehoorders, dat gisterenavond in de Pieterskerk is komen luisteren naar Sur sum Gorda's jaarlijkschen „avond van gewijde muziek" getuigt hiervan. Zulk een avond brengt ons wel in een bijzon dere stemming. De rust en eenvoud van zulk een concert, de aard en stemming van de te vertolken muziek en tekst doen het alledaagsche eens vergeten en richten hart en hoofd omhoog. Onder leiding van Hubert Cuypers is een mooie reeks liede ren en gezangen door 't koor ten gehoore gebracht op een wijze, die waardeering toekomt. Van de twee Valerius liederen heeft „G'lijck den grootsten rapsack" mij als beslist mooi gefrappeerd wat mu ziek aangaat, zoowel als wat vertolking betreft. „Hoe groot, o Heer", is niet geheel vrij te pleiten van monotoonheid. Als vol gend nummer voor koor had men 't voor recht uit de „Matthaus Passion" het zoo wonder-mooie choral „O Haupt voll Blut und "Wtinden" te mogen hooren. 't Koor had iets of wat neiging tot zakken, maar de bekwame hand van den dirigent voer de de stemmen in goede banen. Dan volg de Psaiune 134 van Sweelinck. Zeer eigenaardig is de klankenmengeling in dit sterk canonisch toongedicht. Een korte toelichting over do Improperia, leert, hoe tijdens de kruisvereering op den Goeden Vrijdag dit klaaggezang wordt aangehe ven! Hubert Cuypers is bekend als kenner van do Palestrijnsche muziek, ook als di rigent ervan, en wij zijn hem dankbaar dat hij de eerste Improperia heeft ten ge hoore gebacht, met de driemaal herhaalde heiligprijzing. Een grootsch slot vormde Palestri- na's „Tu es Petrus". "Wat voortdurend op valt in dit koor-ensemble, is dat 't vrou wenkoor 't verre wint van de heeren. Eerst in 't allerlaatste nummer (dit leen- gois Lumineau. Ik houd ervan te betalen wat ik schuldig ben. Nooit heb ik van hen een beleediging opgeloopen. Ik en ook uw moeder, en ook Mathurin, die ze heter dan gij gekend heeft, wij hebben ze altoos ge ëerbiedigd, hoort ge? Zij kunnen wel hun vermogen verkwisten, dat raakt ons niet Niet betalen? Maar weet ge wel dat ze ons yan de Fro- •mentièro konden jagen? Och komantwoordde de jongste, hier of elders zijn Wat geeft het nog dat wij hier liggen te boeren? Zonder de bleekheid van den ouden va der te zien, trof hij hem laf in het diepste van zijn hart, hij verloochende d9 Fro- mentière. In het naburige vertrek hoorde men geen gespoel of geraas meer. De meisjes luister den. De oude hoer antwoordde niet. Maar hij stond op, hij richtte zich op met zijn hooge gestalte, ging voorhij zijn zoon, die ongerust was en met 'n half oog loerde en opende hij hard een deur, die op den hof uitzag. De buitenlucht, geurend van fruit en vallende bladeren, woei de groote keu ken binnen. Frangois haastte zich langs den muur weg te komen, fluisterde eenige woordjes met Eleonora in do rommelkamer en ging dan door de kamer der meisjes on ontvluchtte in den naoht. lederen avond ging de oude boer even op don drempel der deur staan en adem de de frissobe lucht in' alvorens te gaan slapen. Hij ging lot midden op den hof en bekeek dan den hemel om te zien, welk weder het morgen zou worden. Eenige wolken gleden in het Oosten voorbij, do achlerwacht van een dichte wolkenzee, Gemengde Berichten. Doodelijke trap van een paard. In liet Ziekenhuis te Deventer is over leden do landbouwer St. uit Geesteen, gem. Borculo, die voor eenige dagen door een trap van zijn paard ernstig werd gewond. Levensgevaarlijk verwond Op de kermis te Deventer kreeg een lid van het personeel der 8-baan van een pas- seerend wagentje een slag tegen het- hoofd. In hoogst 7orgwe,kkenden toestand werd hij naar 'het St. Josephgest-teht vervoerd. Een langdurige brand Op 14 Mei j.l. is het aan de Hengelosche- straab gelegon katoenafvalmagazijn der Katoen-Maatschappij voorheen M. van Dam te Enschede totaal afgebrand. De overblijfselen der groote katoenvoor- rade,n bleven steeds doorbranden, zoodat de brandweer gedurende 14 dagen lang met een slang op de waterleiding werkzaam moest blijven. Nu aan het einde der vorige wee.k daar mede werd opgehouden, sloegen Dinsdag de vlammen weer hoog op. De brandweer moest, ook gedurende den daarop volgen den nacht, het na-spuiten weder hervatten. Inbraak met geweldpleging In Ledaecker onder Oploo is ingebroken in de, woning van de wed. S., die kort ge leden een kleine erfenis had bekomen. Een dor mannen kneep haar den keel dicht en belette haar tc roepen. De andere sneed ondertusschen het beddegoed open en doorzocht alles. In do worsteling werd de vrouw aan het gelaat gewond, doch wist zich ten slotte los te rukken. Twee zwer- die tegen den einder weggolfde. Zij vorm den doorschijnende eilanden, dio afgron den van een diep blauwe en gestemde lucht afscheidden. De wind stiet zo voor uit met eenzelfde beweging naar naken de kusten. Met de traagheid van 't zwaar bevracht schip, sleepte hij naar do levende zee den kus van 't aardsche leven, den geur en de trillingen van de plaatsen, die wegge worpen zaden, de kiemen met losse stof, die hier en daar als in geheimzinnigen regen neervielen, den schrik van ontel bare beesten, 'die geen andere getuigen dan zij hebben en die zingen in de gras velden. Een tevredenheid gleed voorbij, een rustig en vruchtbaar getij, dat het andere ging vervangen en terug doen komen en tot in de verste hoeken den geur der oogsten Frankrijk ging verspreiden. En de hoer, do lucht inhappend, waar in de ziel van het Vendéeland golfde, voelde in zijn binnenste de liefde trillen, die nooit gefaald had, die hij niet kon vertolken, alhoewel ze tot in het merg van zijn beenderen doorgedrongen was. „Wat mag toch die jonge kerels bezielen, die geheel onverschillig voor het boerengedoe schijnen te wezen? Ik ook ben jong ge weest, en men zou mij veel geld hebben moeten geven om mij de Fromentière te doen verlaten. Misschien vervelen zij zich, do vrede huist niet steeds meer op de hoeve gelijk in den tijd van moeder zali ger. Ik kan de kinderen zoo eendrachtig niet bijeenhouden gelijk zij dat kon." En hij dacht eenige seconden aan moeder Lumineau, spaarzame vrouw, fier met vreemden maar tceder met de haren, die Geheime distilleerderij Onder de gemeente Westmaas is ten huize van-B. v. d. P. ee.n geheime, distilleer derij ontdekt; verschillende voorwerpen en stoffen zijn in beslag genomen. Effecfcendienstal. Gisterennacht hebben dieven zich laten insluiten in het pand «2 aan den Schiedam- schensingel to Rotterdam, waarin een aan tal kantoren gevestigd is. De dieven hebben de deuren der verschillende kantoren open gebroken of ze drukten do paneelen er van in. Op een bovenverdieping hebben in he.b kantoor van de Handel Mij. Ceres f 300 gestolen. Hierna zijn ze naar beneden ge gaan en op het kantoor van de- N.V. Effec ten en Bankierskantoor L. F. braken ze do brandkast, open. Hieruit stalen ze voor on geveer f 300 aan zilvergeld en een partijtje postzegels, alsmede een .aantal effecten en wel: 2 Stuks id. R. M. 125, 4 pet. Donetz Spoor 1894 genummerd 40465404GG3 stuks R. M. 2000 4 pet. Zuid-Oost. Spoor 1901, nummers 1304, 96, 997; 1 stuk ad ICO rijks- mark 4 pet. Zuid-Oost. Spoor 1893 genum merd 17465; 1 ad 500 francs 5 pefc. leening Stad Charleroi 192, nr. 15, 40; 2 stukken ad 5 pond st. certificaten Russian General Oil genummerd dollar 5725—25; 1 certificaat 100 yen 5 pet; Japansche leening 1S09 num mer 8736; 1 recc.pis a 500 dollar 5 pet. Me xico binnenland nr. 2493; 2 stuks pd.st, 20 5 pet. Para-leening 1907. nrs. 8143, 15726; 7 lappen Portugal gemerkt 177983176989; 5 stuks ad 1000 mark 4 '4 Hamburgerleenin-g 199; 2 a 200 mark, 4Jé Frankforter Hypo theekbank; 2 a 300 mark idem; 2 a 1000 mark idem: 1 A 2009 mark, 4 pet. Frank fort am Main 1908; 2 a 500 mark idem 1913; 8 500 mark 4 pet. Hamburgleening 1909 en 1 a 1000 mark 4 per. Hamburgleening 1914. altoos, zonder lawaai, slaagde met woor den, die ze steeds vond om de harten dor zonen te veranderen en de wrijving der meisjes te matigen. Rund hem de stallen, de schuren, do groote hooihoop, die schit terden in den maneschijn. Een geweesohot knalde in Le Marais, heel ver, want het gerucht was nauwelijks op de Fromontière -hoorbaar. Toussaint Lumineau ving het op en plotseling dacht hij op den man, dio ginder aan 't jagen was. Terzelfder lijd, achter hem, klonk een stem op den hof: Ziedaar een kievit voor de braadpan van Rousille. Zwijg, Mathurin! zei do vader, dia de slem van den zieke herkende. Vertel van haar geen praatjes, die mij pijn aan doen. Dezen avond reeds lijd ik genoeg; do woorden van Frangois hebben mij tö sterk getroffen. De krukken, die over do steenen van den mesthof schuurden, kwamen dichter bij en weldra stond de gestalte van den, oudsten zoon langs hem en fluislerdo met zachte stem: Ik spreek enkel waarheid. Het zijn; geen praatjes. Het bloed stijgt mij naar het hoofd al3 ik dezen vreemdeling, die niets bezit, zie verkeeren met mijn zuster om een deel van ouzo goederen te krijgen, om hier meester te worden. Het wordt hoog tijd dat gij hem op zijn plaats zet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3